„Er wordt teveel gekletst
aan conferentietafels"
Amphilex in
R.A.I. open
tot 22 mei
Wereldom vattende
strijd
tegen
weergoden
de
DE STRANDEN VAN ZUID FLEVOLAND
1
Boek
Suikergoed
Praten om
redenen van
prestige
Loop dagelijks
5 kilometer
GROOTSE FILATELISTISCHE MANIFESTATIE
Plannen gesmeed in Genève
Moeder van
29 kinderen
E'
Mr. Hendricus Luijk zat er zeli ruim 1000 uur bij:
VIJF DAGEN
URENLANG
PRESTIGE
DISCIPLINE
VUISTREGEL
TE LAAT
NA AANKOOP
STEM
STKANOm
Er wordt gekJetst in Nederland en het
motto is dan: „Meneer is in conferen
tie". Conferenties met het hoger
kader, conferenties met het midden
kader, conferenties met het lager ka
der. Een diepgaand onderzoek naar
1250 vergaderuren wijst aan, dat 43
procent van die tijd „ondoelmatig ge
bruikt" is. Maar we vergaderen rustig
verder. „Omdat", zegt mr. H. Luijk
in Wassenaar, „vergaderen voor een
belangrijk deel status is. Het staat veel
mooier om te zeggen: „Meneer is in
conferentie" dan „Jan is in het ma
gazijn".
Mr. Hendricus Luijk, vijftig jaar,
zeer bruin, achter een lange en antie
ke werktafel in zijn Wassenaarse huis,
is deskundige op het gebied van orga
nisatie en dan gespecialiseerd in wat
de organisatie van directies betreft.
Hij heeft geen collega's en dus ook
geen concurrenten. Vijftien jaar gele
den schreef hij een boekje: „Waar
blijft de tijd van de directeur?" Hpt
beleeft nu zijn achtste druk en is ver
taald in het Frans, Duits, Engels en
Deens. Sindsdien zijn er nog heel wat
studies van hem in druk verschenen.
Zo juist: „Doelmatig vergaderen". Hy
schrijft graag „op rustige plekjes in
het buitenland", zoals hij dat noemt
en daarom gaat mr. Luijk vier keer
per jaar naar het zuiden van Portugal.
Vandaar dat bruine gezicht.
Bij een hele serie directeuren van
grote fabrieken, brouwerijen en mid
delgrote bedrijven is mr. Luijk vijf
dagen in de kamer gaan zitten. „Ze
hadden dat tevoren uiteraard goed ge
vonden en ik zat daar als dwarskijker
gewoon de hele dag op te letten wat
ze deden, zeiden en dicteerden", ver
telt de heer Luijk. „Dat was een offer
voor mezelf mag ik zeggen, wan* nie
mand betaalde dat werk. Maar ik
moest het doen voor mijn onderzoek.
Dat directeuren het druk hebben wis
ten we. maar nu weten we dat ze veel
tijd verliezen door een verkeerde werk
wijze."
Het hele werk van een directeur be
staat uit communiceren: hij leest,
schrfjftff praat of luistert. „En daar
lag' mijn aangrijpingspunt", zegt de
heer Luijk. „Als ik een timmerman be
ter wil laten werken, dan moet hij
goed. kunnen èchaven, zagen en ga
maar door. Wil ik een directeur beter
laten werken, dan moet hij kunnen
praten, schrijven, luisteren en lezen."
dat „om de hoek kijken"
zt an die directeuren tot mr.
Luiji, „Wat moet een mens tegen
woordig toch verschrikkelijk veel pra
ten en confereren. Urenlang hebben we
vanmiddag weer zitten praten en je
vraagt jezelf af wat we ermee bereikt
hebben. En dat gaat zo de hele dag
door. Er komt geen eind aan; van de
ene bespreking rol je in de andere.
Praten en nog eens praten."
Waarom doet u het dan, probeer
de mr. Luijk voorzichtig. U bent toch
de baas in dit bedrijf?
„Dat is gemakkelijk gezegd", was
het antwoord. „Soms loop ik er ook
wel eens uit, maar het gaat niet al
leen om mezelf. Mijn naaste mede
werkers zitten er al net zo voor. Als
je ze nodig hebt zijn ze „in conferen
tie". Die hollen ook van de ene be
spreking naar de andere. Het is een
verschijnsel dat van kwaad tot erger
dreigt te worden. Het zou me niet ver
wonderen wanneer ik alles bij elkaar
zo'n veertig uur per week vergader.
En naar mijn persoonlijke mening is
zeker de helft verloren tijd."
De heer Luijk heeft van heel wat
vergaderingen bandopnamen gemaakt
en die naderhand weer bij de direc
teur van een bedrijf afgedraaid. Dan
kon hij laten „zien" wat er fout was.
Wat zijn de meest gemaakte fou
ten dan tijdens al dat geconfereer, me
neer Luijk?
„Er worden veel te veel mensen bij
gehaald die niets tot een vergadering
kunnen bijdragen, maar er om pres-
tige-redenen voor worden gevraagd",
zegt hij. „Men bestudeert de stukken
voor de vergadering onvoldoende; wan
neer één man dat een dag tevoren wel
deed zou hij twintig mensen een halve
dag tijd besparen."
„Er is een hele lijst van fouten op
te stellen", vindt mr. Luijk. „Voorzit
ters die de vergadering niet strak ge
noeg leiden. Dikwijls is het doel van
de vergadering niet eens duidelijk. De
vergaderingen duren veel te lang. De
besluitvaardigheid is onvoldoende. Men
hoort zichzelf graag praten en is dan
veel te lang van stof. De vergader
techniek is zwak. Sommige mensen do
mineren veel te sterk. Er wordt enorm
geïmproviseerd en ga maar door."
En dan hebben wij tijdens onze con
ferenties als Nederlanders een groot
gebrek aan discipline, vindt de man in
Wassenaar.
„Het is net zoals in on^ verkeer",
geeft hij als voorbeeld. „Het is zeker
een karaktertrek. We wachten bij ver
gaderingen niet op onze beurt, we
gaan er dwars doorheen. Luisteren
doen we ook niet, we zijn al bezig
met wat we straks zelf gaan zeggen. En
dat gebeurt allemaal in de allerhoogste
kringen van overheidsbestel en be
drijfsleven.
Volgens mr. Luijk hebben we nog
niet goed in de gaten dat de wereld
verandert en dat de communicat>
tussen de mensen intensiever is ge
worden en zal worden. „Je kunt al
die auto's ook niet ineens wegschui
ven, dat is onzin, je moet er mee le
ren leven. Zo moeten we ook met ver
gaderingen leren leven; maar met
doelmatige vergaderingen. We hebben
de consequenties niet getrokken van
al die veranderingen; daarom corres
ponderen we ook nog op een manier
van vijftig jaar geleden."
Amerika is ons op het gebied van
„Meneer is in conferentie" ver voor.
„Dat wordt de middelbare scholieren
daar bijgebracht", zegt de heer Luijk.
„Vijftien jaar geleden zag ik daar al
hoe een jongetje van tien jaar een
kinderforum voorzat en op een keurige
manier iemand het woord gaf en het
hem ook weer ontnam. Wij doen
daar weinig of niets aan op onze mid
delbare scholen. Wij leren vier talen
niet gebruiken, we brabbelen maar
wat. Goed, in Amerika leren ze niet
veel vreemde talen, maar hun eigen
taal kunnen ze tenminste hanteren
en goed."
Leren luisteren, dat is volgens de
organisatie-deskundige in Wassenaar
ook een belangrijk ding. „Je kunt spre
ken met honderdenveertig woorden per
minuut, maar je kunt luisteren met
vijfhonderd woorden per minuut", zegt
hij. „Luisteren is een vaardigheid, die
je kunt leren, net zoals zwemmen en
balletdansen. We zijn als mensen zo
geconstrueerd, dat we goed kunnen
luisteren en dan de gedachten tot uit
drukking brengen."
Meneer Luijk, noemt u nu eens
een vuistregel om goed te vergaderen.
Ik heb het net allemaal zo duidelijk
zelf ondervonden: een vergadering van
twee en een half uur en na een uur
kwamen we tot de conclusie dat 3 pro
cent van wat er gezegd was tot dan
toe „bruikbaar" was.
„Een van de belangrijkste vuistre-
geld is: een vergadering goed voorbe
reiden. En geen mensen erbij halen
die toch niets kunnen toevoegen aan
het probleem of de zaak die bespro
ken moet worden", is het antwoord.
„Je praat met succes op basis van
goede stukken en er moet iemand zijn
die zoiets voorbereidt."
„En het leiden van een conferentie",
zegt mr. Luijk er meteen bij, „ook
belangrijk. Je moet geschoold zijn om
een vergadering voor te zitten en het
loont de moeite dat te leren. Als je
ziet hoe sportmensen zich inspannen
om iets te bereiken en je vergelijkt
dat met de moeite van al die verga
deraars, daar ligt een wereld tussen."
De derde in druk verschenen studie
(Doelmatig Vergaderen) wordt binnen
kort gevolgd door een vierde studie
van mr. Luijk en nog twee andere vol
gen. -
„Men heeft de communicatie en het
vergaderen dus onderschat", zegt de
man in Wassenaar. „Zelfs de meeste
nieuwe kantoorgebouwen van na de
oorlog hebben geen vergaderruimte. De
opdrachtgevers noch de architecten
waren zich bewust van die noodzaak en
nu pas realiseert men zich dat er ner
gens ruimte is voor besprekingen met
zes of twaalf mensen. Intussen zijn er
dan wel grote commissarissenkamers in
Het blad van de antieke werktafel
was eens een kerkdeur. Er achter zit
mr. H. Luijk. Hij zegt: „Een directeur
vertelde me over een conferentie: „Als
dan eindelijk na drie uur de conclusie
uit de bus komt, waarop je al die tijd
met de kriebels in je tenen hebt zitten
wachten, is er nog net tijd om een
datum voor een volgende bespreking
vast te stellen; ziek word ik ervan"
die gebouwen, waar men eens per jaar
bij elkaar komt."
De man die in zijn eentje werkt be
staat volgens de heer Luijk niet meer.
Het gaat allemaal in groepsverband,,
„Je moet snel even bij elkaar kunnen
komen iets bespreken en dan uitvoe
ren."
Hij vindt ook dat de werkruimten
van „onze duurste mensen" niet te
vergelijken zijn met de „werkruimten"
van de machineparken. „Vandaar dat
de laatste jaren de produktiviteit van de
handarbeider enorm gestegen is; veel
en veel meer dan die van de hoofdarbei
der."
„En vandaar weer", zegt mr. Luijk,
„al die hartaanvallen. Ik kan zo tien
gevallen in mijn naaste omgeving op
noemen; mensen met een hartinfarct.
En dat komt voor het grootste deel
doordat te veel praten, confereren, ver
gaderen en het zich ergeren omdat je
voelt dat je je tijd zit te verdoen, ter
wijl je eigen werk intussen licht te
wachten en zich opstapelt. Dat is een
reuze bron van frustatie."
„Geen wonder, die hartaanvallen."
De grootste filatelistische manifestatie in ons land op internatio
naal niveau, de Amphilex, heeft haar poorten geopend. De tentoon
stelling wordt gehouden in de RAI van 11 tot en met 21 mei. Zoals
dit destyds bij de Itep (1952) het geval was, zal op de tentoonstel
ling een speciale enveloppe verkrygbaar worden gesteld, die u
met de Amphilex-serie kunt frankeren. Indien ter plaatse gepost,
ontvangt deze enveloppe het tentoon-
stellingsstempel „Amphilex '67". Mocht
u in staat zyn een ietsje meer geld
neer te tellen, dan is ook daar reke
ning mee gehouden: ook voor de blok
ken bestaan nog enveloppen, maat
king-size weliswaar.
Verder worden er nog de volgende
„Dagen" gehouden: Ter gelegenheid
van de „Dag van de Jeugdfilatelie" op
12 mei en de „Britse Dag" op 15 mei
zijn er zowel speciale enveloppen als
speciale stempels. Speciale stempels
herdenken op 13 mei de „Dag van de
Poststukken- en Poststempelverzame
laars" en op 14 mei de „Dag van de in
ternationale Rally voor Aerofilatelis-
ten".
Elk van de hierboven vermelde vijf
stempels kunt u verkrijgen door in
zending van voldoende gefrankeerde
kaarten of brieven, die niet met
Amphilex-zegels bahoeven te zijn ge
frankeerd. Deze stukken moet u dan
vergezeld van een desbetreffend
verzoek in een als brief gefran
keerde omslag zenden aan de directeur
van het postdistrict Amsterdam. Duide
lijk moet worden aangegeven van welk
bijzonder stempel een afdruk wordt
gewenst. Op de omslag gelieve u dan
de aanduiding „Bijzondere stempeling
Amphilex 67" te plaatsen.
Wat de serie betreft nog het volgen
de: De prijs per serie bedraagt 1,20
gulden (drie zegels van 20, 25 en 75
cent). Een serie kan slechts verkregen
worden na de aankoop van een entree
biljet (op de tentoonstelling) ofwel door
middel van een zgn. pseudo-entreebil-
jet op een der districts- en hoofd
postkantoren in het land) ad 2,50 gul
den ofwel door storting van 3,70 gul
den (serieprijs 1,20 plus entree 2,50)
per serie respectievelijk 37 gulden per
stel blokken op postrekening 28 22 00
ten name van Penningmeester Amphi
lex 67 te 's-Gravenhage. Toezending ge
schiedt in dit laatste geval per „aange
tekend" zonder extra kosten.
De tentoonstelling is geopend van 10
tot 18 uur behalve op de openingsdag:
vanaf 14 uur en de sluitingsdag: tot
15.30 uur.
De stem van Amerika, wier dpej het
is bij te dragen tot het vestigen van
een vrije meningsuiting over de gehe
le wereld, straalt haar programma ge
durende achthonderd uur per week uit;
de helft ervan is gericht op landen
achter het IJzeren Gordijn. Ter her-r
denking van het feit dat de United Sta
tes Information Service 25 jaar gele
den de beschikking over een zender
park kreeg verschijnt op 1 augustus
een zegel van vijf cent.
Op 26 april verscheen een nieuwe
luchtpostwaarde van twintig cent,
waarop enkele Colombiaanse gaaien
staan afgebeeld naar een schilderij van
James Audubon. Deze zegel verscheen
in 1963 met een waarde van vijf
cent.
Dit jaar is het een eeuw her, dat
Canada een Dominion werd. De Ver
enigde Staten geven op 25 mei in het
VS-paviljoen op de Expo '67 te Mon
treal een zeer suggestieve zegel uit,
die symbolisch een typerend Canadees
landschap in beeld brengt: een diep
blauw meer te midden van beboste
heuvels men op de achtergrond met
sneeuw bedekte bergen, die afsteken te
gen 'n helderblauwe lucht, alles slechts
aangeduid met kleuren en contouren.
De zegel is in de Verenigde Staten zelf
niet geldig voor frankering.
President Kennedy is een der pro
minente Amerikanen die allengs wor
den afgebeeld op de nieuwe frankeer-
serie die thans stukje bij beetje haar
Een enorm plafond moet de grote hal
van de RAI overkoepelen om tijdens
de Amphilex de kostbare zegels tegen
het zonlicht te beschermen.
beslag krijgt. De zegel van 13 cent
verschijnt op 29 mei.
Honderd vijf tig jaar geleden op
4 juli, werd de eerste spade in de grond
gestoken voor wat acht jaar later fees
telijk werd geopend als het Erieka-
naal. Dit kanaal verbindt de steden
New York aan de Atlantic-kust met de
stad Buffalo aan het Eriemeer en heeft
een groot aandeel gehad in de ontwik
keling van New York en het gebied
rondom de Grote Meren. Hier op 4 ju
li een zegel met een waarde van vijf
cent.
Eveneens een 5 cent-zegel verschijnt
een dag later, op 5 juli, ter gelegen
heid van het vijftigjarig bestaan van
de Lions International club onder het
motto „Op zoek naar Vrede". Ook an
dere landen herdachten dit feit inmid
dels door de uitgifte van een bijzonde
re postzegel.
?w
OOSTELIJK FLEvOlF+JP
HONOLOELOE Eén van haar
babys is in een vliegtuig boven de
Grote Oceaan geboren, een andere op
een veerboot in Sydney, weer een an
dere in een auto en een vierde in een
ziekenauto.
Deze, plus nog andere geboorten
thuis en in het ziekenhuis, hebben
mevr. Cornelia Ibarra, die pas 50 is
geworden maar nog geen grijze ha
ren heeft, een levende nakomeling
schap van 29 kinderen gegeven.
Haar 60-jarige man is aannemer. Hij
werd vader toen zijn vrouw pas 11
was. Zij kregen drie keer een twee
ling. Vier andere kinderen stierven.
Hoe is het de ouders gelukt al die
kinderen op te voeden? De vader zegt:
„Wij hielpen de oudere kinderen die
op hun beurt voor de jongere konden
zorgen".
Drie zoons zijn vlieger geworden.
Eén zoon en een dochter zijn arts.
Een andere dochter is verpleegster.
Weer een andere zoon heeft een goede
baan bij een oliemaatschappij.
Heeft mevr. Ibarra haar handen vol
thuis? Ja, maar des avonds werkt ze
nog op een fabriek en voor ontspan
ning doen ze aan kegelen.
Ze verschynen haast onopgemerkt: langgerekte gele stranden aan de rand van
Zuideiyk Flevoland, op de grens van nieuwe dyken en water. De Dienst der
Zuiderzeewerken legt ze aan. Een aantal stranden nog ontoegankeiyk voor de
toerist liggen nu al kant en klaar by Muiderberg en Spakenburg. Andere
langs de in aanbouw zynde dyk tussen Nykerk en Harderwyk zyn in de
maak.
Ze zullen over enkele jaren worden
opengesteld. Ingenieur K. A. Bazlen,
hoofd van de afdeling Afsluiting en IJs-
selmeer van de Dienst der Zuiderzee
werken, noemt de stranden in één
adem met de ring van dijken, die dit
jaar door de voltooiing van het laatste
stuk (Nijkerk - Harderwijk), hermetisch
wordt gesloten om het daarna droog
te pompen Zuidelijk Flevoland. Achter
die ring blijven dan liggen: een (nieuw)
gedeelte van het Veluwemeer, het Gooi
meer, het Eemmeer en het IJ meer.
Ze hebben vier functies. Ze zorgen
ervoor dat de waterstand op het oude
land, de Veluwe blijft zoals deze altijd
is geweest, ze zijn onmisbaar voor het
transport van water, voor de scheep
vaart en voor de recreatie. De nieuwe
meren zullen over enkele jaren een ide
aal gebied voor de watersport en de
dagrecreatie worden, zoals het Veluwe
meer, waarlangs op een dag soms
meer dan zestigduizend toeristen
neerstrijken. Er zullen bakens en
lichtopstanden komen en ook wordt,
voor grotere schepen tot 1350 ton, een
vaargeul gegraven van zeventig meter
breed. In de stranden zijn „kaapjes"
gemaakt voor de aanleg van boten.
De nieuwe meren hebben nog meer
voordelen. Ze stellen het voortbestaan
van de haventjes in Elburg, Harder
wijk, Spakenburg, Amersfoort (in ver
binding met het open water door de
Eemmond), Huizen en Muiden veilig.
Een ander attractiepunt in het toe
komstige recreatiegebied vormt het
nieuwe eiland, dat nabij de Eemmond
is opgespoten. Op den duur zullen hier
boten kunnen aanleggen, zoals dat ook
zal gebeuren op de nu nog alleen op
papier bestaande eilanden bij Muider
berg.
Ook het al opengestelde gedeelte van
het Veluwemeer wordt nog beter uit
gerust: er komt deze zomer een nieuw
stuk strand bij, van ruim anderhalve
kilometer lang.
O
Na instant-koffie en instant-pudding
brengt Japan thans een instant-perma-
net. De krulspelden die hiervoor nodig
zijn worden door een batterij gevoed.
Wanneer de spelden zijn ingewikkeld,
wordt de stroom ingeschakeld. De
gehele behandeling duurt ongeveer
tien minuten. Het apparaatje kost ƒ31,-
Het weegt negenhonderd gram en is
kleiner dan de meeste damestasjes.
MILAAN „Heel wat mensen zou
den hun geluk en gezondheid terug
vinden, wanneer ze maar dagelijks
vijf kilometer zouden lopen", meent
de Sovjetrussische professor Vasili
Vasilevitsj Parin.
Hij zei dit op een conferentie in Ro
me. Lichamelijke inspanning betekent
„gymnastiek voor het DNA" (desoxy
ribonucleïnezuur), het belangrijkste mo
lecuul in ons lichaam, zegt hy.
De werkzaamheid van het DNA
heeft een gunstige invloed op alle or
ganen, ook op het psychische systeem.
Kleine mensen, rokers, zwaarlijvigen
en mensen die veel zitten, staan snel
ler bloot aan hartziekten. Wanneer de
mens in de ruimte zweeft, in een
staat van gewichtloosheid, heeft het
hart minder te doen en is het dus
minder vermoeid. Daar vindt het hart
een „oase van vrede" en ongetwijfeld
zullen hartpatiënten in de toekomst in
de kosmische ruimte worden verzorgd.
Professor Parin zei tenslotte ervan
overtuigd te zijn, dat mensen op de
maan en zelfs op Mars zullen landen.
'en permanente bestudering van de wispelturigheden van het weer over de
gehele wereld is geen vage toekomstdroom meer. Weerkundigen en andere
experts uit meer dan honderd landen zyn dezer dagen in Genève byeen geweest
om de grondslag te leggen voor een gezameniyke „aanval" van zogoed als de
gehele wereld op de grilligheid van het weer.
Het is de bedoeling dat deze aanval het volgende jaar zal beginnen en vier jaren
zal duren. De geraamde kosten zyn hoog vele tientallen miljoenen dollars
maar zy zullen er dubbel en dwars weer uitkomen zodra wetenschap en tech
niek de invloeden van de onberekenbaarheid van het weer op onze samenwer
king tot een minimum hebben beperkt. Weerkundigen zullen dan ongeveer van
moment tot moment op de hoogte zyn van de veranderingen van het weer in de
gehele wereld, en by het opstellen van hun weersverwachtingen een fantastisch
hoge graad van betrouwbaarheid kunnen bereiken.
EEN betere kijk op het weer dat
ons wacht is belangrijk voor de land
bouw, de visserij, de bouwvakken, de
horecabedrijven, de scheepvaart, de
luchtvaart. In streken die geregeld
geteisterd worden door wervelstormen
komt daar dan nog bij dat de mens
zich vlugger in veiligheid kan brengen.
Een betere kijk op het weer maakt de
mens dus minder afhankelijk van de
grilligheden van het weer.
Daarom ging het de meer dan drie
honderd deskundigen, die in Genève
bijeen zijn geweest. Vier jaren lang
moeten meteorologen in de gehele
wereld, met alle beschikbare middelen,
zoveel mogelijk gegevens over het
weer verzamelen en die gegevens zo
snel mogelijk ter verwerking doorge
ven aan nationale en regionale centra.
Die centra moeten de gegevens dan
weer doorgeven aan drie wereldcentra,
in Washington, Moskou en Melbourne,
welke onderling zijn verbonden door
een net van kabel- en radioverbindin
gen.
ER is de laatste jaren al zeer veel
verbeterd op het gebied van de weers
voorspellingen. Het net van meteo
rologische waarnemingsposten dat de
aardbol omspant is na de tweede
wereldoorlog veel dichter geworden.
Thans worden per etmaal in de gehele
wereld meer dan honderdduizend
weerkundige waarnemingen verricht.
Dat gebeurt door ongeveer achtduizend
waarnemingsposten te land, en verder
door zo'n drieduizend vliegtuigen en
vierduizend schepen.
Toch is dat net nog lang niet dicht
genoeg. Het zal in de komende jaren
sterk moeten worden uitgebreid, vooral
in de ontwikkelingslanden, waar nog
jaren een tekort aan weerkundigen
voelbaar zal blijven. De nog groten
deels witte plekken op de wereldkaart
van de meteorologen zijn de voor
naamste broedplaatsen van orkanen:
de wereldzeeën. Een betere kijk op het
zware weer dat telkens uit die hoek
dreigt kunnen de meteorologen zich
eigenlijk alleen van boven af verschaf
fen, omdat het ondoenlijk is op alle
wereldzeeën een redelijk dicht net van
weerschepen te vormen.
De weerkundigen verwachten in de
laatste toekomst zeer veel nut van
meteorologische kunstmanen, hun
automatisch werkende waarnemings
posten in de wereldruimte. Die ver
wachtingen berusten op de ervaringen
die zij nu al verscheidenen jaren
daarmee opdoen.
IN het Palais des Nations in Genè
ve, waar de wereldconferentie van
weerkundigen de afgelopen maand
werd gehouden, was een tentoonstel
ling ondergebracht die geheel was
gewijd aan het nut van de meteorolo
gische kunstmanen voor de samenle
ving. Een van de trekpleisters op de
tentoonstelling was de apparatuur die
wolkendekfoto's opvangt en reprodu
ceert welke door dergelijke kunstma
nen naar de aarde worden geseind.
In de periode 1968 t/m 1971 gaan de
weerkundigen het echter niet op die
ene kaart van de kunstmanen zetten.
Zij willen streven naar uitbreiding van
het aantal waarnemingsstations te land
met 270 en naar verbetering van de
apparatuur van ruim 1400 bestaande
stations. Ook achten velen hunner het
noodzakelijk dat er vijf tot tien drij
vende weerkundige posten, weersche
pen dus, zullen komen in het zuidelijke
deel van de Stille Oceaan en in de
Indische Oceaan.
Er moet volgens de Wereldorganisa
tie voor meteorologie (WOM), een
orgaan van de UNO, waarvan het
publiek maar zelden iets hoort, in de
jaren 1968 t/m 1971 hard worden
gewerkt aan de opleiding van de vele
honderden weerkundigen, waaraan in
de ontwikkelingslanden behoefte is. De
WOM schat dat aantal op 2755. Meer
opleidingen voor weerkundigen in
Afrika, Latijns Amerika en Azië zijn
daarom gewenst, en de bestaande op
leidingscentra moeten worden uitge
breid.
ZIJN enige tientallen miljoenen
dollars, samen op te brengen door
meer dan honderd rijke en arme
landen, voor de uitvoering van het
vierjarenplan van de WOM een som
waarop beknibbeld mag worden? Of
zou de mensheid bereid moeten zijn er
veel meer voor uit te geven? Een van
de deelnemers aan de conferentie, prof.
J. C. Thompson, heeft becijferd dat
een goed werkend wereldomvattend
net van weerkundige stations een eco
nomisch voordeel van zo'n zeventien
miljard dollar per jaar zou kunnen
betekenen. Dat is vele honderden ma
len zoveel als het geld dat de WOM
graag in vier jaren besteed wil zien.
De uitgeverij Hollandia uit Baarn en
de Amsterdamse journalist F. J. Lam
mere leverden binnen een week na de
geboorte van prins Willem-Alexander
het boek Vijf generaties Oranje af. Het
laatste hoofdstuk werd in de afgelopen
paar dagen geschreven en gaat tot en
met de geboorte-aangifte van het prins
je. Alleen het geharrewar over het
geharrewar over het streepje tussen
de namen Willem en Alexander staat
niet meer in het boek met als gevolg
dat de prins Willem Alexander Claus
George Ferdinand heet. Maar daar
zullen we maar niet te zwaar aan til
len.
De melkhandelaren in Groningen en
Drenthe gaan volgende week hun klan
ten stroop om de mond smeren. Dat
doen ze natuurlijk altijd uit zuiver
commerciële overwegingen maar vol
gende week doen ze er nog een schepje
bovenop. De melkhandelaren (niet boe
ren, want dat vinden ze niet aardig)
gaan proberen samen een tweehonderd
duizend suikerzakjes aan klanten te
verkopen. Zo'n zakje kost een gulden
per stuk, maar dat bedrag gaat naar
het vakantiecentrum in Roden voor de
gehandicapte jeugd. Als de melkhande
laren over een zoetgevooisde stem be
schikken en erin slagen alle zakjes te
verkopen, kan het vakantiecentrum vol
gend jaar in gebruik worden genomen.