J) L
WILLEM GORTER: BOEIEND
Het gaat in 't
hedendaagse
toneel bijna
nooit meer om
het verhaaltje,
het gaat om
de essentie
V
oLJanh u.
Geloof en modern
toneel moeilijk
te scheiden
oJXCuze
nissen
Dat bedarikje moet beslist een staartje krijgen, heb ik ontdekt.
Want van verschillende kanten bereikten mij reacties die betuigden
dat zoiets nodig eens gezegd moest worden. En dat „zoiets" was dan die ver
zuchting van een kok en een pastoorshuishoudster: dat een bedankje voor hun
werk er niet of hoogst zelden bij was. Waarbij ik privé nog wenste te attenderen
op het feit dat het echt geen kwaad kan, allerhande dagelijks voorkomende
dienstverleningen eens met een hartelijk woord te waarderen. Bijvoorbeeld die
van een goede huismoeder.
Hat laatste bezorgde mij de eerste bijvalsbetuiging bij monde van een kwieke
oudere dame; die alvast haar eigen echtvriend deze verplichting eens even
onder het oog had gebracht. Nu was dat misschien in haar geval niet zo strikt
nodig, maar over het algemeen weet ik maar al te goed hoe veel vrouwen zich
in stilte te kort gedaan voelen door het gebrek aan waardering van manskant.
Zeker, zij doen niet haar best om daarvoor geprezen te worden. Het ligt nu
eenmaal in haar aard om de dingen goed te doen en haar moeders opvoeding
heeft daaraan nog het nodige toe bijgedragen. Zij verdragen nu eenmaal geen
rommel, geen wanorde, geen half werk. Zij moeten iets goed doen of helemaal
niet
En dus zijn haar maaltijden niet alleen voortreffelijk, maar ook vol variatie,
ligt de was elke week heel en schoon en glanzend gestreken in de linnenkast
hangt de vitrage zo gewassen, zo droog smetteloos achter de blinkende
ruiten, staat er altijd iets kleurigs en warms op de pennen voor man en
kroost en
TI Taar wat moet ik nog verder in bijzonderheden treden? Wie goed in die
branche is ingevoerd, weet hoe veelzijdig en gevarieerd de prestaties van
een deugdelijke huisvrouw zijn. En hoe gemakkelijk haar huisgenoten daar aan
gewend raken.
Zij hebben geen andere ervaring en nemen dus klakkeloos aan dat zoveel vak
bekwaamheid gemeengoed en alzo niets uitzonderlijks is. En bovenal: dat al
deze prestaties vanzelf en zonder enige inspanning tot stand komen. Moeder
heeft nu eenmaal een gelukkige hand van huishouden.
Tifaar weten zij veel hoeveel plichtsgevoel en zelfdiscipline zo'n lange werkdag
zelfs van de uitnemendste huismoeder vergt? Ook al kèn zij niet anders,
daarom moet zij er zichzelf ook wel eens toe dwingen. Hoeveel stuwkracht moet
zij iedere dag weer opbrengen om al die wieltjes draaiende te houden, om op het
punt van netheid, regelmaat en goede manieren niets over haar kant te laten
gaan. Iedereen mag fouten maken of er lekker eens met de muts naar gooien
alleen zij niet. En de energie daarvoor moet zij altijd maar weer in haar
volstrekte eentje opbrengen. Dan raakt de accu zachtjes aan wel eens wat
uitgeput, en zou zij willen dat een ander die eens hielp opladen.
Heel eenvoudig: met een enkel goed woord van waardering, een simpel be
dankje. Dan kan zij voorlopig weer voort en heeft tenminste niet dat ontmoedi
gende gevoel alleen maar een soort huishoudelijke robot te zijn, die elke dag
automatisch dezelfde handgrepen verricht.
7iedaar: nu heb ik het, naar ik hoop, nog eens „goed gezegd" ter attentie van
alle huisvaders die terloops een blik in deze kolom mochten slaan. „Dank
Je" zeggen is toch werkelijk niet zo inspannend maar daarom lang niet van
zelfsprekend.
Dat ben ik roerend eens met de oude heer, die mij bericht dat ook hem eens in
een restaurant een keurig en kleurig opgemaakte schotel dermate in bewon
dering bracht, dat hij het dienstertje verzocht de kok zijn complimenten over te
brengen met een sigaar. Het meisje verschoot van kleur over dit blijkbaar
hoogst ongewone verschijnsel: iemand die zomaar beleefd voor een fraai stukje
werk zijn waardering betuigde.
Maar dat is ook al heel uitzonderlijk, schrijft mij een opgewekte en veelzijdig
belangstellende burgemeestersvrouw. Want het is haar, die „beroepshalve" vaak
op vergaderingen, feestelijke bijeenkomsten en jubilea komt, opgevallen hoe
weinig aanwezigen er bewust: „Dank u wel" zeggen, als hun iets gepresenteerd
wordt.
Inderdaad; men neemt al pratende met een andere bezoekster, meestal achteloos
iets van de schaal, zonder zelfs de hand te zien die deze schaal aanreikt. En dat,
terwijl een peuter die nauwelijks praten kan bij de slager nog niet een schijfje
worst zal aangereikt krijgen zonder door moeder onmiddellijk ijverig te worden
vermaand: En wat zeg je dan?
TTet zou wel eens aardig zijn, om diezelfde methode ook voor moeder zelf in
toepassing te brengen, en bij zo'n feestelijke gelegenheid een discreet, maar
niet mis te verstaan luidsprekertje diezelfde aanmaning te laten herhalen: En wat
zegt u dan Bij elk gereserveerd hapje. Het effect zou ongetwijfeld hoogst ver
makelijk zijn.
Want waarom zouden alleen peuters zich aan de spelregels van de beleefdheid
moeten houden, en voor alles wat hun voor het mondje komt of in het handje
gestopt wordt, keurig en luidop bedanken? Alleen om een demonstratie van
moeders goede opvoeding te geven?
A Hes bijeen is er alzo op het punt van deze dankbetuigingen nog wel het een
en ander bij te spijkeren. Want ieder op zijn beurt wordt wel eens graag
gewaardeerd na zo goed mogelijk verrichte arbeid, ook al om niet het depri
merende gevoel te krijgen dat alle inspanning op dit punt eigenlijk zinloze
uitsloverij is, die even goed achterwege kon blijven. Tot grote schade aan de
eigen arbeidsvreugde en de goede verstandhouding in de samenleving.
U kunt er omgekeerd zeker van zijn dat zo'n blijk van eenvoudige waardering
altijd in goede aarde zal vallen. Ook bij de schrijfster dezer regelen, die van
harte het opschrift herhaalt bij uw aansporingen om vooral in deze trant voort
te gaan.
|~|e kunstschilder Jan Resink, zijn
verloofde Renny Bos en de teken
leraar E. D. Kllnkert zijn vorig najaar
begonnen, het culturele leven in Zwol
le een tikkeltje te moderniseren. Zij
doen dat onder meer door het organi
seren van tentoonstellingen in hun
„Galerie R" (een kleine expositie
ruimte in het pand Sassenstraat 38,
in de schaduw van de oude Bethle-
hemkerk), waarvan een gedeelte el
ders kan worden ondergebracht, in
casu in de foyer van schouwburg
Odéon in de Koestraat. Dat is (tot en
met 31 maart a.s.) ook het geval met
de expositie, die bestaat uit gouaches
en tekeningen van Willem Gorter.
Willem Gorter werd in 1942 in Am
sterdam geboren en werkt daar nog
steeds. Zijn werk behoorde tot de ge-
exposeerde inzendingen voor de Ta-
lens' Prijs 1964-1965 en is ook verte
genwoordigd bij de Stichting Beelden
de Kunst 1967. Vorig jaar had Gorter
een „one-man-show" in De Dromme-
daris te Enkhuizen en nu toont hij
dus zijn kunnen in de Overijsselse
hoofdstad.
Blijkens deze expositie is Gorters
karakter lang niet zo optimistisch als
dat van zijn collega en gastheer Jan
Resink. „Somber en dromerig" is
misschien de juiste typering van zijn
oeuvre. Gorter toont zich een soort
anti-held, die via gevoelige, warme
kleurcombinaties wel te kennen geeft
dat hij het leven lief heeft, maar te
gelijk laat zien, dat hij er niet zo
heel veel van verwacht. „Stilte" is
het schilderij van een duffe man, die
met een schoteltje vruchten op de
knie naast een onsympathieke vrouw
in vrolijk gekleurde streepjesjurk zit.
In „Idool met praatpaal" moet een
vleugje geel veel leed verzachten.
„Muziekliefhebber" is bijzonder triest
van weergave en daardoor ironisch,
om niet te zeggen: navrant van titel.
„Nu zingen" is een titel als een bevel
tegen clowns, die eenvoudig geen
mond meer open lijken te kunnen
doen. De „Waarschuwer" is er ver
geefs en wat een paar oude, in het
leven teleurgestelde vrouwen nog van
een „Fanfare voor twee dames" moe
ten verwachten, is mij ook een raad
sel. „Familie" heeft door de kleuren-
keuze nog iets van vrolijkheid, maar
voor hoe lang? „Geste de ia vie" is
niet meer dan een onpersoonlijke
vleesverstrengeling. „Kleine bijeen
komst" telt minstens één eenzame,
niet betrokkene (de vrouw rechts).
„Zij durft" kan alleen maar met
„meedogenloos" worden gekenschetst.
„Driekoningen" lopen zonder luister
op hun gouache en „Dagje" heeft
niets feestelijks.
Wat Gorter in zijn gouaches met
kluren weergeeft (je zou hem een
soort Beckett met een donker Cha-
gall-palet kunnen noemen), geeft hij
in zijn tekeningen met lijnen weer.
Soms werkt hij daarin met sterk dra
matische accenten, zoals in „Gevecht
met een ambtenaar" en het geheel in
deze stijl passende „Handeling", een
andere keer zoals in „Paar"
tracht hij via het eenvoudig doortrek
ken van een enkele lijn de tragiek
van zijn personages gestalte te geven.
In twee tekeningen „Teken van Le
ven" zijn de wanhoopsgebaren zeer
expressief.
Nee, vrolijk wordt je van deze ten
toonstelling niet. Maar je raakt er
wel diep van onder de indruk. Omdat
Gorter beslist heel veel te zeggen
heeft en bovendien technisch ook het
een en ander in zijn mars heeft: een
neo-figuratief kunstenaar, die in zijn
werk op geslaagde wijze ook nog ver
worvenheden van de oude figuratie
heeft weten te betrekken.
Beslist de moeite waard om te gaan
bekijken. Als U „Galerie R" be
treedt, schrik dan niet van de luid
klingelende bel. En als U „Odéon"
binnengaat, doe dat dan wanneer het
kantoorpersoneel van deze schouw
burg geacht wordt aanwezig te zijn.
„Globaal genomen" kunt U het werk
van Willem Gorter alle dagen, be
halve zondags tussen 's middags drie
uur en 's avonds half negen bewonde
ren.
J. v.d. K-
Als Bélisa in „De liefdes van Don Per-
limplin met Bélisa en haar tuin" een
eenakter van Federico Garcio Lorca uit het
programma Het Kleine Theater", waarin
Toneelgroep Studio momenteel in verschil
lende plaatsen van ons land enkele onbeken
de korte stukken van de grote Spaanse schrij
ver op het podium brengt.
DORE SMIT: bij „Studio"
TT|ore Smit is „een meisje dat van Scheven ingen kwam" drie maanden op de toneelschool
zat, nu al twaalf jaar meespeelt in Toneelgroep „Studio", al zes jaar vrijwel iedere
zondag- en maandagavond in uw huiskamer verschijnt als televisie-omroepster van IKOR,
CVK en RKK en in haar vrije tijd van lezen en paardrijden houdt.
Tot zover het verhaaltje over deze jonge vrouw, die een groot deel van haar leven door
brengt bij Studio en in de studio. „Het gaat niet om het verhaaltje, maar om de essentie",
zegt zij, wanneer zij het over het moderne toneel heeft. Het verhaaltje over zichzelf acht
zij in haar gesprek met ons dan ook minder belangrijk dan wat zij zoal van het menselijk
leven en van haar werk vindt. Daar hebben we in dat gesprek dan ook de klemtoon op
gelegd en leggen we in dit artikel, de neerslag daarvan, dus ook de klemtoon op. Wie dit
stuk alleen maar om het verhaaltje verder wi 1 lezen, moet de krant maar opzij leggen. Nou,
moetenHij (of zij!) mag natuurlijk ook doorgaan en de „essentiële" opmerkingen van
Dore Smit in zich opnemen. Misschien dat hij of zij dan wat beter gaat begrijpen, waar
om het hedendaagse toneel zo belangrijk is.
Trouwens niet alleen vanwege het verhaaltje, maar vooral ook vanwege die essentie is
het interessant, eens na te gaan, waarom iemand zich vaak gedurende een en dezelfde
avond thuis kan voelen in een theater(tje), waarin alleen maar absurde situaties worden
uitgebeeld en tevens in een tv-studio, waarin zij een bijbelvertelling voor kinderen of een
reportage over evangelisatie-arbeid moet aankondigen.
I) Dore Smit ondanks die drie maanden to
neelschool al zo lang met succes in
„Studio" optreedt, is vooral aanvankelijk een
kwestie van doorzetten geweest. En van lief
de voor het genre, dat deze groep brengt.
„Bijna iedereen uit de eerste tijd dat ik er
was, is weg. Er gaat nu ook weer een groot
aantal. Maar ik heb nog voor een jaar gete
kend", vertelt ze in een schouwburgkleedka
mer, terwijl ze bijna startklaar zit voor haar
vertolking van de Amerikaanse in „De wan
deling van Buster Keaton", een van de vijf
stukken uit „Het kleine theater" van Garcia
Lorca.
„Het avant-gardistische genre spreekt me
aan. Natuurlijk vind ik het ook wel leuk. ge
woon eens een prettig blijspelletje te doen,
maar ik geef toch de voorkeur aan het mo
derne repertoire, omdat je er, wanneer je het
repeteert en speelt zo ontzettend mee bezig
bent. Het zet je meer aan het denken over
wat je doet. Het is wel vaak zo, dat het mo
derne repertoire niet zo vrolijk is. Het is niet
de bedoeling dat het heel veel invloed op je
persoonlijkheid heeft, maar je realiseert je
toch steeds, dat je heel bewust bezig bent
met alles. Ik zit nu weer in een stuk van
Beckett, dat we binnenkort gaan spelen.
Beckett is voor mij wel de grootste. Het is
leven van de eerste tot en met de laatste mi
nuut. Lorca heeft dat trouwens ook wel, zij
het in iets mindere mate. Na de pauze spelen
we een eenakter van drie kwartier. Ik ben
daarin Bélisa. Drie kwartier... het is eigenlijk
maar een heel klein stukje. Maar bij het be
gin heb ik het gevoel, alsof ik een hele avond
voor de boeg heb. Het vergt veel inspanning.
Lorca is heel goed, maar Beckett vind ik
geniaal. Weet u: hij is zo exact, hoe zal ik
het zeggen, niet naturel, zo gecomprimeerd...
Omdat alles wordt weggelaten wat niet ter
zake is. De franje is in andere stukken wel
belangrijk, die hoort erbij. Maar bij Beckett
is al het overbodige weggelaten. Je zit met
een op de botten.
Tja, ik doe ook nog tv-werk. Dat wil zeg
gen: ik roep om. Ja, die serie van „Levend
verleden" heb ik gepresenteerd. Prachtige se
rie, vond u ook niet? Maar de tekst die ik
moest voorlezen kwam niet over, vond ik. Ik
kreeg eerst een tekst, die me erg gemakke
lijk leek, maar dat bleek het stukje voor de
programmabladen te zijn. Later kreeg ik de
definitieve tekst, die uit het Duits was ver
taald en veel moeilijker voor te lezen was.
Dat had eigenlijk een professor moeten doen.
Ja ik ben gelovig. Protestants, al ga ik
dan niet naar een kerk. M'n werk bij het
IKOR beschouw ik echt niet als een schnabbel.
Ik kan m'n geld heus wel gemakkelijker ver
dienen. Maar ik vind het gewoon ontzettend
fijn om daar te werken. Je wordt er hele
maal vrij gelaten, je mag aantrekken wat je
wilt. En ze doen fijne dingen, erg goede din
gen, vindt u ook niet?
Het is wel te combineren met het toneel.
Als ik op maandagavond moet omroepen en
we beginnen met „Studio" om negen uur in
„De Brakke Grond", kan ik het net halen.
Nu is het toevallig pas voor de eerste keer
in de zes jaar dat ik tv-omroepster ben, dat
ik drie maandagavonden niet kan. Maar ver
der is het best te combineren."
Het* acht uur, de voorstelling gaat be
ginnen, de actrice moet aan de ene kant
van het voetlicht klaar staan, de recensent
aan de andere kant van het voetlicht klaar
zitten. Daarom wordt het interview enige da
gen later voortgezet.
„Of mijn werk als vertolkster van modern
toneel ook „innerlijk" te combineren is met
mjjn werk als omroepster van het IKOR? Ik
zie er geen verschil tussen. Ja, je zou na
tuurlijk kunnen denken aan orthodox-christe
lijke bezwaren tegen de schouwburg. Maar
ik geloof het tegendeel van een dergelijke in
vloed, ook op het schouwburgbezoek. Als me
dewerkster van het IKOR meen ik wel te mo
gen zeggen, dat ik op de hoogte ben van de
reacties van christenen op de moderne tijd.
De christelijke jeugd is ontzettend gevoelig
voor de veranderingen in de huidige maat
schappij. Als de jeugd niet naar de schouw
burg komt, schort er volgens mij iets aan de
organisatie. In Apeldoorn kon men
met jeugdpaspoorten niet naar „De Kneep"
van Ann Jellicoe. Kijk, dat snap ik niet. Als
je dan ziet, wat Wim Bary in Tilburg voor
hel moderne toneel heeft gedaan...
Het nieuwe schouwburgpubliek moet wel
uit de jeugd warden gekweekt. De oudere men
sen, enkele gunstige uitzonderingen daargela
ten, krijg je toch niet meer. Het gaat ook om
de kinderen. De jeugd is veel eerlijker dan de
oudere generatie. Waarmee ik natuurlijk
niets denigrerends bedoel. Maar de oudere
generatie ging meer uit traditie naar de
schouwburg. De jeugd wil er echter wijzer
van worden. Dat wijzer willen worden van
wat het moderne toneel biedt, leeft net zo
sterk bij de christelijke als bij de niet-chris-
telijke jeugd. De jeugd is „willing". Dat lijkt
mij enorm.
Qeloof en modern toneel zijn moeilijk te
scheiden, vind ik. Iemand die denkt,
iemand die bezig is met een geestelijk le
ven, kan er alleen maar wijzer van worden.
..en in de studio
Ook als hij zo'n stuk afwijst. Maar hij
moet er kennis van nemen.
De essentie trekt me aan, daar zit je zo
dichtbij. De essentie van het leven zit zo
dicht bij je geloof, dat je denken over die
essentie het geloof eigenlijk al incalcu
leert.
JJet gaat in het hedendaagse toneel bjjna
nooit meer om het verhaaltje. Het tradi
tionele blijspelletje is te vergelijken met een
detective-roman. Ik vind het gezellig, zalig
gewoon om eens lekker een detective te le
zen. Maar er is een verschil tussen een de
tective-roman en een goed boek. Aan het goe
de boek heb je meer. Zeker: je moet er moei
te voor doen, om profijt van het goede boek
of het moderne toneel te kunnen trekken. Je
moet nooit het verhaaltje opzoeken. Het gaat
om de sfeer die op je afkomt, een sfeer die
veel groter, veel belangrijker is dan die ene
man of dat ene meisje. Je kunt begaan zijn
met iemand in je omgeving die iets verve
lends is overkomen. Maar je kunt ook begaan
zijn met een heel land, dat iets is overkomen.
Je kunt het uitbreiden. En dan realiseer je
je steeds meer het totaal van wat de mens
kan overkomen.
Fellini, dat is m(jn lievelingsfilmer. De
films van Ingmar Bergman vind ik ook interes
sant, die z(jn daar ook zo mee bezig. Boeken?
Genet vind ik fantastisch. Ik ben nu weer be
zig met Gerard Kornelis van het Reve. Ik ben
begonnen om zijn werk helemaal van voren
af aan te herlezen. Grandioos, een geniaal
6chr(jver. Maar de Russische schrijvers zijn
voor mij nog altijd de kroon op alles. Tsje-
chof, maar vooral Dostojefsky en Toergenjef.
Ta, dat is natuurlijk wel zo: je bent tel-
kens met die essentie bezig, maar Je
komt er nooit uit. Dat komt omdat je mens
bent. Maar dat mag geen reden
zijn om te zeggen: dan maar niks. Ik ben
van huis uit heel negatief. Eigenlijk is die li
teratuur dus niet goed voor me, je raakt nog
dieper in de put. Maar het lezen en spelen er
van heeft ook een kant die troost: het is een
herkenning! En dan kun je er gewoon niet
mee ophouden."
J. VAN DER KLEIJ.
Als omroepster van I.K.O.R., C.V.K.
en R.K.K., zoals u haar zondagavond
jl. op uw televisiescherm heeft kunnen zien.
Q De Stichting Nieuwe Muziek heeft
in aamenwerking met de Studio voor
Elektronische Muziek van de Rijksuni
versiteit in Utrecht en met medewer
king van Willy Goudswaard Pannebak
ker, slagwerk, een drietal elektroni
sche concerten georganiseerd. Deze
zullen 's avonds worden gegeven op 20
maart in De Doelen in Rotterdam, op
21 maart in het Sigma-centrum in Am
sterdam en op 22 maart in het Con
servatorium in Den Haag.
0 Een links georienteerde krant en
een parlementslid in Libanon hebben
geprotesteerd tegen de plichtplegingen,
waarmee Brigitte Bardot in Beiroet is
ontvangen.
Is ze een staatshoofd, een koning of
een keizer f, vroeg afgevaardigde Ja
mil Lahoud, die protesteerde tegen het
feit dat B.E rechtstreeks van haar
vliegtuig in een wachtenae autu ipte,
zonder door de douane te hoeven.
Brigitte kwam zaterdag met haar
man Gunther Sachs in Beiroet aan,
op uitnodiging van afgevaardigde Kha-
lil Khoury, een oude vriend. Khoury
omhelsde de filmster op de vliegtuig
trap, wat ook al niet in goede aarde
viel bij zijn landgenoten.
De krant Al Shaab filet Volk
schreef: ,JDe afgevaardigde moet er
aan denken dat we een Arabisch land
zijy\ met zijn eigen tradities", en 'pu
bliceerde een spotprent, waarop Khou
ry B.B. kust. Het onderschrift luidde:
„Sinds wanneer is Khoury hier het
douane-stempel f"
0 De BBC heeft bekend gemaakt dat
het probleem van het uitwisselen van
kleurentelevisieprogramma's tussen de
Verenigde Staten en Europa is opge
lost. BBC-technici hebben een elektro
nische transformator vervolmaakt, die
tegen het einde van het jaar, wanneer
de BBC de eerste kleuruitzendingen
gaat verzorgen, in gebruik kan worden
genomen.
Uitwisseling van programma's tus
sen beide werelddelen werd verhinderd
door de verschillende systemen die
Amerika en Europa gebruiken. Vooral
met het oog op de Olympische Spelen
in Mexico komt de BBC-ontdekking
juist op tijd.