Drs. H. van Praaghoofd van didactische afdeling: Geen geld voor groots plan... SCHAT VAN VIJFTIG MILJOEN DOLLAR IN RUSSISCHE STAD KALININGRAD Westduitser zou de juiste plaats weten TEXEL WIL SUBSIDIE Hotelletjes waar je nog een gast bent Rogge gaf geheim prijs „In tv-bestel horen wij niet thuis Centrum Onjuist Subsidies Angst HÜMMLING: PARADIJS VOOR VISSERS EN WANDELAARS I Op zoek naar „barnstenen kamer" der nazi's Expert Luchtaanval Uitgeleverd INZICHT BETOOG GEEN ARGUMENT NET BEGONNEN AUTONOOM „Ontdekt" Kunstig Route Molen Parkeertocht 1 PROEFSCHRIFT IN WAG EN IN GEN „TELEAC HEEFT VRIJHEID NODIG" iiiiiitiiiiitiiiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiniiiiimiiitmiiiiiiiiiiiiiiiiiifMimiiiiiiiimiiiiiiiiiiti iiiaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif imifiiv mT\oor uw werk zult u een stempel drukken op het toekomstig cul tureel patroon van ons land", sprak minister Bot in december 1964 bij de installatie van de Raad van Advies van Teleac. Drs. H. van Praag, hoofd van de di dactische afdeling van Teleac zegt thans: „Om het grof te zeggen: er is een verdubbeling van de staf nodig om wetenschappelijk goed te kunnen functioneren". Tussen deze uitspraken ligt een moei lijke en moeizame ervaring van twee jaar en ruwweg tweehonderd door Te leac geproduceerde uren televisie. Het gevecht om erkenning van de enorme mogelijkheden op het terrein van edu catieve en instructieve televisie waar door de Nederlandse schooltelevisie al ln een vicieuze cirkel is vastgelopen Is Teleac niet vreemd. Deze erkenning is er langzaamaan wel gekomen, maar het is niet genoeg. Het betrekkelijk nieuwe vak „bijscho ling van volwassenen via tv', moet de ruimte en middelen hebben om zijn waarde te kunnen bewijzen. De heer Van Praag: Die dingen gaan zo langzaam in dit land. Het (politiek) beleid is niet zo gelukkig. Nu heeft men vooral in de loop van 't vorig jaar wel gezien, dat Teleac zich ontwikkelt tot een wetenschappelijk instituut, maar ik moet een groot gevaar constateren: de omroepwet. Op grond van die wet zou men een teer plantje al overpotten zon der de garantie dat het 't in de nieuwe aarde goed zal doen" Hij doelt op het onderbrengen van Teleac in de Nederlandse Omroep Stich ting, wat volgens hem geen opgaan in, maar een tragische ondergang van Te leac in het omroepbestel zou betekenen. „Het is niet een kwestie van wantrou wen", zegt hij, „maar een kwestie van inzicht. Men begrijpt bij de omroep vaak niet eens het verschil tussen program ma-televisie en didactische televisie. Daardoor zouden noodlottige beslissin gen kunnen worden genomen. Zelfstan digheid voor Teleac is zeer belangrijk. Dat woord is vergeefs gevallen in de Tweede Kamer. Als je na jaren een omroepwet maakt, waarom dan niet meteen die zelfstandigheid er in, vraag ik me af'. Op het internationale congres over di dactische televisie, vorig najaar in Rome (Van onze Amsterdamse redactie) DEN BURG (Texel) In de boerenschuur buiten Den Burg op Texel staat een tractor. Langzame schapen steken grauw af tegen de heldere lucht. Vol maakte rust. Alleen een gekalkt woord op die schuur geeft te denken: BEAT. Jazeker, geen vier maanden geleden dreunde de beat-muziek over een dan sende massa, op de plaats waar nu de tractor staat. En over enkele maanden zullen de keurig geschoren schapen zich weer kunnen vergapen aan de lang harige Europese tieners, die hier hun trefpunt hebben. Want als de eerste zon nestralen dreigen te komen, laten twintigduizend in hoofdzaak Nederlanders en Duitsers zich over het Marsdiep zetten om op Texel hun vakantiegeld te besteden. Het is nog niet zover. De patat kost nu nog een kwartje op Texel. Maar de prijzen zullen stijgen met de toeristen- stroom. In sommige zaken zal hetzelfde zakje patat (niet eens dezelfde kwali teit) voor drie kwartjes vlot van de hand gaan. Het is een publiek geheim, dat tegen die tijd de prijzen in bepaal de winkels weer gaan variëren: gewone prijs voor de inwoners, een hogere prijs voor de Nederlandse toeristen en een nog forsere prijs voor de Duitsers. gesteld, dat ongeveer een verdubbeling van de capaciteit omvat. Is dat zo en wat doet men er op Texel aan? vragen wij burgemeester C. de Koning. „Ik weet absoluut niet of het waar is, dat sommige zaken dit doen. Ik heb de geruchten ook wel eens gehoord, maar u zult mij niet horen zeggen, dat het klopt. En als het zou kloppen, zou ik het onjuist vinden. Op die manier gooit men op den duur zijn eigen glazen in. Neen, wij bemoeien ons er in ieder ge val niet mee. Het is ons terrein niet. Daar heeft het rijk de dienst prijzen- controle voor". Burgemeester De Koning, die in zijn ambtsperiode zag hoe het eiland zich toeristisch gezien stormachtig ontwik kelde, heeft overigens wel zwaardere problemen aan het hoofd, want Texel dreigt in een soort impasse te geraken. Er is een prachtig plan voor de verde re ontwikkeling van het eiland, maar er Is geen geld. Daarmee komen we dan direct aan het stokpaardje, dat de heer De Koning ai vele jaren berijdt. „Wij moeten zeer kostbare voorzieningen treffen om onze toeristische taak naar behoren te kun nen volbrengen. Er komen per jaar zes tien tot twintig procent meer toeristen naar het eiland. Ik geloof niet, dat iemand nog zal ontkennen dat het hier om een nationale, zelfs internationale taak gaat". „Deze gemeente heeft echter bij lan ge na niet de omvang en de potentie om zelf de uitbreidingsplannen te kun nen financieren. Goed, Texel verdient zijn brood goeddeels aan de toeristen, maar de bedragen, die nodig zijn, lig gen ver buiten onze sfeer". „Er zullen dus aanzienlijke subsidies van de overheid nodig zijn. Dat is een absolute noodzaak. De plannen zijn er nu, maar wij met ons begrotingstekort van vijf ton kunnen er gewoon niet aan beginnen zonder een principiële toezeg ging uit Den Haag", aldus burgemees ter De Koning. Het door een brede werkgroep opge stelde plan, heeft inmiddels ieders toe stemming. Omdat het zo moeilijk was een plan parallel te laten lopen bij alle beoordelende instanties (staatsbosbe heer, waterstaat, gemeente, economisch technische dienst, provincie en gemeen te) hebben deskundigen van al die diensten een groots algemeen plan op- De plannen beslaan in totaal vierhon derd hectaren in hoofdzaak bij De Koog en op de noordelijke punt van het eiland. Bij De Cocksdorp moet een recreatie dorp en een ruime bebossing komen (50 ha.). Ten noorden van De Cocksdorp moet een recreatie-bos van 80 ba ko men. Bij Gerritsland wil men 200 ha agrarische grond als recreatie-gebied bestemmen. In het midden daarvan is een zwembad en een winkelcentrum ge dacht. Een groter centrum wil men ten oos ten van De Koog bouwen, waar vooral amusementsbedrijven zullen komen. Er zijn nog wat kleinere plannen opgesteld, terwijl ook is vastgelegd welk gebied onveranderd zal blijven omdat het van historisch belang is. De gemeenteraad heeft twee jaar ge leden de richtlijnen van dit rapport in principe aanvaard, maar veel verder is men niet gekomen. Burgemeester De Koning hoopt dat binnenkort het eerste onderdeel als bestemmingsplan door de raad zal worden vastgesteld. Daaraan zal dan tevens een onteigeningsbesluit van de betreffende gronden moeten wor den gekoppeld, want van de vierhonderd hectare die nodig zijn, bezit de gemeen te nog vrijwel niets. „Tenminste als een recreatie-bestem ming als basis voor onteigening wordt gezien. Ik neem dat aan, want anders zou het een hopeloze zaak worden. Het gaat in hoofdzaak om agrarische grond achter de duinenrij gelegen. Tachtig hec tare is bloembollengrond, maar volgens de deskundigen zullen deze kwekers in de polder Eierland geschikte grond kun nen terugkrijgen". „Over de medewerking van het rijk blijf ik optimistisch omdat ik er van overtuigd ben dat men de absolute nood zaak zal inzien. Als we direct konden beginnen wat eigenlijk nodig is van Texel in het hoofdseizoen maximaal vijftigduizend mensen het eiland zullen bevolken. Van dat aantal zullen er maar twintigduizend tegelijk naar het strand gaan, terwijl daar ruimte is voor 65.000 mensen. Als het ooit zover komt, zullen er op het Texelse strand op de stille ge deelten honderd baders per hectare zijn en op de drukste stukken tweeduizend per hectare, wat toch altijd nog aan merkelijk rustiger is dan Zandvoort op een zonnige dag. zouden alle plannen over tien jaar klaar zijn. Beter zou het zijn alles in een jaar of drie te realiseren, maar dat zit er niet in". „Mijn grote angst op dit moment is, dat we nog niets van de grond bezitten die nodig is. Er moeten nu snel beslis singen worden genomen. Ik verwacht, dat de zaak in Den Haag dit jaar rond komt", aldus burgemeester De Koning. Drs. H. van Praag (links) en de heer H. van der Horst in de studio. is over het „nieuwe vak' tenminste één ding zeer duidelijk gesteld. „Welke spe cialist je ook spreekt, unaniem komen zij tot de conclusie, dat didactische tv volstrekt gescheiden moet zijn van pro- gramma-tv", zegt de heer Van Praag. „De tv-didactiek is nog heel jong, het is eigenlijk nog een experiment. We heb ben vrijheid nodig om deze wetenschap te ontwikkelen. Daarom zijn we zo té gen die „inlijvende" omroepwet". Kortom: een tv-les in „Kernfysica' is een fragmentje van een onzichtbaar, maar enorm pakket in elkaar grijpen de activiteiten van specialisten. Teleac zit nog midden in de „kunst" van het zichtbaar maken van structu ren en modellen: de presentatie, waar feitelijk alles om draait. De code hier voor is tegengesteld aan die voor „nor male" tv. Directeur Van der Horst zegt: „Ik geloof dat veel mensen nog steeds niet zien waar het om gaat met Teleac. Je hoort nogal eens de financiële redene ring: wat kost dat niet per kijker! Het is geen argument. Ga maar eens na wat é;én leerling op onze scholen kost; onvergelijkbaar veel meer. Van die kant moet je 't ook bekijken". Het is zinloos een tv-cursus de lucht in te sturen zonder vooronderzoek, uit gekiende begeleiding en nazorg. De staf van Teleac telt één man voor het behoefte-onderzoek, één man voor de didactiek, één man voor de begeleiding. Dit té kleine apparaat heeft echter een groot aantal assistenten „gekregen" in de maatschappij. Het wordt gesteund door advies-commissies en kan leunen op de medewerking van allerlei instel lingen. Ook qua bestuur is Teleac niet onafhankelijk. De heer Van der Horst: „De eigen lijke produktie van de cursussen is wel het minste probleem. Het is alles wat erbij komt, wat dit werk heidens inge wikkeld maakt: voor-onderzoek in be drijven (en groepen potentiële klanten); het signaleren van onderwerpen en de waardebepaling ervan; het opzetten en uitwerken van de vormen; het testen van de vormen; het testen van „ruwe' opnamen met kijkgroepen; het vaak daarop bijsturen van de produktie-me- thode; het doordenken van de begelei ding en de techniek daarvan; het achter af onderzoeken van het nuttig effect". Drs. Van Praag: „Er zijn veel onder zoekingen gedaan over het léren leren. Het gaat erom dat de tv-didacticus zeer zuinig moet zijn met beelden en emo- tie(s). Wat men bij programma-tv doet is: sterk aanschouwelijk werken en met veel emotie. Bij ons gaat het om het overdragen van het betoog'. Hij vergelijkt: programma-tv is een pocketboek, didactische tv is een stu dieboek. „Bij iedere cursus moet je je afvragen: welke taal spreken de mensen voor wie we hem maken? Als je dat zorgvuldig onderzoekt kom je bijna al tijd voor verrassingen te staan". Een moeilijke les over veeziekten werd door een testgroep veehouders glashelder gevonden: de vrij eenvoudi ge les over bedrijfseconomie vond men te zwaar. De drie bij Teleac gedetacheerde re gisseurs (van de NTS) werken nauw sa men met de heer Van Praag. De ver schillen met het maken van „gewone' televisie zijn op alle punten ingrijpend. Zij zijn specialisten aan 't worden. De heer Van der Horst: „Die jongens zijn ongelooflijk vooruit gegaan. Wat zij nu al bereiken, daar ben ik vaak van on der de indruk'. De heer Van Praag: „We moeten zo ver mogelijk weg uit de sfeer van de gewone televisie. Dat is niet eenvoudig. Ik ben nog helemaal niet tevreden met wat we doen. In sommige landen doen ze 't beter dan wij: sommige dingen doen wij beter. We hebben nu toch al veel blijken van waardering van belang rijke instanties. Het is duidelijk, dat Teleac verder moet kunnen groeien". De heer Van der Horst: „In Japan bijvoorbeeld heeft men cursisten 'n dik boek gestuurd met de opdracht dat te lezen; in de tv-cursus worden dan later alleen de moeilijke punten in het boek behandeld. Het is één van de technie ken. Je kunt ook werken met grammo foonplaten en zelfs met kleine bouwpak ketten. We zijn nog maar net begonnen eigenlijk'. „De oorzaak van onze vage toestand ligt in het totaal van de ingewikkelde omroepkwestie. Voorbeeld: onze begro ting voor dit jaar al lang geleden in gediend is nog niet goedgekeurd. Dat is een hoogst ongelukkige situatie voor een bedrijf in de groei. Ik weet niet hoe veel mensen ik erbij kan krijgen dit jaar, ik weet niet hoeveel we mogen uit geven". - 'Sk\./ IA#oensdagavond 10 februari 1965 om zeven uur werd het eerste deel van de eerste cursus van de televisie- academie Teleac de ether ingestuurd. Minister Bot (toen o., k. en w.) en Teleac's voorzitter prof. Fred Polak (nu niet meer) introduceerden „Onge vallen in en om de woning", op het eerste net. Vrij vertaald, had de minister in het voorafgaande najaar gesteld: „Als jullie in januari in de ether komen subsidieer ikNu nog zyn de medewerkers van Teleac ervan over tuigd, dat een project als deze tv-aca- demie een voorbereiding van ten min ste twee jaar eist. Zij hebben inder tijd met angst en beven hun eerste produkten gadegeslagen. Over de grote spanningen in het be drijf door die valse start; door een bestuur dat niet zoveel begreep van het doel; door gegoochel met vreem de ideeën; door een onvermydelyk in het wilde weg werken, schijnt Teleac nu wel heen te zijn. In de loop van het tweede jaar is Tele ac (en niet Teleac alléén) gaan besef fen, dat het op weg was zich waar te maken. Maar dit wetenschappelijk in stituut in wording is er nog Lang niet. Direct buiten de studio in Delft begint een onoverzichtelijk pad. Onder punt 4 van de beginselverkla ring staat onder meer: „De opzet eist een didactische doordenking, waar bij alle mogelijkheden der audio-vi suele presentatie worden overwogen. Teleac moet verder in staat zijn tv- didactiek te onderzoeken, te ontwik kelen en toe te passen. In het „licht" van een omroepwet, die (ook al) zorgvuldig om het verschijn sel educatieve en instructieve televi sie heen laveert, zien de mannen van Teleac hun toekomst met verstarring bedreigd. Met de heren H. van der Horst, direc teur, en drs. H. van Praag, weten schappelijk hoofdmedewerker, hebben wij gesproken over „Twee jaar Tele ac en verder..." I i - Hij heeft het gevoel dat het een zaak is van: Je moet het weten uit te hou den. De uitspraak van minister Klompé, dat Teleac zich verder moet kunnen ont wikkelen, noemt directeur Van der Horst positief. Veel meer is er door de rege ring echter niet gezegd. Het is nog de vraag of deze uitspraak als een hou vast mag worden gezien. De heer Van Praag: „Voor dit werk heb je een eigen instituut nodig, auto noom. Dat wordt nog te weinig gesteund en slecht gesubsidieerd. Een begroting van nog geen twee miljoen is belache lijk". De.heer Vaa der Horst: „De structuur moet zo zijn, dat Teleac vrij kan ope reren; verplichtingen aan kan gaan met tuinders, technici, dokters en wie niet. De ontwikkeling van het omroepbestel is anders gegaan dan (voor Teleac) was voorzien..." Alle benodigde specialisten van Te leac en hun bestuur moeten een eigen huis kunnen bewonen. Dit is de vrome wens van de mensen, die zien dat een televisie-academie niet te rijmen is met een omroepwet-zonder-blik-vooruit. Te leac is geen televisie; Teleac is een academie, die televisie gebruikt. Nog weinig toerisme op Duitse Veluwe Achter de Groningse bossen ligt de Duitse Hümmling. Vakan tiegangers die in alle jaargetijden iit de kalere delen van Neerlands noordelijkste gewest naar de bos sen bij Ter Apel en Bellingwolde trokken hebben het ten leste ont dekt. Zij trokken de grens over en kwamen na enkele kilometers te recht in het schilderachtige gebied van de Ems, de rivier, die evenwij dig aan de grens naar het noorden stroomt met veel bochten en kron kels, afgesneden armen en dode zij takken. Het is hier een paradijs voor vissers en voor wandelaars, die uren kunnen dwalen langs de wilde oevers of zo maar kunnen zitten kijken naar het op sommige delen drukke scheep vaartverkeer. Achter deze Ems ligt de streek, die zo aan de Veluwe doet denken, dat wil zeggen, zoals die er vijftig jaar geleden nog moet hebben uitgezien. Dit is het gebied van de Hümmling. De kleine geïsoleerde dorpjes liggen hier „aan de rand van een groot woud...", zoals dat in de sprookjes heet: echte bossen, zoals wij ze in ons land alleen nog maar kermen binnen de hekken van de Ho ge Veluwe, bossen met grote vlieg dennen, die afsteken tegen de lucht, met eiken en beuken, hoog en laag. Verrukkelijke bospaadjes lokken u voor u het weet kilometers ver tus sen de bomen tot waar u het verkeer op Bundesstrasse 70 niet meer hoort. Noordelijk van de weg Sögel—Werlte ligt het Fheikenmeer in een bosrijke omgeving. (foto Holtman). De pruikenmakers beleven nog steeds een gouden tijd. Vooral vlech ten en vlechtjes van zware dikke vlechtwerken tot dunne varkens staartjes, zijn veelgebruikte hulpmid delen bij het opbouwen van gelegen- reids-coiffures. Nieuwe variatie op de „staartenmode" is de driedelige vlecht: midden op het achterhoofd een kort dik stuk vlechtwerk dat tot in de nek valt en aan weerskanten daarvan een ruim tweemaal zo lang exemplaar. Drie kleine fluwelen strikjes worden om de uiteinden van de vlechten geknoopt. De Hümmling is door de Noordne derlanders pas sinds enkele jaren „ontdekt". Het hele gebied staat trou wens nog aan het begin van het toe ristische tijdperk. De Duitsers zelf hebben hun aandacht op andere lands delen gericht en beginnen ook pas de laatste tyd iets te zien in de streek tussen Sögel en Paj>enburg. U zult hier dan ook nog nauwelijks bordjes aantreffen. Wel een opvallend ver zorgd net van asfaltwegen van het drie-meter-breed-type. En ieder dorp je telt wel twee of drie hotelletjes, waar je nog gast bent en geen toe rist. In Westerwolde heeft men ingezien, dat de eigen streek beter valt te ver kopen samen met het Ems/Hümm- ling-gebied en de VW-tjes wijzen in hun folders nadrukkelijk op deze mooie streken in Duitsland, die via Westerwolde zijn te bereiken. Er wordt ook al om die reden gewerkt aan langere openstelling van de grens. Alleen bij Nieuweschans zijn de slagbomen nooit dicht. Bij Ter Apel heeft men doorgang tussen 's mor gens zes en 's avonds twaalf, en bij Boertange staat de grens open tussen acht uur 's morgens en zes uur 's avonds. Dan zijn er nog twee over gangen bij Bellingwolde, die tussen half zeven 's morgens en negen uur 's avonds zijn geopend. grensovergangen is vooral noodzake- grensovregangen is vooral noodzake lijk geworden, nu een idee van de burgemeester van Bellingwolde, drs. Eysink, werkelijkheid gaat worden. Deze burgervader heeft naast de problemen, die samen hangen met de gewenste samenvoeging van de ge meenten Bellingwolde en Wedde, nog tyd gevonden een toeristisch aantrek kelijke route uit te stippelen die van zijn gemeente zo de Hümmling in loopt. Naar het voorbeeld van de rou tes van de ANWB wil hij door bord jes laten aangeven hoe men langs een hele reeks van de mooiste plekjes kan rijden. Een paar maanden gele den is men ook aan de andere kant van de grens met deze plannen ak koord gegaan en als alles meezit, zal deze Hümmlingroute nog dit voor jaar worden geopend. Dan zullen nog meer Nederlanders deze kant uittrekken. De helft van het totaal aantal toeristen bestaat nu al uit Nederlanders, die de rust en de stilte van het woud zoeken. De heer Prummel van de camping „De Iem- barg" in Tweede Exloërmond kan er van meepraten. Op zijn moderne kampeerterrein (2i/£ hectare mooi, prachtige vennen naast de deur), dat vlak bij de grensovergang Boertange ligt, strijken steeds meer kampeer ders neer, die van daar doortrekken naar de Hümmling. dorpjes Borger, Lorup, Surwold, Wippingen, Hüven, u moet een hele goede atlas hebben,willen ze er op staan zijn dan ook bezig zich voor te bereiden op dienstverlening aan het toerisme. Om die reden zijn alle wegen de laatste jaren verhard, zijn er VW'tjes opgericht en zijn er fol ders gemaakt met kaartjes waarop al deze dorpjes en gehuchtjes wél worden genoemd, en zijn er „Wandel- parkplatze" voor vermoeide chauf feurs aangelegd. Daar parkeert u de auto, stapt uit en wandelt een lief bospaadje in, dat u na tien minuten of een kwartier weer naar uw auto terugvoert. Zulke „wandelstops" zijn er al in Lorup, Borger, Hilter, Aschendorf en Sögel. Er komen er nog meer. Op verscheidene plekken in het bos stuit men verder onverwachts op reus achtige hunnebedden, die daar als versteende monsters met gekromde ruggen de wacht houden. Oude mo lens geven weer een ander tintje aan het afwisselende landschap. In Hüven even ten zuiden van Sögel, staat tenslotte een prachtig gerestaureerd exemplaar, unieke combinatie van wind- en watermolen. In Sögel, van oudsher centrum van dit gebied, „Urpfarre" weet Gemein- de-Direktor Kröger er ook van mee te praten. Hij maakt zich aan gene zijde van de grens bijzonder druk om de Hümmling onder de verdiende aan dacht te brengen. Hij vertelt dat deze streek in Duitland, zo ongeveer als Drente bij ons, tot toeristisch gebied is verklaard. Er wordt hier niet aan industrialisatie gedaan. Sögel met zijn vierduizend inwoners en andere WARSCHAU Erich Koch, voormalig nazi-gauleiter van Oost-Pruisen, heeft aan een Poolse verslaggever verteld, dat een „barnstenen kamer" die 50 miljoen dollar waard zou zijn, ergens in de Russische stad Kaliningrad begra ven zou zijn. De precieze plaats waar de schat moet liggen, zou alleen bekend zijn aan de vroegeer Duitse majoor Helmut Will, die op dit ogenblik in West- Duitsland woont Koch, die in een Poolse gevangenis zijn straf uitzit, was gedurende de tweede wereldoorlog gouverneur van Oost-Prui sen en rijkscommissaris voor de Oekrai- ne. Het in Warschau verschijnende dag blad Dziennik Ludowy (volksdagblad) schrijft, dat de meeste van de kunst schatten, die Koch in zijn residentie, Königsberg (het tegenwoordige Ka liningrad) verzameld had, nooit bij de oorspronkelijke zijn teruggekeerd. Het blad voegt hier nog aan toe, dat de Sovjet-Unie nog altijd speurt naar 800 middeleeuwse ikonen die uit Kiev gestolen zijn tijdens de Duitse bezetting. De meest kostbare van de vermiste kunstschatten is de z.g. „barnstenen ka mer" uit Tsjarskoje Sielo, een stad in de nabijheid van Leningrad. Deze kamer bestond uit vier wanden, met ingebouwde lampen, reliëfs, beelden en lysteii voor spiegels én schilderyen, alles uit zuiver barnsteen vervaardigd. De kamer stamt uit bet begin van de 18de eeuw, en is vervaardigd door twee Duitse meesters, Andreas Schluter en Gotfried Tusso in opdracht van Frederik de Grote, koning van Pruisen, en door diens opvolger ten geschenke gegeven aan tsaar Alexander van Rusland. Koch heeft aan de Poolse verslagge ver meegedeeld: „Dr. Alfred Rohde, de beroemdste expert op het gebied van barnsteen van heel Duitsland, heeft des tijds de kamer in het slot te Königsberg ingericht Alfred Rosenberg, de belang rijkste nazi-ideoloog, wilde hem voor zichzelf hebben, en deed daartoe een be roep op Hitier. Maar Göring en Himmler waren op mijn hand en de kamer bleef in Königsberg." „Na twee geallieerde luchtaanvallen die een groot deel van de stad in puin legden in de herfst van 1944 werden de kunstschatten in de kelders van het kas teel verborgen. Toen de Russische troe pen de stad naderden, hebben Rohde en de lt.-kolonel van de S.S. Georg Ringel de schat op een andere plek in de stad begraven, nadat een poging om hem per schip aan land uit te krijgen mislukt was." Koch vervolgde: „De verdediging van de stad liet mij geen tijd voor andere za ken, zodat ik majoor Will opdracht gaf om Ringel en Rohde in de gaten te hou den. Ringel heeft Rohde gedood toen de ze op het punt stond het geheim aan de Russen te verraden. Ringel, die in Kö nigsberg bleef om de ondergrondse groep „Wehrwolf" te organiseren, keerde later naar Duitsland terug en stierf enkele jaren geleden." „In 1949 werd ik benaderd door een majoor van de Britse geheime dienst die mij immuniteit aanbood in ruil voor gegevens over de plaatsen waar kunst schatten en nazi-documenten verborgen waren. Toen ik weigerde hebben de En gelsen mij eerst in Hamburg voor het gerecht gedaagd en later aan Polen uit geleverd". „Ik weet dat er twee bunkers in de omgeving van de oude kerk in Ponarth, een voorstad van Königsberg zyn, waar de kamer mogeljjkerwyze begraven Ugt onder het puin. Ik ben van mening dat de kunstschatten naar de oorspronkelijke musea teruggebracht zouden moeten worden, maar Helmut Will, die nu een vooraanstaand zakenman is in West- DuitsLand, weet beter dan ik waar pre cies de schatten verborgen zijn. Hy is de enige overlevende van allen die de plaats gekend hebben." WAGENINGEN De rogge heeft een lang bewaard geheim prijs moeten geven, dank zij de jonge doc tor ir. G. W. Wieringa, in Wagenin- gen gepromoveerd in de landbouw kunde. Als varkens- en pluimveevoeding heeft rogge al van ouds een minder goede naam dan andere voedergra- nen. Vooral bij jonge dieren kan men namelijk na het opnemen van veel rogge een groeivertraging waarne men. Dr Wieringa is er nu achter geko men, dat de dieren door het eten van veel rogge minder eetlust krijgen en dat dit verschijnsel veroorzaakt wordt door rogge-olie. Een kwestie van smaak is het niet, want varkens die de olie via een maagsonde toegediend kregen gingen ook minder eten. Proe ven werden gedaan met een rantsoen, dat voor de helft uit rogge bestond en met een rantsoen dat voor de helft uit gerst bestond, maar waaraan de bij de rogge behorende hoeveelheid rogge-olie was bijgevoegd. In beide ge vallen kreeg men een groeidepressie van 11 12 procent. De rogge-olie komt voor in de huid van de roggekorrel, dat verklaart ook waarom de korrelgrootte invloed heeft op het groeiremmend effect. Door zyn onderzoek, beschreven in zijn proefschrift „On the occurence of growth inhibiting subtances in rye", heeft dr. Wieringa niet alleen de rogge zyn geheim ontfutseld. Hij heeft het ook mogelyk gemaakt de groeirem- ming van bepaalde partyen rogge che misch te voorspellen, wat van belang kan zyn voor ander landbouwkundig onderzoek byv. op het gebied van ver edeling, bemesting e.d. Dr. Wieringa, die in 1924 is geboren, is sinds 1956 verbonden aan het „In stituut voor bewaring en verwerking van lahdbouwprodukten" in Wagenin- gen. Promotoren waren prof. dr. C. d. Hartog, buitengewoon hoogleraar in de voeding en de voedselbereiding, en prof. Ir. S. Iwema, hoogleraar in de veevoeding aan de Landbouwhoge school.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 10