„Er wordt teveel gekletst aan conferentietafels" Amphilex in R.A.I. open tot 22 mei Wereldom vattende strijd tegen weergoden de DE STRANDEN VAN ZUID FLEVOLAND 1 Boek Suikergoed Praten om redenen van prestige Loop dagelijks 5 kilometer GROOTSE FILATELISTISCHE MANIFESTATIE Plannen gesmeed in Genève Moeder van 29 kinderen E' Mr. Hendricus Luijk zat er zeli ruim 1000 uur bij: VIJF DAGEN URENLANG PRESTIGE DISCIPLINE VUISTREGEL TE LAAT NA AANKOOP STEM STKANOm Er wordt gekJetst in Nederland en het motto is dan: „Meneer is in conferen tie". Conferenties met het hoger kader, conferenties met het midden kader, conferenties met het lager ka der. Een diepgaand onderzoek naar 1250 vergaderuren wijst aan, dat 43 procent van die tijd „ondoelmatig ge bruikt" is. Maar we vergaderen rustig verder. „Omdat", zegt mr. H. Luijk in Wassenaar, „vergaderen voor een belangrijk deel status is. Het staat veel mooier om te zeggen: „Meneer is in conferentie" dan „Jan is in het ma gazijn". Mr. Hendricus Luijk, vijftig jaar, zeer bruin, achter een lange en antie ke werktafel in zijn Wassenaarse huis, is deskundige op het gebied van orga nisatie en dan gespecialiseerd in wat de organisatie van directies betreft. Hij heeft geen collega's en dus ook geen concurrenten. Vijftien jaar gele den schreef hij een boekje: „Waar blijft de tijd van de directeur?" Hpt beleeft nu zijn achtste druk en is ver taald in het Frans, Duits, Engels en Deens. Sindsdien zijn er nog heel wat studies van hem in druk verschenen. Zo juist: „Doelmatig vergaderen". Hy schrijft graag „op rustige plekjes in het buitenland", zoals hij dat noemt en daarom gaat mr. Luijk vier keer per jaar naar het zuiden van Portugal. Vandaar dat bruine gezicht. Bij een hele serie directeuren van grote fabrieken, brouwerijen en mid delgrote bedrijven is mr. Luijk vijf dagen in de kamer gaan zitten. „Ze hadden dat tevoren uiteraard goed ge vonden en ik zat daar als dwarskijker gewoon de hele dag op te letten wat ze deden, zeiden en dicteerden", ver telt de heer Luijk. „Dat was een offer voor mezelf mag ik zeggen, wan* nie mand betaalde dat werk. Maar ik moest het doen voor mijn onderzoek. Dat directeuren het druk hebben wis ten we. maar nu weten we dat ze veel tijd verliezen door een verkeerde werk wijze." Het hele werk van een directeur be staat uit communiceren: hij leest, schrfjftff praat of luistert. „En daar lag' mijn aangrijpingspunt", zegt de heer Luijk. „Als ik een timmerman be ter wil laten werken, dan moet hij goed. kunnen èchaven, zagen en ga maar door. Wil ik een directeur beter laten werken, dan moet hij kunnen praten, schrijven, luisteren en lezen." dat „om de hoek kijken" zt an die directeuren tot mr. Luiji, „Wat moet een mens tegen woordig toch verschrikkelijk veel pra ten en confereren. Urenlang hebben we vanmiddag weer zitten praten en je vraagt jezelf af wat we ermee bereikt hebben. En dat gaat zo de hele dag door. Er komt geen eind aan; van de ene bespreking rol je in de andere. Praten en nog eens praten." Waarom doet u het dan, probeer de mr. Luijk voorzichtig. U bent toch de baas in dit bedrijf? „Dat is gemakkelijk gezegd", was het antwoord. „Soms loop ik er ook wel eens uit, maar het gaat niet al leen om mezelf. Mijn naaste mede werkers zitten er al net zo voor. Als je ze nodig hebt zijn ze „in conferen tie". Die hollen ook van de ene be spreking naar de andere. Het is een verschijnsel dat van kwaad tot erger dreigt te worden. Het zou me niet ver wonderen wanneer ik alles bij elkaar zo'n veertig uur per week vergader. En naar mijn persoonlijke mening is zeker de helft verloren tijd." De heer Luijk heeft van heel wat vergaderingen bandopnamen gemaakt en die naderhand weer bij de direc teur van een bedrijf afgedraaid. Dan kon hij laten „zien" wat er fout was. Wat zijn de meest gemaakte fou ten dan tijdens al dat geconfereer, me neer Luijk? „Er worden veel te veel mensen bij gehaald die niets tot een vergadering kunnen bijdragen, maar er om pres- tige-redenen voor worden gevraagd", zegt hij. „Men bestudeert de stukken voor de vergadering onvoldoende; wan neer één man dat een dag tevoren wel deed zou hij twintig mensen een halve dag tijd besparen." „Er is een hele lijst van fouten op te stellen", vindt mr. Luijk. „Voorzit ters die de vergadering niet strak ge noeg leiden. Dikwijls is het doel van de vergadering niet eens duidelijk. De vergaderingen duren veel te lang. De besluitvaardigheid is onvoldoende. Men hoort zichzelf graag praten en is dan veel te lang van stof. De vergader techniek is zwak. Sommige mensen do mineren veel te sterk. Er wordt enorm geïmproviseerd en ga maar door." En dan hebben wij tijdens onze con ferenties als Nederlanders een groot gebrek aan discipline, vindt de man in Wassenaar. „Het is net zoals in on^ verkeer", geeft hij als voorbeeld. „Het is zeker een karaktertrek. We wachten bij ver gaderingen niet op onze beurt, we gaan er dwars doorheen. Luisteren doen we ook niet, we zijn al bezig met wat we straks zelf gaan zeggen. En dat gebeurt allemaal in de allerhoogste kringen van overheidsbestel en be drijfsleven. Volgens mr. Luijk hebben we nog niet goed in de gaten dat de wereld verandert en dat de communicat> tussen de mensen intensiever is ge worden en zal worden. „Je kunt al die auto's ook niet ineens wegschui ven, dat is onzin, je moet er mee le ren leven. Zo moeten we ook met ver gaderingen leren leven; maar met doelmatige vergaderingen. We hebben de consequenties niet getrokken van al die veranderingen; daarom corres ponderen we ook nog op een manier van vijftig jaar geleden." Amerika is ons op het gebied van „Meneer is in conferentie" ver voor. „Dat wordt de middelbare scholieren daar bijgebracht", zegt de heer Luijk. „Vijftien jaar geleden zag ik daar al hoe een jongetje van tien jaar een kinderforum voorzat en op een keurige manier iemand het woord gaf en het hem ook weer ontnam. Wij doen daar weinig of niets aan op onze mid delbare scholen. Wij leren vier talen niet gebruiken, we brabbelen maar wat. Goed, in Amerika leren ze niet veel vreemde talen, maar hun eigen taal kunnen ze tenminste hanteren en goed." Leren luisteren, dat is volgens de organisatie-deskundige in Wassenaar ook een belangrijk ding. „Je kunt spre ken met honderdenveertig woorden per minuut, maar je kunt luisteren met vijfhonderd woorden per minuut", zegt hij. „Luisteren is een vaardigheid, die je kunt leren, net zoals zwemmen en balletdansen. We zijn als mensen zo geconstrueerd, dat we goed kunnen luisteren en dan de gedachten tot uit drukking brengen." Meneer Luijk, noemt u nu eens een vuistregel om goed te vergaderen. Ik heb het net allemaal zo duidelijk zelf ondervonden: een vergadering van twee en een half uur en na een uur kwamen we tot de conclusie dat 3 pro cent van wat er gezegd was tot dan toe „bruikbaar" was. „Een van de belangrijkste vuistre- geld is: een vergadering goed voorbe reiden. En geen mensen erbij halen die toch niets kunnen toevoegen aan het probleem of de zaak die bespro ken moet worden", is het antwoord. „Je praat met succes op basis van goede stukken en er moet iemand zijn die zoiets voorbereidt." „En het leiden van een conferentie", zegt mr. Luijk er meteen bij, „ook belangrijk. Je moet geschoold zijn om een vergadering voor te zitten en het loont de moeite dat te leren. Als je ziet hoe sportmensen zich inspannen om iets te bereiken en je vergelijkt dat met de moeite van al die verga deraars, daar ligt een wereld tussen." De derde in druk verschenen studie (Doelmatig Vergaderen) wordt binnen kort gevolgd door een vierde studie van mr. Luijk en nog twee andere vol gen. - „Men heeft de communicatie en het vergaderen dus onderschat", zegt de man in Wassenaar. „Zelfs de meeste nieuwe kantoorgebouwen van na de oorlog hebben geen vergaderruimte. De opdrachtgevers noch de architecten waren zich bewust van die noodzaak en nu pas realiseert men zich dat er ner gens ruimte is voor besprekingen met zes of twaalf mensen. Intussen zijn er dan wel grote commissarissenkamers in Het blad van de antieke werktafel was eens een kerkdeur. Er achter zit mr. H. Luijk. Hij zegt: „Een directeur vertelde me over een conferentie: „Als dan eindelijk na drie uur de conclusie uit de bus komt, waarop je al die tijd met de kriebels in je tenen hebt zitten wachten, is er nog net tijd om een datum voor een volgende bespreking vast te stellen; ziek word ik ervan" die gebouwen, waar men eens per jaar bij elkaar komt." De man die in zijn eentje werkt be staat volgens de heer Luijk niet meer. Het gaat allemaal in groepsverband,, „Je moet snel even bij elkaar kunnen komen iets bespreken en dan uitvoe ren." Hij vindt ook dat de werkruimten van „onze duurste mensen" niet te vergelijken zijn met de „werkruimten" van de machineparken. „Vandaar dat de laatste jaren de produktiviteit van de handarbeider enorm gestegen is; veel en veel meer dan die van de hoofdarbei der." „En vandaar weer", zegt mr. Luijk, „al die hartaanvallen. Ik kan zo tien gevallen in mijn naaste omgeving op noemen; mensen met een hartinfarct. En dat komt voor het grootste deel doordat te veel praten, confereren, ver gaderen en het zich ergeren omdat je voelt dat je je tijd zit te verdoen, ter wijl je eigen werk intussen licht te wachten en zich opstapelt. Dat is een reuze bron van frustatie." „Geen wonder, die hartaanvallen." De grootste filatelistische manifestatie in ons land op internatio naal niveau, de Amphilex, heeft haar poorten geopend. De tentoon stelling wordt gehouden in de RAI van 11 tot en met 21 mei. Zoals dit destyds bij de Itep (1952) het geval was, zal op de tentoonstel ling een speciale enveloppe verkrygbaar worden gesteld, die u met de Amphilex-serie kunt frankeren. Indien ter plaatse gepost, ontvangt deze enveloppe het tentoon- stellingsstempel „Amphilex '67". Mocht u in staat zyn een ietsje meer geld neer te tellen, dan is ook daar reke ning mee gehouden: ook voor de blok ken bestaan nog enveloppen, maat king-size weliswaar. Verder worden er nog de volgende „Dagen" gehouden: Ter gelegenheid van de „Dag van de Jeugdfilatelie" op 12 mei en de „Britse Dag" op 15 mei zijn er zowel speciale enveloppen als speciale stempels. Speciale stempels herdenken op 13 mei de „Dag van de Poststukken- en Poststempelverzame laars" en op 14 mei de „Dag van de in ternationale Rally voor Aerofilatelis- ten". Elk van de hierboven vermelde vijf stempels kunt u verkrijgen door in zending van voldoende gefrankeerde kaarten of brieven, die niet met Amphilex-zegels bahoeven te zijn ge frankeerd. Deze stukken moet u dan vergezeld van een desbetreffend verzoek in een als brief gefran keerde omslag zenden aan de directeur van het postdistrict Amsterdam. Duide lijk moet worden aangegeven van welk bijzonder stempel een afdruk wordt gewenst. Op de omslag gelieve u dan de aanduiding „Bijzondere stempeling Amphilex 67" te plaatsen. Wat de serie betreft nog het volgen de: De prijs per serie bedraagt 1,20 gulden (drie zegels van 20, 25 en 75 cent). Een serie kan slechts verkregen worden na de aankoop van een entree biljet (op de tentoonstelling) ofwel door middel van een zgn. pseudo-entreebil- jet op een der districts- en hoofd postkantoren in het land) ad 2,50 gul den ofwel door storting van 3,70 gul den (serieprijs 1,20 plus entree 2,50) per serie respectievelijk 37 gulden per stel blokken op postrekening 28 22 00 ten name van Penningmeester Amphi lex 67 te 's-Gravenhage. Toezending ge schiedt in dit laatste geval per „aange tekend" zonder extra kosten. De tentoonstelling is geopend van 10 tot 18 uur behalve op de openingsdag: vanaf 14 uur en de sluitingsdag: tot 15.30 uur. De stem van Amerika, wier dpej het is bij te dragen tot het vestigen van een vrije meningsuiting over de gehe le wereld, straalt haar programma ge durende achthonderd uur per week uit; de helft ervan is gericht op landen achter het IJzeren Gordijn. Ter her-r denking van het feit dat de United Sta tes Information Service 25 jaar gele den de beschikking over een zender park kreeg verschijnt op 1 augustus een zegel van vijf cent. Op 26 april verscheen een nieuwe luchtpostwaarde van twintig cent, waarop enkele Colombiaanse gaaien staan afgebeeld naar een schilderij van James Audubon. Deze zegel verscheen in 1963 met een waarde van vijf cent. Dit jaar is het een eeuw her, dat Canada een Dominion werd. De Ver enigde Staten geven op 25 mei in het VS-paviljoen op de Expo '67 te Mon treal een zeer suggestieve zegel uit, die symbolisch een typerend Canadees landschap in beeld brengt: een diep blauw meer te midden van beboste heuvels men op de achtergrond met sneeuw bedekte bergen, die afsteken te gen 'n helderblauwe lucht, alles slechts aangeduid met kleuren en contouren. De zegel is in de Verenigde Staten zelf niet geldig voor frankering. President Kennedy is een der pro minente Amerikanen die allengs wor den afgebeeld op de nieuwe frankeer- serie die thans stukje bij beetje haar Een enorm plafond moet de grote hal van de RAI overkoepelen om tijdens de Amphilex de kostbare zegels tegen het zonlicht te beschermen. beslag krijgt. De zegel van 13 cent verschijnt op 29 mei. Honderd vijf tig jaar geleden op 4 juli, werd de eerste spade in de grond gestoken voor wat acht jaar later fees telijk werd geopend als het Erieka- naal. Dit kanaal verbindt de steden New York aan de Atlantic-kust met de stad Buffalo aan het Eriemeer en heeft een groot aandeel gehad in de ontwik keling van New York en het gebied rondom de Grote Meren. Hier op 4 ju li een zegel met een waarde van vijf cent. Eveneens een 5 cent-zegel verschijnt een dag later, op 5 juli, ter gelegen heid van het vijftigjarig bestaan van de Lions International club onder het motto „Op zoek naar Vrede". Ook an dere landen herdachten dit feit inmid dels door de uitgifte van een bijzonde re postzegel. ?w OOSTELIJK FLEvOlF+JP HONOLOELOE Eén van haar babys is in een vliegtuig boven de Grote Oceaan geboren, een andere op een veerboot in Sydney, weer een an dere in een auto en een vierde in een ziekenauto. Deze, plus nog andere geboorten thuis en in het ziekenhuis, hebben mevr. Cornelia Ibarra, die pas 50 is geworden maar nog geen grijze ha ren heeft, een levende nakomeling schap van 29 kinderen gegeven. Haar 60-jarige man is aannemer. Hij werd vader toen zijn vrouw pas 11 was. Zij kregen drie keer een twee ling. Vier andere kinderen stierven. Hoe is het de ouders gelukt al die kinderen op te voeden? De vader zegt: „Wij hielpen de oudere kinderen die op hun beurt voor de jongere konden zorgen". Drie zoons zijn vlieger geworden. Eén zoon en een dochter zijn arts. Een andere dochter is verpleegster. Weer een andere zoon heeft een goede baan bij een oliemaatschappij. Heeft mevr. Ibarra haar handen vol thuis? Ja, maar des avonds werkt ze nog op een fabriek en voor ontspan ning doen ze aan kegelen. Ze verschynen haast onopgemerkt: langgerekte gele stranden aan de rand van Zuideiyk Flevoland, op de grens van nieuwe dyken en water. De Dienst der Zuiderzeewerken legt ze aan. Een aantal stranden nog ontoegankeiyk voor de toerist liggen nu al kant en klaar by Muiderberg en Spakenburg. Andere langs de in aanbouw zynde dyk tussen Nykerk en Harderwyk zyn in de maak. Ze zullen over enkele jaren worden opengesteld. Ingenieur K. A. Bazlen, hoofd van de afdeling Afsluiting en IJs- selmeer van de Dienst der Zuiderzee werken, noemt de stranden in één adem met de ring van dijken, die dit jaar door de voltooiing van het laatste stuk (Nijkerk - Harderwijk), hermetisch wordt gesloten om het daarna droog te pompen Zuidelijk Flevoland. Achter die ring blijven dan liggen: een (nieuw) gedeelte van het Veluwemeer, het Gooi meer, het Eemmeer en het IJ meer. Ze hebben vier functies. Ze zorgen ervoor dat de waterstand op het oude land, de Veluwe blijft zoals deze altijd is geweest, ze zijn onmisbaar voor het transport van water, voor de scheep vaart en voor de recreatie. De nieuwe meren zullen over enkele jaren een ide aal gebied voor de watersport en de dagrecreatie worden, zoals het Veluwe meer, waarlangs op een dag soms meer dan zestigduizend toeristen neerstrijken. Er zullen bakens en lichtopstanden komen en ook wordt, voor grotere schepen tot 1350 ton, een vaargeul gegraven van zeventig meter breed. In de stranden zijn „kaapjes" gemaakt voor de aanleg van boten. De nieuwe meren hebben nog meer voordelen. Ze stellen het voortbestaan van de haventjes in Elburg, Harder wijk, Spakenburg, Amersfoort (in ver binding met het open water door de Eemmond), Huizen en Muiden veilig. Een ander attractiepunt in het toe komstige recreatiegebied vormt het nieuwe eiland, dat nabij de Eemmond is opgespoten. Op den duur zullen hier boten kunnen aanleggen, zoals dat ook zal gebeuren op de nu nog alleen op papier bestaande eilanden bij Muider berg. Ook het al opengestelde gedeelte van het Veluwemeer wordt nog beter uit gerust: er komt deze zomer een nieuw stuk strand bij, van ruim anderhalve kilometer lang. O Na instant-koffie en instant-pudding brengt Japan thans een instant-perma- net. De krulspelden die hiervoor nodig zijn worden door een batterij gevoed. Wanneer de spelden zijn ingewikkeld, wordt de stroom ingeschakeld. De gehele behandeling duurt ongeveer tien minuten. Het apparaatje kost ƒ31,- Het weegt negenhonderd gram en is kleiner dan de meeste damestasjes. MILAAN „Heel wat mensen zou den hun geluk en gezondheid terug vinden, wanneer ze maar dagelijks vijf kilometer zouden lopen", meent de Sovjetrussische professor Vasili Vasilevitsj Parin. Hij zei dit op een conferentie in Ro me. Lichamelijke inspanning betekent „gymnastiek voor het DNA" (desoxy ribonucleïnezuur), het belangrijkste mo lecuul in ons lichaam, zegt hy. De werkzaamheid van het DNA heeft een gunstige invloed op alle or ganen, ook op het psychische systeem. Kleine mensen, rokers, zwaarlijvigen en mensen die veel zitten, staan snel ler bloot aan hartziekten. Wanneer de mens in de ruimte zweeft, in een staat van gewichtloosheid, heeft het hart minder te doen en is het dus minder vermoeid. Daar vindt het hart een „oase van vrede" en ongetwijfeld zullen hartpatiënten in de toekomst in de kosmische ruimte worden verzorgd. Professor Parin zei tenslotte ervan overtuigd te zijn, dat mensen op de maan en zelfs op Mars zullen landen. 'en permanente bestudering van de wispelturigheden van het weer over de gehele wereld is geen vage toekomstdroom meer. Weerkundigen en andere experts uit meer dan honderd landen zyn dezer dagen in Genève byeen geweest om de grondslag te leggen voor een gezameniyke „aanval" van zogoed als de gehele wereld op de grilligheid van het weer. Het is de bedoeling dat deze aanval het volgende jaar zal beginnen en vier jaren zal duren. De geraamde kosten zyn hoog vele tientallen miljoenen dollars maar zy zullen er dubbel en dwars weer uitkomen zodra wetenschap en tech niek de invloeden van de onberekenbaarheid van het weer op onze samenwer king tot een minimum hebben beperkt. Weerkundigen zullen dan ongeveer van moment tot moment op de hoogte zyn van de veranderingen van het weer in de gehele wereld, en by het opstellen van hun weersverwachtingen een fantastisch hoge graad van betrouwbaarheid kunnen bereiken. EEN betere kijk op het weer dat ons wacht is belangrijk voor de land bouw, de visserij, de bouwvakken, de horecabedrijven, de scheepvaart, de luchtvaart. In streken die geregeld geteisterd worden door wervelstormen komt daar dan nog bij dat de mens zich vlugger in veiligheid kan brengen. Een betere kijk op het weer maakt de mens dus minder afhankelijk van de grilligheden van het weer. Daarom ging het de meer dan drie honderd deskundigen, die in Genève bijeen zijn geweest. Vier jaren lang moeten meteorologen in de gehele wereld, met alle beschikbare middelen, zoveel mogelijk gegevens over het weer verzamelen en die gegevens zo snel mogelijk ter verwerking doorge ven aan nationale en regionale centra. Die centra moeten de gegevens dan weer doorgeven aan drie wereldcentra, in Washington, Moskou en Melbourne, welke onderling zijn verbonden door een net van kabel- en radioverbindin gen. ER is de laatste jaren al zeer veel verbeterd op het gebied van de weers voorspellingen. Het net van meteo rologische waarnemingsposten dat de aardbol omspant is na de tweede wereldoorlog veel dichter geworden. Thans worden per etmaal in de gehele wereld meer dan honderdduizend weerkundige waarnemingen verricht. Dat gebeurt door ongeveer achtduizend waarnemingsposten te land, en verder door zo'n drieduizend vliegtuigen en vierduizend schepen. Toch is dat net nog lang niet dicht genoeg. Het zal in de komende jaren sterk moeten worden uitgebreid, vooral in de ontwikkelingslanden, waar nog jaren een tekort aan weerkundigen voelbaar zal blijven. De nog groten deels witte plekken op de wereldkaart van de meteorologen zijn de voor naamste broedplaatsen van orkanen: de wereldzeeën. Een betere kijk op het zware weer dat telkens uit die hoek dreigt kunnen de meteorologen zich eigenlijk alleen van boven af verschaf fen, omdat het ondoenlijk is op alle wereldzeeën een redelijk dicht net van weerschepen te vormen. De weerkundigen verwachten in de laatste toekomst zeer veel nut van meteorologische kunstmanen, hun automatisch werkende waarnemings posten in de wereldruimte. Die ver wachtingen berusten op de ervaringen die zij nu al verscheidenen jaren daarmee opdoen. IN het Palais des Nations in Genè ve, waar de wereldconferentie van weerkundigen de afgelopen maand werd gehouden, was een tentoonstel ling ondergebracht die geheel was gewijd aan het nut van de meteorolo gische kunstmanen voor de samenle ving. Een van de trekpleisters op de tentoonstelling was de apparatuur die wolkendekfoto's opvangt en reprodu ceert welke door dergelijke kunstma nen naar de aarde worden geseind. In de periode 1968 t/m 1971 gaan de weerkundigen het echter niet op die ene kaart van de kunstmanen zetten. Zij willen streven naar uitbreiding van het aantal waarnemingsstations te land met 270 en naar verbetering van de apparatuur van ruim 1400 bestaande stations. Ook achten velen hunner het noodzakelijk dat er vijf tot tien drij vende weerkundige posten, weersche pen dus, zullen komen in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan en in de Indische Oceaan. Er moet volgens de Wereldorganisa tie voor meteorologie (WOM), een orgaan van de UNO, waarvan het publiek maar zelden iets hoort, in de jaren 1968 t/m 1971 hard worden gewerkt aan de opleiding van de vele honderden weerkundigen, waaraan in de ontwikkelingslanden behoefte is. De WOM schat dat aantal op 2755. Meer opleidingen voor weerkundigen in Afrika, Latijns Amerika en Azië zijn daarom gewenst, en de bestaande op leidingscentra moeten worden uitge breid. ZIJN enige tientallen miljoenen dollars, samen op te brengen door meer dan honderd rijke en arme landen, voor de uitvoering van het vierjarenplan van de WOM een som waarop beknibbeld mag worden? Of zou de mensheid bereid moeten zijn er veel meer voor uit te geven? Een van de deelnemers aan de conferentie, prof. J. C. Thompson, heeft becijferd dat een goed werkend wereldomvattend net van weerkundige stations een eco nomisch voordeel van zo'n zeventien miljard dollar per jaar zou kunnen betekenen. Dat is vele honderden ma len zoveel als het geld dat de WOM graag in vier jaren besteed wil zien. De uitgeverij Hollandia uit Baarn en de Amsterdamse journalist F. J. Lam mere leverden binnen een week na de geboorte van prins Willem-Alexander het boek Vijf generaties Oranje af. Het laatste hoofdstuk werd in de afgelopen paar dagen geschreven en gaat tot en met de geboorte-aangifte van het prins je. Alleen het geharrewar over het geharrewar over het streepje tussen de namen Willem en Alexander staat niet meer in het boek met als gevolg dat de prins Willem Alexander Claus George Ferdinand heet. Maar daar zullen we maar niet te zwaar aan til len. De melkhandelaren in Groningen en Drenthe gaan volgende week hun klan ten stroop om de mond smeren. Dat doen ze natuurlijk altijd uit zuiver commerciële overwegingen maar vol gende week doen ze er nog een schepje bovenop. De melkhandelaren (niet boe ren, want dat vinden ze niet aardig) gaan proberen samen een tweehonderd duizend suikerzakjes aan klanten te verkopen. Zo'n zakje kost een gulden per stuk, maar dat bedrag gaat naar het vakantiecentrum in Roden voor de gehandicapte jeugd. Als de melkhande laren over een zoetgevooisde stem be schikken en erin slagen alle zakjes te verkopen, kan het vakantiecentrum vol gend jaar in gebruik worden genomen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 11