TANTE ELVIRE WIL GEEN MOEDERDAG Artiestenhotel vraagt strenge maar moederlijke hand WIJSHEID DOOR INJECTIE Venijn in het staartje Er ligt een kind in de gracht Medisch centrum op Kos NIEUWE BOEKEN Eén vrouw genoeg Duizend groeten Geen herrie IK WIL AGRESSIEF ZWART Vrouwen Reductie Vele functies Sensatie DAGLICHT VERLIES UNESCO NIET LIEF AMSTERDAM Eén moeder zal op moederdag waarschijnlijk schromelijk worden vergeten. Mevrouw E. Mendels uit Amsterdam. Dagelijks moedert zij over artiesten uit de hele wereld. Zij logeren in haar artiestenhotel „De Aardbol", een groot, donker herenhuis aan de Van Woustraat. Onopvallend houdt het zich schuil in een portiek tussen twee venduzaken. Het hele jaar door is het hotel overbezet. Het hele jaar ook worden er tegen het eind van de maand bloemen mee naar boven gebracht, dozen bonbons en flesjes parfum; als attentie voor mevrouw, die voor haar gasten tante Elvire heet. Met de onwetendheid van moeder dag buiten de grens, prijst me vrouw Mendels zich alleen maar gelukkig. „Stel dat ze mij nog meer zouden verwennen", zegt de 62-jar- rige vrouw. Zelf heeft zij geen kin deren. Met haar echtgenoot, die „werkt" onder de naam oom SJors, drijft zij nu al 28 jaar het arties tenhotel. „Als een marechaussee." zegt haar man. een 67-jarige met dunne snor. „Elvire is zeer streng. Dat wil zeggen: wij laten de gasten zo veel mogelijk vrij, maar bepaalde regels moeten er nu eenmaal zijn. Meestal waarschuwt mijn vrouw slechts eenmaal. Daarna kent zij geen pardon meer. Haar laatste woord is dan: „daar is de deur". Zo'n zinnetje spreekt mevrouw Mendels in vijf verschillende talen. Om het even zuiver te stellen: de drie moderne talen spreekt zij vlot. „In Italiaans en Spaans kan ik mij verstaanbaar maken", zegt zij. Het is vijf uur in de middag. Omstreeks die tijd is er in het pri- vé-domein van het echtpaar Men dels steeds een komen en gaan van mensen. Een Spaanse danseres met steil zwart haar tot aan de wespen taille, steekt nog wat slaperig haar hoofd om de deur. „Tenslotte is zij nog niet zo lang geleden opgestaan" verklaart haar tijdelijke pleegmoe der. Voor ome Sjors heeft de slanke schone van de supermarket spaar- zegels meegenomen. „Laar gaan wij van op vakantie" zegt grinnikend oom Sjors, terwijl hij ijverig een plakkaart tevoor schijn haalt. Op de vierkante tefel met het ouderwetse kleed, ligt ver der een stapel post stijf aaneenge drukt van een halve meter lengte. „Daar zijn nog steeds brieven bij van nieuwjaar", vertelt de heer Mendels. „We hebben toen niet minder dan duizend groeten en wensen ontvangen uit de hele we reld". In de grote keuken annex de woonkamer komen geluiden van spattend vet, geuren van biefstuk en Indische kost, knoflook en ge bakken vis, ,,'t Is weer de tijd", mompelt mevrouw Mendels voor zich uit. „Zo tegen zes uur beginnen de gasten hier te koken. Iedereen zorgt voor zijn eigen potje". Hiertoe staan veertien gasstellen ter beschikking, evenzoveel keuken kastjes en schorten, waarop dezelf de nummers staan als die op de hotelkamer. Voorts kan men ge bruik maken van vele modeme huishoudelijke apparaten. Op het platje buiten hangen de gasten hun was uit. Naast de veertien vliegen- kastjes aldaar hangen een aantal wijde Spaanse rokken druipend aan een lijn. Onderbroeken en witte pantalons van acrobaten. „Strijken en wassen doen ze allemaal in de keuken", zegt mevrouw Mendels. „Ik wil absoluut niet dat dat boven gebeurt. Verder hebben wij als re gel dat iedereen na het eten meteen afwast. Het komt wel voor dat ze zeggen: Ik keine tijd heb. Daar hebben we geen oren naar". In de „Aardbol" geldt teven» als gebod dat voor twee uur 's mid dags geen radio's en andere elektri sche apparaten mogen worden ge bruikt. Dit, omdat de gasten-arties- ten bijna allemaal Iaat in de nacht thuis komen en dus ook pas tegen de middag opstaan. „Herrie kunnen we hier niet hebben". In het archief van het artiesten hotel staan in toaal 524 gasten ge noteerd die regelmatig terugkomen. Danseressen en acrobaten, musici en operazangers, jongleurs en ac teurs. „Alles wat artiest is", zegt ome Sjors, die vroeger in zijn geboorte plaats Almelo onder meer flessen- handelaar is geweest. „Fijne men sen zijn het. In tegenstelling van wat weieens wordt beweerd. Wij hebben nooit last met ze. En beta len? Altijd dik in orde. Het komt ook wel voor dat wij hen financieel helpen. Waarom niet? Tenslotte zit ten we hier voor ons plezier. Ons werk is meer hobby dan geldwin ning. Vermoeiend" De heer Men dels schudt zijn grijzende hoofd en stoot dan een „oh" uit „Niet te ge loven. Al die jaren hebben we ei genlijk dag en nacht gewerkt. Maar met plezier, niet Elvire? „Zij zit in witte jasschort op de bank, die se dert enkele dagen als bed dienst doet. „Omdat in onze eigen slaap kamer gasten slapen. Wegens de overstelpende drukte heeft iemand ook al in de badkamer zijn intrek genomen. Daarvoor nemen w al leen maar mensen die kunnen ga randeren dat zij 's morgens tegen elf uur weer zijn vertrokken. Want anders kunnen de gasten geen bad nemen". NEW YORK Wat zou er gebeuren als de actrice Jayne Mansfield een in jectie kreeg met extract uit de herse nen van wijlen de mathematicus dr. Albert Einstein? Zou het haar figuur ten goede komen? Deze en dergelijke vragen zijn opge worpen door twee wetenschappelijke experimenten, die erop duiden, dat speciale kennis van het ene schepsel op een ander kan worden overge bracht door injecties met hersen- extract. De experimenten hebben plaatsgehad aan het medisch college van de Baylor-universiteit en op Queens College te New York. De proefdieren waren muizen. Het probleem voor de muizen was, hun weg te zoeken uit een doolhof en men vond aanwijzingen, dat muizen dat probleem sneller oplosten, als zij injecties kregen met extract van de hersenen van andere muizen, die reeds eerder de beste weg uit de dool hof hadden leren kennen. Als dit op grote schaal juist is, is het natuurlijk een te goede methode om haar tot muizen te beperken. Als zij muizen helpt, uit een doolhof te ko men, waarom kan zij dan niet even zeer mensen helpen bij het oplossen van de problemen van hun genade loze concurrentiestrijd? Men kan zich voorstellen, dat duizen den ouders hun tegenstribbelende kinderen naar laboratoria zouden slepen met verzoeken als: „Ik wil, dat mijn zoon Irving arts wordt, wat kosten drie injecties met extract uit doktershersens? Of liever nog: maak een specialist van hem. Wat kosten tien injecties?" „Ik wil mijn dochter op Radcliffe (een bekende universiteit voor vrouwlij ke studenten te Cambridge, Massachu setts) hebben. Zij schijnt goed te zijn in Engels en andere moderne talen, maar zij is verschrikkelijk zwak in oude geschiedenis, Grieks en Maat- schappij-leer. Kan zij alle nodige injecties vandaag krijgen of moet zij ook morgen komen?" „Onze kleine jongen is op de kleuter school overal best in, behalve in de omgang. Zijn onderwijzeres zegt, dat hij veel te agressief is. Zou een in jectie met extract van muizenhersens hem misschien zachtaardiger ma ken? Er is natuurlijk geen eind aan de mo gelijkheden. Een man met een vrouw die chronisch niet in staat is met haar huishoudgeld uit te komen, zou haar zeer wel met echtscheiding kun nen bedreigen als zij zou weigeren, zich een injectie te laten geven met extract uit de hersens van een wel willende accountant. En een vrouw met een man, die niet in staat is een behoorlijk levenson derhoud voor haar te verdienen, zou misschien graag een hypotheek op hun huisje nemen om aan het nodige geld te komen voor injecties te laten geven met extract uit de hersens van een miljonair. Maar het is ook waarschijnlijk, dat misdadigerssyndicaten eveneens be langstelling zouden hebben. Zij zou den kunnen beginnen extract uit de hersenen van beroemde lieden op de zwarte markt te verkopen en ze stie kem kunnen versnijden met hersen- extract van schurken uit de Bowery (misdadigerswijk van New York) en geruïneerde wedders, die graag gauw wat willen verdienen. Zelfs de ambtenaren van de Ameri kaanse dienst voor controle op de zuiverheid van het voedsel en de ge neesmiddelen zouden niet kunnen ga randeren, dat de inhoud van een fles hersenextract werkelijk is wat ©p het etiket staat. Onder de microscoop lijken de hersencellen van iedereen vrij veel op die van ieder ander. Afgezien van het gevaar, verbonden aan het creëren van een omvangrij ke hersenextractenmarkt om ieder een op stel en sprong aan wijsheid te helpen, bestaat er in de praktijk een grens: er zijn eenvoudig niet voldoende hersens beschikbaar en de meeste lieden met goede hersens staan nu niet bepaald te springen om ze te laten aftappen ten bate van anderen. Ze willen ze liever voor eigen gebruik behouden. Euclides zei al: „De wetenschap waait niemand aan". Volgens een Amerikaans onderzoek zou de gemiddelde huisvrouw, wanneer zij op 77-jarige leeftijd sterft, 57.000 warme maaltijden hebben bereid en 2.5 miljoen borden, pannen en schalen hebben afgewassen. Niettemin, zo wordt verder gemeld, prefereert het grootste deel van de vrouwen deze Vinfoion hoven dp nneehtnvde staat. In elke kamer, ruim en veelal aan de zonzijde, is een radio en centrale verwarming: een druk bloemig behang en veel kleedjes. De prijs per nacht is voor artiesten f 6.-; voor particulieren komt daar f 1,50 by. „Niet dat die anderen minder zijn. Maar de artiesten blij ven meestal een of twee maanden. Dat is de hele 'rwestie. In verband met achone lakens, en ao", legt de heer Mendels uit. In de duistere gang met de brui ne laag verf uit grootmoeders tijd, gaat de telefoon. Iemand wil mada me SouSou spreken. De heer Men- Tante Elvire tussen de gasten van haar Amsterdamse artiestenhotel „De aardbol". In de keuken kookt elke nationaliteit op eigen manier het eigen potje. dels roept aan de trap. Geklepper op de treden en een frangaise met ritselende rokken komt in looppas naar beneden. De heer Mendels manoeuvreert even geheimzinnig met een tas, gaat dan vlak bij zijn vriendin staan (zoals hij alle vrou welijke gasten noemt) „Allo". In de wijd geopende pruimemond spuit hij met een slangetje een dunne straal water. Eén van de grappen van „De Aardbol". „Alles kun je hier meemaken" zegt ome Sjors. „Mijn gasten heb ben een enorm gevoel voor humor. Zo nu en dan bouwen we 's nachts in de keuken een feestje, wanneer zij zyn uitgewerkt". „Dan is hij de clown," aldus tante Elvire. „Ple zier dat we hebben en iedereen doet mee. Blank en zwart, alles door el kaar. Maar oh wee als wij slapen en zij maken 's nachts lawaai. Dan laten we het licht in de keuken even flikkeren als waarschuwing (een speciale voorziening in de aangren zende slaapkamer). Houdt het ge bulder nog niet op dan schakelen we gewoon het licht uit. Korte metten maken is soms no dig. Ook bijvoorbeeld met laatko mers. Na twaalf uur doen wij de deur niet meer open. Jarenlang hebben we dat wel gedaan. Gevolg: soms vier tot vijf maal 's nachts moest één van ons het l»ed uit. Ergens moet je toch je rust hebben". Tot dit inzicht kwam het echtpaar Mendels ongeveer een jaar geleden. „We hebben toen besloten hier niet meer te lang te blijven". „Hoezo?" De heer Mendels gaat er speciaal voor zitten als hij zegt: „Heeft u ooit een brandkast achter een lijk kist gezien? Goed zo, ik niet. En daarom houden wij er straks -mee op. In Nijverdal hebben wij een huisje gekocht". „Een droom", vult mevrouw Mendels aan. „Ons hotel verkopen we voor f75.000,- En geen cent minder. Het is het meer dan waard. Wanneer een en ander zal plaatsvinden? Eerst moeten we nog even wennen aan het rustige leven in Nijverdal. De weekeinden gaan we daar nu dikwijls naar toe". „Het hele huis is ingericht met ca deaus van de gasten", vertelt bijna beschaamd over zoveel goedgevend- heid tante Elvire. Waarschijnlijk zijn het belonin gen naar verdiensten. Want in de taak van mevrouw Mendels zijn ve le functies verenigd: die van hote lier en verpleegster, naaister, kok kin, boodschappensjouwster alsme de vraagbaak en klankbord. „Hoeveel mensen hier niet bin nenkomen om mijn vrouw raad te vragen", zegt prijzend ome Sjors. „Velen ook storten hun hart bij haar uit. Er zijn dames bij die zo'n gesprek uren volhouden. Dan pas ik mijn fluitmethode toe". En ome Sjors hij gaat door voor de slim me haalt een politiefluitje uit zijn broekzak. „Dan loop ik naar de keuken en fluit heel hard. „Vrouw, er is telefoon voor je", zeg ik dan .Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. En kijk, onze deur. Die hebben wij in twee helften laten zagen. Als iemand dan iets te zeggen heeft kan hij zijn hoofd naar binnen ste ken en verder buiten blijven staan. Enige afstand van elkaar houden is in zo'n hotel heel nuttig. Zo ne men wij ook nooit vrijkaartjes van de artiesten aan. Dan ben je je ge zag kwijt", vindt de heer Mendels. „Kun je de volgende dag niet te gen ze zeggen: jullie hebben la waai gemaakt". Weer een hoofd om de hoek van de deur: Een vraag in het Frans: „Tante Elvire, denkt u om mijn zil verpoets?" „Dat moet ik voor haar kopen omdat ze de naam van het artikel zelf niet goed uit kan spre ken", legt de gastvrouw uit. onze zangeres Dorothea," herinnert zij zich. „Die moet ik niet vergeten te schrijven. Zij heeft op Honoloe- loe een baby gekregen." Bij de uitgeverij en drukkerij Hol- landia N.V. te Baarn is enige tijd ge leden van Lize Stilma het tweede deel verschenen van „Werkend Nederland in woord en beeld". Het boekje, voor zien van een stevig omslag en ver sierd met aardige foto's en wat min der geslaagde tekeningetjes, gunt de lezer een kijkje in een dertigtal Ne derlandse industrieën. De verhalen ge ven een globale indruk van het ont staan, de groei van de verschillende bedrijven. Journalistiek staan de ver halen niet op een hoog peil, maar dit boekje is minder bedoeld als literatuur dan wel als documentatie. En als zo danig is het niet onverdienstelijk. Bij dezelfde uitgeverij verscheen 'n kostelijk werkje „Verhandelingen van de opvoedingen en ziekten der kindeT ren". Het boekje is een originele her- j druk van het in 1684 door Steph Blan kaart ph. en medisch doctor en prac- tizijn T' Amsterdam geschreven boekje. Wanneer men nu met de huidige ken nis op medisch gebied dit boekje leest kan men zich enerzijds kostelijk ver maken met de in onze ogen kinderlij ke manier waarop een in die tijd toch ongetwijfeld knappe dokter in de meest simpele zaken grote gevaren voor de gezondheid van kinderen ziet en daar voor ook de in onze ogen meest bizar re oplossingen en voorschriften geeft. Toch is dit boek in zijn tijd beslist geen lachertje geweest. Heel serieus hebben ongetwijfeld onze voorouders de raad van dokter Steph Blankaart ingeroepen en zijn adviezen ter harte genomen in het belang van hun kinde ren. Ook aan de opvoeding van de kinde ren wordt ruime aandacht besteed. Ook vandaag aan de dag worden hier over heel wat andere dingen geschre ven, maar juist daarom is het amu sant te lezen hoe een deskundige" er zo'n drie eeuwen geleden over dacht. Al met al een klein, maar bij zonder fijn boekje. Een fijn boekje voor de jonge kinderen is het onlangs opnieuw uit gegeven werkje „Het gedeukte fluit keteltje" van Annie M. G. Schmidt, 't Is een boekje met kostelijke korte ver halen en versjes, waaruit veel kinde ren iedere dag wel weer voorgelezen willen worden. Het boekje is uitgege ven bij de Bezige By in Amsterdam. Een staartje schijnt zowel voor hem als haar een nieuwe rage te worden, zoals de Zweedse Jan en Helen ons laten zien. Het staartje wordt bijeen gehouden door een stukje leder. Het verschijnsel is over komen waaien uit Italië en Frankrijk, waar men misschien wel naar de Indianen in Amerika heeft gekeken. Er ligt een kind in de gracht; het kan niet zwemmen. Zeker honderd mensen staan aan de kant en kyken toe. De krant meldt ten slotte dat het verdronken is. Er staat een televisietoestel aan; de buurvrouw komt voor de honderdste keer vragen of het wat zachter kan het kan niet. De politie komt ten slotte be keuren. Er is een auto tegen een boom gereden; de bestuurder is zwaar gewond. De auto mobilist die langs komt, denkt: doorrijden, anders kom ik te laat voor m'n afspraak. Het zyn een paar voo v dii mo- menten waarop het contact tussen men sen faalt. Het gebeurt elke dag tien duizenden keren. Misschien gaat het met ingang van deze maand wat beter. Vanaf nu zullen de dragers van recla meboodschappen (kranten, tijdschriften en in de toekomst t.v. en radio) gratis advertenties plaatsen als deze: „Er liep een man voorby. Hy zag het gebeuren. Hy versnelde zyn pas. Hy dacht, ik ben niet laf, alleen verstandig dat ik me er niet mee bemoeit. Hy suste zichzelf met het zal wel zo erg niet zyn. Hij dacht aan zyn mooie pak. Hij dacht aan zijn bril. Hij kreeg zweet in zyn handen toen hy dacht aan de kans dat ze ook hem zouden slaan. Hij dacht als mij zoiets gebeurt, is er ook niemand die mij helpt. Hij Londense mode J^e meest minimale minirokjes worden deze week druk in Lon den getoond in verband met de Brit se internationale exportdagen voor mode. Meer dan tweeduizend bui- tenlandse inkopers kwamen uit heel de wereld naar de Engelse hoofd stad om die kortste mode van deze eeuw te bekijken. Een succes voor Londen als mini- stad want die belangstelling van over de grenzen overtreft het aantal buiten landers dat (foorgaans voor de sei zoencollecties naar Parijs komt. Het hoogtepunt van de exportdagen was een show van jonge ontwerpers in een nachtclub, waar alles draaide om het hoogste punt dat de rokken voor het komende seizoen gaan bereiken. Tot dertig centimeter boven de knie gaat de mini-rok stijgen, zodat dege nen die een langere mode voorspelden opnieuw ongelijk krijgen. Een mannelijke invloed zorgt verder bij de jonge kleding uit Londen voor sensatie. Nieuw is de „Dandy Look", Waartoe broekpakken met vesten en jabots behoren. Bij die pakken hoort een monocle, een paraplui in foudraal zoals de Londense zakenman draagt en kostuums zijn pakjes met heel korte Bermuda-broekjes ook door een jabot opgesierd en door een bolhoed bekroond, kroond. De jonge ontwerpers van Carnaby Street geven voor het komende seizoen echter verder vooral de voorkeur aan een vagebond-mode, wat wel iets heel anders is dan de dandy-stijl. John Stephen is daar een voorstander van. Vcor de jongemannen ontwierp hij kleurige vesten aangevuld door bonte truien en broeken in wilde ruiten. Hun vrouwelijke leeftijdgenoten dragen als mede-vagebond ribfluwelen pakken in felle kleuren en grote geruite petten. Wild allemaal en nogal vreemd, inder daad. Op dit soort kleding worden echter in het nieuwe centrum voor jeugdmode Londen op het ogenblik voor miljoenen aan bestellingen geplaatst uit de hele wereld. Naar ons land komt er vast ook het een en ander van die novitei ten. Immers na de Amerikaanse zijn de Nederlandse inkopers in de meerder heid op deze sensationele exportshows in Engeland. A Carnaby Street voelt meer voor vagebond-mode met kleurige ves ten en wild geruite broeken voor hem en bonte ribfluwelen pakken met geruite petten voor haar. John Stephen toont hier een voor beeld. NEW DELHI De Indische rege ring heeft gedecreteerd, dat één vrouw genoeg is voor haar functionarissen, zelfs indien zij mohammedanen zyn, die volgens de wet meer vrouwen mo gen hebben. Nadat het vraagstuk van de veelwij verij onlangs in het parlement ter spra ke was gebracht, deelde een regerings woordvoerder mee, dat een getrouwde mannelijke functionaris geen tweede huwelijk kan sluiten en dat geen vrou welijke kan trouwen met een man, die reeds een vrouw heeft. meer nuni ATHENE De boom en de bouw vallen van het Ascleplon een van de eerste ziekenhuizen ter wereld, hebben het Griekse eiland Kos tot een pel grimsoord voor de artsen der wereld gemaakt. Bezoekers zeggen vaak, dat de naakte takken van de boom in de winter lyken op het vaatstelsel van een nier. Het plan voor de oprichting van de internationale Hippocratische stichting werd voor het eerst bekend gemaakt in 1955, maar de stichting kwam pas in 1960 tot stand onder voorzitterschap van de 81-jarige Atheense chirurg, prof Spyridon Economos. Op Kos werd een terrein van 180.000 vierkante meter aangekocht en in no vember 1962 legde koning Constantijn destyds kroonprins de eerste steen. De eerste fase van het project is een gebouw van twee verdiepingen opge trokken uit wit marmer en glas, met een conferentiezaal met 1200 zitplaat sen, zes andere vergaderzalen, een bibliotheek, laboratoria, een museum en een restaurant, prof. Economos schat de kosten van het gehele project op 20 miljoen dollar. Het „paleis" zal onderdak verlenen aan een internationaal instituut voor wetenschappelijk onderzoek naar de evolutie van cellen, verdeeld in twee «•ecties, een voor de bestudering van ouderdom en de andere voor kan keronderzoek. Het was aanvankelijk de bedoeling dat het „paleis der geneeskunde" in 1965 gereed zou zijn maar tot dusver re is alleen het onderste gedeelte klaar. Voor de voltooiing van het gebouw is volgens prof. Economos een bedrag van vijf miljoen dollar nodig. De rege ring heeft hem vier miljoen dollar be loofd en hij hoopt nog, dat het gebouw omstreeks 1968 gereed zal zijn. Er zal een internationaal medisch congres worden gehouden om de stich ting op internationale schaal van sta pel te laten lopen. Prof. Economos hoopt dat later een medische faculteit zal worden opge richt, dat andere landen „nationale huizen" zullen bouwen en dat K,os ten slotte „een hele internationale medische stad" zal bezitten. hoorde gillen. Hij hoorde pijn. Toen was hij de hoek om en haalde opge lucht adem. Niemand had hem gezien. Niemand zou hem Iets verwijten. Hij ging vrij uit. De volgende dag stond dit bericht in de krant. Kranten schrijven over schurken, slachtoffers en helden. Lafaards biyven anoniem. Daarom schrijven wij vandaag eens over zo'n lafaard. Wij hopen voor u dat u hem in uzelf niet herkent, die eenzame man die alleen voor zichzelf leeft". Dit voorbeeld is van de Amsterdamse ideeënman-tekstschrijver Hans Ferrée, een van de veertig in het daglicht getreden verborgen verleiders die sa men de Stichting ideële reclame vor men, kortweg Sire genaamd. Een sier lijke naam voor een stichting die het goede wil en dit met het keiharde middel dat reclame heet. In Ferrée's Amsterdamse concentra tie van woon-, werk- en tentoonstel lingsruimte zitten vier Sire's bij el kaar: Jos KJuiters (29), eindredacteur van de Revue der reclame en initia tiefnemer van Sire, Frits Baylé (26), organisator van Siegfried-tentoonstel- lingen en initiatiefnemer, Hans Ferrée (net 37), ontwerper van de eerste ideële campagne en Fons Schmeddes (35), de helpende, grafische hand van deze campagne. Zij personifiëren een vijftienjarige lijdensweg naar het ideaal. Al in 1952 wilden enkele Nederlandse reclamema kers het Amerikaanse voorbeeld van de Advertising Coucil opzetten. De eerste campagne van dit Council werd in 1942 gevoerd op aandringen van de Amerikaanse regering. Het ging toen om particuliere steun aan de oor logsvoering: bloed en geld. In Nederland was er in 1952 te weinig steun voor het plan. Weinigen hadden zin in het gratis ter beschik king stellen van reclame-energie en advertentieruimte. Nu ineens wel? „De besturen van de vier grote uitge versorganisaties (NDP, NOTU, NHHP en de NNP) hebben nu hun leden het advies gegeven aan het plan van Sire mee te doen. Waarom nu wel? Ja, ik weet niet. Er is een bepaalde reclame- generatie aan het uitsterven. Ik geloof dat de nieuwe generatie meer weet wat ze doet. haar verantwoordelijkheden me«6- bewust is," aldus Kluiters. IN 1962 liet het zich al aanzien dat de oorspronkelijk verworpen plannen „Wat koop je daar nou voor" toch A Frits Baylé (26) links en Fons Schmeddes (35): heilig vuur brandt nog ongelooflijk ooit nog eens verwezenlijkt zouden worden. In dat jaar startte het recla mebureau Baas en Van Haastrecht in Rotterdam een kosteloos aangeboden campagne voor de Unesco. Langzaam aan groeide de medewerking. Op 24 augustus 1966 kwamen in Amsterdam zes reclamemensen bijeen, met het Rotterdamse succes in het achterhoofd. Kluiters: „Ja, er moest maar eens iets gebeuren, we hadden er dertien jaar over gekletst". Baylé: „We moesten iets concreets voorleggen. Dan konden ze ja of nee zeggen". Het plan kwam er. de veertig medewerkers ook. In zes ploegen gin gen ze aan het werk. Oe hoofdopdracht; het uitbeelden van intermenselijke verhoudingen. De zes onderdelen: hoffelijkheid in het gemotoriseerde verkeer, hoffelijk heid in het dagelijks werk, onverschil ligheid bij moeilijkheden en leed van anderen, discipline, geduld, fatsoen in openbare middelen van vervoer, straatvervuiling en grachtenverontrei niging, samenleving in flats. In december vorig jaar werd het resultaat tentoongesteld bij Siegfied in Amsterdam. De realisering gaat nu beginnen. Kluiters: „Onze drijfveren zijn tweeërlei: ideële en het feit dat recla memensen over de middelen beschik ken om invloed te hebben". Baylé: „We willen ook zover komen dat een stel wijze mannen en vrouwen onze campagnes van tevoren gaat be oordelen. Ook nu al gaan we enorm voorzichtig te werk. De zes deelcam- pagnes die nu klaar liggen, zijn voor een belangrijk deel al voorgetest en daarmee gaan we nog door. We moeten voorkomen dat we direct al weerstan den oproepen". Ferrée: „Ja, maar je moet toch wel iets kunnen zeggen. Ik ben in mijn tekst echt niet zo lief geweest; dat kan ook niet, je moet door een dikke huid heen". Schmeddes: „Het moet wel appele ren". De eerste volledige campagne van Sire gaat met volledige medewer king van de publiciteitsmedia („En dat moeten we nog afwachten") anderhalf jaar duren. Met een frequentie van eenmaal per veertien dagen willen de initiatiefnemers hun ideeën over inter menselijke verhouding overbrengen, telkens een kwart krantepagina groot. Zal na anderhalf jaar het aantal verkeersdoden tot de helft zijn terug gebracht? Zullen de grachten schoon- blijven en zal het burengerucht ver dwenen zijn? „Nee", weten de Sire's, A Jos Kluiters (29). eindredacteur ..maar iets zal het wel heiepen. Je moet Revue der reclame: geen levens- er mee bl«ven doorgaan, dat i» een re- beschouwing in engere zin clamewet."

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 9