Drs. H. van Praaghoofd van
didactische afdeling:
Geen geld voor
groots plan...
SCHAT VAN VIJFTIG MILJOEN DOLLAR IN
RUSSISCHE STAD KALININGRAD
Westduitser zou de
juiste plaats weten
TEXEL WIL SUBSIDIE
Hotelletjes
waar je
nog een
gast bent
Rogge gaf
geheim
prijs
„In tv-bestel
horen wij
niet thuis
Centrum
Onjuist
Subsidies
Angst
HÜMMLING: PARADIJS VOOR
VISSERS EN WANDELAARS
I
Op zoek naar „barnstenen kamer" der nazi's
Expert
Luchtaanval
Uitgeleverd
INZICHT
BETOOG
GEEN ARGUMENT
NET BEGONNEN
AUTONOOM
„Ontdekt"
Kunstig
Route
Molen
Parkeertocht 1
PROEFSCHRIFT IN
WAG EN IN GEN
„TELEAC HEEFT VRIJHEID NODIG"
iiiiiitiiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiniiiiimiiitmiiiiiiiiiiiiiiiiiifMimiiiiiiiimiiiiiiiiiiti
iiiaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif imifiiv
mT\oor uw werk zult u een stempel
drukken op het toekomstig cul
tureel patroon van ons land", sprak
minister Bot in december 1964 bij de
installatie van de Raad van Advies
van Teleac.
Drs. H. van Praag, hoofd van de di
dactische afdeling van Teleac zegt
thans: „Om het grof te zeggen: er is
een verdubbeling van de staf nodig
om wetenschappelijk goed te kunnen
functioneren".
Tussen deze uitspraken ligt een moei
lijke en moeizame ervaring van twee
jaar en ruwweg tweehonderd door Te
leac geproduceerde uren televisie. Het
gevecht om erkenning van de enorme
mogelijkheden op het terrein van edu
catieve en instructieve televisie waar
door de Nederlandse schooltelevisie al
ln een vicieuze cirkel is vastgelopen
Is Teleac niet vreemd.
Deze erkenning is er langzaamaan
wel gekomen, maar het is niet genoeg.
Het betrekkelijk nieuwe vak „bijscho
ling van volwassenen via tv', moet de
ruimte en middelen hebben om zijn
waarde te kunnen bewijzen.
De heer Van Praag: Die dingen gaan
zo langzaam in dit land. Het (politiek)
beleid is niet zo gelukkig. Nu heeft men
vooral in de loop van 't vorig jaar wel
gezien, dat Teleac zich ontwikkelt tot
een wetenschappelijk instituut, maar ik
moet een groot gevaar constateren: de
omroepwet. Op grond van die wet zou
men een teer plantje al overpotten zon
der de garantie dat het 't in de nieuwe
aarde goed zal doen"
Hij doelt op het onderbrengen van
Teleac in de Nederlandse Omroep Stich
ting, wat volgens hem geen opgaan in,
maar een tragische ondergang van Te
leac in het omroepbestel zou betekenen.
„Het is niet een kwestie van wantrou
wen", zegt hij, „maar een kwestie van
inzicht. Men begrijpt bij de omroep vaak
niet eens het verschil tussen program
ma-televisie en didactische televisie.
Daardoor zouden noodlottige beslissin
gen kunnen worden genomen. Zelfstan
digheid voor Teleac is zeer belangrijk.
Dat woord is vergeefs gevallen in de
Tweede Kamer. Als je na jaren een
omroepwet maakt, waarom dan niet
meteen die zelfstandigheid er in, vraag
ik me af'.
Op het internationale congres over di
dactische televisie, vorig najaar in Rome
(Van onze Amsterdamse redactie)
DEN BURG (Texel) In de boerenschuur buiten Den Burg op Texel staat
een tractor. Langzame schapen steken grauw af tegen de heldere lucht. Vol
maakte rust. Alleen een gekalkt woord op die schuur geeft te denken: BEAT.
Jazeker, geen vier maanden geleden dreunde de beat-muziek over een dan
sende massa, op de plaats waar nu de tractor staat. En over enkele maanden
zullen de keurig geschoren schapen zich weer kunnen vergapen aan de lang
harige Europese tieners, die hier hun trefpunt hebben. Want als de eerste zon
nestralen dreigen te komen, laten twintigduizend in hoofdzaak Nederlanders
en Duitsers zich over het Marsdiep zetten om op Texel hun vakantiegeld te
besteden.
Het is nog niet zover. De patat kost
nu nog een kwartje op Texel. Maar de
prijzen zullen stijgen met de toeristen-
stroom. In sommige zaken zal hetzelfde
zakje patat (niet eens dezelfde kwali
teit) voor drie kwartjes vlot van de
hand gaan. Het is een publiek geheim,
dat tegen die tijd de prijzen in bepaal
de winkels weer gaan variëren: gewone
prijs voor de inwoners, een hogere prijs
voor de Nederlandse toeristen en een
nog forsere prijs voor de Duitsers.
gesteld, dat ongeveer een verdubbeling
van de capaciteit omvat.
Is dat zo en wat doet men er op
Texel aan? vragen wij burgemeester
C. de Koning.
„Ik weet absoluut niet of het waar is,
dat sommige zaken dit doen. Ik heb de
geruchten ook wel eens gehoord, maar
u zult mij niet horen zeggen, dat het
klopt. En als het zou kloppen, zou ik
het onjuist vinden. Op die manier gooit
men op den duur zijn eigen glazen in.
Neen, wij bemoeien ons er in ieder ge
val niet mee. Het is ons terrein niet.
Daar heeft het rijk de dienst prijzen-
controle voor".
Burgemeester De Koning, die in zijn
ambtsperiode zag hoe het eiland zich
toeristisch gezien stormachtig ontwik
kelde, heeft overigens wel zwaardere
problemen aan het hoofd, want Texel
dreigt in een soort impasse te geraken.
Er is een prachtig plan voor de verde
re ontwikkeling van het eiland, maar er
Is geen geld.
Daarmee komen we dan direct aan
het stokpaardje, dat de heer De Koning
ai vele jaren berijdt. „Wij moeten zeer
kostbare voorzieningen treffen om onze
toeristische taak naar behoren te kun
nen volbrengen. Er komen per jaar zes
tien tot twintig procent meer toeristen
naar het eiland. Ik geloof niet, dat
iemand nog zal ontkennen dat het hier
om een nationale, zelfs internationale
taak gaat".
„Deze gemeente heeft echter bij lan
ge na niet de omvang en de potentie
om zelf de uitbreidingsplannen te kun
nen financieren. Goed, Texel verdient
zijn brood goeddeels aan de toeristen,
maar de bedragen, die nodig zijn, lig
gen ver buiten onze sfeer".
„Er zullen dus aanzienlijke subsidies
van de overheid nodig zijn. Dat is een
absolute noodzaak. De plannen zijn er
nu, maar wij met ons begrotingstekort
van vijf ton kunnen er gewoon niet aan
beginnen zonder een principiële toezeg
ging uit Den Haag", aldus burgemees
ter De Koning.
Het door een brede werkgroep opge
stelde plan, heeft inmiddels ieders toe
stemming. Omdat het zo moeilijk was
een plan parallel te laten lopen bij alle
beoordelende instanties (staatsbosbe
heer, waterstaat, gemeente, economisch
technische dienst, provincie en gemeen
te) hebben deskundigen van al die
diensten een groots algemeen plan op-
De plannen beslaan in totaal vierhon
derd hectaren in hoofdzaak bij De Koog
en op de noordelijke punt van het eiland.
Bij De Cocksdorp moet een recreatie
dorp en een ruime bebossing komen (50
ha.). Ten noorden van De Cocksdorp
moet een recreatie-bos van 80 ba ko
men. Bij Gerritsland wil men 200 ha
agrarische grond als recreatie-gebied
bestemmen. In het midden daarvan is
een zwembad en een winkelcentrum ge
dacht.
Een groter centrum wil men ten oos
ten van De Koog bouwen, waar vooral
amusementsbedrijven zullen komen. Er
zijn nog wat kleinere plannen opgesteld,
terwijl ook is vastgelegd welk gebied
onveranderd zal blijven omdat het van
historisch belang is.
De gemeenteraad heeft twee jaar ge
leden de richtlijnen van dit rapport in
principe aanvaard, maar veel verder is
men niet gekomen. Burgemeester De
Koning hoopt dat binnenkort het eerste
onderdeel als bestemmingsplan door de
raad zal worden vastgesteld. Daaraan
zal dan tevens een onteigeningsbesluit
van de betreffende gronden moeten wor
den gekoppeld, want van de vierhonderd
hectare die nodig zijn, bezit de gemeen
te nog vrijwel niets.
„Tenminste als een recreatie-bestem
ming als basis voor onteigening wordt
gezien. Ik neem dat aan, want anders
zou het een hopeloze zaak worden. Het
gaat in hoofdzaak om agrarische grond
achter de duinenrij gelegen. Tachtig hec
tare is bloembollengrond, maar volgens
de deskundigen zullen deze kwekers in
de polder Eierland geschikte grond kun
nen terugkrijgen".
„Over de medewerking van het rijk
blijf ik optimistisch omdat ik er van
overtuigd ben dat men de absolute nood
zaak zal inzien. Als we direct konden
beginnen wat eigenlijk nodig is
van Texel in het hoofdseizoen maximaal
vijftigduizend mensen het eiland zullen
bevolken. Van dat aantal zullen er maar
twintigduizend tegelijk naar het strand
gaan, terwijl daar ruimte is voor 65.000
mensen. Als het ooit zover komt, zullen
er op het Texelse strand op de stille ge
deelten honderd baders per hectare zijn
en op de drukste stukken tweeduizend
per hectare, wat toch altijd nog aan
merkelijk rustiger is dan Zandvoort op
een zonnige dag.
zouden alle plannen over tien jaar klaar
zijn. Beter zou het zijn alles in een jaar
of drie te realiseren, maar dat zit er
niet in".
„Mijn grote angst op dit moment is,
dat we nog niets van de grond bezitten
die nodig is. Er moeten nu snel beslis
singen worden genomen. Ik verwacht,
dat de zaak in Den Haag dit jaar rond
komt", aldus burgemeester De Koning.
Drs. H. van Praag (links) en de heer
H. van der Horst in de studio.
is over het „nieuwe vak' tenminste één
ding zeer duidelijk gesteld. „Welke spe
cialist je ook spreekt, unaniem komen
zij tot de conclusie, dat didactische tv
volstrekt gescheiden moet zijn van pro-
gramma-tv", zegt de heer Van Praag.
„De tv-didactiek is nog heel jong, het
is eigenlijk nog een experiment. We heb
ben vrijheid nodig om deze wetenschap
te ontwikkelen. Daarom zijn we zo té
gen die „inlijvende" omroepwet".
Kortom: een tv-les in „Kernfysica' is
een fragmentje van een onzichtbaar,
maar enorm pakket in elkaar grijpen
de activiteiten van specialisten.
Teleac zit nog midden in de „kunst"
van het zichtbaar maken van structu
ren en modellen: de presentatie, waar
feitelijk alles om draait. De code hier
voor is tegengesteld aan die voor „nor
male" tv.
Directeur Van der Horst zegt: „Ik
geloof dat veel mensen nog steeds niet
zien waar het om gaat met Teleac. Je
hoort nogal eens de financiële redene
ring: wat kost dat niet per kijker! Het
is geen argument. Ga maar eens na
wat é;én leerling op onze scholen kost;
onvergelijkbaar veel meer. Van die kant
moet je 't ook bekijken".
Het is zinloos een tv-cursus de lucht
in te sturen zonder vooronderzoek, uit
gekiende begeleiding en nazorg. De
staf van Teleac telt één man voor het
behoefte-onderzoek, één man voor de
didactiek, één man voor de begeleiding.
Dit té kleine apparaat heeft echter een
groot aantal assistenten „gekregen" in
de maatschappij. Het wordt gesteund
door advies-commissies en kan leunen
op de medewerking van allerlei instel
lingen. Ook qua bestuur is Teleac niet
onafhankelijk.
De heer Van der Horst: „De eigen
lijke produktie van de cursussen is wel
het minste probleem. Het is alles wat
erbij komt, wat dit werk heidens inge
wikkeld maakt: voor-onderzoek in be
drijven (en groepen potentiële klanten);
het signaleren van onderwerpen en de
waardebepaling ervan; het opzetten en
uitwerken van de vormen; het testen
van de vormen; het testen van „ruwe'
opnamen met kijkgroepen; het vaak
daarop bijsturen van de produktie-me-
thode; het doordenken van de begelei
ding en de techniek daarvan; het achter
af onderzoeken van het nuttig effect".
Drs. Van Praag: „Er zijn veel onder
zoekingen gedaan over het léren leren.
Het gaat erom dat de tv-didacticus zeer
zuinig moet zijn met beelden en emo-
tie(s). Wat men bij programma-tv doet
is: sterk aanschouwelijk werken en met
veel emotie. Bij ons gaat het om het
overdragen van het betoog'.
Hij vergelijkt: programma-tv is een
pocketboek, didactische tv is een stu
dieboek. „Bij iedere cursus moet je je
afvragen: welke taal spreken de mensen
voor wie we hem maken? Als je dat
zorgvuldig onderzoekt kom je bijna al
tijd voor verrassingen te staan".
Een moeilijke les over veeziekten
werd door een testgroep veehouders
glashelder gevonden: de vrij eenvoudi
ge les over bedrijfseconomie vond men
te zwaar.
De drie bij Teleac gedetacheerde re
gisseurs (van de NTS) werken nauw sa
men met de heer Van Praag. De ver
schillen met het maken van „gewone'
televisie zijn op alle punten ingrijpend.
Zij zijn specialisten aan 't worden. De
heer Van der Horst: „Die jongens zijn
ongelooflijk vooruit gegaan. Wat zij nu
al bereiken, daar ben ik vaak van on
der de indruk'.
De heer Van Praag: „We moeten zo
ver mogelijk weg uit de sfeer van de
gewone televisie. Dat is niet eenvoudig.
Ik ben nog helemaal niet tevreden met
wat we doen. In sommige landen doen
ze 't beter dan wij: sommige dingen
doen wij beter. We hebben nu toch al
veel blijken van waardering van belang
rijke instanties. Het is duidelijk, dat
Teleac verder moet kunnen groeien".
De heer Van der Horst: „In Japan
bijvoorbeeld heeft men cursisten 'n dik
boek gestuurd met de opdracht dat te
lezen; in de tv-cursus worden dan later
alleen de moeilijke punten in het boek
behandeld. Het is één van de technie
ken. Je kunt ook werken met grammo
foonplaten en zelfs met kleine bouwpak
ketten. We zijn nog maar net begonnen
eigenlijk'.
„De oorzaak van onze vage toestand
ligt in het totaal van de ingewikkelde
omroepkwestie. Voorbeeld: onze begro
ting voor dit jaar al lang geleden in
gediend is nog niet goedgekeurd. Dat
is een hoogst ongelukkige situatie voor
een bedrijf in de groei. Ik weet niet hoe
veel mensen ik erbij kan krijgen dit
jaar, ik weet niet hoeveel we mogen uit
geven".
- 'Sk\./
IA#oensdagavond 10 februari 1965 om
zeven uur werd het eerste deel
van de eerste cursus van de televisie-
academie Teleac de ether ingestuurd.
Minister Bot (toen o., k. en w.) en
Teleac's voorzitter prof. Fred Polak
(nu niet meer) introduceerden „Onge
vallen in en om de woning", op het
eerste net.
Vrij vertaald, had de minister in het
voorafgaande najaar gesteld: „Als
jullie in januari in de ether komen
subsidieer ikNu nog zyn de
medewerkers van Teleac ervan over
tuigd, dat een project als deze tv-aca-
demie een voorbereiding van ten min
ste twee jaar eist. Zij hebben inder
tijd met angst en beven hun eerste
produkten gadegeslagen.
Over de grote spanningen in het be
drijf door die valse start; door een
bestuur dat niet zoveel begreep van
het doel; door gegoochel met vreem
de ideeën; door een onvermydelyk in
het wilde weg werken, schijnt Teleac
nu wel heen te zijn.
In de loop van het tweede jaar is Tele
ac (en niet Teleac alléén) gaan besef
fen, dat het op weg was zich waar te
maken. Maar dit wetenschappelijk in
stituut in wording is er nog Lang niet.
Direct buiten de studio in Delft begint
een onoverzichtelijk pad.
Onder punt 4 van de beginselverkla
ring staat onder meer: „De opzet
eist een didactische doordenking, waar
bij alle mogelijkheden der audio-vi
suele presentatie worden overwogen.
Teleac moet verder in staat zijn tv-
didactiek te onderzoeken, te ontwik
kelen en toe te passen.
In het „licht" van een omroepwet, die
(ook al) zorgvuldig om het verschijn
sel educatieve en instructieve televi
sie heen laveert, zien de mannen van
Teleac hun toekomst met verstarring
bedreigd.
Met de heren H. van der Horst, direc
teur, en drs. H. van Praag, weten
schappelijk hoofdmedewerker, hebben
wij gesproken over „Twee jaar Tele
ac en verder..."
I i -
Hij heeft het gevoel dat het een zaak
is van: Je moet het weten uit te hou
den. De uitspraak van minister Klompé,
dat Teleac zich verder moet kunnen ont
wikkelen, noemt directeur Van der Horst
positief. Veel meer is er door de rege
ring echter niet gezegd. Het is nog de
vraag of deze uitspraak als een hou
vast mag worden gezien.
De heer Van Praag: „Voor dit werk
heb je een eigen instituut nodig, auto
noom. Dat wordt nog te weinig gesteund
en slecht gesubsidieerd. Een begroting
van nog geen twee miljoen is belache
lijk".
De.heer Vaa der Horst: „De structuur
moet zo zijn, dat Teleac vrij kan ope
reren; verplichtingen aan kan gaan met
tuinders, technici, dokters en wie niet.
De ontwikkeling van het omroepbestel is
anders gegaan dan (voor Teleac) was
voorzien..."
Alle benodigde specialisten van Te
leac en hun bestuur moeten een eigen
huis kunnen bewonen. Dit is de vrome
wens van de mensen, die zien dat een
televisie-academie niet te rijmen is met
een omroepwet-zonder-blik-vooruit. Te
leac is geen televisie; Teleac is een
academie, die televisie gebruikt.
Nog weinig toerisme
op Duitse Veluwe
Achter de Groningse bossen ligt
de Duitse Hümmling. Vakan
tiegangers die in alle jaargetijden
iit de kalere delen van Neerlands
noordelijkste gewest naar de bos
sen bij Ter Apel en Bellingwolde
trokken hebben het ten leste ont
dekt. Zij trokken de grens over en
kwamen na enkele kilometers te
recht in het schilderachtige gebied
van de Ems, de rivier, die evenwij
dig aan de grens naar het noorden
stroomt met veel bochten en kron
kels, afgesneden armen en dode zij
takken.
Het is hier een paradijs voor vissers
en voor wandelaars, die uren kunnen
dwalen langs de wilde oevers of zo
maar kunnen zitten kijken naar het
op sommige delen drukke scheep
vaartverkeer. Achter deze Ems ligt
de streek, die zo aan de Veluwe doet
denken, dat wil zeggen, zoals die er
vijftig jaar geleden nog moet hebben
uitgezien. Dit is het gebied van de
Hümmling. De kleine geïsoleerde
dorpjes liggen hier „aan de rand van
een groot woud...", zoals dat in de
sprookjes heet: echte bossen, zoals
wij ze in ons land alleen nog maar
kermen binnen de hekken van de Ho
ge Veluwe, bossen met grote vlieg
dennen, die afsteken tegen de lucht,
met eiken en beuken, hoog en laag.
Verrukkelijke bospaadjes lokken u
voor u het weet kilometers ver tus
sen de bomen tot waar u het verkeer
op Bundesstrasse 70 niet meer hoort.
Noordelijk van de weg Sögel—Werlte ligt het Fheikenmeer in een bosrijke
omgeving. (foto Holtman).
De pruikenmakers beleven nog
steeds een gouden tijd. Vooral vlech
ten en vlechtjes van zware dikke
vlechtwerken tot dunne varkens
staartjes, zijn veelgebruikte hulpmid
delen bij het opbouwen van gelegen-
reids-coiffures. Nieuwe variatie op de
„staartenmode" is de driedelige
vlecht: midden op het achterhoofd
een kort dik stuk vlechtwerk dat tot
in de nek valt en aan weerskanten
daarvan een ruim tweemaal zo lang
exemplaar. Drie kleine fluwelen
strikjes worden om de uiteinden van
de vlechten geknoopt.
De Hümmling is door de Noordne
derlanders pas sinds enkele jaren
„ontdekt". Het hele gebied staat trou
wens nog aan het begin van het toe
ristische tijdperk. De Duitsers zelf
hebben hun aandacht op andere lands
delen gericht en beginnen ook pas de
laatste tyd iets te zien in de streek
tussen Sögel en Paj>enburg. U zult
hier dan ook nog nauwelijks bordjes
aantreffen. Wel een opvallend ver
zorgd net van asfaltwegen van het
drie-meter-breed-type. En ieder dorp
je telt wel twee of drie hotelletjes,
waar je nog gast bent en geen toe
rist.
In Westerwolde heeft men ingezien,
dat de eigen streek beter valt te ver
kopen samen met het Ems/Hümm-
ling-gebied en de VW-tjes wijzen in
hun folders nadrukkelijk op deze
mooie streken in Duitsland, die via
Westerwolde zijn te bereiken. Er
wordt ook al om die reden gewerkt
aan langere openstelling van de grens.
Alleen bij Nieuweschans zijn de
slagbomen nooit dicht. Bij Ter Apel
heeft men doorgang tussen 's mor
gens zes en 's avonds twaalf, en bij
Boertange staat de grens open tussen
acht uur 's morgens en zes uur
's avonds. Dan zijn er nog twee over
gangen bij Bellingwolde, die tussen
half zeven 's morgens en negen uur
's avonds zijn geopend.
grensovergangen is vooral noodzake-
grensovregangen is vooral noodzake
lijk geworden, nu een idee van de
burgemeester van Bellingwolde, drs.
Eysink, werkelijkheid gaat worden.
Deze burgervader heeft naast de
problemen, die samen hangen met de
gewenste samenvoeging van de ge
meenten Bellingwolde en Wedde, nog
tyd gevonden een toeristisch aantrek
kelijke route uit te stippelen die van
zijn gemeente zo de Hümmling in
loopt. Naar het voorbeeld van de rou
tes van de ANWB wil hij door bord
jes laten aangeven hoe men langs
een hele reeks van de mooiste plekjes
kan rijden. Een paar maanden gele
den is men ook aan de andere kant
van de grens met deze plannen ak
koord gegaan en als alles meezit, zal
deze Hümmlingroute nog dit voor
jaar worden geopend.
Dan zullen nog meer Nederlanders
deze kant uittrekken. De helft van
het totaal aantal toeristen bestaat nu
al uit Nederlanders, die de rust en de
stilte van het woud zoeken. De heer
Prummel van de camping „De Iem-
barg" in Tweede Exloërmond kan
er van meepraten. Op zijn moderne
kampeerterrein (2i/£ hectare mooi,
prachtige vennen naast de deur), dat
vlak bij de grensovergang Boertange
ligt, strijken steeds meer kampeer
ders neer, die van daar doortrekken
naar de Hümmling.
dorpjes Borger, Lorup, Surwold,
Wippingen, Hüven, u moet een hele
goede atlas hebben,willen ze er op
staan zijn dan ook bezig zich voor
te bereiden op dienstverlening aan
het toerisme. Om die reden zijn alle
wegen de laatste jaren verhard, zijn
er VW'tjes opgericht en zijn er fol
ders gemaakt met kaartjes waarop
al deze dorpjes en gehuchtjes wél
worden genoemd, en zijn er „Wandel-
parkplatze" voor vermoeide chauf
feurs aangelegd. Daar parkeert u de
auto, stapt uit en wandelt een lief
bospaadje in, dat u na tien minuten
of een kwartier weer naar uw auto
terugvoert. Zulke „wandelstops" zijn
er al in Lorup, Borger, Hilter,
Aschendorf en Sögel. Er komen er
nog meer.
Op verscheidene plekken in het bos
stuit men verder onverwachts op reus
achtige hunnebedden, die daar als
versteende monsters met gekromde
ruggen de wacht houden. Oude mo
lens geven weer een ander tintje aan
het afwisselende landschap. In Hüven
even ten zuiden van Sögel, staat
tenslotte een prachtig gerestaureerd
exemplaar, unieke combinatie van
wind- en watermolen.
In Sögel, van oudsher centrum van
dit gebied, „Urpfarre" weet Gemein-
de-Direktor Kröger er ook van mee te
praten. Hij maakt zich aan gene zijde
van de grens bijzonder druk om de
Hümmling onder de verdiende aan
dacht te brengen. Hij vertelt dat deze
streek in Duitland, zo ongeveer als
Drente bij ons, tot toeristisch gebied
is verklaard. Er wordt hier niet aan
industrialisatie gedaan. Sögel met
zijn vierduizend inwoners en andere
WARSCHAU Erich Koch, voormalig nazi-gauleiter van Oost-Pruisen,
heeft aan een Poolse verslaggever verteld, dat een „barnstenen kamer" die 50
miljoen dollar waard zou zijn, ergens in de Russische stad Kaliningrad begra
ven zou zijn. De precieze plaats waar de schat moet liggen, zou alleen bekend
zijn aan de vroegeer Duitse majoor Helmut Will, die op dit ogenblik in West-
Duitsland woont
Koch, die in een Poolse gevangenis
zijn straf uitzit, was gedurende de tweede
wereldoorlog gouverneur van Oost-Prui
sen en rijkscommissaris voor de Oekrai-
ne. Het in Warschau verschijnende dag
blad Dziennik Ludowy (volksdagblad)
schrijft, dat de meeste van de kunst
schatten, die Koch in zijn residentie,
Königsberg (het tegenwoordige Ka
liningrad) verzameld had, nooit bij de
oorspronkelijke zijn teruggekeerd.
Het blad voegt hier nog aan toe, dat
de Sovjet-Unie nog altijd speurt naar
800 middeleeuwse ikonen die uit Kiev
gestolen zijn tijdens de Duitse bezetting.
De meest kostbare van de vermiste
kunstschatten is de z.g. „barnstenen ka
mer" uit Tsjarskoje Sielo, een stad in
de nabijheid van Leningrad.
Deze kamer bestond uit vier wanden,
met ingebouwde lampen, reliëfs, beelden
en lysteii voor spiegels én schilderyen,
alles uit zuiver barnsteen vervaardigd.
De kamer stamt uit bet begin van de
18de eeuw, en is vervaardigd door twee
Duitse meesters, Andreas Schluter en
Gotfried Tusso in opdracht van Frederik
de Grote, koning van Pruisen, en door
diens opvolger ten geschenke gegeven
aan tsaar Alexander van Rusland.
Koch heeft aan de Poolse verslagge
ver meegedeeld: „Dr. Alfred Rohde, de
beroemdste expert op het gebied van
barnsteen van heel Duitsland, heeft des
tijds de kamer in het slot te Königsberg
ingericht Alfred Rosenberg, de belang
rijkste nazi-ideoloog, wilde hem voor
zichzelf hebben, en deed daartoe een be
roep op Hitier. Maar Göring en Himmler
waren op mijn hand en de kamer bleef
in Königsberg."
„Na twee geallieerde luchtaanvallen
die een groot deel van de stad in puin
legden in de herfst van 1944 werden de
kunstschatten in de kelders van het kas
teel verborgen. Toen de Russische troe
pen de stad naderden, hebben Rohde en
de lt.-kolonel van de S.S. Georg Ringel
de schat op een andere plek in de stad
begraven, nadat een poging om hem
per schip aan land uit te krijgen mislukt
was."
Koch vervolgde: „De verdediging van
de stad liet mij geen tijd voor andere za
ken, zodat ik majoor Will opdracht gaf
om Ringel en Rohde in de gaten te hou
den. Ringel heeft Rohde gedood toen de
ze op het punt stond het geheim aan de
Russen te verraden. Ringel, die in Kö
nigsberg bleef om de ondergrondse groep
„Wehrwolf" te organiseren, keerde later
naar Duitsland terug en stierf enkele
jaren geleden."
„In 1949 werd ik benaderd door een
majoor van de Britse geheime dienst
die mij immuniteit aanbood in ruil voor
gegevens over de plaatsen waar kunst
schatten en nazi-documenten verborgen
waren. Toen ik weigerde hebben de En
gelsen mij eerst in Hamburg voor het
gerecht gedaagd en later aan Polen uit
geleverd".
„Ik weet dat er twee bunkers in de
omgeving van de oude kerk in Ponarth,
een voorstad van Königsberg zyn, waar
de kamer mogeljjkerwyze begraven Ugt
onder het puin. Ik ben van mening dat de
kunstschatten naar de oorspronkelijke
musea teruggebracht zouden moeten
worden, maar Helmut Will, die nu een
vooraanstaand zakenman is in West-
DuitsLand, weet beter dan ik waar pre
cies de schatten verborgen zijn. Hy is de
enige overlevende van allen die de plaats
gekend hebben."
WAGENINGEN De rogge
heeft een lang bewaard geheim prijs
moeten geven, dank zij de jonge doc
tor ir. G. W. Wieringa, in Wagenin-
gen gepromoveerd in de landbouw
kunde.
Als varkens- en pluimveevoeding
heeft rogge al van ouds een minder
goede naam dan andere voedergra-
nen. Vooral bij jonge dieren kan men
namelijk na het opnemen van veel
rogge een groeivertraging waarne
men.
Dr Wieringa is er nu achter geko
men, dat de dieren door het eten van
veel rogge minder eetlust krijgen en
dat dit verschijnsel veroorzaakt wordt
door rogge-olie. Een kwestie van
smaak is het niet, want varkens die
de olie via een maagsonde toegediend
kregen gingen ook minder eten. Proe
ven werden gedaan met een rantsoen,
dat voor de helft uit rogge bestond
en met een rantsoen dat voor de helft
uit gerst bestond, maar waaraan de
bij de rogge behorende hoeveelheid
rogge-olie was bijgevoegd. In beide ge
vallen kreeg men een groeidepressie
van 11 12 procent.
De rogge-olie komt voor in de huid
van de roggekorrel, dat verklaart ook
waarom de korrelgrootte invloed heeft
op het groeiremmend effect.
Door zyn onderzoek, beschreven in
zijn proefschrift „On the occurence of
growth inhibiting subtances in rye",
heeft dr. Wieringa niet alleen de rogge
zyn geheim ontfutseld. Hij heeft het
ook mogelyk gemaakt de groeirem-
ming van bepaalde partyen rogge che
misch te voorspellen, wat van belang
kan zyn voor ander landbouwkundig
onderzoek byv. op het gebied van ver
edeling, bemesting e.d.
Dr. Wieringa, die in 1924 is geboren,
is sinds 1956 verbonden aan het „In
stituut voor bewaring en verwerking
van lahdbouwprodukten" in Wagenin-
gen. Promotoren waren prof. dr. C. d.
Hartog, buitengewoon hoogleraar in
de voeding en de voedselbereiding, en
prof. Ir. S. Iwema, hoogleraar in de
veevoeding aan de Landbouwhoge
school.