M «J a, een heel merkwaardige sport, dat hanengekraai. De voorzitter van de Vaassense Pluimvee- en Konijnen vereniging, de heer H. A. J. van Rijs sen kwam op een goede dag ineens op het idee de jaarlijkse verkiezing van „Miss Hen" en „Mister Haan" op de ten toonstellingen van de vereniging nu eens af te wisselen met een wedstrijdje. Welja, laten we eens doen wie z'n haan de meeste keren kraait. i.M in een competitie kennelijk voor het kraaien van stimule rende invloed is. Er zullen nog wel meer factoren van belang zijn. Is het nogal rumoerig in de concourszaal van de Cannenburgh dan schijnen de hanen zich over het algemeen niet te laten horen. Ook is al wel geconsta teerd hoewel 't geen regel schijnt te zijn dat. zodra een haap gekraaid heeft er meer „aanslagen" volgen. De heer Zweekhorst, koploper in de com petitie, laat het maar zo. „Ik doe niets bijzonders met m'n haan", zegt hij, „want 't gaat immers lekker zo...?" Natuurlijk, het gaat daar prachtig. Het is een sportieve strijd, maar omdat het kennelijk zo'n aardige vrije-tijdsbesteding is, werkt het hanenkraaien erg aansteke lijk. In verschillende wijken van Vaassen is de hanenkraai-sport van de ene buur man op de andere overgeslagen en men ziet wel aankomen, dat de hanenkraai- competitie zich binnen enkele jaren zal kunnen verheugen in een geweldige toe loop, temeer daar ook niet-leden bij de vereniging hartelijk welkom zijn. Omdat de sport zo aardig is en de prijzen met het jaar aanlokkelijker worden, zal er in de toekomst toch ook wat meer gedaan moeten worden wil men nog een kans maken aan de bestude ring van het verschijnsel kraaien. Wie met duiven aan wedstrijdvluchten gaat mee doen, moet iets meer weten van de duif dan de houder van wat sierduifjes „voor de aardigheid". I I aar ja, wat weten we eigen lijk van de haan. Veel meer is ons bekend omtrent de kip, die zo langzamerhand een automaatje geworden is te bedienen met de drukknop. Waarom kraait de haan? Is zijn roep louter een behoefte aan communica tie of spelen andere factoren een rol Misschien is er wel voedsel dat de haan tot kraaien aanzet. Ja, waarom niet een apart korreltje voor de haan en wel zangzaad voor de fluiters? Toen we dezer dagen over 't hanenkraaien in Ernst en Vaassen met de lief hebbers aan de praat raakten, kwamen er heel wat problemen naar voren. De meeste competitiedeelnemers zeggen wel, dat ze 't voor de aardigheid doen. maar dat is vast niet helemaal waar, want er heerst hier en daar nogal wat geheimzinnigheid over wat niét en wat wél te doen met de haan, opdat hij aan het kraaien slaat. Wie meent zijn haan met een apart menuutje in een apart hok of hoe dan ook tot een kam- pioenkraaier te kunnen opfokken, doet natuurlijk niet verstandig dat overdi rond t©> vertellen. Dat begrijpen de ha nenkraaier-, in Vaassen en omgeving drommels goed, want vandaag zijn het nog rollades, worsten en vette kippen maar wie weet of er nog eens andere prijzen uit de bus komen vallen. Vraag dus de hanenkraaier niet naar allerlei details. Vandaag gaat de zoveelste ronde van de competitie in. 't Zal ons benieuwen of het record van het kriel- haantje aan de Oranjeweg in Ernst drie-en-vijftig maal „kukeleku" in vijftien minuten nog eens gebroken zal worden, 't Lijkt ons sterk...! H oe uniek deze nieuwe wed strijdsport niet alleen in Nederland, maar kennelijk ook buiten ons land) is bewijst wel de belangstelling van de Wereldomroep, die onlangs van een van de competitieronden een reportage gemaakt heeft, die in verschillende talen, onder andere in het Indonesisch, werd uitgezonden over de hele wereld. Wie weet wat er nog van komt. Van het een groeit het ander en mogelijk komt de kriel van de Emster Oranjeweg nog eens „internationaal" uit Boren door een ijskorst van 1400 nieter... Tn de afgelopen maanden hebben Ame- *- rikaanse wetenschappelijke speur ders in de buurt van Comp Century, on geveer 225 kilometer landinwaarts van de noordwest-kust van Groenland, dwars door een 1400 meter dikke ijskorst de daaronder verborgen aardlaag aange boord. Op deze wijze kunnen geheel nieu we bijzonderheden over de geschiedenis van de aarde worden verkregen. Tijdens het voorlopige onderzoek van de afzon derlijke ijslagen ontstond reeds een beeld van het verleden van Groenland over een periode van minstens tienduizend jaren. Op 540 meter diepte slootten de on derzoekers op samengeperste sneeuw, die circa tweeduizend jaar geleden moet zijn gevallen, derhalve omstreeks het begin van onze jaartelling. Samen met de sneeuw werden in elke laag korreltjes stuifmeel, deeltjes zout, luchtblaasjes en andere overblijfselen uit een ver verleden in het ijsdek opgenomen. Er zit ook stof in, dat tijdens vulkanische uitbarstingen in de atmosfeer werd geslingerd. Op grond van dit materiaal zullen de experts be langwekkende gegevens in handen krijgen over de aard van talrijke erupties van vul kanen in de loop der eeuwen. Op grond van de hoeveelheid afgezet stof kunnen kaarten worden gemaakt van de atmosferische omstandigheden in een bepaalde periode. Ook speciale ken merken van het klimaar, zoals de neer slag en zelfs de gemiddelde temperaturen, kunnen op deze wijze worden vastgesteld. Op de uiterste grens van de ijslaag, op een diepte van 1365 meter, stiet de boor op een mengsel van slijk, zand, kiezel en steen. Als dit materiaal onder de loep wordt genomen zal moeten blijken of dit gebied, dat thans geheel door ijs is be dekt. wellicht vroeger aan de lucht was blootgesteld en dan vrij van ijs moet zijn geweest. Ook is het geenszins uitgesloten, dat Groenland heel vroeger door water was overspoeld. onderzoekingen zijn voor de vak- mensen die zich met de geologische samenstelling en de ontwikkeling van de aarde bezig houden, van het grootste be lang. De boringen werden uitgevoerd door een speciale technische dienst van het Amerikaanse leger, in overleg met de Deense regering. Groenland is immers een deel van het koninkrijk Denemarken. Het werk werd verricht met gebruik making van twee hoogst-moderne metho den. Veel profijt werd ondervonden van een „warme boor", een boor met een elektrisch verhitte holle kop, die het ijs rond het ongeveer veertien centimeter dikke boorlichaam deed smelten. Voor het aanboren van het gesteente werd ge bruik gemaakt van een elektrische boor, uitgerust met een holle, snel-roterende kop met een fijne punt. Alle monsters uit het ijs en de afzet tingsgesteenten werden in koelcilinders naar hét laboratorium van Hannover in de staat Hampshire gebracht. Daar zul len zij nader worden geanalyseerd. Slacht men geen kip met gouden eieren, dan doet men dat ook niet met een haan die een gulden kraai heeft. I edere eerste zaterdag van de maand tien maanden lang wordt in Vaassen competitie gehouden. Heel officieel gaat dat. Zodra de deelnemers aan de competitie zich hebben gemeld, worden de hanen in de kooitjes ge plaatst en begint, op de seconde af. de „speeltijd". Dat is precies een kwartier en in die korte spannende tijd gaat het er om wiens haan de meeste keren „aanslaat", zoals dat heet. Vóór elk kooitje heeft zich een jurylid geplaatst die elke aanslag van de haan honoreert met een erwt in een busje. Men zou zich kunnen vertellen en daarom is de methode van erwt en busje gekozen. De strijd in zo'n kwartiertje kan bij zonder spannend zijn. Zenuwachtig lo pen dan de hanenbezitters rond zonder dat zij, net zoals een voetbaltrainer buiten de lijnen, iets kunnen ondernemen. „Een pracht sport", vertelde ons de heer Zweekhorst, wiens broer het vorig jaar kampioen werd en de wisselbe ker won. Zelf staat hij er na de eerste ronden met zijn krielhaan heel goed voor en aller verwachting is dat de titel dit jaar opnieuw naar een Zweekhorst zal gaan. Maar ja, men kan niet weten. Neemt u eens de heer Van Rijssen, de initiatief nemer van de hanenkraaisport. Hij be hoort al tot de uitvallers. Vol goe de moed was hij met deze wedstrijdsport begonnen. Zijn haan deed het best kraai de dat 't een lieve lust was, maar zodra het lieve dier in de wedstrtfdarena kwam... hó maar. „Hjj deed geen bek los," vertelde de heer Van Rijssen. „Wat moet je met zo'n ding." p de boerderij van de heer Zweekhorst aan de Oranjeweg in Ernst loopt de topscorer van dit seizoen een klein vinnig, goudkleurig krielhaantje, dat tot nu toe op kop gaat. Kwiek en bij tijd en wijle heel vinnig dartelt 't ding over het erf tussen zijn hennetjes. die hij behoedzaam bij elkaar houdt en als de zon onder de bosrand duikt, laat hij zich nog even luidkeels horen, neemt een aanloop en vliegt vervol gens op zijn vaste tak in de appel boom op het erf. Daar knapt hij dan z'n uiltje om nog vóórdat de zon weer over de bosrand opduikt met zijn schelle stemmetje de hele buurt te wekken. Eén keer per maand wordt die cyclus van boompje-pikken, uiltje-knappen, zonnetje-kraaien onderbroken. Aan de vooravond van de maandelijkse com petitiedag gaat het haantje namelijk in een doosje en daar duurt de ochtend wat langer dan normaal. Zo gaat het met de meeste hanen die in de Vaassense ere-divisie der hanen meekraaien. Het schijnt namelijk nuttig te zijn de haan op de competitiedag niet al zijn kruit te laten verschieten bij het prille ochtendgloren. Het kan zijn dat 'ie dan in het kooitje op de Can nenburgh geen enkele animo meer heeft om te kraaien. Het beste is dus: zó van de nacht in de dag. „Had u gedachtzei ons een teleurgestelde hanenkraaier. „Niks hoor... die haan van mij kraaide niet één keer, hoewel hij knap met zijn ogen tegen het licht zat te knipperen. Het is geluk meneer net wat ik zeg geluk, puur een gokje D at is niet iedere hanenkraaier met deze man eens. Voor andere hanen heeft de ochtendstond wel degelijk goud in de mond. Je schijnt er het goede ras voor te moeten hebben. Krielen hebben overigens in de hanen- kraaicompetitie de overhand. Die enorme hanen van andere, welbekende rassen schijnen niet tot topprestaties in staat te zijn. Om zo'n topprestatie te noemen. Het record staat op naam van het haantje van de heer Zweekhorst. Onlangs kraaide het ding in precies vijftien minuten drie- en-vijf tig keer! Wat de krielhaan die dag gemankeerd heeft, weet de heer Zweek horst niet. Hij is overigens niet zo heel diep gedoken in de problematiek van het hanenkraaien, behalve dan dat hij gecon stateerd heeft dat een korte afzondering in het donker, voordat de wedstrijd begint En zo kwam de haan door zijn eigen gekraai wat meer in de belangstelling. Dat mocht ook wel. De haan in Neder land is er de laatste decennia in be langrijkheid niet op vooruitgegaan. Hij komt het eerst in aanmerking om ge geten te worden en, op enkele fokhanen en sierhanen na, duurt een hanenleven vaak nooit langer dan een week of acht. Dan gaat de haan naar de diep vries en tenslotte de weg van alle consumptievlees In Vaassen, waar de hanenkraaisport voor het eerst in Nederland is geïn troduceerd, kraaien inmiddels heel wat hanen voor hun leven. Want gelóóf maar, wie met een haan een rollade wint, maakt zo'n haan geen kopje kleiner. H et gaat nu nog om rollades, worsten en vette kippen, maar het kan best zijn, dat het over enkele jaren heel anders is. Een nieuwe wedstrijd sport het hanenkraaien grijpt snel om zich heen. Twee jaar geleden lieten een vijftal inwoners van Vaassen op de Veluwe hun hanen tegen elkaar kraai en. Zó-maar voor de aardigheid. Gel&chen dat ze hebben. De hanen kraaiden tegen elkaar op en toen het aantal „aanslagen" de „kukeleku's" zogezegd werd geteld, begon het nog spannend te worden ook. Er kwamen méér hanenkraaiers en dat had tot ge volg, dat het vorig jaar een competitie werd belegd. Dit jaar kraaien er al zo'n dertig hanen mee op kasteel „De Cannenburgh" en wie het hoe of wat van het hanengekraai probeert te weten te komen, wordt argwanen^ aangekeken. Want wie weet immers.de argeloze vragensteller van vandaag, komt mis schien morgen óók met een haan naar de competitie en is mogelijk een po tentiële concurrent.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 13