A. B. Wigman: groot natuurkenner Opkomst Volkskerstzang werd n teleurstelling Waardering en grote dank Programma was rijk gevarieerd Beiaardier speelt het jaar uit CHEVROLET VRIJDAG 23 DECEMBER 1966 VAN WOUT BLAUWKOUS Geref. Gemeente beroept predikant Meeluisteren 0 p E L V.A.B. KIRPESTEIN Kerstfeest op zondagsschool DENK OVERAL EN ALTIJD WEER AAN HET KIND IN HET VERKEER U" D' Hofje Vel ii wc nam afscheid van 'n „liefhebberend rondkijker U weet natuurlijk wat een ombudsman is. Een man die in dienst is van de overheid, maar die zich van zijn werkgever geen barst hoeft aan te trekken. Het is hem zelfs toegestaan zijn werkgever een veeg uit de pan te geven als dat nodig is. En ondanks dat zullen ze hem goed blijven beta len. Van deze kant bekeken lflkt het mij een aantrekkelijk baantje. Maar er zit weer een keerzijde aan de medaille. Op het werkterrein van de ombudsman liggen niet anders dan klachten. Klachten van personen, die zich door de staat en zijn dienaren te kort gedaan voelen. Of menen dat ze onrechtvaardig behandeld zijn. En dat moet de ombudsman dan gaan uitzoeken en zich een oordeel aanme ten. Bij de ombudsman moet u dan ook niet denken aan een fors en welbespraakt persoon, die durft op te treden maar die alleen in een kamertje klachten uit zit te pluizen. Rekent u d'r gerust maar een verdieping of vijf, zes vol helpers bij. In Nederland kennen we zo'n duivels kunstenaar nog niet, maar iedereen die stukjes papier volschrijft, op de manier zoals ik dat probeer te doen, kan het worden. Er zijn altijd weer mensen die bij je komen met een verhaal, dat naar hun mening de moeite waard is om er een „stukkie" over te schrijven. In werke lijkheid willen ze alleen maar hun klachten op een goedkope manier ad verteren. „Zet m'n naam d'r maar niet bij" zeg gen ze dan „als die-en-die het leest dan weet ie best hoe laat het is". Het is geen gemakkelijke opdracht om zulke mensen naar huis te laten gaan met het gevoel dat ze een persoon ge sproken hebben die openstaat voor hun klachten en tevens met het be grip, dat de krant niet voor zulke „stukkies" in het leven is geroepen. Hoe graag we het overigens ook in het openbaar hadden rondgebazuind. Bijvoorbeeld, de heer N. N. Hoofd van een gezin van zeven personen. Met continu een en twintig paar natte schoenen achter de kachel. Oorzaak: hij woont met zijn gezin aan een straat met een nogal sponzig wegdek. Eén van de weinige straten in de ge meente, maar hij woont er toch maar. Met nog twee gezinnen. Met ook per manent doorweekt schoeisel. „Ja maar", zeg je dan, als de man heeft uitgeduid waar hij precies tus sen de koeien en de schapen woont, „je kunt toch niet verwachten dat de gemeente voor die drie huishouwens een laag asfalt van een paar miel neerlegt?" Dat verlangt ie dan ook helemaal niet. Hij vindt het alleen maar scheef dat ie voor al die natte schoenen ook nog straatbelasting moet betalen. Moeilijk geval. Een „stukkie" is in zo'n geval eerder klaar dan het wegpra ten. Er zijn er ook die in een handomdraai afgedaan kunnen worden. Jaren geleden werd ik 'es aangeklampt door een dame, die gloeiend aangelo pen was. Het was nog ln de tijd dat de bakken van de vuilnisauto recht omhoog gezet werden om de lading naar voren te werken. En dat grapje haalden de vuilnismannen iedere dins dagmorgen uitgerekend voor haar deur uit. Toen ik haar vroeg wat daar dan wel op tegen was antwoordde ze „dan weet m'n pinsertjie van angst niet meer waar ie het zoeken moet". Ik heb haar geadviseerd, hoewel ik een overtuigd dierenbeschermer ben, de keffer de eerstvolgende dinsdag aan de vuilnis mee te geven. Waarop een klacht over mijn persoon bij de redac tie is binnen gekomen. Er zijn wat van die kleine menselijke drama's. Ik zal nooit vergeten het verhaal van die politieman in vroeger dagen. Er vervoegde zich een inwo ner op het bureau met de mededeling „Veurig jaar zijn d'r vlak veur de Kursemus zes knijnen bij me gesto len. Kunnen ze van 't jaar niet een mannetjie bij me neer zetten, dat me dat niet weer overkomt?" De diender een vakman wist een veel betere oplossing. „Breng ze maar op 'et buro" was z'n advies, „dan heb ie na Nieuwjaar in ieder ge val de vellen nog..." WOUT BLAUWKOUS VEENENDAAL De Gereformeer de Gemeente te Veenendaal heeft een beroep uitgebracht op ds. J. Karens te Nieuwerkerk (Zeeland), VEENENDAAL De massale Volkskerstzang die gisteravond in de ga rage van de firma De Haas werd gehouden, is wat de opkomst van het pu bliek betreft op een teleurstelling uitgelopen. Naar schatting bezochten nog geen duizend mensen dit traditionele zangevenement, daarbij zijn dan nog de uitgenodigde koren meegerekend. Als de ontwikkeling die zich de laatste ja ren manifesteert, zich zal voortzetten zal men binnen korte tijd onmogelijk nog van een massale Volkskerstzang kunnen spreken. Voor het organiserend comité en al die anderen die elk jaar weer in touw zijn om de bijeenkomst te organiseren, zal deze tendens zeker een bittere pil betekenen. Ook de factor „pech" lijkt het comité te achtervolgen. Vorig jaar bleven velen thuis vanwege de onophoudelijke regenbuien, dit keer lieten de bejaarden van De Engelen- burgh verstek gaan, omdat er voor hen dezelfde avond in het bejaardencen trum een Kerstbijeenkomst was georganiseerd. De algehele muzikale leiding van de zangavond was in handen van de heer Gijsbert van Zanten. Hij zorgde boven dien voor wat variatie door enkele leer lingen van zijn A.V.M.-klassen een solo te laten zingen. Sjirk de Vries, die de negro-spiritual „Mary had a baby" zong en Jaap van Manen, die de solo partijen van het nieuwe kerstlied „De nieuwe hemel en de nieuwe aarde" voor zijn rekening nam, slaagden daar bij zonder goed in. Nadat het programma was geopend door trompetspel van enkele trompet tisten van de Veenendaalse muziekkorp sen en nadat het „Komt allen tezamen" massaal had geklonken, sprak de Ned. Hervormde predikant dr. C. Graafland een woord ter verwelkoming uit. „Bij dit welkom hoef ik niemand speciaal te noemen, want dat is juist het fijne van een Kerstbijeenkomst; we zijn alle maal gelijk. We zijn allemaal mensen voor wie het nodig is geweest dat Jezus op aarde is gekomen. Misschien mag ik u vragen of die Jezus nog wel welkom bij u is. Kerstfeest is fijn, als we aan de huiselijke gezelligheid denken. Het wezenlijke Kerstgebeuren vergeten we vaak...." De eenvoudige en daarom voor ieder een te begrijpen toespraak van de pre dikant werd opgevolgd door zang van het kinderkoor, schriftlezingen, samen- zangen en het Halleluja van Handel, dat door de gezamenlijke koren werd uitgevoerd. Een rijk gevarieerd geheel. De Gereformeerde emeritus-predikant ds. J. Overduin hield tegen het eind van het programma nog een aparte toe spraak tot de zieken, die in vier zieken huizen (Veenendaal, Ede, Bennekom en Wageningen) konden meeluisteren. „Hebben we er eigenlijk wel aan ge dacht dat er zieken meeluisteren?", zo vroeg de dominee zich af. „Hebben we er aan gedacht om voor hen te bidden, laten we beloven dat we dat zullen doen, dan zal het voor hen een bijzon der Kerstfeest worden. Als we ziek zijn, hebben we er meer behoefte aan dicht bij Jezus te zijn. Jezus is ontzaglijk royaal; komt allen tot mij, heeft Hij gezegd. Hij zegt niet; jij bent slecht; jij mag niet bij me ko men. Iedereen is welkom, maar er zijn mensen die daar geen gebruik van ma ken. Er zijn mensen die zich te slecht vinden om bij Jezus aan te kloppen en er zijn er ook, die zich te goed achten. Zij zijn met zichzelf ingenomen en aan hen gaat de betekenis van het Kerst feest voorbij. 0 De jeugdige solist Tj. de Vries in actie tijdens de volkskerstzang in garage De Haas. Jezus is gekomen voor iedereen, voor alle zondaren..." De schriftlezing werd verzorgd door de burgemeester, een maatschappelijk werkster, een buschauffeur en een scho lier. Zeven koren ondersteunden de samenzang; de C.O.V., 't Veenendaals Dameskoor, de Veenzangers, het Rit meesterkoor, het kerkkoor „Sola Fide", de Ned. Herv. Zangver. „Con Amore" en het schoolkoor van de Kon. Juliana- school afdeling U.L.O. De gitaarband van het Leger des Heils en een ensem ble van muziekinstituut Van Zanten zorgden voor de begeleiding. Het orgel werd bespeeld door de heer B. van Stempvoort. De bijeenkomst werd door verschillende vertegenwoor digers van het gemeentebestuur en door RHENEN Stadsbeiaardier Gijs Brinks zal op Kerstavojid (24 december) en op Oudejaarsavond beiaardconcer ten geven op het carillon in de Cune- ratoren. De eerste avond van 9 tot 9.30 uur en de tweede avond van 10 tot 10.30 uur. Het automatisch spel in de toren zal worden aangepast aan de komende feestdagen. Tussen Kerst en Oud en Nieuw zal het carillon om het halfuur laten horen „Nu sijt wellecome" en „Komt allen tezamen". Op Oudejaars dag wordt gespeeld „Uren, dagen, maanden, jaren..." en „Beveel gerust Uw wegen." Met ingang van 1 januari komen er voor het eerste kwartaal van 1967 ge heel nieuwe melodieën op het automa tisch spel. Vóór de uurslag zal worden gespeeld „Gavotte" van J. H. Fiocco en vóór de halfuurslag „Des winters als het regent", een oud-Nederlands volksliedjes. ADVERTENTIE VEENENDAAL CITY - MOTORS - EDE voorgangers van de protestantse kerken en de rooms-katholieke kerk bijge woond. Bij de uitgang hield men een collecte ter bestrijding van de onkosten. De op brengst hiervan bleef ver beneden de verwachtingen. Gaarne voldoen wij dan ook aan het verzoek van het organise rende comité om het gironummer van penningmeester Th. A. Slijderink, Van Hogendorpstraat 18, Veenendaal, te vermelden. Op giro 850546 zijn uw gif ten welkom! RENSWOUDE Ook dit jaar zullen de kinderen van de Hervormde zondags school op Tweede Kerstdag 's middags om 2 uur bij elkaar komen om het Kerstfeest te vieren. Deze Kerstfeest- viering zal in gebouw „Rehoboth" wor den gehouden. Heden, vrijdag Luxortheater Veenendaal 19.30 uur: „Viva Maria". Morgen, zaterdag VEENENDAAL Sola Fide, 22 uur: Kerstnachtdienst door ds. J. Ytsma. AMERONGEN Centrum dorp, omstreeks 24 uur: Rond gang door het dorp, m.m.v. zangver eniging Asaf. BIOSCOOP Luxortheater Veenendaal 19.30 uur: „Viva Maria". Gistermiddag om half vier heeft het personeel van Het nationale park „De Hoge Ve- luwe" in het jachtslot St. Hu- bertus afscheid genomen van de heer A. B. Wigman, natuur historisch medewerker van het park. A fscheid van het personeel van allemaal dus: directeur, jacht opzichter, bosarbeider. Als ze wisten wat er aan de hand was, zouden ze er óók bij willen zijn, die duizenden dieren van dit stuk Veluwehart. Uit de dichte dek king van de prachtige bossen, de grote vlakten van heide, ven en buntgras en van de zandhellingen zouden ze als in Noachs tijd naar voren komen om aan te treden voor het Jachtslot voor een groet, een hartelijke hulde. Niet voor een af scheid, want A. B. Wigman, nu 75 jaar, is jong gebleven in zijn werk. Zijn werk de natuur-historische medewerking aan „De Hoge Velu- we" ,,'t Was een liefhebberend rond kijken....", zegt hij. En die twintig boeken, die nu al vijftienhonderd „Buitentjes" in onze krant, duizen den artikelen en honderden lezingen „Ja, ja, bij dat rondkijken heb ik 't een en ander genoteerd A B. Wigman is een merkwaar- dig natuurmens hij lééft er voor, hij leeft er vén, maar hij ba dineert zijn werk met „wat gelief- hebber". Eens volgde hij de beroemde Jac. P. Thijsse op als publicist, maar hij laat zich er niet op voorstaan. In de wereld van natuur- en land schapskenners kreeg hij een grote naam, maar hij noemt zich een van de velen, die belangstelling hebben voor alles wat zich buiten in de na tuur voordoet. Zijn boeken over het grofwild van de Veluwe zijn fascinerende werken, maar hij spreekt met evenveel pas sie over een kapitale twintig-ender als over het veldmuisje. Het leven van de bij is hem, als hij de pen neemt, even lief als dat van de ever. Nu vijftig jaar lang schrijft hij kolom na kolom maar nog nooit heeft iemand kunnen ontdekken waar Wigmans voorkeur naar uitging. Ja tochin Nederland zijn in die vijf enzeventig jaren van Wigman heel wat diersoorten verloren gegaan. Die komen nooit meer terug. Er zijn er ook, waarvan er nog enkele exempla ren bestaan, maar ze zitten in de gevaarlijke hoek van de allerlaat- sten. Haviken de heer Wigman gaat er even recht voor zitten. Dan wordt hij strijdbaar. Er komt een wijs woord voor hen die na ons komen: „wat weg raakt komt niet meer te rug!" yyigman schreef. Zijn produktivi- teitis bijna onvoorstelbaar. „Vogelleven in Nederland" was zijn eerste boekje (1917), nadat hij al tien jaar lang geen gelegenheid voorbij liet gaan ergens iets over de natuur te publiceren. Na het vogel leven kwamen werken als „De roep ,U\MMMUU«V\VW\\VVV«VVVUmUMU\UWU\WVVU\V\V\VV\\V\Vm*MMM*v der velden", „De tooi der tijden", „De luister van het land", „Vreugd aan bos en heide", „Zwervend langs het wildspoor", „Lokroep van het wild" en vele andere boeken. In de alliteratie van enkele titels, in de wat mystieke sfeer van het natuurleven veronderstelt men mis schien de romanticus. En toch is hij die niet. Zijn taal is verheven, zijn vertellingen exact, zijn stijl aristo cratisch. Hij boeide niet om te boei en, maar doceerde, leidde zijn le zers als het ware in. Zijn verhalen waren allesbehalve een hunkeren van de mysticus of een behendig taalgebruik rondom onheldere zaken nee, Wigman vertelde met wé tenschap, liet open en vrij waar kennis ontbrak en stimuleerde juist dédrmee de kennis van de natuur, de geschiedenis, de folklore, het landschap. HOENDERLOO „Duizenden Ne derlanders hebt u door uw boeken en artikelen uren van intens genot bezorgd. U hebt hen liefde bijgebracht voor de natuur". Deze woorden sprak de direc teur van het Nationale Park De Hoge Veluwe, ir. H. van Medenbach de Rooy gistermiddag in het Sint-Hubertusslot tot de heer A. B. Wigman die tijdens een genoeglijke ongedwongen bijeen komst afscheid nam als natuurhis torisch medewerker van de Hoge Ve luwe. „Hier, in het hart van ons nationale park, willen wij u dank brengen voor alles wat u in dienst van het Nationale Park en als schrijver gedaan hebt om het Nederlandse volk respect bij te brengen voor de natuur", aldus de heer Medenbach. De directeur van de Hoge Veluwe gaf een kort overzicht van alle boeken die de heer Wigman geschreven heeft. Als 17-jarige jongen schreef u uw eerste artikel voor het blad „De leven de natuur", en in 1917 publiceerde u uw eerste boek, gevolgd door vele ande ren. Daarbij hebt u niet minder dan 800 lezingen gehouden door het gehele land en hebt u jarenlang in verscheide ne dagbladen uw natuur-rubrieken ver zorgd. U hebt ongelooflijk veel en ook ongelooflijk mooi geschreven", zo stel de de heer Van Medenbach de Roy, oe die opmerkte dat het Nationale Park de Hoge Veluwe in 1946, het jaar dat de heer Wigman er in dienst kwam, 47.000 bezoekers trok. In dit jaar pas seerden reeds 573.000 bezoekers de toe gangshekken. De directeur, zei ervan overtuigd te zijn dat de heer Wigman aan deze groei bijzonder veel heeft bij gedragen door zijn werk. Als blijk van waardering nam het per soneel van het Nationale Park De Ho ge Veluwe de kosten voor zijn rekening van Het boek der Gelderse Geschiede nissen van dr. A. van Slichterhorst, dat in februari in zeer beperkte oplage op nieuw zal worden uitgegeven, en waar op de heer Wigman reeds had ingete kend. De heer Van Medenbach de Rooy bood de heer Wigman de kwitantie aan van het door hem gevraagde boek (zie foto). Mevrouw Wigman kreeg een fraaie bloemenhulde. De woorden van ir. Van Medenbach de Rooy werden onderstreept door de voorzitter van de Vereniging Vrienden van de Hoge Veluwe, de heer Kramer, die meedeelde dat het de heer Wigman is geweest die bij hem de liefde voor het Veluwse landschap heeft gestimu leerd. „Zonder u had ik hier nu niet ge staan, aldus de heer Kramer, die ver telde dat hij vele jaren gelden door het boek van de heer Wigman „Langs een zame paden" zeer geboeid werd met het gevolg dat hij De Veluwe is gaan ontdekken en liefhebben. „Wij wonen nu hier bijzonder gelukkig", aldus de heer Kramer, die een kleine attentie aanbood. De heer Heijers sprak een kort woord namens de directie van de Uitgeverij Zomer en Keuning te Wageningen, waarmee de heer Wigman zeer nauwe relaties mee onderhoudt. Ook de heer Heijers bood een attentie aan. Met elkaar hief men daarna het glas op het echtpaar Wigman, waarna de heer Wigman met een enkele woord van zijn dankbaarheid getuigde. één van z(jn boeken, die w(j eens te leen kregen, viel een briefkaart, gedateerd 15 juni 1919. Een Amsterdamse krantenlezer schreef de heer Wigman, dat zijn Amsterdamse krant de laatste tijd vol keistenen zat. Maar de man had er een diamant in ontdekt "een steen waarvan de schittering en het uitstralende levende leven mij zoo pakt, dat ik, gelijk de meesterzan ger in het lichte berkenbosch mijn jubel niet kan bedwingen U als ma ker van deze diamant mijn onder danige hulde te brengen". Er zijn in de loop der jaren dui zenden brieven bij de schrijver Wig man, de redacties van zijn kranten, weekbladen, tijdschriften en bij de uitgevers van zijn boeken binnenge komen. Het getal van mensen die door A. B. Wigman op het mooie spoor van de natuur zijn gezet, zal een veelvoud bedragen. Zijn uit- en overgedragen wetenschap heeft, ge loof maar, geluk gebracht. £n hoe is het begonnen Merkwaar dig, wie dat aan een aantal pro minente natuuronderzoekers vraagt, komt steeds terug op een oud stra mien: „Met vader de natuur in kijk, dat is... en dat..." Bij velen komt het eigenlijk op het zelfde neer. Er waren minder vaders in Nederland, zo rond de eeuwwisse ling, maar méér vaders misschien, die er met hun kinderen te voet en later op de fiets op uit trokken voor ontdekkingstochten. Toen de Veluwe nog maar nauwelijks de Kröllers van de Hoge Veluwe kende, toen het jachtslot nog moest worden gebouwd, de natuur in vergelijking met wat het nu op vele plaatsen is, nog woest en ledig was, zwierven er al jongetjes met hun vader in het veld. „We bouwden hutten, klommen in bomen om er uitkijkposten te maken, zwier ven en zwierven, ontdekten en ont wikkelden onze kennis van de natuur. Maar ja, dat was in de tijd dat de diligence van Floor nog éénmaal per dag van Lunteren naar Ede reed... Er werd wat ondernómen om de herten bij het Aardhuis te horen burlen." „Maar goed, er was in die tijd voor de jongens ook niet andei's. Onze ex pansiemogelijkheden lagen in de na tuur. Voilé, en ja... natuurlijk moet als Veluwenaar in hart en nieren, het er wel een beetje inzitten. Zou ik niet iets hebben geërfd uit de ettelij ke geslachten van voorvaderen die de Veluwe bewoonden Ik kan niet zo oud worden dat ik uitgekeken zal ra ken in dit grootse, indrukwekkende land, dat velen toch schijnbaar zo weinig biedt, wat de moeite waard is..." Toch schreef Wigman (niet alleen voor zijn park „De Hoge Veluwe") niet tevergeefs, getuige de toene mende vraag naar zijn boeken, zijn artikelen en spreekbeurten. De schrijver wordt, bij alle herin neringen aan vroeger, die nu een maal komen als er een afscheid is, een beetje somber. De tijden zijn sterk veranderd. De natuur spreidt ontzettend veel tentoon en toch kan het niet meer voor ons allemd&l zijn, want we zijn al met zovéél.... Dent u jager? „Nee", zegt de heer Wigman. „Stel dat ik een land goed had en er moest wild gescho ten worden (alles kan niet blijven leven, omdat 't anders dood zou gaan) dan zou ik dat lèten doen. Het is niet mijn liefhebberij". „Maar nu even wat anders (de heer Wigman springt graag van het ene op het andere onderwerp over „voordat ik 't vergeet"): nog een advies je: als je wat zien wilt, moet je lopend gaan!" ie onderwtfzereszoon die uitgever werd, maar daarin niet de grote voldoening vond de natuur inging, aan het schrijven sloeg en de grote Jac. P. Thijsse mocht opvolgen, werd gistermiddag in het deftige slot van St.-Hubertus gehuldigd. Het zal stil zijn in het grote park.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 6