'k Weet niet hoe 't moet gaan...
Een paar korte gesprekken, vlak voor
Oudejaarsavond 1966.
Een herinnering, een wens, een paar woorden,
door stad- en streekgenoten gezegd
op hun werk of thuis. Een klein stukje leven,
niets meer - maar vooral ook niets minder -
geeft deze pagina van ons oudejaarsnummer
haar gezicht.
de
klokslag van twaalf uur
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
in de industrie-pastorie aan de Populierenlaan in
Veenendaal. Dominee A. Terlouw, sinds drie jaar
industrie-predikant in het gretig met zijn fabrie
ken meelevende dorp, is blij met de resultaten
die Evangelie en Industrie in het afgelopen jaar
heeft bereikt. De kerk heeft met dit pastoraat
door de sinds eeuwen vertrouwde woonwereld van
de mensen willen heenbreken naar de werkwe-
reld van diezelfde mens. De kerk mag zien, dat
zij daar welkom is.
Een enkel resultaat uit het afgelopen jaar: het
vormingswerk, dat de blik van de mensen op zich
zelf en op hun medemensen verruimt, is op gang
gekomen. Er is al een groep uit Veenendaal naar
het .vormingscentrum „De Keijenberg" in Ren-
kum geweest, andere groepen gaan in het komen
de jaar naar „Kerk en Wereld".
Ook dit is gebeurd in 1966: er is zeer positief
gereageerd op een verzoek aan de Veenendaalse
kerkeraden, vertegenwoordigers af te vaardigen om
met Evangelie en Industrie te spreken over het
werk.
En dit: de grondslag is gelegd voor het vormen
van een team, dat vormingsprojecten opstelt en
uitwerkt. Deelnemers o.m.: vertegenwoordigers
van de industrie, een vormingsleider, een maat
schappelijk werkster.
Een bemoedigende herinnering aan een feeste
lijke dag: een werkgroep uit Duitsland waar
men al heel ver gevorderd is met het leggen van
contacten tussen industrie en kerk kwam na 'n
bezoek aan Hoogovens nog speciaal even in Vee
nendaal kijken.
Een wat meer algemene opmerking over het ko
mende jaar: we weten allemaal dat het voor de
industrie en voor de mensen die erin werken een
uitermate moeilijk jaar gaat worden. Ik hoop, dat
de enigszins verzwakte positie van de werknemers
geen verslechtering van het sociale klimaat ten
gevolge zal hebben. Het zou trouwens ook bijzon
der kortzichtig zijn het ook in kleine kring
hierop aan te sturen. Ik kan mij ook niet voorstel
len, dat men daartoe zal komen in het jaar 1967,
dat een beslissend jaar lijkt te gaan worden.
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
in een huis in Kesteren, waar het al lang rus
tig had kunnen zijn, want oud-veilingdirecteur R.
Feenstra hoeft 't zich allemaal niet meer aan- te
trekken. Hij doet het toch, want zo lang hij het
leven en de gezondheid heeft zal hij zich niet kun
nen losmaken van het Betuwse land, waarin hij
krachtdadig werkzaam is geweest. Een slecht jaar
was het voor de kwekers in Kesteren en Opheus-
den. Je kunt het merken in het dorp, er wordt
minder geld uitgegeven, er wordt pinniger gere
kend. De opbrengst is onvoldoende geweest voor
het dekken der exploitatiekosten, enkele produk-
ien uitgezonderd. Dat kan een leek ook begrijpen.
Zelfs al weet de leek niet, dat een bedrijf van 15
ha. f 70.000 aan exploitatiekosten opsoupeert
„Even iets heel anders er tussen door: is het
sommigen van ons misschien ook opgevallen dat de
belangstelling voor muziek in Kesteren en Opheus-
den enorm is toegenomen sinds de muziekschool
hier werkt? Akte daarvan."
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
in een huis, waar niet zo'n jaartje 1966, maar
een rits van eeuwen samengebonden ligt op archief
planken. Oud-onderwijzer T. van Goor in Zetten
heeft in die archieven onder meer de hele historie
van het boeiende nabuurdorp Hemmen samenge
bracht. Alles over de familie Van Lynden, aan wie
heel het dorp toebehoorde, alles over het kerkje uit
de middeleeuwen, waarin nog de namen van de
voorgangers van voor de kerkhervorming staan ge
grift. Hij loopt op straat door de regen wanneer
we hem erover aanspreken en dan zegt hij, dat
zijn hoofd bij andere zaken is. Vanzelfsprekend
bij dat weer. Maar toch: „Ik heb pas geleden een
kleurenfoto genomen van een grafsteen op het
kerkhof, daar ligt een Van Lynden die niet in het
familiegraf begraven wilde worden. En waarom
niet, zou je nou zeggen. Maar we weten het bij
na ik mag zeggen, dat we het vrijwel zeker
weten. Ik ben nu trouwens ook weer met heel iets
anders bezig, 'n anekdote, toen ik die hoorde dacht
ik meteen: nee, dat is vast niet helemaal waar.
Ik kom er wel achter, maar ik moet ervoor naar
Kampen, in het archief van het Kamper Nieuws
blad kijken, in Brammen iets nazien, nou ja, u
ziet, er is nog zoveel te doen, als u echt iets wilt
weten moeten we er volgend jaar maar eens over
praten."
Tijdgebrek, zelfs bij een man die eeuwen weet
te dwingen hun geheimen prijs te geven.
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
in een nieuw huis aan de Bantuinweg in Rhenen,
dit jaar betrokken door bouwkundige, makelaar,
begrafenisondernemer, ijzerhandelaar G. J. H.
Smit, die voordien vierenzestig jaar lang aan de
Heerenstraat woonde. Een oudejaarsavond bij 'n
doorknede Rhenenaar, die tientallen jaren geleden
het eerste vliegtuig over de Grebbeberg heeft zien
komen en bij dat enorme feit niet stil is blijven
staan. Hij nam een werkzaam aandeel in de ver
anderingen die sindsdien over de stad zijn geko
men. Desgevraagd spreekt hij terwille van de
ruimte slechts over een enkel punt welwillend
een oordeel uit over de mogelijkheden van het ko
mende jaar.
Onze middenstanders moeten naar de buitenwij
ken. Er zijn voorbeelden genoeg in andere plaat
sen, waarnaar eventueel kan worden gewerkt. We
zouden in de nieuwe wijken panden moeten bou
wen met winkels beneden en flats voor de verhuur
erboven. Kost geld, weet ik, maar wanneer het er
op of er onder gaat moet je geld durven te lenen.
Een andere mogelijkheid: samen een flink winkel
centrum bouwen. Denk eraan, dat de moderne
mensen in de nieuwe wijken alles dicht bij de
hand willen hebben. Is het er niet, dan gaan ze
ook heel gemakkelijk meteen een eind verderop.
Er is haast bij. Ik ben bang, dat we voor het
plan-Noord al aan de late kant zijn. Laten we
gaan overleggen met B. en W., welke mogelijkhe
den er verder nog zijn.
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
in hotel Campman in Renkum, waar eigenaar F.
Campman het honderd jaar oude familiebezit be
heert. In die honderd jaar hebben de Campmannen
zich nauw betrokken gevoeld bij de ontwikkeling
van het dorp, namen zij in die ontwikkeling ook
actief een aandeel, waar dat mogelijk was en het
wenselijk leek. Een paar wensen voor 1967: in de
eerste plaats, dat het in deze moeilijke tijd goed
zal blijven gaan bij Van Gelder Zonen, de fabriek
waaraan zo heel velen van ons hun beste krachten
geven. En, wanneer straks de rondweg klaar is,
alsjeblieft zo gauw mogelijk de sanering van de
Dorpsstraat. Ik geloof, dat onze dorpsgenoten er
klaar voor zijn, dat ze investeringen durven te
doen. Het gemeentebestuur heeft ook al getoond,
dat het iets wil doen. Even flink aanpakken, dan
kan het nieuwe jaar veel goeds brengen voor Ren
kum.
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
beëindigt het eerste jaar, waarin mevrouw H. J.
Beinema-Gerritsen zitting had in de gemeente
raad van Wageningen. Met haar verscheen voor
het eerst sinds jaren weer een vrouw in de raad.
„Ik kan er nog zo weinig van zeggen, goed inwer
ken kost veel tijd en ik weet graag, waarover ik
praat als ik iets zeg. In 't algemeen geloof ik, dat
het in de raad net zo is als in een gezin: de man
nen weten het allemaal wel, maar een vrouw kan
de dingen weer eens van een andere kant bekij
ken. Een voorbeeld: we willen een ijsbaan, die
meteen ook geschikt is voor wedstrijden en zo.
Waarom niet, zolang we die echte baan niet kun
nen krijgen, een baantje voor de kinderen, die te
klein zijn om naar Renkum -te gaan en te groot
om op het ondergespoten 'rolschaatsbaantje te
schaatsen? Dat zijn dingen, waar een vrouw aan
denkt, 't Moet ook maar mogelijk zijn natuurlijk,
maar ik geloof wel, dat we 't nog eens moeten
proberen deze winter".
Een voorbeeld van een studie-object bij het in
werken als raadslid: „Ik ben nu bezig te bekij
ken hoe het in met Wageningen vergelijkbare
plaatsen gaat met het ziekenvervoer. De ellende
is, dat we te groot zijn voor de regeling zoals die
nu is en te klein voor een eigen GGD. Maar ik
heb ergens anders al een oplossing gezien, die we
nader kunnen bestuderen. Kost ook geld natuur
lijk, maar. er zijn nu eenmaal dingen waarvoor de
middelen moeten worden gevonden, dacht ik".
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
op het station Ede-Wageningen van de Nederland
se Spoorwegen in Ede. Is er, ook op oudejaars
avond, iets onpersoonlijkers dan een spoorweg
station, waar iedereen alleen maar komt om er zo
gauw mogelijk weer weg te gaan?
Plaatsvervangend stationschef A. Schuit: „In zo
verre niet natuurlijk, dat we proberen iedereen zo
prettig mogelijk te helpen. Echt persoonlijk con
tact is er trouwens ook meer dan je op 't eer
ste gezicht zou denken. Elk jaar komt een meneer
die hier een abonnement op kofferbewaren heeft
'n aardigheidje brengen, de AKU doet dat voor de
rangeerders; zo zijn er wel meer voorbeelden. Ge
noeg in ieder geval om onze mensen die straks op
Oudejaarsavond dienst hebben even het gevoel te
geven, dat er ook persoonlijke waardering is voor
hun werk.".
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
in de befaamde kiosk aan de Dorpsstraat in Rens-
woude, die. nu zij op deze avond de bezielende
aanwezigheid van Gijs Bakkenes mist, een nietige
en sombere aanblik biedt. Gewoon een houten
huisje onder zwaar geboomte naast de laan naar
het kerkhof van Renswoude.
Morgen zal het weer anders zijn. Dan komt Gijs
Bakkenes - „ze mogen mij eigenlijk geen invali
de noemen, want ik verdien zelf de kost en goed
ook" kwiek aangereden in zijn auto met nieu
we voorraden. Hij neemt zitting in het houten
huisje, dat dan meteen weer een centrum wordt,
waarbij vele chauffeurs graag even stoppen. Zij
slaan snoepten rookwaren in, en wel zoveel dat
zij er genoeg aan hebben totdat zij hier weer
voorbij zullen kómen. Want in de wijde omgeving
is er aan de weg maar één Gijs Bakkenes. die
overal over kan meepraten, kortom, een heel ple
zierige vent.
Iets zeggen over oudejaarsavond, over het wis
selen van de jaren? Och, wat is een jaar? Ik
moest eens ergens een test voor afleggen en toen
zei die dokter: „Wat is er in 1600 gebeurd?" „Nou,
de Slag bij Nieuwpoort natuurlijk, als ik dat nog
niet wist na al dat leren". Zei de dokter: „Maar
weet je ook wat er in 1700 is gebeurd?" Pikten ze
mij niet mee, want ik weet heel goed, dat het jaar
1700 in geen enkel geschiedenisboek voorkomt. Er
schijnt toen gewoon niks gebeurd te zijn. Toen
heb ik maar gezegd: „Jawel dokter, toen hebben
ze herdacht dat de Slag bij Nieuwpoort honderd
jaar geleden was". „Mooi zo", zei de dokter, „je
bent goed getest."
Ik wil maar zeggen: Zo'n jaar, wat is het alle
maal betrekkelijk, nietwaar? En dat nieuwe jaar,
ik begin er met plezier aan. Een wens? Ik zou
best eens voor de televisie willen, in een quiz of
zoiets. Er zijn genoeg dingen waar ik een hele
boel van weet.
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
in de garagebox aan de Rozenlaan in Ede, waar
bezoldigd omroeper en onbezoldigd filosoof E. J.
(Japie) van Schagen tijdelijk domicilie houdt. Wat
kan het nieuwe jaar nog aan nieuws brengen? Pas
geleden had ik een omroepje, en op 't zelfde mo
ment lieten ze een vliegtuigje rondcirkelen met "n
spandoek, waarop precies dezelfde tekst stond die
ik omriep. Oud en nieuw in één. En toch zal ik
je vertellen dat ons vak een nieuwe toekomst te
gemoet gaat. Wat ze allemaal door de bus gooien
aan reclame, dat lezen de mensen niet meer. Wan
neer de omroeper langs komt, moeten de mensen
wel luisteren, dacht ik. En ik loop toch al een
jaar of veertig mee in dit vak, hier in Ede, en in
Leiden en in Den Bosch en overal waar ze nog
eens een keer een goeie omroeper kunnen gebrui
ken. Zegt Japie van Schagen tenslotte, demon
strerend dat niet alleen onze tieners ,,'t is hip,
't is hi-ha-hit" hun eigen uitdrukkingen heb
ben: „Dat omroepwerk, ik vind het hévig".
Moge hij het nog een heel jaar lang hevig blij
ven vinden, in Ede, in Leiden, in Den Bosch en
overal waar ze nog een goeie omroeper nodig heb
ben.
DE LAATSTE KLOKSLAG VAN TWAALF
bij de familie Vitters in Leersum, waar jongedoch-
ter Gelske de dag in het afgelopen jaar prijst,
waarop zij telefoniste werd in het drukke gemeen
tehuis van Veenendaal. Een wens voor het nieuwe
jaar: wat dacht u, wat kan een telefoniste wensen?
Een paar lijnen erbij en vooral een paar handjes
erbij. Of dat laatste een speciale PTT-uitdrakking
is? Nee, maar wel een speciale uitdrukking van
telefonistes, die met de hoorn in de hand en met
een bureau vol paperassen alles tegelijk moeten
kunnen pakken. Veenendaal en belendende steden,
dorpen en vlekken: prettige mensen om aan de te
lefoon te hebben.
Zoveel mensen, zoveel zinnen, zoveel Oudejaars
avonden. Onze gedachten over deze laatste dag
van 1966 zijn vrijwel alle verschillend. In stad en
streek ontmoetten wij mensen die hun gedachten
wel wilden zeggen, maar verder graag anoniem
wilden blijven. Hierbij een paar van die losse on
persoonlijke, maar niettemin levensechte notities
Zeg maar dat ik een werkman ben. Een werk
nemer zal ik in het nieuwe jaar niet meer zijn.
Ik heb over een paar maanden geen werk meer
te nemen, het loopt af bij ons op de zaak, ik weet
wel zeker dat ik bij degenen ben die straks wor
den ontslagen. Lees ik in de Bijbel: werken kan
ik niet, te bedelen schaam ik mij, geef mij het
brood mijns bescheiden deels. Daaraan zal ik den
ken op oudejaarsavond. Mét de nodige kritiek, dat
moet ik er wel bij zeggen. Want het wil er bij
mij niet in, dat ik niet werken kan. We vinden
wel weer iets om dat brood op de een of andere
manier toch zelf te verdienen.
Ik heb het helemaal niet hoog zitten en mij per
soonlijk kan het niet zoveel schelen, maar mijn
maat daar, die is vader van vijf kinderen en te
gen hem zeggen ze ook de hele dag jij en jou. Let
maar eens op: iedereen die benzine komt halen
zegt jij en jou en jan tegen de pompbediende. We
hadden 't er vandaag nog over, waarom dat zo is.
We dachten dat het komt doordat veel mensen ver
anderen, zodra ze in een auto zitten. Die auto doet
hun wat op de een of andere manier, ze zijn in»
die auto anders dan thuis, zal ik maar zeggen. Ik
weet wel, zowat iedereen heeft nu een auto, maar
toch blijven veel mensen zich een beetje de bink
voelen zodra ze rijden. Als mijn maat of ik des
avonds bij iemand thuis zou komen voor een
collecte of zoiets dan is het u en meneer. Maar
wanneer ze hiér komen en het autoruitje naar be
neden draaien en twintig liter super zeggen is het
meteen: hé, zeg, maak je de voorruit ook even
schoon? Ik ga er op oudejaarsavond heus niet
over piekeren, maar wanneer het volgend jaar zou
veranderen zeg ik toch: hé, het gaat veel plezieri
ger dan vorig jaar.
O
Ja, ik ben nu al heel lang directrice van dit te
huis en ik geloof ook wel dat ik alles doe om het
voor iedereen hier zo goed mogelijk te maken.
voorzover ik er iets aan kan doen. Maar op oude
jaarsavond trek ik om tien uur 's avonds het licht
uit en de dekens over me heen en dan denk ik:
gelukkig, het duurt weer een heel jaar voordat
het weer oudejaarsavond is.
Is het die meneer, die u naar mij heeft ge
stuurd - dan heb ik er vrede mee. Anders zou ik
het schandalig hebben gevonden dat u voor dat
oudejaarsnummer naar mij toekomt, terwijl ik
vorige maand mijn man heb begraven. Als het
straks oudejaarsavond is, staat de steen nog niet
eens op het graf. Ik hoop, dat de kinderen dan
vrienden en vriendinnen meenemen naar huis,
maar die zullen op zo'n avond ook wel liever thuis
blijven. En verder, ik weet nog niet hoe het moet
gaan in dat nieuwe jaar. Voor 't eerst in mijn le
ven zeg ik „dat" nieuwe jaar. Vroeger zeiden we
„het" nieuwe jaar, je verwachtte er iets van. Toch
merk ik aan de kinderen, dat ze zich weer wat
beginnen op te richten. Ik wil dat ook proberen
te doen, ik moet in het nieuwe jaar boven hen blij
ven staan om hen te helpen.
Het oude jaar kan me gestolen worden, voor
het nieuwe zal ik vechten.
Ik geloof er helemaal niet in als je de kalender
achterstevoren hangt beginnen negen van de tien
mensen gewoon opnieuw.
Een nieuw jaar met een heleboel doelpunten.
O
Ik ben koopman, een goeie koopman, dacht ik.
Dit jaar heb ik het meeste verdiend aan kalenders
en zakagenda's. Dat vind ik een toepasselijk iets
voor oudejaarsavond, het is voor mij een mooie
avond omdat de mensen dan al die oude kalen
ders en agenda's weggooien. Misschien hebben an
dere mensen hogere gedachten op die avond. Ik
geloof ook wel, dat die hogere gedachten beter zijn
dan de mijne. We moeten het allemaal voor ons
zelf uitzoeken, dacht ik, en we vinden elkaar dan
in de loop van het nieuwe jaar wel terug.
R1TMEP