Kapitein Rugiati: „Ik zal
alle lasten dragen..."
Ook eens een premie
van de politieman
Beloon de mensen
af en toe...
Op zoek
naar de
oorsprong
van rhaeto-
romanen
OPPER OKEL: DEEL NIET ALLEEN
MAAR BONNETJES UIT
„Werden mijn
bevelen niet
uitgevoerd?"
Berucht
Verbijsterd
Cursus
WIJSMULLER OVER TORREY CANYON":
Automatisch
SLECHT WEER
LIEVE CENT
BESCHADIGD
VAN BOORD
CONTRACT
DODE
STROP
Lachen
Voor specialisten
Premie voor opper
Brieven
Verwijderd
Roken
Glaasje
KOERSLIJN RECHT OP
..SEVEN STONES"
LONDEN „Er bestond geen ge
vaar. In de fjorden heb ik in veel
nauwere wateren gevaren. Ik had be
sloten om buiten de rotsen om te
gaan. Waarom voer de Torrey Can
yon binnendoor Dat kan ik niet
verklaren. Werden mijn bevelen niet
gehoorzaamd? Ik kan alleen maar
zeggen dat ik alle lasten zal dragen".
Deze ontboezeming is van kapitein
Pastrengo Rugiati, de man die de ge
strande tanker Torrey Canyon onder
zijn bevel bad volgens zijn vrouw
nu een gebroken en geslagen mens.
Dat komt vooral door het nieuws
van de Britse bombardementen op
wat eens zijn schip was.
„Een psychisch en lichamelijk wrak"
zegt mevrouw Rugiati. Haar man
huilt: „Mijn plaats was daar aan
boord. Ik wilde aan boord blijven. Ik
gaf het schip pas op na het derde ul
timatum van de eigenaren".
Al bij een voorlopig onderzoek, on
middellijk na de stranding van de Tor
rey Canyon, beweerde kapitein Rugia
ti, een man met dertig jaar ervaring
op zee, waarvan vijftien als kapitein,
dat zijn bemanning zijn laatste com
mando's verkeerd had uitgevoerd. Dat
zou de oorzaak zijn geweest van de
stranding.
Wij hebben in gesprekken met des
kundigen een heel andere indruk ge
kregen. Op de zeekaart, die openge
slagen in de stuurhut lag van de tan
ker en die na de stranding is gevon
den, was een koerslijn afgezet, die
recht over het rif de Seven Stones
liep. Dat zijn de beruchte rotsen tus
sen Land's End en de Scilly Eilanden,
die het graf zijn geworden van de
reuzentanker.
Ooggetuigen van de redding van de
bemanning van de tanker hebben ons
verteld van de theatrale manier waar
op kapitein Rugiati afscheid van zijn
mannen heeft genomen, compleet met
tranen, omhelzingen en dergelijke ui
tingen van zuidelijk temperament. Ter
wijl men stond te trappelen van onge
duld om de Italianen van boord te ha
len, zorgden deze zeelieden eerst om
slachtig voor hun bagage en andere
bezittingen. Ook de kapitein deed dat,
zo vertelde men ons in Cornwall.
Stram saluerend zag hij zijn beman
ning vertrekken.
mmmtm
Dit is kapitein Rugiati, gezag
voerder van het rampschip
Torrey Canyon. Men heeft in Ita
lië van hem verteld dat hij de wa
teren rondom Cornwall heel goed
kende, want hij zou er in de oor
log als commandant van een on
derzeeboot eens een Britse torpe
doboot jager hebben getorpeteerd.
Commentaar van de Britse mari
ne: „Dan was hij toen ook al mis,
want er is in de hele oorlog geen
Britse jager in de Atlantische
Oceaan door een Italiaanse onder
zeeboot getorpedeerd
ST. MORITZ (Zwitserland) Een
klein bergvolk, waarvan niemand de
oorsprong precies kent en welks taal
zeer veel lijkt op die van de oude Ro
meinen, vecht In de afgelegen Alpen
dalen van Europa voor het behoud
van zijn persoonlijkheid.
Het zijn de Rhaeto-romanen, wier
donkere, Latijnse trekken scherp con
trasteren met de blonde haren en
blanke gelaatstrekken van de Duits
sprekende volken, die thans over hun
oude geboortegewesten heersen.
Zij leven in een aantal hooggelegen
bergdalen, die thans deel uitmaken
van Oostenrijk, Italië en Zwitserland.
Ongeveer 2.000 jaar geleden werden
zij onderworpen door Romeinse legioe
nen, die bevel hadden gekregen de
Alpenpassen te bezetten ter verdedi
ging van het afbrokkelende Romeinse
keizerrijk. Toen Rome was gevallen,
bleven de soldaten waar zij waren en
legden de inwoners hun taal en cul
tuur op. Dit is de oorzaak, dat de
taal, die daar thans wordt gesproken,
zoveel lijkt op het volkslatijn. Slechts
enkele „mysterie-woorden" geven een
aanwijzing betreffende de oorsprong
van het volk.
Sommige linguïsten beweren, dat
het van Keltische afkomst is. Zij to
nen aan, dat bepaalde woorden over
eenkomen met woorden van Keltische
talen, maar anderen zoeken de oor
sprong in het oude Illyrië, dat zich
uitstrekte ov^r wat thans bekend is
als de Balkan en Joegoslavië, Bulga
rije en gedeelten van Griekenland en
Turkije, omvatte.
mmmm
•••••••••••«•••••••••••••••a
Grote strop, maar we
gaan gewoon door
In Engeland vraagt men zich in
scheepvaartkringen verbijsterd af wat
het zeemanschap is geweest van ka
pitein Rugiati. „Had hij niet de zee
mansgids bij zich van de Britse Ad
miraliteit waarin alleen al aan de Se
ven Stones driekwart pagina is ge
wijd?" vragen de deskundigen zich
af.
Was het deze Italiaanse kapitein
niet bekend dat van geen gebied ter
wereld zulke goede zeekaarten be
staan als juist van de wateren rond
om de Britse eilanden, dus ook van
de engte tussen de Scilly Eilanden en
de zuidwestelijke punt van Engeland,
waar de beruchte Seven Stones liggen
Het formele onderzoek naar de toe
dracht van de stranding komt nog,
maar in Italië wordt er namens de
Amerikaanse rederij, die eigenaar is
van de Torrey Canyon, al een voor
lopig onderzoek ingesteld. Daarbij
worden alle leden van de bemanning
aan de tand gevoeld. Gebleken is al,
dat er op het fatale ogenblik werd ge
varen op de automatische stuurinrich
ting.
Trjnity House, de organisatie die in
Engeland de vuurtorens, lichtschepen
en bakens verzorgt, heeft al gezegd,
dat de bemanning van het lichtschip
Seven Stones alles heeft gedaan wat
zij kon om de ramp met de tanker te
helpen vermijden.
IJMUIDEN Terwijl op de Seven Stones bij Penzance de Liberiaanse tan
ker Torrey Canyon bezwijkt onder de bommen van de Buccaneers en de
Hunters spreekt in IJmuiden Arthur Wijsmuller (51 jaar, geslaagd zaken
man) voor een microfoon die een reporter van de BBC hem voorhoudt.
Men heeft op het lichtschip raketten
afgevuurd en er zijn onmiddellijk
waarschuwingsvlaggen gehesen. Het
was alles vergeefs: een enorm schijr
als de Torrey Canyon verandert niei
zo maar van koers.
De zaak van kapitein Rugiati heeft
nog eens de nadruk gelegd op de drin
gende noodzaak die er volgens zeer ve
len is om de gezagvoerders van reu-
zentankers, vooral van de monsters
die in de komende jaren in de vaart
komen, een speciale opleidingscursus
te laten volgen.
Standard Oil, waartoe Esao behoort,
heeft daar al een centrum voor opge
richt bij Grenoble in Frankrijk. Er
kunnen daar jaarlijks 150 man worden
opgeleid; de cursussen die zij moeten
volgen duren twee weken.
„Met de berging van de Torrey
Canyon", zegt hij in perfect Engels,
„hebben we de hoogste tol betaald,
die we konden betalen. Die tol was 't
leven van kapitein Hans Stal".
„We hebben pech gehad, zoals we
zo vaak geluk hadden. Wat die pech
vooral door het slechte weer
ons kost, weet ik niet; althans, ik
weet het nog niet. We hebben vlieg
tuigen gecharterd, omdat we snel hel
pen moesten; snel, en naar ons beste
kunnen. We hebben helikopters laten
vliegen, trucs laten rijden en schepen
laten varen. Pas over weken weten we
hier wat deze zaak ons heeft gekost.
Wat er nog op het schip aanwezig was
toen we het prijsgaven, kan ik nu al
leen nog maar gissen".
Arthu? Wijsmuller heeft het over 't
grootste bergingskarwei dat zijn N.V.
Bureau Wijsmuller ooit heeft aangeno
men. De poging tot berging van één
van 's werelds grootste tankers, de
Torrey Canyon, lengte 297 meter,
breedte 38 meter en verzekerd voor
een bedrag van 59,5 miljoen gulden,
deels in Engeland, deels in de Verenig
de Staten.
Als hij erin was geslaagd 't schip
te bergen had dat een lieve cent op
geleverd. Hoeveel? Zijn perschef Wil-
ko Neehus zegt erover: „Zoiets is
moeilijk te zeggen. Over de hoogte
van het helploon beslist een arbiter,
benoemd door een committee van
Lloyd's, het grote verzekeringslichaam.
Het helploon dat deze arbiter
vastgesteld wordt gebaseerd op ontstel
lend veel factoren. Men bekijkt de
geborgen waarde van het schip en de
•ading, de omstandigheden waaronder
is gewerkt, de plaats van de stran
ding, wat je er voor hebt moeten
doen om erbij te komen, welke risi
co's je hebt genomen en welke kos
ten de maatschappij heeft moeten ma
ken om zo'n berging uit te voeren.
Het is niet te zeggen, zelfs niet bij
benadering".
De stuurlui aan de wal, de mannen
die achter de dertig tafels van de cafés
van IJmuiden over een borrel heen
met het bureau Wijsmuller meegissen
naar de prijs, schatten het op ruim
een miljoen. Tenminste als het schip
er heel vanaf was gekomen, is hun
voorzichtige voorbehoud.
Vast staat dat de Torrey Canyon al
direct bij de stranding zeer zwaar be
schadigd werd. Dat was om even voor
half elf in de morgen van zaterdag 18
maart.
Als de vaart uit het schip is, blij
ken de messcherpe en harde rotser.
van de Seven Stones hun werk per
fect te hebben gedaan. Vijf van de
zes middentanks moeten het zonder
bodem doen. Negen van de twaalf zij
tanks zijn opengereten en van het voor
compartiment, waarin zich de bunkers
voor eigen gebruik bevinden is de bo
dem verdwenen. Olie stroomt uit het
schip; de turbines zijn stilgevallen.
De Italiaanse kapitein zendt 'n s.o.s.
-lit. Het is even over half elf; hij richt
net aan het Britse kuststation Land's
End.
Aan boord van Wijsmullers zeesle
per Utrecht, die 25 mijl van de Tor-,
rey Canyon ligt, wordt een noodbe-
richt opgevangen. Het schip licht het
anker en snelt te hulp. Ook Wijsmul
lers radiokamer in IJmuiden heeft de
noodroep van de Liberiaan ontvangen.
Om zes minuten over elf meldt de Ita
liaanse kapitein dat hij met zijn be
manning van boord wil. De redding
boot van Saint Mary wordt klaarge
maakt; de Nederlandse kustvaarder
Bierum verandert van koers om hulp
te bieden; uit Avonmouth kiest ook
Wijsmullers zeesleper Stentor zee, uit
IJmuiden loopt de Titan uit.
Om half twaalf op zaterdagmorgen
arriveert de sleepboot Utrecht bij de
Torrey Canyon; twee bemanningsle
den stappen over en leggen de Itali
aanse kapitein het bergingscontract
voor. Om twee uur 's middags, drie
ëneenhalf uur na zijn stranding, tekent
de Italiaanse kapitein op verzoek van
assuradeuren en rederij het contract.
Het wordt hem voorgehouden door ka
pitein Hille Post van de sleepboot
Utrecht.
Het schip zal aan de bovenzijde lucht
dicht moeten worden gemaakt. Als er
dan zuurstofvrij gas in wordt gepompt,
blijft het drijven, menen de bergings
experts. Zij krijgen gelijk, de slagzij
trekt langzaam weg, maar op dinsdag
21 maart valt de klap.
Een explosie vernielt de machine
kamer van de tanker en slaat het
zwembad weg. Van de acht bergers
van Wijsmuller die aan boord zijn,
wordt kapitein Hans Stal gedood; twee
man worden gewond. Het werk ligt
een dag stil, maar 's woensdags gaat
men door.
Tussen eb en vloed is er een verval
van zes meter. Te weinig om los te
komen van de rotspunten die door het
casco steken, maar zaterdag 25 maart
maken de Utrecht en de Portugese
sleper Praia da Adagra vast op het
achterschip, de Stentor brengt een
tros uit op het voorschip van de tan
ker; het trekken begint. Het is paas
zaterdag, vier uur in de middag, het
weer is redelijk, maar er staat een
hoge deining.
's Avonds keert het tij. Het weer
bericht meldt harde wind, kracht ze
ven uit het noordwesten. Als de depres
sie de Seven Stones voorbij trekt, wij
zen de windmeters kracht acht en la
ter zelfs negen.
De Stentor moet zijn draad laten
slippen; de verbinding van de Portu
gese, sleper breekt en ook de Utrecht
moet de tros laten vieren. Hoge zee-
en lopen over de tanker; op Eerste
Paasdag 's avonds breekt het achter
schip van de romp.
Bij daglicht maandagmorgen vroeg,
vliegen Arthur Wijsmuller en de be-
drijfschef F. Jonkman over het schip.
Ze beschouwen het achterschip als ver
loren; berging is niet langer econo
misch verantwoord.
Als de nacht van die dag begint te
vallen breekt ook het nog resterende
deel van de tanker. Bij daglicht dins
dagmorgen om half tien stuurt Arthur
Wijsmuller via de telex het bericht,
dat hij, gezien de omstandigheden, de
berging staakt.
„Zeker", zegt Arthur Wijsmuller,
„maar geen onoverkomelijke". We
gaan gewoon door", zegt de man die
aan het hoofd staat van een vloot van
twintig moderne bergingsschepen, w.o.
dertien zeeslepers.
Terwijl hij spreekt, zwoegt door de
Indische Oceaan zijn zeesleper Noord-
Holland op weg naar een in nood ver
kerend schip, trekt de Willem Barentsz
een ponton naar Buenos Aires en slee
de sleper Friesland een drijvend dok
naar Ambon.
„Meneer, dat hebt u keurig gedaan; hier is uw beloning.
De hele zaak moet gewoon een keer volkomen anders worden aange
pakt. want nu is het „ploegen op de rotsen", vindt hij. Waarom kan
een politieman alleen een bon uitdelen die de mensen geld kost? Waar
om kan hij ook niet af en toe eens een premie weggeven, die de men
sen geld oplevert? Is dat een gek idee? „Het komt natuurlijk van on
deraf, van een kleine jongen", zegt opperwachtmeester J. D. Okel van
de rijkspolitie te Heemskerk. „Maar stop in al die boekjes met bonnen
van vijf gulden, drie rijksdaalders en een tientje een elfde papiertje als
premie-kwitantie. Op tien bekeuringen de mogelijkheid om één premie
uit te delen. Dat kan de kop niet kosten".
Het is gekomen, dat idee, door een gesprek met een familielid. „Hij zei
op een avond tegen me: „Jullie politiemensen doen dat helemaal verkeerd.
Luister: honderd keer parkeer lk myn auto keurig en één keer sta ik te
dicht by een hoek. Pang, een bon op m'n ruit. Dan begryp je toch dat ik
die politie helemaal niet meer leuk vind", aldus de heer Okel.
Hij kon erin komen, ook al om
dat hij dacht dat dit soort redene
ringen de verhouding publiek-poli-
tie niet ten goede komen.
Op de jaarlijkse cijfers van enkele
duizenden doden en meer dan
veertigduizend gewonden reageert
„men" ook niet meer, zat de opper
te bepiekeren. Naar de cursussen
van het Verbond voor Veilig Ver
keer komt een handjevol goedwil-
lenden. „Ik geef die cursussen
hier in Heemskerk zelf", vertelt
hij. „Dan zijn er eens twin
tig, dan weer eens zesentwintig
mensen.
De mensen lachen om het ver
keer. Er is een prachtig boekje
met de nieuwe verkeersregels.
Dacht u dat de mensen de moeite
namen het te kopen en door te le
zen? Nauwelijks".
Hij wil een „tegenwicht" losla
ten, daar komt het eigenlijk op
neer. Niet alleen het, in de ogen
van het publiek natuurlijk negatie
ve, betalen ook eens het plezier
van iets krijgen.
Het is dan helemaal niet nodig
om de hele dag overal te letten op
de „brave bonen" die het allemaal
zo uitstekend doen. Opper Okel
ziet het zo: Elke agent komt de
hele dag overtreders tegen, maar
hij ziet ook wel eens een voetgan
ger die wacht, omdat die begrijpt,
dat hij, overstekend, een hele file
auto's zou doen ontstaan. elke
agent komt oojc wel op een kruis
punt af en toe de autorijder tegen
die wel voorrang heeft, maar niet
neemt, omdat hij door de situatie
op dat moment dan de hele boel
zou blokkeren.
Dat zijn de mensen voor zo'n
premie-bon, vindt hij. Vijf gulden
voor de voetganger, drie rijksdaal-
gulden voor de automobilist, net
ders voor de bromfietser en tien
zoals de bedragen liggen wanneer
er bonnen vallen.
En geen mens hoeft bang te zijn
dat een politieman dat tientje toe
vallig aan zijn zwager uitreikt,
want geen agent stelt zijn carrière
voor tien gulden op het spel.
„Maar ik zei het al, meneer",
aldus de heer Okel, „het is het
plannetje van een kleine jongen en
u moet mij niet met een foto en
al in de krant gaan zetten. Plan
nen die er doorgaan moeten eigen
lijk van boven komen, begrijpt u.
Ik zou niet graag op de mat ge
roepyen worden. Wat ik wél graag
zou willen: u weet nu mijn ideetje,
vraagt u nu eens aan mensen die
van verkeer iets afweten, politie
mensen uit de praktijk, wat ze er
van vinden. Dèt zou me nu interes
seren.O ja, en nog iets."
„De hele verk eersopvoeding
moet eigenlijk geen particuliere
zaak zijn. Het is een taak voor de
specialisten, voor de politie met
name. Ook de onderwijzers weten
er onvoldoende van. De overheid
moet er voor zorgen, dat de poli
tie geld en mensen heeft om de
goede voorlichting te geven en de
verkeersopvoeding aan te pakken."
Meneer Müiier, wat vindt u van
dat plan met die premies, zeg ik
tegen de heer K. J. Müller, hoofd
commissaris van politie in Gronin
gen.
„Ik vind dat een aardig idee. Als
ik in 't bedrijfsleven zat zou ik zeg
gen: jongen, je krijgt zelf ook nog
'n premie, vanwege het plan. Maar
ik ben bang dat 't ambtelijke bestel
te ingewikkeld is om zoiets tot uit
voering te brengen. De overheid
zou er best voor kunnen uitgeven,
maar op Binnenland en bij Justi
tie zal de zaak niet een-twee-drie
rond zijn. Maar op zijn minst vind
ik het een idee om bekend te ma
ken", aldus de hoofdcommissaris.
Denkt u dat er ooit of nooit
iets van kan komen „Ik geloof dat
er een kans zou zijn wanneer er
bijvoorbeeld een Verbond voor Vei
lig Verkeer bij betrokken werd",
meent de heer Muller.
grond. Voortdurend de bel luiden en
die propaganda beslist niet staken.
Altijd weer de mensen wakker hou
den. Natuurlijk, je kunt nooit in
cijfers of hoeveelheden de „winst"
van een propaganda voor een vei
liger verkeer bewijzen. Maar
neem nu dat rijden met een borrel
op. Ik geloof dat heel veel mensen
het drinken van een borrel op een
receptie laten omdat ze zich gaan
schamen het wel te doen. Dat
komt toch ook door die propagan
da."
„Ja. ja", zegt hoofdinspecteur T.
Waardenburg van de Rotterdamse
politie, „iemand een premie ge
ven en vijf tellen later maakt hij
weer een fout. Maar goed; ik vind
het natuurlijk zeer correct dat de
politie de burgerij van waardering
doet blijken, maar dat je daardoor
minder ongelukken krijgt en
daar wil de opperwachtmeester
toch naar toe dat zie ik niet.
Wij hebben waardering voor de
burgerij en we laten dat ook mer
ken. We krijgen veel brieven en
soms zijn we er heel blij mee,
want dan worden we opmerkzaam
gemaakt op iets, dat we nog niet
wisten. We schrijven dan terug en
gaan met de mensen praten als dat
nodig is. Zo kan het wel eens tot
veranderingen komen op een straat
hoek bijvoorbeeld en dat is dan
rechtstreeks ten gunste van veilig
verkeer. Dat de verhouding pu-
bliek-politie door het uitdelen van
premies beter wordt, ja, daar ge
loof ik direct in. Maar 't uitgangs
punt is: minder ongelukken."
Hoofdinspecteur Waardenburg
ziet de verkeerszaak, om dat woord
dan maar eens even te gebruiken,
anders. „Het probleem zit bij de
jeugd", zegt hij. „Ze leren ver
keersregels. maar de schooldeu
ren gaan open en alles is vergeten."
„De Nederlander is gediscipli
neerd zolang het oin zijn eigen
hachje gaat", is de mening van de
hoofdinspecteur, „maar wordt hij
een gemeenschapsmens, opgeno
men tussen de rest, dan kun je het
wel vergeten."
De opperwachtmeester Okel
vindt, dat de hele verkeersopvoe
ding eigenlijk een taak voor de po
litie is.
„Daar ben ik het niet helemaal
mee eens", zegt de Groningse
hoofdcommissaris. „Er moeten bij
die verkeersopvoeding wel mensen
zitten die er hun dagtaak aan heb
ben, dus geen vullertje voor de
avonduren, maar ik vind juist de
combinatie van politiemensen en
mensen van Veilig Verkeer een ge
lukkige."
Meneer Müller, nog een vraag:
er wordt wel gezegd dat alle pro
paganda voor een veiliger verkeer
weinig zin heeft. Wat is daarover
uw mening?
„Oh neen, dat zie ik heel an
ders", zegt de hoofdcommissaris.
„Frappez toujours, wel propagan
da maken, juist met veel geld en 'n
goede wetenschappelijke achter-
En die propaganda voor een vei
liger verkeer? Wel, de heer Waar
denburg heeft er een vaste mening
over en daar is geen woord Frans
bij.
Hij zegt: „In Amerika wordt
vreselijk veel geld uitgegeven voor
veilig verkeer en men vraagt zich
daar nu af: is dat eigenlijk wel
juist. Via de verkeersstatistieken
kom je soms tot verbetering van
kruispunten en dat is dan iets we
zenlijks om het verkeer veiliger te
maken."
„Je kunt wel eindeloos met pro
paganda doorgaan", vindt de Rot
terdamse hoofdinspecteut„Maar
het.helpt bijna niets. Iedereen is
er van overtuigd dat het juist is,
wat er tijdens zo'n propaganda-ac-
tie wordt meegedeeld, maar zitten
de mensen achter het stuur dan
schijnt niemand er nog aan te den
ken. Het is net zoiets als het ro
ken; iedereen weet dat het niet ge
zond is, niemand (bijna) laat het.
Ik geloof dat de heer Waarden
burg alles samenvat in wat ik zou
willen noemen: zijn uitsmijter.
„De mentale training van de
mensen de opvoeding daar
wordt te weinig aan gedaan", zegt
hij. „Men moet bereid zijn zich in
het verkeer fatsoenlijk en prettig
te bewegen, doodgewoon, omdat
men nu eenmaal lid is van een
maatschappij."
■f