Beste totaaltijd en
winnaar op drie van
vier afstanden
Val maakte einde aan
illusies van Schenk
Kees
wil je
een stok
kaas
uit het
vuistje
En zo werd het klassement
Vijf Nederlanders bij de
laatste zestien...
Ijskoud Lahti
Nederlandse
naar Toensberg
ploeg
(Jit eerbied
Kinderspel
Happening
Zwitsers naar WK
schaatsenrijden
LAHTI Met het rood-wit-blauw voorop dansten gistermiddag
in het licht van de ontstoken schijnwerpers tientallen Nederlan- 'i
ders op het ijs van Lahti. Zij dansten en zongen ter ere vooral
van Kees Verkerk die. in weergaloze vorm verkerend. Europees
schaatskampioen 1967 werd en daarmee Ard Schenk onttroonde.
Ze waren ook blij met een prestatie die nog nooit tevoren de
Nederlandse schaatsploeg had geleverd: namelijk vijf man te heb
ben bij de laatste zestien. De Nederlandse supporters konden met
al hun enthousiasme de ijzige koude van rond 30 graden onder nul
op die zondagmiddag niet verdrijven, maar ze brachten wel
warmte in de harten van de jongens, die voor deze opnieuw prach
tige schaatsuccessen hadden gezorgd. Zo ver van huis en toch
zo velen, die gekomen waren om hen aan te moedigen en hen te
steunen. „Dat", zeiden allen in koor. „was een enorme stimulans
voor ons".
KEES VERKERK EUROPEES KAMPIOEN
KEES VERKERK
op volle snelheid
LAHTI Die val van Ard Schenk
op de 500 m., bij het uitkomen van de
laatste bocht, zal ons altijd bijblijven.
Telkens zagen wij gisteren weer die
wegglijdende jongen in een wolk
sneeuw. Er klonk een kreet van ont
steltenis in die kleine groep van Ne
derlandse officials, die onderdelen van
seconden tevoren nog op de chronome
ters hadden gekeken en juichend had
den geroepen: „Hij is vreselijk snel,
hij gaat zonder twijfel Kaplan klop
pen."
Toen was daar die val, even de stil
te, het opkrabbelen en het moeizaam
finishen van „de lange" met gebogen
hoofd. Weg alle illusies, weg de fel
begeerde zege op de 500 m, die hem
niet meer leek te kunnen ontgaan.
Reeds op het eerste rechte eind was
Ard 0,2 seconde sneller geweest dan
Kaplan (10.3-10.5). Bij het ingaan van
de laatste, noodlottige bocht, was het
verschil 0,3 geworden. Met het rechte
eind voor de boeg bij die verschrikke
lijke slotexplosie van Ard in het voor
uitzicht... iedereen maakte zich al op
voor t applaus, voor de ovatie. De
supporters op de tribune, de mannen
langs de baan, Wim de Graaff en de
aijdere rijders. „Hup Ard, hup Ard",
had het gescandeerd geklonken, pre
cies in de maat van de slagen, die
Ard maakte, keiharde slagen op kei
hard ijs. „Ik zag Ard even omhoog ko
men", zei vader Schenk, „en ik hield
mijn adem in. Dat kost je je titel jon
gen", dacht ik en meteen was het al
gebeurd.
„Mijn linker schaats trok naar buiten
en dan ga je op dat harde ijs", zei
Ard berustend. „Enfin, het is gebeurd,
wat kan je eraan doen?"
Daarna baande hij zich een weg naar
de kleedkamer, naar de stilte om het
met zichzelf uit te vechten. Alleen va
der Schenk en broer Jan waren bij hem
in die moeilijke minuten. Hoe voortref
felijk Ard de dreun mentaal had weten
op te vangen bleek nauwelijks ander
half uur later op de 5000 m. Men kon
het aan zijn verbeten, door de kou ge
tekende, gezicht zien, dat hij wilde win
nen, dat hij ervan overtuigd was, dat
hij er doorheen moest. De sterke
Johnny Nilsson, nog altijd een van de
tops op de 5000 en 10.000 m, al is zijn
glans snel aan het verbleken. En John
ny kreeg de volle laag. De Nederlan
ders langs de baan voelden het. Ze
juichten en schreeuwden hun kelen
schor. namen hun petje af voor de-
Be Ard. Een jongen, die winnen wilde
om zichzelf te rehabiliteren. Meer nog
en meer nog, om er zelf zeker van te
zijn, dat over veertien dagen in Oslo,
bij de wereldkampioenschappen, er 'n
ADVERTENTIE
zeer vooraanstaande rol voor hem is
weggelegd. Ard Schenk won die 5000 m.
In een tijd, die voldoende was voor 'n
vierde plaats achter Kaplan, Maier en
de onvergelijkbare Verkerk. Kees, die
tegen Ard gezegd had: „Ard, ik
wreek je". Hoe, dat heeft vooral Vale-
ri Kaplan in dit ijskoude weekeinde
ondervonden.
ARD SCHENK
nog niet bewust van het noodlot
En daar stond Kees dan, met de be-
remuts op, op de hoogste trede van het
podium. Hij keek naar de lege tribu
nes. Neen, het was geen Gotenburg,
waar hij nog geen jaar geleden wereld
kampioen werd. Daar had het gedaverd
van de toejuichingen. Daar waren ook
de Zweden en Noren op de tribunes ge
bleven om hem, de kampioen, de ver
diende hulde te schenken. Hier, in Lahti,
waren de weinige Finnen, die tever
geefs gehoopt hadden op een succes van
Launonen, al lang naar de warme huis
kamer gevlucht. Hier in Lahti waren
geen Noren of Zweden, hier vlak voor
Kees danste alleen die kleine, dappere
Nederlandse supportersschare. Zij wa
ren het, die nog voor enige sfeer zorg
den. Zij zongen uit volle borst over de
glorie van de Nederlandse schaatsploeg:
„Hee, hee, hee, Holland doet weer
mee". Zij leverden nieuwe bijdragen
aan Wim Kan's „Jelle zal wel zien",
door Kaplan erbij te betrekken. Kortom,
zij waakten ervoor, dat Kees Verkerk,
de nieuwe Europese kampioen 1967,
slechts de herinnering zou blijyen aan
de ijzige koude, die maakte dat het toer
nooi zou worden afgesloten met een drie
duizend in plaats van een tienduizend
meter.
„U loopt een groot risico", had de
Nederlandse dokter Lap gewaarschuwd.
En de technische commissie van de In
ternational Skating Union (I.S.U.) nam
op advies van haar Nederlandse voor
zitter, Henny Roos, deze waarschuwing
volledig ter harte. Kees Verkerk Eu
ropees kampioen winnaar van drie
afstanden: 1500, 3000 en 5000 meter en
vierde (ja heus!) op de 500 meter
was onaantastbaar. Voor Valeri Kap
lan en voor Eduard Matusevitsj, die
tweede en derde werden, ook voor Ard
Schenk, zelfs al zou die niet gevallen
zijn op de 500 m, waardoor hij alle kans
op een vooraanstaande klassering in de
vrieskou zag verdwijnen.
Over de anderen, die aan dit Euro
pees kampioenschap deelnemen, hoeven
we feitelijk niet eens te praten. Kees
Verkerks ster is zo hoog gerezen, dat
er een compleet wonder moet geschie
den, indien hij niet over veertien dagen
in Oslo ook de wereldtitel grijpt. „In
deze vorm is uw Verkerk onklopbaar",
zei Boris Stenin, „kijk maar, hoe Kap
lan en Matusevitsj hem eren." De beide
Russen, die naast Keek op het erepo
dium hadden gestaan, droegen hem van
de baan naar de kleedkamer. Ze deden
dat uit eerbied voor zijn fenomenale
prestaties. En in hun hart wisten ze te
gelijkertijd, dat ook over veertien da
gen de hoogste eer niet voor hen zal
zijn weggelegd.
Het verhaal van deze 1967-editie van
de Europese schaatsstrijd is in wezen
spoedig verteld. Kees Verkerk legde de
basis voor zijn sprankelend succes,
toen hij op de 500 m, zijn „zwakste"
afstand, nota bene vierde werd in een
tijd van 42.4, op een na de snelste
door hem gereden. Slechts een halve
seconde had hij moeten prijsgeven aan
Kaplan. En dat betekende, dat de mo
gelijkheid van een leidersplaats na de
twee afstanden van de eerste dag er
voor onze landgenoot dik in zat. Die
snelle 500 m van Kees Verkerk stak
de Nederlandse supporterskolonie een
hart onder de riem, die kort daarna
na Ard Schenk uit de laatste bocht za
gen glijden. Geen tandem dit jaar, geen
1. Kees, 2. Ard of omgekeerd. Kees al
leen moest het doen, nadat Ard geval
len was. Kees dèèd het alleen. Hij was
onklopbaar. Het keiharde ijs, dat kraak
te onder de driftige aanraking met de
ijzers, kon hem niet klein krijgen. De
ijzige koude overwon hij met ijzeren
wilskracht en de Russen bogen reeds op
de 5000 m deemoedig het hoofd voor de
extra top, die Kees Verkerk op dit mo
ment in de schaatswereld vormt.
Die 5000 m, Fred Anton Maier
evenals Ard op de 500 m gevallen en
daardoor uitgeschakeld voor een hem
passende klassering in de eindrangschik
king had er zijn zinnen op gezet. In
de hem eigen vloeiende stijl gleed hij
voor zover dat mogelijk was op dit
onmogelijk harde ijs naar een tijd,
die niet voor verbetering vatbaar leek:
7.49.1. Vijf seconden sneller dan Kap
lan, ruim elf seconden winst op Matuse
vitsj. Ook Ard, die Jonny Nilsson in
7.56.8 versloeg, kon Maier niet benade
ren. Maar Kees Verkerk uit Putters-
hoek wèl. Hij had geen enkel verweer
te duchten van de Tsjech Teply, die
hij op de streep zou inhalen. Dat was
ook niet nodig. Hij was op de hoogte
van het schema, dat Fred Anton Maier
naar deze toptijd had gebracht. Hij
wist ook, hoeveel seconden hij sneller
moest zijn om Valeri Kaplan na twee
nummers al van de ereplaats te ver
drijven. „Ik wreek je", had Kees tegen
Ard gezegd. Valeri Kaplan zou het te
weten komen... Geheel in de ban van de
vloeiende, efficiënte stijl van Kees ver
gaten de toeschouwers de bijtende kou-
500
1500
3000
5000
totaal
1.
Verkerk (Ned.)
42.4
4)
2.12.9
1)
4.41.2
1)
7.47.1
1)
180.277
2.
Kaplan (R.)
41.9
O
2.15.7
4)
4.47.9
6)
7.54.1
3)
182.593
3.
Matusevitsj (R.)
42.0
2)
2.15.1
3)
4.47.5
5)
8.00.6
9)
183.010
4.
Antsson (R.)
42.6
(5
2.14.7
2)
4.44.4
3)
8.05.6
(12)
183.460
5.
Stiansen (N.)
43.2
9)
2.16.3
5)
4.48.5
8)
7.58.1
6)
184.526
6.
Thomassen (N.)
42.7
6)
2.19.7
(11)
4.54.5
(12)
8.06.0
(14)
186.950
7.
Tsjekuljajev (R.)
43.7
(12)
2.18.6
6)
4.52.6
(11)
8.05.8
(13)
187.247
8.
Bartling (Ned.)
42.8
7)
2.18.8
7)
4.56.4
(14)
8.09.3
(18)
187.397
9.
Nottet (Ned.)
44.5
(16)
2.22.0
(17)
4.50.0
9)
7.57.6
5)
187.926
10.
Seljajin (R.)
45.5
(26)
2.19.3
9)
4.48.5
7)
8.01.7
(10)
188.122
11.
Zimniermann (D.)
43.3
(10)
2.19.9
(13)
4.55.9
(13)
7.58.9
7)
188.140
12.
Liebrechts (Ned.)
44.9
(20)
2.19.8
(12)
4.50.4
(10)
8.03.9
(11)
188.290
13.
Nilsson (Zwe.)
44.6
(17)
2.24.7
(22)
5.02.6
(16)
7.59.0
8)
191.206
14.
Strutz (Oostenr.)
45.7
(28)
2.26.7
(26)
5.00.8
(15)
8.07.5
(15)
193.083
15.
Schenk (Ned.)
53.0
(32)
2.19.6
(10)
4.44.2
2)
7.56.8
4)
194.580
16.
Maier (N.)
54.3
(33)
2.19.9
(13)
4.45.4
4)
7.49.1
2)
195.510
De Europese kampioen middenop het
ereschavot.
de. Ze keken als gebiologeerd toe, ze
wisten ineens, dat daar de nieuwe kam
pioen reed. Toen de chronometers stil
stonden op 7.47.1, precies twee seconden
sneller dan Maier en bijna 7 seconden
voor Kaplan, barstte het enthousiasme
los. Vergeten waren de Finnen, dat hun
Launonen volledig had gefaald en de
tweede dag niet eens meer aan de start
zou verschijnen. Ze zagen daar een klei
ne, parmantige Nederlander, die het ge
waagd had Kaplan van de troon te sto
ten, waarop de Russen hem die eerste
dag zo graag hadden gehouden.
De rest was kinderspel voor Kees
Verkerk. Op de 1500*m bouwde hij in
een persoonlijk duel met Kaplan aan
zijn voorsprong. Kaplan was geen par
tij voor deze Verkerk. „Hij maakt ge
hakt van hem", zei NOC-official ir. A.
Paulen. Drie volle seconden lagen tus
sen de beide rivalen aan de eindstreep.
Slechts Antsson en Matusevitsj hadden
dichter bij Kees kunnen komen, maar
bedreigen nooit...
Was het een wonder, dat onze land
genoten ook op de 3000 m niemand in
hun nabijheid duldden? Een slotapothe
ose onder verschrikkelijke weersom
standigheden. Van alles hadden de rij
ders gedaan om weerstand te kunnen
bieden aan koude, die door merg en
been drong. Ze waren ingevet, anderen
hadden het gelaat beschermd met een
plastic kap. Kees Verkerk had het alle
maal afgeweerd. „Over een kleine vijf
minuten is dit kampioenschap voorbij",
zei hij, naar de start stappend. „Nog
even Kees", riep vader Pleun. Op de
tribunes stampten de Nederlanders van
kou en enthousiasme. „Keessie, Kees-
sie", riepen ze, „Keessie, we willen je
kampioen zien". Ja, wie niet?. Coach
Wim de Graaff, Jan Charisius, Dick de
Vroome, Ben Holleboom, dokter Lap,
ze stonden daar bij de start en duim
den. „Laat het ijs geen spelbreker zijn,
zoals bij Ard", zei vader Klaas Schenk
stil voor zich heen. Het werd geen spel
breker. Niets of niemand kan deze Kees
Verkerk stuiten. Ook de 3000 m legde
hij af in de snelste tijd van alle zestien
rijders, die nog in de strijd waren.
Ard Schenk werd tweede en even ston
den beide cracks weer samen op het
erepodium. „Zo ook in Oslo, Ard", zei
Kees, „maar dan in het eindklasse
ment." Ard zei niets terug. Er ging te
veel in hem om op dat moment.
De Nederlandse supporters wachtten
het „Wilhelmus" niet af. Ze waren niet
groot in getal, maar we zullen toch niet
gauw die happening rond het rood-wit-
blauw vergeten daar op de ijzige ijs-
piste van Lahti. Die blijde mensen, oud
en jong, Jaap Havekotte was erbij,
Kees Broekman en Klaas Schenk, va
der Bart ling en vader Verkerk. Ze kwa
men uit vele contreien van ons lieve
Nederland. Ze zongen allemaal zonder
uitzondering de lof van Kees Verkerk.
Ze hadden hun kelen schor geschreeuwd
bij iedere rit van welke Nederlander
dan ook. Hun „Heja" had geklonken,
ook voor de eenzame Noren, de grote
verliezers. Kees Verkerk echter
gold hun grootste enthousiasme. „Je
kunt trots zijn op zo'n kampioen. Zo'n
grote is er nog nooit geweest bij ons,"
zei Sverre Farstadt, nu Noors verslag
gever tegen ons. „En Hjallis dan?"
vroegen wé. „Stil", zei hij „uw volks
lied." En daarna: „Nee, tegen deze Kees
Verkerk zou ook Hjallis Andersen kans
loos zijn geweest." En dat is voor een
Noor de grootste eer, die hij iemand op
schaatsgebied kan bewijzen.
LAHTI De Nederlandse schaats
ploeg, die zo succesvol uit de strijd om
de Europese titel te Lahti is gekomen,
gaat maandag naar het Noorse Toens
berg, waar onze landgenoten vrijdag en
zaterdag a.s. zullen uitkomen op inter
nationale wedstrijden met onder ande
ren de Russen en Noren als tegenstan
ders. In verband met de zeer lage tem
peraturen de laatste tijd ln Hamar,
waardoor training daar vrtfwel onmo
gelijk was, is de keus op bet zuidelijker
gelegen Toensberg gevallen.
LAHTI Welk een vooraanstaande
plaats Nederland momenteel inneemt
in de schaatswereld is m Lahti duide
lijk naar voren gekomen. Alle v(jf Ne
derlanders bereikten de laatste zes
tien. Kees Verkerk werd kampioen, de
jeugdige Frits Bartling bezette de acht
ste plaats, Peter Nottet werd de
negende, voor Rudi Liebrechts was de
twaalfde plaats weggelegd, terwijl Ard
Schenk op de vijftiende eindigde. Als
de Noordhollander niet gevallen was,
zou de tweede of derde plaats binnen
zijn bereik hebben gelegen
Naast Nederland had ook Rusland
vijf rijders bij de laatste zestien,
maar dit grote land beschikt toch niet
over de absolute top zoals wij het met
Kees en, momenteel in iets mindere
mate, met Ard hebben. De Noren kre
gen inderdaad de bittere pil te slikken,
die hun al van tevoren toebedacht was.
Drie man bij de laatste zestien,
slechts twee bij de beste twaalf, het
geen betekent, dat ze volgend jaar bij
de Europese kampioenschappen in Oslo
nota bene slechts vier rijders mogen
afvaardigen in plaats van vijf. Een
vreselijke afgang voor een land, dat
kort geleden nog gold als de sterkste
schaatsnatie. Zweden (de sterk afta
kelende Johnny Nilsson), West-Duits-
land (Zlmmermann) bezette een ver
dienstelijke zevende plaats).
En Oostenrijk (Strutz komt nu een
maal bij die laatste zestien) doordat hij
een goede 5000 m kan rijden) pikten de
drie laatste kruimels op.
Wat onze Nederlandse rijders be
treft, Frits Bartling toonde een goede
vooruitgang. Hij had voordeel aan de
3000 m. want met een 10 km als vier
de nummer zou hij Peter Nottet heb
ben moeten laten voorgaan in de alge
mene rangschikking. Nottet is na Ver-
DAVOS Zwitserland, dat bij het
Europees kampioenschap schaatsen ont
brak; zal wel zijn vertegenwoordigd bij
het wereldkampioenschap, dat op 11 en
12 februari a.s. in Oslo wordt gehouden.
Bij de Zwitserse kampioenschappen, die
dit weekeinde in Davos werden gehou
den, werden de nummers één en twee
geselecteerd. Het zijn Hans Rüdi Wid-
mer en Peter Reimann. Widmer won
onder meer de 1500 meter in de nieuwe
Zwitserse recordtijd van 2.11,9. Uster
bracht de 10.000 meter op zijn naam
met een tijd van 17 min. 21,6 sec. Aan
de wedstrijden werd buiten mededinging
deelgenomen door de Nederlander Wim
Zwaan. Deze noteerde op de 10 km een
tijd van 17.01,5 en kwam uit op een
puntentotaal van 188,642. Daarmee was
hij beter dan Widmer (188,900) en Rudi
Uster (198,347).
Europees kampioen Kees Verkerk on
der dezelfde deken als de Fin Claes
Thunberg, kampioen in 1922, '28, '31
en '32.
kerk en Schenk thans duidelijk onze
derde man, maar hij komt we schre
ven het vorig jaar reeds toch te kort
om ooit die hoofdtop te bereiken.
Rudi Liebrechts lijkt aan zijn laatste
jaar bezig. Ook op de vijf en tien km
komt hij niet meer tot prestaties (op
een enkele uitschieter na) die verdere
handhaving in de kernploeg wettigen.
De jeugd in ons land staat te trap
pelen van ongeduld om hun plaatsen
in te nemen, ook om de ruimte te
overbruggen tussen het duo Kees-Ard
en de rest. Want daarin zal in de
naaste toekomst dienen te worden
voorzien. Het lijkt ons noodzakelijk,
dat reeds in Oslo over veertien dagen
bij de wereldkampioenschappen Jorrit
Jorritsma de plaats gaat innemen van
Rudi Liebrechts, die in Lahti duidelijk
onze zwakste man was, al nemen we
wel diep onze mutsen af voor de cou
rage en het doorzettingsvermogen, die
hij in de zaterdagse avonduren toonde
op de 5000. Om daar, in die koude
van 24 graden onder nul, toch nog een
tijd van 8.03.9 te maken is een compli
ment waard.
Van Lahti naar Oslo.
Het is slechts een kleine stap van
veertien dagen. We hebben in Kees
een schitterende Europese kampioen.
Mogen we in het Bislet-stadion, waar
zesduizend Nederlanders het in ge
luidsterkte gaan opnemen tegen der
tigduizend Noren op 'n nog groter suc
ces rekenen? We waren het zo gewend
geraakt: 1. Kees, 2. Ard of omgekeerd.
En wij voorspellen u: het zit er wa
rempel in, dat in Oslo die glorieuze tij
den zullen terugkeren.
LAHTI Lahti zal bij iedereen,
die daar de afgelopen dagen bivak
keerde, de geschiedenis ingaan als
een der koudste Europese schaats
toernooien ooit gereden. Was het za
terdag, op de eerste dag, nog rede
lijk, al daalden de temperaturen in
de avonduren snel van 15 tot 24 gra
den onder nul, gistermiddag begon
nen de deelnemers aan de 1500 m,
toen de thermometers, ondanks de
stralende zon, 26 graden vorst aan
wezen. De temperatuur tuimelde zo
snel omlaag naar rond 30 (er was
bovendien nogal wind), dat het niet
er verantwoord was een 10
km te laten verrijden. Evenals in
Oslo (1936 en 1938), in Riga (1939)
en in Stockholm (1947) werd er
daarom besloten tot een 3000 m, toch
al onder deze moordend lage tempe
ratuur een ware marteling. Praktisch
alle rijders waren na deze 3000 m
volkomen uitgeput. De meesten had
den berijpte gezichten. Brillen hiel
pen niet om de ogen te beschermen,
omdat de aanslag op de glazen on
middellijk bevroor. Velen hadden last
van een beginnende bevriezing van
de neus. „Het wordt een grimmig
schaatsgevecht", had Kees Verkerk
tijdens de training gezegd. -Dat het
zó grimmig zou worden, althans wat
de weersomstandigheden betreft, zal
de nieuwe Europese kampioen wel
niet bevroed hebben.