Honda 500
cn
Surrealistisch
Nog meer nieuws van de
Geneefse autosalon
Duur grapje
Failliete boedel
Nieuwe Fiat
gesnapt
Honda 800
KUNSTSTOF IN AUTO'S
De advertentie
Gebruiksaanwijzing
m
-
Raspaardje
uit Japanse
stal
"TJe Japanse automobielindustrie - voor
een deel krachtig gesteund door wel
luidende namen van de internationale race-
circuits: Honda, Yamaha en Suzuki - is de
laatste jaren buiten Japan in de export
markt steeds agressiever geworden. Het
begin was tamelijk schuchter, al verbaas
den toen al verschillende automobielexperts
zich over de goede eigenschappen van de
Japanse auto's. Met dezelfde energie waar
mee Japanners zich na de oorlog hebben
toegelegd op de vervaardiging van prod uk-
ten in de optische industrie, hebben zij zich
nu geworpen op de bouw van motoren,
waarom heen later de automobielcarrosse-
rieën gestalte kregen.
Voorzover bekend hebben de Japanners
de styling van hun automobielen niet uit
handen gegeven aan beroemde Europese
koetswerkbouwers, maar zich meer toege
legd op nabootsing, waarin zij hun meester
schap al eerder getoond hebben.
Een van de mooiste en meest verfijnde
produkten van de Japanse automobielindus
trie is tot nu toe in de kleine sportwagen -
klasse ongetwijfeld de nieuwe Honda 800,
een miniatuur Maserati waarin sportieve
prestaties, wegligging en hyper-moderne
vormgeving harmonieus bij elkaar zijn ge
bracht.
TYit kleine autootje met vier cilinders
van elk nog geen 200 kubieke centi
meter, een dubbel bovenliggende nokkenas
en 4 gelijktijdig werkende carburateurs,
mag wel het summum in de klasse van de
kleine sportwagentjes genoemd worden. De
motor - zo lazen wij in de beschrijving -
kan zeer hoge toerentallen zonder bezwaar
verdragen. De rode zone op de toerenteller
begint namelijk pas bij 8500 toeren per
minuut
Dat >s op zichzelf iets bijzonders, doch
eigenlijk niets nieuws voor de kenners van
motoren, voor wie 't bekend is dat de Ja
panners in de hele wereld specialisten zijn
geworden in de bouw van motoren met zeer
hoge toerentallen in hun race-machinee.
De smering van deze motor geschiedt
onder druk door een speciale pomp, waarbij
twee filters de olie schoon houden. Het ge
heim van de hoge toerentallen der Japan
ners schijnt te liggen m de speciale metaal
legeringen en de vaardigheid van de bou
wers in het zeer speciale precisie-werk dat
nu eenmaal in de racerij gevraagd wordt.
De krukas van deze Honda 800 draait op
naaldlagers - eenzelfde verfijning van het
lager-systeem als in de Brabham-Honda-
race-wagen.
De carrosserie van deze Japanner is in
In alle opzichten klein nieuws is de Honda 500:
een kleine auto met een kleine motor. Het koets
werk is duidelijk ontleend aan dat van de Mini,
de tweeling Austin Seven/Morris 850. Lengte en
hoogte zyn vrijwel dezelfde. De Mini is echter
aanzienlijk breder dan de Honda 500. In verhou
ding tot de buitenafmetingen is de ruimte in de
kleine Honda nogal verrassend. Het kofferbakje
is erg klein, hoewel het reservewiel onder de
motorkap is ondergebracht.
De voorwielen zijn opgehangen aan MacPher-
son-elementen; de starre achteras is bevestigd aan
bladveren. Alle vier de wielen hebben trommel-
remmen.
Het verregaand geïmiteerde koetswerk en het
door en door conventionele onderstel maken op
nieuw duidelijk dat de ingenieurs van Honda
vooral motorconstructeurs zijn. De motor is dan
ook een klein wonder. Het is een luchtgekoelde
tweecilinder viertakt. De cilinders staan naast el
kaar. Boring en slag zijn 74 x 55 mm, hetgeen op
'n Inhoud van 497 cc neerkomt.
De compressieverhouding is 8.6 1. De mo
tor heeft volgens Hondatraditie een bovenliggen
de nokkenas. Het motortje levert maar liefst 40
SAE-pk., maar moet daarvoor dan wel 7300 toe
ren maken. Volgens Honda kan dat echter zonder
enig bezwaar.
De motor drijft de voorwielen aan. Dank zij het
lage gewicht van de auto bezorgt de motor deze
een hoge topsnelheid 130 km/u. en een voor
de motorinhoud verbazingwekkend felle accele
ratie. Daarbij moet de motor nog erg zuinig zijn
ook: Honda geeft zelf een gebruik van 1:28 op.
De beroemde Italiaanse auto-ontwer
per en vormgever Nuccio Bertone
heeft, in samenwerking met de automo
bielfirma Lamborghini, een surrealistisch
ontwerp tot stand gebracht. Hierbij werd,
zoals Bertone het uitdrukte, opzettelijk
gestreefd naar extreme oplossingen"
Het prototype, dat in Genève aan het
publiek werd voorgesteld, opent geheel
nieuwe stilistische en technische aspecten.
De brede portieren van dit coupémodel,
dat ..Marz.al" heet, slaan omhoog als de
vleugels van een meeuw. De aparte vorm
van de glazen portieren geeft de wagen
een ongewoon profiel. Opvallend is ook
het extra grote raamoppervlak. De ruiten
zijn ver in het dak en de deuren door
getrokken.
Hoewel de Mar zal maar 1,10 meter
hoog is, is er ruim plaats voor vier per
sonen. Origineel zijn het instrumenten
bord, de tekening van de achterruit en
andere details, waarbij gebruik gemaakt
is van de modernste materialen.
TTet grote nieuws van de autotentoonstelling van Genève kwam zoals wy al schre-
-"ven dit keer van Opel en Fiat. De autosalon van Genève biedt echter ook veel
klein nieuws, dat toch ook belangwekkend is.
DRASTISCHE INGREEP
De Britsh Motor Corporation gaat de nieuwe, extra luxueuze versie van het 1800-
model, Wolseley 18/85 gedoopt, bij voorkeur leveren met een automatische Borg-
Warner transmissie. Dat betekende een vrij drastische ingreep. Net als bij de 850 en
1100 cc motor is ook bjj de 1800 de versnellingsbak onder de krukas geplaatst in
één groot huis. Het carter doet dus tevens dienst als versnellingsbakhuis of omge
keerd. Het gevolg is dat bij al deze motoren de versnellingsbak en de motor met de
zelfde olie wordt gesmeerd. Bij de speciaal voor de 850 en de 1100 ontworpen auto
maat heft men aan dat principe vast kunnen houden. Bij de Borg-Warner bak ging
dat niet meer; die heeft zijn eigen olie nodig.
Het keuzehandle heeft een afwijkende plaats gekregen. Het zit niet onder het
stuur of op de transmissietunnel, maar het steekt uit het dashboard.
P^ord Amerika brengt zijn nieuws op sportwagengebied heel stilletjes, in de vorm
van een iets sterkere motor in de sportwagen van de concurrentie. Deze won
derlijke situatie ontstond toen Chrysler het Britse Rootes concern helemaal overnam.
Rootes maakte onder andere een versie van de twoseater Sunbeam Alpine met een
V-8 motor van Ford Amerika. Deze versie heet Sunbeam Tiger en is nogal populair
in Amerika. Chrysler liet de Fordmotor daarom rustig onder de motorkap van de
Sunbeam Tiger en maakte, toen Ford de 4,7 liter motor opvoerde van 203 tot 225
SAE-pk, van de gelegenheid gebruik om de Tiger als Make II te introduceren, met
een iets hogere topsnelheid (nu even over de 200 km/u.) en een iets fellere
acceleratie.
r|e Spitfire van Leyland-Triumph onderging ook nogal wat veranderingen. Het
meest in het oog lopend is de hogere plaatsing van de voorbumper, die nu
midden-voor de grille zit. Erg mooi is het niet, praktisch wel. Bijzonder gemakkelijk
is verder dat de Spitfire nu een echte, uitklapbare cabrioletkap heeft, in plaats van
het kapje dat over enkele beugels moest worden gespannen. Tenslotte kreeg de auto
een 1296 cc motor in plaats van de 1147 cc motor. Het maximaal vermogen steeg
met 9 tot 83 SAE-pk. Ook het maximaal koppel ging omhoog, tot 10,3 SAE-mkg.
De topsnelheid steeg zo tot 160 km/u. (winst van 6 km/u.) en de acceleratie van
0100 km/u. kwam op 12,5 sec. (winst van 1% seconde).
Jammer is dat ook bij deze Spitfire Make ni de instrumenten in het midden van
het dashboard zijn geplaatst en niet voor het stuur. Dat is natuurlijk gemakkelijk
voor een fabriek die auto's met links en met rechts stuur produceert, maar het is
zowel voor de links als voor de rechts rijdende bestuurders lastig.
POLYESTER
De Skoda Winnetou, verrassing op de Skodastand, is een combinatie van een
polyester koetswerk op een onderstel en met de motor van de Skoda 1000 MB.
Voor de Winnetou wordt dan de motor met 2 carburateurs gebruikt van 52 SAE-pk.
Het koetswerk wordt in kleine serie gemaakt door een Westduits fabriekje. De
Zwitserse importeur van Skoda levert de Winnetou voor circa negenhonderd gulden
meer dan de 1000 MB de Luxe.
De Triumph Spitfire Make HI is gemak
kelijk te herkennen aan zijn hoog
geplaatste bumper.
De Wolseley 18/85 heeft een extra luxu
eus dashboard met heel erg veel hout.
Rechts steekt het keuzehat\dle van de
automatische transmissie uit het dash
board.
alle opzichten een juweeltje - wat styling
betreft, qua degelijkheid en afwerking, ook
in het interieur.
Het autootje heeft drie deuren, namelijk
ook een achterklep, die in alle standen tij
dens het rijden kan worden open gehouden.
Twee kuipstoelen, een klein, staalhard
pookje, vlak bij de hand op de cardan-
tunnel, maken 't rijden met 't goede zicht
door 't sportstuur op de toerenteller tot 'n
geweldig genoegen.
Het dashboard is mat zwart. De instru
menten en de entourage er omheen doen
denken aan de afwerking van de mooiste
camera's.
r^nkele van de voornaamste technische
gegevens zijn:
De motor van de Honda 800 is gekanteld
onder een hoek van 45 graden, heeft een
dubbele bovenliggende nokkenas, is water-
gekoeld, 4-takt en heeft 4 cilinders in lijn.
Boring en slag: 60 x 70 mm. Cilinderinhoud:
791 cc. Compressie-verhouding: 9,2 1.
De koppeling is een enkelvoudige droge
plaat, hydraulisch bediend.
Prestaties: Max. vermogen: 70 HP/D1N
bij 8.500 omw./min.; max. snelheid 160 km
per uur. Max. koppel: 6,7 mkg bij 6.000
omw./min. Min. draaicirkel 4,40 m. Ver
bruik 6,5 liter per 100 km.
Afmetingen: Lengte 3,335 m; breedte 1,400
m; hoogte 1,200 m; wielbasis 2 m. Totaal
gewicht 678 kg.
Inhoud benzinetank 35 liters.
Overbrenging: 4 volledig gesynchroni
seerde versnellingen en één achteruit; tota
le overbrengingsverhouding: 4e 1,20;
3e 1,70; 2e 2,54; le 4,15; achteruit: 4,74.
Vering: Voor: onafhankelijk, met boven
elkaar liggende driehoeken en torsiestan
gen, stabilisator en hydraulische telescopi-
sche schokdempers met dubbele werking.
Achter: stijve achteras met geleidingsstan-
gen, schroefveren, hydraulische schokdem
pers met dubbele werking.
Remmen: Voor: schijfremmen, achter:
trommelremmen.
Elektrische uitrusting: 12 V.
De prijs van deze Honda 800 ligt in de
buurt van de f 8.500.-.
Een moderne auto bestaat uit een groot
aantal onderdelen en componenten. Som
mige hiervan zijn gemaakt van eigen pro
dukten der natuur, andere van syntheti
sche. De ongeveer 15.000 onderdelen zijn
geperst, gestansd, gegoten of op andere
wijze gevormd van materiaal, dat varieert
van staal tot kurk. Tesamen worden zij
een moderne auto.
Een relatieve nieuweling tussen al deze
materialen is het plastic. Het begint ech
ter steeds belangrijker voor de automo-
bielfabricage te worden, aangezien het
een laag gewicht heeft, een lange levens
duur en bovendien mooi is en gemakkelijk
te vormen.
In 1940 gebruikte men bij de vervaar
diging van Amerikaanse Fords 11 gewone
polymere kunststoffen. Tien jaar later was
dit cijfer gestegen tot 16 en momenteel is
het ongeveer 22.
Een Ford van 1940 bevatte minder dan
2,5 kg plastic; vandaar 16 kg. Men ver
wacht dat het 35 kg in 1970 zal zijn.
Een normale automobiel van vandaag
heeft ongeveer 180 onderdelen, die van
verschillende soorten plastic zijn vervaar
digd. 30 pet. zijn functioneel; de rest de
coratief.
Apparaat dat alleen maar <j eld kost
Cr is een apparaatje in de handel, Tur
bo Spark Converter geheten, waarvan
wordt beweerd dat het van uitermate gun
stige invloed is op het brandstofgebruik van
een motor. Het apparaatje kost f 24,75 en
zou volgens de advertenties wel honderd
gulden per maand aan besparing op benzi-
nekosten kunnen opleveren.
Wij hebben zo'n Turbo Spark Converter
gekocht, getest en tenslotte gedemonteerd.
De proeven .wezen uit dat een Turbo Spark
Converter geen brandstofbesparing oplevert
integendeel: met Turbo Spark Converter
produceerde de beproefde motor minder
paardekrachten en gebruikte hij meer ben
zine. De demontage openbaarde wel de con
structie van de Turbo Spark Converter,
maar over de functie van de diverse onder
delen valt nauwelijks een zinnig woord te
zeggen.
De Turbo Spark Converter wordt in de
handel gebracht door het postorderbedrijf
IDM, Ginnekenstraat 16B in Breda. Dit be
drijf gebruikt een kennelijk Vlaamse ad
vertentie, waarin de bedragen in Belgische
francs zijn vervangen door bedragen in
guldens.
De grote slagzin van de advertentie is
„Rij half met benzine, half met lucht..."
Verder staat er in de advertentie onder
andere:
„U kunt tot 30 t-h. tot honderd pro
cent red.) aan benzine besparen. Zoveel
meer kilometers dat u wellicht uw benzine
tank slechts eenmaal per maand zult laten
vullen. Auto-ingenieurs uit Detroit en docu
menten van de regering der USA tonen u
hoe de zuurstof in de lucht omgezet kan
worden tot brandstof van hoge kracht voor
uw wagen! Resultaat: in plaats van uw
benzinetank elke week te vullen, zet de mo
tor van uw wagen lucht die u niets kost
om in energie duizenden malen per
minuut en laat u toe tot 2C*)0 liter benzine
te besparen per jaar elk jaar!"
In het briefje dat bij een Turbo Spark
Converter wordt afgeleverd en dat aanwij
zingen voor de plaatsing geeft, wordt op
eens niet meer gepraat over half op benzi
ne, half op lucht rijden. Daarin wordt ge
zegd: „De Turbo Spark Converter intensi
veert de stroom. Hierdoor ontstaat een
krachtiger ontstekingsvonk, die een hevi
ger ontploffing teweeg brengt. Zodoende
worden ook deze gassen ontstoken die an
ders onverbrand langs de knalpot en uitlaat
ontsnappen. De kracht van de motor wordt
hierdoor opgevoerd met 30 k 50 pet".
Uit de gebruiksaanwijzing blijkt dus dat
het de bedoeling is dat de Turbo Spark
„Met mirakel van het
ruimtetijdperk", zoals de
Turbo Spark Converter in de
advertentie wordt genoemd,
moet met een pen in het gat
op de verdelerkap worden
gezet waar anders de bobine-
kabel in zit (foto links). Deze
kabel wordt daarna in een
gat in de bovenkant van de
Turbo Spark Converter ge
plaatst. Het apparaat wordt
dus in feite tussen de bobine
en de verdeler gezet.
Met de pen die in de ver
delerkap moet worden ge
plaatst, is de Turbo Spark
Converter acht centimeter
lang foto rechts). In het ba
kelieten huis zitten een sterk
in elkaar gedrukte co
nische veer, een metalen
plaatje en een mica plaatje.
De veer zit aan de bovenkant
om een pennetje, dat de on
derkant is van het contact
punt waar de bobinekabel op
moet worden geplaatst. De
veer is dus verbonden met de
bobinekabel. De veer steunt
van onderen op het metalen
plaatje. Tussen het metalen
plaatje en het contactpunt
van de in de verdeler ver
dwijnende pen zit een mica
plaatje, met in het midden,
precies boven het contact
punt, een gaatje. Mica iso
leert. De vonk moet dus van
het metalen plaatje over
springen naar het contact
punt, via het gaatje in het
mica. Waarschijnlijk hoopt
men door dit overspringen
een langere vonk te krijgen.
Waar de, in gemonteerde
toestand met alle windingen
tegen elkaar gedrukte, veer
voor nodig is, valt niet te
zeggen. Hetzelfde effect zou
bereikt zijn door de bovenste
contactpen pas vlak boven
de onderste op te laten hou
den. Er zit nog een wonder
lijk spiraaltje aan de buiten
kant van de Turbo Spark
Converter, dat is verbonden
met de veer binnenin. Over
de functie daarvan valt geen
zinnig woord te zeggen.
Converter voor een betere vonk en dus
voor een betere verbranding zorgt.
Er bestaat meetapparatuur, waarbij de
vonk van een bougie op een soort televi
sieschermpje wordt weergegeven met een
lichtflitsend lijntje. Bij een grote vonk is
de piek van het lijntje hoger dan bij een
kleine vonk. Met dit testapparaat werd 't
vonken van de bougies eerst opgemeten
zonder Turbo Spark Converter op de mo
tor, later met Turbo Spark Converter. In
het tweed egeval, dus met Turbo Spark
Converter, bleken de vonken iets minder
sterk te zijn.
Deze meting werd verricht op een onbe
last draaiende motor. Het zou kunnen dat
de Turbo Spark Converter op een belast
draaiende motor anders zou reageren.
Daarom werden ook metingen verricht op
een rollentestbank.
De te onderzoeken auto wordt met de
aangedreven wielen op twee rollen gere
den. Hij kan dan rijden zonder een me
ter vooruit te komen. Apparatuur maakt al
lerlei metingen gemakkelijk mogelijk. De
rollen kan men zwaarder of lichter laten
draaien, waardoor de motor voor een be
paalde snelheid harder of minder hard
moet werken.
De motor die als proefkonijn fungeerde
was in uitstekende conditie. De metingen
werden verricht bij toerentallen van 3000
en 5000 omwentelingen per minuut. De
motor werd volbelast.
Bij 3000 toeren produceerde de motor
zonder Turbo Spark Converter 42 echte
paardekrachten waarvoor hij 18,2 liter
brandstof per uur nodig had. Met Turbo
Spark Converter was het vermogen bij het
zelfde toerental 41 pk en de consumptie
18.8 liter.
Bij 5000 toeren ontwikkelde de motor
zonder Turbo Spark Converter 54 pk, met
Turbo Spark Converter 52 pk. Het brand
stofgebruik was in het eerste geval 35,8 li
ter in het tweede geval 26 liter.
Het resultaat van de metingen op de rol
lentestbank was in overeenstemming met
het resultaat van de vonkmeting bij on
belast draaiende motor. Toen was de vonk
met Turbo Spark Converter al minder dan
zonder. Een mindere vonk levert een min
dere verbranding op. Vandaar het resul
taat van de metingen op de rollentestbank.
Met Turbo Spark Converter minder ver
mogen en een hoger brandstofgebruik dan
zonder.
Over zes jaar zal één op de vier inwoners
van ons land de beschikking hebben over
een auto. Dat betekent dus ongeveer een
verdubbeling van ons wagenpark, gerekend
naar de officiële stand van zaken op 1
augustus 1966 toen het aantal auto's hier
te lande 1,5 miljoen bedroeg.
Met dit aantal voor ogen en natuurlijk ook
rekening houdende met de nog steeds toe
nemende wens naar een eigen auto, komt
de prognose bij een stijging van de con
sumptie met 20-30 procent) voor 1972 op
2,8 a. 3,2 miljoen wagens.
Deze voorspelling is afkomstig van drs. L.
Becker en werd kortgeleden gepubliceerd
in het blad Economisch Statistische Berich
ten. Deze deskundige gaf in I960 als zijn
mening te kennen dat het aantal auto'sin
ons land tegen 1970 tot 1,4 d 1,8 miljoen
zou zijn gegroeid. Dat was toen een bijzon
der gedurfde prognose want de algemene
opinie ging op dat tijdstip niet verder dan
het cijfer 750.000 voor het personenauto
park in laatstgenoemd jaar.
Hoewel drs. Becker met zijn toen stoutmoe
dige voorspelling naar wil thans weten
aan de lage kant was (de 1,5 miljoen
auto's waren er immers reeds in 1966)
blijkt deze onderschatting niet een gevolg
te zijn van de door hem gebruikte metho
diek, doch van het feit, dat de welvaarts
ontwikkeling veel sneller is verlopen dan,
zoals hij zelf in deze publicatie aangeeft,
door hem in 1960 werd verwacht.
Berust zijn nieuwe prognose op goede gron
den, en wij kunnen dit gevoeglijk aanne
men, gezien zijn schatting, zo schrijft de
Autokampioen (A.N.W.B.) omtrent de toe
komstige ontwikkeling van de welvaart,
dan hebben we dus over niet zo'n heel
lange tijd ongeveer drie miljoen auto's in
ons land. En dat is een gedachte om de
(groei)stuipen van te krijgen.
Wij mogen dan ten opzichte van andere
Europese landen (Zweden, Frankrijk, Enge
land, Duitsland en België) nog een aan
zienlijke achterstand in de massamotorise-
ring hebben, wat de autodichtheid per vier
kante kilometer betreft, de beschikbare
ruimte dus, staan we na België op de twee
de ulaats met 44 auto's op die duizend
meter in het vierkant.
Ten aanzien van de analyse van de te ver
wachten verkeerssituatie (verkeersnood is
wellicht een beter woord) in de grote ste
den en op de autowegen is de voorspelling
omtrent de groei van dat enorme aantal
auto's, in zo'n betrekkelijk korte tijd,
ronduit schrikbarend.
Het is zelfs al met meer zo, dat wij slechts
dienen te zorgen voor een leefbare wereld
voor de volgende generatie.
Slagen wij er niet spoedig in het verkeer
letterlijk en figuurlijk in goede banen te
leiden dan krijgen we zélf de (verdiende)
rekening gepresenteerd.
En die zal dan, zo besluit de Autokampioen,
in alle opzichten onbetaalbaar blijken, om
dat het een compleet fcdliette boedel zal
zijn!
De 6-cilinder 175 pk motor ligt achter
in. De topsnelheid is ruim 200 km/u.
Transmissie en differentieel vormen met
de krachtbron één geheel.
De kofferruimte onder de voorkap
heeft een volume van goed 300 liter. Het
is niet de bedoeling dit geavanceerde mo
del in produktie te brengen. Wie weet
later nog eens
T^iat heeft weer een nieuwe auto op sta-
pel staan. Dit keer gaat het om een
grotere uitvoering van de 124, die binnen
enkele maanden zal worden uitgebracht en
voorbestemd is om de 1500 af te lossen.
Het Franse autoblad l'Auto-Journal zag
kans in de buurt van Turijn bovenstaande
foto van een prototype van de nieuwe 125,
zoals de auto waarschijnlijk gaat heten, te
maken. De gesnapte auto had een gecamou
fleerde neus, maar het koetswerk ziet er
verder erg definitief uit. Dat de 125 dubbe
le koplampen zal krijgen, staat wel vast,
maar die zullen natuurlijk worden gevat In
een montuur dat een eenheid vormt met de
grille zoals die moet gaan worden.
Volgens l'Auto-Journal is de 125 net zo
breed en hoog, maar vijftien centimeter
langer dan de 124. Hij biedt zijn passagiers
daardoor meer beenruimte en hij heeft een
grotere kofferbak. De auto heeft een ver
grote versie van de motor van de 124 Cou
pé en Spider. De inhoud van deze motor
met zijn twee bovenliggende nokkenassen
is opgevoerd tot 1580 cc, waardoor het ver
mogen op circa 100 DIN-k is gekomen. De
topsnelheid van de auto komt in de buurt
van de 160 km/u.
l'Auto-Journal verwacht dat de Fiat 125
binnen enkele maanden zal worden geïn
troduceerd, in elk geval nog voor de serie
autotentoonstellingen in de herfst, waarvan
de eerste in september in Frankfort wordt
gehouden.