Honda 500 cn Surrealistisch Nog meer nieuws van de Geneefse autosalon Duur grapje Failliete boedel Nieuwe Fiat gesnapt Honda 800 KUNSTSTOF IN AUTO'S De advertentie Gebruiksaanwijzing m - Raspaardje uit Japanse stal "TJe Japanse automobielindustrie - voor een deel krachtig gesteund door wel luidende namen van de internationale race- circuits: Honda, Yamaha en Suzuki - is de laatste jaren buiten Japan in de export markt steeds agressiever geworden. Het begin was tamelijk schuchter, al verbaas den toen al verschillende automobielexperts zich over de goede eigenschappen van de Japanse auto's. Met dezelfde energie waar mee Japanners zich na de oorlog hebben toegelegd op de vervaardiging van prod uk- ten in de optische industrie, hebben zij zich nu geworpen op de bouw van motoren, waarom heen later de automobielcarrosse- rieën gestalte kregen. Voorzover bekend hebben de Japanners de styling van hun automobielen niet uit handen gegeven aan beroemde Europese koetswerkbouwers, maar zich meer toege legd op nabootsing, waarin zij hun meester schap al eerder getoond hebben. Een van de mooiste en meest verfijnde produkten van de Japanse automobielindus trie is tot nu toe in de kleine sportwagen - klasse ongetwijfeld de nieuwe Honda 800, een miniatuur Maserati waarin sportieve prestaties, wegligging en hyper-moderne vormgeving harmonieus bij elkaar zijn ge bracht. TYit kleine autootje met vier cilinders van elk nog geen 200 kubieke centi meter, een dubbel bovenliggende nokkenas en 4 gelijktijdig werkende carburateurs, mag wel het summum in de klasse van de kleine sportwagentjes genoemd worden. De motor - zo lazen wij in de beschrijving - kan zeer hoge toerentallen zonder bezwaar verdragen. De rode zone op de toerenteller begint namelijk pas bij 8500 toeren per minuut Dat >s op zichzelf iets bijzonders, doch eigenlijk niets nieuws voor de kenners van motoren, voor wie 't bekend is dat de Ja panners in de hele wereld specialisten zijn geworden in de bouw van motoren met zeer hoge toerentallen in hun race-machinee. De smering van deze motor geschiedt onder druk door een speciale pomp, waarbij twee filters de olie schoon houden. Het ge heim van de hoge toerentallen der Japan ners schijnt te liggen m de speciale metaal legeringen en de vaardigheid van de bou wers in het zeer speciale precisie-werk dat nu eenmaal in de racerij gevraagd wordt. De krukas van deze Honda 800 draait op naaldlagers - eenzelfde verfijning van het lager-systeem als in de Brabham-Honda- race-wagen. De carrosserie van deze Japanner is in In alle opzichten klein nieuws is de Honda 500: een kleine auto met een kleine motor. Het koets werk is duidelijk ontleend aan dat van de Mini, de tweeling Austin Seven/Morris 850. Lengte en hoogte zyn vrijwel dezelfde. De Mini is echter aanzienlijk breder dan de Honda 500. In verhou ding tot de buitenafmetingen is de ruimte in de kleine Honda nogal verrassend. Het kofferbakje is erg klein, hoewel het reservewiel onder de motorkap is ondergebracht. De voorwielen zijn opgehangen aan MacPher- son-elementen; de starre achteras is bevestigd aan bladveren. Alle vier de wielen hebben trommel- remmen. Het verregaand geïmiteerde koetswerk en het door en door conventionele onderstel maken op nieuw duidelijk dat de ingenieurs van Honda vooral motorconstructeurs zijn. De motor is dan ook een klein wonder. Het is een luchtgekoelde tweecilinder viertakt. De cilinders staan naast el kaar. Boring en slag zijn 74 x 55 mm, hetgeen op 'n Inhoud van 497 cc neerkomt. De compressieverhouding is 8.6 1. De mo tor heeft volgens Hondatraditie een bovenliggen de nokkenas. Het motortje levert maar liefst 40 SAE-pk., maar moet daarvoor dan wel 7300 toe ren maken. Volgens Honda kan dat echter zonder enig bezwaar. De motor drijft de voorwielen aan. Dank zij het lage gewicht van de auto bezorgt de motor deze een hoge topsnelheid 130 km/u. en een voor de motorinhoud verbazingwekkend felle accele ratie. Daarbij moet de motor nog erg zuinig zijn ook: Honda geeft zelf een gebruik van 1:28 op. De beroemde Italiaanse auto-ontwer per en vormgever Nuccio Bertone heeft, in samenwerking met de automo bielfirma Lamborghini, een surrealistisch ontwerp tot stand gebracht. Hierbij werd, zoals Bertone het uitdrukte, opzettelijk gestreefd naar extreme oplossingen" Het prototype, dat in Genève aan het publiek werd voorgesteld, opent geheel nieuwe stilistische en technische aspecten. De brede portieren van dit coupémodel, dat ..Marz.al" heet, slaan omhoog als de vleugels van een meeuw. De aparte vorm van de glazen portieren geeft de wagen een ongewoon profiel. Opvallend is ook het extra grote raamoppervlak. De ruiten zijn ver in het dak en de deuren door getrokken. Hoewel de Mar zal maar 1,10 meter hoog is, is er ruim plaats voor vier per sonen. Origineel zijn het instrumenten bord, de tekening van de achterruit en andere details, waarbij gebruik gemaakt is van de modernste materialen. TTet grote nieuws van de autotentoonstelling van Genève kwam zoals wy al schre- -"ven dit keer van Opel en Fiat. De autosalon van Genève biedt echter ook veel klein nieuws, dat toch ook belangwekkend is. DRASTISCHE INGREEP De Britsh Motor Corporation gaat de nieuwe, extra luxueuze versie van het 1800- model, Wolseley 18/85 gedoopt, bij voorkeur leveren met een automatische Borg- Warner transmissie. Dat betekende een vrij drastische ingreep. Net als bij de 850 en 1100 cc motor is ook bjj de 1800 de versnellingsbak onder de krukas geplaatst in één groot huis. Het carter doet dus tevens dienst als versnellingsbakhuis of omge keerd. Het gevolg is dat bij al deze motoren de versnellingsbak en de motor met de zelfde olie wordt gesmeerd. Bij de speciaal voor de 850 en de 1100 ontworpen auto maat heft men aan dat principe vast kunnen houden. Bij de Borg-Warner bak ging dat niet meer; die heeft zijn eigen olie nodig. Het keuzehandle heeft een afwijkende plaats gekregen. Het zit niet onder het stuur of op de transmissietunnel, maar het steekt uit het dashboard. P^ord Amerika brengt zijn nieuws op sportwagengebied heel stilletjes, in de vorm van een iets sterkere motor in de sportwagen van de concurrentie. Deze won derlijke situatie ontstond toen Chrysler het Britse Rootes concern helemaal overnam. Rootes maakte onder andere een versie van de twoseater Sunbeam Alpine met een V-8 motor van Ford Amerika. Deze versie heet Sunbeam Tiger en is nogal populair in Amerika. Chrysler liet de Fordmotor daarom rustig onder de motorkap van de Sunbeam Tiger en maakte, toen Ford de 4,7 liter motor opvoerde van 203 tot 225 SAE-pk, van de gelegenheid gebruik om de Tiger als Make II te introduceren, met een iets hogere topsnelheid (nu even over de 200 km/u.) en een iets fellere acceleratie. r|e Spitfire van Leyland-Triumph onderging ook nogal wat veranderingen. Het meest in het oog lopend is de hogere plaatsing van de voorbumper, die nu midden-voor de grille zit. Erg mooi is het niet, praktisch wel. Bijzonder gemakkelijk is verder dat de Spitfire nu een echte, uitklapbare cabrioletkap heeft, in plaats van het kapje dat over enkele beugels moest worden gespannen. Tenslotte kreeg de auto een 1296 cc motor in plaats van de 1147 cc motor. Het maximaal vermogen steeg met 9 tot 83 SAE-pk. Ook het maximaal koppel ging omhoog, tot 10,3 SAE-mkg. De topsnelheid steeg zo tot 160 km/u. (winst van 6 km/u.) en de acceleratie van 0100 km/u. kwam op 12,5 sec. (winst van 1% seconde). Jammer is dat ook bij deze Spitfire Make ni de instrumenten in het midden van het dashboard zijn geplaatst en niet voor het stuur. Dat is natuurlijk gemakkelijk voor een fabriek die auto's met links en met rechts stuur produceert, maar het is zowel voor de links als voor de rechts rijdende bestuurders lastig. POLYESTER De Skoda Winnetou, verrassing op de Skodastand, is een combinatie van een polyester koetswerk op een onderstel en met de motor van de Skoda 1000 MB. Voor de Winnetou wordt dan de motor met 2 carburateurs gebruikt van 52 SAE-pk. Het koetswerk wordt in kleine serie gemaakt door een Westduits fabriekje. De Zwitserse importeur van Skoda levert de Winnetou voor circa negenhonderd gulden meer dan de 1000 MB de Luxe. De Triumph Spitfire Make HI is gemak kelijk te herkennen aan zijn hoog geplaatste bumper. De Wolseley 18/85 heeft een extra luxu eus dashboard met heel erg veel hout. Rechts steekt het keuzehat\dle van de automatische transmissie uit het dash board. alle opzichten een juweeltje - wat styling betreft, qua degelijkheid en afwerking, ook in het interieur. Het autootje heeft drie deuren, namelijk ook een achterklep, die in alle standen tij dens het rijden kan worden open gehouden. Twee kuipstoelen, een klein, staalhard pookje, vlak bij de hand op de cardan- tunnel, maken 't rijden met 't goede zicht door 't sportstuur op de toerenteller tot 'n geweldig genoegen. Het dashboard is mat zwart. De instru menten en de entourage er omheen doen denken aan de afwerking van de mooiste camera's. r^nkele van de voornaamste technische gegevens zijn: De motor van de Honda 800 is gekanteld onder een hoek van 45 graden, heeft een dubbele bovenliggende nokkenas, is water- gekoeld, 4-takt en heeft 4 cilinders in lijn. Boring en slag: 60 x 70 mm. Cilinderinhoud: 791 cc. Compressie-verhouding: 9,2 1. De koppeling is een enkelvoudige droge plaat, hydraulisch bediend. Prestaties: Max. vermogen: 70 HP/D1N bij 8.500 omw./min.; max. snelheid 160 km per uur. Max. koppel: 6,7 mkg bij 6.000 omw./min. Min. draaicirkel 4,40 m. Ver bruik 6,5 liter per 100 km. Afmetingen: Lengte 3,335 m; breedte 1,400 m; hoogte 1,200 m; wielbasis 2 m. Totaal gewicht 678 kg. Inhoud benzinetank 35 liters. Overbrenging: 4 volledig gesynchroni seerde versnellingen en één achteruit; tota le overbrengingsverhouding: 4e 1,20; 3e 1,70; 2e 2,54; le 4,15; achteruit: 4,74. Vering: Voor: onafhankelijk, met boven elkaar liggende driehoeken en torsiestan gen, stabilisator en hydraulische telescopi- sche schokdempers met dubbele werking. Achter: stijve achteras met geleidingsstan- gen, schroefveren, hydraulische schokdem pers met dubbele werking. Remmen: Voor: schijfremmen, achter: trommelremmen. Elektrische uitrusting: 12 V. De prijs van deze Honda 800 ligt in de buurt van de f 8.500.-. Een moderne auto bestaat uit een groot aantal onderdelen en componenten. Som mige hiervan zijn gemaakt van eigen pro dukten der natuur, andere van syntheti sche. De ongeveer 15.000 onderdelen zijn geperst, gestansd, gegoten of op andere wijze gevormd van materiaal, dat varieert van staal tot kurk. Tesamen worden zij een moderne auto. Een relatieve nieuweling tussen al deze materialen is het plastic. Het begint ech ter steeds belangrijker voor de automo- bielfabricage te worden, aangezien het een laag gewicht heeft, een lange levens duur en bovendien mooi is en gemakkelijk te vormen. In 1940 gebruikte men bij de vervaar diging van Amerikaanse Fords 11 gewone polymere kunststoffen. Tien jaar later was dit cijfer gestegen tot 16 en momenteel is het ongeveer 22. Een Ford van 1940 bevatte minder dan 2,5 kg plastic; vandaar 16 kg. Men ver wacht dat het 35 kg in 1970 zal zijn. Een normale automobiel van vandaag heeft ongeveer 180 onderdelen, die van verschillende soorten plastic zijn vervaar digd. 30 pet. zijn functioneel; de rest de coratief. Apparaat dat alleen maar <j eld kost Cr is een apparaatje in de handel, Tur bo Spark Converter geheten, waarvan wordt beweerd dat het van uitermate gun stige invloed is op het brandstofgebruik van een motor. Het apparaatje kost f 24,75 en zou volgens de advertenties wel honderd gulden per maand aan besparing op benzi- nekosten kunnen opleveren. Wij hebben zo'n Turbo Spark Converter gekocht, getest en tenslotte gedemonteerd. De proeven .wezen uit dat een Turbo Spark Converter geen brandstofbesparing oplevert integendeel: met Turbo Spark Converter produceerde de beproefde motor minder paardekrachten en gebruikte hij meer ben zine. De demontage openbaarde wel de con structie van de Turbo Spark Converter, maar over de functie van de diverse onder delen valt nauwelijks een zinnig woord te zeggen. De Turbo Spark Converter wordt in de handel gebracht door het postorderbedrijf IDM, Ginnekenstraat 16B in Breda. Dit be drijf gebruikt een kennelijk Vlaamse ad vertentie, waarin de bedragen in Belgische francs zijn vervangen door bedragen in guldens. De grote slagzin van de advertentie is „Rij half met benzine, half met lucht..." Verder staat er in de advertentie onder andere: „U kunt tot 30 t-h. tot honderd pro cent red.) aan benzine besparen. Zoveel meer kilometers dat u wellicht uw benzine tank slechts eenmaal per maand zult laten vullen. Auto-ingenieurs uit Detroit en docu menten van de regering der USA tonen u hoe de zuurstof in de lucht omgezet kan worden tot brandstof van hoge kracht voor uw wagen! Resultaat: in plaats van uw benzinetank elke week te vullen, zet de mo tor van uw wagen lucht die u niets kost om in energie duizenden malen per minuut en laat u toe tot 2C*)0 liter benzine te besparen per jaar elk jaar!" In het briefje dat bij een Turbo Spark Converter wordt afgeleverd en dat aanwij zingen voor de plaatsing geeft, wordt op eens niet meer gepraat over half op benzi ne, half op lucht rijden. Daarin wordt ge zegd: „De Turbo Spark Converter intensi veert de stroom. Hierdoor ontstaat een krachtiger ontstekingsvonk, die een hevi ger ontploffing teweeg brengt. Zodoende worden ook deze gassen ontstoken die an ders onverbrand langs de knalpot en uitlaat ontsnappen. De kracht van de motor wordt hierdoor opgevoerd met 30 k 50 pet". Uit de gebruiksaanwijzing blijkt dus dat het de bedoeling is dat de Turbo Spark „Met mirakel van het ruimtetijdperk", zoals de Turbo Spark Converter in de advertentie wordt genoemd, moet met een pen in het gat op de verdelerkap worden gezet waar anders de bobine- kabel in zit (foto links). Deze kabel wordt daarna in een gat in de bovenkant van de Turbo Spark Converter ge plaatst. Het apparaat wordt dus in feite tussen de bobine en de verdeler gezet. Met de pen die in de ver delerkap moet worden ge plaatst, is de Turbo Spark Converter acht centimeter lang foto rechts). In het ba kelieten huis zitten een sterk in elkaar gedrukte co nische veer, een metalen plaatje en een mica plaatje. De veer zit aan de bovenkant om een pennetje, dat de on derkant is van het contact punt waar de bobinekabel op moet worden geplaatst. De veer is dus verbonden met de bobinekabel. De veer steunt van onderen op het metalen plaatje. Tussen het metalen plaatje en het contactpunt van de in de verdeler ver dwijnende pen zit een mica plaatje, met in het midden, precies boven het contact punt, een gaatje. Mica iso leert. De vonk moet dus van het metalen plaatje over springen naar het contact punt, via het gaatje in het mica. Waarschijnlijk hoopt men door dit overspringen een langere vonk te krijgen. Waar de, in gemonteerde toestand met alle windingen tegen elkaar gedrukte, veer voor nodig is, valt niet te zeggen. Hetzelfde effect zou bereikt zijn door de bovenste contactpen pas vlak boven de onderste op te laten hou den. Er zit nog een wonder lijk spiraaltje aan de buiten kant van de Turbo Spark Converter, dat is verbonden met de veer binnenin. Over de functie daarvan valt geen zinnig woord te zeggen. Converter voor een betere vonk en dus voor een betere verbranding zorgt. Er bestaat meetapparatuur, waarbij de vonk van een bougie op een soort televi sieschermpje wordt weergegeven met een lichtflitsend lijntje. Bij een grote vonk is de piek van het lijntje hoger dan bij een kleine vonk. Met dit testapparaat werd 't vonken van de bougies eerst opgemeten zonder Turbo Spark Converter op de mo tor, later met Turbo Spark Converter. In het tweed egeval, dus met Turbo Spark Converter, bleken de vonken iets minder sterk te zijn. Deze meting werd verricht op een onbe last draaiende motor. Het zou kunnen dat de Turbo Spark Converter op een belast draaiende motor anders zou reageren. Daarom werden ook metingen verricht op een rollentestbank. De te onderzoeken auto wordt met de aangedreven wielen op twee rollen gere den. Hij kan dan rijden zonder een me ter vooruit te komen. Apparatuur maakt al lerlei metingen gemakkelijk mogelijk. De rollen kan men zwaarder of lichter laten draaien, waardoor de motor voor een be paalde snelheid harder of minder hard moet werken. De motor die als proefkonijn fungeerde was in uitstekende conditie. De metingen werden verricht bij toerentallen van 3000 en 5000 omwentelingen per minuut. De motor werd volbelast. Bij 3000 toeren produceerde de motor zonder Turbo Spark Converter 42 echte paardekrachten waarvoor hij 18,2 liter brandstof per uur nodig had. Met Turbo Spark Converter was het vermogen bij het zelfde toerental 41 pk en de consumptie 18.8 liter. Bij 5000 toeren ontwikkelde de motor zonder Turbo Spark Converter 54 pk, met Turbo Spark Converter 52 pk. Het brand stofgebruik was in het eerste geval 35,8 li ter in het tweede geval 26 liter. Het resultaat van de metingen op de rol lentestbank was in overeenstemming met het resultaat van de vonkmeting bij on belast draaiende motor. Toen was de vonk met Turbo Spark Converter al minder dan zonder. Een mindere vonk levert een min dere verbranding op. Vandaar het resul taat van de metingen op de rollentestbank. Met Turbo Spark Converter minder ver mogen en een hoger brandstofgebruik dan zonder. Over zes jaar zal één op de vier inwoners van ons land de beschikking hebben over een auto. Dat betekent dus ongeveer een verdubbeling van ons wagenpark, gerekend naar de officiële stand van zaken op 1 augustus 1966 toen het aantal auto's hier te lande 1,5 miljoen bedroeg. Met dit aantal voor ogen en natuurlijk ook rekening houdende met de nog steeds toe nemende wens naar een eigen auto, komt de prognose bij een stijging van de con sumptie met 20-30 procent) voor 1972 op 2,8 a. 3,2 miljoen wagens. Deze voorspelling is afkomstig van drs. L. Becker en werd kortgeleden gepubliceerd in het blad Economisch Statistische Berich ten. Deze deskundige gaf in I960 als zijn mening te kennen dat het aantal auto'sin ons land tegen 1970 tot 1,4 d 1,8 miljoen zou zijn gegroeid. Dat was toen een bijzon der gedurfde prognose want de algemene opinie ging op dat tijdstip niet verder dan het cijfer 750.000 voor het personenauto park in laatstgenoemd jaar. Hoewel drs. Becker met zijn toen stoutmoe dige voorspelling naar wil thans weten aan de lage kant was (de 1,5 miljoen auto's waren er immers reeds in 1966) blijkt deze onderschatting niet een gevolg te zijn van de door hem gebruikte metho diek, doch van het feit, dat de welvaarts ontwikkeling veel sneller is verlopen dan, zoals hij zelf in deze publicatie aangeeft, door hem in 1960 werd verwacht. Berust zijn nieuwe prognose op goede gron den, en wij kunnen dit gevoeglijk aanne men, gezien zijn schatting, zo schrijft de Autokampioen (A.N.W.B.) omtrent de toe komstige ontwikkeling van de welvaart, dan hebben we dus over niet zo'n heel lange tijd ongeveer drie miljoen auto's in ons land. En dat is een gedachte om de (groei)stuipen van te krijgen. Wij mogen dan ten opzichte van andere Europese landen (Zweden, Frankrijk, Enge land, Duitsland en België) nog een aan zienlijke achterstand in de massamotorise- ring hebben, wat de autodichtheid per vier kante kilometer betreft, de beschikbare ruimte dus, staan we na België op de twee de ulaats met 44 auto's op die duizend meter in het vierkant. Ten aanzien van de analyse van de te ver wachten verkeerssituatie (verkeersnood is wellicht een beter woord) in de grote ste den en op de autowegen is de voorspelling omtrent de groei van dat enorme aantal auto's, in zo'n betrekkelijk korte tijd, ronduit schrikbarend. Het is zelfs al met meer zo, dat wij slechts dienen te zorgen voor een leefbare wereld voor de volgende generatie. Slagen wij er niet spoedig in het verkeer letterlijk en figuurlijk in goede banen te leiden dan krijgen we zélf de (verdiende) rekening gepresenteerd. En die zal dan, zo besluit de Autokampioen, in alle opzichten onbetaalbaar blijken, om dat het een compleet fcdliette boedel zal zijn! De 6-cilinder 175 pk motor ligt achter in. De topsnelheid is ruim 200 km/u. Transmissie en differentieel vormen met de krachtbron één geheel. De kofferruimte onder de voorkap heeft een volume van goed 300 liter. Het is niet de bedoeling dit geavanceerde mo del in produktie te brengen. Wie weet later nog eens T^iat heeft weer een nieuwe auto op sta- pel staan. Dit keer gaat het om een grotere uitvoering van de 124, die binnen enkele maanden zal worden uitgebracht en voorbestemd is om de 1500 af te lossen. Het Franse autoblad l'Auto-Journal zag kans in de buurt van Turijn bovenstaande foto van een prototype van de nieuwe 125, zoals de auto waarschijnlijk gaat heten, te maken. De gesnapte auto had een gecamou fleerde neus, maar het koetswerk ziet er verder erg definitief uit. Dat de 125 dubbe le koplampen zal krijgen, staat wel vast, maar die zullen natuurlijk worden gevat In een montuur dat een eenheid vormt met de grille zoals die moet gaan worden. Volgens l'Auto-Journal is de 125 net zo breed en hoog, maar vijftien centimeter langer dan de 124. Hij biedt zijn passagiers daardoor meer beenruimte en hij heeft een grotere kofferbak. De auto heeft een ver grote versie van de motor van de 124 Cou pé en Spider. De inhoud van deze motor met zijn twee bovenliggende nokkenassen is opgevoerd tot 1580 cc, waardoor het ver mogen op circa 100 DIN-k is gekomen. De topsnelheid van de auto komt in de buurt van de 160 km/u. l'Auto-Journal verwacht dat de Fiat 125 binnen enkele maanden zal worden geïn troduceerd, in elk geval nog voor de serie autotentoonstellingen in de herfst, waarvan de eerste in september in Frankfort wordt gehouden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 16