In 126 jaar tijds was geen kroonprins meer geboren ZIEZO L I J/j de namiddag van vrijdag 4 september 1840 donderden hon derd een kanonschoten over Den Haag. De aanzienlijke he ren in de sociëteiten rond het Buitenhof onderbraken hun ge keuvel. Op de ministeries legden de commiezen voorzichtig de ganzepen op de lessenaar. Het werkvolk in de fabrieken mocht even de tandwielen tot stilstand brengen Ook de vrouwen en de kinderen die er dagen van vijftien uur maakten. Het lawaai van de schoten golfde over de duinen naar Scheveningen. waar de internationale aristocratie zich vermeide in het lustige badleven. Het zeewater met zijn wonderbaarlijke geneeskracht was weer heerlijk die nazomer se dag: 65 graden Fahrenheit. ZATERDAG 29 APRIL 1967 r In juni 1964 hadden prinses Beatrix en Claus von Amsherg elkaar voor het eerst ontmoet. Dat was op de bruiloft van prins Maurits von Hessen en prin ses Tatiana von SaynWittgenstein, in Berleburg. Er braken in het voorjaar van 1965 vreemde maanden aan voor Nederland. De heer Von Amsberg volstond met de mededeling, dat hij bevriend was met prinses Beatrix, meer niet. De onzekerheid bleef tot 28 juni. Toen maakte ko ningin Juliana zelf de verloving bekend. Het was de dag van paleis Soestdijk, waarop in verscheidene lange interviews bijzonder openhartig antwoord werd ge geven op veel vragen naar aanleiding van de verbintenis. Een paar uur later die dag zou koningin Juliana tot het Nederlandse volk zeg gen: „Als ouders hebben wij echt het vertrouwen, dat de verbintenis van deze twee mensen in alle opzichten gelukkig zal zijn. Ik kan u verzekeren: het is goed. Laten wij het jonge paar alle geluk toewensen in hun verdere leven." Eén van de hoogtepunten van dat geluk is nu bereikt. De twee stambomen, links en rechts in beeld gebracht, hebben samen een nieuwe loot gekregen. De mensen spitsten de oren. De artillerie was immers een me dium van publiciteit. Hoezeer redacteur en drukker van het Dag blad van 's-Gravenhage zich ook repten om met hun extra editie op straat te komen, de vuurmonden waren hun voor om kond te doen, dat de gemalin van Zijne Koninklijke Hoogheid de Erf prins van Oranje van een zoon was bevallen. De vlaggen werden uitgestoken, het klokkenspel liet zich horen. De oude koning Willem spoedde zich naar het paleis aan het Plein om een blik op zijn achterkleinzoon te werpen. Binnen enkele dagen verna men alle 2,7 miljoen Nederlanders, dat de Oranjedynastie nu tot en met de vierde generatie was geconsolideerd. Wat men niet wist, wat men niet weten kon was, dat men die vierde september 1840 de geboorte meemaakte van de laatste „kroonprins" tot heden. Want de kleine prins Willem is niet een schakel geworden die het ene geslacht aan een ander kon ver binden. Hij was voorbestemd om als koning Willem IV land en koloniën te regeren. Hij stierf echter ongehuwd, 38 jaar oud, en ook zijn beide jongere broers hebben de Oranjedynastie niet in stand kunnen houden. Na Willem III volgden dan ook koningin Wilhelmina, daarna kwam koningin Juliana en na haar zal volgens menselijke be rekening prinses Beatrix de troon bestijgen. En pas nu. anno 1967, heeft het geschut andermaal 101 schoten kunnen laten horen. Welk een onvoorstelbaar lange periode ligt tussen beide ge beurtenissen. Het Nederland van september 1840 bevindt zich wel heel, heel ver achter ons. Werpen wij de blik terug tot die tijd, dan kijken wij eigenlijk naar een ver verwijderde planeet met merkwaardige wezens, een planeet waarop de ontwikkeling heeft gestagneerd en de wezens in grote meerderheid zelfs hun honger apathisch dragen. In het bijzonder rustige Nederland van 1840 was de geboorte van prins Willem een belangrijke gebeurtenis, een druk gedribbel in en rond een ivoren torentje, dat hoog op rees boven de saaie sleur van alle dag. Amper had dokter J. H. J. Wellenbergh de eerste prinselijke geluidjes aan de baby ont lokt of de officiële retoriek barstte los. De jonge prins zou, mits de gebeden van de Nederlanders werden verhoord, eenmaal het sieraad zijn van zijn geslacht en de welvaart en de roem des va derlands verhogen, constateerde het „Dagblad van 's-Gravenha ge". 's Avonds werd op het geluk van het prinsje het glas ge heven in de huizen der aanzienlijken en de gegoede burgerij, na afloop van de feestelijke voorstelling van de Italiaanse opera, die het successtuk „Lucia di Lammermoor" van Gaetano Doni zetti gevoelvol had vertolkt. Trouwens, ook de paupers werden niet vergeten. Meteen na de geboorte begaf de secretaris van de jonge vader zich met een tas vol geld, 400 harde guldens, naar de Haagse burgemeester, ter verdeling onder „ongelukkigen en behoeftigen" Grootvader ging een bezoek brengen aan het paleis aan het Voorhout, waar juist de eerste steen moest worden gelegd voor de nieuwe schil derijenzaal. De verzamelde „werkgasten" brachten vier toe passelijke lofzangen ten gehore. Neen, dan was het te Parijs die dag anders. Daar dromden de „werkgasten" samen op de boulevards en bouwden zij barri caden in de zijstraten. Daar moest de koning troepen en gendar mes met artillerie samentrekken nadat 55.000 arbeiders in sta king waren gegaan. „De bewegingen onder ver schillende klassen van werklieden, die weigerden te arbeiden indien zij geen hoger loon en betere voorwaarden kunnen bedin gen, nemen een ernstig aanzien", luidde het telegrafische nieuws uit de Franse hoofdstad. Bij honderden werden zij gearresteerd, de oproerlingen. Zo dreigend leek de ontwikkeling, dat zelfs te Brussel de politie ver dubbelde waakzaamheid betrachtte. Maar tot Nederland, tot Den Haag, kon de beweging niet doordringen. Het water van de Hofvijver bleef even rimpelloos als voorheen. Was er dan helemaal geen wolkje? Een kleintje, misschien. Te Groningen was een proces gaande tegen een groepje gevaarlijke lieden, 'n zekere schandaal journalist Eillert Meeter en consor ten, die zich hadden misdragen door het uitgeven van de pro vocerende publikatie „Tolk der Vryheid", waarin de koning en i andere gezagsdragers op kritische wijze waren besproken. De straf was niet mis: vijf jaar gevangetiisstraf voor de voornaamste beklaagde. Er werd in de krant weinig aandacht aan geschonken. Veel meer belangstelling was er voor de ijzeren spoorweg die sinds elf maanden tussen Amsterdam en Haarlem met 30 km per uur trekschuit en diligence voorbij raasde. De eerste trein in Nederland. Geregeld werd gemeld hoe het ging met het opzien barende project, dat een totale ommekeer op verkeersgebied betekende. In één maand tijds werden al 50.000 passagiers ver voerd. Zij waren de' voorboden van een komende tijd: de barricaden van Parijs en de trein in Amsterdam. Voorshands echter konden zij het kneuterige leven in de vorstelijke residentie niet beroeren. De staatszaken werden er behartigd door de oude getrouwen, waarmee de autocratische koning zich sinds mensenheugenis had omringd en die de gewenste continuïteit waarborgden. „Alles gaat regelmatig", annonceerden de artsen in het dage lijkse bulletin over de gezondheidstoestand van kraamvrouw en baby. Het leven kon dan ook zijn normale loop hernemen in Den Haag, de stad die niet was ontsierd door krotten en waar elke in woner volgens het getuigenis van een tijdgenoot kon beschik ken over een boom, een bloem en een vogel. geen tien dagen na de geboorte van de prins begonnen hardnekkige geruchten de ronde te doen in de koffiehuizen. De 68-jarige koning, die geheel van het volk was vervreemd, zou voornemens zijn op korte termijn afstand te doen van de troon. In die tijd bestond er nog geen RVD om zulk soort gepraat in goede banen te leiden. Er werd gemompeld dat de koning, sinds drie jaar weduwnaar, van plan was te hertrouwen met een hofda me van wijlen de koningin, Henriëtte gravin d'Oultremont. De gravin was niet alleen katholiek, doch minstens zo erg af komstig uit België, het „land van de muiters", waarmee men ne gen jaar op voet van oorlog had verkeerd nadat het zuidende banden met Noord-Nederland en Oranje bruusk had verbroken. Tegen het einde van de maand maakte het „Dagblad van 's-Gravenhage", voor het eerst, heel schuchter, van het abdicatie gerucht melding. Een week later bleek dat het juist was. Weder om kwam een extra editie op straat. De koning had 7 oktober af stand gedaan van de troon. Zijn zoon was hem onder de naam Willem II opgevolgd. Als gevolg van deze opzienbarende ge beurtenissen moest de doop van de kleine Willem, die onbewust een plaats was opgeschoven bij de troonopvolging, worden uitge steld. Op 4 november weergalmden echter andermaal de vreugde schoten in Den Haag en trokken de koetsen met het vorstelijk ge zelschap naar de Kloosterkerk, begeleid door kamerheren, la keien en een commando ruiterij. D was Den Haag in het jaar 1840, toen stamhouders van vier geslachten van het Oranjehuis, allen Willem genaamd, voor het laatst bijeen waren. Koning Willem II stierf in 1849 en werd opgevolgd door koning Willem lil, de vader van de jonge prins, die toen officieel kroonprins werd. De heilwensen, die zijn ge boorte hadden begeleid, gingen evenwel niet in vervulling. De prins wachtte een tragisch lot. Op 34-jarige leeftijd wilde hij uit diepe liefde trouwen met de 24-jarige Anna Mathilda gravin van Limburg-Stirum. Het voor nemen strandde op een hardvochtig „neen" van de koning en van alle anderen, die een gewoon adellijk meisje niet geschikt achtten als gemalin van de toekomstige koning. Verbitterd zwoer de erf prins, dat hij tot zijn dood vrijgezel zou blijven. Hij heeft woord gehouden. Weldra vestigde hij zich te Parijs, waar hij zich, zonder enig vast doel voor de toekomst, als „Prin ce Citron" in het elegante vermaaksleven van de Franse hoofd stad stortte. Hij stierf er 2 juni 1879 aan bronchitis. Zijn jongere broertje Maurits (niet in de stamboom op deze pagina ingetekend) was reeds op zesjarige leeftijd overleden. Zijn jongste broer Alexander tenslotte werd in 1884 het slachtoffer van tyfus. Zodoende was er geen prins om de 'troon te bestijgen. Maar er was wel een prinses, het dochtertje uit het tweede huwe lijk van koning Willem lil, de in 1880 geboren prinses Wilhelmi na, voor wie geen 101 vreugdeschoten waren afgevuurd doch die alle mannelijke Oranjes van het koningshuis in kracht zou over treffen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 9