Spanning op Drakcsteyn Ruim 100 korpsen in hele wereld gaan Nederlandse muziek spelen Alleen geboorte van prinses Beatrix kon tot nu toe met een „echt feest" worden gevierd 31 januari 1938 duurde het feest tot diep in de nacht RIETVLECHTERS IN DUEL MET BEUNHAZEN Koning „Amsterdamse wieg" staat weer klaar Gezag neg Mislukt Weigering Toch weer Dichtbij Alarmerende trek naar steden in Italië Pleidooi voor uitwisseling gegevens over autodefecten Campagne: ,Eet meer appels Van de wal... School In het duister ADOPTIEPLAN VAN KON. NED. FEDERATIE Sleepschip zonk op IJsselmeer BAB YBOEK"VAN DE ORANJES In de eerste eeuw dat het Oranjehuis in Nederland met koninklijke waardig heid was bekleed, inspireerde een geboorte in het Oranjehuis nog niet tot uit bundige volksfeesten. Vóór Wilheknina was er nooit veel aanleiding geweest om de geboorte van een vorstelijke telg met spanning te verbeiden de Oranje stamboom had altijd zo veel jonge loten gehad dat de troonopvolging voort durend voor geslachten was verzekerd. Bovendien leefde men in de eeuw, waarin men slechts fluisterend mocht praten over huwelijk, liefde en geboorte. De geboorte van de grondvester van de Oranjedynastie werd op 21 augustus 1772 in Den Haag zeker niet met veel geestdrift begroet. De Oranjes waren toen nog stadhouder de hoogste ambtenaren van staat, afhankelijk van de machtige Staten-Generaal. De positie van stadhouder Willem V was staats rechtelijk weliswaar steviger dan die van zijn zes voorgangers het stadhou derschap was erfelijk geworden maar politiek stond de Oranjeboom in vrij losse aarde, want de Franse Revolutie van 1789 wierp ook in Nederland haar langgerekte schaduwen vooruit en die tijd was prinselijke dynastieën niet goed gezind. Qp DRAKESTEYN groeit de spanning. Het fraaie kasteeltje v wordt in gereedheid gebracht voor de ontvangst van een nieuwe erf-opvolger (of -opvolgster) die over enkele weken wordt verwacht. Een alledaags verschijnsel voor talloze gezinnen, maar in het Huis van Oranje een gebeurtenis die met meer dan gewone spanning wordt tegemoet gezien. Mannelijke erf-opvolgers hebben zich al enkele generaties lang niet aangediend. Nu de dagen van prinses Beatrix bijna vervuld zijn, slaan wij enkele bladzijden op uit het familieboek van de Oranjes, bladzijden die gewijd zijn aan de blijde gebeurtenissen van de afgelopen ander halve eeuw, die niet altijd even blij waren. Moge de nieuwste blad zijde die straks geschreven gaat worden, een vreugdevolle zijn. In 1795 sloeg de onrust tian de Fran se Revolutie naar Nederland over en het stadhouderlijk gezin week uit naar Londen, waar stadhouder Willem V op betere tijden bleef wachten. Zijn zoon trok echter met zijn jonge gezin naar Berlijn om van daaruit te pogen in het chaotische Europa van de familiebezit tingen te redden wat er te redden viel. In Berlijn werd op 28 februari 1797 de tweede zoon geboren: Frederik Wil lem Karei. Nederland was druk bezig een Bataafse Republiek te worden en de blijde gebeurtenis trok amper enige belangstelling. Ook de geboorte van Pauline in 1800 en tien jaar later de geboorte van Marianne Wilhelmina Frederica Louisa Charlotta wisten de vaderlanders niet tot enige geestdrift te brengen. In 1806 was stadhouder Willem V ge storven en zijn zoon in Berlijn nam de titel stadhouder Willem NI aan. Al was er in 1806 weinig kijk dat het stad houderschap in Nederlarw* ooit zou wor den hersteld, het was in 1748 niet voor niets erfelijk gemaakt, aldus Willem Frederik. Ale stadhouder keerde Willem na de val van Napoleon in Nederland terug, maar in enkele dagen liep de geestdrift in Den Haag en Amsterdam zo hoog op, dat de stadhouder tot verbazing van een ieder plotseling koning was ge worden: koning Willem I. De nieuwe dynastie leek hecht gefun deerd, want na twee jaar koningschap huwde de kroonprins op 21 februari 1816 met de zuster van de Russische tsaar, Anna Pawlona, naar wier hand enkele jaren daarvoor Napoleon tever geefs had gedongen. Omdat België en Nederland in die tijd één koninkrijk waren, zetelde het hof afwisselend in Brussel en Den Haag. In de latere Belgische hoofdstad werd een jaar na het huwelijk, op 19 februari 1817 een prins geboren: Wil lem, Alexander, Paul, Frederik. In gro te regelmaat werd het prinselijk gezin uitgebreid: Alexander (1818), Hendrik (1820), Casimir (1822) en Sophia (1824). Het koningschap was dus verzekerd tot in het derde geslacht en voordat koning Willem I op 7 oktober 1840 af stand van de troon deed, was zijn klein zoon Willem al weer gehuwd met de Duitse prinses Sophia van Wlirttem- berg en was in dat huwelijk een ach terkleinzoon van koning Willem I gebo ren: Willem, Alexander, Paul, Frede rik. werd beperkt wet. door een strenge Grond- Prinses Beatrix met zusje, prinses Irene. O haar eerste Sinds 1909 staat in paleis Soestdijk de zogenoemde Amsterdamse wieg, een geschenk van de Amsterdamse vrouwen en meisjes. Hij is gemaakt naar een ontwerp van de architect De Bazel. De wieg die van rozenhout is gemaakt, is bekleed met wit fluweel adt voorzien is van borduursel met oranje emblemen en het wapen van de hoofdstad. De opstand is gedekt door een vergulde kroon, die beschermd wordt door een gouden vogel met een diamant in de bek. In deze wieg, die nu gereed gemaakt wordt voor even tueel gebruik op Drakesteyn, hebben eens koningin Juliana, prinses Beatrix en prinses Christina gelegen. In een andere kamer van Soestdijk staat de zogenaamde Haagse wieg, geschonken door de Haagse vrouwen en meisjes. Prinses Irene heeft er als baby in ge legen. Aan het vaderlijk gezag van de Oran jes was echter mede door de Belgische opstand en de daarop volgende finan ciële chaos een einde gekomen. In heel Europa wilde de burgerij eindelijk eens de vruchten van de Franse Revolutie gaan plukken: medezeggenschap in staatszaken, beperking van de vorste lijke almacht. Koning Willem I ontliep deze revolu- tionare ontwikkeling door zijn abdica tie, maar zijn zoon koning Willem II moest de dreigende omwenteling het hoofd bieden. In 1848 beklommen de Parijzenaars de barricaden, in Duits land en Oostenrijk „rolden de kronen door de straten". Willem II besloot toe te geven: hij ontving buiten de minis terraad om de Leidse hoogleraar Thor- becke die hem een herziening van de Nederlandse Grondwet voorlegde. Tijdens het nogal panische onderhoud met Thorbecke ontving Willem II het bericht dat zijn zoon Alexander was overleden. Moedeloos gaf de koning aan Thorbeckes eisen toe. Later verdedigde hij zich tegen de tegenstanders van de herziening: „Wie Uwer een volwassen zoon door de dood heeft verloren, kan begrip opbrengen voor mijn geringe strijdvaardigheid". Het resultaat van de herziening kon Willem II niet bezien, want hij stierf een jaar later, op 17 maart 1849, zijn zoon in grote onzekerheid achterlatend. Hoewel de regering van Willem II kort was geweest, leek het voortbestaan van het Oranjehuis nog steeds onbe dreigd, want de nieuwe koning had twee zonen, behalve de in 1840 geboren Willem ook de in 1843 geboren Maurits, Willem, Frederik, Alexander, Hendrik. Het tweede kind stierf echter op ze venjarige leeftijd, maar in 1851 werd wederom een prinsje geboren: Alexan der. Dat is Willem III niet gelukt. Hij voerde een constante strijd met de volksvertegenwoordiging, met de minis ters en met de rechterlijke macht. Aan het einde van zijn leven was hij een eenzaam man, die overal zoveel mogelijk werd buitengehouden, voor wie niemand respect had. Deze politieke mislukking werd geac centueerd door de bijkans volledige dis harmonie in het privéleven van de ko ning en al leefde men nog in de eeuw, waarin het Hollandse Binnenhuisje goed gesloten was, het kon de Nederlanders niet ontgaan, dat de koning in groeien de onmin met zijn twee zoons leefde. De prinsen hadden een zichtbare weerzin tegen alles wat Nederlands was. Om dit te demonstreren leefden ze zonder onderbreking in het buitenland. Anderhalf jaar nadat zijn vrouw in 1877 was gestorven, huwde de toen 62- jarige koning Willem III op 7 januari 1879 met de twintigjarige Duitse prin ses Emma, Adelheid, Wilhelmina, The- resia. Nederland nam de oude koning dit huwelijk erg kwalijk, want de over leden koningin was zeer gezien geweest. Zowel politiek als huiselijk was het leven van Willem III geen succes. Staatsrechtelijk moest hij pogen een koning te zijn, wiens macht aanzienlijk cialisten, weigerde aanwezig te zijn bij het huwelijk, dat koningin Wilhelmina drie jaar na haar troonbestijging op 7 februari 1901 sloot met de Duitse hertog Hendrik van Mecklenburg Schwerin. Het huwelijk begon tragisch. Ondanks de vernieuwingspogingen van koningin Emma, was het in Nederland nog steeds geen gewoonte dat vorstelijke zwanger schappen eerder dan vlak voor de ge boorte bekend werden gemaakt. Toch wist heel Nederland in april 1902 dat de koningin tijdens 'n zuur ernstige tyfus- aanval ontijdig was bevallen van een doodgeboren kind. Er heerste oprecht medeleven in Ne derland, hoewel er officieel niets be kend werd. Slechts bij de opening van de Staten- Generaal in september 1902 liet de ko ningin iets van het drama blijken. Zij opende de Troonrede met de woorden: „Uit ernstige krankheid genadig her steld en door de liefde mij betoond te inniger aan mijn volk verbonden, ben ik in uw midden verschenen". Zes jaar later kon de koningin de Troonrede niet persoonlijk uitspreken. Minister-president Th. Heemskerk be gon de Troonrede met de ivoorden: ,J)e koningin is tot haar leedwezen verhin derd in uw midden te verschijnen." De hofgeheimen werden echter al minder goed bewaard, want vele Ka merleden knikten elkaar verheugd toe: Het was dus tóch waar! Nederland moest wachten tot 22 de cember. Toen bracht de Staatscourant een kort bericht, waarin de zwanger- 0 Koning Willem lil voerde een voortdurende strijd met de volks vertegenwoordiging. schap van de koningin bekend werd ge maakt. Niet alleen Nederland, maar ook Engeland herademde op 30 april 1909 toen in Den Haag Juliana, Louisa, Emma, Marie, Wilhelmina werd gebo ren. De politieke spanningen hadden in Eu ropa een kookpunt bereikt en zowel in Nederland als in Engeland had men zich bezorgd afgevraagd wie de Neder landse troon zou gaan bezetten als Wil helmina kinderloos zou sterven. Men was uitgekomen bij een wat seniele oude heer Von Wied in Oostenrijk en Oosten rijk vormde met Duitsland in die tijd de grootste bedreiging van de vrede in europa. Is er werkelijk opgetogen gefeest toen Juliana werd geboren? De verhalen van tijdgenoten lopen nogal uiteen. De socialistenleider Domela Nieuwenhuis werd op de Veluwe bijna gelunched om dat hij de vlag niet wilde uitsteken. Hij verklaarde naderhand, dat het volk een uur nadat de geboorte bekend was ge worden, al dronken van het ene café naar het andere stommelde. Nederland was nog niet aan een echt volksfeest toe. Dat kwam pas op 31 ja nuari 1938, toen prinses Juliana haar eerste kind kreeg. Ook de zoons van de koning beiden ouder dan de tweede vrouw van hun vader waren ontstemd en zij toonden dit door te weigeren bij het huwelijk aanwezig te zijn. Enkele maanden na het huwelijk be reikte Nederland het bericht dat kroon prins Willem in een Parijse nachtclub om het leven was gekomen. Het aan zien van het Oranjehuis was in honderd jaar niet zo laag geweest, want ook de laatste prins Alexander leidde een wei nig stichtelijk leven. Naar men wist, leed hij aan een ongeneeslijke ziekte zodat het einde van het koningshuis in zicht kwam als het tweede huwelijk van de koning kinderloos zou blijven. In het voorjaar van 1880 werd fluis terend bekend gemaakt dat de bijna verdorde Oranjeboom een nieuwe loot zou krijgen. De jonge koningin Emma had in het eerste jaar van haar huwe lijk door haar persoonlijk optreden de belangstelling van Nederland voor het koningshuis wat ruimer gemaakt en niet zonder spanning wachtte Nederland in de augustusmaand van 1880 op het officiële bericht. Het gewone volk in Den Haag begon op 31 auguatus spon taan een Oranjefeest toen bekend werd dat koningin Emma het leven had ge schonken aan een dochter, Wilhelmina. Een volksdichter schudde het liedje, „Oranje boven, leve de Wilhelmien", uit zijn mouw en het werd een schla ger. Bij de dood van Willem III, op 23 november 1890, was het aanzien van het Oranjehuis door Emma krachtig hersteld. Het protestantse deel van Nederland, dat juist een eigen politie ke partij had opgericht, gebruikte de trouw aan Oranje als politieke leuze en de rooms-katholieke vaderlanders pre zen de vorstin omdpt zij hun emanci patie „geen strobreed in de weg leg de" zoals de latere historicus Rogier het zou uitdrukken. Een nieuwe politieke groepering was echter mondig geworden, die het ko ningschap als een anarchronisme ver wierp. Troelstra, de leider van de so- 0 De kinderen van Willem V, in 1774 geschilderd door Guillaume de Spinny. Van links naar rechts erfprins Willem (de latere koning Willem l), prinses Frederica Louise en prins Frederik. 0 Koningin Wilhelmina trad drie jaar na haar troons bestijging in het huwelijk met de Duitse hertog Hen drik van Mecklenburg Schwerin. Troelstra, de leider van de socialisten, weigerde bij de plechtigheid aanwezig te zijn. O Koningin Emma heeft het aanzien van het Oranjehuis krachtig her steld. In haar strijd tegen de verstikkende hofetiquette had koningin Wilhelmina aan de romantiek rondom het huwelijk van Juliana met prins Bernhard ruime publiciteit gegund. Radio en krantefo to's hadden het leven ten paleize in de huiskamers gebracht. Deze groeiende communicatie gevoegd bij de internati onale dreiging van de nazi's had Neder land dichtbij de Oranjetroon gebracht. Deze verbondenheid met Oranje kreeg een goede kans zich te uiten bij de ge boorte van prinses Beatrix. Er was wei nig of niets officieel voorbereid, 't Was zware crisis, dus veel geld was er ook al niet. Maar op 31 januari 1938 gingen de Nederlanders, gewoon omdat zij blij waren, de straat op om tot diep in de nacht te hossen en te zingen, de geboorte van prinses Irene, ander half jaar later, bracht veel minder uit bundigheid, want toen was het voor bij na iedereen duidelijk geworden, dat 'n oorlog onvermijdelijk was. In die oorlog werd in 1943 prinses Margriet geboren, maar in het bezette Nederland was geen enkele ruimte voor enige openbare vreugde. Toen na de oorlog in 1947 prinses Marijke werd ge boren, waren duizenden Nederlandse jongens in Indonesië aan het vechten en dat was oorzaak van een vrij gematig de feestvreugde. Het enige echte feest dat ooit om de geboorte van een Oranje is gevierd, viel op de geboortedag van de prinses, die straks een nieuwe loot. aan de Oran jeboom zal schenken. NOORDWOLDE In het Friese plaatsje Noordwolde klinkt een noodkreet Daar, waar bijna negentig procent van de Nederlandse rotanindustrie is gevestigd, voeren vakbekwame rietvlechters al jarenlang strijd tegen de zoge naamde beunhazen. Tegen hen die zich tijdens de snelle ontwikkeling van de oorspronkelijke rietvlechthuisindustrie als fabrikant durven kwalificeren. Veelal is hun zaakje een eenmansbedrijf. Zij hebben geen vestigingsvergun ning, hetgeen voor de uitoefening van het beroep ook niet vereist is. „Vandaar dat de rietvlechtindustrie de afgelopen jaren een aanmerkelijke devaluatie heeft ondergaan", aldus burgemeester mr. L.. Ci. Boelens. „Door de toene mende concurrentie was men genoodzaakt steeds goedkoper te produceren, wat de kwaliteit zeker niet ten goede is gekomen". Vijf fabrikanten uit Noordwolde heb ben daarom de koppen bij elkaar ge stoken om de kwaliteit van de rotan weer op te voeren. Zij zijn gekomen tot invoering van een keurmerk: „Rotankeur Noordwol de". Het wordt in roodblauw uitge voerd. Alleen fabrikanten die aan de eisen van de kwaliteitswaarborgen voldoen, kunnen van dit keurmerk ge bruik maken. Onder meer moet de producent vol doende bedrijfstechnisch zijn geoutil leerd; hij moet de juiste produktieme- thoden kunnen toepassen en goed op de hoogte zijn van de te verwerken mate rialen. Om het kwaliteitsmerk te kunnen voe ren is 'n proeftijd van twee jaar nodig. De beoordeling ligt in handen van een deskundige jury. Ook de consument kan klachten ihdienen. Drastische maatregelen zijn het ze ker. Maar daarmee lost Noordwolde zijn probleem niet op. Ronduit gezegd komt het terecht van de wal in de sloot. Want een ernstige dreiging hangt het Friese dorpje boven het hoofd: de nu bijna, zestig jaar bestaande rietvlecht- school is gedoemd te verdwijnen. Re den: het geringe aantal leerlingen. Mede door de beunhazerij wordt voor velen het beroep minder aantrekkelijk. Vooral ouders weerhouden hun kinderen ervan de school te bezoeken. Vrijwel vast staat nu dat het minis terie na herhaalde ontheffingen van subsidievoorwaarden niet langer steun zal verlenen. Dat houdt in dat de school binnen twee jaar zal zijn verdwenen. „Op het ogenblik hebben we nog slechts tien leerlingen voor de afdeling rietvlechtwerk", vertelt de directeur van de school, de heer K. H. Stad. „Die kun- en straks in de rietvlechtindustrie wor den opgenomen. Maar daarna?" Hoe wil Noordwolde een kwaliteits waarborg handhaven, wanneer er straks geen vakbekwame mensen meer wor den afgeleverd? „Misschien moeten we overgaan tot een bedrijfsvakschoól," op pert de directrice van een rotan- en staalmeubelfabriek. Een andere fabrikant haalt de schou ders op. „Voorlopig zijn er voldoende vakbekwame rietvlechters. Ook archi tecten houden zich met de vormgeving van rotanmeubelen bezig. Zelfs worden van rotan plastieken vervaardigd. Maar hoe het moet over twintig jaar?" Duidelijk is dat Noordwolde in het duister tast. Met de geboorte van het kwaliteitsmerk wordt de uitvaart van de vakschool teveel uit het oog verleren Als je het de Noordwolders zelf vraagt: diep in hun hart hopen zij dat hett nog goed komt, dat hun riet vlecht school, de enige in Nederland, toch nog mag be houden blijven. De autoriteiten zien het echter som ber in. Het besluit van het ministerie is te definitief. En toch leeft er bij hen nog een sprankje hoop. De burgemeester noemt getallen. „En groot deel van onze pro- duktie gaat het land uit. Het vorig jaar bijvoorbeeld is voor 911.000 gulden aan rotanmeubelen geëxporteerd. Het land is er dus wel terdege mee gebaat. En daarom blijft de smekende vraag in Noordwolde: Laat ons die school nu toch houden!. Eigentijdse, door vooraanstaande Nederlandse componisten origineel voor harmonie- en fanfarekorpsen geschreven werken bekend maken over de gehele wereld. Dit is de kern van het 2 maanden geleden door de Koninklijke Neder landse Federatie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen gelanceerde adop tieplan, dat in het afgelopen weekend in Musis Sacrum te Arnhem, door Stef Kleijn, perschef van de K.N.F. is uiteengezet ter gelegenheid van het negende, door deze organisatie georganiseerde Topconcours. In dit adoptieplan werden tot op dit ogenblik reeds meer dan 100 korpsen uit 36 landen en 3 werelddelen opge nomen. De geselecteerde korpsen heb ben kort geleden hierover bericht ont vangen. Contemporaine Nederlandse werken zullen gedurende een jaar gratis aan deze korpsen worden toegezonden. Om hiervoor in aanmerking te komen behoeven de korpsen slechts naam, adres en bevestiging toe zenden aan het bureau van de K.N.F. te Arnhem. Waarom zijn wij hier bijeen? Aldus de perschef tot de verzamelde journalis ten. Om de oorspronkelijke Nederland se muziek aan de buitenwereld voor te leggen. (Waarbij men zich kan afvra gen, met hoeveel waardering wij ook van dit ongetwijfeld toe te juichen stre ven kennis namen waarom de K.N.F. op de negen tot nu toe gehouden top- concoursen dit streven ook niet - naar binnen heeft gepropageerd. Want op de 18 op deze concoursen gespeelde wer ken zijn slechts 3 origineel voor blaas muziek geschreven Nederlandse, nl. „The Harp of Wales" (fanfare, 1960, Ge rard Boedijn), „A simple serenade" (fan fare, 1963, Meindert Boekei), „Ballet Astrologique" (harmonie, 1966, Gerard Boldijn). De rest zijn óf transcriptier óf origineel, maar dan afkomstig uit het buitenland). De heer Kleyn vervolgde: Nederland is in hoge mate creatief op het terrein van de blaasmuziek. Dit uit te dragen is de grondslag van het adoptieplan. Wij hebben een boodschap af te ge ven aan de wereld. Daartoe is oor spronkelijke muziek nodig. Met het adoptieplan zijn wereldcontacten gelegd. Er is zelfs contact met het Vaticaan. De 100 geselecteerde korpsen zijn re presentatief voor de blaasmuziek. Max Tak in New York is in dezen zeer actief. De Radio Nederland Wereld omroep aan wie de KNF veel dank is verschuldigd, eveneens. Zij heeft ver schillende Nederlandse werken op de plaat vastgelegd, uitgezonden, en in al bums verspreid. De reactie uit het buitenland was groot. Uit Amerika kwamen aanvragen binnen voor het toezenden van partitu ren. Sterker nog, er zijn reeds enkele buitenlandse korpsen die verzochten eén Nederlandse dirigent met de eerste uitvoering te belasten. (VS). De perschef roemde de medewerkeing bij het ten uitvoer leggen van het adop tieplan. onvangen van de in Den Haag geaccrediteerde ambassades, de Unesco, de directie Voorlichting Buitenland van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Confédération Internationale des So- ciétés populaires de Musique, de Buiten landse persvereniging in Nederland, het dagblad De Telegraaf, Schenke- laar's muziekinstrumentenfabriek te Eindhoven, de Stichting Jeugd en Mu ziek, de Stichting Gaudeamus te Bilt- hoven en anderen. Spreker noemde enkele namen van buitenlandse, door de KNF geadopteer de korpsen. Uit de U.S.A. o.a. United States Marina Band, Washington; Universi- teitsharmonie, Illinois; Sousa Marching Band, Port-Washington. Uit Canada de Laurentian Highschool Band, Ottawa. Uit Costa Rica de Banda San Isidro del General: uit Ethiopië de L(jfgardekapel van keizer Haile Selassie; uit Hongkong het Politiemuziekkorps. Dit zijn slechts enkele van de velen. Aan al deze korpsen werden reeds de partituren toegezonden van de volgende werken: Gerard Boedijn: Landelijke Suite; idem Gammatique; Meindert Boe kei: Saint David; Kees van Baren: Partita; Cor Kee: Suite op oud Holland se motieven; Henk van Lijnschoten: Ne derlandse suite; Schorer: Eindhoven Suite; Herman Strategier: Triptiek, en Johan Wichers: Naar hoger doel. Aan het plan zijn vanzelfsprekend fi nanciële consequenties verbonden. Op een door één der aanwezige journalis ten gestelde vraag hierover, antwoord de de perschef dat er naar wordt ge streefd 200 buitenlandse korpsen in het plan op te nemen. Indien mogelijk zal dit aantal worden opgevoerd. Een zeer terzake kundige opmerking werd gemaakt door de componist Johan Pala over de bezetting van de toe te zenden werken, omdat daarin immers een zeer grote verscheidenheid, soms van land tot land verschillend, bestaat, en hoe de federatie dit denkt op te los sen. Uit het antwoord van de heer Kleyn bleek dat hiermede terdege rekening zal worden gehouden, al werpt dit ook problemen op. Met het via luidsprekers tengehore brengen van stereo-opnamen van frag menten uit Nederlandse werken werd de persconferentie besloten. CUNEAO (Italië) De trek van Jonge Italianen naar de steden neemt alar merende proporties aan. De agrarische bevolking neemt af sinds Italië door de na-oorlogse opbloei in steeds sneller tem po van een landbouwstaat een industrie staat wordt. Thans probeert 't parlement de stroom jonge boeren naar de steden tot staan te brengen door betere Ionen, aangena mer werk en een inhoudrijker leven te beloven. Aan het parlement zijn twee voorstel len voorgelegd om jonge Italianen te be wegen op het platteland te blijven. In de afgelopen 15 jaar is het aantal in de landbouw werkende Italianen afgeno men van 8,5 miljoen tot nog geen 5 mil joen. Van 1951 tot 1961 trok 50 procent van de jonge plattelanders (onder de 25 jaar) naar de stad. De toestand is bijzonder ernstig in de provincie Cuneao, hoewel dit gebied door zijn wijn- en boomgaarden zeer rijk is. Tweederde van de plattelandsgezinnen bestaat thans uit personen van 50 jaar en ouder. Volgens een der wetsontwerpen zouden boerenzoons, die het land trouw blijven daarvoor beloond worden met het boeren bedrijf, waarop andere zonen, die naar de stad trekken, dan geen aanspraak meer kunnen maken. De enige zoon, die op de gezinsboerderij blijft zal met ingang van zijn 16e jaar telkenjare 3 procent van het ouderlijke goed kunnen verwerven. Volgens 't andere wetsontwerp kunnen oude boeren, die hun land verlaten, goe de pensionen krijgen. De jongere gene ratie zal het goed in eigendom krijgen en aangemoedigd worden voor een mo derne exploitatie tot een coöperatie toe te treden. OSLO Ralph Nader, de omstreden Amerikaanse criticus in verband met standaardveiligheid voor auto's heeft aangedrongen op een internationale uitwisseling van gegevens over autode fecten. De fabrikanten van auto's zowel de binnenlandse als de buitenlandse, die in Amerika vérkocht worden moeten nu krachtens de wet de Amerikaanse re gering op de hoogte stellen van defecten die na de verkoop voorzien moeten wor den. Maar, aldus Neder, het is geen voor schrift voor Amerikaanse fabrikanten re geringen of landen waarnaar zij hun produkten uitgevoerd hebben te verwit tigen. Nader zei, dat de buitenlandse rege ringen er aan moeten vasthouden dezelf de inlichtingen te krijgen als de Ameri kaanse régering. De Amerikaanse veiligheidsstandaar den voor dit jaar zijn „volmaakt onvol doende" aldus Nader, er aan toevoe gend dat „hieraan voldaan kan worden door de slechtste auto's ter wereld". Hij verklaarde te hopen, dat niettegen staande de druk van industriële belangen de standaard in de komende jaren stren ger zad worden. Hij zei, dat de automobielingenieurs op het gebied van de veiligheid „fantasti sche capaciteiten bezitten" als hun maar door de fabrikanten toegestaan werd ze toe te passen. Nader werd beroemd met de publikatie in 1965 van zijn boek „Onveilig bij elke snelheid", waarin hij zegt dat de Ameri kaanse autofabrikanten de noodzaak voor een betere veiligheidsstandaard negeren. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG Het produktschap voor groenten en fruit wil het Nederlandse volk meer „appelrijp" maken. Zo zal het bijvoorbeeld op scholen, in weg restaurants en in militaire tehuizen proeven nemen om te kijken of de appel er'beter in gaat als zij speciaal wordt aanbevolen. Voor scholieren wordt vooral gedacht aan een „pauze-appeltje", voor de mannen langs de weg en voor de mi litairen zou de appel ook ter vervan ging van de bij de koffie onafschei delijke koek kunnen dienen, redeneert het produktschap. Ook in de kantine van het ministerie van Landbouw en Visserij is een kist met appelen neergezet. De animo is daar niet erg groot, zegt het schap, en dat valt van een ministerie (als dat van Landbouw) toch een klein beetje tegen. LELYSTAD Enkele kilometers ten westen van Lelystad is gistermiddag een 850 ton metend sleepschip van de Damco gezonken. De sleepboot die het schip trok, heeft de schipper en zijn vrouw uit Krimpen aan den IJssel aan boord genomen. Het sleepschip, met een lading basalt uit Duitsland op weg naar Lelystad, zonk nadat het door de golfslag met water was volgelopen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 7