Alles wees er op dat het meisje was vermoord, de plaats van het misdrijf stond zelfs vast Schooljeugd overbelast Kunstzwendel in Amerika Blauwe plek Raadsel Neuroticus achter het stuur Geldkistje Juist „Nou goed" Pin Schok Verjaard Dornier bouwt ze opnieuw 1 olitie-onderzoek en hel derziendheid zijn twee za ken die vaak met elkander in verband worden ge brachtmaar nimmer zal men vernemendat een ernstig misdrijf los van politie-onderzoek door een paragnost tot klaar heid wordt gebracht. De dood van een twaalf jarig meisjedat in 1946 nabij een oude bunker met het gezicht in het wa ter werd gevondenis daar misschien een uitzonde ring op. Toch wil ook in dit uit zonderlijke geval de offi cier van justitie die deze welhaast miraculeuze op lossing als een fenomeen uit zijn loopbaan zietzelf niet met naam en toenaam worden genoemd. „Ik wil u dit uitzonderlijke geval ivel meedelen op voor waarde dat de personen en plaatsen ongenoemd blij venzegt hij. Deze meer dan twintig jaar oude zaak komt hem telkens weer in de herin nering. „Als ik er zelf niet bij was geweestzou ik het niet geloven Deze uitlating van het hoofd van een der parket ten deed onsondanks al les, besluiten deze onge noemde officier van justi tie en de mysterieus op geloste zaak op te nemen in onze reeks „Ik was er zelf bij". Te vol Afwijkingen LANGZAAM AAN REDDERS ZAKJE EIKELS IN BUNKER ,,Alle sporen en omstandigheden wezen er op, dat het kind was vermoord. Er werd niet aan getwijfeld of het misdrijf was in de oude bunker gepleegd, waar het slachtoffertje vlakbij was gevonden". „In de bunker lag een zakje met eikels, die het kind aan het zoeken was geweest toen het door een aanvaller werd overmand. De ligging van het lichaampje was zodanig, dat de recherche er van overtuigd was, dat het slachtoffertje daar was neergelegd, nadat het in de bunker om het leven was gebracht". De sectie wees echter uit, dat het kind was verdronken. Er werd water in de longen gevonden. Dat wees er onmis kenbaar op dat het nog had geademd toen het pal voorover langs de kant van het kanaal was neergelegd met het ge zichtje in het water. „Waarom heeft het kind geen weer stand geboden, was de eerste vraag die wij ons stelden", aldus de officier van justitie. „Had de moordenaar het kind met het hoofd onder water gehouden?" Deze veronderstelling werd weer sproken door het feit, dat het achter hoofd van het kind niet in het water was geweest. Voor zover deskundigen van de technische recherche en het gerechtelijk laboratorium hebben kun nen nagaan, was er geen geweld gebruikt om het gezicht in het water te houden. De lijn tot waar het gezichtje onder water was geweest was nauwkeu rig terug te vinden: vlak achter de mondhoeken en nog voor de oren. yyaarom is het kind niet opgestaan toen het benauwdheden kreeg? Waarom was dit meisje überhaupt om het leven gebracht Sporen van geweld ontbraken volkomen. Van aanranding was geen sprake; alleen op het rugje op ongeveer tachtig centime ter van de voetzolen af gemeten, zat een kleine ronde blauwe vlek." „Ook daar wisten wij geen verkla ring voor te vinden. Na al deze raadsels en geheimzinnigheden, konden wij niet anders doen dan geheel vol gens het boekje met een routine- onderzoek te beginnen." Dit onderzoek naam maanden in beslag. In het begin werd nagegaan wie het kind het laatst had gezien. Waar het was geweest en wie er mogelijk in haar nabijheid konden hebben vertoefd. Uit die eerste onderzoekingen bleek, dat het meisje met een even jong vriendinnetje eikels had gezocht. De twee buurkinderen hadden daar bijna een hele zondagochtend mee doorge bracht: eerst vlak bij een boerderij en gaandeweg iets verderop waar het kanaal lag. Tegen het middaguur waren ze naar het huis van het vriendinnetje terug gekeerd, waarop het kind alleen naar huis liep. Een jongeman uit de buurt was nog een eindje met haar opgelo pen, totdat het kind tussen de weilan den in de richting van haar huis liep. Van dat moment af liepen alle sporen dood. DETROIT (Michingan) Prof. Jef frey O'Connell, verbonden aan de juridische faculteit van de universi teit van Illinois, heeft op de jaar vergadering van het Amerikaanse psychiatrische genootschap zijn ge hoor gewezen op de gevaren van „de gek achter het autostuur". Hij zei dat het zijn gehoor duidelijk moest zijn, dat gekken moeten wor den geholpen en niet uitgebuit. Hij wees daarbij op autonamen zoals Wildcat (boskat), Cougar (poema), Mustang (wild paard) en Barracu da (een roofvis), die volgens hem bedoeld zijn om te appelleren tan de neuroticus. Hij citeerde ook uit gebreid uit autoadvertenties, die vol gens hem gericht worden aan de geestelijk onvolwassen automobilist. Prof. O'Connell citeerde een brochu re over veilig rijden van een auto- fabriek, waarin wordt gesteld dat de onvolwassen automobilist kan worden geïdentificeerd door te luis teren naar zijn manier van rijden. Een roekeloze bestuurder kan een geruisloze zijn, maar dat is niet ge bruikelijk, aldus de brochure. De roekeloze heeft de neiging tot het maken van opvallende geluiden die zijn aanwezigheid kenbaar maken. Hij wil immers opvallen. Dezelfde autofabriek, aldus de hoog leraar, adverteert met een speciaal model voor teenagers onder de naam „Tiger". De wagen wordt in advertenties beschreven als „een vriendelijk, klein sabeltandpoesje". Ook bracht hij de psychiaters een ad vertentie onder aandacht met de tekst: „Rijdt hem alsof je hem haat. Hij is goedkoper dan een psy chiater". Naar zijn mening ligt er op autogebied een enorm terrein braak, dat de aandacht van de psy chiater verdient. TYaarop werd het buurtonderzoek ver- der uitgebreid. Iedereen die al eerder was ondervraagd kwam nog eens aan de beurt. Dit gebeurde, omdat bij een dergelijk onderzoek het kleinste detail soms van grote betekenis kan blijken te zijn, ook al vindt degene die het heeft opgemerkt nog zo onbelangrijk. Overal werd nagegaan wie er die dag op bezoek was geweest en al deze gegevens werden in een maandenlang onderzoek verder nagegaan. Het speur werk strekte zich allengs uit over een groot deel van het land. Auto's die waren gezien werden opgespoord. Toevallige passanten wer den opgezocht. Het raadsel van de bunker kwam geen stap nader tot de oplossing. Na anderhalf jaar werd het dossier opgeborgen, nog niet voor goed, maar het onafgebroken werken aan deze zaak was afgelopen. Zo nu en dan lazen de rechercheurs bepaalde verklaringen en passages nog eens door. In de landelijke gemeenschap kon niemand de tragische dood van het meisje vergeten. Als er weer eens over de raadselachtige dood van het meisje was gesproken, kreeg de rijkspolitie ter plaatse nog wel eens een tip of aanwijzing. Dergelijke mededelingen waren dan weer aanleiding voor nieu we detailonderzoekingen. Ondanks al deze moeite en medewerking, bleef de dood van het meisje een mysterie. „Tn 1953, bijna zeven jaar nadat het meisje bij het kanaal was gevonden, kwam de groepscommandant van de rijkspolitie bij mij met een zonderling verhaal", aldus de officier van justitie. „Een schipper die met zijn schip in het kanaal lag, was bij de grootvader van het meisje op bezoek geweest. De schipper miste zijn geldkistje". „Hij was daar zo van overstuur geraakt, dat hij het aan de grootvader van het meisje had verteld. De mannen kenden elkaar slechts oppervlakkig door toevallige ontmoetingen bij de sluis. Al pratende had de schipper zich herinnerd, dat hij eens van een vrouw in Amsterdam had gehoord, die in de familiekring wel eens frappante dingen had gepresteerd. „Het was een gewone huisvrouw, die volgens het verhaal over bijzondere eigenschappen beschikte. Zij maakte er echter geen beroep van. De schipper besloot die vrouw in Amsterdam te gaan opzoeken en haar te vragen waar zijn geldkistje was gebleven. Als je daar toch naar toe gaat, had de grootvader gezegd, neem dan deze foto van mijn kleinkind mee, en laat die aan die vrouw zien. Je kunt nooit weten. Daarop was de schippper met een hart vol goede hoop en de foto van het vermoorde meisje in zijn binnenzak met de trein naar Amsterdam gegaan. TYe volgende dag was hij opgewonden bij de grootvader gekomen. Zijn geld kistje was terecht! Toen hij de vrouw zijn verhaal had gedaan, had zij eenvoudig gezegd: man waar maak je je druk over. Dat geldkistje van je is onder de kolen geraakt in het ruim. De vrouw had hem ook de juiste plaats aangewezen. Op die mededeling was hij er zo op gebrand geweest om direct terug naar zijn schip te gaan, dat de vrouw hem terughield en eigener beweging zei: je vergeet nog wat. In je zak heb je iets voor mij. Pas op dat ogenblik had hij aan de foto gedacht en die aan de vrouw gegeven. Zodra zij de foto in handen kreeg, schrok zij. Ze gaf de foto onmiddellijk terug. Nee daar bemoei ik mij niet mee, dat zijn politiezaken, zei ze. Bij terugkeer vond de schipper zijn geldkist op de plaats die de vrouw had aangeduid. De foto bracht hij bij de grootvader terug. „Die had er met de opperwachtmees ter over gesproken en zo kwam die groepscommandant bij mij met de vraag of hij eens naar die vrouw in Amsterdam mocht gaan met een foto van het meisje. „Ik voelde daar niets voor", aldus de officier van justitie. „Ik ben een nuchter mens en ik geloof niet aan hokuspokus. Je gaat niet in mijn opdracht, zei ik hem. Als je het zelf wilt moet je ook zelf weten wat je doet.Ik beschouw dit als een privé-bezoek van jou". TYe volgende dag was de opper al bij me terug. "Hij was nu nog opgewon dener dan eerst. Hij had de vrouw gesproken en na lang aanhouden had zij zulke frappante dingen gezegd, dat de opper meende, dat wij ook die mogelijkheid moesten proberen om het raadsel op te lossen." „Nou goed, besliste ik. Als die vrouw eens hier wil komen, dan zal ik haar ontvangen. Ze krijgt haar reis- en verblijfkosten vergoed". De vrouw wilde van een vergoeding niets weten. Ook stelde zij als voor waarde dat zij .geen honorarium zou krijgen en dat haar naam niet in verband met deze zaak zou worden genoemd. Zij begreep dat het om een ernstige zaak ging, ofschoon haar geen namen of omstandigheden waren ge noemd. „Ik moet zeggen", aldus de officier van justitie, „dat ik van de ene verbazing in de andere ben gevallen. De vrouw had in haar voorkomen en optreden niets van een helderziende". „Zij praatte gewoon, deed helemaal niet geheimzinnig en zij sloot haar ogen niet. Ook ging zij niet in trance, maar zij vertelde ons zulke typische bijzonderheden over de zaak, dat wij het dossier er op moesten naslaan om het te controleren, omdat wij die bijzonderheden allang vergeten wa ren." „Omdat het zo'n uitzonderlijk geval betrof heb ik die vrouw niet alleen ontvangen. Er was een collega officier van justitie bij, alsmede de opper wachtmeester uit het dorp waar het meisje was vermoord". „Hoewel wij dus met een groepje mensen waren, had de bijeenkomst niets van een seance. Wij zaten hier om deze tafel gewoon een gesprek te voeren, dat normaal over koetjes en kalfjes was begonnen". „Tenslotte zijn wij per auto naar het kanaal en de bunker gereden. Toen wij daar aankwamen, wilde ik de vrouw naar de ingang van de bunker leiden. Dat was een rechthoekig gat een eind boven de grond aan de achterzijde. De voorkant met de schietgaten was naar het kanaal gericht". „Voor mij was het logisch, dat wij in de bunker zouden klimmen, omdat er voor ons geen twijfel was of het misdrijf was daar gepleegd. Daar im mers was ook het zakje met eikels gevonden." De vrouw zei echter: u vergist zich; wij moeten hier zijn, en zij liep naar de linkerzijde van de bijna achthoeki ge bunker. Zij wees een plaats aan en zei: „Hier is het gebeurd. Het was een man met een fiets. Die fiets heeft daar gestaan. Hij had een lichte regen jas aan en hij heeft het meisje hier tegen de betonnen muur van de bun ker aangedrukt. Kijk, met haar rugje tegen deze pin". Uit de zijkant van de bunker stak een ijzeren pin, waarschijnlijk afkom stig van de bewapening. Bij het opme ten, zat die pin precies tachtig centime ter boven de grond. Zou dat de verklaring zijn voor de kleine ronde blauwe plek op de rug van het meisje? „Dit was slechts het begin", aldus vervolgde de officier van justitie. „Die vrouw vertelde ons hoe volgens haar de hele zaak zich had afgespeeld. Ook gaf zij over de dader zoveel bijzonder heden, dat hij ons helder voor ogen kwam uit de gegevens die in heht dos sier waren verwerkt." „Zonder dat zij de naam wist, gaf zij een duidelijke beschrijving van de jongeman die met het meisje een Het gat in de bunker is nu dicht gemetseld, maar in 1946 tilde een jongeman een twaalfjarig meisje op om haar naar binnen te laten kijken. In een vlaag van verstandsverbijste ring drukte hij haar daarna met de rug tegen een van de ijzeren pinnen aan de zijkant van de bunker. Het kind raakte bewusteloos en de jonge man in paniek, die de dood van het meisje tot gevolg had. eindje was opgelopen. Wij hadden hem voor onschuldig gehouden, omdat er bij het eerste onderzoek verder niets ten nadele van hem was gebleken." „Ook wist zij zijn beroep en zijn huiselijke omstandigheden. Het was in één woord verbluffend zo nauwkeurig waren haar mededelingen. „Ga hem nu maar halen, hij is thuis, zo besloot zij. Ik moest haar evenwel zeggen dat haar mededelingen, hoe frappant ze ook waren geweest, voor een arrestatie toch onvoldoende waren. Een redelijk vermoeden van schuld, dat als basis moet dienen vior elke arrestatie, vergt meer dan verbluffende mededelingen van een vrouw, die waarschijnlijk niets van de zaak af wist. „Nou dat geeft ook niet, was haar reactie. Binnen vijf maanden hebt u hem toch". ¥Aat was het laatste wat deze vrouw over de zaak heeft gezegd. Wij gingen dagenlang nog eens alles na, maar nu meer gericht op de jongeman, die zij onmiskenbaar had aangeduid en die wij al in de eerste uren na het vinden van het meisje zes jaar tevoren hadden gesproken. Wij konden echter geen enkel positief bewijs vinden. Er kwam dus ook niets van een nader verhoor". „Ik kreeg echter een schok toen vijf maanden late# de melding op mijn parket binnenkwam, dat dezelfde jon geman was gearresteerd op verdenking van oplichting van een vrij groot bedrag. Zo kwam hij plotseling binnen mijn bereik". Die oplichtingszaak hebben wij aan gegrepen om hem ook over zijn jeugd en latere tijd te verhoren. Haast ongemerkt kwamen wij daarbij te spreken over 1946 en het vinden van het dode meisje, dat hij als laatste nog in leven had gezien". „Het duurde twee volle weken voor hij bekende. Zijn verklaringen beves tigden verschillende bijzonderheden, die de vrouw ons had genoemd, maar waarvan wij de waarde toen nog niet kenden. Op weg naar haar huis had hij het meisje vergezeld tot aan de bun ker. Toen zij dat gevaarte naderden had het meisje argeloos gevraagd wat er in die bunker zat". „Boze mannen" had hij gezegd en hij had het kind opgetild om het door de hoger gelegen toegang naar binnen te laten kijken. Op dat moment was het zakje met eikels uit haar handje in de bunker gevallen, maar dat had hij niet gemerkt. Door de aanraking met het kind was hij door een vlaag van verstandsver bijstering getroffen. Hij had het kind opeens willen omhelzen. Maar daar voor was hij met haar naar de linker zijkant gelopen, omdat enkele veraf gelegen boerderijen uitzicht hadden op de achterzijde van de bunker. In zijn wilde uitbarsting had hij het kind met de rug tegen de betonnen bunkerwand gedrukt. Waarschijnlijk was zijn greep om haar borst zo sterk, en was het kind zo geschrokken, dat het bewusteloos raakte. „Ik dacht dat het dood was", gilde de man bij de herinnering aan dat ver schrikkelijke ogenblik. „Ik heb het toen langs de waterkant gelegd, met het gezichtje in het water, zodat het zou lijken alsof het in het water was gevallen". In bewusteloze toestand is het kindje toen verdronken. Met die verschrikke lijke bekentenis was de zes jaar oude zaak opeens opgelost. Hoewel moord niet bewezen kon worden, werd hij tegelijk met de oplichtingsaffaire ver oordeeld wegens dood door schuld. 'jpoen hij daarna in hoger beroep ging, bleek voor het gerechtshof, dat ik als aanklager en zelfs ook de recht bank die hem voor dood door schuld had veroordeeld, helemaal over het hoofd hadden gezien, dat na zes jaar het misdrijf dood door schuld is ver jaard. Op dat punt werd hij door het hof ontslagen van rechtsvervolging. De straf waartoe hij werd veroordeeld was gebaseerd op feitelijke aanranding van de eerbaarheid en de later gepleeg de oplichting. „Je hoort deze dingen altijd van an deren. Maar in deze wonderlijke ge schiedenis heeft een helderziende ons op het goede spoor gebracht. Je kunt er lang of kort over praten. In deze zaak was het een verrassend feit. Ik zou het niet geloven als ik er niet zelf bij was geweest." MOSKOU Te veel huiswerk en slechte leslokalen brengen ernstige schade toe aan de Sovjet-schoolkinde ren, aldus tonen officiële medische stu dies aan. In een rede die kort geleden open baar gemaakt werd, deelde minister van Volksgezondheid, Boris V. Petrovs- ky de leden van de communistische jeugdbond mee: „De aanzienlijke overbelasting van leerlingen met huiswerk, in het bijzon der in de hogere klassen heeft een schadelijke invloed op hun gezondheid". Petrovsky zei, dat deze zware last, de middelbare school drie tot vier uur huiswerk per dag krijgen. Deze last, ge combineerd met de zes schooluren per dag bezorgt de kinderen 9 tot 10 uur schoolwerk per dag wat drie meer is dan de limiet die door de autoriteiten van de gezondheidsdienst geadviseerd werd. Petrovsky zei, at deze zware last, zes dagen per week, inbreuk maakt op de beschikbare tijd van de leerling voor rust, recreatie, slaap, vrije tijd en sport buitenshuis. „Kinderen, evenals volwassenen, moe ten tijd hebben voor zichzelf waarin zij kunnen denken en dagdromen", aldus de minister. „De leerlingen in de hogere klassen lezen niet genoeg en zij gaan zelden naar de schouwburg of de bioscoop. Er blijft weinig tijd over voor sport". Buiten de buitensporige werkhoeveel- heid zijn de leslokalen in de scholen slecht, aldus Petrovsky. Hij noemde als voorbeelden „te volle klassen, slechte verlichting en banken van verkeerde afmetingen". Hij leverde ook kritiek op het lunch- programma van de scholen. „De meer derheid van de schoolkantines is onder gebracht in slecht uitgeruste panden van onvoldoende capaciteit en de keu ze van het eten voldoet vaak niet aan de behoeften van het kind, in het bij zonder met betrekking tot de proteïnen. Warme lunches zijn tot nog toe niet in alle scholen beschikbaar". Petrovsky zei „dat ernstige inbreuk gemaakt wordt op de hygiënische voor schriften in scholen die vaak leidt tot verwonding en ziekte". Hij weidde hier over niet uit. Niettegenstaande waarschuwingen van de medicus moeten sommige kinderen die aan chronische ziekten lijden op school zwaar lichamelijk werk doen, al dus Petrovsky. Onder de gezonde leerlingen wordt niet genoeg de nadruk gelegd op licha melijke opvoeding en sport. Ten gevolge van deze slechte omstan digheden en de overbelasting met huis werk tonen medische rapporten „aan zienlijke afwijkingen", aan in de ge zondheidsnormen van de leerlingen. Petrovsky noemde „defecten in het beender- en spierstelsel, houding ei! ge zichtsvermogen en ziekten van hart- en bloedvaten, de ademhalingsorganen en het zenuwstelsel". Bij een studie van 10 Moskouse scho len tussen 1960 en 1965 bleek het aantal kinderen dat aan chronische tonsillitis, adenoïde en zenuwaandoeningen lijdt met grote sprongen omhoog ging, aldus Petrovsky. In verband met het buitensporig vele schoolwerk klaagde Petrovsky er over dat de nieuwe plannen voor lesuren slechts „een kleine verlichting beteke nen in de last van de leerling" en deze verlichting is „niet genoeg". Dezelfde klacht over het buitenge woon zware rooster dat de gezondheid van het kind aantast werd vijf jaar ge leden gehoord. Niettegenstaande een dringend medisch rapport toen zijn de schadelijke omstandigheden blijven be staan. Vliegboot weer in trek BONN De Dornier-vldegboten Do-24 gaan herleven! De Dornier-fabrieken in München bereiden de jiroduktie voor van een nieuwe vliegboot, de Do-324, die een moderne versie wordt van de vermaarde Do-24. Het nieuwe toestel maakt een goede kans om te worden aangekocht door de Westduitse marine voor de zeereddingsdienst. Dornier ziet ook exportmogelijkheden naar landen als Indonesië, Canada en vele ontwikkelingslanden. De Do-324 zal zich van zijn voorganger Do-24 voornamelijk onderscheiden door grotere omvang en motorvermogen, en door een extra landingsgestel met wielen, waardoor ook neerstrijken op vliegvelden mogelijk wordt. De Amerikaanse Grumman-Albatross vliegboten van de zeereddingsdienst der Westduitse marine zijn in de komende jaren aan vervanging toe. Voor red dingsoperaties op zee wordt tegenwoor dig veel gewerkt met helikopters, die onovertroffen geschikt zijn voor het op pikken van drenkelingen uit ruwe zee. Voor lange zoekvluchten echter is het vliegbereik van de wentelwieken te ge ring, en bovendien kunnen zij niet vol doende geredden herbergen. Daarom zoekt de Westduitse marine naar toestellen met grote actie-radius en draagvermogen, die zo nodig ook langzaam kunnen vliegen, en die zowel kunnen landen op zee als op landings banen. De aangewezen oplossing lijkt de aloude vliegboot, vooral nu de West duitse luchtmacht en marineluchtvaart dienst steeds meer lange oefenvluchten houden boven open zee. De oude, driemotorige Do-24 heeft n glorierijke staat van dienst. Het was op Nederlands initiatief dat dit toestel in de jaren dertig door Dornier werd ontworpen. In het toenmalige Neder- lands-Indië was dringend behoefte aan een betrouwbaar toestel voor de lange afstand, dat overal zou kunnen landen waar een baai of een meer voorhan den was. Op 3 juli 1937 kwam de eer ste Do-24 gereed in de Dornier-fabriek in Friedrichshafen aan het Meer van Konstanz, en jarenlang hebben de gro te watervogels dienst gedaan in het tropische eilandenrijk. Enkele jaren voor de Tweede Wereld oorlog begon de produktie van Do-24s voor de Duitse militaire zeereddings dienst. Talloze reddingsvluchten heb ben de vliegboten in de oorlogsjaren ondernomen, vooral in de tijd van de zee- en luchtslagen om de geallieerde konvooien, die door de Noordelijke IJs zee oorlogsmateriaal naar de Russische haven Moermansk brachten. In totaal hebben de bedrijfszekere Dorniers on geveer tienduizend schipbreukelingen en in zee gesorte piloten, van beide oorlogvoerende partijen, het leven ge red. De onverwoestbaarheid van de vlieg boten, waarvan de romp waterdichte schotten heeft net als een schip, werd spreekwoordelijk. Eén van de sterkste staaltjes was dat van een Do-24 die bij Noordelijke IJszee. Door de ruwe zee gang braken het achterste deel van de romp en de beide drijvers af. Maar dank zij de waterdichte schotten bleef het toestel drijven, en sturend met behulp van de motoren voer het over het water naar de Noorse Kjölle- fjord bij de Noordkaap. Daar konden de bemanningen en de opgepikte dren kelingen door andere vliegtuigen wor den opgehaald. Van de tweehonderd Do-24s, die in totaal werden gebouwd, waren er na de oorlog nog maar een handjevol over. De laatste Duitse Do-24 werd door de Royal Air Force gebruikt als oefen-ob ject voor bomaanvallen maar ook deze taaie hekkesluiter weigerde een voudig weg te zinken. De Engelsen bliezen het toestel met springladingen op, en het verdween voor de Duitse Noordzeekust in de golven. Tevoren waren een dozijn Duitse Do- 24s met geallieerde toestemming ver kocht aan Spanje, als reddingstoestel len voor de Middellandse Zee. Enkele daarvan, nu werkelijk de allerlaatste, zijn vandaag de dag nog gestationeerd op Majorca in Puerto de Pollensa en doen nog altijd trouw hun dienst. De nieuwe vliegboot Do-324 tevens met landingswielen uitgerust krijgt drie zuiger-stermotoren van het type Curtiss-Wright Cyclone R-28, van 1550 paardekrachten elk. Zonder bijtanken kan de Do-324 vierduizend kilometer vliegen ofwel achttien uur in de lucht blijven. Maximum-snelheid: 345 kilome ter per uur. Lengte: dertig meter. Spanwijdte: dertig meter. Behalve de bemanning van vijf tot zeven man, kan de vliegboot dertig ge redden aan boord, nemen, of vijftien op draagbaren. De Do-324 natuurlijk met waterdichte schotten zal nog op zee kunnen landen bij golven van drie meter hoog, en is berekend op inbouw van de nieuwste elektronische zoek-ap- paratuur. Bij Dornier is het ontwerp gereed en wordt nu gewerkt aan de detailproble men van de constructie. De Westduit se marine, die ook enkele aanbiedin gen heeft uit andere landen, zal binnen kort haar keuze doen. Zij zal ongeveer twaalf vliegboten nodig hebben. Daar naast rekent Dornier op een export markt. Men schat dat voorlopig ca. zeven tig vliegboten verkoopbaar zijn aan wa terrijke landen zoals Indonesië en Ca nada en aan landen in Afrika en Zuid- Amerika, die veel kusten en rivieren hebben maar weinig vliegvelden, en die door hun uitgestrekheid en slechte verbindingen te land sterk op luchtver keer zijn aangewezen. Het is de bedoeling dat de Dorniers 324s worden gebouwd in de Dornier- fabrieken in München-Neuaubing, en daarna door de fabriek in Friedrichs hafen worden beproefd op het Meer van Konstanz. NEW YORK (AP, UPI) In New York is een van de grootste kunst- zwendels van de laatste jaren aan het licht gekomen, waarvan de oliemagnaat A. H. Meadows uit Texas de dupe werd. Een voorlopig onderzoek wijst al uit dat de verzamelaar voor ten minste 3,5 miljoen gulden is opgelicht. In de verzameling zijn 58 werken van twijfelachtige herkomst. Daarvan zijn 44 zeker niet afkomstig van de kunstenaars aan wie zij worden toege schreven. Bij de vervalsingen zijn vijftien Dufy's, .negen Derains, zeven Modigliani's, vijf Vlaminck's en twee Bonnards. Dit werd vastgesteld door de Amerikaanse vereniging van kunst handelaren. Franse autoriteiten en de F.B.I. stellen een onderzoek in bij de Parijse kunsthandelaar die de doeken heeft geleverd. De zwendel kwam aan het licht toen de eigenaar een deel van zijn collectie wilde overdoen aan een kunsthande laar in Dallas. Die geloofde niet in de certificaten van echtheid en zag bij het binnenkomen al onmiddellijk „een enorme vervalsing van Vlaminck".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 13