Duitse radio deed een leeuw cadeau „We moeten 'm eerst Nederlands leren..." Dorp aan de Grift (XII) Bij het laatste artikel van mijn vaderwijlen de heer I). Philips Was er 'n zigeunerkamp bij Veenendaal OUDE BEWONING AAN BENEDENEIND \fieuw lak nu zelf iglo loempia's m i v.v. Renswoude verhoogt ledencontributie Krat door voorruit RENA; VAN FRANKFORT NAAR RHENEN Zigeunerkamp Heidens BANG TELEVISIE Kettingbotsing op Grebbeberg Ze zijn er! Iglo loempia's. U haalt ze vers uit de diepvries. U bakt ze zelf knappend vers! Ontdek nü hoe lekker loempia's kunnen zijn. Geniet er d'f weekend van! flGLOJ 79 CENT PER STUK Scholieren doen verkeersexamen Paaszangdienst in Renswoude DINSDAG 14 MAART 1967 RHENEN/SCHIPHOL De mooie juffrouw achter de telefoon van de Luchthaveninlichtingendienst op het vliegveld Schiphol kijkt wat zorge lijk en trekt een gezicht alsof ze een gilletje af gaat vuren. Ze houdt het hoofd echter koel en zegt allervrien delijkst: „Een leeuw, zei u, ik zal informeren bij het dierenhotel". Haar ranke vingers draaien een nummer, ze informeert, draait op nieuw en luistert. Dan zegt ze: „Die leeuw van u is een kwartier geleden aangekomen. Uit Frankfort. In het dierenhotel kunen ze u wel verder helpen. Linksaf, voorbij het vracht gebouw en dan ziet u het vanzelf.... Een kwartier later maakt Cor Ouwe hand, zoon van de Rhenense die renpark-directeur voor 't eerst ken nis met de drieëneenhalve maand oude leeuwin Rena. Het dier arri veert in een rood-bruin geschilderde kist en kijkt met flonkerende ogen tussen de spleten van het houtwerk door de wereld in. Rena is een ge schenk van de Süddeutscher Rund funk aan de Rhenense dierentuin. Cor haalde de aanwinst voor het park gistermiddag van de luchtha ven af. „Ik moet straks nog even een leeuw van Schiphol oppikken. Misschien is het iets voor de krant om mee te gaan....", zei hij, voordat hij uit Rhenen vertrok. Het dierenhotel op Schiphol is in wer kelijkheid niet meer dan een hoek van het vrachtgebouw. Verzendkooien staan er hoog opgestapeld en joviale douane-ambtenaren houden er een oogje in het zeil. De aankomst van een leeuw fs geen buitensporigheid, maar toch heerst er even een onge wone bedrijvigheid als de douaniers en het overige personeel van het vrachtgebouw in de gaten krijgen, dat er een roofdier arriveert. Een man in een gele overall zegt: „Die fotograaf mag hier niet komen, want als hij straks terugkomt moet hij in voerrechten op z'n camera's beta len..." Een employé, die zichtbaar wat te ver tellen heeft, tikt aan zijn rode pet en beweert het tegendeel: „Ik heb er geen bezwaar tegen als er op het platform een foto wordt gemaakt als die leeuw uit het vliegtuig komt..." Hij zet een van de bedrijvige lorry's gereed. Even later rijdt hij vrijwel geruisloos over de betonnen banen van het vliegveld; de fotograaf naast hem in de cabine. Een blinkende DC-9, zo juist gearri veerd uit Frankfort, staat fier in de frisse wind en laat zijn vleugels door de late middagzon strelen. Als de passagiers het vliegtuig hebben verlaten, wordt de jonge leeuw Rena ln zijn bruine kist op de lorry gezet. Daarna brengt hij ruim twintig mi nuten in het dierenhotel door. Deze tijd is nodig om een aantal formali teiten in orde te brengen. Beroeps halve bemoeien de douaniers zich nauwelijks met het dier, dat zo nu en dan vervaarlijk gromt. Een expedi teur holt heen en weer met een aan tal formulieren in zijn hand. Hij be kijkt Rena terloops. „Is hij gezond?" wil hij van Cor Ouwehand weten. Nog voordat het antwoord komt, zegt hij: „Ja het is in orde, ik zie het aan zijn ogen..." „Wat kost zo'n ding nou?", vraagt de man die op zijn gele overall een rood geborduurd KLM-embleem draagt. Cor: „Ik schat zo ongeveer vijftienhon derd gulden..." De enige gasten in het dierenhotel zijn naast de jonge leeuw op dat mo ment een negental flamingo's, die door worden getransporteerd naar Dublin. Ze staan wat angstig, dicht op elkaar in een van de drie cementen kooien. De vogels hebben een lange reis ach ter de rug, die ze in een platte kist van latten en jute hebben doorge bracht. Hun lange poten werden opge vouwen en werden met een touw aan hun romp vastgebonden. Op deze wij ze worden ze vervoerd. Een van de douaniers weet te vertellen, dat de dieren bij aankomst als zij uit de krappe kist worden bevrijd, nauwe lijks op hun lange stelten kunnen staan, hij. ,Net dronken kerels", lacht In een bestelwagen wordt Rena naar zijn nieuwe woonplaats Rhenen over gebracht. Chef-dierenverzorger Ad van de Berg weet van zijn komst af en heeft al een nachtverblijf in orde gemaakt. De kist wordt met zorg achter de tralies geschoven; de twee sloten worden opengemaakt en Rena kan zijn nieuwe woning gaan ver kennen. Het leeuwtje blijft gedwee in de kist zitten, van enige agressiviteit is geen sprake. Verzorger Van de Berg pro beert wat beweging in het hijgende lichaam te krijgen; Rena blijft er kalm onder en volstaat met een luid ruchtig gegrom. „Dieren zijn altijd bang voor mensen", zegt de oppas ser, die met kennis van zaken spreekt. „We moeten voorlopig maar afwachten hoe het leeuwtje zich aan past; we moeten 'em eerst maar eens Hollands leren..." Enkele weken lang zal het nieuwe dier in quarantaine worden gehouden. Een mestonderzoek zal in die periode moeten aantonen of de leeuw ziekte- verschynselen vertoont. Daarna zullen er voorzichtige pogingen worden ge daan Rena bij de overige leeuwen, Ouwehand heeft er totaal zes, onder te brengen. De leeuw werd Ouwehand geschonken door de Süddeutscher Rundfunk. Re na werd verscheidene keren inge schakeld bij televisie-opnamen, maar nu het dier wat ouder is geworden besloten de Duitsers het aan een die rentuin cadeau te doen. Via de naam Rena kwam men in Rhenen terecht. Een toevallige woordspeling leverde Ouwehand een gratis leeuw op. Cor Ouwehand, die juist terug gekeerd is van een half jaartje „praktijk" in de Zoologischer Garten van Keulen, vertelt dat er de komende weken nog vele andere nieuwe aanwinsten in Rhenen zullen aankomen: struisvo gels, stekelvarkens, krokodillen en antilopen. Maar de eerste dagen zal het vrien delijke leeuwtje Rena alle aandacht voor zich opeisen. „Hij lijkt lief" zegt verzorger Van de Berg tenslot te, „maar je komt er pas na ver loop van tijd achter, of 'ie ook wer kelijk lief is..." RHENEN Op de Grebbeberg, ter hoogte van de ingang van Ouwehands Dierenpark vond een kettingbotsing plaats, waarbij de wagens van de Rhe- nenaren A. v. V. en Ten B. schade op liepen. Eerstgenoemde moest plotseling afremmen voor een voor hem rijdende personenauto. Ten B., die achter v. V. reed, botste op de achterzijde van diens wagen. De schade werd onderling geregeld. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Gachte lezers. Zoals u waarschijnlijk uit de nummers van 13 en 14 februari hebt verno men la mijn vader zondag 12 februari plotseling overleden. Bij u aleln stond hy bekend als historicus en publicist en zeer velen behoorden tot de trouwe lezers van zyn artikelen. Deze getuigden steeds weer van zyn grote kennis, belang stelling en liefde voor de historie in het algemeen en van Veenendaal en wijde omgeving in het bijzonder, de laatste tyd ook van zyn nieuwe woonplaats en -streek Heythuysen en Midden Limburg. U zult allen begrijpen welk een grot verlies het heengaan van myn vader betekent op de eerste plaats voor zyn vrouw en kinderen, maar ongetwyfeld ook voor zijn talrijke vrienden, kennis sen en belangstellenden. Voor de vele biyken van deelneming die wy inmiddels ontvingen zeg ik U allen van harte dank. Ik hoop dat hij nog lang in Uw ge dachten zal voortleven als de man die hy was: bemind bij vele mertaen en die zo gaarne zijn medemensen deelgenoot wilde maken van zijn vreugde en liefde voor historie en natuur. Tussen zijn talryke paperassen vond ik het onderstaande artikel, dat hy nog op de vooravond van zyn plotseling verscheiden voltooide. Moge deze laatste pennevrucht van zyn hand er aan medewerken zyn gedachtenis nog lange tyd by U levend te houden. Namens zijn vrouw en kinderen, zyn oudste zoon P. I. E. Philips, Horion- straat 17, Heythuysen. Vergissingen, verwarringen en misverstanden zijn er vele. Om er slechts enige te noemengeschiedenis is het naver tellen van allerlei overleveringen, vermoedens en veronder stellingen; het met lofwaardige bedoelingen schrijven van vrome rijmelarijen zou identiek zijn met het beoefenen van poëzie; de verwisseling van.de geestelijke gesteldhéid van de kunstenaar met zijn beeldend vermogen; carnaval im pliceert uitspattingenwoonwagenbewoners zijn zigeuners. Over de laatste misvatting willen wij ditmaal schrijven en daartoe de plaats van het vermeende of niet vermeende zigeunerkamp gaan bezoeken. Wie de Valleistraat volgt, komt bij de Groeneveldsebrug aan de Grift, waarlangs een harde weg ongeveer anderhalve kilometer voert. Tot voor enige tientallen jaren zette die weg telkens zijn rug omhoog, als een kat in verdedigende houding, overal waar sloot of wetering op de Grift loosde. Die brugjes vond men al in de huidige Valleistraat toen de oude Bisschop Davidsgrift nog niet gedempt was. Langs het Benedeneind liggen ter weerszijden buurtjes van arbeiderswoningen en enkele boerderijen. Enige eeuwen geleden waren daar ook reeds woningen te vinden, vooral aan de Gelderse kant. Enige oude namen als De Lindeboom en de Kalkoven komen er nog voor. In het Rijksarchief te Arnhem vonden wij indertijd in de Algemene Verzame ling een kaart van de „benedenste ge- meine griffte" uit 1599 (1699?) gete kend door Bernardt Kempinck. Zij be gint links bij de Veltgensgraeff, de hui dige Nieuweweg en eindigt rechts in de Bennekommer venen voorbij het Sandtfoortse Schutte ofte Merry Mesen schutte. (Een schut was een ééndeurige sluis, die met een kaapstan der werd opgetrokken om een schip door te laten. De schippers maakten wel eens eigenmachtig de afgesloten windas los). Van de Veltgensgraeff liep een grep pel naar de Svaluwen Sterte, de split sing van de Grift in een Stichtse Grift, de huidige Hoog- en Zandstraat, waar aan het begin een huis lag, De Hulck geheten, wellicht naar zijn puntige vorm naar een schip genoemd of wij zend op een laagte in de grond, én een Gelderse Grift, het huidige Boveneind (Pr. Bernhardlaan, Stationsstraat of Veenendaalseweg), met éven voorby de splitsing twee bruggen, waarvan er een Dwarsbrugge heette. Aan genoemde „gruppel" lag een aan alle zijden door geboomte omgeven landhuis van Jacob Feitsz. (Feit is een Friese voornaam). Bij de splitsing staan op de kaart drie huizen, nameiyk van Andries Claessen, Roeloff Aelbertsen en Gerrit Elissen. Van Het Kleine Scutken af vin den we de woning van: Herman Brant- zens weduwe, Ott Hendriekzens, Derck Gerrit Reijersens, Claes Jansens, Crijn Evertsens, Derck Gerrit Reyersens Erffgenamen, Merry Boenen weduwe, Steven JanszenVerbeyck, Jan Hen- dricksens, Cornelia Jacobzen olim (d.L vroeger) J. Gerrit Petersen Clercq, en Hendrick Claessen Lam olim Jan Arien- sen Hoochbeen. Daarnaast lagen de „Pallantsche vhenen", venen toebeho rende aan de Culemborgse adellijke fa milie van die naam. Vervolgens Lens Hubert sen, de Hoe- mense venen met Hoemens hofstede, Derck Hollarta erffpachter Jan Arien- sen „gronteygener", Gerrit Claessen pachter Joffer van Rhienen Hubertse grondeigenaresse, Aelbert Koerr olim Frans van Rhienen modo (d.i. nu) Ste Cathrijnen gasthuys toe Arnhem, Arien Gerritsen olim Grammaye een van de Grammaye's, nameiyk Thomas, had de eerste steen van de oude Salvator- kerk op de Markt gelegd Aelbert Cornelissen, Jan Hermanssen. Jan Hen- dricksens olim Warmonta modo Tonis Rixen Eijgener (eigenaar). Naast de gronden van de laatste lagen de Val- kenaarse venen, begrensd door terrein van Dries N. Jan van Zallant eygener. Voorbij diens bezit strekten zich de Boeckopsche vhenen uit, eigendom van de heren van Moeckop die op kasteel Harselo woonden. Hierin lagen elf hui zen namelijk van Joffer van Brienens, Johans van Amersfoort, Coent (Coen- raad) Cornelissens, Wolter Goessensens Peter Willemsens, Gerrit Hendrixens, Jan Broenensens, Jan Goesensens huys, Jan Joppen, Herman Pauwelsens en Jan Janssens, waar de Bennekommer Gemeijnte begon, de Bennekommer Meent, gemeenschappelijk bezit van in woners van Bennekom. De meeste van deze namen zijn pa- tronymisch, vadersnamen, eindigend op sen of sens di. zoon. Wellicht wonen daar thans nog nakomelingen van de genoemde personen, van wie een enkele namelijk Hoochbeen geen vadersnaam droeg. Waar de weg van de Grift afbuigt, loopt een paadje langs het water, waar aan in het schilderachtige buurtje een mooi boerenhuisje ligt. Wij slaan de/ Meentdijk in en volgen verder rechts de Meentweg dwars door de Benne kommer Meent, een natuurreservaat, waarover Evert Zandstra aardige din gen vertéld heeft in het herinnerings boek voor wijlen Ir. M. M. van Hoffen „Een Veluws dorp". De Meentweg loopt naar de Zuiderkade. Naar links voert de Kraatsweg ons een parkachtig land schap binnen. Op de hoek Zuiderkade- Kraatsweg liggen aan de zuidzijde per celen, gescheiden door de 15de-eeuwse Eemwal: de Grote en de Kleine Onger- kamp. „Im Zigeunerlager" la de titel van een muziekstuk, dat een impressie geeft van het musiceren in een derge lijk kamp, een goede titel voor de vol gende alinea. Want de Ongerkampen hebben hoogst waarschijnlijk iets uit te staan met het zwervende volk der Zi geuners. Onger wordt ook gespeld hon ger, hongher, Hongaar. Hongerland was driest of slecht land. Nu wil het geval dat beide Ongerkam pen geen gronden zijn van inferieure grondkwaliteit. Dat hebben in 1949 wij len prof. dr. C. H. Edelman en ir. M. M. van Hoffen geconstateerd. Zij wezen ook op het feit, dat beide kampen in een uithoek van de gemeente Veenen daal en Ede liggen, bijzonder gunstig voor een kamp van Zigeuners, die des- tyds in een gemeente niet geduld wer den. In de polderatlas van de Dijkstoel Wageningen en Bennekom uit 1752-1753 zijn beide kampen fraai afgebeeld door de gebroeders M. en F. Beyerink. De geschiedenis van de Zigeuners is in dichte nevelen gehuld en door een romantisch waas omgeven. Wat is hun herkomst? Laat ons eerst naar een Zi geuner luisteren. De Hongaar dr. Er- nest M. Gajary Kuhinka, die in 1947 in ons land asiel verkreeg en in 1957 een studie over de geschiedenis en de folklore der Zigeuners schreef, geeft zijn verhaal weer: „In de oude tijd riep God alle volke ren bij elkaar. Zij verschenen voor Hem en Hij gaf iedereen land. De Zi geuner echter had zich achter de rug van God verborgen. Toen God met de uitdeling klaar was, trad de Zigeuner naar voren en riep uit: „O, Heer, Gij hebt mij vergeten". „Ja! Waar had je je verscholen?" vroeg God hem. „Ach ter uw rug". „Heb je liever dat ik je land toewijs óf wil je dat de anderen dit doen?" vroeg God en wees met zijn hand in' de richting van de verzamel de volkeren. „Ik zag liever", zei de Zigeuner, „dat alle volkeren mij land ADVERTENTIE zouden geven en niet Gij alleen". „Zo zal het gebeuren. Ga heen", sprak God. Dat deed de Zigeuner. Sinds die tijd hebben de Zigeuners geen eigen land en leven zij verstrooid over de hele we reld. Alle boeken over Zigeuners er is een bibliotheek vol over hen geschre ven zeggen dat slechts door middel van de Zigeunertaal vastgesteld kan worden welke hun oorsprong is. Uit de verwantschap van hun taal met het Hindoestans heeft men kunnen vaststel len dat zij uit Voor-Indië komen. Het Zigeuners is een Indogermaanse taal, een afstammeling van het Sanskriet. Uit oorkonden blijkt dat zij in 1270 in Walachije verschenen en in 1282 verder Europa binnendrongen. In 1422 kwamen zy te Bologna, in 1427 te Parys. Ook ons land werd bezocht. Mr. J. G. Huy- ser haalt in zijn boek over hun taal, afkomst en lijdensweg oorkonden aan uit Deventer, Arnhem, Utrecht, Zutphen, Nijmegen, Holland, Zaltbommel, enz. De oudste oorkonden gewagen van goede behandeling: zij ontvingen geld, brood, bier, haring, bokking en stro. Maar allengs verloren zij door dief stallen en zakkenrollen de sympathie van de overheid en werden de plakka ten tegen de „heidens" of Egyptenaars men meende dat zij uit Egypte stamden strenger. Het werd hun verboden binnen het gebied van een stad of dorp te komen, er werd op hen gejaagd als op wild. Zij werden bij overtreding der wetten gegeseld en ge brandmerkt. Ontdekte men hen ergens, dan werd zelfs de noodklok geluid. Ze werden uitgescholden voor „Vagebonden, Ledig- gangers, Lantloopers, Bedelaers, Schoy- ers, Knevelaers, Scheerslijpers, Waar zeggers, Sulpherpriemers, Quaksalvers Rottenkruytverkoopers, Plecklikkers en liedtsingers". Overal werden zij verbannen. Vandaar dat hun kampen van wa gens en tenten aan de grens van vroe gere rechtsterritoria gevonden werden en Honger- of Hongaarskampen, Bo hemer-, Bemer- of Beemerskampen ge noemd werden. Door al deze vervolgingen, die zij vol gens O. van Kappen in zijn in 1965 ver schenen werk Geschiedenis der Zigeu ners in Nederland, ook aan zich zelf te wijten hadden door hun parasietenleven, hun listige streken, hun lezen uit de lijnen der hand, waarzeggerij, tover kunsten en kwakzalverij, waren de Zi geuners in het begin van de 18de eeuw radicaal uitgeroeid, maar in de loop Van de 19de eeuw verschenen zij weer hier en daar sporadisch. In zijn studie De Geheimtalen niet het Bronnenboek uit 1934, maar in de eigeniyke studie uit 1932 erkent Dr. J. G. M. Moormann dat de invloed van de Zigeunertaal op de geheimtalen veel geringer is geweest dan die van de Jo den, omdat de eersten zich nergens blijvend konden vestigen. Hij stelt ook dat de heidens of Egyptiërs niet uitslui tend Zigeuners zijn geweest, maar dat zich onder hen ook zwervers van ande re oorsprong hadden bevonden. Wellicht zegt hij, vormden de Zigeuners slechts een minderheid. Zij hebben zich ver moedelijk vermengd met allerlei dieven benden. De plakkaten uit de 18de eeuw moeten volgens Moormann vooral gezien wor den in het toenmalige internationale verschynsel van dieven- en roversben den zoals de Bokkenrijders. Een oudere schrijver over de Zigeu ners. Mr. J. Dirks heeft in 1850 een onderzoek ingesteld naar relicten van hun vestiging in ons land en vond toen afstammelingen in: het Vilders- Heike bij Hoeven (N.B.), te Loon op Zand en Kaatsheuvel, in de omgeving van Budel en Hamoad, in Overijsel en de Gronin ger Ommelanden o.a. te Winschoten, Kollumerzwaag. Moormann die resten van Zigeunertaal te Haaksbergen vond, betwijfelt enige constateringen van Dirks. Zigeuners leven wel in woonwagens, maar de mec&te woonwagenbewoners zijn geen Zigeuners, blykend reeds uit hun uiterlijk. Toen ik te Doorn woonde belde eens een echte prachtige Zigeu nervrouw bij mij aan, die uit de lijnen der hand de toekomst met veel mensen kennis voorspelde; zy bezat een mooi figuur, doordringende donkere ogen en prachtige hagelwitte tanden, een vrouw die alle raskenmerken der Zigeuners vertoonde, maar geen inlichtingen over haar herkomst kon of wilde geven. Terugkerend naar de Grote en Kleine Ongerkamp bij Veenendaal, zie ik mij verplicht op te merken dat de groot meester van de Nederlandse Naamkun de wijlen dr. M. Schönfeld in zijn werk Veldnamen schreef, dat Onger en Unger inderdaad voor Hongaar of Zigeuner gebruikt werden. Maar Onger en Unger kan ook On- gers en Ungers luiden en dan Hongers of Hungers zijn, een persoonsnaam dus. namelijk Hungerus. Ongerkamp zou betekenen het kamp van Hungerus, kamp in de zin van een stuk land. Ook kan unger en onger de naam zyn van een plant, die heermoes heet, een soort paardestaart, in N. Holland bijvoorbeeld. Voor zover mij bekend is de beteke nis van de namen Grote en Kleine On gerkamp tussen Veenendaal en Benne kom niet verder onderzocht. Archief onderzoek te Bennekom en Wageningen, vooral naar stukken over Zigeuners en die over de eigenaars of pachters van genoemde kampen, kan hier licht ver schaffen. Realiteitshalve moest ik Schönfelds bedenkingen hier mededelen. Want ge schiedenis moet waarheid zijn, geen verdichting. Heythuysen, 11 februari 1967. D. Philips. RENSWOUDE Dezer dagen hield de voetbalvereniging Renswoude een ledenvergadering In gebouw „Rhe- hoboth", waarbij duidelijk naar voren kwam dat het bezoekersaantal aanmer kelijk was gegroeid vergeleken met de vorige bijeenkomsten. In het openingswoord van voorzitter Overeem werd ook nog eens de goede positie van Renswoude I betrokken. De secretaris las hierna de notulen, welke met algemene stemmen werden goed gekeurd, terwijl de penningmeester ondanks de hoge uitgaven voor verlich ting en terreinonderhoud nog een klein batig saldo kon melden. De recette van de jubileumwedstrijd tegen DOS was, hoofdzakelijk door de slechte weersomstandigheden, erg laag gebleven. De heer W. van Maanen werd met al gemene stemmen als nieuw kascommis- sielid gekozen, daar de heer Van Raaij wegens drukke werkzaamheden voor de ze post had moeten bedanken. In de discussie over terrein en de RHENEN Op de Utrechtsestraat- eg ter hoogte van de Btokweg vond gistermiddag omstreeks vijf uur een niet alledaags verkeersongeval plaats. Terwijl de heer E. S. uit Veenendaal werd gepasseerd door de bestelauto van de Rhenenaar Van V. verloor deze een lege krat, die pardoes op de voor ruit van de wagen van 8. belandde. Wonder boven wonder mankeerde S. niets. Zijn wagen werd beschadigd en de voorruit ging totaal aan diggelen. De chauffeur van de bestelwagen had niets gemerkt van zijn verlies en was doorgereden. De politie achterhaalde kleed- en waslokalen werd besloten om per toerbeurt iemand aan te stellen voor het onderhoud hiervan. De heer Hartog en enkele andere leden stelden voor de weg van de kleedkamers naar het veld bijvoorbeeld te betegelen of eventueel een betonpad aan te leggen. De aanwezi ge actieve sportmensen lieten zich bij zonder lovend uit over de nieuwe trainer, de heer Van Soest uit Veenendaal. Aan het eind van de vergadering werd besloten met ingang van 1 april de con tributie enigszins te verhogen voor alle actieve leden. RHENEN De daarvoor in aanmer king komende leerlingen van de Rhenen se scholen hebben vandaag het schrifte lijk gedeelte van het jaarlijkse verkeers examen afgelegd. Het praktische gedeel te volgt op 25 april, waarna op 28 april in het verenigingsgebouw „Irene" de di ploma's worden uitgereikt, waaraan ook nu weer een feestelijk tintje wordt ge ge ven. RENSWOUDE De paaszangdienst die donderdagavond aanstaande wordt gehouden is georganiseerd door de chr. gemengde zangvereniging „Con Amo- re." Het koor is druk bezig met de laat ste voorbereidingen om deze avond vlot te laten verlopen. Men gaat er van uit. dat de aanwezigen ook zelf graag zullen meezingen, er is dan ook een grote plaats in het programma ingeruimd

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 5