Stijgingen van bedrijfslasten
oorzaak van moeilijkheden
Optimistische kijk op
toekomstige ontwikkeling
Benoeming
OOK IN VEENENDAAL
PERSPECTIEVEN VOOR
VERDERE EXPANSIE
Knippen en scheren
volgens afspraak
Kesteren bouwt weer
120 woningwetwoningen
E.H.B.O. gaat
jubileren
Verkiezingen
Voorzitter Kamer van Koophandel
E. D. Cartier van Dissel in nieuwjaarsrede:
Pap met
muis
pronchïletten
Bij twee kappers in
het nieuwe jaar
Oorzaken
Vier beroepen voor
ds. J. Catsburg
Middenstand
Export
Ondernemers
Werknemers
Overheidsbeleid
Inflatie
Gebied
Ontwikkeling
Geen alkohol bij snelverkeer
Preekbeurt in
„Veeneind''
Inentingen tegen
mond- en klauwzeer
maand vervroegd
Declamatie boeide
bejaard gehoor
Vele bekeuringen
in Resteren
Komende en gaande
man in december
Plattelandsvrouwen
met echtgenoten
bijeen in Kesteren
F rui t teel tmiddag
te Iiigen
ülüüliiiiiiiiil AMERONGEN iiiiliiii
BURGERLIJKE STAND
KESTEREN Hlnili
BURGERLIJKE STAND
Pagina 5
WOENSDAG 4 JANUARI 1967
UTRECHT De voorzitter van de Kanier van Koop
handel en Fabrieken voor Utrecht en omstreken, ir. E.
D. Cartier van Dissel, heeft vandaag in zijn nieuwjaars
rede verklaard de toekomst niet pessimistisch in te zien,
al maant het economisch getij tot voorzichtigheid. In deze
conclusies verdisconteerde hij echter vele „indiens", zoals
het zich handhaven van de internationale conjunctuur op
een bevredigend peil, het verzwakken via het overheids
beleid van de autonome inflatoire impulsen zodat de be
drijfslasten per eenheid produkt een stabieler beeld gaan
vertonen, en het zich met eensgezindheid richten van de
inspanningen van werkgevers, werknemers en overheid op
versterking van de Nederlandse economie en de verdere
groei van het bedrijfsleven. Het leek ir. Cartier van Dis
sel geen onoverkomelijke taak deze „indiens" te reali
seren.
De voorzitter merkte ondermeer het
volgende op:
Voor het eerst voor de taak staande
op deze plaats een nieuwjaarsrede uit
te spreken, heb ik als studiemateriaal
ook de nieuwjaarsredes van mijn na
oorlogse voorgang»** no® a»»* skuxptre-
nomen.
Vele en velerlei waren de onderwer
pen welke de revue passeerden en er
ontplooide zich voor mij als het ware
een panorama van de recente econo
mische geschiedenis.
Op één punt waren mijn voorgangers
wel zeer eensgezind, nl. in hun met ge
paste gematigdheid gedane en met de
nodige voorbehouden geclausuleerde
uitspraak, dat het zojuist verstreken
jaar in zakelijk opzicht toch wel mee
gevallen was en dat het nieuwe jaar,
bij welks prille begin zij hun rede uit
spraken, wel moeilijker zou worden
maar toch ook een voorzichtig optimis-
me verdiende.
Graag had ik deze lijn zonder meer
doorgetrokken, doch dit lijkt mij niet te
stroken met de moeilijkheden welke ve
le bedrijven in het zojuist verstreken
jaar bij hun streven naar een rende
rende bedrijfsuitoefening hebben ont
moet en met de economische toestand
op dit ogenblik.
De economische situatie in ons land
kenmerkt zich namelijk door een dui
delijke aarzeling en vertraging in het
economische ontwikkelingsproces en on
zekerheid ten aanzien van de naaste
toekomst.
De gevoelens van onbehagen, welke
in bedrijfskringen waarneembaar zijn,
worden gevoed en versterkt door de
bij vele ondernemingen voortgaande
verkrapplng van de winstmarges en
veelal ook van de absolute winst.
In het afgelopen jaar hebben ver
schillende bedrijven zich genoodzaakt
gezien over te gaan tot beperking van
de werktijden of tot inkrimping van
de persooneelsbezetting, terwijl een aan
tal van hen de strijd om het bestaan
hebben moeten staken.
De teruglopende conjunctuur bij grote
handelspartners heeft ongetwijfeld een
ongunstige Invloed op onze export ge
had. Doch als de belangrijkste oorzaak
van de dalende bedrijfsresultaten zie
ik de sterke stijging der bedrijfslasten,
in het bijzonder die van de lonen en
salarissen en van de sociale verzeke
ringspremies, maar ook die van vele
indirecte kosten. Deze stijging heeft de
laatste jaren de produktiviteitsverbete-
ring sterk overtroffen.
Illustratief is in dit opzicht de ont
wikkeling van de arbeidskosten per
werkende in Nederland en In de EEG
als geheel. Deze zijn in ons land van
1963 tot 1966 gemiddeld per jaar met
12 pet. gestegen tegenover slechts 7,5
pet. voor de EEG als geheel.
De gemiddelde toename van de pro-
duktiviteit per werkende daarentegen
was in die jaren in Nederland slechts
3,3 pet. per jaar en ln de gehele EEG
4,2 pet, zoals in de groei- en structuur
nota van de vorige Minister van Eco
nomische Zaken wordt geconstateerd.
In deze situatie zou het Nederlandse
bedrijfsleven om de produktiviteit snel
ler te laten stijgen, in versterkte en
versnelde mate moeten kunnen investe
ren. Het dalen van de winstresultaten
echter, gepaard gaande met de zware
belastingdruk waaraan ook de bedrijfs-
huishoudingen zijn onderworpen, leidt
integendeel tot een verslechtering van
de liquiditeitspositie van de bedrijven
en beperkt deze steeds meer in hun
mogelijkheden van zelffinanciering.
Dit klemt nog des te meer nu het
aantrekken van middelen van buiten,
dus via de geld- en de kapitaalmarkt,
met aanzienlijke hogere kosten gepaard
gaat en als alternatief veelal nauwe
lijks mogelijkheden meer biedt.
Ook het overheidsbeleid heeft tot de
huidige moeilijkheden in het bedrijfs
leven bijgedragen. Enewzijds heeft het
prijsbeleid bepaalde noodzakelijke prijs
aanpassingen voor zover de buiten
landse concurrentie die nog toeliet
verhinderd, anderzijds worden het be
drijfsleven steeds zwaardere sociale en
fiscale lasten opgelegd, waarvoor het
geen of onvoldoende compensatie kan
vinden.
Op de hervormde predikant ds. J.
Catsburg zijn een viertal beroepen uit
gebracht namelijk door de gemeenten
te Brakel, Gameren, Sint Joostland en
Nieuw Lekkerland.
VEENENDAAL De heer H. G.
van Schuppen, directeur van de Rit
meester Sigarenfabrieken is benoemcf
tot onder-voorzitter van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Utrecht
en Omstreken. De heer Van Schuppen,
die reedfi langer deel uitmaakte van de
Kamer neemt als onder-voorzitter de
plaats in van de heer A. F. C. de Pont
uit Zeist, die deze functie gedurende
15 jaar vervuld heeft.
Ook de abrupte en zeer aanzienlijke
uitbreiding van het overheidsbudget,
waarop noodzakelijkerwijze wel afrem
mingsmaatregelen moesten volgen, is
voor het bedrijfsleven storend geweest
en heeft het vertrouwen in een even
wichtige ontwikkeling geschokt.
Naast bovengenoemde factoren, die
vooral de debrijfslasten ongunstig beïn
vloedden, hebben ongetwijfeld ook an
dere, meer structurele, oorzaken een rol
gespeeld, zoals schaalvergroting door
fusie van ondernemingen, rationalisa
tie, voortschrijden van de mechanise
ring en automatisering, toepassing van
moderne technieken, heroriëntering we
gens wijzigingen in de marktverhoudin
gen e.d.
Dit alles leidt tot aanzienlijke ver
schuivingen in de werkgelegenheid.
In west- en midden-Nederland is de
ze in de meeste bedrijfstakken nog
gunstig, doch als geheel vertoont de
arbeidsmarkt een duidelijke ontspan
ning. Voor het herstel van het even
wicht en de noodzakelijke verbetering
van de arbeidsproduktiviteit heeft de
ze ontwikkeling ongetwijfeld positieve
kanten. De sociale nadelen hiervan
voor bepaalde groepen van werkne
mers moeten echter zoveel mogelijk
ondervangen worden.
Wil onze economie echter behoor
lijke expansiemogelijkheden behou
den, dan is het allereerst noodzake
lijk dat de kosteninflatie wordt ge
remd, opdat bij concurrerende prij
zen wederom een redelijk rentabili-
teitsniveau kan worden bereikt.
Tevens is het nodig en ook hier
op wordt in de eerder genoemde mi
nisteriële nota gewezen dat de be
sparingen worden opgevoerd, opdat
naast de overheid vooral ook het be
drijfsleven over de nodige investe
ringsmiddelen kan beschikken.
Dit zal zowel in de particuliere- als
ook in de bedrijfs- en de overheidssec
tor matiging van de groei der con
sumptieve bestedingen vergen.
Tevens zal een scherpere selectie en
een weloverwogen fasering van de over
heidsinvesteringen noodzakelijk zijn.
Wat de investeringen van de bedrijven
betreft, deze vertonen een teruggang.
dit in een velerlei eisen stellende en
voortdurend veranderende maatschap
pij, waarin technieken snel door nieuwe
vindingen worden achterhaald en markt
situaties zich veelvuldig en vaak ingrij
pend wijzigen.
Sprekend over de ondernemer, zijn
taak en zware verantwoordelijkheid,
denk ik uiteraard mede aan het midden-
standsbedrijf waar de samenhang tus
sen de ondernemer en de onderneming
wel zeer nauw is. Hoezeer ook het
grootbedrijf voor onze economie van
grote waarde is, een wijd vertakt net
van levenskrachtige midden- en kleinbe
drijven is niet minder van essentieel be
lang voor onze volkshuishouding. Ik
durf zelfs te stellen, dat het grootbedrijf
veelal niet behoorlijk zou kunnen func
tioneren zonder de bijstand van het
midden- en kleinbedrijf in zijn vele
schakeringen. Oók het leven van alle
dag is niet denkbaar zonder de talloze
onmisbare diensten welke het midden-
standsbedrijf biedt.
Zeker, er zijn gelukkig vele midden-
standsbedrijven welke floreren, dank
zij de verruiming van dé bestedings
mogelijkheden der bevolking en het
vaak onvermoeide werken door de on
dernemer en de zijnen. Er is echter
ook een brede categorie van bedrijven,
die het moeilijk hebben. De bruto-be-
drijfsresultaten vallen weliswaar vaak
nog wel mee, maar de belastingdruk
en de bijzondere lasten welke nu een
maal inhaerent zijn aan een zelfstandi
ge positie, eisen hiervan een groot deel
op, zodat per saldo slechts een matige
beloning voor de ondernemersarbeid
en het ondernemersinitiatief resteert.
Tenslotte is er een categorie van be
drijven die door een gebrekkige be
drijfsvoering, een ongunstige ligging
e.d. meer en meer achterraken en een
zeer moeizaam bestaan leiden.
Het is dan ook toe te juichen, dat
het ontwikkelings- en saneringsfonds
voor de middenstand inmiddels gestart
is, zij het voorhands in een lage ver
snelling en met zeer beperkte midde
len. Te hopen is, dat dit fonds binnen-
Het is m.i. dringend gewenst dat aan
deze ontwikkeling een halt wordt toege
roepen en ik vraag mij af of niet reeds
het moment is aangebroken voor maat
regelen ter stimulering van deze inves
teringen.
Voor Nederland is de internationale
concurrentiepositie bijzonder belangrijk,
omdat wij op een grote invoer van al
lerlei goederen zijn aangewezen en om
deze te kunnen betalen meer dan de
helft van ons nationale produkt exporte
ren.
Op dit punt heeft ons land tot dusver
veel bereikt, doch het percentage van
de invoer dat door uitvoer gedekt wordt,
is ln de jaren 1958-1965 nietttemin gelei
delijk teruggelopen van 90 pet. tot 84
pet., zodat het invoersaldo in 1965 f 3,9
mld. bedroeg en voor 1966 zelfs op
f 4,9 mld. geschat wordt.
Het bedrijfsleven zal ook nog meer
export-minded moeten worden, 'n Groot
deel van de Nederlandse ondernemin
gen begeeft zich nog niet of nog slechts
in te beperkte mate op dit terrein. Het
moet mogelijk zijn thans nog onbenutte
exportkansen te realiseren door een ver
dere samenwerking op exportgebied
vooral in de sector van de middelgrote
en kleinere ondernemingen en door
meer gebruik te maken van de diensten
en mogelijkheden welke de Jaarbeurs,
de Centrale Kamer van Handelsbevorde
ring, de Economische Voorlichtings
dienst, de Kamers v. Koophandel en fa
brieken en de bestaande exprtcombina-
ties bieden.
Ofschoon de prijs doorgaans de be
langrijkste factor is, verdienen ook de
kwaliteit en vormgeving van het Neder
landse produkt en een goede service
alle aandacht, evenals een verdere va
riatie van het Nederlandse exportpak
ket.
Het is duidelijk, dat de ondernemer
in het economische proces, dat bepalend
is voor onze welvaart, een verantwoor
delijke en zware taak te vervullen heeft.
Dat dit altijd wordt begrepen en ge
waardeerd waag ik te betwijfelen. Hij
is het immers, die met visie, doortas
tendheid en een sterk verantwoordelijk
heidsbesef jegens de onderneming
wier voortbestaan en ontwikkeling hij
zoveel mogelijk móet verzekeren en
allen die daarbij betrokken zijn, aan het
bedrijf leiding en richting moet geven;
kort tot een ruimere vervulling van
zijn taak zal komen en dat naast sane
ring vooral ook de ontwikkeling van in
wezen levenskrachtige bedrijven de
aandacht zal hebben. De middenstands
ondernemers moeten er echter wel op
bedacht zijn dat zij met het behalen
van het vakdiploma en het midden
standsdiploma niet voor altijd uitgestu
deerd zijn.
Ik meende mij deze uitweiding over
de ondernemer te mogen veroorloven,
gezien de belangrijke, centrale positie
welke hij in het economisch leven in
neemt. Een onderneming van enige be
tekenis is echter een voortdurend sa
menspel tussen de leiding en allen die
verder bij de onderneming betrokken
zijn, door de inbreng van hun kennis,
vakbekwaamheid en arbeidskracht.
Tezamen moeten zij de geïvesteer-
de middelen zo produktief en rendabel
mogelijk maken, in het belang van de
continuïteit en expansie van de onder
neming en van het algemeen welzijn.
Op het punt van dit samenspel heb
ben zich, vooral in de laatste decennia,
zowel binnen de ondernemingen, als
ook in de vorm van externe overleg-
en samenwerkingsorganen van werkge
vers en werknemers, grote verbeterin
gen voltrokken, welke het bedrijfsleven
zeer tot nut zijn geweest en er belang
rijk toe hebben bijgedragen dat Neder
land een modern industrieland kon
worden.
Hoezeer dus ook een individuele en
gecombineerde krachtsinspanning van
allen die bij het bedrijfsleven betrok
ken zijn van essentieel belang is voor
de verdere ontwikkeling van onze eco
nomie, hiervoor is mede noodzakelijk
een zo gunstig mogelijk internationaal,
nationaal, regionaal en plaatselijk „kli
maat".
Het is duidelijk dat dit in belangrijke
mate een kwestie van overheidsbeleid
is.
Voor het binnenlandse financiële en
economische overheidsbeleid kan ik he
laas weinig waardering opbrengen.
Het is een feit en ik geloof dat 't
ook niet anders kan, al kan men over
de mate en methodiek van mening
verschillen dat de overheid en wel
speciaal de landsoverheid, een grote in
vloed heeft op de gang van zaken in
het bedrijfsleven. Enerzijds onttrekt zij
door middel van belastingen, leningen
enz. aanzienlijke middelen aan de be
drijfs- en particuliere huishoudingen,
anderzijds verricht zij eveneens aan
zienlijke bestedingen en investeringen
die voor een belangrijk deel het be
drijfsleven wederom direct? en indi
rect ten goede komen.
Men denke voorts aan de loon-, de
sociale en de prijspolitiek, die even
eens het bedrijfsleven rechtstreeks ra
ken.
Elkeen die zijn ogen de kost geeft en
zich realiseert dat omstreeks het jaar
2000 ons land naar verwachting ca. 20
miljoen inwoners zal tellen, zal moeten
erkennen dat er zwaar zal moeten wor
den geïnvesteerd, allereerst om de
groei van de bevolking op te vangen,
maar evenzeer voor de verhoging van
het welvaartspeil. Deze vergen zowel
uitbreiding als modernisering van ons
produktie- en dienstenpotentieel en van
de woningbouw, maar ook een hoog ni
veau van de noodzakelijke overheidsin
vesteringen.
Eén zware belastingdruk blijft hier
voor onvermijdelijk, terwijl daarbij te
vens zoals gezegd nog meer zal
moeten worden gespaard.
Het was echter m.i. onjuist, dat
zoals met het optreden van het vorige
kabinet is geschied het overheids
budget van 1965 op 1966 drastisch werd
verhoogd met ca. f S mld. en 't
bedrijfsleven op korte termijn met las
tenverzwaringen werd geconfronteerd,
die het uiteraard niet zo maar ineens
kon opvangen.
Het werd dan ook alras duidelijk, dat
hiermede te hoog was gegrepen en de
nog maar amper aangekondigde verrui
mingen van de overheidsbestedingen
en -investeringen moesten alweer ten
dele worden afgeremd.
ok voor de beteugeling van de infla
toire krachten, welke eensdeels onge
twijfeld van buitenlandse origine zijn,
doch anderdeels een autonoom karak
ter dragen, is een meer geleidelijke en
heter op de draagkracht van onze
volkshuishouding afgestemde ontwikke
ling van groot belang.
Tot en met 1963 heeft ons land de
prijsinflatie redelijk goed in de hand
weten te houden. Stegen nl. de kosten
van levensonderhoud in de EEG-landen
als geheel in het tijdvak 1950 tot en
met 1963 met gemiddeld 3,6 pet. per
jaar, in ons land bedroeg in deze pe
riode de jaarlijkse stijging gemiddeld
slechts 3 pet. Vanaf 1964 tot en met
1966 daarentegen stegen de kosten van
levensonderhoud hier te lande jaarlijks
gemiddeld tnet 5,5 pet. ten opzichte
van het jaar daarvoor, terwijl in de
EEG deze stijging gemiddeld onveran
derd op 3,6 pet. bleef.
Ik besprak hiervoren allerlei zaken
in het algemeen. Wat ik ten aanzien van
het bedrijfsleven en de invloed daarop
van het overheidsbeleid zei, geldt in
grote lijnen voor het bedrijfsleven en
het ressort van deze Kamer. Ook hier
bij sommige ondernemingen krimpende
winstmarges, soms gepaard gaande met
afzetmoeilijkheden in binnen- en buiten
land, gebrek aan orders, uitstel van uit-
breidings- en vernieuwingsplannen, ver
slechtering van de liquiditeitspositie en
een zekere ontspanning van de arbeids
markt, in het bijzonder in de metaalin
dustrie, bij een overigens nog bevredi
gend werkgelegenheidsniveau.
In een apart overzicht, dat binnen
kort gereed zal komen, zal een uitge
breider beeld worden gegeven van de
gang van zaken in het bedrijfsleven in
ons ressort.
Naast het beleid van de*'rijksover
heid, is ook het beleid van de provin
ciale en de gemeentelijke overheden
voor de groei en bloei van het bedrijfs
leven van grote betekenis.
Naar ik meen is in tegenstelling
tot de gemeenten het economische
leven voor de provinciale besturen niet
vanouds een terrein van intense activi
teit.
Hierin is echter een belangrijke ver
andering gekomen, ook in deze provin
cie, met de dynamische ontplooiing van
het economische leven, de aanzienlijke
verschuivingen welke zich in het econo
mische patroon voltrekken en de grote
en verder te verwachten bevolkingsaan
was, welke in sterk overwegende mate
in de industrie en de dienstensector
werkgelegenheid zal moeten vinden.
Zo is ook het contact tussen de Ka
mer en het provinciaal bestuur nau
wer geworden, hetgeen zich manifes
teert in het tot stand komen van ge
regelde besprekingen met Gedepu
teerde Staten en in de vertegenwoor
diging van de Kamer in verschillen
de commissies, zoals die voor de werk
gelegenheid, de provinciale streek
plancommissie en de streekplancom
missie voor bepaalde gebieden.
Daarbij hebben wij bij herhaling de
grote zorgvuldigheid mogen constateren
waarmede het provinciaal bestuur en de
desbetreffende diensten de verdere be
stemming van de Utrechtse ruimte lei
den en begeleiden teneinde hier een zo
goed mogelijk woon- en werkklimaat te
behouden.
Principiële tegenstellingen met de vi
sie van de Kamer op deze materie heb
ben zich hierbij tot dusver niet geopen
baard; accentverschillen wel, omdat het
nu eenmaal de specifieke taak van de
Kamer is op te komen voor de behoef
te van het bedrijfsleven aan expansie
mogelijkheden, woonruimte voor hen,
die in de bedrijven werken en goede
communicaties.
Daarbij kan het zijn dat wij die
overigens eveneens het grote belang van
het behoud van landschaps- en steden
schoon, natuur- en recreatiegebieden
onderschrijven ons tegen een o.i. te
sterk conserverend beleid jegens het
aanwezige moeten kanten.
Recente bezoeken aan diverse ge
meenten in ons ressort hebben de in
druk versterkt, dat op vele plaatsen
met visie op de toekomst en met inacht
neming van het eigen karakter der ge
meenten aan de verdere ontwikke
ling daarvan wordt gewerkt.
Belangrijke stadsuitbreidingen zijn ln
uitvoering of in voorbereiding en ook
de sanering van de oude stadsdelen is
in diverse gemeenten aan de orde.
Ook in Veenendaal, IJsselstein, Mij
drecht, Maarssen, Jutphaas, Vreeswijk
en Wijk bij Duurstede zijn er perspec
tieven voor een verdere expansieve
ontwikkeling van het bedrijfsleven en
en een aanmerkelijke uitbreiding van
de woonfunctie. Tot dit laatste zullen
trouwens ook diverse andere gemeen
ten een verdere bijdrage moeten leve
ren.
Door middel van de bouwstromen
welke met kracht zullen moeten worden
voortgezet is op een belangrijk punt
de intergemeentelijke coördinatie en
samenwerking bevorderd.
Het is van groot belang dat dit pro
ces van samenwerking, ook op andere
terreinen, in versnelde mate voortgang
vindt.
Zij die dit voorstaan, stimuleren en
hieraan een diepere inhoud willen ge
ven dan vrijblijvend overleg kan bie
den, vinden hun visie bevestigd in de
eerder genoemde regeringsnota inzake
de ruimtelijke ordening.
Naast enige andere regio's in den
lande wordt in dit stuk speciaal ook
Midden-Utrecht genoemd als een ge
bied dat een inhoudsvol samenwerkings
orgaan niet kan ontberen. Negen ge
meenten in deze regio hebben dit tot
onze verheugenis begrepen en zullen,
naar wij hopen, binnenkort ook metter
daad tot een begin van samenwerking
besluiten. Hopelijk zullen Zeist en De
Bilt in dit verband niet blijven ontbre
ken.
Resumerend zou ik willen zeggen,
dat het economisch getij tot voorzich
tigheid maant.
VEENENDAAL In gebouw Veen-
eind zal donderdag 5 januari ds. Bouw
van Eemdijk een predikbeurt vervul
len. De aanvang van deze dienst is
's avonds om half acht.
DEN HAAG Blijkens een publika-
tie van het Ministerie van Landbouw
en Visserij is het begin van de norma
le jaarlijkse enting van de Nederlandse
Rundveestapel tegen mond- en klauw
zeer met een maand vervroegd. De
minister heeft hiertoe besloten in ver
band met de ontwikkeling van deze
veeziekte in West-Duitsland en de daar
uit voortvloeiende kans tot overbren
ging van het virus. De entingsperiode,
die reeds 27 december 1966 is ingegaan
loopt tot 15 april 1967.
VEENENDAAL Dinsdagmiddag
vond in het OCB-gebouw een culturele
ontspanningsmiddag voor de bejaarden
plaats. De Amsterdamse declamator,
de heer J. Oostervelder, verzorgde het
programma. Op boeiende en pakkende
wijze liet de heer Oostervelder alle aan
wezigen onder meer een ware gebeurte
nis van dr. Bruns uit Zeeland meebele
ven.
Dr. Bruns vertrok 17 jaar geleden
naar Bengalen met zijn vrouw, bouwde
met hulp van de Bengaalse lanciers
een blokhut aan de rand. van het oer
woud, en beleefde daar een zeldzame
gebeurtenis met een witte olifant, die
daar heilig is, evenals de koeien.
De declamator bezit de gave om met
zijn woorden en geluiden de luisteraars
mee te nemen, en de dingen zó duide
lijk te laten zien dat het is, of men er
zelf bij is geweest. De heer Oostervel
der oogstte dan ook een welverdiend,
applaus.
Dinsdagmiddag 11 januari zal dokter
Engel uit Amerongen een causerie met
dia's houden over „Ons lichaam, een
wonder".
SCHERPENZEEL ln het begin
van deze week kwam een inwoner van
Scherpenzeel tot een bijzonder vreem
de en nare ontdekking. Toen deze in
woner na zijn dagelijkse warnie maal
tijd zijn „toetje" opgediend kreeg
een bord pap trof hij hierin een
grote klont aan. Bij nader onderzoek
werd vastgesteld dat dit een halve
muis was. Omdat men benieuwd was,
waar de andere helft wel zou zijn,
ging men in de keuken het restant van
de pap in de fles bekijken. Hierin zat
de andere helft. Al met al een onsma
kelijk geheel waarvan men in Scher
penzeel huivert. Ten overvloede ver
melden wij nog dat de pap voor ver
dere consumptie ongeschikt was. De
Scherpenzeler is inmiddels overgegaan
op corn-flakes
ADVERTENTIE
Hoestdronk in tab let vorm.95 ct
KESTEREN De Rijkspolitie in de
gemeente Kesteren heeft dinsdag in sa
menwerking met de verkeerspolitie een
controle uitgeoefend op de maximum
snelheid in de dorpen Kesteren en Op-
heusden. Naar wij van de plaatselijke
politie vernamen, moesten verschillende
automobilisten worden bekeurd.
VEENENDAAL Met ingang van 2
en 3 januari hebben twee kappers te
Veenendaal gemeend, in het vervolg
hun klanten alleen van de haardos te
ontdoen, indien deze daarvoor tevoren
een afspraak hebben gemaakt. Deze
maatregel is genomen door de heer T.
van Hall (firma N. van Hall en Zn. aan
dê Zandstraat) en de heer Van Schup
pen (kapsalon Mattheu aan de Kerke-
wijk). In feite is de aanleiding voor de
ze stap hij beide kappers personeelsge
brek.
De heer Van Hall voerde het bedrijf
altijd samen met zijn vader, maar de-
KESTEREN Ingekomen zijn:
El Asri, A. M. van Rhenen naar Mid
denweg 5, Opheusden; Wemmenhove,
Hendrik, van Zuidwolde*' naar Boven-
eindestraat 20, Kesteren; Homan, Jo
hannes B. van Dodewaard naar Ooie
vaarstraat 33, Opheusden; Van Ooijen,
Johannes, van Tiel naar J. van Hoe-
menstraat te Kegteren; Voorstok, Jan
H. van Coevorden naar Stationsstraat
16, Kesteren; Van de Weerd, Evert en
gezin van Wageningen naar Hoofdstraat
7, Kesteren.
Vertrokken: Haddou M'hamed, M.,
van Opheusden, Lakemondsestraat 24,
naar Rhenen; Rietveld, Johannes, van
Achterdorp 17, Kesteren naar Renkum;
Klomp, Hendrik van Hamsestraat 12 te
Opheusden naar Renkum; Verhaaf, Jan
en gezin van Oude Broekdijk 14 naar
Ede; Hakkert, Aaltje, van Rijnbandijk
36, Opheusden naarOosterbeek; Mans,
Johanna van Esdoornstraat 7, Opheus
den naar Hoogeveen; Zaaijer ev van
Schaik Aaltje, van Hoofdstraat 19 naar
Lienden;Van den Hatert, Gradus, van
Broekdijk 14 Kesteren naar Valburg;
Metalsi, Bagdad M. A. van Lakemond
sestraat 24 naar Marokko; Verhaaf,
Arie van Koningsstraat 18a Opheusden
naar Valburg; Van Schenkhof, Johan
nes J. van Jan van Amstelstraat 13
naar Dodewaard; Termaat, Gerrit van
Parallelweg 63 naar Maurik; Albers ev
van Doesburg, Janne van Kempkeslaan
5, Opheusden naar Veenendaal; Onink,
Cornells van Hoofdstraat 65 Kesteren
naar Maurik; Van Voorst, Evert J. en
gezin van Hoofdstraat 7 Kesteren naar
Renswoude.
KESTEREN In de lagere Land
en Tuinbouwschool te Kesteren vindt op
maandag 16 januari een bijeenkomst
plaats van de christelijke Plattelands
vrouwen, afdeling Kesteren. Dokter Jon
ker uit Opheusden is bereid gevonden
een inleiding te houden. Van de zijde
van het bestuur deed men nogal ge
heimzinnig over het onderwerp. Wel
verzekerde men ons, dat deze keer ook
de echtgenoten van de dames-leden van
harte welkom zijn. De bijeenkomst be
gint om 19.30 uur precies.
INGEN De afdelingen Lienden, In-
gen en Echteld van de Ned. Fruittelers
Organisatie, organiseren donderdag 5
januari een nationale fruitteeltmiddag
in het verenigingsgebouw te Ingen. Tij
dens deze jaarlijkse middag zal een
tweetal lezingen worden gehouden, die
beide betrekking hebben op een actueel
vraagstuk in de fruitteelt. Ir. Joh. Bos
spreekt over het onderwerp „De teelt
van het fruit in verband met de afzet-
wijzigingen" en de heer P. van West-
reenen uit Ingen, houdt een inleiding
over de vraag „Welke wijzigingen zijn
er in de huidige afzetmethoden te ver
wachten en waarom?". De fruitteelt
middag begint om 13.30 uur.
Geboren: Sandy Eduard, z.v. K. W.
Geelhoed en J. E. M. Hagenbeek; 'Hen
drik, z.v. W. Gijsbertse en G. M. A.
Reede; Jannigje, d.v. H. van Ginkel en
P. C. Henken; Adriana Willemina, d.v.
B. C. Drost en H. Kosters; Jenneke
Margriet, d.v. J. G. van Egdom en P.
Vogelzang.
Overleden: Trijntje de Groot, 89 jr.,
wed. van H. Vat.
Getrouwd: Dirk Jacob van Barneveld
en Maria Theodora van Ingen; Bertil
Bolwijn en Janneke Jacoba Dorpema;
Hendrik Langhout en Dirkje Jannetje
Blankestijn.
Ingekomen: H. J. Santing van Rhe
nen in De Del 17; W. van Engelenho-
ven-Breeschoten van Smilde in School-
weg 11; K. v. Ginkel van Scherpenzeel
in School weg 9; A. H. Reede-de Haas
van Veenendaal in Burg. Jhr. H. v. d.
Boschstr. 127.
Vertrokken: D. J. Langhout-Blanke-
stijn van de Oude Wei 15 naar Haar
lemmermeer; A. E. R. Tiel van Berg
weg 27 naar Den Helder; R. Schalen
van Industrieweg 5 naar Dedemsvaart;
A. van den Heuvel van Overstr. 40 naar
Den Helder; D. H. Berendsen van Kon.
Wilhelminaweg 77 naar Deventer; C. v.
Soest van Pr. Bernhardlaan 62 naar
Maurik.
KESTEREN De gemeente Kesteren is opnieuw voornemens om 120 woning
wetwoningen te gaan bouwen. Het betreft hier een tweede bouwstroom voor de
jaren 1967, 1968 en 1969. Van dit contingent woningen zullen er 60 in Kesteren
en 60 in Opheusden worden gebouwd. Een en ander bleek tijdens de laatste raads
vergadering. By nadere Informatie bleek, dat de woningen van hetzelfde type zul
len zijn als die, welke momenteel in beide dorpen worden gebouwd.
Ook de woningen, die behoren tot de tweede bouwstroom worden met centrale
verwarming uitgerust, terwyi de arbeidsbesparende bouwmethode zal worden
toegepast. Of de huurprijs ook hetzelfde zal worden kon moeiiyk worden gezegd,
aangezien deze eerst vastgesteld kan worden als de aannemingssom bekend Is.
De woningen zullen in Kesteren gebouwd worden in het zogenaamde plan-Zuid,
dat is gelegen tussen de Nedereindsestraat en de Frultstraat. De woningen voor
Opheusden zyn wederom ln de Smachtkamp geprojecteerd.
ze heeft gezien zijn 69 jaar niet zo
verwonderlijk het besluit genomen,
zich uit de actieve kapperij terug te
trekken. Ook de heer Van Schuppen
staat er momenteel alleen voor. Toch
zien de kappers deze stap niet alleen
als het dienen van het. eigen belang,
ook de cliënt is naar hun mening met
deze methode gediend. Hoe vaak kwam
het vroeger niet voor dat men lange tijd
moest wachten bij de kapper. Nu
spreekt men op een bepaalde tijd af en
is men zeker binnen de korstst mogelij
ke tijd, ontdaan van de haarvracht,
weer buiten te staan.
We vroegen beide kappers hoe de
klanten op deze nieuwigheid reageer
den. De heer Van Hall antwoordde:
,.De klanten die even doordenken zien
de grote voordelen van dit systeem ook
voor hen. Anderen moeten er nog even
aan wennen. Ik heb één reactie gehad in
de trant van: Al die nieuwigheden, het
lijkt wel een damessalon. Ik ben er ze
ker van, dat als men er eenmaal aan
gewend is, dat men deze methode zal
gaan prefereren."
Bij de heer Van Schuppen zat iemand
onder het mes. Deze klant zei: „Ik ben
er blij mee. Vroeger zat je hier soms
de hele zaterdagmorgen op je beurt te
wachten. Nu is dat afgelopen; ik had
om vier uur afgesproken en ik zat ook
om die tijd in de stoel."
De heer Van Schuppen is er zeker van
dat binnen afzienbare tijd al zijn colle
ga's in Veenendaal deze voorbeelden
zullen volgen. Volgens hem willen an
dere kappers evenmin als hun klan
ten in streken, waar deze vorm van
dienstverlening reeds lang ingeburgerd
is, beslist niet meer terug naar de (tot
nu toe) „gewone" manier. Beide kap
pers begonnen gistermorgen aan deze
noviteit (voor Veenendaal).
OPHEUSDEN Op vrijdagmiddag
20 januari zal in hotel „De Zwaan" een
receptie gehouden worden ter gelegen
heid van het feit, dat 25 jaar geleden de
E.H.B.O. werd opgericht.
Hulpverlening aan de naaste in oor
log en vrede waar nodig is het
doel van de E.H.B.O.-er. Daarom ver
dient de jubilerende afdeling dat velen
hun daadwerkelijke belangstelling to
nen en het jubileumfonds steunen. Als
er een patiënt geholpen moet werden,
moet er materiaal zijn en dat kost
geld. Dat het bestuur nu gaarne een
voldoende aantal goed uitgeruste kof
fers wil aanschaffen, is een redelijke
zaak. Men begon met houten kisten. Nu
zijn er degelijke koffers.
Met spanning wordt dan ook uitgezien
naar het resultaat van de actie: een
groot aantal goed gevulde hulp-koffers.
KESTEREN Geboren: Hiromi Di-
na, d.v. N. van Akyuwen en L. Hutu-
bessy, Opheusden; Ingrid, d.v. C.
Smit en H. van Ingen, Opheusden; Jo
hannes, z.v. H. D. Verwoert en Ch. P.
Zwart, Opheusden; Sameliena, d.v. M.
van den Bosch en M. C. Bunt, Opheus
den; Erwin Enrico Rainer Demianus,
z.v. H. Akerina en C. Kikalessy, Op
heusden; Neeltje, d.v. G. Hendriksen
en C. Bos, Opheusden; Karei, z.v. K.
Franken en J. P. Torn Broers, Opheus
den; Adriana Elisabeth, d.v. G. van der
Linden en J. M. van Eldik; Janna
Dirkje, d.v. G. Roelofsen en J. Ver
woert; Judith Theodora, d.v. A. C. D.
van der Linden en J. H. W. Florissen.
Ondertrouwd: J. A. Linkenhof 20 jr.,
(Tiel) en M. Jansen 17 jr.; J. D. Hui-
bers 19 jr. en W. T. J. van de Wardt
19 jr.
Getrouwd: J. W. Roelofsen en D.
Roelofsen; O. van Schaik, Lienden en
A. Zaaijer,
J. B. Homan Dodewaard en J. van
Osenbruggen; J. H. van Ooijen (Tiel)
en K. van Neerbos; P. N. van Doesburg
(Tiel) en J. S. Albers.
Overleden:
A. Hoogakker, 68 jaar, echtg. van H.
Verhaaf; A. van Dam, 80 Ir., echtg. v.
A. Verwoert.
Stemmen in een andere gemeente.
Kiezers, die naar hun keuze aan de
stemming voor de leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal wensen deel
te nemen, hetzij in de gemeente in wel
ker kiezersregister zij op de dag der
kandidaatstelling (3 januari 1967) zijn
opgenomen, hetzij in een andere door
hen aan te wijzen gemeente, kunnen
vanaf 3 januari 1967 daarvan medede
ling doen ter secretarie van een ge
meente aan de burgemeester of de door
deze aangewezen ambtenaar. De mede
deling moet door de kiezer in persoon
worden gedaan.
Stemmen -door kiezers, opgenomen in
het centrale bevolkingsregister.
Kiezers, die zijn opgenomen in het
centrale bevolkingsregister, kunnen
naar hun keuze in elke willekeurige ge
meente aan de stemming voor de leden
van de Tweede Kamer der Staten-Ge
neraal deelnemen.
Kiezers, die van deze bevoegdheid ge
bruik wensen te maken, moeten hier
van schriftelijk mededeling doen aan
de burgemeester van 's-Gravenhage.
Formulieren voor het doen van deze
mededeling zijn kosteloos op de gemeen
tesecretarie van elke gemeente ver
krijgbaar.
Stemmen by volmacht.
Kiezers, die vermoedelijk niet in staat
zullen zijn in persoon aan de stemming
voor de leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal deel te nemen kun
nen bij burgemeester en wethouders
der gemeente, in welker kiezersregister
zij zijn opgenomen een verzoek indie
nen om bij volmacht te mogen stem
men.
Formulieren voor het doen van een
verzoek om bij volmacht te mogen
stemmen zijn kosteloos verkrijgbaar
bij de gemeentesecretarie van elke ge
meente.
Alle bovenbedoelde verzoeken en me
dedelingen kunnen uiterlijk 1 februari
a.s. worden gedaan.
Voor nadere inlichtingen wende men
zich tot de afdeling verkiezingen van de
gemeentesecretarieën.