H H E w w ZIEZO 25 MAART 1967 j N V ijf lange dagen van de ochtend- tot de avonddauw heeft Moshe Jaakobi mij door zijn land Israël ge leid. Ja zijn land. Vaak heeft deze Mozes van de twintigste eeuw één van het handjevol in de wereld, die een leven lang vocht voor de vrijheid mij doordringend aangekeken, als ik hem misschien wel eens zonder woorden vroeg naar het won derlijke geheim van Israël, als ik mijn eigen ogen niet kon ge loven. WONDERLIJK GEHEIM IN PARADOX s het de vruchtbare woestijn, zijn het de groe ne bergen, de strijdbare kibboetsiem? Is het de herkenning uit de Bijbel, de ontdekking dat alles zo wonderwel klopt met wat ge schreven staat? Zijn het de Bijbelse plaatsen, honderden in getal, de oude monumenten, de brokstukken van de eerste beschaving, of zijn het de herinneringen aan de vrijheidsstrijd van nog geen twintig jaar geleden? Misschien de prachtige stranden, de mach tige bergmassieven, de verrukkelijke landschappen, is het de heer lijke zon? Niemand zal het weten als hij terugkomt uit Israël. Niemand zal, zelfs niet na een langdurig verblijf in Israël, de ontelbare herinneringen aan een land met een vierduizendjarige geschiede nis, waarvan de overblijfselen door het hele land verspreid lig gen, keurig netjes op een rijtje zetten. En niemand zal bij terug komst een duidelijk en kort antwoord kunnen geven op de vraag: »En hoe was 't daar Dat kèn, na een vakantie op Mallorca, een trip naar Noorwe gen of een uitje in Parijs. Na Israël kan men niet volstaan met mieters, heerlijk, noch verrukkelijk of zééóélig. Israël is anders en daarom zal beslist niet iedereen dit land als vakantieland kiezen. Israël vraégt ook iets van de toerist. Tussen Nice en Tel Aviv ligt zoiets als het verschil van voedsel tot je nemen en dineren. Israël misschien moeilijker te leven schijnt dan in de welvaart staten van Europa of de Nieuwe Wereld. Natuurlijk, er zullen er ook wel weer gadn teruggaan. In Israël zal men er wellicht niet om rouwen. Het land kan nu eenmaal nog niet Alles bieden. Wie als toerist terugkomt uit Israël, is in menig opzicht een ervaring rijker. Wij, overal op de wereld, hebben de Joden of dat nu onze landgenoten, plaatsgenoten of buurtgenoten waren waarschijnlijk slecht gekend. De groepjes waren vaak klein. Op z'n minst hebben we „die en die" alleen maar gekend omdat hij een Jood was, of omdat we hem of haar op een kwade dag tus sen 1940 en 1945 hebben gemist. Israël hernieuwt de kennismaking of is wellicht een eerste ont moeting. Daér zijn ze bij elkaar. bij het luik waardoor de wegbereiders van de staat Israël aan de strop naar beneden vielen. Nog staan in het havencomplex de ruïnes van de Britse radarstations, die de Britse vloot voor de kust de weg moesten wijzen naar de illegale immigrantenschepen. De Joodse ondergrondse zag het gevaar en blies ze op. Zo staat men steeds weer middenin de jongste geschiedenis en dan ineens weer tussen de ruïnes uit Israëls Bijbelse dagen. Ja, tussen bomen waarvan hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt met zekerheid gezegd kan worden dat eens Jezus en zijn discipe len in de schaduw ervan hebben doorgebracht et mag nog wel eens gezegd worden, hoewel het misschien een beetje oneerbiedig klinkt, maar de grote at tractie van Israël is de méns daar de grote gemeenschap van meer dan twee miljoen Joden uit vrijwel alle landen van de we reld. Misschien hebben we het na de oorlog wel eens tegen elkaar gezegd: „Die en die is er nog; hij is naar Israël gegaan". En dat is het merkwaardige: „die en die" komt men in Israël weer tegen „die en die", die uit de grote verdrukking kwa men, die zich vastbeten op een stukje heilige grond. Toen de staat Israël in 1948 werd uitgeroepen, stonden een half miljoen Joden aan de stranden, in de havens en op de vlieg velden ter verwelkoming te wachten. Binnen twintig jaar kwamen er twee miljoen Joden naar het land en er zullen er nog méér komen ondanks een terugval in de Israëlische economische situatie, ondanks werkloosheid en ondanks het feit dat het in eel toevallig kreeg ik in het hotel kort voor dat mijn gids Moshe Jaakobi mij kwam halen voor een lange tocht naar het noorden van Israël een trouwkaart in handen. De tekst er van heeft me verbaasd. Twee Joodse mensen uit Londen schreven die kaart vanuit Londen naar een vriend in Tel Aviv. Er stond op te lezen dat zij voornemens waren op 20 april in het huwelijk te treden. Een heel gewone huwelijksaankondi ging- Moshe las me de kaart voor uit het Hebreeuws. Maar er stond nog iets méér op de kaart, nl. de volgende (vrij vertaalde) toe voeging: „Mocht de Messias eerder gekomen zijn, dan vindt ons huwelijk uiteraard in Jeruzalem plaats". Onderweg naar Gallilea in het noorden heb ik Moshe ge vraagd,, wanneer hij de Messias verwacht. Hij antwoordde, zoals het antwoord in de Bijbel staat: „Elk ogenblik misschien ko men we niet eens meer in Gallilea Is dat niet wat vreemd Moshe, die kaart uit Londen? Moshe vindt het niet vreemd. Hij vraagt ons die toevoeging op de trouw kaart niet te willen beschouwen als dweperij. Natuurlijk, niet alle Joden zullen het op deze manier zeggen. Niet alle Joden in Israël zijn orthodoxe Joden en niet allen houden zich aan de strenge spijswetten of aan de voorschriften omtrent de Sabbath. Het is een overtuiging, een geloofsverwachting die ondanks allerlei verdeeldheid, óók in dit land met mensen die hetzelfde lot droe gen een sterke lotsgemeenschap vormt. „Jodendom is een beginsel", heeft mr. Abel Herzberg eens ge zegd. Men gaat .er iets van begrijpen in de jonge staat der Joden. Men gaat iets ontdekken van een elementaire menselijke kracht die Herzberg de „grootste noemt die de mensheid ooit uit zichzelf heeft losgemaakt". En wat zijn er sinds Moshe's voorvader Mozes niet een vijanden geweest dit naar middelen gezocht hebben om deze kracht te breken. e nemen een hele dag voor Jeruzalem de door een muur, zandzakken en machinegeweren gespleten stad. Aan deze zijde van de muur manifesteert Israël zich in enorme, prachtige gebouwencomplexen, musea, universiteiten, synagogen en moderne witte woonwijken. De berg Zion biedt het panorama over de stad, het nieuwe en het oude Jeruzalem. En zie dan ook, als toerist, het Yad Vashem, het museum dat de herinnering levend houdt aan de zes miljoen Joden van Auschwitz, Sobibor, Belsen, Mauthausen en al die andere plaat sen. Van elke Joodse gemeente op de wereld, waarvan leden in de vernietigingskampen omkwamen, hangt hier een marmeren steentje met inscriptie. Het moesten hele galerijen worden Hier in Yad Vashem liggen in de vitrines de Tora-rollen, die de Duitsers de Joden om hun lichamen lieten wikkelen om ze daarna in hun eigen, heilige geschriften met kogels te doorboren. De rollen met de, door bloed, rood omrande kogelgaten vertel len méér, dan ooit iemand zal kunnen zeggen of schrijven. Even verder, buiten dit indrukwekkende museum staat een mo nument. Een eigenaardig kunstwerk uit geweerlopen en ploeg scharen samengesmolten. Sterker kan men zich de symboliek nau welijks voorstellen. Jeruzalem nee, jammer. Ik was, na zoveel boeiende beel den, teleurgesteld toen ik even luisterde naar een gids voor een groepje Amerikaanse toeristen. „Daarwees hij zijn gasten, „déór ligt Golgotha, déór Gethsémané, maar het kan ook zijn dat het daar gelegen heeft. De geleerden zijn 't er niet over eens Wij zouden de toeristische organisaties van Israë] heel se rieuze instellingen die hun taak zwaar nemen zo graag willen adviseren: maak van de juiste plek van Golgotha of Gethsémané Met bijgaande impressie vervolgt een onzer redacteuren zijn serie artikelen over Israël Mozes was mijn gids". In een volgende aflevering zal hij zijn reeks besluiten met de beschrijving van twee reizen, die nog dit jaar voor belangstellenden worden gemaakt aan de hand van het beroemde boek van Leon Uris „Exodus". De exclusiviteit van deze reizen berust bij de Fa Anth. Veder, Westblaak. Rotterdam, die in dezen samenwerkt met de K.L.M. Men kan er reeds voor inschrijven. e reizen naar het noorden, langs de bananen- velden en alweer die prachtige plantages waar het water dat de Joden uit het Meer van Gallilea door buizen naar de dorheid brachten, de velden gekleurd heeft met miljoenen sinaasappelen, citroenen, mandarijnen en pompelmoezen. We rijden door de bos sen op de heuvels bossen van boompjes en bomen, geplant door de hele wereld (nu al tachtig miljoen stuks). We passeren de kibboetsiem grote en kleine, gegrondvest door vaak niet meer dan een handjevol dapperen. In de gevangenis van Akko lopen we zwijgzaam langs de bin nenmuren van de gevangenis met de portretten van gefusilleerde en gehangen Joodse verzetsstrijders en we mogen even mijmeren (hier, of een paar honderd meter verder) geen problemen; ver stoor niet de mijmering, waaraan men zich moet overgeven en verknoei niet de onuitwisbare herinnering van zoveel indrukwek kends in dit land met die akelige futiliteit wédr nu wel precies, op een metertje nauwkeurig, het geschied is Moe-gereisd, moe-gepraat en moe-gezien hebben Mozes en ik 's avonds, nu eens in 'n woestijncafé, dan weer op het terrasje van een wereldstad-restaurant, zwijgzaam naast elkaar gezeten. Hij, de energieke Joodse verzetsstrijder uit veelsoortige bevrijdingsoor logen, was soms heel stil. Telkens onderbrak hij heel even die stilte, alsof hij heel lang had nagedacht over die twee tegenge stelde en toch onafscheidelijke woorden: Auschwitz-Israël. Sinds Mozes, zijn grote naamgenoot en voorvader, waren we reldmachten over het Joodse volk heengerold de een na de ander, van het ene tijdperk in het andere, Egyptenaren, Assyriërs, Babyloniërs, Grieken, Romeinen en laatstelijk de Hunnen van het Derde Rijk der twintigste eeuw. En daar zat hij nu: „Moos- sie" uit het atoomtijdperk, weliswaar opnieuw bedreigd, maar in ieder geval vrij, in eigen land, dat hem al zo lang beloofd was. loodse mensen zijn vaak heel wijze mensen. „Verwondert u dat?" vroeg mr. Abel Herzberg mij eens. „Wij zijn toch 4000 jaar oud Deze zelfde Herzberg zal lang en diep hebben nagedacht over wat er de laatste kwart eeuw is gebeurd. Deze denker zegt: „Hoe men het ook wendt of keert, het blijft een merkwaardige geschie denis. Een heel kleine stam, die eenmaal leefde op een strookje grond verweg, grenzende aan de woestijn, leeft de ene eeuw na de andere, zonder enige macht en ongewapend en het ene wereldrijk na het andere gaat ten gronde. En in zijn ondergang beschuldigt het die kleine stam telkens opnieuw de oorzaak te zijn van al zijn onheil en tracht hem te verdelgen. En op een goede avond ligt er, ondanks alle verliezen, dan toch weer een toevallige man uit die stam ergens op een toevallige plek op de wereld en denkt. Die toevallige man is de enige niet. Die kleine stam is niet ver delgd. Het wereldrijk is echter verzwolgen. Dat is het resultaat. Dat is dit toch? Is het geheimzinnig, is het een bovennatuur lijke kracht, die de geschiedenis beheerst? Dan zou het beter zijn op te houden met denken en te zeggen: het is een wonder. Maar het grootste wonder van alle wonderen is, dat er geen won deren bestaan. De stenen vallen altijd van boven naar beneden en nooit andersom. Deze ervaring is even wonderlijk als haar tegen deel geweest zou zijn. Het voortbestaan van die kleine stam door alle vervolgingen heen is ook geen wonder. Het is heel iets an ders. Het is de diepe overtuiging van de gerechtvaardigheid van zijn bestaan en daarmee de aanhankelijkheid aan zijn lot: Amor fati Ik jaar vertrekken miljoenen mensen uit de hele wereld naar Israël met vakantie. Maar Israël is iets heel ènders dan vakantie. Een zeer bereisd journalist heeft eens ge zegd, dat „een reis naar Israël een kroon zet op alle andere rei zen die men zich denken kan. Wèt men namelijk ook gelooft, hóe men ook gelooft, sterk of nauwelijks, een reis naar Israël zal voor iedereen ongeveer zijn wat ze was voor die duizenden kruisvaar ders van zeven, acht eeuwen geleden: de reis van het leven Een reis door Israël maakt moe. Het is net of men blijft staan voor de diepere betekenis van het merkwaardige woord „Altneu- land", de titel van de toekomst-roman van de grondlegger van Israël, Theodor Herzl. Die roman werd door de werkelijkheid bevestigd of beter: die roman heeft de werkelijkheid tevoorschijn gebracht. .Auschwitz-Israël is het geheim van ons bestaan", zed Moshe Jaakobi mij meer dan eens als ik, avond na avond, moe- gekeken was in dit wonderlijke landje in de onmetelijke Oriënt- woestijn; als ik, als het ware, bedwelmd was door de honing waarvan het land vloeiende is. In de paradox ligt het wonderlijk geheim. latuurlijk is er nooit een vakantie onvergetelijk. Dat is meestal maar een kreet. Wie naar Israël gaat en van plan is iets méér te ondernemen dan een zon- en zeebad aan de altijd zonnige kust, moet met het wérkelijk onvergetelijke wel rekening houden. Ieder land op de wereld heeft wel een gidsje met het wat, hoe en waarom. In Israël is de beste wegwijzer, niet alleen voor de toerist, een heel oud boek. De geschiedenis te volgen van de Exodus uit Egypte tot de Exodus van deze eeuw het Bijbelverhaal en het hele geschied- gebeuren van de menselijke ontwikkeling als één afgerond geheel te zien, het denken en overdenken dat allemaal is nu eenmaal iets anders dan de onvergetelijkheid van het lui-zijn ergens aan de Rivièra. Israël is een klein toneel, midden in een weidse arena die de hele menselijke beschaving omvat. Even op dat toneel staan nu, na bijna vierduizend jaar van af Abraham en twintig jaar na de staat Israël is een grootse belevenis! H. J. I. Tekening: P. Klaasse G.K.F.. kalender Boekbinderij O. W. C. Paardekoper, Amsterdam

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 11