Passagieren op t nieuwe Schiphol DROOG-Z WEMMEN COMPUTER BOEK EES GELE OVERBOEKEN nimf lilllllllllllllllllllllllllllilllillllllllllillllllllllillllllllillllllllllllilllllllllllllllHlllllllllllllllllllllllllllülllllllllllllllllillllllllllilllllllllllllllilllillllllllillllllll Voor het nieuwe stationsgebouw begon de oefening. waarna Mieke Haasnoot enige knopjes indrukte. zodat ik in het hart van het Airlord-systeem werd geregistreerd. TT/ét rechtsaf, meneer: en een goede reis". Op het nieuwe Schiphol hen ik mijn „reis" begon nen. Ik ben niet de auto gekomen via de verhoigde weg die vertrekken de luchtreizigers voor Schiphol s nieuwe stationsgebouw brengt. Vóór mij het indrukwekkende front en rechts de hoge verkeerstoren met zijn groene oog erbovenop. Op vier plaatsen tegen het stationsgebouw lijken vliegtuigvleugels rechtop te zijn gezet. Zij blijken niet alleen de cor te zijn; ze breken de wind. wordt mij later uitgelegd. Het lijkt me wel nodig als hier een harde wester tegen aan blaast. Achter de glazen fagade loop ik ach ter mijn kruier aan (f 0,75 voor de eerste collo, f 0,50 voor elke collo meer, lees ik op zijn witte overal). Hij weet de weg in de grote hal. Ik moet naar Londen, zo lees ik op het reisbiljet dat ik in mijn hand gestopt heb gekregen. Er zijn meer mensen met die bestemming, al zullen we er geen van allen komen. We zijn slechts proefkonijnen, maar we hebben er plezier in. „Try-out" noemen ze dat; ik wil het gewoon droog-zwem- men noemen, oefenen met de ultra-mo derne apparatuur waarmee op de nieu we luchthaven de passagiers worden geregistreerd en „afgehandeld" zo als dat heet. Bij Mieke Haasnoot, één van de m'eisjes achter lange balies, wordt ik „ingecheckt". Mijn koffer staat op een weegschaal die tegelijk lopende band blijkt te zijn. Met een pedaal zet Mie ke Haasnoot de band in werking. Mijn koffer drijft weg, wordt overgenomen door een andere lopende band die ach ter alle balies langs loopt, en ver dwijnt door een gat. Met een label eraan, zal hij in één van de grote kel ders onder het stationsgebouw terecht komen. Hij zal over andere transport banden gaan en met een wagentje over het platform rijden. Koffer en ik zullen in hetzelfde vliegtuig de reis maken en we zullen elkaar op onze plaats van bestemming weer ontmoe ten. De K.L.M. heeft voor de passagiers afhandeling heel vernuftige' elektro nische apparatuur laten moteren: Air- lord, waarvan de onderscheidene let ters staan voor: AIRlines Load Opti misation Recording and Displai-System. Oftewel: hoe je een vliegtuig zo gunstig mogelijk belaadt en de gegevens daarover vastlegt en weergeeft. Als ik bij juffrouw Haasnoot mijn reisbiljet afgeef, word ik in de compu ter gestopt, die het hart van het Air lord-systeem is. Op het paneel voor haar licht de route op van het vlieg tuig waarin ik mee moet. Zij drukt op wat knopjes: het uur van vertrek licht op, en wordt afgedrukt op mijn instap- kaart. In de „operations-room", waar de computer staat, kunnen ze nu met een aflezen hoeveel passagiers en hoe veel bagage er in „mijn" toestel nog bij kunnen. Er is geen vertraging, maar zou die er wel zijn geweest, dan zou ik die meteen opgegeven hebben gekregen met het verwachte, werkelijke uur van vertrek en met de oorzaak van de vertraging, erbij. Uit het hart van de Airlord komt een signaal waardoor op mijn instap- kaart wordt afgedrukt waar ik mijn die zich als een grote zuignap aan mijn vkegtuig lijkt te hebben gehecht. vliegtuig zal vinden: in Pier C bij gate uitgang nummer 44. Juffrouw Haasnoot wenst mij met een lieve lach een goede reis, en ik loop in de rich ting die zij mij heeft gewezen. Voor mijn bagage hoef ik niet extra te betalen. Ik heb zelf kunnen waarne men dat mijn koffer maar dertien kilo woog. Pas bij meer dan twintig kilo wordt de schaalverdeling van de weegschaal annex transportband rood, hetgeen betekent dat er moet worden bijbetaald. Ik krijg het couponnetje voor de „vergoeding- passagiersacommodatie", deze keer gratis. „Vijf gulden", zegt de jongedame achter de kleine balie ech ter, om het spel helemaal mee te spe len. Na mij komt een „passagier" voor Tokio. Hij is duurder uit: zeven en een halve gulden. Marechaussee-wachtmeester Munnik controleert paspoorten: mijn naam komt stellig niet voor in het boek dat hij onzichtbaar voor de passagier in zijn hokje heeft liggen. Ik word, bij mijn weten, niet gezocht door de politie of door enige andere instantie die mij zou kunnen beletten het land te verlaten. Voor mij ligt nu de reusachtige wachtkamer. Duizend mensen kunnen er zitten. Links hangt aan een paar kettingen een vreemd roestkleurig ge val van, zo te zien, aan elkaar gelaste stukjes ijzer. „De roestige wolk" wordt- Op een groot bord vind ik nog eens de bestemmingen en vertrektijden van vliegtuigen. Bij de vluchtnummers staat steeds een vignetje van de maatschappij die de vlucht uitvoert. Ook dit bord wordt van een centraal punt uit bediend. Er zijn immers meer van deze borden, en boven elke gate valt nog eens elke vlucht afzonderlijk af te lezen. Rechts achterin de hal is een bar voor koffie en voor een vluchtige hap. Boven, op een soort galerij, is een restaurant. Recht voor mij uit: Pier B. een schier eindeloze, brede gang die naar beide zijden prachtig uitzicht biedt op het verkeersplatform. Maar ook zo lang dat het haast wenselijk lijkt brood voor onderweg mee te ne men als je aan het uiterste eind moet wezen. In het midden lopen echter rol lende tapijten. Je hoeft er alleen maar op te gaan staan, waarna je vanzelf de pier doorschuift. Wij zwemmen echter droog en daar om bewegen die dingen nog niet. Straks zullen er ook nog wel wagen tjes zijn voor mensen die moeilijk uit de voeten kunnen. In snelle vaart ijlt een KLM'er langs mij heen. Hij heeft een soort autoped geconstrueerd; een gele. Ik moet trouwens helemaal niet in Pier B zijn. Mijn weg leidt naar rechts, langs het centrum van winkels waarin je belastingvrij allerlei zaken kunt kopen. Ze zijn nu nog leeg, maar als na 8 mei hier duizenden passagiers per dag rondlopen, zal deze hoek een van de drukst bezochte in het stati onsgebouw zijn. Voor alcoholica is er zelfs een grote zelfbedieningszaak waar, gezien het grote aantal .kassa's, kennelijk ontzettend grote aantallen kopers worden verwacht. De koffiebar is nog niet klaar maar voor de imitatieluchtreizigers, de figu ranten, is er wel wat geïmproviseerd: koffie uit een kartonnen bekertje met een plastic lepeltje om te roeren. Ik moet achter in Pier C zijn. Er ligt nog plastic over de met groene stof beklede zetels in de wachtruimten bij de gates. Het is een geweldig ge zicht als je naar buiten kijkt. Want wat je op het oude Schiphol niet had, heb je hier: startende vliegtuigen zou je hier, bij wijze van spreken, haast kunnen aanraken. Zo dichtbij razen ze over de baan. De Airlord heeft ook hier zijn ver takkingen. Wie op Schiphol aankomt en met een andere machine verder moet, kan zich meteen in de pier al op dat andere toestel laten boeken. Ik word nu slechts geacht kalm te wach ten op het vertrek. Als het zover is gaat een deur .open die toegang geeft tot de tunnel van een Aerobrug. Mijn instapkaart wordt nog eens bewerkt, waardoor aan de Airlord wordt doorgegeven dat ik mijn weg heb gevonden en de laatste me ters naar het vliegtuig aan het afleg gen ben. Er staat nu inderdaad een vliegtuig aan de andere kant van de Aerobrug. De volgende week zal er bij elke ge bruikte gate een staan. Mijn DC-8 blijft nu staan. Er melden zich andere figuran ten-luchtreizigers bij ganet nummer 44. Zij zijn de overstappers ofwel de transis-passagiers zoals ze in de lucht vaarttermen worden genoemd. Ze heb ben al een „luchtreis" achter de rug. gemaakt over het platform per auto bus van Maarse Kroon. Met mij reizen ze nu naar hun „eind bestemming." en ik word de pijp (Aviobrug) ingestuurd .een laatste administratieve behandeling. .maar met-veel meer decor dan op het oude Schiphol. en dat wordt een forse wandeling in de richting van de vliegtuigen. I ir terwijl mijn koffer op weg ging naar een van de kelders. ir ...kon ik mij aansluiten bij de andere proefkonijnen bij de marechaussee. het grote Solari-bord stuurt me naar pier C. Ililillllllllllllllll

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 17