Laatste etappe van de Tmns-Sahara-zeilwagenrally
Door brandende hitte naar
verkoeling van de zee
Bovenmenselijke inspanning
Maaltijden uit de koelkast
FINISH IN NOUAKCHOTT
Trein in woestijn
Tekenen der zee
DIEPVRIES-ARTIKELEN ZIJN
UITKOMST VOOR BEZIGE
EEN WARE
HUISVROUWEN
Vitaminen
Sinds 1928
Toch
meer
Onbeperkt
Arm en vrolijk
De finish
EINDELIJK
DE ZEE...
«nutrasmiiE
Grieven tegen
de Fransen
Steeds groter
assortiment
BEHANDELING
DIEPVRIES
PRODUKTEN
(Exclusief voor ons blad door Kees Kortenoever)
Laatste etappe: Zouerat-Nouakchott, afstand 900 kilometer, een stuk bran-
dendhete woestijn, maar met aan het eind de verwachting van een koel
strand en een zilte zee. Negen dagen hadden de zandzeilers van de „Raid
Transsaharien" daarvoor nog ter beschikking, want 17 maart zou het vliegtuig
naar de bewoonde wereld vertrekken en niemand wilde dat missen. Op 7 maart
dus de start. Uitgewuifd door de vele Franse vrienden, die kolonel Dubouchers
karavaan zich hier in enkele dagen had gemaakt, sukkelden we 's morgens
vroeg met heel weinig wind in de richting van Fort Gouraud, 30 kilometer ver
der. Op naar het einddoel!
Maar de dag ging alles behalve in een sukkelgangetje voorbij. Des middags
was de wind zo aangewakkerd dat wij de handen vol kregen aan het han
teren van de wagens. Wat ik gevreesd had gebeurde. Terwijl ik van een helling
kwam, zag ik 'n 500 meter voor mij de Engelsman Michael Beson met grote
snelheid voor de wind bezig aan de afdaling. Terwijl hij grijpend de schoot in
haalde, bleef die een ogenblik hangen. De wagen sloeg met een snelheid van
zeker 50 km per uur om en kwam geheel op zijn kop te liggen. De mast knapte
af en Michael zat onder de brokken van zijn wagen beklemd. Onmiddellijk
was er assistentie; wij dachten dat hij beide benen gebroken had, maar Micheal
hoewel spierwit van schrik beweerde, dat hij all-right was. De Fransman
Christian Nau, die een walkie-talkie op zijn zeilwagen had, riep het vliegtuig
op. Binnen de 20 minuten landde het toestel en nam Mike op om in Zouerat
röntgenfoto's te laten maken. De volgende dag keerde hij moeilk lopend op zijn
stijve benen, maar heelhuids, in de ploeg terug.
Eindelijk de zee. Vlak langs de
waterlijn trekken de zeilwagens
onder volle zeilen naar Nouak
chott, het eindpunt van de Trans-
Sahara-zeilwagenrally.
De wagens rijden tussen opgeto
gen publiek Nouakchott binnen.
Iedereen toog nu aan het werk om de Engelse wagen op te lappen behalve
de Fransen, die zo nodig thee moesten drinken bq de kolonel. Ik moet beken
nen, dat ik langzamerhand nogal wat grieven tegen de Fransen had opgestapeld
al kon ik het persoonlijk best met ze hebben. Het meest werd ik gestoken door
hun chauvinisme. Het kwam bijvoorbeeld niet in het hoofd van de rallyleiding
op de maaltijden een ietwat ander tintje te geven dan exclusief-Frans. Ook de
uren van eten waren op de Franse gewoonten afgesteld. We hebben ettelijke
malen geprobeerd hen te bewegen 's avond om 6 uur alvast een kop soep klaar
te maken, maar dat was er niet bij. Etenstijd was half tien en daar bleef het bij,
zodat we na een doodvermoeiende dag zelf maar wat soep maakten. Met het vor
deren van de etappe werd die kop soep gewoon een obsessie voor me en soms
haatte ik de kolonel vlakweg, omdat h(j „nee" bleef zeggen.
MMIK
mmmm
Tffifiraf
1 m%»w W tSw i
„Hij is niet goed snik", zeiden we
op zulke momenten tegen elkaar
vooral wanneer hij ons vanuit zijn le-
gionnairs-mentaliteit de huid had vol-
gescholden. Misschien was-ie ook wel
niet goed snik, maar welk normaal
mens zou aan zoiets dwaas als een
woestijnrally met zeilwagens zijn be
gonnen?
Gezegd moet echter worden, dat Du-
boucher steeds probeerde het weer
goed met je te maken. Hij was een
man van weinig woorden, die praktisch
nooit een compliment maakte, maar
als hij het deed, maakte dat ook wel
indruk. Zo toen de Britten voor de
tweede maal een Mink-zeilwagen kapot
hadden gereden en er niets dan brok
ken hout en ijzer van waren overge
bleven. Ieder zou de wrakstukken in
de woestijn hebben laten liggen, maar
de Engelsman niet. Ze stelden een
ploegensysteem in en werkten 2 dagen en
2 nachten onafgebroken door. Van een
doorgezaagde mast maakten ze een
nieuw frame. De schotjes en deuren
van hun Landrovers, plus afgedankte
zittingen van de militaire volgauto's
vormden de spantj es en tussenschotten.
Redge Dawson had bij de hele on
mogelijke operatie de leiding en wer
kelijk: na twee dagen ploeteren stond
de Mink weer rijklaar op zijn wielen.
Op dat moment 7 uur in de avond
kwam de kolonel kijken naar het
resultaat. Hij ging op Dawson af, druk
te hem de hand en fluisterde: „C'est
formidable, Reginald". Zulke momen
ten waren de beste van de hele raid.
Niet alle reparaties echter waren
van dergelijk ingrijpende aard. Een van
onze ergste plagen werd gevormd ddor
het onnoemelijk aantal lekke banden,
dat we opliepen. Op de eerste dag van
de derde etappe hadden we er over
80 kilometer niet minder dan 16, op
de tweede dag 11. De zijkanten van de
Michelin-X banden bleken in dit ter
rein met scherpe stenen te zwak. Op
de Landrover met reparatie-materiaal
wachten bleek nauwelijks doenlijk, zo
dat we ze zelf maar hebben gerepa
reerd met plakkertjes voor fietsbanden,
die we in Zouerat hadden gekocht.
De moeilijkheden van de „piste" na
men toe. Het werd een gebruik des
avonds na zonsondergang (een kwar
tier daarna is het in de woestijn aar
dedonker) vuurpijlen af te schieten om
achterblijvers de weg naar het kamp
te wijzen.
Op de derde avond na het vertrek
uit Zouerat hielp dat niet; de Engel
sen Dawson en Damsel kwamen niet
binnen. De volgende ochtend vond een
vliegtuig hen op 10 kilometer afstand.
Ze hadden te lang in het donker door
gezeild en daarbij een zijkant ge
kraakt op een rots. De hele nacht had
den ze midden in de woestijn en in de
eenzaamheid aan de reparatie gewerkt,
zodat ze na zonsopkomst opgewekt kon
den binnenkomen.
Langzamerhand realiseerde ik me,
dat de tocht, ondanks alle voorzorgen
van autobegeleiding, vliegtuigen en ra
dioverbindingen, een bovenmenselijke
inspanning eiste. Het ontbreken van 'n
dopje om het ventiel van een band er
even uit te draaien en er een korreltje
uit te verwijderen, kon er aanleiding
toe geven, dat de hele groep uren in
de moordende hitte moest wachten. Zo-
Officiële ontvangst op het erepo
dium in Nouakchott. Grote borden
verkondigen: „Internationaal jaar
van het toerisme Eerste rally
voor zeilwagens" en „Finish
Welkom aan de zeilwagens."
lang je zeilde, koelde je af, maar
stond je stil, dan wist je niet waar je
het zoeken moest van de hitte. Je kon
je aandacht geen moment laten ver
slappen, op straffe van uitgebreide
pech.
's Nachts om 3 uur stak in de woes
tijn vaak een storm op. Omdat onze
luchtbedden lek waren geworden, kam
peerden we het liefst op zacht zand,
maar daar hielden de haringen niet zo
best in. In het holst van de nacht
hoorde ik dan ook vaak de stap van
Steef de Clercq rondom de tent om de
haringen te controleren.
Veronderstel dat in zo'n zandstorm
de tent de lucht in was gegaan, waar
had je dan heen gemoeten? Ik herin
ner me heel goed, dat we in Ain Ben
Tilli de tent afbraken in een ijskoude
noordenwind en dat-ie me even ont
glipte. Prompt scheurde de bodem er
uit. Dat is dan wel een dreun op je kop.
Even later denk je dan een lekker
bakje koffie te kunnen halen, maar
de koffie smaakt naar benzine, omdat
iemand de kleine vergissing' heeft be
gaan drinkwater in een leeg benzine-
blik te laden. En het brood is zo hard
geworden, dat je een stuk van je voor
tand breekt en de appelmoes, die je
als beleg gebruikt, is bedekt met een
dikke laag zand.
Maar dat is nog niets vergeleken bij
het evenement, dat je overkomt wan
neer je in het halfdonker ontdekt, dat
er een band van je zeilwagen leeg
staat en je te horen hebt gekregen,
dat je die dag minstens 150 kilometer
moet afleggen om een depot te berei
ken want het drinkwater raakt op
en er is ook niet al te veel benzine
meer. Dan voel je een beetje mee met
de lieden, die je midden in de woestijn
hebt aangetroffen bij een stilstaande
„woestijnbus": een vrachtwagen vol
met kisten, vaten en zakken en daar
bovenop de passagiers. Die bus stond
er al een paar dagen met een kapotte
versnellingsbak, maar chauffeur noch
passagiers bleken er erg van onder de
indruk. Wat een flegma!
Op de avond van de tiende maart
waren we in de buurt van de spoorlijn
Zouerat - Port St. Etienne gekomen,
als kinderen wachtend op de Trans-Sa-
haratrein. Na twee uur kwam-ie, ge
trokken door een paar geweldige die
sel-elektrische locomotieven, die met
hun gebrul de stilte van de woestijn
aan flarden scheurden. De trein ver
voerde allerlei zeer zwaar materieel,
onder andere een reusachtige kraan.
Bovenop de lasten zaten de passa
giers: Negers, Fransen, Arabieren. Ze
kwamen ons bij het kleine emplacent
hartelijk tegemoet en hielpen met het
overladen van water en benzine. La
ter die avond zagen we een enorme
ertstrein voorbijkomen, zeker anderhal
ve kilometer lang.
De woestijn is vol verrassingen. Ik
zeilde halverwege de etappe over een
„sebkra" een uitgedroogd meer
en plotseling viel me iets vreemds aan
het grind op de bodem op. Ik stopte
en raapte een handvol versteende ko
ralen op, waarvan sommige volkomen
gaaf waren. Bij het avondeten vertel
den Copijn en De Clercq, dat zij zelfs
versteende schelpen hadden gevonden.
Nota bene: op 400 kilometer van de
kust.
Volgens Steef, waren deze fossielen
ongeveer 400 miljoen jaar oud. De ste
nen pijlpunten en bijlen, die we af en
toe vonden, dateerden volgens archeo
logen in de karavaan van ongeveer
8.000 voor Christus. Maar er waren ook
andere vondsten, die wellicht in Euro
pa niet zo belangrijk schijnen, maar
voor ons goed te pas kwamen. Een do
de boom bijvoorbeeld was een waar
buitenkansje. Soms was dat hout hon
derden jaren oud, zo hard als steen en
prachtig van vorm maar wij ge
bruikten het voor onze kampvuren. Het
fikte als steenkool.
Op 12 maart merkten we tot onze
verwondering, dat de slaapzakken bij
het uitschudden vochtig waren gewor
den. Ook zagen we ver in het westen
een wolkenbank, de „zeevlam" zoals
wij die in Holland noemen. De eerste
tekenen van de zee in de niet al te
verre nabijheid! Wind was er echter
Eén ding is zekereen maaltijd door de vrouw zelf met zorg bereid, staat
nog altijd op een hoger plan dan de kost, die de diepvries ons voorschotelt.
Maar wat doen wij met die kennis In het moderne huishouden prevaleert
steeds meer het gemak. Door het toenemend aantal buitenshuis werkende
vrouwen wordt efficiency bovendien een noodzaak. En zo grijpt de winke
lende vrouw al heel gauw naar bevroren voedsel in de ruim gesorteerde
vriesmeubels.
Deze complete maaltijden worden voor
namelijk in kantines geconsumeerd.
Op het ogenblik zetten 160 bedrijven
hun (overwerkend) personeel dagelijks
diepvriesgerechten voor. Deze servi
ce werkt voor het bedrijf enorm tijd
en daarmee kostenbesparend. Of je
met een diepvriesmaaltijd duur uit
bent? Natuurlijk scheelt het altijd in
prijs met zelf bereide gerechten. Maar
de voordelen wegen daar ruimschoots
tegen op. Ook voor de gastvrouw bij
voorbeeld is het prettig, dat zij niet
uren in de keuken hoeft te staan. Voor
het verwarmen van een complete maal
tijd schaft zij zich een speciaal gas-
oventje aan (f 5,50) of een elektrisch
exemplaar (f 30,-). Verkrijgbaar bij
IGLO in Utrecht.
lossale opslagruimten doodt het com
pacte voedsel zijn tijd in een tempe
ratuur van 30 tot 40 graden on
der nul. Mannen met ijsberenjassen,
wollen mutsen en wanten regelen er
de af- en aanvoer.
Dat gaat de hele dag door. Want vootr-
durend moet de voorraad van de diep-
Het assortiment van diepvriespro-
dukten wordt voortdurend uitgebreid.
Sedert de snelle ontwikkeling van de
diepvriesindustrie vermeldt de ijskou
de menulijst twaalf verschillende zo
mergroenten, vijf complete maaltijden
in aluminiumverpakking, bami en nas-
si, zes soorten vis, braadkuikens en
klppenpoulet, gebak, wiener cake en
biefburgers, ijs, ijstaarten en voorts
vruchtensappen. Ook kroketten, bitter
ballen en loempia's gaan tegenwoordig
In de diepvries. Alleen al van 't laat
ste artikel wordt per week zes ze
ven ton verkocht. In complete maal
tijden was er het afgelopen jaar een
omzet van een miljoen.
Waar moet dan naar toe? Heeft de
taak van de kokkin in de keuken da
delijk afgedaan? „Zeer beslist niet",
aldus de marketing-directeur van de
IGLO, dr. B. E. de Muinck. „Wel is
zeker dat de diepvries een steeds grote
re vlucht zal nemen. De meeste gezin
nen maken echter alleen nog maar ge
bruik van losse diepvriesprodukten als
groenten en vis. Steeds meer zullen
wij de nadruk leggen op artikelen met,
laten we het noemen, ingebouwd ge
mak. De huisvrouw kan daarmee ex
perimenteren, zodat zij zich in de keu
ken toch creatief kan uitleven. Ook
is het de bedoeling straks buitenland
se produkten te brengen in diepvries,
zoals spaghetti en ravioli".
In Nederland is de diepvriesindus
trie van vrij jonge datum. Amerika
experimenteerde voor het eerst met
de diepvries in 1928. Uitvinder
was de Amerikaanse geleerde Claren
ce Birdseye. Onder de naam Birds
Eye bracht Engeland tien jaar later
zijn eerste diepvriesprodukt. In ons
land begon Unilever de diepvriesindus
trie op grote schaal in 1958. Ze kocht
een aantal kleinere ondernemingen,
die zich hadden verenigd.
De Nederlandse diepvriesfabriek
IGLO met 90 man personeel, is ge
vestigd in Hoogeveen. Over het land
verspreid heeft het bedrijf vele centra
le vrieshuizen en distributiedepots.
Daar worden dagelijks tientallen vrie
zende-vrachtwagens gelost- In de ko-
flntdooien van diepvries is niet
nodig: zelfs af te raden. Doe het
diepvriesblok in een pan, waarin
zich een bodempje kokend water
bevindt. De groente mag slechts en
kele minuten doorkoken. Vooral niet
laten sudderen.
Gooi het water, dat bij ontdooiing
van de diepvries groente vrijkomt,
niet weg. Dit vocht bevat veel voe
dingskracht. Maak van het nat een
dun papje en dien het gelijk op met
de groente.
Wanneer u het diepvriesprodukt niet
direct gebruikt en u heeft geen koel
kast, wikkel het pakje dan losjes in
een aantal kranten of in een wollen
doek. Leg het op de koudste plaats
van het huis.
Als het diepvriesvakje in de koel
kast een temperatuur heeft van 8 tot
12 gr. C. blijft het diepvriesprodukt
daarin ongeveer een tot twee weken
goed. Onbeperkt houdbaar is het
bevroren voedsel alleen bij een tem
peratuur van 18 gr. C.
vriesmeubels in de winkels worden
aangevuld. Zelfs in de zomer, wan
neer er volop verse groenten zijn, la
ten vele huisvrouwen (die weinig tijd
hebben) de groenteboer voorbijgaan
en nemen een diepvriesprodukt. Voor
al om van het zo tijdrovende groen-
tewassen bevrijd te zijn.
De vraag rijst: geeft de diepvries
groente een voldoende hoeveelheid vi
taminen? „Hierover bestaan veel mis
verstanden", zegt de heer De Muinck.
„Het komt er op neer dat bevroren
groente evenveel of zelfs meer vita
minen bevat dan verse groente".
In Hoogeveen en voor ieder die het
diepvriesprocédé kent is dat een duide
lijke zaak. Want hoe werkt men ginds
in Drenthe? Zo spoedig mogelijk, 8
uur na de oogst, worden de produkten
verwerkt. Dit om een zo hoog moge
lijke kwaliteit te garanderen. In de fa
briek wordt de groente niet gekookt,
maar geblancheerd.
Dat houdt in een warmwaterbehan
deling van ongeveer 95 graden gedu
rende een tot anderhalve minuut. Tij
dens het blancheren treedt een aan
zienlijk verlies op van vitamine C.
Maar toch altijd nog minder dan wan
neer de huisvrouw de groente kookt.
Na het blancheren gaat het produkt
in de diepvries, in vriezende staat blijft
het vitaminengehalte op hetzelfde ni
veau.
Alleen tijdens het heel even koken
vóór de consumptie worden nog enke
le vitaminen uitgeschakeld. Het tota
le verlies is dan ongeveer even groot
als wanneer de gebruikelijke kookme-
thode wordt toegepast. Er is één res
trictie: wie achter het huis een moes
tuin heeft is met de vitaminen altijd
voordeliger uit. „Want hoe sneller na
de oogst geconsumeerd, hoe hoger het
vitaminengehalte is",
Wat de bewaartijden van de diep
vriesprodukten betreft: die zijn in feite
onbeperkt. Uitgezonderd varkensvlees,
dat na verloop van zes zeven maan
den weieens ranzig kan worden. Dit
vlees wordt in diepvries dan ook al
leen in kleine hoeveelheden geleverd.
Hoewel de andere diepvriesproduk
ten dus ook na lange tijd niet bederven
is hun leeftijd in maanden toch niet
zo onbelangrijk. Ten slotte kan ook bij
ijskoude temperaturen het aroma na
verloop van tijd aan kracht inboeten.
De produktie van de diepvriesindustrie
is daarop berekend.
Diepvriesspruitjes voor Amerika,
tulnerwten voor Engeland en spinazie
voor Nederland, dat zijn de voorkeur-
groenten in de verschillende landen.
Voor de mannen in dik gevoerde kle
ding is het slechts in hun vrije tijd
lente. Een temperatuur van dertig tot
veertig graden onder nul heerst er in de
vrieshuizen, waar de hele dag door,
voedselpakketten worden af- en aange
voerd.
In Duitsland wordt vooral veel diep
vrieskip gegeten. Verwacht wordt dat
steeds meer voedsel een onderkomen
in de noordpoolsfeer zal zoeken. Een
algemeen toekomstbeeld, ook voor de
Nederlandse huisvrouw, is de diep-
vrieskluis in huis. Daarin kan zij, des
noods voor een heel Jaar, haar mond
voorraad opslaan.
niet en we lieten ons gelaten door de
Landrovers trekken.
De temperatuur liep op tot 45 gra
den in de schaduw en 50 graden in de
zon en voortdurend liepen we vast in
het zachte zand. Plotseling verscheen
kolonel Duboucher bij het van de hit
te stikkende gezelschap en vroeg aan
de gids of nij dacht, dat we kamelen
waren. Uit het verhitte gesprek dat
volgde, maakte ik op, dat er 500 me
ter noordelijker een keiharde weg liep'
Nauwelijks hadden we die bereikt, of
een schitterend terrein opende zich
voor onze ogen. En over de vlakte
kwam in de verte een stofwolk aanra
zen. Iemand riep: „Wind!" We hesen
als wilden de zeilen en een ogenblik
later stoven we zingend weg in weste
lijke richting. Via kleine oueds (droge
riviertjes) en vlakke stukken met bloei
ende struikjes in paars, geel en rood,
schoten we flink op en haalden aan 't
eind van de dag zelfs een afstand van
158 kilometer.
De volgende dag was het klimmen
geblazen tegen zachte duinen met gro
te struiken. De Landrovers trokken ons
en soms moesten we helpen duwen.
We popelden allemaal om eindelijk de
zee te zien, maar de wind liet het voor
lopig nog afweten. Iedere keer, dat we
ons over een hoogte lieten voortzeulen,
meenden we de Atlantische Oceaan in
zicht te hebben, maar steeds weer
bleek het een fata morgana te zijn.
Plotseling zagen we inderdaad een
donkere streep in de luchtspiegeling.
De gids gaf ons een teken en een kwar
tier later stonden we aan de Baie de
St. Jean. Het strand was hier modde
rig, maar de gids wist een betere plek,
een half uur verderop.
Ons geduld werd beloond. Temidden
van flamingo's, reigers en strandloper
tjes, kon men hier een uurtje later de
bruingebrande zeilwagenracers gillend
van plezier door de branding zien dol
len. Het was alsof een juk van onze
schouders was afgenomen. Na de
zwempartij lieten we ons in het hete
zand zakken en dronken blikjes vruch-
tesap.
Het eerste dorpje op de rest van de
route was Nouamrhar, een vissers
plaatsje met een klein noodvliegveldje.
De vissers ontvingen ons met tam-tam
muziek en gezang; het was een vrolij
ke en gezellige boel. Met volle zeilen
scheurden we voor de wind over het
vliegveldje, de Piper Cubs vlak over
ons heen, zodat je van de windstoten
bijna omsloeg.
Het dorp bestond uit wat hutten van
rietmatten en wat keten uit gegalvani
seerde golfplaten, die als woningen
dienst deden, een zgn. „bidonville". Het
maakte een zeer armelijke indruk,
maar overal zag je slechts vrolijke ge
zichten. Visnetten hingen in het hele
dorp en visgraten lagen er'bij hopen.
Ik ontdekte de volgende ochtend in
de buurt een kerkhofje op een schel
penduin. Ik stond er ontroerd bijden
kend aan deze eenvoudige vissers, rus
tend in hun bed van schelpen.
Het was nog 170 kilometer langs het
strand naar Nouakschott. Laverend tus
sen eb en vloed door, af en toe zwem
mend (maar niet verder dan tien me
ter in zee, want het stikte er van de
haaien), legden we de afstand in twee
dagen af.
Aan de vooravond van de aankomst
had ik een heel gesprek met Jean Gi-
mel en Bob Nijssens van de Interna
tionale Federatie van Strand- en Zand
zeilers: over de verdeling van de me
dailles. Het interesseerde me weinig
al die plakken. Thuis zouden ze toch
in een schoenendoos op zolder gaan
of in moeders naaimandje.
Voor de aankomst in Nouakchott
lootten we om de volgorde van de
equipes. Voorop gingen de Engelsen,
daarachter Amerikanen en Hollanders
en tenslotte (tot hun ontzetting) de
Fransen.
Nouakchott ligt niet aan zee, maar
een kilometer of drie landinwaarts. De
wind was iets toegenomen, zodat we
mooi opschoten. Enkele kilometers voor
de stad ontmoetten we voor het eerst
na 3.000 kilometer weer gewone auto's
en Fransen in keurige witte kleren,
waarbij wij er in onze schunnige ge
scheurde broeken, overhemden en
schoenen als vagebonden uitzagen.
Over de straten ging het naar een
soort afgezet dorpsplein met duizenden
juichende blanken en zwarten. Er was
een plankier met op de achtergrond
borden om ons welkom te heten. Daar
vielen we elkaar in de armen en jo
nasten, tot groot vermaak van de be
volking Monique Gimel, de „moeder"
van de Amerikaans-Nederlandse ploeg.
De minister voor Toerisme stak een
gloeiende rede af, die de kolonel beant
woordde met een even begeesterde
speech. Wij feliciteerden en dankten de
kolonel. Direct daarop kregen we een
cocktail aangeboden, waarbij we wer
den voorgesteld aan de Duitse, Ameri
kaanse en Russische gezanten.
De volgende dag kregen we van de
president van Mauretanië allemaal de
orde van verdienste uitgereikt; ook de
Engelsen, hoewel Mauretanië officieel
niet zeer bevriend is met Engeland
om de politiek, die het ten aanzien van
Rhodesië voert. Dat was dan in feite
het einde.