ENT SPEELSE KLEDIJ Voor „Vrouwenbelangen" is er nog werk te over OP ZN BEST Om kort te gaan „Een turende geit aan een paaltje" Traditioneel Positief de liefhebber garandeert n bijzonder Schelvis op zit Chinees Barrière „Fijne keuken" of voedingspil? Verzilverd bestek te kust en te keur neuwe óecretareóóe gezocht Pittig Genie-van-morgen Toch couture Tngewijden spreken over „V rouwen- belangen" zonder meer. Niet-in- gewijden hebben een beetje moeite met de (lange) officiële naam: de Neder landse Vereniging voor Vrouwenbe langen, Vrouwenarbeid, Gelijk Staats burgerschap. Op de vraag naar de doelstellingen van de vereniging komt dit antwoord: „Wij willen bij de vrouw het gevoel van verantwoordelijkheid versterken voor haar taak in gezin en maatschappij, in het arbeidsleven en als goede burgeres. Wij willen bevor deren dat zij in samenwerking met de man haar zelfstandig inzicht meer naar voren kan brengen". Vrouwenbelangen, vrouwenarbeid en gelijk staatsburgerschap. Spreken deze begrippen de vrouw in onze he dendaagse maatschappij nog aan? Soms wordt gezegd dat vrouwenorga nisaties een anachronisme zijn gewor den, of bezig zijn het te worden. Alles is immers bereikt, er is niets meer waarvoor moet worden gevochten, „de emancipatie" is immers voltooid. Bij deze laatste opmerking komt (gelukkig) in Nederland nog altijd een bepaalde groep mensen in het geweer. Mensen die helder beseffen dat de tijd van demonstratieve strijd weliswaar verleden tijd is, maar dat „de emancipatie" op zichzelf aller minst is voltooid. Nooit voor honderd procent voltooid zal worden omdat er steeds opnieuw moeite zal moeten worden gedaan voor het leren om gaan met, en het behoud van nieuwe verworvenheden die de vrouw blijven toestromen. Het Is zo'n kleine vijftig jaar geleden dat de Nederlandse vrouw het kiesrecht kreeg en daar is heel wat voor gevochten we kunnen het ons nu nauwelijks meer voorstellen! Voor een politieke tekenaar als Johan Braakensiek zat er kopij in. Onder de prent hierboven liet hij als bijschrift afdrukken: „De nieuwe eed in de kaatsbaan te Amsterdam. Mrs. Chapman-Catt: „Wij zullen standhouden tot wij ons recht hebben, dat zweren wij!" De leden van het internationaal congres voor Vrouwenkiesrecht: „Dat zweren wij!" De prent hieronder verscheen na de audiëntie die koningin Wilhelmina had toegestaan aan de twee grote voorvechtsters van het vrouwenkiesrecht: dr. Aletta Jacobs en mevrouw Rutgers- Hoitsema. In het bijschrift zegt koningin Wilhelmina: „Zij vragen vrouwen kiesrecht". Het antwoord van koningin Emma luidt: „Recht, mijn dochter, zie daar nu iets waarin een klein volk groot kan zijn". Het zijn niet alleen vrouwen die dit Inzien. Professor dr. Trimbos, hoofd van de Katholieke Centrale Vereni ging voor Geestelijke Volksgezond heid, merkte onlangs tijdens een con gres van deze vereniging op, dat de emancipatie van de vrouw het „tra ditionele vrouwbeeld" nog maar wei nig heeft veranderd. De status van de gehuwde vrouw is nog steeds geheel afhankelijk van haar man, en niet van haar persoonlijke waarde. De waardering van de man berust veel al nog op de erotische of moederlijke kwaliteiten van een vrouw. De deel neming van de Nederlandse vrouw aan het maatschappelijk leven is mi niem, er is een opvallende achter stand in het algemeen vormend en het beroepsonderwijs, en het toe komstperspectief van menig meisje reikt niet verder dan het (vroege) hu welijk, aldus professor Trimbos. Het jonge meisje van nu werd, tij dens dat zelfde congres, door mejuf frouw dr. A. de Waal (oud-staatsse cretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) vergeleken met „een turende geit aan een paaltje". Traditionele opvoedingsmethoden trekken rondom de jeugd vaak krappe grenzen waarbinnen lang niet altijd blijvende waarden te vinden zijn. De maatschappij is slechts gediend met een toenemen de evenwichtige samenwerking van mannen en vrouwen, volgens me juffrouw De Waal die een flink deel van haar werkkracht en capacitei ten heeft gegeven aan de Vereni ging voor Vrouwenbelangen, Vrou wenarbeid en Gelijk Staatsburger schap waarvan zij tot voor kort presidente was. „Vrouwenbelangen" is niet altijd onder de huidige officiële lange naam op het terrein van de Nederlandse vrouwenorganisaties actief geweest. In 1920 ontstond de Unie voor Vrou wenbelangen uit een fusie tussen het Comité tot verbetering van de maat schappelijke en rechtstoestand van de vrouw (Jeltje de Bo^ph Kemper) en de Bond voor Vrouwenkiesrecht. In 1930 werd de Nederlandse Vereniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap gesticht, als resul taat van het samengaan van de Unie voor Vrouwenbelangen en de Vereni ging van Staatsburgeressen. In 1947, precies twintig jaar geleden dus, werd besloten tot samengaan met de uit 1898 daterende Vereniging voor Vrouwenarbeid, met als resultaat de tot nu toe gehandhaafde naam Neder landse Vereniging voor Vrouwenbe langen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap Achter deze naam (die nogal eens bezwaren oproept, en dat niet alleen vanwege zijn lengte!) werkt een van die Nederlandse vrouwengroeperin gen voor wie het begrip emancipatie nog altijd „strijd" betekent. Welis waar is die strijd van negatief posi tief geworden: men strijdt niet meer in de eerste plaats tégen, maar voor al vóór bepaalde dingen. Geen op tochten meer van gehoonde en als excentriek beschouwde pioniersters, wel een voortdurende waakzaamheid om dat wat bereikt werd vast te hou den en verder uit te bouwen. Daarnaast: optornen tegen een groeiende algemene onverschilligheid en gemakzucht waardoor veel van het bereikte weer verloren dreigt te gaan. Vooral de jongeren weten te weinig af van de inspanning ten koste waarvan de rechten zijn verworven, waarvan nu alle vrouwen vanzelfspre kend profiteren. (Van onze medewerkster) TVTederland is een „zeevarend land" zoals dat heet, maar de Nederlander is geen viseter. In an dere zeevarende landen worden per hoofd van de bevolking heel wat meer visjes verschalkt dan in ons land waar de gemiddelde viscon- sumptie op ongeveer tien kilogram per hoofd per jaar komt. In Japan bijvoorbeeld eet men per hoofd ruim tweeëntwintig kilogram vis, de Portugees brengt het tot eenen dertig kilogram en in Noorwegen wordt zesendertig kilogram per hoofd van de bevolking gegeten. Dat Nederland zo weinig „vis-min- ded" is, vinden de mensen van de voedingsvoorlichting maar zo-zo. Want vis, zo doceren zij, is een uit stekend voedingsmiddel. Schoonge maakte en ontgrate vis bestaat, om te beginnen, voor ongeveer een vijfde deel uit de belangrijke bouwstof eiwit. Verder bevat vis de nodige vi tamines en diverse voedingszouten, waaronder kalk, fosfor, ijzer en (bij zeevis) jodium. De goedkope soorten vis doen in het algemeen qua voe dingswaarde niet voor de dure soor ten onder. Om de geringe Nederlandse belang stelling voor het zeebanket wat aan te wakkeren heeft het Voorlichtingsbu reau voor de Voeding een brochure samengesteld waarin het nodige over vis wordt verteld, aangevuld met ver scheidene recepten. Er zijn tips voor het schoonmaken en bereiden van vis, voorbeelden van menu's met visge rechten, een pagina met recepten voor diverse vissausen en een hoofd stukje over de weinig beminde stok vis die bij een juiste behandeling toch zo'n voortreffelijke maaltijd kan op leveren. „Vis op z'n best" is de naam van dit kleurige boekje waaraan het vol gende recept (voor „schelvis op Chi nese wijze") is ontleend: Een halve kilo gefileerde schelvis wordt gewassen en gezouten. Bak daarna eerst twee schoongemaakte en kleingesneden uien lichtbruin in twee eetlepels olie. Maak vijf wortel tjes en een stukje prei schoon en bak de groente, in dunne plakjes gesne den, even mee. Doe bij het baksel twee deciliter water, een eetlepel azijn, een eetlepel gembersiroop, twee eetlepels ketjap en wat peper, breng het vocht aan de kook en bind het met een halve eetlepel aange mengde maizena. Stoof in deze saus de vis langzaam gaar (ongeveer een kwartier) en geef droge rijst bij deze Chinese schelvis. Wie nieuwsgierig is naar meer vis- recepten kan „Vis op z'n best" voor vijftig cent bestellen via gironummer 36 30 81 van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, Laan Copes van Cattenburch 44, Den Haag. „Vrouwenbelangen", het maand blad van de vereniging, schreef on langs over de duizenden vrouwen die het nu „wel goed" vinden zoals het allemaal gaat. Vrouwen die de vrij heid hebben geaccepteerd zonder zich de. verantwoordelijkheid te realiseren die mét de verruiming van het be reikbare gebied vergroot is. Men ac cepteert de rechten gemakkelijk maar verschuilt zich tegelijkertijd achter de goede zorgen van de man, daarmee een barrière opwerpend tus sen de wereld van „de mannen" en „de vrouwen". Vrouwen die wel over d'e barrière heen komen moeten nog altijd méér presteren dan de honderd procent die op dezelfde plaats van een man wordt geëist. Gemakzucht en onverschillig heid maken dat de meisjes van nu dikwijls tevreden zijn met een oplei ding die beneden hun capaciteiten ligt en waarmee de kern voor onte vredenheid in een latere levensperio de wordt gelegd. Zestien afdelingen van de vereni ging, verdeeld over acht provincies, fungeren als centra waar vrouwen die wei geïnteresseerd zijn in de vraagstukken van deze tijd, elkaar kunnen ontmoeten. Men organiseert lezingen over actuele onderwerpen: vrouw en verkiezing, de vrouw in het arbeidsproces, het NW en de vrouwelijke werknemers, kinderen in deze tijd, de vrouw in de recla me, wat doet de EEG, actuele pro blemen tussen werkgevers en werk nemers. Men organiseert politieke discussieavonden en cursussen over spreken in het openbaar. Maatschappelijke, economische en wettelijke vraagstukken worden in tensief bestudeerd door de vereniging. Waar nodig worden de belangen van de vrouw bij de hiervoor in aanmer king komende instanties bepleit. Een greep uit enkele recente jaar gangen van het maandblad „Vrou wenbelangen" waarin actuele proble men uit binnen- en buitenland worden behandeld, levert (naast de vaste rubriek Parlementaria) bijdragen op over onderwerpen als: invoering van gelijke beloning voor gelijke arbeid, vrouw en politiek, het westerse gezin in de huidige maatschappij, het ont- wapeningsvraagstuk, de vrouw in de kerk, arbeidsdienstplicht voor meis jes, vrouwelijke beroepen en beroe- penvoorlichting, de betekenis van li chamelijke opvoeding voor de per soonlijkheidsvorming van de vrouw, de arbeid van vrouwen in Nederland in de SER. Het bureau van de vereniging is ge vestigd te Amsterdam-Oost, Halma- heirastraat 30, telefoon 020-94 68 20. Op hetzelfde adres vindt men het IAV, het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging waar belang stellenden zich via een uitgebreide voorraad boeken, brochures, tijd schriften en ander materiaal kunnen oriënteren over de plaats van de vrouw in de samenleving, zowel vroeger als nu. Tijdens een onlangs in Amerika gehouden congres over voedings leer, werd de sombere voorspelling geuit dat er omstreeks 1980 geen verschil meer zal zijn tussen een goede keuken en een slechte keu ken. De „fijne keuken" zal hele maal verdwijnen. Voedingspillen zullen de definitieve ondergang van de kookkunst bewerkstelligen. De culinaire kopstukken van het oude Europese continent geloven be slist niet in deze sombere voorspel lingen. Integendeel: de keuken zal meer en meer „individueel" worden. In de toekomst, aldus Franse kook- deskundigen, zal men meer en meer gezinnen zien waarvan de leden, af hankelijk van werk of andere bezig heden, allemaal op verschillende tijdstippen thuiskomen. Dat zou kunnen inhouden dat ouders, kinderen en verdere gezins leden elk het eigen potje koken, het geen ongetwijfeld zal resulteren in het veelvuldig koken van het eigen lievelingsgerecht. Nog een stapje ver der en ieder gezinslid heeft z'n eigen pannetjes, keukengereedschap en re cepten. Koken zal niet alleen plicht maar ook spel zijn. Een opvatting waartegen geen enkele voedingspil het zal kunnen bolwerken! Voor het organiseren van een ver gelijkend onderzoek naar „verzilverd bestek" heeft de Nederlandse Consu mentenbond heel wat omweggetjes moeten bewandelen. Wie verzilverd bestek wil kopen kan namelijk in Ne derland de verschillende merken niet in één zelfde winkel kopen. Bepaalde merken zijn alleen bij zaken in huis houdelijke artikelen te koop, andere alleen bij juweliers, weer andere via de postorderbedrijven of als premie van levensmiddelenbedrijven. Het onderzoek leidde tot deze con clusie Al het onderzochte bestek (twaalf bekende merken) voldeed aan redelij ke eisen en vertoonde onderling be trekkelijk weinig verschil. Vorken en lepels ontliepen elkaar iets in verzil vering op kwetsbare plaatsen, messen in de kwaliteit van het roestvaste staal. Kleine kwaliteitsverschillen hielden geen verband met de (vaak grote) prijsverschillen. Er is daarom weinig tegen om alleen de prijs of eventueel het model bij aankoop de doorslag te laten geven, aldus de Con sumentenbond die nog opmerkt dat mededelingen als „zwaar verzilverd" of „verzilverd op basis 100" gerust met een korrel zout mogen worden genomen. De begrippen normaal en zwaar bleken bij het onderzoek geen enkel verschil op te leveren. Voor kinderen heet het een speelpak, voor moeder „vrijetijdskleding" vreemd woord want moeders hebben immers nooit vrije tijd! Hoe het ook zij, het pak dat u hierboven ziet afgebeeld vraagt net als de kinderkledij hieronder naar de lentezon. Het is gemaakt van grove tinnen stof in zachtroze kleur. Er wordt een gestreepte piqué blouse bij gedragen in de kleuren roze, geel, khaki en zwart. (Uit de Happy Days-serie van Triumph International). Dit is kinderkleding van Nederlandse bodem (Sturka). Links een speelpantalon met grote zakken, bretels met clipssluiting en splitjes in de voorkant van de broekspijpen. Het materiaal is denim, versierd met grove, witte stiksels. Het meisjesmanteltje rechts is van geruite terlenkastof. Het heeft raglanmouwen, een dubbele rij knopen en nylonvoering. RECEPT voor een pikant aange klede bruine-bonenschotel Was en week de bruine bonen en kook ze in het weekwater gaar. Doe er pas zout bij wanneer de bonen al Het „Een, twee, drie, vier, hoedjes van papieris nu niet meer een kinderspelletje maar pure zakelijkheid ge worden: in Londen zijn namelijk na de papieren jurken nu ook de papieren hoeden op de markt gekomen. Natuurlijk leent papier zich uitstekend voor vrolijke, modieuze en bovendien nog goedkope hoedjes (nog geen tien gulden per stuk), maar het blijft voor ons toch wel een vraag hoe het moet gaan in een van die stevige plensbuien die ons Nederlandse klimaat kenmerken! halfgaar zijn. Maak een paprika saus door twintig gram boter te smelten, er twintig gram bloem en een paar eetlepels paprikapoeder door te roeren en hierbij langzaam en steeds roerend ruim een halve liter bouillon te gieten. Zout, peper en wat chilisaus kunnen de saus nog wat pittiger maken. Breng de bruine bonen op tafel met de papri kasaus en met een schaal droogge- kookte rijst. Moeders die bang zijn dat de intel ligentie van hun spruiten staat of valt met het moment waarop de kleuter leert lopen, praten of lezen kunnen gerust zijn: die prestaties zeggen niet zoveel over de geestelijke achter- •grond van het grut. Het Engelse echt paar Illingworth dat de levenswijze van vijfhonderd beroemde figuren heeft bestudeerd en hierover een boekje heeft samengesteld, vertelt in dit werkje onder meer dat Albert Einstein vier jaar was voordat hij kon praten en op zijn zevende jaar pas ging lezen. Isaac Newton moet in zijn jeugd geruime tijd de slechtste leerling van de klas zijn geweest en •met de cijferlijstjes van sir Winston Churchill schijnt het ook niet altijd even best te zijn gegaan. Vandaar da de auteurs opmerken: „Het kind dat vandaag achterlijk lijkt kan het genie van morgen zijn". „Geen enkele vrouw zal een echt koopje haar neus laten voorbij gaan." Deze uitspraak in het week blad „Woman's Realm" is afkom stig van mevrouw Phyllis Kay die in Londen uitstekende zaken doet met het kopen en verkopen van couturekleding die slechts korte tijd is gedragen. De basis van deze bloeiende nering werd gelegd toen een vriendin van mevrouw Kay naar Amerika verhuisde en haar vroeg, de door haar achtergelaten garderobe te willen verkopen. Nu heeft mevrouw Kay een boutique waarin voortdurend fraaie koopjes op kledinggebied liggen uitgestald. Haar kring van klanten groeit nog steeds. n g Ik had een nieuwe secretaresse g nodig. De oude was door de dui- vel ingepikt. Ik had 'r al honder- den keren gezegd: „Ik wou dat de duvel je haalde. Nu had-ie 't ge- g daan en zat ik ermee." g Ditmaal wilde ik echt een flinke g secretaresse. Een secretaresse g met een goede algemene ontwik- g keling. Zo eentje hoeft niet steeds J onder het dicteren met „wat zegt g u?" te komen, wanneer ik eens g wat onduidelijk ben. En een goe- Z de algemene ontwikkeling maakt Z op bezoekers indruk. Die zeggen g dan: „Als dat meisje al zo bij de pinken is, hoe gewiekst zal dan g wel haar baas niet zijn!" Zo zie Z je maar. Ik pakte de telefoon en g gaf een mooie advertentie op. De eerste sollicitante kwam g binnen. Ze was aardig om te zien. J „Ik heb veel ellende gehad met g mijn vorige secretaresse," zei ik. „Om precies te zijn: ze was zo g stom als een varken. Daarom moet ik nu een intelligent meisje g hebben. Het werkt vlotter als er I5 hier iemand zit die een behoorlij- ke algemene ontwikkeling heeft. 4 Daarom wil ik u graag drie alge- g g mene vragen stellen." g „Ga gerust uw gang," zei ze. g 5 „Hoe heet de hoofdstad van Noorwegen?" g „Kopenhagen." 4 „Nee, jammer genoeg niet. Het g is Oslo. Maar daar vergist men g g zich gauw in. Een andere vraag: g 5 welk lichamelijk gebrek had 4 Beethoven?" Ze aarzelde. „Geldgebrek," zei ze tenslotte. g Ik slikte manmoedig mijn reac- 4 4 tie in en stelde de derde vraag: g g „Weet u wat een fjord is?" 4 „Een bekend automerk." g g „Nee, een fjord is een baai van 4 de zee in een landschap met hoge g g bergachtige oevers. Ik kan op het ogenblik nog geen beslissing ne- g g men, juffrouw, ik laat u wel^ g schriftelijk weten wat ik... en g g uw naam heb ik genoteerdU J hoort nog wel van mijg 4 4 g De tweede sollicitante was g g slank en had prachtig blond haar. g g Ze kwam rechtstreeks van de g g verkiezing van Miss Holland en g g het scheen mij een grove fout van g de jury toe dat zij de titel niet ge- g kregen had. g „Deze betrekking stelt hoge 4 eisen," begon ik. Ze keek me aan Ien flink ging ik voort: „Ik wil u 4 graag drie algemene vragen stel-£ g len." „O, enig," zei ze. g „Vooruit dan. Weet u aan wie 4 g le tekst van het Wilhelmus wordt 4 toegeschreven?" 4 „Aan Otto de Nobel," zei ze. 4 „Jammer," zei ik, „maar dat 5 *4 is niet juist. Otto de Nobel was de j 4 componist van menig socialistisch g g strijdlied. Kent u er een van?" g g Ze dacht een ogenblik na. „Ik g g heb eerbied voor jouw grijze ha- g g renaarzelde ze. Ik zuchtte. g g „Hebt u wel eens van een moes- g g son gehoord," vroeg ik. g „Jazeker," zei ze, „maar ikg g weet 't niet helemaal precies, ik; 4 hou niet zo erg van dat Chinese g eten." 4 De derde sollicitante wachtte al g 4 vijf minuten in de spreekkamer, g '1 Toen ze binnenkwam, bleef mijng g adem stokken. Ze zag eruit ais g g de Venus van Milo zelf, maar g g dan met alles eraan. Mijn nek g g knelde in mijn boord; ik wees g g sprakeloos naar een stoel. Wat g had ik nog idiote vragen te stel- g 4 len? Dit was 'r, dat wist ik. Ze g 4 was meteen aangenomen. g „Beste juffrouw," begon ik. „ik; g heb nog nooit, ik bedoel u g bent g Ze keek me onderzoekend aang g en nam de conversatie over. „Ikg g heb veel ellende gehad met mijn g 4 vorige chef," zei ze. „Om precies g 4 te zijn: hij was zo stom als een 4 varken. Het werkt vlotter als er 5 behalve ik ook iemand anders is die een behoorlijke algemene ont-g g wikkeling heeft. Daarom wil ik ug g graag eerst een paar vragen stel-g g len." g Geheel versteend beduidde ik g g haar verder te gaan. g „Wanneer werd de dichter 4 g C. S. Adama van Scheltema ge- 4 4 boren en waar?" 4 „In Bergen," bracht ik stotte-g g rend uit, „het jaar weet ik niet g 4 precies meer „1877," zei ze, „en voor de rest g g was het Amsterdam. Tweede g g vraag: op welk eiland leefde Ro-g g binson?" g g „Op Crusoë," riep ik begerig, g g „waar al die hoela-hoela g „Op Masatiera in de Fernan-g g dez-eilandengroep," zei ze kil. g g „Nu een gemakkelijk vraagje: g wat is een tonsuur?" Ik wees op mijn hoofd: „Dat is g g dat kleine lichte plekje g „Nee," zei ze. „Wat u hebt is g g gewoon een kaal hoofd." Ze stond g g op. „Ik kan nu nog geen beslis- g g sing nemen," zei ze, „maar uw g g adres heb ik genoteerd, u hoort g nog van mij." 4 Weg was ze. Ik stond op, trok 4 mijn jas aan en ging naar het ar- g beidsbureau. Twee dagen later g zat in de kamer naast mij een meisje met piekhaar, wier cultu rele belangstelling zijn hoogte punt vond op de zaterdagse dans- g avond en die koffie-zetten onme-g telijk belangrijker vond dan de geografische eigenaardigheden van de Polynesische eilanden. Ze maakte mijn bureau tweemaal per dag geheel tot een chaos en kwam iedere vijf minuten binnen omdat ze haar eigen stenogram niet meer lezen kon. En ik nam toe in wijsheid en was volstrekt gelukkig met haar. 9

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 14