Alles wees er op dat het meisje was vermoord, de plaats van het misdrijf stond zelfs vast
Schooljeugd
overbelast
Kunstzwendel in
Amerika
Blauwe plek
Raadsel
Neuroticus
achter het
stuur
Geldkistje
Juist
„Nou goed"
Pin
Schok
Verjaard
Dornier bouwt ze opnieuw
1 olitie-onderzoek en hel
derziendheid zijn twee za
ken die vaak met elkander
in verband worden ge
brachtmaar nimmer zal
men vernemendat een
ernstig misdrijf los van
politie-onderzoek door
een paragnost tot klaar
heid wordt gebracht.
De dood van een twaalf
jarig meisjedat in 1946
nabij een oude bunker
met het gezicht in het wa
ter werd gevondenis daar
misschien een uitzonde
ring op.
Toch wil ook in dit uit
zonderlijke geval de offi
cier van justitie die deze
welhaast miraculeuze op
lossing als een fenomeen
uit zijn loopbaan zietzelf
niet met naam en toenaam
worden genoemd. „Ik wil
u dit uitzonderlijke geval
ivel meedelen op voor
waarde dat de personen en
plaatsen ongenoemd blij
venzegt hij.
Deze meer dan twintig
jaar oude zaak komt hem
telkens weer in de herin
nering. „Als ik er zelf niet
bij was geweestzou ik het
niet geloven
Deze uitlating van het
hoofd van een der parket
ten deed onsondanks al
les, besluiten deze onge
noemde officier van justi
tie en de mysterieus op
geloste zaak op te nemen
in onze reeks „Ik was er
zelf bij".
Te vol
Afwijkingen
LANGZAAM AAN
REDDERS
ZAKJE EIKELS
IN BUNKER
,,Alle sporen en omstandigheden wezen er op, dat het kind was vermoord. Er
werd niet aan getwijfeld of het misdrijf was in de oude bunker gepleegd, waar
het slachtoffertje vlakbij was gevonden".
„In de bunker lag een zakje met eikels, die het kind aan het zoeken was
geweest toen het door een aanvaller werd overmand. De ligging van het
lichaampje was zodanig, dat de recherche er van overtuigd was, dat het
slachtoffertje daar was neergelegd, nadat het in de bunker om het leven was
gebracht".
De sectie wees echter uit, dat het kind
was verdronken. Er werd water in de
longen gevonden. Dat wees er onmis
kenbaar op dat het nog had geademd
toen het pal voorover langs de kant van
het kanaal was neergelegd met het ge
zichtje in het water.
„Waarom heeft het kind geen weer
stand geboden, was de eerste vraag die
wij ons stelden", aldus de officier van
justitie. „Had de moordenaar het kind
met het hoofd onder water gehouden?"
Deze veronderstelling werd weer
sproken door het feit, dat het achter
hoofd van het kind niet in het water
was geweest. Voor zover deskundigen
van de technische recherche en het
gerechtelijk laboratorium hebben kun
nen nagaan, was er geen geweld
gebruikt om het gezicht in het water te
houden. De lijn tot waar het gezichtje
onder water was geweest was nauwkeu
rig terug te vinden: vlak achter de
mondhoeken en nog voor de oren.
yyaarom is het kind niet opgestaan
toen het benauwdheden kreeg?
Waarom was dit meisje überhaupt
om het leven gebracht Sporen
van geweld ontbraken volkomen. Van
aanranding was geen sprake; alleen op
het rugje op ongeveer tachtig centime
ter van de voetzolen af gemeten, zat
een kleine ronde blauwe vlek."
„Ook daar wisten wij geen verkla
ring voor te vinden. Na al deze
raadsels en geheimzinnigheden, konden
wij niet anders doen dan geheel vol
gens het boekje met een routine-
onderzoek te beginnen."
Dit onderzoek naam maanden in
beslag. In het begin werd nagegaan
wie het kind het laatst had gezien.
Waar het was geweest en wie er
mogelijk in haar nabijheid konden
hebben vertoefd.
Uit die eerste onderzoekingen bleek,
dat het meisje met een even jong
vriendinnetje eikels had gezocht. De
twee buurkinderen hadden daar bijna
een hele zondagochtend mee doorge
bracht: eerst vlak bij een boerderij en
gaandeweg iets verderop waar het
kanaal lag.
Tegen het middaguur waren ze naar
het huis van het vriendinnetje terug
gekeerd, waarop het kind alleen naar
huis liep. Een jongeman uit de buurt
was nog een eindje met haar opgelo
pen, totdat het kind tussen de weilan
den in de richting van haar huis liep.
Van dat moment af liepen alle sporen
dood.
DETROIT (Michingan) Prof. Jef
frey O'Connell, verbonden aan de
juridische faculteit van de universi
teit van Illinois, heeft op de jaar
vergadering van het Amerikaanse
psychiatrische genootschap zijn ge
hoor gewezen op de gevaren van
„de gek achter het autostuur".
Hij zei dat het zijn gehoor duidelijk
moest zijn, dat gekken moeten wor
den geholpen en niet uitgebuit. Hij
wees daarbij op autonamen zoals
Wildcat (boskat), Cougar (poema),
Mustang (wild paard) en Barracu
da (een roofvis), die volgens hem
bedoeld zijn om te appelleren tan
de neuroticus. Hij citeerde ook uit
gebreid uit autoadvertenties, die vol
gens hem gericht worden aan de
geestelijk onvolwassen automobilist.
Prof. O'Connell citeerde een brochu
re over veilig rijden van een auto-
fabriek, waarin wordt gesteld dat
de onvolwassen automobilist kan
worden geïdentificeerd door te luis
teren naar zijn manier van rijden.
Een roekeloze bestuurder kan een
geruisloze zijn, maar dat is niet ge
bruikelijk, aldus de brochure. De
roekeloze heeft de neiging tot het
maken van opvallende geluiden die
zijn aanwezigheid kenbaar maken.
Hij wil immers opvallen.
Dezelfde autofabriek, aldus de hoog
leraar, adverteert met een speciaal
model voor teenagers onder de
naam „Tiger". De wagen wordt in
advertenties beschreven als „een
vriendelijk, klein sabeltandpoesje".
Ook bracht hij de psychiaters een ad
vertentie onder aandacht met de
tekst: „Rijdt hem alsof je hem
haat. Hij is goedkoper dan een psy
chiater". Naar zijn mening ligt er
op autogebied een enorm terrein
braak, dat de aandacht van de psy
chiater verdient.
TYaarop werd het buurtonderzoek ver-
der uitgebreid. Iedereen die al eerder
was ondervraagd kwam nog eens aan
de beurt. Dit gebeurde, omdat bij een
dergelijk onderzoek het kleinste detail
soms van grote betekenis kan blijken te
zijn, ook al vindt degene die het heeft
opgemerkt nog zo onbelangrijk.
Overal werd nagegaan wie er die
dag op bezoek was geweest en al deze
gegevens werden in een maandenlang
onderzoek verder nagegaan. Het speur
werk strekte zich allengs uit over een
groot deel van het land.
Auto's die waren gezien werden
opgespoord. Toevallige passanten wer
den opgezocht. Het raadsel van de
bunker kwam geen stap nader tot de
oplossing. Na anderhalf jaar werd
het dossier opgeborgen, nog niet voor
goed, maar het onafgebroken werken
aan deze zaak was afgelopen. Zo nu en
dan lazen de rechercheurs bepaalde
verklaringen en passages nog eens
door.
In de landelijke gemeenschap kon
niemand de tragische dood van het
meisje vergeten. Als er weer eens over
de raadselachtige dood van het meisje
was gesproken, kreeg de rijkspolitie
ter plaatse nog wel eens een tip of
aanwijzing. Dergelijke mededelingen
waren dan weer aanleiding voor nieu
we detailonderzoekingen. Ondanks al
deze moeite en medewerking, bleef de
dood van het meisje een mysterie.
„Tn 1953, bijna zeven jaar nadat het
meisje bij het kanaal was gevonden,
kwam de groepscommandant van de
rijkspolitie bij mij met een zonderling
verhaal", aldus de officier van justitie.
„Een schipper die met zijn schip in het
kanaal lag, was bij de grootvader van
het meisje op bezoek geweest. De
schipper miste zijn geldkistje".
„Hij was daar zo van overstuur
geraakt, dat hij het aan de grootvader
van het meisje had verteld. De mannen
kenden elkaar slechts oppervlakkig
door toevallige ontmoetingen bij de
sluis. Al pratende had de schipper zich
herinnerd, dat hij eens van een vrouw
in Amsterdam had gehoord, die in de
familiekring wel eens frappante dingen
had gepresteerd.
„Het was een gewone huisvrouw, die
volgens het verhaal over bijzondere
eigenschappen beschikte. Zij maakte er
echter geen beroep van.
De schipper besloot die vrouw in
Amsterdam te gaan opzoeken en haar
te vragen waar zijn geldkistje was
gebleven.
Als je daar toch naar toe gaat, had
de grootvader gezegd, neem dan deze
foto van mijn kleinkind mee, en laat
die aan die vrouw zien. Je kunt nooit
weten.
Daarop was de schippper met een
hart vol goede hoop en de foto van het
vermoorde meisje in zijn binnenzak
met de trein naar Amsterdam gegaan.
TYe volgende dag was hij opgewonden
bij de grootvader gekomen. Zijn geld
kistje was terecht! Toen hij de vrouw
zijn verhaal had gedaan, had zij
eenvoudig gezegd: man waar maak je
je druk over. Dat geldkistje van je is
onder de kolen geraakt in het ruim. De
vrouw had hem ook de juiste plaats
aangewezen.
Op die mededeling was hij er zo op
gebrand geweest om direct terug naar
zijn schip te gaan, dat de vrouw hem
terughield en eigener beweging zei: je
vergeet nog wat. In je zak heb je iets
voor mij.
Pas op dat ogenblik had hij aan de
foto gedacht en die aan de vrouw
gegeven. Zodra zij de foto in handen
kreeg, schrok zij. Ze gaf de foto
onmiddellijk terug. Nee daar bemoei ik
mij niet mee, dat zijn politiezaken, zei
ze.
Bij terugkeer vond de schipper zijn
geldkist op de plaats die de vrouw had
aangeduid. De foto bracht hij bij de
grootvader terug.
„Die had er met de opperwachtmees
ter over gesproken en zo kwam die
groepscommandant bij mij met de
vraag of hij eens naar die vrouw in
Amsterdam mocht gaan met een foto
van het meisje. „Ik voelde daar niets
voor", aldus de officier van justitie.
„Ik ben een nuchter mens en ik
geloof niet aan hokuspokus. Je gaat
niet in mijn opdracht, zei ik hem. Als
je het zelf wilt moet je ook zelf weten
wat je doet.Ik beschouw dit als een
privé-bezoek van jou".
TYe volgende dag was de opper al bij
me terug. "Hij was nu nog opgewon
dener dan eerst. Hij had de vrouw
gesproken en na lang aanhouden had
zij zulke frappante dingen gezegd, dat
de opper meende, dat wij ook die
mogelijkheid moesten proberen om het
raadsel op te lossen."
„Nou goed, besliste ik. Als die vrouw
eens hier wil komen, dan zal ik haar
ontvangen. Ze krijgt haar reis- en
verblijfkosten vergoed".
De vrouw wilde van een vergoeding
niets weten. Ook stelde zij als voor
waarde dat zij .geen honorarium zou
krijgen en dat haar naam niet in
verband met deze zaak zou worden
genoemd. Zij begreep dat het om een
ernstige zaak ging, ofschoon haar geen
namen of omstandigheden waren ge
noemd.
„Ik moet zeggen", aldus de officier
van justitie, „dat ik van de ene
verbazing in de andere ben gevallen. De
vrouw had in haar voorkomen en
optreden niets van een helderziende".
„Zij praatte gewoon, deed helemaal
niet geheimzinnig en zij sloot haar
ogen niet. Ook ging zij niet in trance,
maar zij vertelde ons zulke typische
bijzonderheden over de zaak, dat wij
het dossier er op moesten naslaan om
het te controleren, omdat wij die
bijzonderheden allang vergeten wa
ren."
„Omdat het zo'n uitzonderlijk geval
betrof heb ik die vrouw niet alleen
ontvangen. Er was een collega officier
van justitie bij, alsmede de opper
wachtmeester uit het dorp waar het
meisje was vermoord".
„Hoewel wij dus met een groepje
mensen waren, had de bijeenkomst
niets van een seance. Wij zaten hier
om deze tafel gewoon een gesprek te
voeren, dat normaal over koetjes en
kalfjes was begonnen".
„Tenslotte zijn wij per auto naar het
kanaal en de bunker gereden. Toen wij
daar aankwamen, wilde ik de vrouw
naar de ingang van de bunker leiden.
Dat was een rechthoekig gat een eind
boven de grond aan de achterzijde. De
voorkant met de schietgaten was naar
het kanaal gericht".
„Voor mij was het logisch, dat wij in
de bunker zouden klimmen, omdat er
voor ons geen twijfel was of het
misdrijf was daar gepleegd. Daar im
mers was ook het zakje met eikels
gevonden."
De vrouw zei echter: u vergist zich;
wij moeten hier zijn, en zij liep naar
de linkerzijde van de bijna achthoeki
ge bunker. Zij wees een plaats aan en
zei:
„Hier is het gebeurd. Het was een
man met een fiets. Die fiets heeft
daar gestaan. Hij had een lichte regen
jas aan en hij heeft het meisje hier
tegen de betonnen muur van de bun
ker aangedrukt. Kijk, met haar rugje
tegen deze pin".
Uit de zijkant van de bunker stak
een ijzeren pin, waarschijnlijk afkom
stig van de bewapening. Bij het opme
ten, zat die pin precies tachtig centime
ter boven de grond. Zou dat de
verklaring zijn voor de kleine ronde
blauwe plek op de rug van het meisje?
„Dit was slechts het begin", aldus
vervolgde de officier van justitie. „Die
vrouw vertelde ons hoe volgens haar
de hele zaak zich had afgespeeld. Ook
gaf zij over de dader zoveel bijzonder
heden, dat hij ons helder voor ogen
kwam uit de gegevens die in heht dos
sier waren verwerkt."
„Zonder dat zij de naam wist, gaf zij
een duidelijke beschrijving van de
jongeman die met het meisje een
Het gat in de bunker is nu dicht
gemetseld, maar in 1946 tilde een
jongeman een twaalfjarig meisje op
om haar naar binnen te laten kijken.
In een vlaag van verstandsverbijste
ring drukte hij haar daarna met de
rug tegen een van de ijzeren pinnen
aan de zijkant van de bunker. Het
kind raakte bewusteloos en de jonge
man in paniek, die de dood van het
meisje tot gevolg had.
eindje was opgelopen. Wij hadden hem
voor onschuldig gehouden, omdat er
bij het eerste onderzoek verder niets
ten nadele van hem was gebleken."
„Ook wist zij zijn beroep en zijn
huiselijke omstandigheden. Het was in
één woord verbluffend zo nauwkeurig
waren haar mededelingen.
„Ga hem nu maar halen, hij is thuis,
zo besloot zij. Ik moest haar evenwel
zeggen dat haar mededelingen, hoe
frappant ze ook waren geweest, voor
een arrestatie toch onvoldoende waren.
Een redelijk vermoeden van schuld,
dat als basis moet dienen vior elke
arrestatie, vergt meer dan verbluffende
mededelingen van een vrouw, die
waarschijnlijk niets van de zaak af
wist.
„Nou dat geeft ook niet, was haar
reactie. Binnen vijf maanden hebt u
hem toch".
¥Aat was het laatste wat deze vrouw
over de zaak heeft gezegd. Wij gingen
dagenlang nog eens alles na, maar nu
meer gericht op de jongeman, die zij
onmiskenbaar had aangeduid en die
wij al in de eerste uren na het vinden
van het meisje zes jaar tevoren hadden
gesproken. Wij konden echter geen
enkel positief bewijs vinden. Er kwam
dus ook niets van een nader verhoor".
„Ik kreeg echter een schok toen vijf
maanden late# de melding op mijn
parket binnenkwam, dat dezelfde jon
geman was gearresteerd op verdenking
van oplichting van een vrij groot
bedrag. Zo kwam hij plotseling binnen
mijn bereik".
Die oplichtingszaak hebben wij aan
gegrepen om hem ook over zijn jeugd
en latere tijd te verhoren. Haast
ongemerkt kwamen wij daarbij te
spreken over 1946 en het vinden van
het dode meisje, dat hij als laatste nog
in leven had gezien".
„Het duurde twee volle weken voor
hij bekende. Zijn verklaringen beves
tigden verschillende bijzonderheden,
die de vrouw ons had genoemd, maar
waarvan wij de waarde toen nog niet
kenden. Op weg naar haar huis had hij
het meisje vergezeld tot aan de bun
ker. Toen zij dat gevaarte naderden
had het meisje argeloos gevraagd wat
er in die bunker zat".
„Boze mannen" had hij gezegd en hij
had het kind opgetild om het door de
hoger gelegen toegang naar binnen te
laten kijken. Op dat moment was het
zakje met eikels uit haar handje in de
bunker gevallen, maar dat had hij niet
gemerkt.
Door de aanraking met het kind was
hij door een vlaag van verstandsver
bijstering getroffen. Hij had het kind
opeens willen omhelzen. Maar daar
voor was hij met haar naar de linker
zijkant gelopen, omdat enkele veraf
gelegen boerderijen uitzicht hadden op
de achterzijde van de bunker.
In zijn wilde uitbarsting had hij het
kind met de rug tegen de betonnen
bunkerwand gedrukt. Waarschijnlijk
was zijn greep om haar borst zo sterk,
en was het kind zo geschrokken, dat
het bewusteloos raakte.
„Ik dacht dat het dood was", gilde de
man bij de herinnering aan dat ver
schrikkelijke ogenblik. „Ik heb het
toen langs de waterkant gelegd, met
het gezichtje in het water, zodat het
zou lijken alsof het in het water was
gevallen".
In bewusteloze toestand is het kindje
toen verdronken. Met die verschrikke
lijke bekentenis was de zes jaar oude
zaak opeens opgelost. Hoewel moord
niet bewezen kon worden, werd hij
tegelijk met de oplichtingsaffaire ver
oordeeld wegens dood door schuld.
'jpoen hij daarna in hoger beroep
ging, bleek voor het gerechtshof, dat
ik als aanklager en zelfs ook de recht
bank die hem voor dood door schuld
had veroordeeld, helemaal over het
hoofd hadden gezien, dat na zes jaar
het misdrijf dood door schuld is ver
jaard.
Op dat punt werd hij door het hof
ontslagen van rechtsvervolging. De
straf waartoe hij werd veroordeeld
was gebaseerd op feitelijke aanranding
van de eerbaarheid en de later gepleeg
de oplichting.
„Je hoort deze dingen altijd van an
deren. Maar in deze wonderlijke ge
schiedenis heeft een helderziende ons op
het goede spoor gebracht. Je kunt er
lang of kort over praten. In deze zaak
was het een verrassend feit. Ik zou het
niet geloven als ik er niet zelf bij was
geweest."
MOSKOU Te veel huiswerk en
slechte leslokalen brengen ernstige
schade toe aan de Sovjet-schoolkinde
ren, aldus tonen officiële medische stu
dies aan.
In een rede die kort geleden open
baar gemaakt werd, deelde minister
van Volksgezondheid, Boris V. Petrovs-
ky de leden van de communistische
jeugdbond mee:
„De aanzienlijke overbelasting van
leerlingen met huiswerk, in het bijzon
der in de hogere klassen heeft een
schadelijke invloed op hun gezondheid".
Petrovsky zei, dat deze zware last,
de middelbare school drie tot vier uur
huiswerk per dag krijgen. Deze last, ge
combineerd met de zes schooluren per
dag bezorgt de kinderen 9 tot 10 uur
schoolwerk per dag wat drie meer is
dan de limiet die door de autoriteiten
van de gezondheidsdienst geadviseerd
werd.
Petrovsky zei, at deze zware last,
zes dagen per week, inbreuk maakt op
de beschikbare tijd van de leerling voor
rust, recreatie, slaap, vrije tijd en
sport buitenshuis.
„Kinderen, evenals volwassenen, moe
ten tijd hebben voor zichzelf waarin zij
kunnen denken en dagdromen", aldus
de minister.
„De leerlingen in de hogere klassen
lezen niet genoeg en zij gaan zelden
naar de schouwburg of de bioscoop. Er
blijft weinig tijd over voor sport".
Buiten de buitensporige werkhoeveel-
heid zijn de leslokalen in de scholen
slecht, aldus Petrovsky.
Hij noemde als voorbeelden „te volle
klassen, slechte verlichting en banken
van verkeerde afmetingen".
Hij leverde ook kritiek op het lunch-
programma van de scholen. „De meer
derheid van de schoolkantines is onder
gebracht in slecht uitgeruste panden
van onvoldoende capaciteit en de keu
ze van het eten voldoet vaak niet aan
de behoeften van het kind, in het bij
zonder met betrekking tot de proteïnen.
Warme lunches zijn tot nog toe niet in
alle scholen beschikbaar".
Petrovsky zei „dat ernstige inbreuk
gemaakt wordt op de hygiënische voor
schriften in scholen die vaak leidt tot
verwonding en ziekte". Hij weidde hier
over niet uit.
Niettegenstaande waarschuwingen van
de medicus moeten sommige kinderen
die aan chronische ziekten lijden op
school zwaar lichamelijk werk doen, al
dus Petrovsky.
Onder de gezonde leerlingen wordt
niet genoeg de nadruk gelegd op licha
melijke opvoeding en sport.
Ten gevolge van deze slechte omstan
digheden en de overbelasting met huis
werk tonen medische rapporten „aan
zienlijke afwijkingen", aan in de ge
zondheidsnormen van de leerlingen.
Petrovsky noemde „defecten in het
beender- en spierstelsel, houding ei! ge
zichtsvermogen en ziekten van hart- en
bloedvaten, de ademhalingsorganen en
het zenuwstelsel".
Bij een studie van 10 Moskouse scho
len tussen 1960 en 1965 bleek het aantal
kinderen dat aan chronische tonsillitis,
adenoïde en zenuwaandoeningen lijdt
met grote sprongen omhoog ging, aldus
Petrovsky.
In verband met het buitensporig vele
schoolwerk klaagde Petrovsky er over
dat de nieuwe plannen voor lesuren
slechts „een kleine verlichting beteke
nen in de last van de leerling" en deze
verlichting is „niet genoeg".
Dezelfde klacht over het buitenge
woon zware rooster dat de gezondheid
van het kind aantast werd vijf jaar ge
leden gehoord. Niettegenstaande een
dringend medisch rapport toen zijn de
schadelijke omstandigheden blijven be
staan.
Vliegboot weer
in trek
BONN De Dornier-vldegboten Do-24 gaan herleven! De Dornier-fabrieken
in München bereiden de jiroduktie voor van een nieuwe vliegboot, de Do-324,
die een moderne versie wordt van de vermaarde Do-24. Het nieuwe toestel
maakt een goede kans om te worden aangekocht door de Westduitse marine
voor de zeereddingsdienst. Dornier ziet ook exportmogelijkheden naar landen
als Indonesië, Canada en vele ontwikkelingslanden. De Do-324 zal zich van
zijn voorganger Do-24 voornamelijk onderscheiden door grotere omvang en
motorvermogen, en door een extra landingsgestel met wielen, waardoor ook
neerstrijken op vliegvelden mogelijk wordt.
De Amerikaanse Grumman-Albatross
vliegboten van de zeereddingsdienst der
Westduitse marine zijn in de komende
jaren aan vervanging toe. Voor red
dingsoperaties op zee wordt tegenwoor
dig veel gewerkt met helikopters, die
onovertroffen geschikt zijn voor het op
pikken van drenkelingen uit ruwe zee.
Voor lange zoekvluchten echter is het
vliegbereik van de wentelwieken te ge
ring, en bovendien kunnen zij niet vol
doende geredden herbergen.
Daarom zoekt de Westduitse marine
naar toestellen met grote actie-radius
en draagvermogen, die zo nodig ook
langzaam kunnen vliegen, en die zowel
kunnen landen op zee als op landings
banen. De aangewezen oplossing lijkt
de aloude vliegboot, vooral nu de West
duitse luchtmacht en marineluchtvaart
dienst steeds meer lange oefenvluchten
houden boven open zee.
De oude, driemotorige Do-24 heeft n
glorierijke staat van dienst. Het was
op Nederlands initiatief dat dit toestel
in de jaren dertig door Dornier werd
ontworpen. In het toenmalige Neder-
lands-Indië was dringend behoefte aan
een betrouwbaar toestel voor de lange
afstand, dat overal zou kunnen landen
waar een baai of een meer voorhan
den was. Op 3 juli 1937 kwam de eer
ste Do-24 gereed in de Dornier-fabriek
in Friedrichshafen aan het Meer van
Konstanz, en jarenlang hebben de gro
te watervogels dienst gedaan in het
tropische eilandenrijk.
Enkele jaren voor de Tweede Wereld
oorlog begon de produktie van Do-24s
voor de Duitse militaire zeereddings
dienst. Talloze reddingsvluchten heb
ben de vliegboten in de oorlogsjaren
ondernomen, vooral in de tijd van de
zee- en luchtslagen om de geallieerde
konvooien, die door de Noordelijke IJs
zee oorlogsmateriaal naar de Russische
haven Moermansk brachten. In totaal
hebben de bedrijfszekere Dorniers on
geveer tienduizend schipbreukelingen
en in zee gesorte piloten, van beide
oorlogvoerende partijen, het leven ge
red.
De onverwoestbaarheid van de vlieg
boten, waarvan de romp waterdichte
schotten heeft net als een schip, werd
spreekwoordelijk. Eén van de sterkste
staaltjes was dat van een Do-24 die bij
Noordelijke IJszee. Door de ruwe zee
gang braken het achterste deel van de
romp en de beide drijvers af. Maar
dank zij de waterdichte schotten bleef
het toestel drijven, en sturend met
behulp van de motoren voer het
over het water naar de Noorse Kjölle-
fjord bij de Noordkaap. Daar konden
de bemanningen en de opgepikte dren
kelingen door andere vliegtuigen wor
den opgehaald.
Van de tweehonderd Do-24s, die in
totaal werden gebouwd, waren er na
de oorlog nog maar een handjevol over.
De laatste Duitse Do-24 werd door de
Royal Air Force gebruikt als oefen-ob
ject voor bomaanvallen maar ook
deze taaie hekkesluiter weigerde een
voudig weg te zinken. De Engelsen
bliezen het toestel met springladingen
op, en het verdween voor de Duitse
Noordzeekust in de golven.
Tevoren waren een dozijn Duitse Do-
24s met geallieerde toestemming ver
kocht aan Spanje, als reddingstoestel
len voor de Middellandse Zee. Enkele
daarvan, nu werkelijk de allerlaatste,
zijn vandaag de dag nog gestationeerd
op Majorca in Puerto de Pollensa
en doen nog altijd trouw hun dienst.
De nieuwe vliegboot Do-324 tevens
met landingswielen uitgerust krijgt
drie zuiger-stermotoren van het type
Curtiss-Wright Cyclone R-28, van 1550
paardekrachten elk. Zonder bijtanken
kan de Do-324 vierduizend kilometer
vliegen ofwel achttien uur in de lucht
blijven. Maximum-snelheid: 345 kilome
ter per uur. Lengte: dertig meter.
Spanwijdte: dertig meter.
Behalve de bemanning van vijf tot
zeven man, kan de vliegboot dertig ge
redden aan boord, nemen, of vijftien
op draagbaren. De Do-324 natuurlijk
met waterdichte schotten zal nog op
zee kunnen landen bij golven van drie
meter hoog, en is berekend op inbouw
van de nieuwste elektronische zoek-ap-
paratuur.
Bij Dornier is het ontwerp gereed en
wordt nu gewerkt aan de detailproble
men van de constructie. De Westduit
se marine, die ook enkele aanbiedin
gen heeft uit andere landen, zal binnen
kort haar keuze doen. Zij zal ongeveer
twaalf vliegboten nodig hebben. Daar
naast rekent Dornier op een export
markt.
Men schat dat voorlopig ca. zeven
tig vliegboten verkoopbaar zijn aan wa
terrijke landen zoals Indonesië en Ca
nada en aan landen in Afrika en Zuid-
Amerika, die veel kusten en rivieren
hebben maar weinig vliegvelden, en
die door hun uitgestrekheid en slechte
verbindingen te land sterk op luchtver
keer zijn aangewezen.
Het is de bedoeling dat de Dorniers
324s worden gebouwd in de Dornier-
fabrieken in München-Neuaubing, en
daarna door de fabriek in Friedrichs
hafen worden beproefd op het Meer
van Konstanz.
NEW YORK (AP, UPI) In New
York is een van de grootste kunst-
zwendels van de laatste jaren aan het
licht gekomen, waarvan de oliemagnaat
A. H. Meadows uit Texas de dupe
werd. Een voorlopig onderzoek wijst al
uit dat de verzamelaar voor ten minste
3,5 miljoen gulden is opgelicht.
In de verzameling zijn 58 werken
van twijfelachtige herkomst. Daarvan
zijn 44 zeker niet afkomstig van de
kunstenaars aan wie zij worden toege
schreven. Bij de vervalsingen zijn
vijftien Dufy's, .negen Derains, zeven
Modigliani's, vijf Vlaminck's en twee
Bonnards. Dit werd vastgesteld door de
Amerikaanse vereniging van kunst
handelaren. Franse autoriteiten en de
F.B.I. stellen een onderzoek in bij de
Parijse kunsthandelaar die de doeken
heeft geleverd.
De zwendel kwam aan het licht toen
de eigenaar een deel van zijn collectie
wilde overdoen aan een kunsthande
laar in Dallas. Die geloofde niet in de
certificaten van echtheid en zag bij het
binnenkomen al onmiddellijk „een
enorme vervalsing van Vlaminck".