Onze Middelbuurt is een waar vogelp ara 1966 was slecht koersjaar voor de aandeelhouders Wat in 66 de aandacht trok Pauselijke telefoon geeft bijna altijd „in gesprek99 MARKTEN i Een vijfde deel van bezit ging verloren door Adriaan P. de Kleuver WISSELMARKT Boeken-nieuws Garriet-Jan en Annegien terug" Piet en Tom-serie Invloed van buiten Overleden Onderscheiden DENK OVERAL EN ALTIJD WEER AAN HET KIND IN HET VERKEER Pagina 5 ZATERDAG 31 DECEMBER 1966 Tneens werd het een blge dag. Haast even oranje als in de avond was de zon die morgen over de verre ooster kim geglipt en toen ze stralend het ze nith bereikt had. waren ze overal aan het schaatsen. Ja, tot óp de grift waar toen ook een ijsvloertje lag. Vroeger kon dat zo stroef zijn doordat de felle wind er zand van het Benedeneindse pad op blies. Alles rond ons was onder gesneeuwd en in de wakken bij de bruggen dromden de weerkoeten en wa terhoentjes bijeen. Een paar dagen tevoren was het plot seling gaan sneeuwen uit een dikke, loodzware lucht. Het was een trieste, kleurloze wereld geweest zonder een glimpje zonlicht. De boeren zelden dat het een zuinig weertje was. En ze had den gelijk. Maar toen ik 's avonds naar huis ging, voelde ik de verandering die op til was al. Het sneeuwen hield op en een schraal straaltje maanlicht kwam al zo nu en dan tussen de brekende wolken heen gluren. 's Morgens daarop bleek de wind naar de koude hoek te zijn gelopen. Van zee uit werden geen onheilswolken meer het land ingedreven. Hoog en wijd was de hemelkoepel geworden en de zon temperde tot groot genoegen van de schaatsenrijders de koude. De vorst had nog niet veel te betekenen, maar toen werd het noordooster briesje al gauw een felle blaaswind, die je de kraag over de oren deed trekken. r/o vroor het een paar dagen door en J op een morgen kwamen over Vee- nendaal twee maal grote vluchten wil de zwanen. Een verrukkelijk gezicht, maar óh, wat moet het dan koud zijn in noordelijker streken. Die middag vertelden ze dat de zwa nen bij de Rooden Haan „achter de heulen" in de daar altijd open grift neergestreken waren. Zo was toen al een week voorbijgegaan. En dan begin je van een strenge winter te spreken. En mensen met van nature een goed hart komen zich dan „aanmelden" om bij het vogels voeren te helpen. Nu hebben wij niet direct een actie comité voor vogelvoedering. 'k Wacht veelal af wat ik te horen krijg van hoofdagent Imbos. Die komt overal en als die werkelijk nood ziet, dan is de redding ook nabij. Hoe snel de Veenen- daalse politie d&n een voedselinzame- ling op gang weet te brengen heb ik een paar maal meegemaakt. Goed, dan kèn ieder die dat wil toch meedoen! Maar de eerste sneeuwdagen hoeft het nog niet direct. Alleen schrokkers als de spreeuwen slaan een beetje snel alarm. Laat u zich er niet door van de wijs brengen als er ineens honderd in uw tuin neerstrijken. Die willen alléén maar gemakkelijk aan de kost komen, 't Wordt gekker als ze met opgezette veren in de luwte van een muur zelfs nog staan te kouwkleumen. Als ze wat gaan drentelen zien ze er dik en ver fomfaaid uit. Grappige vogels toch. die écht lopen als kleine mensjes. Maar de stemming in zo'n troep spreeuwen is even veranderlijk als het weer. Anders nog; die gaat helemaal met het weer op en neer. ¥>ij de boerderijen in de Middelbuurt zie je dan de huismussen, vinken en merels om de hooibergen scharrelen en soms wemelt het er van de ringmus- sen. En soms komen ook geelgorzen op het graszaad in de bergen af. Wat van de huizen af verzamelen zich in de wei landen roeken, kauwtjes en bonte kraaien. Ook die zoeken hoe langer hoe meer de nabijheid der mensen als het zo koud is. Wil ik naar de deeldeur van de boer, waar ik over rietmaaien in de Blauwe Hel moet gaan praten, dan ligt langs het paadje dat naar achteren gaat een elzensingel. De sloot daar is dan spiegelglad en rood bezaaid met elzen zaad. Toen ik het pad in wilde gaan, hoorde ik ze al smiesperen, de sijsjes, en dan zie ik ze op het ijs ijverig dat elzenzaad oppikken. «eieeeweweieei Wat een aardig goedje toch, die geel groene peutertjes. En dan ineens zijn ze er, de prachtige keep vinken! Die móésten wel komen opdagen. Als het een week lang wintert, komen ze beslist ook naar de huizen. Nou eens opletten hoelang het nog duurt eer ze de bruta liteit op weten te brengen ook in mijn tuin midden in Veenendaal om voedsel te komen bedelen tiet meeste plezier beleefde ik aan de A mezen. Die houden niet van dat be nauwde en bedeesde. Het zijn altijd op gewekte klantjes, die in de twijgen van de rond de boerderijen staande wilgen en elzen hun levenslust demonstreren met gewaagde acrobatische toeren, 't Is gewoon een lieve lust zoals dat trapezevolkje in dat takkengewriemel rondscharrelt. Ze vinden er letterlijk niks, want ieder weggedoken insektje hebben ze al weten te vinden, 't Is hun mezenaard. Die mezen zijn voor een deel cultuurvolgers en voor een ander deel nog echte natuurvogels. De koolmezen ja, dat zijn vrienden van de mensen geworden. En de pim peltjes óók. Maar de langstaarten bo ven ons hebben hun weg nog niet zo zeer naar de cultuursteppe gevonden. Hier, in de Middelbuurt, vonden wij in een mik tussen stam en tak wel eens zo'n kunstig uit mos en veertjes ge maakt nestje van een staartmees. Ik weet er eentje te zitten. En ja, daar is het nog. Een kapje van sneeuw dekt het toe. Als ik dat er met een vinger af wil strijken, schrik ik me wild. Een fijn snuitje steekt er uit en rrrrrrst weg glipt een heel. heel klein muisje langs de stam naar beneden, 't Dinge tje had er een lekker warm nestje in ontdekt. Och nog aan toe, hoe jammer dat ik dat nu zo verstoorde. Hoor die nu eens sentimenteel staan te doen bij zo'n mezennest, hoor ik ergens zeggen nu, maar dit nogal zeldzame dwerg muisje is een vriendje van mij. Ze ma ken zelf zulke mooie nestjes, die aan grashalmen opgehangen zitten. En ze doen geen kip kwaad. Parmantig zag ik ze vorig jaar trippelen over de wa terleliebladeren in de Hel. Ze waren op zoek naar viskuit en larfjes op de bla deren. Van mij mogen ze. Wij ontdek ten dat alle bloemen van de gele plomp opgevreten werden door een klein geel rupsje. Hoe meer dwergmuisjes in de Hel hoe beter. Nou, en daarom ver stoor ik maar liever mijn kleine vriend jes in het veld niet. Dij de boerderij buitelden een paar kuifmezen lustig omhoog omlaag omhoogen wie met het mézen- volkje niet zo erg bekend is, zou die soort voor een héél andere vogel uit maken. Als u zoiets nu eens ziet en het niet weet, dan let u eens op of ze witte wangvlekken hebben. Dan zijn het kuif mezen. Trouwens, hoe weinig vogels hébben een kuifje! Kuifleeuweriken zie je de gehele dag op de straat stap pen als 't wintert. Die middag waren ze óók in de „millebuurt". Geruisloos bijna was een boerenkar op autowielen langs gekomen. Nou. en 't peerd had wat dampends achtergelaten op de weg. De eerste gasten op die welvoor ziene dis dan waren kuifleeuweriken. En de vogelkenners die zich deftig or nithologen laten noemen hebben gevon den dat wat vroeger een zwartkopmees genoemd werd. feitelijk óf matkopjes óf glanskopjes waren. Die matkopme- zen zijn wat eenzelviger en je ziet ze weinig met andere mezen omgaan. Als we dus die grappige, pittige meesjes met glimmend zwart zijden petje op bij tientallen tussen 't andere mezerispul gemengd aantreffen, dan heb je beslist broer glanskopmees voor je. Voor de rest is 't van hetzelfde laken een pak. En heb je dan nog een mees voor je die een pimpelmees in zwarte uitgave is, behoudens een grote witte nekvlek, dan is geen twijfel mogelijk: een zwar te mees. Heus, mezen moet je waarne men in de winter. Niet omdat het je dan zo gemakkelijk gemaakt wordt met een stukje spekzwoerd (vooral d&t om dat ze echte véteters zijn), wat pinda's aan een streng en ook een kokosnoot, die waarvan je twee Maagdenburger halve bollen maakt gat onderin en touwtje er door, knoopje er voor, onder steboven ophangen en klaar is Kees voor de mees), neen. niet alleen om 't gemak van zo maar uit 't kamer venster te kunnen waarnemen. Je moet voor de aardigheid eens op zo'n mooie winterdag gaan wandelen in de Middel buurt of in „d'n hondskont" oh, u komt ergens anders vandaan en niét uit 't Veen nou, voor u is dat dan de Hondsen elleboog en weet u het dan nog niet, dan de Zandheuvelweg bij dicht akkermaalshout en langs, nou, dan kan je middag goed zijn. 4 ls 't winterweer niet al te gek wordt, loop dan eens door naar de Rouwe- veldseweg. Vroeger vond ik die mooier met dat berceau van hakhout aan beide kanten. Dat heb je nog maar een eind je. Maar je krijgt daar al gauw Klein Jantje, ons lieve winterkoninkje, tot ge zelschap. Dat dingetje tettert maar door. Ze hadden vroeger bij 't Schupse muziek een muzikant die ze Jan de ret- tetter noemden. Ze gaven de dorpsge noten mooie namen mee op hun tóch al zo moeilijke levensweg. Laat ik dèar maar niet over beginnen, 'k Heb jullie allemaal in een achter slot en grendel staand boekie verzameld hoor! Voor 't nageslacht; kunnen onze kindskinderen er nog lol mee hebben. Waarom nou dat dan niet publiceren? 'k Zal daar gek wezen. Had ik zo 't hele Veen bij de dokter zitten. Niet met de slappe lach. Véél en véél erger hoor. Allemaal met beschadigde tenen omdat je zo on gemerkt op al die lange uitsteeksels gaat staan. Maar héb ik er weer een, dan gaat ie 't boekie in. Ja. écht. met naam en toenaam. Nou even zonder gekheid. Ik heb dat verzameld vooreen wetenschappelijk instituut, dat werkt aan volkskunde en volksgebruiken in ons land. Heel ernstig en secuur dus ben ik er aan begonnen. Maar 't lever de vaak een lachertje op hoor. Goed dan, dat van Jan de retetter durf ik wel aan en heus, als ik nou in 't veld zo'n winterkoninkje hoor. dan denk ik altijd: „Da's nou de échte Jan de ret- tetter". En wat denkt u wel van het doordringende tsik-geluidje dat alsmaar snel uitgestoten wordt door de rood- borst? Altijd maar één. Wat andere vo gels in de zomer met hun broederf doen, dat doet iedere roodborst in de winter met het voedselterritorium. Daar komt geen andere roodborst bin nen. 't Is me er eentje, dat roodborstje met z'n felle kijkertjes, z'n sprankelen de piccololiedje tot vér in de winter, dat grapjasje zou je niet in je tuin willen missen. En die steeds bij de buren zit? Wis en drie dezelfde. vyeet U, wat ik van ons vriendje zo fijn vind 't Is zo'n dapper ii ook fijn vind 't Is zo'n dapper man neke. Telkens komen dikgevreten katers en van die melkmuilige eerstejaars poesjes onder een laaghangende struik zitten loeren naar vogeltjes die wel eens voor de poes konden zijn; Ons roodborstje laat dan een pittige alarm kreet horen en... rrrrrt, weg zijn de mussen van de voerplek. En in de Mid delbuurt zag en hoorde ik dat ook met van die halfwilde boerenkatten gebeuren, 'k Heb eens een roodborstje fel zo'n ka ter zien aanvallen. Dat monster van een kater had heel andere besognes aan z'n dikke kop. Diw zat met z'n lod derogen waar de kattenliefde in smeul de naar een nog klein poesje te staren dat aan de andere kant van een brede sloot verliefd met de pootjes zat te wurmen. Ineens, sprong de kater tegen de slootkant aan. 't Was 'm te mach tig geworden. Nu meende dat roodborst je vaat dat die sprong op hém gemunt was. Weten roodborstjes veel van ver liefde katten af! Nu zou je denken dat zo'n klein vogeltje in een paniektoe stand zou geraken. Maar neen! Hij vloog recht op de kater af en scheerde rake lings langs diens dikke kop. Het kleine poesje wist 't niet meer. De vrijer deed vruchteloze pogingen tegen de stei le slootkant op te klauteren en ze zag hem maar niet komen. En dan die rare brutale snotneus van een vogel. Met een stijr omhooggericht staartje en een poesentraan in het oog ging ze naar huis toe. En die kater maar klauwen, net zo lang tot 't hem gelukte op de kant te komen. Alles liep met een sis ser af. Maar dat roodborstjes léf heb ben weet ik nog tot de dag van vandaag te vertellen. Nou moest ik toch eens mijn bood schap afgeven bij de rietmaaiers, over legde ik. Dus terug dan maar 't Begon langzaam aan een beetje heiig te wor den en ineens voelde ik dat er iets on bestemds in de lucht hing. Was het wer kelijk zo? Bedroog ik mij zelf niet? Bo ven mij was het nog helder maar daar ginds, in het westen, luisterde het ge wis. Er kleurde daar al iets van groen en heel fijn purper. En d&n, zo maar ineens, waren er ragfijne vederwolkjes boven mij. Maar toen ik de fiets wilde pakken die naast de deeldeur stond was alles weer van 't ouwe doen. Als je niet beter wist zou je aan een fata mor gana gedacht hebben. Dat zijn zo van die natuurbelevenissen die na jaren nog in je gedachten blijven hangen, 't Werd niks met de dooi, "t werd nog er- 't eind van de Westersingel. Ook een héél mooi gebiedje om vogels waar te nemen. Maar de Middelbuurtse weg wint het tóch. En als je dan eens een paar keer een zijpaadje op gaat, met ger met de vorst. En toen ik een paar dagen later eens in de Blauwe Hel ging kijken hadden Aart en Kees het rifct netjes afgemaaid en op hopen ge zet. Ze zullen wel denken, als ze dit le zen, nou De Kleuver, dat is al een paar jaartjes geleden. Toch minstens vier. 't Wilde de laatste jaren niet men het riet maaien. Om dat behoorlijk te doen moet het fiks gevroren hebben. Er was een ijsvogel naar de Blauwe Hel gekomen. De schouwsloot er langs lag op de plekken nog open en daar probeerde die verrukkelijk mooie staalblauw met roestrode ijsvogel nog wat te pakken te krijgen, k Ben met moeite de Ronduutweg doorgekomen. Stom eigenlijk zo iets te doen met zo'n sneeuwtroep. Die rotfiets. dacht ik tel kens, en ik nam me voor in 't vervolg te gaan lopen. Maar als je later weer eens weg moet, dan neem je 'm toch weer. 't Is een mooi ding, zo'n fiets, om de stomvervelende Kerkewijk te nemen als 't moet. Later legde ik de fiets ergens in een slootkant of zo en wandelde dan. net als toen bij Aart Versteeg vandaan, een eind de Midöel- buurtseweg op. 'k Heb die middag wél wat geleerd. En toch! Laat ik van dat tochtje naast de fiets nu achteraf nóóit spijt gehad hebben. Er opereerde daar een spex*wer. Dat wist ik. Maar ja, je komt er ook niet dagelijks en je moet geluk hebben. Er standen nog een paar bevroren boerenkoolstronken ergens en dikke houtduiven hadden die ontdekt. Ze pikten er lustig op los. Bevroren boerenkool is altijd nog beter dan hon ger. Ergens boven de hoge populieren langs de Wageningselaan ontdekte ik de felle jager. Oh, zo dadvt ik, nou kan 't spul gebeuren. Zo'n duivebout is 't kostje voor sperwertjes maag. En ja, als een steen die welgemikt uit een vaste hand geworpen doel raakt, zo suisde de sperwer omlaag. Vijf in pa niek geraakte duiven stoven klapperend met de vleugels weg. Eén had het lood je gelegd, 't Werd op de akker stil nu. Ergens stoven de veren in het rond, dat wist ik en de plek wist ik, maar ja, als ze mij komen storen als ik aan ta fel zit krijg ik de pee in. U toch ook? En zo'n vogel óók. 't Is toch de aard van 't beest. De Schepper is wijs in doén...en in laten, weet ik.( Tk reed wat later op huis aan. Niet alléén meer. Jongelui met schaat sen op 't achterrekkie achteloos slingerend aan 't stuur van de fiets kwamen van 't Benedeneind af. Eén zei me ,,'k gaoi ma re ge weer naor de Hel; ze rije de grift glad kepot". Ja mensen, waar is de tijd dat wij over de grift naar de Blauwe Kamer aan de Grebbe reden. Dat herinner ik me niet meer. (Door onze economische medewerker) AMSTERDAM De aandeelhouders in ons land hebben van hun effecten dit jaar niet veel plezier gehad. Ze hebben de waarde van hun bezit met enkele ups and downs, voortdurend zien zak ken. Ze kunnen zich alleen gelukkig prijzen, dat de dividenden die dit jaar zijn uitbetaald naar aanleiding van de resultaten in 1965, nog wel meevielen. Globaal genomen kunnen wij zeggen, dat 88 procent van de gedeclareerde di videnden hoger was dan het jaar er voor. Voorts was 46 procent gelijk aan vorig jaar, terwijl 21 procent van de di videnden lager was. De aandeelhouders zijn dan ook niet zozeer in hun inkomen als wel in hun vermogens getroffen. Daarin is stevig het mes gezet. Dat is overigens niet iets van het afgelopen jaar. Hij, die aan deelhouder is, weet uit ervaring dat de waarde van zijn bezit zeer wisselvallig is. Het beste kunnen wij dat illustreren met de indexcijfers van het algemene koersgemiddelde, die elke dag door het A.N.P. worden samengesteld. Wij krij gen dan sedert eind 1958 het volgende beeld: 1953 100 eind 1958 245 eind 1959 358 -f- 46% eind 1960 395 -f 10% eind 1961 409 4% eind 1962 345 16% eind 1963 392 14% eind 1964 405 3% eind 1965 343 15% eind 1966 270 21% In het afgelopen jaar is dus eenvijfde deel van het bezit afgegaan. Nemen wij 1965 en 1966 bij elkaar, dan is er meer dan eenderde afgehaald. Daardoor is de waarde eind van dit jaar uiteindelijk nog maar weinig hoger dan eind 1958. De werkelijkheid hangt natuurlijk veel af van de samenstelling van het aande lenpakket. Zou een aandeelhouder bij voorbeeld alleen aandelen van de inter nationale concerns bezitten (Kon. Olie, Unilever, Philips. AKU en Hoogovens), dan was zijn verlies nog groter geweest, namelijk dit jaar 26 procent en vorig jaar 16 procent. Maar wat zeggen percentages, als men het verlies in guldens niet kent? Ook daarvan kunnen wij wat vertellen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert elke maand cijfers van de koerswaarde van de gewone aandelen van alle fondsen die aan de Amster damse beurs genoteerd zijn. Welnu, eind vorig jaar was de totale koerswaarde van alle genoteerde aandelen f 34.023 miljoen. Eind november van dit jaar was de totale koerswaarde f 27.267 mil joen. Er is dus in de eerste elf maan den van dit jaar bijna f 7 miljard afge- S gaan. Daar moeten wij niet te licht over j denken. De oorzaken van die amputatie? Zij zijn velerlei. Maar de belangrijkste is ongetwijfeld de sterk gestegen rente. Als het rendement op obligaties stijgt, bestaat de neiging om vrijkomend geld in obligaties en niet in aandelen te be leggen. Soms ook werden aandelen in obligaties omgewisseld. De belangstel ling voor aandelen daalde dus en de koers ging omlaag. Automatisch steeg daardoor het rendement op de obligaties, gebaseerd op het laatst uitgekeerde divi dend. Zou het obligatie-rendement dan ook weer gaan zakken, waarvoor thans wel enkele aanwijzingen zijn, dan zou dat ongetwijfeld een steun in de rug van de aandelenkoersen zijn. Het stijgende obligatierendement was niet de enige schuldige. De stijgende kosten in het bedrijfsleven, de bedrijfs sluitingen en de stijgende werkloosheid hebben een gevoel van onbehagen doen ontstaan; zij hebben het beleggingskli maat ongunstig gemaakt. Er was wei nig animo om aandelen te kopen; men vreesde een verdere koersval, welke vrees inderdaad gerechtvaardigd was, waarbij wij wel in het oog moeten hou den, dat het gebrek aan kooplust die koersval juist in de hand heeft gewerkt. Nog zijn we er niet met de opsom ming. De moeilijkheden in de boezem van de regering en de kabinetscrisis hebben ook bepaald de kooplust niet ge prikkeld. De beleggers zagen in de re- geringspolitiek weinig heil. En dan moeten wij tenslotte de bui tenlandse invloeden niet vergeten. De ontwikkeling in Wall Street, het Ameri kaanse beurscentruni. gaat onze beurs niet ongemerkt voorbij, ook al weten wij dat in de eerste plaats onze inter nationale fondsen hierdoor beroerd wor den. In oktober was het Dow Jonesge- middelde voor industrie-aandelen liefst 25 procent lager dan de stand in het be gin van 1966. De steeds heviger wordende oorlog in Viëtnatn oefent op de economische si tuatie in de Verenigde Staten recht streeks invloed uit, maar daardoor in direct ook op onze beurs. Hetzelfde kan overigens van de gebeurtenissen in Rho- desië, in het Midden-Oosten en andere brandhaarden in de wereld gezegd wor den. Wij willen thans eens een vergelijking maken tussen de koersen van een aan tal afzonderlijke fondsen van eind vorig jaar en eind van dit jaar. Wij doen een willekeurige greep: eind '65 eind '66 Koninklijke Olie 147,30 122,40 - 17% Philips 112,40 78,70 - 30% Brocades 905 698 - 23% Bührmann 663 487 - 26% Heineken 479 383 - 20% KVT (tapijten» 443 375 - 15% Kon. Ned. Zout 765 463 - 40% Naarden Chem. fabr. 460 368 - 20% Ned. Dagblad Unie 223 191 - 14% Ned. Kabelfabr. 330 235 - 29% Nijverdal-Ten-Cat* 127 71 - 44% Texoprint 125 80 - 36% Utermöhlen 388 282 - 27% Ver. Glasfabrieken 202 110 - 45% Wereldhaven (huizen) 391 325 - 17% Wijers (woningtextiel 549 375 - 32% Zwanenberg- Organon 171 168 - 2% Wij hebben de verliezen ook in per centages uitgedrukt; dan blijken de ver liezen nogal uiteen te lopen. Bij de zwa re verliezen hebben bijzondere oorzaken een rol gespeeld. Bij de textiel moeten wij aan de slechte gang van zaken den ken. Dat er ook bedrijven zijn, die zich aan de koersval nagenoeg of geheel wis ten te onttrekken, bewijst Zwanenberg- AMSTERDAM, 30 december Lon den, 10.07%—10.08%; New York. 3.61 —3.61%; Montreal, 3.33A—3.33A; Pa rijs, 73.02%—73.07%; Brussel, 7.21%— 7.22%; Frankfort, 90.82%—90.87%; Stockholm. 69.80%—69.85 Zürich, 83.47—83.52; Milaan, 57.80%—57.85%; Kopenhagen, 52.3352.38; Oslo, 50.50 50.55; Wenen, 13.97%—13.98%Lissa bon, 12.58—12.59%. II Organon. Zo zijn r wel meer voorbee den te noemen: Elsevier, Alb. Heijn. Fokker, Van der Grinten. De lijst geeft, ondanks haar verschei denheid, een duidelijk beeld van achter uitgang. De belegger is er een stuk ar mer op geworden en dan in guldens, die bovendien in waarde zijn achteruitge gaan. Zijn enige troost kan zijn, dat zijn aangifte voor de vermogensbelasting ook een stuk lager zal liggen, zodat hfl minder belasting behoeft te betalen en de schatkist minder zal ontvangen. Dertienhonderd Garriet-Jan-verhalen zijn al uit de pen gevloeid van Ha- vanha. Het is begonnen, toen Garriet- Jan nog vrijgezel was en het leven al vol humor zat. Maar ook in de huwe lijkse staat met Annegien is die humor gebleven. Al zeven boekjes vol koste lijke verhalen waren reeds verschenen bij de uitgeversmaatschappij J. A. Boom en Zoon te Meppel, over de be levenissen van deze twee plattelanders uit de omgeving van Kampen. Streek verhalen, die niet beperkt zijn gebleven tot de streek rond Kampen, maar die door het eenvoudige leesbare dialect en het echt menselijke door het gehe le land opgang hebben gemaakt. Daar van getuigen de vele herdrukken. Nu is ook het achtste deel verschenen. We twijfelen er niet aan of het zal even als de zeven voorgangers de weg naar vele boekenplanken vinden. „Garriet- Jan en Annegien weerom" verschenen bij J. A. Boom en Zoon, uitgeverij te Meppel. Prijs f 3.90. Niet alle kinderlectuur is lectuur voor de kinderen. Wij kwamen op on ze leestafel echter twee deeltjes tegen van een nieuwe serie, naar wij althans verwachten. Het zijn namelijk zulke ju weeltjes, dat na de eerste kennisma king het verlangen naar meer al spoe dig opkomt. De schrijver Jac. Linders heeft twee jongetjes gecreëerd, Tom en Piet. Het zijn de zoontjes van bos wachter Pieters en ze wonen aan de rand van een groot bos. Juist, midden in de natuur! Zij beleven vele avontu ren met mensen, dingen, maar ook met dieren, planten en bloemen. Het eerste deeltje is getiteld „Piet en Tom op de toverberg", het tweede „Piet en Tom op avontuur". Ze zijn bijzonder knap geschreven en zij bren ger het kind weer in een milieu, dat hun in dit „stenen" tijdperk volkomen vreemd is. Bijzonder geschikt om voor te lezen, maar ook om de kinderen zelf te laten lezen. Uitgever „West-Fries land" in Hoorn. Prijs f 5.90 per deel. Het zijn fraai gebonden boeken in kleurige banden en wie de leuke teke ningetjes van LIE ziet, is meteen al weg van Piet en Tom. Op een buitengewone algemene ver gadering van de Protestants Chris telijke Bond van Vervoerspersoneel (PCB) is de heer J. J. Dassel geko zen tot voorzitter. Hij volgt de heerL. C. van Dalen op, die tot bestuurder van het Christelijk Nationaal Vakver bond is benoemd. VATICAANSTAD Hoewel het na januari 1967 mogelijk zal zijn Paus Paulus VI direct te telefoneren, mag worden verwacht, dat men in de mees te gevallen de in gesprektoon zal ho ren. Het is reeds sinds jaren bekend, dat het nummer van het toestel op het bu reau van de Paus 3101 is van het cen trale telefoonsysteem van het Vaticaan. In de loop van januari zal het sys teem worden gemoderniseerd. Hierna behoeft men van buiten het- Vaticaan niet meer eerst 698 te draaien en even min de telefoniste het gewenste num mer op te geven als men iemand in 't Vaticaan wil bellen. In plaats hiervan is het draaien van 6982 en daarna het gewenste abonnee nummer voldoende. Er is echter geen gevaar dat de Paus door lastige telefoontjes zal wor den geplaagd, zoals dat met de Britse premier Harold Wilson het geval is ge weest. nadat de kranten onlangs zijn privé-nummer bekend maakten. De Paus zal tegen zonderlingen, nieuwsgierigen, gelukwensers en ad viesgevers worden beschermd, net zo als dat nu reeds het geval is. Na het draaien van 3101 op een Va ticaanse telefoon, hoort men de in ge sprektoon. Na enige tijd meldt een te lefoniste zich om de identiteit van de opbellende vast te stellen. Als u in dat geval Amleto kardinaal Cicognani, de staatssecretaris van het Vaticaan bent, of aartsbisschop Angelo Dell'Acqua, mgr. Antonio Samore of een van de andere naaste medewer kers van de Paus, zult u worden door verbonden. Anders als uw oproep ge wettigd en dringend genoeg is, krijgt u een secretaris. Ook nadat het nieuwe systeem is in gevoerd zal dit gebeuren. U kunt 3101 draaien en elk ander Vaticaans num mer zonder inmenging van een telefo niste. Alleen het nummer van de Paus zal altijd „in gesprek" blijken te zijn. 0 In Utrecht is op 53-jarige leeftijd de heer M. A. Schouten, secretaris van het Christelijk Nationaal Vakverbond, overleden aan gevolgen van een ver keersongeluk, dat hem 29 juni, na de driejaarlijkse algemene vergadering van het CNV, overkwam. Donderdag heeft de scheidende voor zitter van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, mr. D. A. Delprat, uit handen van de minister van Econo mische Zaken, drs. J. A. Bakker, de versierselen ontvangen, verbonden aan de onderscheiding van grootofficier in de orde van Oranje-Nassau, waartoe hij vanwege zijn verdiensten voor de economie van ons land werd bevorderd. VEEMARKT ZWOLLE. Aanvoer: 1304 runderen, 632 graskal veren, 1893 nuchtere kalveren, 120 scha pen en lammeren, 392 varkens, 12 schrammen, 934 biggen, 20 geiten. To taal 5307 stuks. Prijzen (per stuk) Neurende en vers- gekalfde koeien 9501425; neurende vaarzen 9851250; neurende pinken 850925; slachtkoeien en vaarzen 9751390; slachtkoeien (per kg gesl. gew.) 3.304.45; guste koeien 825 1075; worstkoeien (per kg gesl. gew.) 2.903.30; guste vaarzen 8601090; guste pinken 685785; graskalveren 390500; nuchtere kalveren 45 240; nuchtere kalveren (per kg levend gew.) 1.30—1.65; geiten 25—70; vette schapen 125170; lammeren 85—95; 10-weekse biggen 130—160; drachtige varkens 450575; slacht- varkens 460560; schrammen 100 130; biggen 6884; stieren (per kg gesl. gew.) 3.904.40; vette kalveren 470615; vette kalveren (per kg lev. gew.) 3.504.60.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 5