HELE DAGEN JERSEY DRAGEN CIRKELENDE GRILLIGHEID Precies vertellen hoe het zit!" Om kort te gaan Ad, Over gangproblemen en een kapstok met krullen... Warenonderzoek 't belangrijkst, maar ook dienstenonderzoek moet van de grond Taak van Consumentenbond in weinig woorden samengevat ONZE WONING Ook diensten Vaste stof Anoniem kopen Vlug-vlug Biologie mantels Afrikaans Strop -om Duur mager De helft niet Ricci-tips Als de fabrikanten van gebreide mode hun zin krijgen, draagt de vrouw dit voorjaar de hele dag jersey. Gebreide kleding is een 1110de- elassic die op wonderbaarlijke wjjze in steeds nieuwe, jeugdige vormen weet te verschijnen en bij elke nieuwe modestroming op dezelfde plaats meemarcheert. „Hele dagen jersey dragen": van rechte jonge jurkjes met vrolijke streepdessins via gebreide pantalon-kostuums, gebreide strandkleding en twee- of driedelige middagpakken tot lange gebreide huisjaponnen voor de avond. Op de foto twee voorbeelden van wat de jerseymode in petto heeft voor jonge vrouwen en tieners: modellen van Kio-Strick (Duitsland), gemaakt uit wollen jersey met horizontale en verticale streepgarneringen. Links een jurk met roze en witte dwarsstrepen op een groene ondergrond, rechts een jurk met rode en gele lengte strepen op de hoofdkleur groen. Jets aparts en tegelijk iets jeugdigs behoeft helemaal niet iets „mini's" te zijn dat bewijst deze creatie van het Franse modehuis Simonetta en Fabiani. Men heeft het namelijk ditmaal gezocht in de grilligheid van het dessin, dat nog eens extra onderstreept wordt door de gebruikte kleuren: de grillige zwarte cirkels zijn opgevuld met zacht roze en appelgroen. En dan wordt het aparte accent ook nog verkregen door er een rode Japanse ceintuur bij te dragen. Voor de foto heeft men als achtergrond een ook wat grillig aandoende figuur gekozen: een cadet van de Ecoie Polytechnique in vol ornaat. (Van onze medewerkster) I^en warenonderzoek kost geld, maar ook en vooral tijd. Tijd is wel de belangrijkste factor waarmee wij bij een warenonder zoek rekening hebben te houden. Bestaande produkten worden ver anderd en verbeterd, nieuwe produkten verschijnen op de markt. Er mag hoogstens een half jaar verlopen tussen het tijdstip van aankoop van de produkten voor een warenonderzoek en het moment waarop de resultaten van zo'n onderzoek worden gepubliceerd. Bovenstaande uitspraak is van mej. A. G. Fransen, econ. drs. sinds augus tus J9f>4 directrice van de Nederlandse Consumentenbond. Voor die tijd was zij gedurende enkele jaren directrice van de Nederlandse Huishoudraad. Een „overstapje" dus tussen twee organisa ties die allebei het belang van de Ne derlandse consument nauwlettend in het oog houden, met dit verschil, dat mej. Fransen zich in haar huidige functie dichter bij de kern van het begrip con sumentenvoorlichting voelt staan. „Dit werk. is concreter, directer. Juist die mogelijkheid tot concrete informatie trekt mij in het werk van de Consu mentenbond erg aan". In een van de dertien kamers van het gebouw Eerste Sweelinckstraat 16 in Den Haag praten wij met mej. Fran sen over het werk van de Nederlandse Consumentenbond, die nu al vijftien jaar lang, de Nederlandse consument „pre cies wil vertellen hoe het zit". Zes woor den waarachter een breed werkterrein "schuil gaat. De Nederlandse Consumen tenbond is een begrip geworden in Ne derland. Dat blijkt onder meer uit het iedenfhl dat, zoals de directrice met voldoening constateert, niet meer .pieks- gewijs" maar zeer gelijkmatig stijgt en de honderddertigduizend al is gepas seerd. V dat wij per onderzoek te weinig merken onder de loep nemen", zegt mej. Fran sen. „Wat ons betreft: wij onderzoeken liever twintig dan tien voorbeelden bij een warenonderzoek. Maar dan zouden we helemaal vastlopen met de factor tijd. We kunnen per onderzoek niet te veel apparatuur nemen omdat de labo ratoria in Nederland niet berekend zijn op dergelijke grootscheepse onderzoe ken. Dat is bij dit werk wel een knel punt". De vraag ligt voor de hand of samen werking met zusterorganisaties in ande re Europese landen hier niet een oplos sing kan brengen. Zo'n internationale samenwerking is de laatste tijd vaker ter sprake gekomen, maar in de prak tijk blijkt samenwerking met 't buiten land minder ideaal en ook minder ge makkelijk te zijn dan soms wordt voor gesteld. Voor het publiek is het warenonder zoek vaak het visitekaartje van de bond. Het zogenaamde „dienstenonder- Vooral de resultaten van de waren onderzoeken die met de regelmaat van een klok in de Consumentengids, het maandblad van de bond, worden gepu bliceerd vormen veelgelezen lectuur. „Warenonderzoek is dan ook wel een heel essentieel onderdeel van ons werk. Geen uiteindelijk doel, maar wel een onmisbaar middel", zegt mej. Fransen. „Wij hebben voor het warenonderzoek een vier man sterke vaste staf op aca demisch niveau tot onze beschikking". Dat „vier man sterk" moet niet al te letterlijk worden genomen. Twee leden van de staf zijn vrouwen: een tuinbouwkundig ingenieur, en een huishoudkundige met opleiding „Wage- ningen". Met een chemicus en een elek trotechnisch ingenieur vormen zij de vaste staf die de basis legt voor ieder warenonderzoek. In enkele bladzijden druks verschijnen de resultaten van zo'n onderzoek te zijner tijd in de Consu mentengids, compleet met prijsvergelij kingen, „plussen en minnen", en be langrijkste eigenschappen. Voordat het zo ver is, is een heel team van deskundigen weken en soms maanden in touw geweest om ervoor te zorgen dat niets aan het toeval wordt overgelaten. Hoe komt zo'n warenonderzoek op gang? Het begint met een plannenlijst die ieder jaar door de vaste staf wordt opgesteld en ter goedkeuring voorge legd aan de commissie warenonderzoek van de bond. Daarna gaat men voorbe reiden en oriënteren, beginnen met marktonderzoek en eindigend bij een „testprogramma" waarin kosten, werk wijze en wat dies meer zij aan de orde komen, waarna het opnieuw door de commissie warenonderzoek wordt beoor deeld. Dat gaat, zeer in het kort gezegd, vooraf aan de aankoop van de produk ten die zullen worden onderzocht. De Nederlandse Consumentenbond heeft geen enkele financiële relatie met het bedrijfsleven. „De produkten, die wij onderzoeken worden door anonieme inkopers in gewone winkels gekocht", vertelt mej. Fransen. „Het onderzoek wordt uitbesteed in een of meer labora toria, waarbij de staf voor een algeme ne begeleiding van de werkzaamheden zorgt. De staf zet later ook de rappor ten van dé laboratoria in „mensentaal" om. Wat belangrijk is voor de consument wordt tenslotte verwerkt in een artikel voor de Consumentengids. De fabrikan ten wier produkten we hebben onder zocht krijgen wel de metingen van de laboratoria over hun eigen produkt toe gestuurd". In de loop van een warenonderzoek worden heel wat controles gepasseerd. Juridische aspecten mogen evenmin ver waarloosd worden. „We gaan niet over één nacht ijs", verzekert de directrice. Juist dat streven naar perfectionering brengt de onderzoekers vaak in conflict met de factor tijd. De uitslag van een warenonderzoek ma en mil limege ge- ter naast zijn en toch moet het binnen de kortst mogelijke tijd gereed zijn. Want achter de rug van de warenon- derzoekers staat de produktie van de in dustrie geen dag stil. „Er wordt ons wel eens verweten, zoek" en de ledenservice zijn echter niet minder belangrijke aspecten van het werk. „Het signaleren van wanver houdingen tussen prijzen en reparaties bijvoorbeeld is niet alleen nuttig voor de consument maar kan bovendien bij de andere partij dingen loswoelen die tot verbetering van de situatie leiden", zegt mej. Fransen. Als voorbeeld noemt zij het indertijd gehouden onderzoek naar de veiligheid van huurauto's. Ook met onderwerpen als verzekeringen en de deugdelijkheid van garantiebewijzen houdt 't diensten- onderzoek, geleid door twee economisch geschoolde medewerkers, zich bezig. Dat daarnaast het euvel van de „mis leidende verkoopmethoden" de Consu mentenbond nogal eens stof tot spreken (en schrijven) geeft behoeft nauwelijks te worden vermeld. „Voor het dienstenonderzoek ligt er nog een grote en lang niet gemakke lijke taak", meent mej. Fransen. „Daar naast zal in de toekomst liet warenon derzoek beslist nog worden uitgebreid, zowel in de breedte als in de diepte. Dat blijft de belangrijkste pijler van Warenonderzoek: de belangrijkste pijler van het werk van de Nederland se Consumentenbond. Hier wordt gewerkt aan het vergelijkend onder zoek van overhemden waarvan de resultaten in de Consumentengids zijn gepubliceerd. ons werk. Meer warenonderzoek, meer merken per onderzoek en nog meer diepgang. Op het ogenblik hebben we gemiddeld drie onderzoeken per maand. Ik dacht dat we in de toekomst wel tot vijf per maand kunnen gaan, zonder daardoor het maandblad onleesbaar te maken". Opgewekt voorspelt zij dat het in de toekomst dus nog harder werken wordt voor de Nederlandse Consumentenbond. „Pasklare warenonderzoekers zijn er nog niet: we moeten ze dus zelf opleiden. Verder zitten er aan de versteviging van de algemene positie van de Nederlandse consument nog heel wat problemen vast die wij zelf niet kunnen oplossen. Op veel punten kunnen we alleen maar sti muleren. En dat' is, zoals u misschien weet, vaak bewerkelijker en vermoeien der dan het zelf doen". „ONTBIJT voor een vrijgezel" wordt het volgende recept wel eens genoemd, maar ook werkende vrou wen kunnen het in het kookboek note ren. Het is een voedzaam drankje om de dag mee te starten wanneer het echte ontbijt door gebrek aan tijd er bij in schiet. Klop een eidooier met een lepel suiker tot een dikke massa ontstaat en giet hierbij al roerend het sap van twee sinaasappels. Doe het eiwit en een scheut koffieroom erbij, klop het mengsel tot het schuimt, giet het dan in een glas en drink dit „ont bijt" meteen op. Het is binnen vijf minuten te bereiden en de ontbijtaf- was is minimaal! ADVERTENTIE zuiver scheerwol Verkoopadressen worden gaarne verstrekt door Stibbe Postbus 9041 A'dam Niet alleen de Europese, ook de Amerikaanse voorjaarsmode zocht en vond inspiratie in Afrikaanse motieven. De resultaten zijn weef sels die bedrukt zijn met allerlei dierenhuiddessins: giraffe, zebra, luipaard. Er worden overhemdjur ken, blouses en mouwloze zomer jurken met bijpassende haarbanden uit gemaakt. Eveneens uit de „Afri- ka-sfeer" komen safaripakken: jas jes met grote zakken en koperen knopen, gedragen op sportieve mouwloze jurken of bermudashorts, alles gemaakt uit ivoorwit linnen of katoen. Strak kijkt het oog me aan. Ik zie het door het gaatje in de voordeur. Het oog blijkt nader toe te behoren aan een robuuste werkman die enigs zins schuvhter mijn ladder komt le nen. Er is ergens iets kapot. Dat moet gemaakt en hij kan er nét niet bij. Of hij eventjes gebruik maken mag.... Als ik hem open doe heeft hij zijn hoofd al van 't loergaatje wegge trokken. Zou hij me in de gang heb-, ben bezig gezien? Geen prettig idee, vind ik. Als hij weg is, ga ik zelf eens op verkenning uit. Ik word er niet veel wijzer van. Kijk tegen een grijze massa aan. Meer niet. Even stiekum bij de buren.... Ja, heel vaag valt er een kapstok te onderscheiden. Verder kom ik echter niet. Het voorval komt ter sprake als ik een week later bij vriendin Margriet op bezoek ben. Voor een kopje koffie. Je moet er een doekje voorhangen, ad viseert zij me. Anders ben je gewoon onvrij in je eigen huis. Maak er iets gezelligs van. Het moet natuurlijk wel passen bij de gang. Dat laatste levert geen probleem op. Ons huis heeft een lange, bijna één meter brede gang. Er ligt vaste vloer bedekking. Een schilderij en spiegel sieren de wanden. Het is een heerlijk ruim geval, vooral omdat er geen verdere obstakels zijn. In een nis naast de toegangsdeur tot de keuken hebben kapstok en daarnaast paraplu- bak een plaats gekregen. Evenals de spiegel zijn deze gemaakt van smeed ijzer, in de Franse stijlmeubelense- rie. Jammer genoeg leent de ruimte er zich niet voor om er ook nog een tafeltje of kastje neer te zetten. Een lapje over het kijkgaatje kan het ge heel opfleuren. De werkman-van-de-ladder heeft me waarschijnlijk duidelijk zien aanko men, realiseer ik me achteraf. De grijze massa waar. ik tegenaan keek is een deur: die van de woonkamer. Bij de buren is 't anders. In hun gang hangt immers een kapstok aan de muur. En nogal zwaar houten ge val. Wel mooi, maar naar mijn me ning ook een sta-, liever gezegd, een hang-in-de-weg. Zo'n gevaarte ver hindert natuurlijk wel dat nieuwsgie rigen (zoals ik...) vrijelijk hun blik door de gang en verder kunnen laten gaan. Daar zijn Margriet en ik het wel over eens. Het loer-probleem is voor haar helemaal niet aan de orde. Haar flat is niet met „ingenieuze' systeempjes uitgerust. En zij is er helemaal niet rouwig om. Zij zit wel met een andere gang-moeilijkheid. Het huis is zo gebouwd: achter de voor deur een gang die eindigt in een tochtdeur (matglas), waarna een rui me vierkante hal. Hierop komen alle kamers en de keuken uit. Het gaat nu om de kapstok. Enige tijd gele den is het houtwerk in hal en gang fris opgeschilderd. De vroegere vloer bedekking voldeed niet meer. In het gangetje koos Margriet linoleum in een dessin waardoor het geheel meer Groene planten in een bak kunnen de hal helemaal op fleuren. Deze smeedijzeren planten- bak met sier-opbouw kan dienen als afscheiding van een hoekje bij de kapstok, bovendien kan de klimop heerlijk klimmen, zonder de wandbekleding te beschadigen. ruimte kreeg. En het moet gezegd: de schuine blokwerking doet het er werkelijk uitstekend. Het smalle ladenkastje uit de werkka mer is er inmiddels niet meer weg te denken. Doorn in Margriets oog is alleen nog de kapstok. Dit is een ouderwets geval, dat ze jaren gele den eens op de kop heeft getikt. Toen was ze er vreselijk blij mee. Het ding zag er niet gek uit. Het hout kunstig bewerkt in sierlijke krullen. Een marmeren plaats aan de „top" voor hoed en ander, „klein grut". Na er evenwel al die jaren tegenaan ge keken te hebben wil ze nu weer eens iets nieuws. Alles goed en wel. Maar wat Als ik mijn kopje koffie op heb, word ik meegesleurd naar de gang. Eerst sjouwen mijn gastvrouw en ik de kapstok van de muur. Ziezo, weg is weg. En wat een ruimte en licht. Opeens zie ik het. Een spiegel. Ook Margriet wordt enthousiast. Dan be trekt haar gezicht. „Maar onze jas sen dan?" verzucht ze. Een speu rende blik in de hall levert de op lossing. In de diepe kast aldaar raad ik haar de eigen jassen en jakken te bergen. Voor de gasten in de gang een simpele weinig ruimte vragende kapstok, die gemakkelijkachter de voordeur is aan te brengen. Margriet houdt me nog even vast. De hall. Zou ze die- zó laten? „Zo" is nogal kaal. vind ik. Er ligt dezelfde vloerbedekking als in de gang. Daar overheen een gezellige biezenmat. Maar verder is er niets. Ik zou er een fijne plant neerzetten. Of een grote bak met diverse planten. Je kunt tegenwoordig bij de woningin richter fraaie houten bakken vinden. En dan de paraplubak. Die moet er ook een plaatsje krijgen. Aan de wand misschien weer een spiegel. Waarom niet' Bijvoorbeeld zo'n ovaal gesneden model gevat in een „lijst" van geruite stof. verkrijgbaar met bijpassende borstel. Iets aparts. Overigens allemaal spul letjes, die je op je verlanglijstje kunt schrijven, stel ik Margriet tenslotte lachend voor. Een tweede kopje koffie brengt ons weer in de woonkamer, waar de in middels uit school gekomen zoon des huizes Margriets aandacht vraagt. Ik neem me stilletjes voor binnenkort weer eens gauw bij Margriet op visi te te gaan... „Biologische inweek- en voorwas middelen" hebben een paar jaar ge leden een kleine omwenteling op was dag teweeggebracht. Vlekken die bij een normale wasbeurt niet weg te krijgen zijn, verdwijnen meestal wel wanneer zo'n modern weekmiddel in de strijd wordt geworpen. Heeft het echter zin om bij ieder wasprocédé zo'n inweek- en voorwasmiddel te ge bruiken? De Nederlandse Consumen tenbond heeft vier bekende week- en voorwasmiddelen in de praktijk ge probeerd en zegt er dit van: Bij een automatische wasmachine waarbij het biologisch middel voor de voorwas zou worden gebruikt, heeft het toepassen van dit middel weinig zin. Als men hetzelfde produkt dat voor de hoofdwas wordt gebruikt ook voor het voorwassen toepast is het re sultaat ook goed en is men bovendien goedkoper uit. Wasgoed met hardnek kige vlekken kan altijd tevoren afzon derlijk met een weekmiddel worden geweekt. Bij het wassen met een ge wone wasmachine hebben de biologi sche middelen wel degelijk nut bij het voorweken. Het wasgoed wordt witter en minder stug dan wanneer het met soda of synthetische wasmid delen wordt geweekt. De verschillen tussen de vier onderzochte merken zijn niet groot, al is er in het gebruik wel enig prijsverschil. Vrolijk detail in de Franse voor- jaarsconfectie: stropdassen in aller lei dessins. Kleurige bloempatroon- tjes, noppen, strepen in lange, breed uitlopende en korte, smalle, rechte dasjes die op effen over hemdblouses met lange mouwen worden gedragen. Voor die blouses: zachte materialen zoals zijde, crê pe, satijn. Voor (rijke) Amerikaanse dames die willen vermageren is in Texas een schoonheidsinstituut opgericht. Het dagelijks programma begint, veelbelovend, met ontbijt in bed, maar wordt vervolgens voortgezet met een streng regime van massage, hoogtezonbestraling, instructie over make-up en haarverzorging en li chaamsoefeningen op muziek. Aan het eind van iedere dag worden maal tijden opgediend die er zó verrukke lijk uitzien dat de vermagerende da mes nauwelijks kunnen geloven dat iedere portie slechts 900 calorieën be vat. Blijkbaar staat er een culinair genie in de keuken van het instituut Daarvoor moet dan ook een gepeperd tarief worden betaald: ruim honderd dollar per dag kost het verblijf in deze fraaie nederzetting. Lang niet alle Frangaises be schouwen de lippenstift als onmis bar attribuut bij de schoonheids verzorging. Tweeënveertig procent van de Franse vrouwen gebruikt nooit rouge op de lippen. De overi ge 58 procent die wel geregeld de lippenstift hanteert geeft gemiddeld vijf gulden per jaar uit aan dit „kunstmatig rood". Het modehuis Nina Ricci adviseert de vrouw deze zomer eens in organdie op het strand te verschijnen. Strand- hemden, blouses, shorts en pantalons zijn bij Ricci uit dit luchige materi aal gemaakt. Voor terraskleding is er de „pyjamastijl" van bedrukte chif fon, voor de vrouwelijke chauffeurs zijn er sportieve pakken met marine blauwe en witte wollen pantalons. Sportieve reiskleding maakt Ricci uit stretch-gabardine in levendige kleu ren.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 12