Spanning op Drakcsteyn
Ruim 100 korpsen in hele wereld
gaan Nederlandse muziek spelen
Alleen geboorte van prinses Beatrix kon tot nu toe
met een „echt feest" worden gevierd
31 januari 1938 duurde het
feest tot diep in de nacht
RIETVLECHTERS
IN DUEL MET
BEUNHAZEN
Koning
„Amsterdamse
wieg" staat
weer klaar
Gezag neg
Mislukt
Weigering
Toch
weer
Dichtbij
Alarmerende
trek naar
steden in
Italië
Pleidooi voor
uitwisseling
gegevens over
autodefecten
Campagne: ,Eet
meer appels
Van de wal...
School
In het duister
ADOPTIEPLAN VAN KON. NED. FEDERATIE
Sleepschip zonk
op IJsselmeer
BAB YBOEK"VAN DE ORANJES
In de eerste eeuw dat het Oranjehuis in Nederland met koninklijke waardig
heid was bekleed, inspireerde een geboorte in het Oranjehuis nog niet tot uit
bundige volksfeesten. Vóór Wilheknina was er nooit veel aanleiding geweest
om de geboorte van een vorstelijke telg met spanning te verbeiden de Oranje
stamboom had altijd zo veel jonge loten gehad dat de troonopvolging voort
durend voor geslachten was verzekerd. Bovendien leefde men in de eeuw,
waarin men slechts fluisterend mocht praten over huwelijk, liefde en geboorte.
De geboorte van de grondvester van de Oranjedynastie werd op 21 augustus
1772 in Den Haag zeker niet met veel geestdrift begroet. De Oranjes waren
toen nog stadhouder de hoogste ambtenaren van staat, afhankelijk van de
machtige Staten-Generaal. De positie van stadhouder Willem V was staats
rechtelijk weliswaar steviger dan die van zijn zes voorgangers het stadhou
derschap was erfelijk geworden maar politiek stond de Oranjeboom in vrij
losse aarde, want de Franse Revolutie van 1789 wierp ook in Nederland haar
langgerekte schaduwen vooruit en die tijd was prinselijke dynastieën niet goed
gezind.
Qp DRAKESTEYN groeit de spanning. Het fraaie kasteeltje
v wordt in gereedheid gebracht voor de ontvangst van een
nieuwe erf-opvolger (of -opvolgster) die over enkele weken wordt
verwacht. Een alledaags verschijnsel voor talloze gezinnen, maar
in het Huis van Oranje een gebeurtenis die met meer dan gewone
spanning wordt tegemoet gezien. Mannelijke erf-opvolgers hebben
zich al enkele generaties lang niet aangediend.
Nu de dagen van prinses Beatrix bijna vervuld zijn, slaan wij enkele
bladzijden op uit het familieboek van de Oranjes, bladzijden die
gewijd zijn aan de blijde gebeurtenissen van de afgelopen ander
halve eeuw, die niet altijd even blij waren. Moge de nieuwste blad
zijde die straks geschreven gaat worden, een vreugdevolle zijn.
In 1795 sloeg de onrust tian de Fran
se Revolutie naar Nederland over en
het stadhouderlijk gezin week uit naar
Londen, waar stadhouder Willem V op
betere tijden bleef wachten. Zijn zoon
trok echter met zijn jonge gezin naar
Berlijn om van daaruit te pogen in het
chaotische Europa van de familiebezit
tingen te redden wat er te redden viel.
In Berlijn werd op 28 februari 1797
de tweede zoon geboren: Frederik Wil
lem Karei. Nederland was druk bezig
een Bataafse Republiek te worden en
de blijde gebeurtenis trok amper enige
belangstelling. Ook de geboorte van
Pauline in 1800 en tien jaar later de
geboorte van Marianne Wilhelmina
Frederica Louisa Charlotta wisten de
vaderlanders niet tot enige geestdrift
te brengen.
In 1806 was stadhouder Willem V ge
storven en zijn zoon in Berlijn nam de
titel stadhouder Willem NI aan. Al was
er in 1806 weinig kijk dat het stad
houderschap in Nederlarw* ooit zou wor
den hersteld, het was in 1748 niet voor
niets erfelijk gemaakt, aldus Willem
Frederik.
Ale stadhouder keerde Willem na de
val van Napoleon in Nederland terug,
maar in enkele dagen liep de geestdrift
in Den Haag en Amsterdam zo hoog
op, dat de stadhouder tot verbazing
van een ieder plotseling koning was ge
worden: koning Willem I.
De nieuwe dynastie leek hecht gefun
deerd, want na twee jaar koningschap
huwde de kroonprins op 21 februari
1816 met de zuster van de Russische
tsaar, Anna Pawlona, naar wier hand
enkele jaren daarvoor Napoleon tever
geefs had gedongen.
Omdat België en Nederland in die
tijd één koninkrijk waren, zetelde het
hof afwisselend in Brussel en Den
Haag. In de latere Belgische hoofdstad
werd een jaar na het huwelijk, op 19
februari 1817 een prins geboren: Wil
lem, Alexander, Paul, Frederik. In gro
te regelmaat werd het prinselijk gezin
uitgebreid: Alexander (1818), Hendrik
(1820), Casimir (1822) en Sophia (1824).
Het koningschap was dus verzekerd
tot in het derde geslacht en voordat
koning Willem I op 7 oktober 1840 af
stand van de troon deed, was zijn klein
zoon Willem al weer gehuwd met de
Duitse prinses Sophia van Wlirttem-
berg en was in dat huwelijk een ach
terkleinzoon van koning Willem I gebo
ren: Willem, Alexander, Paul, Frede
rik.
werd beperkt
wet.
door een strenge Grond-
Prinses Beatrix met
zusje, prinses Irene.
O
haar eerste
Sinds 1909 staat in paleis Soestdijk
de zogenoemde Amsterdamse wieg,
een geschenk van de Amsterdamse
vrouwen en meisjes. Hij is gemaakt
naar een ontwerp van de architect De
Bazel. De wieg die van rozenhout is
gemaakt, is bekleed met wit fluweel
adt voorzien is van borduursel met
oranje emblemen en het wapen van de
hoofdstad. De opstand is gedekt door
een vergulde kroon, die beschermd
wordt door een gouden vogel met een
diamant in de bek. In deze wieg, die
nu gereed gemaakt wordt voor even
tueel gebruik op Drakesteyn, hebben
eens koningin Juliana, prinses Beatrix
en prinses Christina gelegen. In een
andere kamer van Soestdijk staat de
zogenaamde Haagse wieg, geschonken
door de Haagse vrouwen en meisjes.
Prinses Irene heeft er als baby in ge
legen.
Aan het vaderlijk gezag van de Oran
jes was echter mede door de Belgische
opstand en de daarop volgende finan
ciële chaos een einde gekomen. In heel
Europa wilde de burgerij eindelijk eens
de vruchten van de Franse Revolutie
gaan plukken: medezeggenschap in
staatszaken, beperking van de vorste
lijke almacht.
Koning Willem I ontliep deze revolu-
tionare ontwikkeling door zijn abdica
tie, maar zijn zoon koning Willem II
moest de dreigende omwenteling het
hoofd bieden. In 1848 beklommen de
Parijzenaars de barricaden, in Duits
land en Oostenrijk „rolden de kronen
door de straten". Willem II besloot toe
te geven: hij ontving buiten de minis
terraad om de Leidse hoogleraar Thor-
becke die hem een herziening van de
Nederlandse Grondwet voorlegde.
Tijdens het nogal panische onderhoud
met Thorbecke ontving Willem II het
bericht dat zijn zoon Alexander was
overleden. Moedeloos gaf de koning aan
Thorbeckes eisen toe. Later verdedigde
hij zich tegen de tegenstanders van de
herziening: „Wie Uwer een volwassen
zoon door de dood heeft verloren, kan
begrip opbrengen voor mijn geringe
strijdvaardigheid".
Het resultaat van de herziening kon
Willem II niet bezien, want hij stierf
een jaar later, op 17 maart 1849, zijn
zoon in grote onzekerheid achterlatend.
Hoewel de regering van Willem II
kort was geweest, leek het voortbestaan
van het Oranjehuis nog steeds onbe
dreigd, want de nieuwe koning had
twee zonen, behalve de in 1840 geboren
Willem ook de in 1843 geboren Maurits,
Willem, Frederik, Alexander, Hendrik.
Het tweede kind stierf echter op ze
venjarige leeftijd, maar in 1851 werd
wederom een prinsje geboren: Alexan
der.
Dat is Willem III niet gelukt. Hij
voerde een constante strijd met de
volksvertegenwoordiging, met de minis
ters en met de rechterlijke macht.
Aan het einde van zijn leven was hij
een eenzaam man, die overal zoveel
mogelijk werd buitengehouden, voor
wie niemand respect had.
Deze politieke mislukking werd geac
centueerd door de bijkans volledige dis
harmonie in het privéleven van de ko
ning en al leefde men nog in de eeuw,
waarin het Hollandse Binnenhuisje goed
gesloten was, het kon de Nederlanders
niet ontgaan, dat de koning in groeien
de onmin met zijn twee zoons leefde.
De prinsen hadden een zichtbare
weerzin tegen alles wat Nederlands
was. Om dit te demonstreren leefden ze
zonder onderbreking in het buitenland.
Anderhalf jaar nadat zijn vrouw in
1877 was gestorven, huwde de toen 62-
jarige koning Willem III op 7 januari
1879 met de twintigjarige Duitse prin
ses Emma, Adelheid, Wilhelmina, The-
resia. Nederland nam de oude koning
dit huwelijk erg kwalijk, want de over
leden koningin was zeer gezien geweest.
Zowel politiek als huiselijk was het
leven van Willem III geen succes.
Staatsrechtelijk moest hij pogen een
koning te zijn, wiens macht aanzienlijk
cialisten, weigerde aanwezig te zijn bij
het huwelijk, dat koningin Wilhelmina
drie jaar na haar troonbestijging op
7 februari 1901 sloot met de Duitse
hertog Hendrik van Mecklenburg
Schwerin.
Het huwelijk begon tragisch. Ondanks
de vernieuwingspogingen van koningin
Emma, was het in Nederland nog steeds
geen gewoonte dat vorstelijke zwanger
schappen eerder dan vlak voor de ge
boorte bekend werden gemaakt. Toch
wist heel Nederland in april 1902 dat de
koningin tijdens 'n zuur ernstige tyfus-
aanval ontijdig was bevallen van een
doodgeboren kind.
Er heerste oprecht medeleven in Ne
derland, hoewel er officieel niets be
kend werd.
Slechts bij de opening van de Staten-
Generaal in september 1902 liet de ko
ningin iets van het drama blijken. Zij
opende de Troonrede met de woorden:
„Uit ernstige krankheid genadig her
steld en door de liefde mij betoond te
inniger aan mijn volk verbonden, ben
ik in uw midden verschenen".
Zes jaar later kon de koningin de
Troonrede niet persoonlijk uitspreken.
Minister-president Th. Heemskerk be
gon de Troonrede met de ivoorden: ,J)e
koningin is tot haar leedwezen verhin
derd in uw midden te verschijnen."
De hofgeheimen werden echter al
minder goed bewaard, want vele Ka
merleden knikten elkaar verheugd toe:
Het was dus tóch waar!
Nederland moest wachten tot 22 de
cember. Toen bracht de Staatscourant
een kort bericht, waarin de zwanger-
0 Koning Willem lil voerde een
voortdurende strijd met de volks
vertegenwoordiging.
schap van de koningin bekend werd ge
maakt. Niet alleen Nederland, maar
ook Engeland herademde op 30 april
1909 toen in Den Haag Juliana, Louisa,
Emma, Marie, Wilhelmina werd gebo
ren.
De politieke spanningen hadden in Eu
ropa een kookpunt bereikt en zowel in
Nederland als in Engeland had men
zich bezorgd afgevraagd wie de Neder
landse troon zou gaan bezetten als Wil
helmina kinderloos zou sterven. Men
was uitgekomen bij een wat seniele oude
heer Von Wied in Oostenrijk en Oosten
rijk vormde met Duitsland in die tijd
de grootste bedreiging van de vrede in
europa.
Is er werkelijk opgetogen gefeest toen
Juliana werd geboren? De verhalen
van tijdgenoten lopen nogal uiteen. De
socialistenleider Domela Nieuwenhuis
werd op de Veluwe bijna gelunched om
dat hij de vlag niet wilde uitsteken. Hij
verklaarde naderhand, dat het volk een
uur nadat de geboorte bekend was ge
worden, al dronken van het ene café
naar het andere stommelde.
Nederland was nog niet aan een echt
volksfeest toe. Dat kwam pas op 31 ja
nuari 1938, toen prinses Juliana haar
eerste kind kreeg.
Ook de zoons van de koning beiden
ouder dan de tweede vrouw van hun
vader waren ontstemd en zij toonden
dit door te weigeren bij het huwelijk
aanwezig te zijn.
Enkele maanden na het huwelijk be
reikte Nederland het bericht dat kroon
prins Willem in een Parijse nachtclub
om het leven was gekomen. Het aan
zien van het Oranjehuis was in honderd
jaar niet zo laag geweest, want ook de
laatste prins Alexander leidde een wei
nig stichtelijk leven. Naar men wist,
leed hij aan een ongeneeslijke ziekte
zodat het einde van het koningshuis in
zicht kwam als het tweede huwelijk van
de koning kinderloos zou blijven.
In het voorjaar van 1880 werd fluis
terend bekend gemaakt dat de bijna
verdorde Oranjeboom een nieuwe loot
zou krijgen. De jonge koningin Emma
had in het eerste jaar van haar huwe
lijk door haar persoonlijk optreden de
belangstelling van Nederland voor het
koningshuis wat ruimer gemaakt en
niet zonder spanning wachtte Nederland
in de augustusmaand van 1880 op het
officiële bericht. Het gewone volk in
Den Haag begon op 31 auguatus spon
taan een Oranjefeest toen bekend werd
dat koningin Emma het leven had ge
schonken aan een dochter, Wilhelmina.
Een volksdichter schudde het liedje,
„Oranje boven, leve de Wilhelmien",
uit zijn mouw en het werd een schla
ger.
Bij de dood van Willem III, op 23
november 1890, was het aanzien van
het Oranjehuis door Emma krachtig
hersteld. Het protestantse deel van
Nederland, dat juist een eigen politie
ke partij had opgericht, gebruikte de
trouw aan Oranje als politieke leuze en
de rooms-katholieke vaderlanders pre
zen de vorstin omdpt zij hun emanci
patie „geen strobreed in de weg leg
de" zoals de latere historicus Rogier
het zou uitdrukken.
Een nieuwe politieke groepering was
echter mondig geworden, die het ko
ningschap als een anarchronisme ver
wierp. Troelstra, de leider van de so-
0 De kinderen van Willem V, in 1774 geschilderd door
Guillaume de Spinny. Van links naar rechts erfprins
Willem (de latere koning Willem l), prinses Frederica
Louise en prins Frederik.
0 Koningin Wilhelmina trad drie jaar na haar troons
bestijging in het huwelijk met de Duitse hertog Hen
drik van Mecklenburg Schwerin. Troelstra, de leider van
de socialisten, weigerde bij de plechtigheid aanwezig te
zijn.
O Koningin Emma heeft het aanzien
van het Oranjehuis krachtig her
steld.
In haar strijd tegen de verstikkende
hofetiquette had koningin Wilhelmina
aan de romantiek rondom het huwelijk
van Juliana met prins Bernhard ruime
publiciteit gegund. Radio en krantefo
to's hadden het leven ten paleize in de
huiskamers gebracht. Deze groeiende
communicatie gevoegd bij de internati
onale dreiging van de nazi's had Neder
land dichtbij de Oranjetroon gebracht.
Deze verbondenheid met Oranje kreeg
een goede kans zich te uiten bij de ge
boorte van prinses Beatrix. Er was wei
nig of niets officieel voorbereid, 't Was
zware crisis, dus veel geld was er ook
al niet. Maar op 31 januari 1938 gingen
de Nederlanders, gewoon omdat zij
blij waren, de straat op om tot diep in
de nacht te hossen en te zingen,
de geboorte van prinses Irene, ander
half jaar later, bracht veel minder uit
bundigheid, want toen was het voor bij
na iedereen duidelijk geworden, dat 'n
oorlog onvermijdelijk was.
In die oorlog werd in 1943 prinses
Margriet geboren, maar in het bezette
Nederland was geen enkele ruimte voor
enige openbare vreugde. Toen na de
oorlog in 1947 prinses Marijke werd ge
boren, waren duizenden Nederlandse
jongens in Indonesië aan het vechten en
dat was oorzaak van een vrij gematig
de feestvreugde.
Het enige echte feest dat ooit om de
geboorte van een Oranje is gevierd,
viel op de geboortedag van de prinses,
die straks een nieuwe loot. aan de Oran
jeboom zal schenken.
NOORDWOLDE In het Friese plaatsje Noordwolde klinkt een noodkreet
Daar, waar bijna negentig procent van de Nederlandse rotanindustrie is
gevestigd, voeren vakbekwame rietvlechters al jarenlang strijd tegen de zoge
naamde beunhazen. Tegen hen die zich tijdens de snelle ontwikkeling van de
oorspronkelijke rietvlechthuisindustrie als fabrikant durven kwalificeren.
Veelal is hun zaakje een eenmansbedrijf. Zij hebben geen vestigingsvergun
ning, hetgeen voor de uitoefening van het beroep ook niet vereist is. „Vandaar
dat de rietvlechtindustrie de afgelopen jaren een aanmerkelijke devaluatie
heeft ondergaan", aldus burgemeester mr. L.. Ci. Boelens. „Door de toene
mende concurrentie was men genoodzaakt steeds goedkoper te produceren,
wat de kwaliteit zeker niet ten goede is gekomen".
Vijf fabrikanten uit Noordwolde heb
ben daarom de koppen bij elkaar ge
stoken om de kwaliteit van de rotan
weer op te voeren.
Zij zijn gekomen tot invoering van
een keurmerk: „Rotankeur Noordwol
de". Het wordt in roodblauw uitge
voerd. Alleen fabrikanten die aan de
eisen van de kwaliteitswaarborgen
voldoen, kunnen van dit keurmerk ge
bruik maken.
Onder meer moet de producent vol
doende bedrijfstechnisch zijn geoutil
leerd; hij moet de juiste produktieme-
thoden kunnen toepassen en goed op de
hoogte zijn van de te verwerken mate
rialen.
Om het kwaliteitsmerk te kunnen voe
ren is 'n proeftijd van twee jaar nodig.
De beoordeling ligt in handen van een
deskundige jury. Ook de consument kan
klachten ihdienen.
Drastische maatregelen zijn het ze
ker. Maar daarmee lost Noordwolde
zijn probleem niet op. Ronduit gezegd
komt het terecht van de wal in de sloot.
Want een ernstige dreiging hangt het
Friese dorpje boven het hoofd: de nu
bijna, zestig jaar bestaande rietvlecht-
school is gedoemd te verdwijnen. Re
den: het geringe aantal leerlingen.
Mede door de beunhazerij wordt voor
velen het beroep minder aantrekkelijk.
Vooral ouders weerhouden hun kinderen
ervan de school te bezoeken.
Vrijwel vast staat nu dat het minis
terie na herhaalde ontheffingen van
subsidievoorwaarden niet langer steun
zal verlenen. Dat houdt in dat de school
binnen twee jaar zal zijn verdwenen.
„Op het ogenblik hebben we nog
slechts tien leerlingen voor de afdeling
rietvlechtwerk", vertelt de directeur van
de school, de heer K. H. Stad. „Die kun-
en straks in de rietvlechtindustrie wor
den opgenomen. Maar daarna?"
Hoe wil Noordwolde een kwaliteits
waarborg handhaven, wanneer er straks
geen vakbekwame mensen meer wor
den afgeleverd? „Misschien moeten we
overgaan tot een bedrijfsvakschoól," op
pert de directrice van een rotan- en
staalmeubelfabriek.
Een andere fabrikant haalt de schou
ders op. „Voorlopig zijn er voldoende
vakbekwame rietvlechters. Ook archi
tecten houden zich met de vormgeving
van rotanmeubelen bezig. Zelfs worden
van rotan plastieken vervaardigd. Maar
hoe het moet over twintig jaar?"
Duidelijk is dat Noordwolde in het
duister tast. Met de geboorte van het
kwaliteitsmerk wordt de uitvaart van
de vakschool teveel uit het oog verleren
Als je het de Noordwolders zelf vraagt:
diep in hun hart hopen zij dat hett nog
goed komt, dat hun riet vlecht school, de
enige in Nederland, toch nog mag be
houden blijven.
De autoriteiten zien het echter som
ber in. Het besluit van het ministerie is
te definitief.
En toch leeft er bij hen nog een
sprankje hoop. De burgemeester noemt
getallen. „En groot deel van onze pro-
duktie gaat het land uit. Het vorig jaar
bijvoorbeeld is voor 911.000 gulden aan
rotanmeubelen geëxporteerd. Het land
is er dus wel terdege mee gebaat. En
daarom blijft de smekende vraag in
Noordwolde: Laat ons die school nu
toch houden!.
Eigentijdse, door vooraanstaande Nederlandse componisten origineel voor
harmonie- en fanfarekorpsen geschreven werken bekend maken over de gehele
wereld. Dit is de kern van het 2 maanden geleden door de Koninklijke Neder
landse Federatie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen gelanceerde adop
tieplan, dat in het afgelopen weekend in Musis Sacrum te Arnhem, door Stef
Kleijn, perschef van de K.N.F. is uiteengezet ter gelegenheid van het negende,
door deze organisatie georganiseerde Topconcours.
In dit adoptieplan werden tot op dit
ogenblik reeds meer dan 100 korpsen
uit 36 landen en 3 werelddelen opge
nomen. De geselecteerde korpsen heb
ben kort geleden hierover bericht ont
vangen. Contemporaine Nederlandse
werken zullen gedurende een jaar gratis
aan deze korpsen worden toegezonden.
Om hiervoor in aanmerking te komen
behoeven de korpsen slechts naam,
adres en bevestiging toe zenden aan het
bureau van de K.N.F. te Arnhem.
Waarom zijn wij hier bijeen? Aldus de
perschef tot de verzamelde journalis
ten. Om de oorspronkelijke Nederland
se muziek aan de buitenwereld voor te
leggen. (Waarbij men zich kan afvra
gen, met hoeveel waardering wij ook
van dit ongetwijfeld toe te juichen stre
ven kennis namen waarom de K.N.F.
op de negen tot nu toe gehouden top-
concoursen dit streven ook niet - naar
binnen heeft gepropageerd. Want op de
18 op deze concoursen gespeelde wer
ken zijn slechts 3 origineel voor blaas
muziek geschreven Nederlandse, nl.
„The Harp of Wales" (fanfare, 1960, Ge
rard Boedijn), „A simple serenade" (fan
fare, 1963, Meindert Boekei), „Ballet
Astrologique" (harmonie, 1966, Gerard
Boldijn). De rest zijn óf transcriptier óf
origineel, maar dan afkomstig uit het
buitenland).
De heer Kleyn vervolgde: Nederland
is in hoge mate creatief op het terrein
van de blaasmuziek. Dit uit te dragen
is de grondslag van het adoptieplan.
Wij hebben een boodschap af te ge
ven aan de wereld. Daartoe is oor
spronkelijke muziek nodig. Met het
adoptieplan zijn wereldcontacten gelegd.
Er is zelfs contact met het Vaticaan.
De 100 geselecteerde korpsen zijn re
presentatief voor de blaasmuziek.
Max Tak in New York is in dezen
zeer actief. De Radio Nederland Wereld
omroep aan wie de KNF veel dank is
verschuldigd, eveneens. Zij heeft ver
schillende Nederlandse werken op de
plaat vastgelegd, uitgezonden, en in al
bums verspreid.
De reactie uit het buitenland was
groot. Uit Amerika kwamen aanvragen
binnen voor het toezenden van partitu
ren. Sterker nog, er zijn reeds enkele
buitenlandse korpsen die verzochten
eén Nederlandse dirigent met de eerste
uitvoering te belasten. (VS).
De perschef roemde de medewerkeing
bij het ten uitvoer leggen van het adop
tieplan. onvangen van de in Den Haag
geaccrediteerde ambassades, de Unesco,
de directie Voorlichting Buitenland van
het ministerie van Buitenlandse Zaken,
de Confédération Internationale des So-
ciétés populaires de Musique, de Buiten
landse persvereniging in Nederland,
het dagblad De Telegraaf, Schenke-
laar's muziekinstrumentenfabriek te
Eindhoven, de Stichting Jeugd en Mu
ziek, de Stichting Gaudeamus te Bilt-
hoven en anderen.
Spreker noemde enkele namen van
buitenlandse, door de KNF geadopteer
de korpsen.
Uit de U.S.A. o.a. United States
Marina Band, Washington; Universi-
teitsharmonie, Illinois; Sousa Marching
Band, Port-Washington. Uit Canada de
Laurentian Highschool Band, Ottawa.
Uit Costa Rica de Banda San Isidro del
General: uit Ethiopië de L(jfgardekapel
van keizer Haile Selassie; uit Hongkong
het Politiemuziekkorps. Dit zijn slechts
enkele van de velen.
Aan al deze korpsen werden reeds de
partituren toegezonden van de volgende
werken: Gerard Boedijn: Landelijke
Suite; idem Gammatique; Meindert Boe
kei: Saint David; Kees van Baren:
Partita; Cor Kee: Suite op oud Holland
se motieven; Henk van Lijnschoten: Ne
derlandse suite; Schorer: Eindhoven
Suite; Herman Strategier: Triptiek, en
Johan Wichers: Naar hoger doel.
Aan het plan zijn vanzelfsprekend fi
nanciële consequenties verbonden. Op
een door één der aanwezige journalis
ten gestelde vraag hierover, antwoord
de de perschef dat er naar wordt ge
streefd 200 buitenlandse korpsen in
het plan op te nemen. Indien mogelijk
zal dit aantal worden opgevoerd.
Een zeer terzake kundige opmerking
werd gemaakt door de componist Johan
Pala over de bezetting van de toe te
zenden werken, omdat daarin immers
een zeer grote verscheidenheid, soms
van land tot land verschillend, bestaat,
en hoe de federatie dit denkt op te los
sen.
Uit het antwoord van de heer Kleyn
bleek dat hiermede terdege rekening
zal worden gehouden, al werpt dit ook
problemen op.
Met het via luidsprekers tengehore
brengen van stereo-opnamen van frag
menten uit Nederlandse werken werd
de persconferentie besloten.
CUNEAO (Italië) De trek van Jonge
Italianen naar de steden neemt alar
merende proporties aan. De agrarische
bevolking neemt af sinds Italië door de
na-oorlogse opbloei in steeds sneller tem
po van een landbouwstaat een industrie
staat wordt.
Thans probeert 't parlement de stroom
jonge boeren naar de steden tot staan te
brengen door betere Ionen, aangena
mer werk en een inhoudrijker leven te
beloven.
Aan het parlement zijn twee voorstel
len voorgelegd om jonge Italianen te be
wegen op het platteland te blijven.
In de afgelopen 15 jaar is het aantal in
de landbouw werkende Italianen afgeno
men van 8,5 miljoen tot nog geen 5 mil
joen. Van 1951 tot 1961 trok 50 procent
van de jonge plattelanders (onder de 25
jaar) naar de stad.
De toestand is bijzonder ernstig in de
provincie Cuneao, hoewel dit gebied door
zijn wijn- en boomgaarden zeer rijk is.
Tweederde van de plattelandsgezinnen
bestaat thans uit personen van 50 jaar
en ouder.
Volgens een der wetsontwerpen zouden
boerenzoons, die het land trouw blijven
daarvoor beloond worden met het boeren
bedrijf, waarop andere zonen, die naar de
stad trekken, dan geen aanspraak meer
kunnen maken. De enige zoon, die op de
gezinsboerderij blijft zal met ingang van
zijn 16e jaar telkenjare 3 procent van het
ouderlijke goed kunnen verwerven.
Volgens 't andere wetsontwerp kunnen
oude boeren, die hun land verlaten, goe
de pensionen krijgen. De jongere gene
ratie zal het goed in eigendom krijgen
en aangemoedigd worden voor een mo
derne exploitatie tot een coöperatie toe
te treden.
OSLO Ralph Nader, de omstreden
Amerikaanse criticus in verband met
standaardveiligheid voor auto's heeft
aangedrongen op een internationale
uitwisseling van gegevens over autode
fecten.
De fabrikanten van auto's zowel de
binnenlandse als de buitenlandse, die in
Amerika vérkocht worden moeten nu
krachtens de wet de Amerikaanse re
gering op de hoogte stellen van defecten
die na de verkoop voorzien moeten wor
den.
Maar, aldus Neder, het is geen voor
schrift voor Amerikaanse fabrikanten re
geringen of landen waarnaar zij hun
produkten uitgevoerd hebben te verwit
tigen.
Nader zei, dat de buitenlandse rege
ringen er aan moeten vasthouden dezelf
de inlichtingen te krijgen als de Ameri
kaanse régering.
De Amerikaanse veiligheidsstandaar
den voor dit jaar zijn „volmaakt onvol
doende" aldus Nader, er aan toevoe
gend dat „hieraan voldaan kan worden
door de slechtste auto's ter wereld".
Hij verklaarde te hopen, dat niettegen
staande de druk van industriële belangen
de standaard in de komende jaren stren
ger zad worden.
Hij zei, dat de automobielingenieurs op
het gebied van de veiligheid „fantasti
sche capaciteiten bezitten" als hun maar
door de fabrikanten toegestaan werd ze
toe te passen.
Nader werd beroemd met de publikatie
in 1965 van zijn boek „Onveilig bij elke
snelheid", waarin hij zegt dat de Ameri
kaanse autofabrikanten de noodzaak voor
een betere veiligheidsstandaard negeren.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG Het produktschap voor
groenten en fruit wil het Nederlandse
volk meer „appelrijp" maken. Zo zal
het bijvoorbeeld op scholen, in weg
restaurants en in militaire tehuizen
proeven nemen om te kijken of de
appel er'beter in gaat als zij speciaal
wordt aanbevolen.
Voor scholieren wordt vooral gedacht
aan een „pauze-appeltje", voor de
mannen langs de weg en voor de mi
litairen zou de appel ook ter vervan
ging van de bij de koffie onafschei
delijke koek kunnen dienen, redeneert
het produktschap.
Ook in de kantine van het ministerie
van Landbouw en Visserij is een kist
met appelen neergezet. De animo is
daar niet erg groot, zegt het schap,
en dat valt van een ministerie (als
dat van Landbouw) toch een klein
beetje tegen.
LELYSTAD Enkele kilometers ten
westen van Lelystad is gistermiddag
een 850 ton metend sleepschip van de
Damco gezonken. De sleepboot die het
schip trok, heeft de schipper en zijn
vrouw uit Krimpen aan den IJssel aan
boord genomen.
Het sleepschip, met een lading basalt
uit Duitsland op weg naar Lelystad,
zonk nadat het door de golfslag met
water was volgelopen.