Laatste etappe van de Tmns-Sahara-zeilwagenrally Door brandende hitte naar verkoeling van de zee Bovenmenselijke inspanning Maaltijden uit de koelkast FINISH IN NOUAKCHOTT Trein in woestijn Tekenen der zee DIEPVRIES-ARTIKELEN ZIJN UITKOMST VOOR BEZIGE EEN WARE HUISVROUWEN Vitaminen Sinds 1928 Toch meer Onbeperkt Arm en vrolijk De finish EINDELIJK DE ZEE... «nutrasmiiE Grieven tegen de Fransen Steeds groter assortiment BEHANDELING DIEPVRIES PRODUKTEN (Exclusief voor ons blad door Kees Kortenoever) Laatste etappe: Zouerat-Nouakchott, afstand 900 kilometer, een stuk bran- dendhete woestijn, maar met aan het eind de verwachting van een koel strand en een zilte zee. Negen dagen hadden de zandzeilers van de „Raid Transsaharien" daarvoor nog ter beschikking, want 17 maart zou het vliegtuig naar de bewoonde wereld vertrekken en niemand wilde dat missen. Op 7 maart dus de start. Uitgewuifd door de vele Franse vrienden, die kolonel Dubouchers karavaan zich hier in enkele dagen had gemaakt, sukkelden we 's morgens vroeg met heel weinig wind in de richting van Fort Gouraud, 30 kilometer ver der. Op naar het einddoel! Maar de dag ging alles behalve in een sukkelgangetje voorbij. Des middags was de wind zo aangewakkerd dat wij de handen vol kregen aan het han teren van de wagens. Wat ik gevreesd had gebeurde. Terwijl ik van een helling kwam, zag ik 'n 500 meter voor mij de Engelsman Michael Beson met grote snelheid voor de wind bezig aan de afdaling. Terwijl hij grijpend de schoot in haalde, bleef die een ogenblik hangen. De wagen sloeg met een snelheid van zeker 50 km per uur om en kwam geheel op zijn kop te liggen. De mast knapte af en Michael zat onder de brokken van zijn wagen beklemd. Onmiddellijk was er assistentie; wij dachten dat hij beide benen gebroken had, maar Micheal hoewel spierwit van schrik beweerde, dat hij all-right was. De Fransman Christian Nau, die een walkie-talkie op zijn zeilwagen had, riep het vliegtuig op. Binnen de 20 minuten landde het toestel en nam Mike op om in Zouerat röntgenfoto's te laten maken. De volgende dag keerde hij moeilk lopend op zijn stijve benen, maar heelhuids, in de ploeg terug. Eindelijk de zee. Vlak langs de waterlijn trekken de zeilwagens onder volle zeilen naar Nouak chott, het eindpunt van de Trans- Sahara-zeilwagenrally. De wagens rijden tussen opgeto gen publiek Nouakchott binnen. Iedereen toog nu aan het werk om de Engelse wagen op te lappen behalve de Fransen, die zo nodig thee moesten drinken bq de kolonel. Ik moet beken nen, dat ik langzamerhand nogal wat grieven tegen de Fransen had opgestapeld al kon ik het persoonlijk best met ze hebben. Het meest werd ik gestoken door hun chauvinisme. Het kwam bijvoorbeeld niet in het hoofd van de rallyleiding op de maaltijden een ietwat ander tintje te geven dan exclusief-Frans. Ook de uren van eten waren op de Franse gewoonten afgesteld. We hebben ettelijke malen geprobeerd hen te bewegen 's avond om 6 uur alvast een kop soep klaar te maken, maar dat was er niet bij. Etenstijd was half tien en daar bleef het bij, zodat we na een doodvermoeiende dag zelf maar wat soep maakten. Met het vor deren van de etappe werd die kop soep gewoon een obsessie voor me en soms haatte ik de kolonel vlakweg, omdat h(j „nee" bleef zeggen. MMIK mmmm Tffifiraf 1 m%»w W tSw i „Hij is niet goed snik", zeiden we op zulke momenten tegen elkaar vooral wanneer hij ons vanuit zijn le- gionnairs-mentaliteit de huid had vol- gescholden. Misschien was-ie ook wel niet goed snik, maar welk normaal mens zou aan zoiets dwaas als een woestijnrally met zeilwagens zijn be gonnen? Gezegd moet echter worden, dat Du- boucher steeds probeerde het weer goed met je te maken. Hij was een man van weinig woorden, die praktisch nooit een compliment maakte, maar als hij het deed, maakte dat ook wel indruk. Zo toen de Britten voor de tweede maal een Mink-zeilwagen kapot hadden gereden en er niets dan brok ken hout en ijzer van waren overge bleven. Ieder zou de wrakstukken in de woestijn hebben laten liggen, maar de Engelsman niet. Ze stelden een ploegensysteem in en werkten 2 dagen en 2 nachten onafgebroken door. Van een doorgezaagde mast maakten ze een nieuw frame. De schotjes en deuren van hun Landrovers, plus afgedankte zittingen van de militaire volgauto's vormden de spantj es en tussenschotten. Redge Dawson had bij de hele on mogelijke operatie de leiding en wer kelijk: na twee dagen ploeteren stond de Mink weer rijklaar op zijn wielen. Op dat moment 7 uur in de avond kwam de kolonel kijken naar het resultaat. Hij ging op Dawson af, druk te hem de hand en fluisterde: „C'est formidable, Reginald". Zulke momen ten waren de beste van de hele raid. Niet alle reparaties echter waren van dergelijk ingrijpende aard. Een van onze ergste plagen werd gevormd ddor het onnoemelijk aantal lekke banden, dat we opliepen. Op de eerste dag van de derde etappe hadden we er over 80 kilometer niet minder dan 16, op de tweede dag 11. De zijkanten van de Michelin-X banden bleken in dit ter rein met scherpe stenen te zwak. Op de Landrover met reparatie-materiaal wachten bleek nauwelijks doenlijk, zo dat we ze zelf maar hebben gerepa reerd met plakkertjes voor fietsbanden, die we in Zouerat hadden gekocht. De moeilijkheden van de „piste" na men toe. Het werd een gebruik des avonds na zonsondergang (een kwar tier daarna is het in de woestijn aar dedonker) vuurpijlen af te schieten om achterblijvers de weg naar het kamp te wijzen. Op de derde avond na het vertrek uit Zouerat hielp dat niet; de Engel sen Dawson en Damsel kwamen niet binnen. De volgende ochtend vond een vliegtuig hen op 10 kilometer afstand. Ze hadden te lang in het donker door gezeild en daarbij een zijkant ge kraakt op een rots. De hele nacht had den ze midden in de woestijn en in de eenzaamheid aan de reparatie gewerkt, zodat ze na zonsopkomst opgewekt kon den binnenkomen. Langzamerhand realiseerde ik me, dat de tocht, ondanks alle voorzorgen van autobegeleiding, vliegtuigen en ra dioverbindingen, een bovenmenselijke inspanning eiste. Het ontbreken van 'n dopje om het ventiel van een band er even uit te draaien en er een korreltje uit te verwijderen, kon er aanleiding toe geven, dat de hele groep uren in de moordende hitte moest wachten. Zo- Officiële ontvangst op het erepo dium in Nouakchott. Grote borden verkondigen: „Internationaal jaar van het toerisme Eerste rally voor zeilwagens" en „Finish Welkom aan de zeilwagens." lang je zeilde, koelde je af, maar stond je stil, dan wist je niet waar je het zoeken moest van de hitte. Je kon je aandacht geen moment laten ver slappen, op straffe van uitgebreide pech. 's Nachts om 3 uur stak in de woes tijn vaak een storm op. Omdat onze luchtbedden lek waren geworden, kam peerden we het liefst op zacht zand, maar daar hielden de haringen niet zo best in. In het holst van de nacht hoorde ik dan ook vaak de stap van Steef de Clercq rondom de tent om de haringen te controleren. Veronderstel dat in zo'n zandstorm de tent de lucht in was gegaan, waar had je dan heen gemoeten? Ik herin ner me heel goed, dat we in Ain Ben Tilli de tent afbraken in een ijskoude noordenwind en dat-ie me even ont glipte. Prompt scheurde de bodem er uit. Dat is dan wel een dreun op je kop. Even later denk je dan een lekker bakje koffie te kunnen halen, maar de koffie smaakt naar benzine, omdat iemand de kleine vergissing' heeft be gaan drinkwater in een leeg benzine- blik te laden. En het brood is zo hard geworden, dat je een stuk van je voor tand breekt en de appelmoes, die je als beleg gebruikt, is bedekt met een dikke laag zand. Maar dat is nog niets vergeleken bij het evenement, dat je overkomt wan neer je in het halfdonker ontdekt, dat er een band van je zeilwagen leeg staat en je te horen hebt gekregen, dat je die dag minstens 150 kilometer moet afleggen om een depot te berei ken want het drinkwater raakt op en er is ook niet al te veel benzine meer. Dan voel je een beetje mee met de lieden, die je midden in de woestijn hebt aangetroffen bij een stilstaande „woestijnbus": een vrachtwagen vol met kisten, vaten en zakken en daar bovenop de passagiers. Die bus stond er al een paar dagen met een kapotte versnellingsbak, maar chauffeur noch passagiers bleken er erg van onder de indruk. Wat een flegma! Op de avond van de tiende maart waren we in de buurt van de spoorlijn Zouerat - Port St. Etienne gekomen, als kinderen wachtend op de Trans-Sa- haratrein. Na twee uur kwam-ie, ge trokken door een paar geweldige die sel-elektrische locomotieven, die met hun gebrul de stilte van de woestijn aan flarden scheurden. De trein ver voerde allerlei zeer zwaar materieel, onder andere een reusachtige kraan. Bovenop de lasten zaten de passa giers: Negers, Fransen, Arabieren. Ze kwamen ons bij het kleine emplacent hartelijk tegemoet en hielpen met het overladen van water en benzine. La ter die avond zagen we een enorme ertstrein voorbijkomen, zeker anderhal ve kilometer lang. De woestijn is vol verrassingen. Ik zeilde halverwege de etappe over een „sebkra" een uitgedroogd meer en plotseling viel me iets vreemds aan het grind op de bodem op. Ik stopte en raapte een handvol versteende ko ralen op, waarvan sommige volkomen gaaf waren. Bij het avondeten vertel den Copijn en De Clercq, dat zij zelfs versteende schelpen hadden gevonden. Nota bene: op 400 kilometer van de kust. Volgens Steef, waren deze fossielen ongeveer 400 miljoen jaar oud. De ste nen pijlpunten en bijlen, die we af en toe vonden, dateerden volgens archeo logen in de karavaan van ongeveer 8.000 voor Christus. Maar er waren ook andere vondsten, die wellicht in Euro pa niet zo belangrijk schijnen, maar voor ons goed te pas kwamen. Een do de boom bijvoorbeeld was een waar buitenkansje. Soms was dat hout hon derden jaren oud, zo hard als steen en prachtig van vorm maar wij ge bruikten het voor onze kampvuren. Het fikte als steenkool. Op 12 maart merkten we tot onze verwondering, dat de slaapzakken bij het uitschudden vochtig waren gewor den. Ook zagen we ver in het westen een wolkenbank, de „zeevlam" zoals wij die in Holland noemen. De eerste tekenen van de zee in de niet al te verre nabijheid! Wind was er echter Eén ding is zekereen maaltijd door de vrouw zelf met zorg bereid, staat nog altijd op een hoger plan dan de kost, die de diepvries ons voorschotelt. Maar wat doen wij met die kennis In het moderne huishouden prevaleert steeds meer het gemak. Door het toenemend aantal buitenshuis werkende vrouwen wordt efficiency bovendien een noodzaak. En zo grijpt de winke lende vrouw al heel gauw naar bevroren voedsel in de ruim gesorteerde vriesmeubels. Deze complete maaltijden worden voor namelijk in kantines geconsumeerd. Op het ogenblik zetten 160 bedrijven hun (overwerkend) personeel dagelijks diepvriesgerechten voor. Deze servi ce werkt voor het bedrijf enorm tijd en daarmee kostenbesparend. Of je met een diepvriesmaaltijd duur uit bent? Natuurlijk scheelt het altijd in prijs met zelf bereide gerechten. Maar de voordelen wegen daar ruimschoots tegen op. Ook voor de gastvrouw bij voorbeeld is het prettig, dat zij niet uren in de keuken hoeft te staan. Voor het verwarmen van een complete maal tijd schaft zij zich een speciaal gas- oventje aan (f 5,50) of een elektrisch exemplaar (f 30,-). Verkrijgbaar bij IGLO in Utrecht. lossale opslagruimten doodt het com pacte voedsel zijn tijd in een tempe ratuur van 30 tot 40 graden on der nul. Mannen met ijsberenjassen, wollen mutsen en wanten regelen er de af- en aanvoer. Dat gaat de hele dag door. Want vootr- durend moet de voorraad van de diep- Het assortiment van diepvriespro- dukten wordt voortdurend uitgebreid. Sedert de snelle ontwikkeling van de diepvriesindustrie vermeldt de ijskou de menulijst twaalf verschillende zo mergroenten, vijf complete maaltijden in aluminiumverpakking, bami en nas- si, zes soorten vis, braadkuikens en klppenpoulet, gebak, wiener cake en biefburgers, ijs, ijstaarten en voorts vruchtensappen. Ook kroketten, bitter ballen en loempia's gaan tegenwoordig In de diepvries. Alleen al van 't laat ste artikel wordt per week zes ze ven ton verkocht. In complete maal tijden was er het afgelopen jaar een omzet van een miljoen. Waar moet dan naar toe? Heeft de taak van de kokkin in de keuken da delijk afgedaan? „Zeer beslist niet", aldus de marketing-directeur van de IGLO, dr. B. E. de Muinck. „Wel is zeker dat de diepvries een steeds grote re vlucht zal nemen. De meeste gezin nen maken echter alleen nog maar ge bruik van losse diepvriesprodukten als groenten en vis. Steeds meer zullen wij de nadruk leggen op artikelen met, laten we het noemen, ingebouwd ge mak. De huisvrouw kan daarmee ex perimenteren, zodat zij zich in de keu ken toch creatief kan uitleven. Ook is het de bedoeling straks buitenland se produkten te brengen in diepvries, zoals spaghetti en ravioli". In Nederland is de diepvriesindus trie van vrij jonge datum. Amerika experimenteerde voor het eerst met de diepvries in 1928. Uitvinder was de Amerikaanse geleerde Claren ce Birdseye. Onder de naam Birds Eye bracht Engeland tien jaar later zijn eerste diepvriesprodukt. In ons land begon Unilever de diepvriesindus trie op grote schaal in 1958. Ze kocht een aantal kleinere ondernemingen, die zich hadden verenigd. De Nederlandse diepvriesfabriek IGLO met 90 man personeel, is ge vestigd in Hoogeveen. Over het land verspreid heeft het bedrijf vele centra le vrieshuizen en distributiedepots. Daar worden dagelijks tientallen vrie zende-vrachtwagens gelost- In de ko- flntdooien van diepvries is niet nodig: zelfs af te raden. Doe het diepvriesblok in een pan, waarin zich een bodempje kokend water bevindt. De groente mag slechts en kele minuten doorkoken. Vooral niet laten sudderen. Gooi het water, dat bij ontdooiing van de diepvries groente vrijkomt, niet weg. Dit vocht bevat veel voe dingskracht. Maak van het nat een dun papje en dien het gelijk op met de groente. Wanneer u het diepvriesprodukt niet direct gebruikt en u heeft geen koel kast, wikkel het pakje dan losjes in een aantal kranten of in een wollen doek. Leg het op de koudste plaats van het huis. Als het diepvriesvakje in de koel kast een temperatuur heeft van 8 tot 12 gr. C. blijft het diepvriesprodukt daarin ongeveer een tot twee weken goed. Onbeperkt houdbaar is het bevroren voedsel alleen bij een tem peratuur van 18 gr. C. vriesmeubels in de winkels worden aangevuld. Zelfs in de zomer, wan neer er volop verse groenten zijn, la ten vele huisvrouwen (die weinig tijd hebben) de groenteboer voorbijgaan en nemen een diepvriesprodukt. Voor al om van het zo tijdrovende groen- tewassen bevrijd te zijn. De vraag rijst: geeft de diepvries groente een voldoende hoeveelheid vi taminen? „Hierover bestaan veel mis verstanden", zegt de heer De Muinck. „Het komt er op neer dat bevroren groente evenveel of zelfs meer vita minen bevat dan verse groente". In Hoogeveen en voor ieder die het diepvriesprocédé kent is dat een duide lijke zaak. Want hoe werkt men ginds in Drenthe? Zo spoedig mogelijk, 8 uur na de oogst, worden de produkten verwerkt. Dit om een zo hoog moge lijke kwaliteit te garanderen. In de fa briek wordt de groente niet gekookt, maar geblancheerd. Dat houdt in een warmwaterbehan deling van ongeveer 95 graden gedu rende een tot anderhalve minuut. Tij dens het blancheren treedt een aan zienlijk verlies op van vitamine C. Maar toch altijd nog minder dan wan neer de huisvrouw de groente kookt. Na het blancheren gaat het produkt in de diepvries, in vriezende staat blijft het vitaminengehalte op hetzelfde ni veau. Alleen tijdens het heel even koken vóór de consumptie worden nog enke le vitaminen uitgeschakeld. Het tota le verlies is dan ongeveer even groot als wanneer de gebruikelijke kookme- thode wordt toegepast. Er is één res trictie: wie achter het huis een moes tuin heeft is met de vitaminen altijd voordeliger uit. „Want hoe sneller na de oogst geconsumeerd, hoe hoger het vitaminengehalte is", Wat de bewaartijden van de diep vriesprodukten betreft: die zijn in feite onbeperkt. Uitgezonderd varkensvlees, dat na verloop van zes zeven maan den weieens ranzig kan worden. Dit vlees wordt in diepvries dan ook al leen in kleine hoeveelheden geleverd. Hoewel de andere diepvriesproduk ten dus ook na lange tijd niet bederven is hun leeftijd in maanden toch niet zo onbelangrijk. Ten slotte kan ook bij ijskoude temperaturen het aroma na verloop van tijd aan kracht inboeten. De produktie van de diepvriesindustrie is daarop berekend. Diepvriesspruitjes voor Amerika, tulnerwten voor Engeland en spinazie voor Nederland, dat zijn de voorkeur- groenten in de verschillende landen. Voor de mannen in dik gevoerde kle ding is het slechts in hun vrije tijd lente. Een temperatuur van dertig tot veertig graden onder nul heerst er in de vrieshuizen, waar de hele dag door, voedselpakketten worden af- en aange voerd. In Duitsland wordt vooral veel diep vrieskip gegeten. Verwacht wordt dat steeds meer voedsel een onderkomen in de noordpoolsfeer zal zoeken. Een algemeen toekomstbeeld, ook voor de Nederlandse huisvrouw, is de diep- vrieskluis in huis. Daarin kan zij, des noods voor een heel Jaar, haar mond voorraad opslaan. niet en we lieten ons gelaten door de Landrovers trekken. De temperatuur liep op tot 45 gra den in de schaduw en 50 graden in de zon en voortdurend liepen we vast in het zachte zand. Plotseling verscheen kolonel Duboucher bij het van de hit te stikkende gezelschap en vroeg aan de gids of nij dacht, dat we kamelen waren. Uit het verhitte gesprek dat volgde, maakte ik op, dat er 500 me ter noordelijker een keiharde weg liep' Nauwelijks hadden we die bereikt, of een schitterend terrein opende zich voor onze ogen. En over de vlakte kwam in de verte een stofwolk aanra zen. Iemand riep: „Wind!" We hesen als wilden de zeilen en een ogenblik later stoven we zingend weg in weste lijke richting. Via kleine oueds (droge riviertjes) en vlakke stukken met bloei ende struikjes in paars, geel en rood, schoten we flink op en haalden aan 't eind van de dag zelfs een afstand van 158 kilometer. De volgende dag was het klimmen geblazen tegen zachte duinen met gro te struiken. De Landrovers trokken ons en soms moesten we helpen duwen. We popelden allemaal om eindelijk de zee te zien, maar de wind liet het voor lopig nog afweten. Iedere keer, dat we ons over een hoogte lieten voortzeulen, meenden we de Atlantische Oceaan in zicht te hebben, maar steeds weer bleek het een fata morgana te zijn. Plotseling zagen we inderdaad een donkere streep in de luchtspiegeling. De gids gaf ons een teken en een kwar tier later stonden we aan de Baie de St. Jean. Het strand was hier modde rig, maar de gids wist een betere plek, een half uur verderop. Ons geduld werd beloond. Temidden van flamingo's, reigers en strandloper tjes, kon men hier een uurtje later de bruingebrande zeilwagenracers gillend van plezier door de branding zien dol len. Het was alsof een juk van onze schouders was afgenomen. Na de zwempartij lieten we ons in het hete zand zakken en dronken blikjes vruch- tesap. Het eerste dorpje op de rest van de route was Nouamrhar, een vissers plaatsje met een klein noodvliegveldje. De vissers ontvingen ons met tam-tam muziek en gezang; het was een vrolij ke en gezellige boel. Met volle zeilen scheurden we voor de wind over het vliegveldje, de Piper Cubs vlak over ons heen, zodat je van de windstoten bijna omsloeg. Het dorp bestond uit wat hutten van rietmatten en wat keten uit gegalvani seerde golfplaten, die als woningen dienst deden, een zgn. „bidonville". Het maakte een zeer armelijke indruk, maar overal zag je slechts vrolijke ge zichten. Visnetten hingen in het hele dorp en visgraten lagen er'bij hopen. Ik ontdekte de volgende ochtend in de buurt een kerkhofje op een schel penduin. Ik stond er ontroerd bijden kend aan deze eenvoudige vissers, rus tend in hun bed van schelpen. Het was nog 170 kilometer langs het strand naar Nouakschott. Laverend tus sen eb en vloed door, af en toe zwem mend (maar niet verder dan tien me ter in zee, want het stikte er van de haaien), legden we de afstand in twee dagen af. Aan de vooravond van de aankomst had ik een heel gesprek met Jean Gi- mel en Bob Nijssens van de Interna tionale Federatie van Strand- en Zand zeilers: over de verdeling van de me dailles. Het interesseerde me weinig al die plakken. Thuis zouden ze toch in een schoenendoos op zolder gaan of in moeders naaimandje. Voor de aankomst in Nouakchott lootten we om de volgorde van de equipes. Voorop gingen de Engelsen, daarachter Amerikanen en Hollanders en tenslotte (tot hun ontzetting) de Fransen. Nouakchott ligt niet aan zee, maar een kilometer of drie landinwaarts. De wind was iets toegenomen, zodat we mooi opschoten. Enkele kilometers voor de stad ontmoetten we voor het eerst na 3.000 kilometer weer gewone auto's en Fransen in keurige witte kleren, waarbij wij er in onze schunnige ge scheurde broeken, overhemden en schoenen als vagebonden uitzagen. Over de straten ging het naar een soort afgezet dorpsplein met duizenden juichende blanken en zwarten. Er was een plankier met op de achtergrond borden om ons welkom te heten. Daar vielen we elkaar in de armen en jo nasten, tot groot vermaak van de be volking Monique Gimel, de „moeder" van de Amerikaans-Nederlandse ploeg. De minister voor Toerisme stak een gloeiende rede af, die de kolonel beant woordde met een even begeesterde speech. Wij feliciteerden en dankten de kolonel. Direct daarop kregen we een cocktail aangeboden, waarbij we wer den voorgesteld aan de Duitse, Ameri kaanse en Russische gezanten. De volgende dag kregen we van de president van Mauretanië allemaal de orde van verdienste uitgereikt; ook de Engelsen, hoewel Mauretanië officieel niet zeer bevriend is met Engeland om de politiek, die het ten aanzien van Rhodesië voert. Dat was dan in feite het einde.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 9