Hilton-mensen
als
toionnen
ENGELAND ZIET „BUSINESS" IN OUDE NEDERLAAG
Hond afgeblaft
Nu al plannen
voor metronet
in Rotterdam
Schuiven met
EDENAAR BEREND
HAZELEGER
MAAKT FURORE
OP CURASAO
Onderwijs in Emmen
op rolletjes
Utrechtse studenten
in oud bejaardenhuis
HOND BRACHT VIER
MENSEN IN CEL
v,a
ARENDA SPIELE: 'N SOORT
MAX EUWE IN 'N TURQUOISE
JURK ZONDER MOUWEN
Ommoord
Schiedam
Lutdpkin
JA" ZEI ZE
RONDREIS
VIERHONDERD
NIET WEINIG
DRIE JAAR
COMMERCIE
Ylaardtnqen
Spi/!re^iS%
Op ieders lippet
Bungalowpark
Informaties
Nog een pijl
Gouden letters
MAANDAG 24 APRIL 1967
MdrcoripJ&n
Ze is een soort Max Euwe, maar dan in een turquoise jurk zonder mouwen
en haar „schaakbord" in een bruine werktafel op de derde verdieping aan de
Brusselse Avenue Maurice. Daar „schuift" ze met mensen, zo'n veertig per
half jaar. Van Parijs naar Mainz of van Istanboel naar Berlijn. Allemaal men
sen uit de hotel-wereld. „Tenslotte ben ik een Hilton-man", zegt ze in het vuur
van haar betoog. Mannelijk is ze verder helemaal niet. Ze kan opvallend har
telijk lachen, heeft aan een half woord genoeg, is zeer Intelligent, in het bezit
van twee titels en twee verschillende visitekaartjes. Zal ik nu eindelijk eens
zeggen wie ze Ls? Mejuffrouw mr. Arenda J. H. Spiele, master of science, rech
terhand van de vice-president van alle Hilton-hotels in Europa. En ze komt
uit Twekkelo.
Arenda, zeg ik, wanneer de brand in haar eerste filtersigaret is gestoken, die
voornaam heb ik nog nooit gehoord. Ze lacht. „Ik ben een Twentse", volgt de uit
leg. „By ons wordt het eerste kind naar de grootvader genoemd en myn groot
vader heette nu een keer Arend. Myn moeder heeft zich suf gepiekerd en er ten
slotte maar een A achter gezet".
x-
Een Nederlandse, uit het tussen
Hengelo en Enschede liggende Twek
kelo, die als meisje van 22 jaar in
1952 in Leiden afstudeerde en mr. voor
haar naam kon zetten. „Ja, ik was in
derdaad wel erg jong, met een paar-
destaart en zo", beaamt Arenda Spie
le. „Zo jong, dat ik niet eens een baan
kon krijgen. Als ze me zagen zeiden
ze al zoiets van: Gaat u maar naar
huis".
Maar een jaar later had ze toch een
baan: assistente van de personeels
chef van Stork. „Ik zeg wel „assisten
te", maar er zaten wel twintig men
sen op die afdeling. Twee keer per dag
had ik spreekuur en iedereen kon met
alles bij me komen".
Keek men dan niet gek, een jong
meisje van 23 jaar, die de problemen
van anderen moest oplossen?
„In het begin wel even, maar ik
spreek Twents en was er dus „een uit
de buurt", dat scheelde", zegt juf
frouw Spiele. „Ik leerde ook een hoop.
In het begin gaf ik meteen antwoord
maar dat is niet goed. Had ik in Lei
den ook niet geleerd. Daar leer je
waar je het antwoord zoeken moet en
bovendien hebben de mensen veel lie
ver dat je er eerst eens over na
denkt".
Arenda (de vrienden zeggen: Ren-
da) Spiele zat intussen wel boordevol
belangstelling voor personeelsbeleid.
En die belangstelling heeft haar ten
slotte naar het bureau gebracht in
Brussel, van waarachter ze nu tegen
me praat. Geen Nederlandse is ze
meer om te zien, wèl Amerikaanse:
de kleur van de jurk (met bijpassende
jas), de grote oorbellen, de broche op
haar jurk, haar kapsel kortom, haar
hele verschijning. Alleen alweer 'n
pluspunt voor haar geen sprankei
tje van een Amerikaans accent in haar
Nederlands. En dat had gemakkelijk
gekund, zoals ik nu weet.
Personeelsbeleid, Amerika gaat daar
in veel verder dan Europa en Arenda
Spiele die dat wist vroeg en
kreeg een beurs en vertrok in 1957
naar de Verenigde Staten. Voor één
jaar, studeren: sociale psychologie,
„human relations", alle facetten van
het personeelsbeleid.
„Na een jaar had ik het gevoel me
een aap gewerkt te hebben en eerlijk
gezegd, was dat ook zo", zegt ze.
„Maar ik wilde die studie zo graag af
ronden".
Haar mr.-zijn gebruikt ze nooit en
toen in Amerika al niet. „Op een visi
tekaartje mr. voor je naam is in Ame
rika „mister" en dat zou dus een la
chertje geworden zijn", grinnikt ze.
Er kwam een tweede Amerikaans
jaar bij. Voor de tijd van zes maanden
werd haar beurs verlengd, de andere
zes maanden kreeg ze een baan aan
de universiteit. Ze maakte haar proef
schrift af, haalde die tweede titel
master of science en zou in 1959
terug gaan naar Nederland.
„Toen gebeurde er iets grappigs",
vertelt Arenda Spiele en drinkt haar
koffie (zonder melk, zonder suiker) op.
„Naast onze hogeschool lag een hotel
school op universitair niveau. Ik kende
daar een paar mensen en ze waren
eigenlijk mijn eerste contact met de
hotelindustrie. En terwijl ik de boot
naar Nederland al had besproken krij
gen die kennissen een telefoontje van
Hilton, dat ze iemand zoeken voor
twee nieuwe hotels in Nederland. Ze
noemden mijn naam en ook ik werd
gebeld. Als ik „ja" zou zeggen, dan
kon ik nog een jaar in Amerika blij-
van om opgeleid te worden en erva
ring op te doen. Ik zei: „Ja".
En daar begon Arenda Spiele uit
Twekkelo haar rondreis door de Ver
enigde Staten en kwam in plaatsen,
waar ze op dat moment nog geen idee
van had.
Eerst eind 1959 naar Pittsburg. „Ik
werd er assistent van de personeels
chef in het Hilton-hotel. Na een tijdje
had ik het er erg naar m'n zin; een
eigen flatje, gezellig ingericht, enfin,
heel plezierig. Maar het volgend jaar,
in 1960 dus, kwam de vraag of ik een
maand wilde komen naar het Hilton-
Inn in Atlanta, in Georgia".
Een maand, ja ja, het werd meer
dan een jaar, want het hoofd van de
huishoudelijke dienst ging weg en of
het meisje uit Twekkelo het werk
maar wilde doen. „Ik had maar voor
ic Mejuffrouw mr. Arenda Spiele: gebo
ren in Twente, gestudeerd in Leiden,
hoog geklommen bij Hilton, nu in Brus
sel.
vier weken wat kleren meegenomen,
alles was in Pittsburg, maar het werk
boeide me enorm en ik bleef. Ik wist
niets van de huishouding van een ho
tel en van alle machines die men er
nodig heeft en het vinden van de juis
te mensen. Ik heb enorm veel ge
leerd".
Leren, daar is mejuffrouw Arenda
Spiele nooit een tegenstandster van
geweest. Een van haar uitspraken:
„Ik heb een hekel aan mensen die
zeggen: Daar ben ik te goed voor.
Maar iemand die vindt: Ik moet nog
een heleboel leren, geef me daar de
kans toe die brengen het verder".
Zijzelf hééft het verder gebracht.
„Een tweede grapje", zegt ze. „Of
ik wilde komen naar Hilton in Tarry
Town aan de Hudson, ten noorden van
New York, om er de personeels- en de
huishoudelijke dienst te doen. Alle af
spraken had ik gemaakt met de direc
teur, de heer R. Starke, in april en
toen ik er in mei kwam was hij ver
trokken. Benoemd tot directeur van de
hotels, uitgerekend in Nederland".
In dat Tarry Town heeft Renda
Spiele zich weer „een aap" gewerkt.
Alle voorbereidingen, het aantrekken
van het personeel, duizend en een ding
geregeld, tot en met de grote receptie
bij de opening van het hotel op 1 de
cember 1961 en de volgende dag stap
te ze.in het vliegtuig en stond een
handvol uren lgter op Schiphol. Want
meneer Starke had haar wel even naar
het vaderland teruggehaald, om ook
daar weer „de zaak op poten" te zet
ten voor de Hiltons in Amsterdam en
Rotterdam.
„In mjjn eigen land had ik nooit in
een hotel gewerkt en ik wist er niets
van arbeidsvoorwaarden en cao's. Bo
vendien: voor ik er kwam hadden de
hotels in Amsterdam al een tekort
van vierhonderd man personeel en al
leen ons hotel had vierhonderd mensen
nodig, dat was achthonderd samen,
vindt daar de helft maar eens van",
zegt juffrouw Spiele.
Vierhonderd man in Hilton-Amster
dam? Dat is ook niet weinig. „Nor
maal is één werknemer per kamer",
hoor ik. Hilton-Parijs heeft vijfhonderd
kamers en vijfhonderd man personeel.
In Rotterdam zijn er driehonderd werk
nemers in het hotel.
Kortom, Renda Spiele zou mr. Aren
da Spiele, master of science, niet zijn
wanneer een en ander niet voor elkaar
gekomen was en in juli 1962 ging het
hotel in Amsterdam open.
Rotterdam zat intussen te komen en
mejuffrouw Spiele had de personeels
chef voor die stad al opgeleid en ging
er zelf in november 1962 heen.
„Ha, fijn, dacht ik, hier blijf ik",
vertelt ze. „Ik had weer een eigen
flatje, me weer geïnstalleerd en och,
wij Enschedeërs voelen ons thuis in
Rotterdam, we zijn ook nijvere lieden
kortom, ik had het gevoel: Renda,
hier blijven we zitten, hier hebben we
het uitstekend".
Maar zo was het niet, want de Hil-
ton-organisatie had inmiddels zoveel
hotels in Europa, dat men de tekor
ten links of rechts uit de eigen „voor
raad" mensen ging aanvullen en voor
dat hele personeelsbeleid een apart kan
toor opzette, in Brusel, Avenue Maurice
nummer 1. En wie zou daar met Hilton-
mensen gaan schuiven, nieuwe mensen
aantrekken, anderen overplaatsen? Na
tuurlijk, Arenda Spiele en ze doet het nu
alweer een kleine drie jaar.
Wéér een flat ingericht, aan de bui
tenkant van Brussel. „Heerlijk, met te
genover me een bos om te wandelen,
ik ben tenslotte een meisje van buiten
en gek op groen", zegt ze. En intussen
helpt ze haar directeur, de heer Rudi
Baseier, met de ontwikkeling van nieu
we projecten.
uit Europa komt het grootste aantal
overplaatsingen, mensen die bijvoorbeeld
elders ervaring willen opdoen. Maar uit Tehe
ran of Tunis komen net zo goed de vragen
mag die telefoon er even tussen door?
Hallo? Ja, ik ben het. Wat zeg je Wim? Oh,
die zaak wordt druk geregeld, we moeten
nog twee of drie mensen hebben, dan is het
rond."
ir wie bij ons komt moet praktisch alle
afdelingen doorlopen en zo ervaring opdoen.
Daarom komen bij ons de promoties ook van
binnen uit
■ImMmMMmxm
Een dertigjarige kunstschilder uit
het Britse Surbiton is veroordeeld tot
30 gulden boete wegens belediging van
een ambtenaar in functie. Hij had een
politiehond afgeblaft.
In Emmen loopt het onderwijs straks
letterlijk en figuurlijk op rolletjes, de
gemeente wil drie verrijdbare schoollo
kalen aanschaffen om te voorkomen
er bij scholen die te klein zijn geworden
kostbare noodvoorzieningen moeten
worden getroffen. De mobiele scholen
die kant en klaar worden geleverd door
ëen firma uit Montfoort, hebben elk een
oppervlakte van 58 vierkante meter.
Behalve een leslokaal, bevat zo'n rij
dende school een voorportaal met gar
derobe en toiletten. Zij is verder voor
zien van verwarming, verlichting,
vloerbedekking en gordijnen. Het ding
kost 27.200 gulden per stuk, maar de mo
biele school kan ook worden gehuurd
voor 125 per week.
ROTTERDAM Met een vreedzaam treffen tussen Nederlanders en En
gelsen op tal van fronten zal in de tweede week van juni de actie van Michiel
de Ruyter in de mond van de Medway driehonderd jaar geleden worden
herdacht.
De tocht naar Chatham van De Ruyter betekende voor de Britse vloot één
van de pijnlijkste nederlagen uit de geschiedenis. Achthonderd zeesoldaten be
zetten het fort bij Sheerness, de schepen van De Ruyter voeren de ketting stuk
die de Medway afsloot en vernietigden de beste oorlogsbodems waarover de
de Britse vloot in die dagen beschikte.
De herdenking valt samen met een Hollandse week, die in Chatham en omlig
gende plaatsen wordt gehouden. Er worden duizenden Nederlanders verwacht,
van wie een deel zowel te land, ter zee als in de lucht in wedstrijden zijn krach
ten met de Engelse gastheren zal meten.
„Men vraagt zich af waarom wij zoveel ruchtbaarheid geven aan één van de
minst glorieuze episodes uit onze geschiedenis", zegt brigadier B. Chicester Cook,
één van de organisatoren van de Hollandse week. Hij komt er eerlijk voor uit:
„We willen de herdenking gebruiken om de aandacht van de Nederlandse en de
Engelse zakenwereld te vestigen op de overslagmogelijkheden in de havens langs
de Medway. De militaire nederlaag van toen moet ons vandaag een overwinning
op zakelijk gebied brengen".
Voor dit doel zullen de winkels in Chatham, Sheerness en andere plaatsen tij
dens de Hollandse week worden afgeladen met Nederlandse produkten. Er be
staat een grote vraag naar Nederlandse meisjes die deze produkten aan de En
gelse man moeten brengen.
Toch zal het accent komen te liggen op de zeilwedstrijden met Engelse en Ne
derlandse deelnemers, die dagelijks worden gehouden. Hoogtepunt wordt een race
van Hoek van Holland naar Chatham.
Verder zullen Nederlandse oorlogsschepen met niets dan vriendelijke bedoelin
gen afmeren in de havens langs de Medway en zullen de Marinierskapel en de
kapel van de Koninklijke Luchtmacht met Engelse militaire orkesten dagelijks
voor muzikaal vertoon zorgen.
„Vroeger gingen wij overal heen om
te kijken of we er een hotel konden
zetten, tegenwoordig komen de steden
bij ons, omdat ze redeneren: als er
een hotel komt, trekt dat mensen en
dat brengt commercie".
Vier keer is ze de afgelopen twee
jaar naar Tel Aviv geweest om daar
het Hilton „te helpen openen", zes
weken zat ze om dezelfde reden in
Parijs, eind van deze maand „helpt ze
Brussel openen".
En intussen schuift ze hotelmensen
Europa door. „Overplaatsing is bij ons
een soort beloning", legt ze uit. En
ze is er niet weinig trots op dat Ne
derlandse hotelmensen nu ook van
Trinidad tot Istanboel werken en dat
het niet alleen de Zwitsers zijn, die de
internationale roep hebben.
Dan moet ze weg. Ze roept tegen
haar (Nederlandse) secretaresse:
„Nou, ik ga met vakantie! Ach, wat
klets ik nou? Ik bedoel, ik ga even
weg, tot straks".
Buiten stapt ze in haar kleine rode
Volkswagen, zwaait en is verdwenen.
Arenda uit Twekkelo.
WILLEMSTAD Deze maand heeft de gouverneur van de Nederlandse
Antillen, mr. N. Debrot, op een schitterende tropenavond met een lange lont
en een daverende knal een fraai maar bescheiden vuurwerk ontstoken in de
buurt Marie Pompoen op Curasao.
Luid sissend schoot een vlugge vuurpijl omhoog om boven de hoofden van en
kele honderden toeschouwers uiteen te barsten en een parasol van honderden
vallende rode sterren rond te strooien. Het schouwspel leek op een van de fan
tastische tropische bloemen, die men flamboyant noemt.
Het oudste gebouw van Utrecht de
uit 1937 daterende koopmansburcht
Oudaen aan de Oude Gracht, zal voor
taan huisvesting gaan bieden aan de
studentenvereniging Veritas. Die heeft
het gebouw, dat sinds 1759 bejaardente
huis is geweest maar al enige tijd leeg
staat, voor 600.000 gulden gekocht.
Eenzelfde bedrag zal de verbouwing
kosten. Aan de gevel van Oudaen mag
niets worden veranderd. Daarin zitten
nog kanonskogels uit de Tachtigjarige
Oorlog. De voormalige ridderzaal met
antieke schouw zal worden ingericht
tot een eetzaal voor vijfhonder mensen;
de sociëteit voor de zestienhonderd le
den van Veritas komt in de kelderge
welven.
Een hondje in het Siciliaanse stadje
Montreale heeft vier mensen in de cel
gebracht, maar is zelf buiten schot ge
bleven. Het hondje Fuffi beet een 6-ja-
rig jongetje toen zij samen op straat
speelden. Zijn ouders werden boos en
vader en een oom besloten de eigenaar
van de hond eens mores te gaan leren.
De ruzie liep ten slotte uit op een com
pleet gevecht, waarbij de eigenaar van
de hond een pistool trok en driemaal
schoot, evenwel zonder iemand te ra
ken. Vervolgens sloeg hij met de kolf
van het pistool de twee broers op het
hoofd. De politie vond het toen welle
tjes; zij arresteerde de hondebezitter,
diens vrouw en de twee broers. Fuffi en
zijn slachtoffertje losten de zaak an
ders op. Kort na de arrestaties speelden
ze weer samen op straat.
ROTTERDAM Er zijn plannen op
papier gezet voor een metronet in
Rotterdam. Worden deze plannen
van de direceur van het Rotterdam
se gemeentelijk vervoerbedrijf, drs.
C. G. van Leeuwen, ooit uitgevoerd,
dan blijft het niet bij de ene lijn Cen-
traal-Station-Zuidplein, die nu bijna
klaar is en die in februari in gebruik
wordt gesteld.
Volgens de plannen van drs. Van Leeu
wen wordt de lijn C.S.Zuidplein
doorgetrokken tot Spijkenisse. Deze
lijn wordt in het centrum van de
stad ten zuiden van de Coolsingel
gekruist door een lijn van de nieuwe
wijken in Schiedam naar Alexander-
polder. Een aftakking van deze lijn
ter hoogte van het Marconipletn
geeft verbinding met het Centraal
Station.
Als aanvulling op dit metronet stelt
drs. Van Leeuwen zich een net van
negen tramlijnen voor, die van de
ene buitenwijk van de stad naar een
andere lopen, maar altijd door het
centrum verder busdiensten. Met
tramlijnen is drs. Van Leeuwen zo
zuinig mogelijk geweest, omdat in
de exploitatie een tramkilometer een
rijksdaalder kost en een buskilometer
1,50 gulden.
Uitvoering van dit plan kan nog tien
tallen jaren duren, schrijft drs. Van
Leeuwen in een nota aan de gemeen
teraad. „Maar al is de financiële si
tuatie slecht, door nu zulk een ver
voersplan vast te stellen, kan grond
gereserveerd worden en de mogelijk
heid worden geschapen, dat in nieu
we wijken het openbaar vervoer
over een onafhankelijke baan be
schikt.
Op de achtergrond of was het de
voorgrond schitterde de energieke,
jeugdige Edese zakenman Berend Haze-
leger, de man die hier vijftien maan
den geleden even op bezoek kwam,
zich van een hotelkamer verstoken zag
en er toen zelf maar een bouwde: Cu-
ragaos moderne Flamboyant Beach Ho
tel.
In die betrekkelijk korte tijd van
iets meer dan een jaar heeft Hazeleger
kans gezien om zijn naam hier op ie
ders lippen te brengen. Of eigenlijk
deed dat Leo Uittenbogaard, vroeger
hoofdredacteur van de Wereldkroniek,
later perschef van Hazeleger en thans
mededirecteur van Hazeleger Internati
onal. Behalve van de Wereldkroniek
kennen velen in Nederland hem van
zijn grote aantal lezingen over zijn we
reldreizen, waarbij hij steeds kans zag
om bij hetzelfde uitroepteken in tra
nen uit te barsten.
Het is deels zijn redenaarstalent,
niet door alleen even hooggeschat waar
het de werkelijke diepgang betreft,
dat op Curagao van Hazeleger een
soort idool heeft gemaakt. In de gunsti
ge zin des woords dan.
Berend Hazeleger betekent iets voor
Curasao en wellicht in de toekomst
iets voor de gehele Nederlandse Antil
len. Het bijzondere van het Flamboyant-
hotel is, dat het in de hedendaagse
serie het eerste is dat zonder overheids
steun tot stand is gekomen, met uitzon
dering van een ggrantie van twee en
een half miljoen Antilliaanse (bijna
vijf miljoen Nederlandse) guldens van
het eilandbestuur voor een te sluiten
financieringslening ten behoeve van de
fase.
Het aanvangsenthousiasme van de
Edenaar is intussen allerminst ver
flauwd. Nog voor zijn thans 72 en aan
het einde van dit jaar 136 kamers tel
lende hotel werd geopend, ontvouwde
hij een plan om in de nabijheid ervan
nog eens vierhonderd vakantiebunga
lows te gaan neerzetten.
Ter gelegenheid van de opening
bracht ook de directeur van het Insti
tuut voor Sociale Wetenschappen, drs.
K. van Santen, uit Den Haag, tevens
flnancieel-éébhómisch adviseur van Ha
zeleger International, een bezoek van
een week aan Curagao. Het hotel was
voor hem kennelijk niet de hoofdzaak,
want in die week werkte hij enkele
tientallen afspraken af. Alles om gege
vens te verzamelen teneinde beter ant
woord te kunnen geven op de hem
bij herhaling in Nederland gestelde
vraag: Welke mogelijkheden bieden de
Antillen voor andere sectoren van het
Nederlandse bedrijfsleven?
Hij kreeg snel een schat van infor
maties, want „de gesprekken kwamen
alle onmiddellijk tot de kern van de
zaak, dank zij de goede kwaliteit van
de gesprekspartners", aldus de heer
Van Santen. Zijn conclusie is helder
en hoopgevend: er zijn hier uitsteken
de kansen voor de veredelingsindustrie.
Het land zelf is arm aan grondstoffen,
maar men kan ze importeren, op een
voordelige wijze verwerken en de fa
brikaten of halffabrikaten deels op de
binnenlandse, maar voor een veel gro
ter deel op de nabije Noord-, Midden-
en Zuidamerikaanse markten afzetten.
Daartoe zijn fabrieken nodig. Ook
daarvoor heeft de heer Van Santen via
Hazeleger een oplossing. Al jaren lang
bouwt Hazeleger in Nederland fabrie
ken voor liefhebbers, die ze ofwel hu
ren, in huurkoop nemen of direct na
de oplevering kopen. Het blijkt voor
vele fabrikanten aantrekkelijk te zijn
niet zelf met de hoofdpijn van nieuw
bouw naar bed te gaan en bovendien
is het in tal van gevallen ook finan
cieel aanzienlijk voordeliger. De voor
beelden hiervan vindt men onder ande
re in Ede en in Zevenaar. Dit systeem
nu Wil Hazeleger ook op de Neder-
derlandse Antillen toepassen.
De directeur van het I.S.W. heeft
nog een andere pijl op zijn boog: met
ingang van 1 september wordt een af
deling van het instituut op Curagao ge
vestigd. Tijdens de vele gesprekken
hier is het hem duidelijk geworden
dat er
a) een schreeuwend gebrek is aan
middenkader voor handel en industrie-
en.
b) een zeer grote belangstelling
bestaat voor de scholing van dat ka
der.
Aan het einde van de week was dan
ook al de beslissing gevallen dat om te
beginnen wordt gestart met de oplei
dingen voor elementaire bedrijfsecono
mie in samenwerking met het
P.B.N.A. te Arnhem en voor assis
tent-econoom. Daartoe is een staf van
docenten nodig, maar die zijn alle in
de Nederlandse Antillen voorhanden.
Zoals de heer Van Santen opmerkte:
„Er zijn hier uitstekende economisten".
Voor de verdere toekomst denkt hij
aan het instellen van cursussen voor
bedrijfseconoom, sociaal-econoom, be-
drijfsmanegement en marketing-assis-
tent. Bedrijfsleven en overheid zijn en
thousiast en de Antilliaanse aspi
rant-cursisten zijn altijd bereid hun
kennis te vergroten.
Indien al deze plannen kunnen wor
den verwezenlijkt en wij zien niet
in waarom dit niet het geval zou zijn
dan staat reeds nu vast dat de
naam Berend Hazeleger „Van het
een komt het ander" in de toekomst
met gouden letters in de Antilliaanse
kronieken zal worden vereeuwigd.