ZIEZO
resultaat van de
„blokkendoos-filosofie"
van Wernher von Braun
ZATERDAG
15 APRIL
Onvermoeibaar, haast dag en nacht werkend,
gaan de Amerikanen door om het door wijlen
president Kennedy in 1962 gestelde doel te be
reiken: vóór 1970 een landing op de maan.
Succes
top 120 m
ontsnappings
toren
APOLLO
3 astronauten
mot or sectie
maartsloep
LEM
DERDE
TRAP
vloeibare
waterstof
vloeibare
zuurstof
J-2 motor
90 ton stuw
TWEÉDE
TRAP
vloeibare
waterstof
vloei bare
zuurstof
EERSTE
TRAP
5 J-2 motoren
elk 90 ton
stuwkracht
vloei bare
zuurstof
kerosine
5 F-1 motoren
elk 750 ton
stuwkracht
Dokteren
Nieuwe trap
SRTURNUS
„Two o four was deadly". (Apoilo-
204 was dodelijk). In Amerika vraagt
men zich op dit moment af of deze
kreet, die op die dramatische vrijdag
avond in de astronautenclub de dood
van het eerste trio ruimtevaarders
aankondigde, ook van toepassing is
op de verwachtingen van het nationa
le ruimtevaartbureau, de NASA, om
nog voor het einde van dit decennium
de maan te bereiken. Alle bemande
vluchten, zo is kort na het tragische
ongeluk van Grissom, White en Chaf
fee bekendgemaakt, zijn minstens een
Jaar uitgesteld. Voor 1968 zal geen
bemande Apollo meer de ruimte in
gaan. Dat betekent ontegenzeggelijk
een gevoelige klap voor het tot voor
kort zo fortuinlijke ruimtevaartpro
gramma van de Verenigde Staten.
Gelukkig is er ook een heel positief
geluid. De gigantische maanraket Sa-
turnus-5 heeft zich tot nu toe goed ge
dragen en nog deze zomer zal hij zijn
maidentrip maken mèt het - uiter
aard onbemande ruimteschip Apol
lo. Die vlucht zal nog dichtbij moe
der aarde plaatshebben, namelijk in
een vrij nauwe satellietbaan. De baan
is bij dit experiment ook niet essen
tieel. Het gaat tenslotte eerst en voor
al om het testen van de raket, die ho
ger is dan de Utrechtse Dom.
In de reusachtige montagehal op
„Moonport USA" ten" oosten van Ca
pe Kennedy, op slechts enkele kilo
meters van de plaats waar de Apol-
lo-1-bemanning zo jammerlijk aan
haar einde kwam, staat de 120 meter
hoge, drieduizend ton zware Saturnus
al overeind. In de loop van de maand
mei of juni zullen de 140 meter hoge
deuren van het assemblagegebouw
opengaan. Met zijn lanceertoren staat
de reus op een transportwagen die
groter is dan vijf tennisvelden sa
men. Langzaam maar zeker zal deze
naar buiten rijden, de weg op naar
het vijf kilometer verder aan de At
lantische kust gelegen betonnen start
platform. Dan zal het aftellen begin
nen en zal de grootste raket die -
voorzover bekend ooit werd gelan
ceerd, zijn tocht naar de kosmos be
ginnen.
Zal de Saturnus zijn meesters gehoor
zamen en het uit drie delen bestaan
de Apollo-schip netjes in de vooraf
berekende omloopbaan afleveren? De
drieduizend technici op „Moonport
USA", die bijna dag en nacht door
werken om de reus reisvaardig te ma
ken, hopen het vurig. Want met deze
tocht staat of valt de verwachting om
nog voor het door president Kennedy
in 1962 zo bewogen gestelde „ultima
tum" het enerverendste reisdoel van
deze eeuw te bereiken.
Daar op het Kennedy Space Flight
Center, zoals de maanhaven ook wel
wordt genoemd, vertrouwen de inge
wijden dat deze onwaarschijnlijke
maidentrip goed zal verlopen. Wern
her von Braun, de geestelijke vader
van de Saturnus-5 en van zijn voorlo
pers Saturnus-1 en 1B, heeft tot nu
toe zonder uitzondering succes op suc
ces geboekt met zijn lanceringen, al
ging er tijdens proefnemingen vooraf
natuurlijk wel eens Iets fout.
Het geheim van de kok? „De building-
block-philosophy", zegt de man die in
de oorlog, nauwelijks dertig jaar oud,
de leiding had van Hitiers V-2-cen-
trum in Peenemünde. Die filosofie
houdt in, dat zoveel mogelijk gebruik
wordt gemaakt van bestaande én be
proefde „ingrediënten" om een nieuw
en krachtiger geheel te construeren.
Op zichzelf dus het kinderlijk eenvou
dige principe van de blokkendoos.
De realiteit nochtans is anders. Von
Braun en zijn team hebben er voor
moeten vechten om zover te komen
- en dat niet alleen in technisch op
zicht. Wie herinnert zich niet de be
droevende rivaliteit tussen leger,
luchtmacht en marine aan het begin
van de ruimtewedloop in 1957-'58?
De regering had het eerste satelliet
project aan de marine gegund, die op
dat moment kostbare experimenten
uitvoerde met de keer op keer falende
Vanguard-raket. Ze haalden het niet.
De Russen werden nummer één met
hun Spoetnik. Toen pas kreeg Von
Braun, die op een bescheiden afde
ling van het leger werkte, de kans
iets te gaan doen.
Luttele maanden later slaagde hij er
in de eerste Explorer te lanceren met
een apparaat, dat letterlijk als een
samenraapsel van verschillende raket
typen kon worden beschouwd. Wat
onbeholpen, wat primitief misschien,
maar het werkte en daar ging het
tenslotte om: de uitwerking van de
klap, die de Russen hadden uitge
deeld, zoveel mogelijk te verzachten.
Sindsdien heeft Von Braun bijna on
beperkte volmachten gehad. Terwijl
de ijlings opgerichte NASA (die aan
alle rivaliteit een eind maakte; met
van de luchtmacht gekochte raketten
de voorbereidende tochten met een-
en tweepersoons bemande ruimtesche
pen uitvoerde, hadden Von Braun en
zijn mannen de handen vrij om de ra
ket te ontwikkelen die voor het uit
eindelijke doel van de onderneming,
de maanreis, zou moeten worden in
gezet.
Weer de oude, beproefde „blokken
doos" van Von Braun, zij het In een
wat geperfectioneerde vorm. De Sa
turnus van de eerste generatie (de
Saturnus-1) die In 1962 al van start
ging leverde niet minder dan 750 ton
stuwkracht. Ongelooflijk veel In verge
lijking met de 180 ton van de Atlas,
waarmee John Glenn vloog en nog al
tijd zeer hoog vergeleken met de 240
ton van de In het Gemini-program
zo betrouwbaar gebleken Titan-2.
De filosofie van Von Braun bleek te
voldoen. De eerste trap van de Sa
turnus herbergde liefst acht motoren
die met onbelangrijke wijzigingen wa
ren ontleend aar. de Jupiter- en Thor-
raketten die intussen hun sporen wél
hadden verdiend. En die Jupiter- en
Thormotoren waren weer duidelijk
verwant aan de krachtbron van de
eens zo gevreesde V-2, die in 1946 in
civiele uitvoering voor het eerst in de
Verenigde Staten was gelanceerd.
Na de Saturnus-1 kwam de Saturnus-
Maanraket Satur
nus-5, de blokken
doos van Wernher
von Braun, die bin
nenkort zijn eerste
reis zal maken.
De Saturnus-1 raket
heeft sinds 1962 al zijn
oetrouwbaarheid be
wezen. Von Braun
maakte deze raket toen
bleek dat de Russen
een aanzienlijke voor
sprong hadden verkre
gen op de Amerika
nen. Men vindt er
volledig de „blokken
doos-filosofie" in terug
waarmee Von Braun
zovele successen
heeft geoogst: voort
bouwen op wat goed
en deugdelijk is ge
bleken. In deze
Saturnus-raket waren
namelijk motoren in
gebouwd, die duidelijk
verwantschap vertoon
den met de eens zo
gevreesde V-2's.
Een kijkje In de Rocketdyne-fabriek, een dochtermaatschappij van North American Aviation, waar de J-2 motoren voor de
Saturnus-5 worden gemaakt De J-2 zal zowel in de tweede als in de derde rakettrap worden toegepast
IB, nu ook wel gemakshalve de Sa-
turnus-2 genoemd. Deze raket zou
moeten worden gebruikt voor de eer
ste driepersoonsvluchten in een baan
om de aarde.
Von Braun handhaafde de eerste trap,
want die was betrouwbaar gebleken.
Wel bouwde hij, om het gewenste ver
mogen te krijgen, een tweede trap
waarbij gebruik werd gemaakt van
een brandstofcombinatie die nu niet
direct als poeslief bekend stond: vloei
bare waterstof en vloeibare zuurstof.
In gasvormige toestand vormen deze
het bekende knalgas dat iedere begin
nende scheikundeleerling wordt voor
gehouden als levensgevaarlijk. Daar
staat tegenover dat deze combinatie
ongelooflijk „energiek" is.
Dat was natuurlijk heel belangrijk,
maar de veiligheid mocht uiteraard
niet uit het oog worden verloren. Pas
nadat de luchtmacht met onbemande
raketten, als de nu uiterst betrouwba
re Atlas-Agena, de nodige ervaring
had opgedaan - en tegenslagen geïn
casseerd - ging Von Braun er toe
over het energieke brandstoffenpaar
in zijn tweede Saturnus toe te passen.
Het was een raket van dit type die
de verongelukte Apollo droeg en die
ook het nieuwe trio Walter Schirra,
Donn Eisele en Walter Cunningham
zal lanceren, waarschijnlijk volgend
jaar.
Intussen blijft Von Braun zijn „buil-
ding-block-philosophy" trouw. In de
Saturnus-5 fungeert de tweede trap
van de nu al verscheidene malen met
succes gelanceerde Saturnus-1 B als
derde trap. Deze trap is voorzien van
een negentig ton sterke J-2 motor,
terwijl in de tweede trap een vijftal
inmiddels dus ook met succes be
proefde J-2 motoren zal worden aan
gebracht.
3.300 ton weegt, zal de eerste maan
reis worden ondernomen.
Hoewel op dit moment nog aller
minst zeker is wannéér, zal de dag
kómen Óat de maöfitige Saturnus-5,
brullend en balancerend op zijn im
mense vlammenstaart, met de drie
maanpioniers vertrekt.
Het Apollo-maanschip, dat de top
van de Saturnus vormt, bestaat uit
drie stukken. Onderaan zit de maan-
sloep LEM (Lunar Excursion Modu
le), het op een insekt lijkende toestel
waarin twee van de drie astronauten
op de maan moeten landen om kort
daarna weer te starten en contact te
maken met de rest van de Apollo, die
in een baan om de maan draait, en
terug te keren naar de aarde. LEM
is groot: de lengte van het toestel -
de astronauten noemen het onder el
kaar „de wandluis" - is vijf meter.
Boven de maansloep is het voortstu
wingsgedeelte aangebracht. Dit cilin
drische deel is bijna vier meter in
doorsnee en weegt bij het vertrek 25
ton. Het voortstuwingsgedeelte dat
voornamelijk dient om met het maan-
schip te kunnen manoeuvreren her
bergt - behalve een krachtige mo
tor ook apparaten voor de energie
voorziening zoals batterijen, accu's
en zuurstofcilinders. Een belangrijke
taak van de voortstuwingssectie is
het lanceren van het maanschip uit
een parkeerbaan om de maan bij het
vertrek naar de aarde en het afrem
men vóór de duik in d® aardatmo
sfeer.
Alleen trap nummer één is helemaal
nieuw. Deze zal een stuwkracht heb
ben van niet minder dan 3.750 ton,
liefst vijfmaal zoveel dus als zijn bei
de voorgangers. Vandaar de naam van
de raket: Saturnus-5. Die eerste trap
telt ook vijf motoren, die elk dus pre
cies even veel „mans" zijn als de
acht van de Saturnus-1 samen. Per
seconde verzwelgt zo'n motor driedui
zend liter brandstof!
Met de Satumus-5, die volgetankt
De Apollo-commandocabine (drie me
ter hoog; 3,9 In doorsnee), waarin de
drie astronauten de heen- en terugreis
zullen maken, wordt op het moment
aan een grondig onderzoek onderwor
pen. Er zal wel wat aan moeten wor
den „gedokterd", want bewezen is wei
dat dit kegelvormige ruimteschip nu
niet direct het toppunt van veiligheid
is. In elk geval zal het ontsnappings
luik worden verbeterd zodat de astro
nauten sneller kunnen uitstappen als
iets mis dreigt te gaan.
Tijdens de vluchtnabootsing op de
grond en gedurende de lancering zal
de cockpit met normale lucht zijn ge
vuld om het brandgevaar zoveel moge
lijk te beperken. Eenmaal in de ruim
te wordt weer overgeschakeld op het
eenvoudiger systeem van zuivere
zuurstof. In de toestand van gewicht
loosheid levert dit echter geen ge
vaar op. De natuurlijke atmosferische
convectie die warmere - dus lichte
re - gassen doet opstijgen en koude
re - dus zwaardere - doet dalen, is
in de ruimte afwezig omdat er van
lichter of zwaarder geen sprake is.
De hete verbrandingsprodukten, die
bij een aardse brand opstijgen om
plaats te maken voor verse zuurstof,
blijven in de ruimte om het branden
de object hangen en smoren de brand
in de kiem. Er kan geen nieuwe
zuurstof bijkomen.
Tijdens de drie dagen durende reis
naar de maan worden de commando-
en de voortstuwingssectie omge
draaid, waarna de capsule met een
luchtsluis gekoppeld wordt aan de
LEM. De voortstuwingssectie wordt
gebruikt om commandocabine en
LEM in een baan om de maan te
brengen.
In die baan gekomen stappen twee
van de drie pioniers in de van vier
poten voorziene LEM over. Deze
wordt losgemaakt, vuurt een remra-
ket af en landt op het maanopper
vlak. Na een inspectietocht van ma
ximaal 34 uur stijgen de twee astro
nauten weer op. Het landingsgestel
van de LEM, dat fungeert als lan
ceerbasis, blijft achter. Op dat mo
ment begint het hachelijkste deel van
de hele onderneming. In een direct
rendez-vous moeten de astronauten
een ontmoeting hebben met het Apol-
lo-moederschip, dat nog steeds met
astronaut nummer drie om de maan
draait. Na koppelen en overstappen
wordt de LEM achtergelaten. De
krachtige motor van de voortstuwings
sectie wordt ontstoken en terug gaat
het, richting aarde.
Het zal letterlijk een warm welkom
worden waarbij de temperatuur van
het hitteschild zal oplopen tot enkele
duizenden graden. Maar daar is de
Apollo wel tegen bestand. De reis zal
eindigen in het water van de oceaan.
Aanvankelijk dachten de Amerikanen
al in 1968 twee mannen op de maan
te hebben. Op zijn vroegst wordt dat
nu laat 1969. De eerste bemande
vluchten met de Apollo in een baan
om de aarde volgend jaar - en de
maidentrip van Von Brauns Satur
nus-5 zullen in dit opzicht van be
slissende betekenis zijn.
Aan hat Apollo-
pro|ect dat nu op
atapal staat la aan
lang# raaks ga-
slaagde proeven
met de Geminl-
oapsule voorat ge-
herlnnert zich nog
baalden als deza:
da ruimtewande
ling van Edward
Aldrln In het laatst
van vorig Jaar. De
tragische brand In
da Apollo-capsule
op 28 Januari waar
bij drie astronauten
om het laven kwa-
traagd maar man
werkt verbaten
door om toch nog
vddr dat magische
Jaar 1970 het ge
stalde doel te ba-
ralkan.