Het kind dreigt
dupe te worden
van de welvaart
met di
ene
e paraplu
Om kort te
gaan
M
Hun speelgoed en kleding
statussymbolen van pa en ma
FONDUE
BARBECUE
ZWITSERSE KEUKEN
tli tu
MKN-IONGIÏGS
Karikatuur
Kleding
euncj
en on
(Van onze medewerker)
J}e dure auto van vader, de kostbare bontmantel en de sieraden
van moeder zijn anno 1967 alweer verbleekte statussymbolen.
Er zijn te veel mensen die zich deze bewijsstukken van een be
paalde materiële welstand hebben aangeschaft. De auto en de
bontjas „doen het niet meer". Er wordt gezocht naar nieuwe
statussymbolen waaraan de medemens die daarover (nog) niet
beschikt, zich kan vergapen. Volgens Duitse sociologen en peda
gogen is het ..welvaartskind" hét nieuwe statussymbool.
Halster
Te druk
.Gnuflen"
Op maat
Zuivere zuivel
Vroede vrouwen
De charme van het primitief
koken verteld en vergroot
hor twee leuke kookboekjes
Geen regels
Spaans
,,Het moderne kind groeit op in een
broeikas van luxe," merkt een be
kend Duits pedagoog op. Het wordt
overstroomd met allerlei soorten
speelgoed, het heeft zoveel kleren dat
ze uit de kast puilen. Hele industrie
takken profiteren van de onderlinge
wedloop van de ouders die hun kin
deren een zorgeloos, gelukkig en
overvloedig bestaan willen geven. Op
de achtergrond van dit op het oog zo
loffelijk streven spelen volgens de
psychologen, bewust of onbewust,
minder edele drijfveren mee.
Aan het „welvarend" uiterlijk van
de kinderen meet men immers de
welstand van de ouders af. De luxe
waarmee kinderen worden omringd
maakt hen tot „uithangbord" en pres-
tigesymbool van de ouders die hen
opvoeden. Niet alleen op materieel
terrein worden kosten noch moeite
gespaard om dit ideaalbeeld te berei
ken. Kinderen moeten uitblinken op
school, op examens en tijdens hoge
re studie. Worden die verwachtingen
niet gehonoreerd, dan zijn onvoor
stelbare huiselijke drama's soms het
gevolg.
vrij staal, met een hemel van ein
deloze meters van het duurste ba
tist. Stapels kleertjes blijven onge
bruikt liggen, omdat jonggeborenen
de eigenschap hebben dat ze veel
te snel groeien om die berg piep
kleine kledingstukjes ooit te kun
nen verslijten. Niet zelden zijn met
deze entourage van het eerste le
vensjaar bedragen van vier cijfers
gemoeid.
Als deze jonge wereldburger kleu
ter is geworden, bezit hij vaak op zijn
derde jaar een elektrische trein en
allerlei automatisch werkende voer
tuigjes en speelgoedbeesten. In West-
Duitsland steeg de invoer van dit
automatische speelgoed binnen een
jaar met veertig procent. Ook daar
zijn de vaders degenen die uiteinde
lijk met het speelgoed zitten te spe
len; niet alleen omdat de kleuters er
nog niet aan toe zijn, maar ook om
dat de vaders jarenlang gewacht heb
ben op de gelegenheid om hun
zoontjes het elektrische speeltuig te
geven waarmee zij zelf zo graag wil
len spelen.
„Kinderen moeten op maatschappe
lijk terrein de rol spelen die voor hun
ouders niet was weggelegd." Dit
schreef een bekend socioloog in West-
Duitsland (nog altijd hét Europese
voorbeeld als men over een „wel
vaartsstaat" spreekt!) zo'n vijftien
jaar geleden al. Zijn collega's van nu
stellen de zaken nog scherper: „Veel
ouders maken de kinderen tot sym
bool van hun eigen geldingsdrang.
Welstand, positie en aanzien van de
ouders wil men belichaamd zien in de
kinderen die op deze manier een ka
rikatuur van de volwassenen wor
den."
Een weinig vleiende uitspraak,
met op de achtergrond het nuchte
re feitenmateriaal dat een bekend
Duits tijdschrift voor de vrouw on
langs onder de titel „Luxe in plaats
van liefde" publiceerde. De stroom
van materiële mogelijkheden waar
onder kinderen van deze tijd bedol
ven worden groeit van jaar tot
Jaar. In het jaar 1960 kochten hun
ouders speelgoed voor hen ter
waarde van een bedrag van bijna
vierhonderd miljoen mark. Aan kle
ding voor deze groep werd meer
dan anderhalf miljard mark be
steed.
In het jaar 1965 waren de uitgaven
voor speelgoed gestegen tot een be
drag van zeshonderdvijftig miljoen
mark, die voor kleding tot meer dan
tweeëneenhalf miljard mark. Dat be
tekent een stijging van ongeveer zes
tig procent van de uitgaven op dit
terrein in de laatste vijf jaar.
ker zittende mode mee te doen, gene
geerd.
Statusattributen: ook voor de nie
tige, pasgeboren wereldburger in de
welvaartsstaat. Zijn eerste bedje is
niet langer een pretentieloze wieg,
maar moet een adembenemend
bouwsel zijn van wit lak of roest-
Het streven naar status komt het
sterkst tot uiting in de manier waar
op moeders voor hun kinderen kle
ding kopen. Een grote Westduitse
textielonderneming heeft op dit ter
rein onlangs een enquête gehouden.
Daarbij bleek dat dertig procent van
de moeders bij het kopen van een
kledingstuk voor het kind zich in de
eerste plaats afvraagt, of het kind
zich in de nieuwe kleren prettig zal
voelen.
Veertig procent van de moeders
ziet in de kleding die haar kinderen
dragen een mogelijkheid om haar
eigen maatschappelijk prestige een
beetje (en als het kan een heel eind!)
op te vijzelen. Zij „poetsen" het kind
op en laten het paraderen als een le
vend bewijs van wat zij zien als hun
buitengewone opvoedkundige capaci
teiten. De buitenkant van kinderkle
ding vinden zij belangrijker dan de
overweging of een en ander wel doel
matig is en of het kind de kleren met
plezier draagt.
De derde groep der moeders
vormt „voer voor psychologen".
Deze categorie (bijna dertig pro
cent der geënquêteerden) werkt
meestal buitenshuis en heeft het ge
voel dat de kinderen daardoor vaak
te weinig aandacht krijgen. Dit
schuldgevoel trachten zij te ver
dringen door voor de kinderen dure
en modieuze kleren te kopen die
ook alweer niet altijd aan de voor
keur van de kinderen beantwoor
den.
Het kind van vandaag heeft het
„goed". Het krijgt alles wat het no
dig heeft (en vaak veel meer), het
wordt dikwijls met luxe omringd.
Mensen die zich met het welzijn van
de jeugd bezighouden maken zich
daarover ongerust. Naar hun mening
zijn veel ouders in dit welvarend tijd
perk bezig hun Jcinderen te gebruiken
als middel tot een bepaald doel: het
bereiken van een status die de auto,
de bontmantel en de sieraden niet
meer vermogen te suggereren.
De paraplu met bontafzetting, passend bij de (al dan niet echte) nerts-, ocelot,
persianer of luipaardmantel, is een van de nieuwtjes die de Westduitse paraplu
industrie te bieden heeft.
Voor het nieuwe modeseizoen brengt
de Westduitse parapluie-industrie al
lerlei nieuwtjes. Want parapluie's zijn
al lang niet meer alleen gebruiks
voorwerpen. Maar belangrijke acces
soires die zich wat kleur en vorm
betreft bij de modetendensen moeten
aanpassen. Lievelingskleur van deze
winter is cyclaam in alle schakerin
gen. Bloemenpatronen of bloemen-
borduursels, contrasterende satijnstro
ken op eenkleurige ondergrond, roes
jes en kantgarneringen alsmede dub-
belparapluie's met een binnenkant
voorzien van een patroon behoren,
naast het klassieke Pepita- en gerui
te patroon in zwart-wit, tot de favo
rieten van dit seizoen.
Bij sommige extravagante modellen
vergeet men wat de vorm betreft het
doel van de parapluie. Zo brengt 'n
atelier in Aken zwarte nylonpara-
pluie's op de markt, die met kostba
re Franse Jacquard-randen versierd
zijn, eh ook modellen met prachtige
handbeschilderde overtrekken. Een
parapluiefabriek in Osnabrück ver
vaardigt effen Nyltest-parapluie's met
opgestikte brokaatranden en verrast
door vrolijke, bonte „klederdrachten-
parapluie's" strobloemen en boeren-
rozen. Zij kunnen worden gecombi
neerd met bijpassende handtas. Deze
creaties worden vooral in München ge
kocht en hier bijna voor de helft door
binnen- en buitenlandse toeristen. Ook
heren in de twen-leeftijd kopen ze als
herenparapluie's. Vrouwelijke teen
agers en twens blijven de voorkeur
geven aan effenzwarte parapluie's.
Maar niet alleen de bekleding, ook de
handgrepen moeten aan bepaalde mo
derne eisen voldoen. Naast de ge
bruikelijke koperen, leren en plastic
handgrepen verschijnen er thans rijk
van houtsnijwerk voorziene grepen.
Deze grepen zijn van edele houtsoor
ten, voornamelijk Afrikaans notehout,
Jacaranda en Palissander. Als „der
nier cri" gelden de parapluie's zon
der foudraal, die door een ring, een
spiraal, een ketting of een bandje bij
eengehouden worden, waardoor het
mooie patroon bijzonder goed tot zijn
recht komt.
De belangrijkste klanten voor de para-
pluiehandel zijn modebewuste jonge
dames, maar ook de vraag naar leuke
kinderparapluies is sterk toegeno
men. Het zijn kleine schoolmeisjes
die zich al graag met een modieuze
parapluie laten zien; alleen de aller
kleinsten grijpen nog naar de van
ouds bekende houten parapluie-en-
miniature.
Een specialiteit van de Duitse para-
pluieproducenten is al sinds oudsher
de opvouwbare parapluie. Zowel bij
dames als heren is dit soort zeer in
trek en maakt zelfs tweederde van de
omzet uit. Opvouwbare parapluie's
worden vooral door oudere mensen
gebruikt, die ze altijd in akten- en
boodschappentassen bij zich dragen.
Daar de zomer 1966 in bijna geheel Eu
ropa zo regenrijk en koel verliep be
leefden de parapluiehandelaren een
gouden tijd. „Hoogconjunctuur als
nooit tevoren" noemde men het in
Hamburgse vakkringen. Reeds hon
derd jaar geleden beschreef 'n Duitse
dichter de havenstad aan de monding
van de Elbe als het „aardse paradijs
voor parapluiehandelaren," omdat 't
hier zo vaak regent. Geen wonder
dus, dat de parapluie-industrie zich
met het vooruitzicht op zo'n conjunc
tuur tot steeds nieuwe modegrillen
laat verleiden. Wanneer bijvoorbeeld
waren er al eens paraluie's, die pas
send bij de bontmantel met bontstro
ken afgezet zijn? Men zal ze deze
winter te zien krijgen.
In aansluiting op de halsterlijn,
het halsbandachtige decolleté met
blote schouders dat veel geklede
jurkjes deze winter vertonen, heeft
Triumph-International nu een beha
in halsterlijn ontworpen. Het model
sluit met een stretchband om de
hals, heeft daaronder een diep de
colleté en wordt vlak onder de cups
met een tweede stretchband geslo
ten.
Het K. en O. voorlichtingscen
trum voor ouders en opvoeders in
Rotterdam krijgt het steeds druk
ker met activiteiten op voorlich-
tingsgebied. Omdat de personeels
bezetting deze uitbreiding van
werkzaamheden slechts gedeeltelijk
kan opvangen, zal het voorlichtings
centrum van heden af op zaterdag
gesloten zijn. De openingstijden
worden nu dinsdag tot en met vrij
dag van tien tot twaalf uur en van
twee tot vijf uur. Het adres van het
K. en O. voorlichtingscentrum blijft
's-Gravendijkwal 60, Rotterdam-3.
Speelgoedbeest voor volwassenen
is de „gnufl", een met menselijke
trekken uitgeruste pluizebol met pien
tere oogjes boven een knopneus. Hij
is nu ook te koop in een uitvoering
van synthetisch haar dat in alle rich
tingen kan worden gekamd en tot al
lerlei bizarre kapsels kan worden ge
vormd. Een waardig representant
dus van de ragebol-haarmode. Voor
ongeveer acht gulden is de (wasbare)
gnufl te koop in speelgoedzaken en
warenhuizen.
De Europese foundationindustrie
heeft een primeur: zij heeft als
eerste tak van de confectle-indus-
trie een uniform maatsysteem voor
bijna geheel Europa op poten
weten te zetten. Binnen twee jaar
zullen alle deelnemende landen op
het nieuwe systeem zijn overge
schakeld. In Nederland, België,
Frankrijk, West-Duitsland, Oosten
rijk, Italië, Spanje, Zwitserland,
Zweden, Noorwegen, Finland en
Denemarken zullen dan dezelfde
maattabellen worden aangehouden
voor beha's en elastische korset
ten. Ook in Engeland is grote be
langstelling voor het nieuwe maat
systeem. (Uit „Maandelijkse Me
dedelingen", het maandblad van de
Nederlandse Huishoudraad).
Kaas wordt tegenwoordig in veel
winkels „anoniem" in transparante
verpakking verkocht. Deze manier
van voorverpakken geeft de consu
ment weinig houvast omtrent het
produkt dat hij wil kopen. Op een on
langs onder auspiciën van Huishoud
raad en Zuivelbureau gehouden „zui-
veldag" werd daarom gepleit voor
samenwerking tussen de kaasprodu
centen en de specialisten op het ge
bied van de moderne verpakkingsma
terialen en verpakkingsmachines. Ge
zamenlijk zouden zij een verpakte
merkkaas op de markt moeten bren
gen die de consument bepaalde waar
borgen biedt.
Over melk werd tijdens deze zui-
veldag opgemerkt, dat het vetgehalte
van de Nederlandse melk tegenwoor
dig niet of nauwelijks minder is dan
dat van de volle melk van voor de
oorlog. De consument kreeg vroeger
melk met een vetgehalte dat tussen
2,8 en 3,3 procent wisselde. Nu bevat
alle consumptiemelk in Nederland 3
procent vet.
Het aantal vrouwelijke gemeente
raadsleden in Denemarken is, vol
gens het maandblad Het Vrouwelijke
Bedrijfshoofd, bij de verkiezingen
van afgelopen jaar gestegen van 5,6
procent tot 9,6 procent van het totaal
aantal leden. Kopenhagen staat aan
de top met een percentage van bijna
21 procent.
Wat in deze après-ski-creatie (van het Italiaanse modehuis Antonelli) op trui
plus vest lijkt, is in werkelijkheid een eendelige sweater, waarvan het „body
stuk" uit glad wit breisel is vervaardigd, met mouwen, halsinzet en col in
een levendig zwart-wit patroon. Als materiaal voor dit kledingstuk zijn orlon-
garens gebruikt. Er wordt een nauwsluitende, met lycra versterkte zwarte
stretchnantalon bii eedragen.
¥¥et „fondue-en" en „barbecue-
en", dat een paar jaar gele
den plotseling doordrong tot de ge
zapige Nederlandse keuken, is geen
culinaire modegril geweest. Wie
eenmaal een etentje met fondue of
barbecue heeft aangericht, raakt
meestal zo gecharmeerd van deze
gezellige en primitieve kook- en
eetmethoden dat de fondue- en bar
becue-attributen een vaste plaats
krijgen bij het keukengereedschap.
De sfeer tijdens zo'n onconventio
neel etentje is altijd plezierig, er is
een minimum aan afwas en ieder
een vindt de hapjes lekker. Wat wil
men als gastvrouw nog meer?
Een kookboek misschien, met flink
wat recepten voor fondue- en barbe
cue-gerechten. Wel, dat is er ook. Uit
gever Van Dishoeck in Bussum geeft
in de overbekende serie kookboekjes
een werkje uit met als titel „Fondue-
en barbecue-recepten", waaruit ook
beginners op dit terrein veel wetens
waardigs kunnen leren. Onder meer
dat het niet raadzaam is om té veel
gasten uit te nodigen voor een fon
due-partij. Vier tot zes personen vor
men een gezelschap dat al bijna te
groot is voor de capaciteit van één
réchaud: de olie koelt anders te snel
af. Wie het gezellig wil maken door
veel mensen te vragen zal twee (of
meer!) réchauds moeten aanschaf
fen.
In dit boekje staan dan verder
hoofdstukken over kaasfondue en
vleesfondue, met diverse recepten
erbij, ook voor de sausen die bij het
vlees kunnen worden gegeten.
Een voorbeeld: sauce bordelaise.
Hak drie sjalotten en een eetlepel ge
sneden peterselie samen fijn, maak
ze lichtbruin in veertig gram boter
of margarine, doe er onder goed roe
ren drie eetlepels meel bij en, beetje
bij beetje, anderhalve deciliter rode
bordeaux. Doe er zout en peper naar
smaak bij, laat het mengsel een mi
nuut of twintig op een zacht pitje ko
ken. Maak de saus af met het sap
van een halve citroen en met hon
derd gram in dobbelsteentjes gesne
den merg dat in kokend water is ge
pocheerd.
Over barbecue („eetfeest van eigen
fantasie en vindingrijkheid") wordt
in dit boekje gezegd dat men zich
vooral nooit aan de regels moet hou
den. Doe wat u invalt en doe nooit
twee keer hetzelfde, zo luidt het ad
vies aan het begin van een reeks tips
voor succesvol barbecue-en.
Ook hier veel recepten, zoals
„krabbetjes op de barbecue". Mari
neer twee kilogram krabbetjes gedu
rende een uur op kamertemperatuur
in een marinade van een half kopje
Cointreau, een half kopje sojasaus,
een half kopje honing, een kopje fijn
gehakte ananas uit blik, een half kop
je wijnazijn, een paar plakken ci
troen, twee theelepels gemberpoeder,
twee fijngehakte teentjes knoflook en
een beetje peper. Rooster daarna de
krabbetjes gedurende twintig minu
ten aan iedere kant op de barbecue,
waarbij ze steeds worden bedruppeld
met de marinade waaruit de citroen
schijven zijn verwijderd.
Een ander nieuw boekje uit deze
Van Dishoeck-serie is „De Zwitser
se keuken", een kookboek vol Zwit
serse specialiteiten waarin men
uiteraard ook de kaasfondue weer
ontmoet. Schrijver Nol Filarski ver
telt in zijn voorwoord dat de Zwit
serse keuken een combinatie is van
Italiaanse, Duitse en vooral Franse
keuken. Uit deze combinatie heeft
hij een aantal „echt Zwitserse" re
cepten geselecteerd, die ook in Ne
derland kunnen worden bereid.
Eierspecialiteiten, champignonge
rechten, kaassalades, kaastaarten en
met kaas gevulde flensjes, diverse
soepen, veel vleesgerechten vindt
men, samen met afzonderlijke hoofd
stukken over fondues en nagerechten,
in „De Zwitserse keuken".
Uit dit boekje een recept uit Mid
den-Zwitserland: Urner Haefelicha-
bis. Verhit in een braadpan een eet
lepel olie en laat hierin een pond var
kensvlees in dobbelstenen (niet te
vet) goed doorbraden. Strooi er zout,
peper en paprikapoeder over. Haal
het vlees uit de pan, doe hierin drie
grote uien die in vieren zijn gesneden
en een in grote stukken gesneden wit
te kool. Laat de groenten tien minu
ten smoren, doe dan het vlees erbij
met een halve liter vleesbouillon.
Laat het vlees ongevegr drie kwar
tier stoven, doe er een kilo geschilde
en in stukken gesneden aardappels
bij en dien het gerecht op zodra de
aardappels gaar zijn.
Beide kookboekjes zijn, zoals bij
Van Dishoeck gebruikelijk, qua uiter
lijk uitstekend verzorgd, met geesti
ge tekeningetjes van Rein van Looy
als toegift.
Volgens haarkenners leveren de
Spaanse vrouwen het beste mate
riaal voor pruiken van echt hoofd
haar, haar dat niet alleen mooi is
maar bovendien zacht en toch goed
„houdbaar". In de loop van 1966 is
voor bijna anderhalf miljoen gulden
van dit pruikenmateriaal verhan
deld.
Amerika mag dan op vele terreinen een toonaangevend wereld
deel zijn, op het terrein van de mode wordt het verre overvleu
geld door het oude Europa. Een uitzondering hierop vormt (soms)
de tienerkleding, een modesector die gouden dagen beleeft en
een heel eigen gang gaat. Bovenstaand model is afkomstig uit
de coüectie van Junior Sophisticated in New York een jurkjs
dat ook in ons oude werelddeel jeugdige harten kan veroveren.
Het is gemaakt van bedrukte zijde met brede strepen in alle
richtingen in diverse kleuren, waardoor een uitzonderlijk kleur
rijk effect is verkregen. Het wordt losjes gedragen zonder cein
tuur en uiteraard eindigt de rok boven de knie.
Hoe „onthullend" de hedendaagse mode dan ook is, precies het
tegendeel is waar te nemen in de foundationmode. Vroeger droeg
de (meestal wat oudere) vrouw wel eens onderkleding met lan
gere of lange pijpjes, alles goed verborgen onder de rok. En zie,
nu de rokken steeds korter geworden zijn tot mini toe!
nu is de langgepijpte foundation plotseling ook mode-accessoire.
Pantie-girdles, lang de pijpjes met een smalle of brede rand
kant afgezet, „versieren" nu het bovenbeen en geven de draag
ster de air van modieus gekleed te zijn. Het waarom zal wel
altijd een raadsel blijven'. Op deze tekening heeft Triumph-
International vier voorbeelden samengebracht van foundations
die met succes onder de korte rok gedragen kunnen worden