TANTE ELVIRE WIL GEEN MOEDERDAG
Artiestenhotel vraagt strenge
maar moederlijke hand
WIJSHEID
DOOR
INJECTIE
Venijn in het staartje
Er ligt een kind in de gracht
Medisch centrum
op Kos
NIEUWE
BOEKEN
Eén vrouw genoeg
Duizend groeten
Geen herrie
IK WIL
AGRESSIEF
ZWART
Vrouwen
Reductie
Vele functies
Sensatie
DAGLICHT
VERLIES
UNESCO
NIET LIEF
AMSTERDAM Eén moeder zal op moederdag waarschijnlijk schromelijk
worden vergeten. Mevrouw E. Mendels uit Amsterdam. Dagelijks moedert
zij over artiesten uit de hele wereld. Zij logeren in haar artiestenhotel „De
Aardbol", een groot, donker herenhuis aan de Van Woustraat. Onopvallend
houdt het zich schuil in een portiek tussen twee venduzaken.
Het hele jaar door is het hotel overbezet. Het hele jaar ook worden er tegen
het eind van de maand bloemen mee naar boven gebracht, dozen bonbons
en flesjes parfum; als attentie voor mevrouw, die voor haar gasten tante Elvire
heet.
Met de onwetendheid van moeder
dag buiten de grens, prijst me
vrouw Mendels zich alleen maar
gelukkig. „Stel dat ze mij nog meer
zouden verwennen", zegt de 62-jar-
rige vrouw. Zelf heeft zij geen kin
deren. Met haar echtgenoot, die
„werkt" onder de naam oom SJors,
drijft zij nu al 28 jaar het arties
tenhotel.
„Als een marechaussee." zegt
haar man. een 67-jarige met dunne
snor. „Elvire is zeer streng. Dat
wil zeggen: wij laten de gasten zo
veel mogelijk vrij, maar bepaalde
regels moeten er nu eenmaal zijn.
Meestal waarschuwt mijn vrouw
slechts eenmaal. Daarna kent zij
geen pardon meer. Haar laatste
woord is dan: „daar is de deur".
Zo'n zinnetje spreekt mevrouw
Mendels in vijf verschillende talen.
Om het even zuiver te stellen: de
drie moderne talen spreekt zij vlot.
„In Italiaans en Spaans kan ik mij
verstaanbaar maken", zegt zij.
Het is vijf uur in de middag.
Omstreeks die tijd is er in het pri-
vé-domein van het echtpaar Men
dels steeds een komen en gaan van
mensen. Een Spaanse danseres met
steil zwart haar tot aan de wespen
taille, steekt nog wat slaperig haar
hoofd om de deur. „Tenslotte is zij
nog niet zo lang geleden opgestaan"
verklaart haar tijdelijke pleegmoe
der. Voor ome Sjors heeft de slanke
schone van de supermarket spaar-
zegels meegenomen.
„Laar gaan wij van op vakantie"
zegt grinnikend oom Sjors, terwijl
hij ijverig een plakkaart tevoor
schijn haalt. Op de vierkante tefel
met het ouderwetse kleed, ligt ver
der een stapel post stijf aaneenge
drukt van een halve meter lengte.
„Daar zijn nog steeds brieven bij
van nieuwjaar", vertelt de heer
Mendels. „We hebben toen niet
minder dan duizend groeten en
wensen ontvangen uit de hele we
reld".
In de grote keuken annex de
woonkamer komen geluiden van
spattend vet, geuren van biefstuk
en Indische kost, knoflook en ge
bakken vis, ,,'t Is weer de tijd",
mompelt mevrouw Mendels voor
zich uit. „Zo tegen zes uur beginnen
de gasten hier te koken. Iedereen
zorgt voor zijn eigen potje".
Hiertoe staan veertien gasstellen
ter beschikking, evenzoveel keuken
kastjes en schorten, waarop dezelf
de nummers staan als die op de
hotelkamer. Voorts kan men ge
bruik maken van vele modeme
huishoudelijke apparaten. Op het
platje buiten hangen de gasten hun
was uit. Naast de veertien vliegen-
kastjes aldaar hangen een aantal
wijde Spaanse rokken druipend aan
een lijn. Onderbroeken en witte
pantalons van acrobaten. „Strijken
en wassen doen ze allemaal in de
keuken", zegt mevrouw Mendels.
„Ik wil absoluut niet dat dat boven
gebeurt. Verder hebben wij als re
gel dat iedereen na het eten meteen
afwast. Het komt wel voor dat ze
zeggen: Ik keine tijd heb. Daar
hebben we geen oren naar".
In de „Aardbol" geldt teven» als
gebod dat voor twee uur 's mid
dags geen radio's en andere elektri
sche apparaten mogen worden ge
bruikt. Dit, omdat de gasten-arties-
ten bijna allemaal Iaat in de nacht
thuis komen en dus ook pas tegen
de middag opstaan. „Herrie kunnen
we hier niet hebben".
In het archief van het artiesten
hotel staan in toaal 524 gasten ge
noteerd die regelmatig terugkomen.
Danseressen en acrobaten, musici
en operazangers, jongleurs en ac
teurs.
„Alles wat artiest is", zegt ome
Sjors, die vroeger in zijn geboorte
plaats Almelo onder meer flessen-
handelaar is geweest. „Fijne men
sen zijn het. In tegenstelling van
wat weieens wordt beweerd. Wij
hebben nooit last met ze. En beta
len? Altijd dik in orde. Het komt
ook wel voor dat wij hen financieel
helpen. Waarom niet? Tenslotte zit
ten we hier voor ons plezier. Ons
werk is meer hobby dan geldwin
ning. Vermoeiend" De heer Men
dels schudt zijn grijzende hoofd en
stoot dan een „oh" uit „Niet te ge
loven. Al die jaren hebben we ei
genlijk dag en nacht gewerkt. Maar
met plezier, niet Elvire? „Zij zit in
witte jasschort op de bank, die se
dert enkele dagen als bed dienst
doet. „Omdat in onze eigen slaap
kamer gasten slapen. Wegens de
overstelpende drukte heeft iemand
ook al in de badkamer zijn intrek
genomen. Daarvoor nemen w al
leen maar mensen die kunnen ga
randeren dat zij 's morgens tegen
elf uur weer zijn vertrokken. Want
anders kunnen de gasten geen bad
nemen".
NEW YORK Wat zou er gebeuren
als de actrice Jayne Mansfield een in
jectie kreeg met extract uit de herse
nen van wijlen de mathematicus dr.
Albert Einstein?
Zou het haar figuur ten goede komen?
Deze en dergelijke vragen zijn opge
worpen door twee wetenschappelijke
experimenten, die erop duiden, dat
speciale kennis van het ene schepsel
op een ander kan worden overge
bracht door injecties met hersen-
extract.
De experimenten hebben plaatsgehad
aan het medisch college van de
Baylor-universiteit en op Queens
College te New York. De proefdieren
waren muizen.
Het probleem voor de muizen was,
hun weg te zoeken uit een doolhof en
men vond aanwijzingen, dat muizen
dat probleem sneller oplosten, als zij
injecties kregen met extract van de
hersenen van andere muizen, die
reeds eerder de beste weg uit de dool
hof hadden leren kennen.
Als dit op grote schaal juist is, is het
natuurlijk een te goede methode om
haar tot muizen te beperken. Als zij
muizen helpt, uit een doolhof te ko
men, waarom kan zij dan niet even
zeer mensen helpen bij het oplossen
van de problemen van hun genade
loze concurrentiestrijd?
Men kan zich voorstellen, dat duizen
den ouders hun tegenstribbelende
kinderen naar laboratoria zouden
slepen met verzoeken als: „Ik wil,
dat mijn zoon Irving arts wordt, wat
kosten drie injecties met extract uit
doktershersens? Of liever nog: maak
een specialist van hem. Wat kosten
tien injecties?"
„Ik wil mijn dochter op Radcliffe (een
bekende universiteit voor vrouwlij ke
studenten te Cambridge, Massachu
setts) hebben. Zij schijnt goed te zijn
in Engels en andere moderne talen,
maar zij is verschrikkelijk zwak in
oude geschiedenis, Grieks en Maat-
schappij-leer. Kan zij alle nodige
injecties vandaag krijgen of moet zij
ook morgen komen?"
„Onze kleine jongen is op de kleuter
school overal best in, behalve in de
omgang. Zijn onderwijzeres zegt, dat
hij veel te agressief is. Zou een in
jectie met extract van muizenhersens
hem misschien zachtaardiger ma
ken?
Er is natuurlijk geen eind aan de mo
gelijkheden. Een man met een vrouw
die chronisch niet in staat is met
haar huishoudgeld uit te komen, zou
haar zeer wel met echtscheiding kun
nen bedreigen als zij zou weigeren,
zich een injectie te laten geven met
extract uit de hersens van een wel
willende accountant.
En een vrouw met een man, die niet
in staat is een behoorlijk levenson
derhoud voor haar te verdienen, zou
misschien graag een hypotheek op
hun huisje nemen om aan het nodige
geld te komen voor injecties te laten
geven met extract uit de hersens van
een miljonair.
Maar het is ook waarschijnlijk, dat
misdadigerssyndicaten eveneens be
langstelling zouden hebben. Zij zou
den kunnen beginnen extract uit de
hersenen van beroemde lieden op de
zwarte markt te verkopen en ze stie
kem kunnen versnijden met hersen-
extract van schurken uit de Bowery
(misdadigerswijk van New York) en
geruïneerde wedders, die graag gauw
wat willen verdienen.
Zelfs de ambtenaren van de Ameri
kaanse dienst voor controle op de
zuiverheid van het voedsel en de ge
neesmiddelen zouden niet kunnen ga
randeren, dat de inhoud van een fles
hersenextract werkelijk is wat ©p het
etiket staat. Onder de microscoop
lijken de hersencellen van iedereen
vrij veel op die van ieder ander.
Afgezien van het gevaar, verbonden
aan het creëren van een omvangrij
ke hersenextractenmarkt om ieder
een op stel en sprong aan wijsheid
te helpen, bestaat er in de praktijk
een grens: er zijn eenvoudig niet
voldoende hersens beschikbaar en de
meeste lieden met goede hersens
staan nu niet bepaald te springen om
ze te laten aftappen ten bate van
anderen. Ze willen ze liever voor
eigen gebruik behouden.
Euclides zei al: „De wetenschap waait
niemand aan".
Volgens een Amerikaans onderzoek
zou de gemiddelde huisvrouw, wanneer
zij op 77-jarige leeftijd sterft, 57.000
warme maaltijden hebben bereid en 2.5
miljoen borden, pannen en schalen
hebben afgewassen. Niettemin, zo
wordt verder gemeld, prefereert het
grootste deel van de vrouwen deze
Vinfoion hoven dp nneehtnvde staat.
In elke kamer, ruim en veelal
aan de zonzijde, is een radio en
centrale verwarming: een druk
bloemig behang en veel kleedjes.
De prijs per nacht is voor artiesten
f 6.-; voor particulieren komt daar
f 1,50 by. „Niet dat die anderen
minder zijn. Maar de artiesten blij
ven meestal een of twee maanden.
Dat is de hele 'rwestie. In verband
met achone lakens, en ao", legt de
heer Mendels uit.
In de duistere gang met de brui
ne laag verf uit grootmoeders tijd,
gaat de telefoon. Iemand wil mada
me SouSou spreken. De heer Men-
Tante Elvire tussen de gasten van haar Amsterdamse artiestenhotel
„De aardbol". In de keuken kookt elke nationaliteit op eigen manier het
eigen potje.
dels roept aan de trap. Geklepper
op de treden en een frangaise met
ritselende rokken komt in looppas
naar beneden. De heer Mendels
manoeuvreert even geheimzinnig
met een tas, gaat dan vlak bij zijn
vriendin staan (zoals hij alle vrou
welijke gasten noemt) „Allo". In
de wijd geopende pruimemond spuit
hij met een slangetje een dunne
straal water. Eén van de grappen
van „De Aardbol".
„Alles kun je hier meemaken"
zegt ome Sjors. „Mijn gasten heb
ben een enorm gevoel voor humor.
Zo nu en dan bouwen we 's nachts
in de keuken een feestje, wanneer
zij zyn uitgewerkt". „Dan is hij de
clown," aldus tante Elvire. „Ple
zier dat we hebben en iedereen doet
mee. Blank en zwart, alles door el
kaar. Maar oh wee als wij slapen
en zij maken 's nachts lawaai. Dan
laten we het licht in de keuken even
flikkeren als waarschuwing (een
speciale voorziening in de aangren
zende slaapkamer). Houdt het ge
bulder nog niet op dan schakelen
we gewoon het licht uit.
Korte metten maken is soms no
dig. Ook bijvoorbeeld met laatko
mers.
Na twaalf uur doen wij de deur
niet meer open. Jarenlang hebben
we dat wel gedaan. Gevolg: soms
vier tot vijf maal 's nachts moest
één van ons het l»ed uit. Ergens
moet je toch je rust hebben".
Tot dit inzicht kwam het echtpaar
Mendels ongeveer een jaar geleden.
„We hebben toen besloten hier niet
meer te lang te blijven". „Hoezo?"
De heer Mendels gaat er speciaal
voor zitten als hij zegt: „Heeft u
ooit een brandkast achter een lijk
kist gezien? Goed zo, ik niet. En
daarom houden wij er straks -mee
op. In Nijverdal hebben wij een
huisje gekocht". „Een droom", vult
mevrouw Mendels aan. „Ons hotel
verkopen we voor f75.000,- En geen
cent minder. Het is het meer dan
waard. Wanneer een en ander zal
plaatsvinden? Eerst moeten we nog
even wennen aan het rustige leven
in Nijverdal. De weekeinden gaan
we daar nu dikwijls naar toe".
„Het hele huis is ingericht met ca
deaus van de gasten", vertelt bijna
beschaamd over zoveel goedgevend-
heid tante Elvire.
Waarschijnlijk zijn het belonin
gen naar verdiensten. Want in de
taak van mevrouw Mendels zijn ve
le functies verenigd: die van hote
lier en verpleegster, naaister, kok
kin, boodschappensjouwster alsme
de vraagbaak en klankbord.
„Hoeveel mensen hier niet bin
nenkomen om mijn vrouw raad te
vragen", zegt prijzend ome Sjors.
„Velen ook storten hun hart bij
haar uit. Er zijn dames bij die zo'n
gesprek uren volhouden. Dan pas
ik mijn fluitmethode toe". En ome
Sjors hij gaat door voor de slim
me haalt een politiefluitje uit
zijn broekzak. „Dan loop ik naar
de keuken en fluit heel hard.
„Vrouw, er is telefoon voor je",
zeg ik dan .Een goed verstaander
heeft maar een half woord nodig.
En kijk, onze deur. Die hebben
wij in twee helften laten zagen.
Als iemand dan iets te zeggen heeft
kan hij zijn hoofd naar binnen ste
ken en verder buiten blijven staan.
Enige afstand van elkaar houden
is in zo'n hotel heel nuttig. Zo ne
men wij ook nooit vrijkaartjes van
de artiesten aan. Dan ben je je ge
zag kwijt", vindt de heer Mendels.
„Kun je de volgende dag niet te
gen ze zeggen: jullie hebben la
waai gemaakt".
Weer een hoofd om de hoek van
de deur: Een vraag in het Frans:
„Tante Elvire, denkt u om mijn zil
verpoets?" „Dat moet ik voor haar
kopen omdat ze de naam van het
artikel zelf niet goed uit kan spre
ken", legt de gastvrouw uit.
onze zangeres Dorothea," herinnert
zij zich. „Die moet ik niet vergeten
te schrijven. Zij heeft op Honoloe-
loe een baby gekregen."
Bij de uitgeverij en drukkerij Hol-
landia N.V. te Baarn is enige tijd ge
leden van Lize Stilma het tweede deel
verschenen van „Werkend Nederland
in woord en beeld". Het boekje, voor
zien van een stevig omslag en ver
sierd met aardige foto's en wat min
der geslaagde tekeningetjes, gunt de
lezer een kijkje in een dertigtal Ne
derlandse industrieën. De verhalen ge
ven een globale indruk van het ont
staan, de groei van de verschillende
bedrijven. Journalistiek staan de ver
halen niet op een hoog peil, maar dit
boekje is minder bedoeld als literatuur
dan wel als documentatie. En als zo
danig is het niet onverdienstelijk.
Bij dezelfde uitgeverij verscheen 'n
kostelijk werkje „Verhandelingen van
de opvoedingen en ziekten der kindeT
ren". Het boekje is een originele her- j
druk van het in 1684 door Steph Blan
kaart ph. en medisch doctor en prac-
tizijn T' Amsterdam geschreven boekje.
Wanneer men nu met de huidige ken
nis op medisch gebied dit boekje leest
kan men zich enerzijds kostelijk ver
maken met de in onze ogen kinderlij
ke manier waarop een in die tijd toch
ongetwijfeld knappe dokter in de meest
simpele zaken grote gevaren voor de
gezondheid van kinderen ziet en daar
voor ook de in onze ogen meest bizar
re oplossingen en voorschriften geeft.
Toch is dit boek in zijn tijd beslist
geen lachertje geweest. Heel serieus
hebben ongetwijfeld onze voorouders
de raad van dokter Steph Blankaart
ingeroepen en zijn adviezen ter harte
genomen in het belang van hun kinde
ren.
Ook aan de opvoeding van de kinde
ren wordt ruime aandacht besteed.
Ook vandaag aan de dag worden hier
over heel wat andere dingen geschre
ven, maar juist daarom is het amu
sant te lezen hoe een deskundige"
er zo'n drie eeuwen geleden over
dacht. Al met al een klein, maar bij
zonder fijn boekje.
Een fijn boekje voor de jonge
kinderen is het onlangs opnieuw uit
gegeven werkje „Het gedeukte fluit
keteltje" van Annie M. G. Schmidt, 't
Is een boekje met kostelijke korte ver
halen en versjes, waaruit veel kinde
ren iedere dag wel weer voorgelezen
willen worden. Het boekje is uitgege
ven bij de Bezige By in Amsterdam.
Een staartje schijnt zowel voor hem als haar een nieuwe rage te worden,
zoals de Zweedse Jan en Helen ons laten zien. Het staartje wordt bijeen
gehouden door een stukje leder. Het verschijnsel is over komen waaien
uit Italië en Frankrijk, waar men misschien wel naar de Indianen in
Amerika heeft gekeken.
Er ligt een kind in de gracht; het kan niet zwemmen. Zeker honderd mensen
staan aan de kant en kyken toe. De krant meldt ten slotte dat het verdronken is.
Er staat een televisietoestel aan; de buurvrouw komt voor de honderdste keer
vragen of het wat zachter kan het kan niet. De politie komt ten slotte be
keuren.
Er is een auto tegen een boom gereden; de bestuurder is zwaar gewond. De auto
mobilist die langs komt, denkt: doorrijden, anders kom ik te laat voor m'n
afspraak.
Het zyn een paar voo v dii mo-
menten waarop het contact tussen men
sen faalt. Het gebeurt elke dag tien
duizenden keren. Misschien gaat het
met ingang van deze maand wat beter.
Vanaf nu zullen de dragers van recla
meboodschappen (kranten, tijdschriften
en in de toekomst t.v. en radio) gratis
advertenties plaatsen als deze:
„Er liep een man voorby. Hy zag het
gebeuren. Hy versnelde zyn pas. Hy
dacht, ik ben niet laf, alleen verstandig
dat ik me er niet mee bemoeit. Hy suste
zichzelf met het zal wel zo erg niet zyn.
Hij dacht aan zyn mooie pak.
Hij dacht aan zijn bril. Hij kreeg
zweet in zyn handen toen hy dacht
aan de kans dat ze ook hem zouden
slaan. Hij dacht als mij zoiets gebeurt,
is er ook niemand die mij helpt. Hij
Londense mode
J^e meest minimale minirokjes
worden deze week druk in Lon
den getoond in verband met de Brit
se internationale exportdagen voor
mode. Meer dan tweeduizend bui-
tenlandse inkopers kwamen uit heel
de wereld naar de Engelse hoofd
stad om die kortste mode van deze
eeuw te bekijken.
Een succes voor Londen als mini-
stad want die belangstelling van over
de grenzen overtreft het aantal buiten
landers dat (foorgaans voor de sei
zoencollecties naar Parijs komt.
Het hoogtepunt van de exportdagen
was een show van jonge ontwerpers in
een nachtclub, waar alles draaide om
het hoogste punt dat de rokken voor
het komende seizoen gaan bereiken.
Tot dertig centimeter boven de knie
gaat de mini-rok stijgen, zodat dege
nen die een langere mode voorspelden
opnieuw ongelijk krijgen.
Een mannelijke invloed zorgt verder
bij de jonge kleding uit Londen voor
sensatie. Nieuw is de „Dandy Look",
Waartoe broekpakken met vesten en
jabots behoren. Bij die pakken hoort
een monocle, een paraplui in foudraal
zoals de Londense zakenman draagt en
kostuums zijn pakjes met heel korte
Bermuda-broekjes ook door een jabot
opgesierd en door een bolhoed bekroond,
kroond.
De jonge ontwerpers van Carnaby
Street geven voor het komende seizoen
echter verder vooral de voorkeur aan
een vagebond-mode, wat wel iets heel
anders is dan de dandy-stijl. John
Stephen is daar een voorstander van.
Vcor de jongemannen ontwierp hij
kleurige vesten aangevuld door bonte
truien en broeken in wilde ruiten. Hun
vrouwelijke leeftijdgenoten dragen als
mede-vagebond ribfluwelen pakken in
felle kleuren en grote geruite petten.
Wild allemaal en nogal vreemd, inder
daad.
Op dit soort kleding worden echter
in het nieuwe centrum voor jeugdmode
Londen op het ogenblik voor miljoenen
aan bestellingen geplaatst uit de hele
wereld. Naar ons land komt er vast
ook het een en ander van die novitei
ten. Immers na de Amerikaanse zijn de
Nederlandse inkopers in de meerder
heid op deze sensationele exportshows
in Engeland.
A Carnaby Street voelt meer voor
vagebond-mode met kleurige ves
ten en wild geruite broeken voor
hem en bonte ribfluwelen pakken
met geruite petten voor haar.
John Stephen toont hier een voor
beeld.
NEW DELHI De Indische rege
ring heeft gedecreteerd, dat één vrouw
genoeg is voor haar functionarissen,
zelfs indien zij mohammedanen zyn,
die volgens de wet meer vrouwen mo
gen hebben.
Nadat het vraagstuk van de veelwij
verij onlangs in het parlement ter spra
ke was gebracht, deelde een regerings
woordvoerder mee, dat een getrouwde
mannelijke functionaris geen tweede
huwelijk kan sluiten en dat geen vrou
welijke kan trouwen met een man, die
reeds een vrouw heeft.
meer nuni
ATHENE De boom en de bouw
vallen van het Ascleplon een van de
eerste ziekenhuizen ter wereld, hebben
het Griekse eiland Kos tot een pel
grimsoord voor de artsen der wereld
gemaakt. Bezoekers zeggen vaak, dat
de naakte takken van de boom in de
winter lyken op het vaatstelsel van een
nier.
Het plan voor de oprichting van de
internationale Hippocratische stichting
werd voor het eerst bekend gemaakt
in 1955, maar de stichting kwam pas
in 1960 tot stand onder voorzitterschap
van de 81-jarige Atheense chirurg, prof
Spyridon Economos.
Op Kos werd een terrein van 180.000
vierkante meter aangekocht en in no
vember 1962 legde koning Constantijn
destyds kroonprins de eerste
steen.
De eerste fase van het project is een
gebouw van twee verdiepingen opge
trokken uit wit marmer en glas, met
een conferentiezaal met 1200 zitplaat
sen, zes andere vergaderzalen, een
bibliotheek, laboratoria, een museum
en een restaurant, prof. Economos schat
de kosten van het gehele project op
20 miljoen dollar.
Het „paleis" zal onderdak verlenen
aan een internationaal instituut voor
wetenschappelijk onderzoek naar de
evolutie van cellen, verdeeld in twee
«•ecties, een voor de bestudering van
ouderdom en de andere voor kan
keronderzoek.
Het was aanvankelijk de bedoeling
dat het „paleis der geneeskunde" in
1965 gereed zou zijn maar tot dusver
re is alleen het onderste gedeelte klaar.
Voor de voltooiing van het gebouw is
volgens prof. Economos een bedrag
van vijf miljoen dollar nodig. De rege
ring heeft hem vier miljoen dollar be
loofd en hij hoopt nog, dat het gebouw
omstreeks 1968 gereed zal zijn.
Er zal een internationaal medisch
congres worden gehouden om de stich
ting op internationale schaal van sta
pel te laten lopen.
Prof. Economos hoopt dat later een
medische faculteit zal worden opge
richt, dat andere landen „nationale
huizen" zullen bouwen en dat K,os ten
slotte „een hele internationale medische
stad" zal bezitten.
hoorde gillen. Hij hoorde pijn. Toen
was hij de hoek om en haalde opge
lucht adem. Niemand had hem gezien.
Niemand zou hem Iets verwijten.
Hij ging vrij uit. De volgende dag
stond dit bericht in de krant. Kranten
schrijven over schurken, slachtoffers
en helden. Lafaards biyven anoniem.
Daarom schrijven wij vandaag eens
over zo'n lafaard. Wij hopen voor u
dat u hem in uzelf niet herkent, die
eenzame man die alleen voor zichzelf
leeft".
Dit voorbeeld is van de Amsterdamse
ideeënman-tekstschrijver Hans Ferrée,
een van de veertig in het daglicht
getreden verborgen verleiders die sa
men de Stichting ideële reclame vor
men, kortweg Sire genaamd. Een sier
lijke naam voor een stichting die het
goede wil en dit met het keiharde
middel dat reclame heet.
In Ferrée's Amsterdamse concentra
tie van woon-, werk- en tentoonstel
lingsruimte zitten vier Sire's bij el
kaar: Jos KJuiters (29), eindredacteur
van de Revue der reclame en initia
tiefnemer van Sire, Frits Baylé (26),
organisator van Siegfried-tentoonstel-
lingen en initiatiefnemer, Hans Ferrée
(net 37), ontwerper van de eerste ideële
campagne en Fons Schmeddes (35), de
helpende, grafische hand van deze
campagne.
Zij personifiëren een vijftienjarige
lijdensweg naar het ideaal. Al in 1952
wilden enkele Nederlandse reclamema
kers het Amerikaanse voorbeeld van
de Advertising Coucil opzetten. De
eerste campagne van dit Council werd
in 1942 gevoerd op aandringen van
de Amerikaanse regering. Het ging
toen om particuliere steun aan de oor
logsvoering: bloed en geld.
In Nederland was er in 1952 te
weinig steun voor het plan. Weinigen
hadden zin in het gratis ter beschik
king stellen van reclame-energie en
advertentieruimte.
Nu ineens wel?
„De besturen van de vier grote uitge
versorganisaties (NDP, NOTU, NHHP
en de NNP) hebben nu hun leden het
advies gegeven aan het plan van Sire
mee te doen. Waarom nu wel? Ja, ik
weet niet. Er is een bepaalde reclame-
generatie aan het uitsterven. Ik geloof
dat de nieuwe generatie meer weet wat
ze doet. haar verantwoordelijkheden
me«6- bewust is," aldus Kluiters.
IN 1962 liet het zich al aanzien dat de
oorspronkelijk verworpen plannen
„Wat koop je daar nou voor" toch
A Frits Baylé (26) links en Fons
Schmeddes (35): heilig vuur brandt
nog ongelooflijk
ooit nog eens verwezenlijkt zouden
worden. In dat jaar startte het recla
mebureau Baas en Van Haastrecht
in Rotterdam een kosteloos aangeboden
campagne voor de Unesco. Langzaam
aan groeide de medewerking. Op 24
augustus 1966 kwamen in Amsterdam
zes reclamemensen bijeen, met het
Rotterdamse succes in het achterhoofd.
Kluiters: „Ja, er moest maar eens
iets gebeuren, we hadden er dertien
jaar over gekletst".
Baylé: „We moesten iets concreets
voorleggen. Dan konden ze ja of nee
zeggen". Het plan kwam er. de veertig
medewerkers ook. In zes ploegen gin
gen ze aan het werk. Oe hoofdopdracht;
het uitbeelden van intermenselijke
verhoudingen.
De zes onderdelen: hoffelijkheid in
het gemotoriseerde verkeer, hoffelijk
heid in het dagelijks werk, onverschil
ligheid bij moeilijkheden en leed van
anderen, discipline, geduld, fatsoen in
openbare middelen van vervoer,
straatvervuiling en grachtenverontrei
niging, samenleving in flats.
In december vorig jaar werd het
resultaat tentoongesteld bij Siegfied in
Amsterdam. De realisering gaat nu
beginnen.
Kluiters: „Onze drijfveren zijn
tweeërlei: ideële en het feit dat recla
memensen over de middelen beschik
ken om invloed te hebben".
Baylé: „We willen ook zover komen
dat een stel wijze mannen en vrouwen
onze campagnes van tevoren gaat be
oordelen. Ook nu al gaan we enorm
voorzichtig te werk. De zes deelcam-
pagnes die nu klaar liggen, zijn voor
een belangrijk deel al voorgetest en
daarmee gaan we nog door. We moeten
voorkomen dat we direct al weerstan
den oproepen".
Ferrée: „Ja, maar je moet toch wel
iets kunnen zeggen. Ik ben in mijn
tekst echt niet zo lief geweest; dat kan
ook niet, je moet door een dikke huid
heen".
Schmeddes: „Het moet wel appele
ren".
De eerste volledige campagne van
Sire gaat met volledige medewer
king van de publiciteitsmedia („En dat
moeten we nog afwachten") anderhalf
jaar duren. Met een frequentie van
eenmaal per veertien dagen willen de
initiatiefnemers hun ideeën over inter
menselijke verhouding overbrengen,
telkens een kwart krantepagina groot.
Zal na anderhalf jaar het aantal
verkeersdoden tot de helft zijn terug
gebracht? Zullen de grachten schoon-
blijven en zal het burengerucht ver
dwenen zijn? „Nee", weten de Sire's,
A Jos Kluiters (29). eindredacteur ..maar iets zal het wel heiepen. Je moet
Revue der reclame: geen levens- er mee bl«ven doorgaan, dat i» een re-
beschouwing in engere zin clamewet."