Industrie van eigen bodem
Wol en tabak
bases van de
Veenendaalse
industrialisatie
Vlaamse afkomst
van Veenendalers
wordt nog steeds
twijfelachtiger
H DENK ER EENS OVER NA
mm b
door
Adriaan
P. de Kleuver
In de wol
Lapjes
Centra
SCHAKEN door H. KRAMER
D.S VAM SCHUPPEM
DWMil
aö&b m a
DAMMEN
door J. M. BOM
BRIDGE
door H. W. FILARSKI
CRYPTOGRAM
Een paar jaar geleden ben ik er mee begonnen en nog
steeds vordert het onderzoek. Door het opstellen van een
reeks genealogieën wil ik het bewijs in handen krijgen, dat
de Veenendalers beslist niet uit Vlaanderen stammen,
maar uit de directe omgeving kwamen. Dat móet lukken,
want die Veenendalers voerden overwegend familiena
men en door te passen en te meten kom je met 'n aantal
van hen al rond 1600. Nu gaat het er dus om of er onder
die oudste familienamen ook Vlaamsklinkende zijn.
Zoals dat met een genealogie gaat krijgt men bovenaan
al spoedig een rij met 16 en in het gunstigste geval met 32
voorouders. Dat laatste is wel het einde in de meeste ge
vallen en dan beschikt men over de gegevens betreffende
de bet-bet-overgrootouders. Dat is een kwartierstaat met
32 delen. Daar heeft men dus al 32 familienamen uit een
dorp (men trouwde zelden met een meisje dat van buiten
kwam!) uit de jaren tussen 1700 en 1750. Gaat men in
rechte lijn deze 32 families volgen zo ver men komen kan
dan zou men de Veenendalers van het eerste uur moe
ten vinden. In enige gevallen is dit voortreffelijk gelukt.
En daar zit geen woord Vlaams tussen.
Een andere mythe is, dat onze
plaatselijke industrie onder Vlaamse
beinvloeding stond. Dit gaat evenmin
op. Spinnen en weven deed men vroe
ger in iedere stad en in ieder dorp.
Zutphen en Rhenen hebben hun We
versstraat, Wijk bij Duurstede een
Voldersstraat, Amersfoort het Oude
Wevershuis, Leiden de prachtige La
kenhal en de stad Tiel bezat de keu
ren op het weversgilde. Ga zo maar
door! Neen, de wol verwerkende in
dustrieën hebben hun oorsprong dich
ter bij huis: Gelderse Vallei, Velu-
we, de Stichtse heidevelden en ook
het kleigebied tussen de Utrechtse
Heuvelrug en de Kromme Rijn. Ook
de Betuwe leverde de grondstoffen
voor een bescheiden industrialisatie,
de scheerwol van de duizenden scha
pen die daar gehouden werden.
Het begon met de turfwinning
maar wie er aan begonnen zijn zul
len al ras ontdekt hebben dat de ve
nen in de vallei té gering van om
vang waren om daar het gehele be
staan op te grondvesten. Een deel
van het veen was zo zanderig, dat
er als huisbrand niets mee te be
ginnen was. De turfnering verliep.
In onze dagen trekken de mensen
dan snel weg, maar vroeger was men
meer honkvast.
Als wij bedenken dat zich langs de
op last van bisschop David van Bour-
gondië gegraven grift (circa 1500)
„Veenendalers" gevestigd hadden en
wij ons realiseren dat van huisin
dustrie van enige betekenis eerst
rond 1750 sprake is, dan moet men
toch tot de conclusie komen, dat het
verloop van de turfnering en de ont
gronding van extra goed weiland mo
gelijk al wel honderd jaar daarvoor
de bewoners noopten een ambacht
ter hand te nemen. Veehouden kon
men vanzelf niet. De venen waren in
plassen veranderd. Het is allemaal
begonnen omdat men moest.
Zo werd de intensieve schapen
houderij in de omgeving van Veen-
endaal de trekpleister voor een
paar wolkammers. Wij vonden
daaronder mensen die uit Amster
dam kwamen (De Ruijter en Bo-
mas o.nr.) en ze kwamen van de
Veluwe (Broekhuizen) en uit het
Sticht (Van Woudenberg) en merk
waardig genoeg via Rhenen en
Amsterdam het belangrijkste ge
slacht van Veenendaalse indus
triëlen, de Van Schuppens, uit An-
holt in Duitsland.
Waar zijn ze gebleven met hun
wolkammerijtjes, het vijftigtal wol
kammers dat in deze industriesector
tussen 1700 en 1800 emplooi gevonden
had? Allen zijn opgegaan in het be
drijf van het grote Veenendaalse be
drijf Van Sch tppen. Of liever: ze
werden er uit geconcurreerd. Het ws
een vreedzame concurrentie met
geen ander middel dan een betere en
fijnere kwaliteit als inzet. Zelfs de
stugste Veluwse boerin begon mo-
disch te denken en men lette terde
ge op of het breigaren en het glad-
zwart of luster gaaf en zonder nop
pen was. Wie dat laatste kon leveren
die won.
En daarop richtte zich eerst al
Steven van Schuppen en na hem nog
meer de zoon Dirk Steven van
Schuppen, bij iedere Veenendaler en
ver er buiten bekend als „D.S." en
zijn bedrijf werd voorgezet als
Scheepjeswolfabriek.
Nog maar kort geleden ontdekte ik
dat de Van Schuppens „in de wol"
gekomen zijn door aanhuwing.
Allereerst was er het huwelijk in
1717 van een zekere Steven van
Schuppen met Johanna Dirksdr. Bo-
mas, wier vader doopsgezind was
en als wolkammer uit Amsterdam
kwam.
Dan is er een Dirk van Schuppen
De grote baas van Veenendaal noem>
den de Veenendalers in de vorige
eeuw Dirk Stevensz van Schuppen. De
ze man gaf in feite Veenendaal het in
dustriële gezicht van thans. De tekening
werd gemaakt door Adriaan P. de Kleu
ver naar een portret uit de familiever-
zameling.
die huwde in 1760 met Evertje
Jochemsdr. de Bijl wier vader ook
wolkammer was. 't Werd al een fa
milietraditie.
Dan volgt weer een Steven Dirksz.
van Schuppen. Ja, en ook een zoon
Jochem Dirkz. van Schuppen. En
daar heeft men dan al de „woltak"
,en de „sigarentak". Er zou nog heel
wat water door de grift stromen eer
de wol verruild werd. Het zijn altijd
handige knapen geweest, de Van
Schuppens die goed op tijd de ba
kens gingen verzetten. Nu zou de
reeks Steven - Dirk - Steven -(etc.)
tot in het oneindige voortgezet zijn,
als in 1885 de laatste mannelijke
afstammeling uit deze DS-tak niet
kinderloos overleden was. Maar de
Scheepjeswol draait nog steeds en
mag zeker het echte Van Schuppen-
bedrijf genoemd worden.
Naast Van Schuppen hebben maar
twee oud-Veenendaalse wolkammers-
geslachten zich staande weten te hou
den, de Van Leeuwens en de Van
Woudenbergs. Maar wie denkt bij het
horen van namen als Agterberg,
Boonsaaier, Van de Biezen, Broek
huizen, Van Buuren, Bolderman, Van
Hien, Van Bemmel, Hasselma, De
Gooyer, etc., etc., oer-Veenendaal-
se familienamen, waaronder er zijn
die in Veenendaal niet meer voorko
men (Bomas, Langeveld en Volle-
wens b.v. zijn geheel uitgestorven),
dat hele families daaronder als wol
kammersgeslacht kunnen worden
aangemerkt. In een enkel geval zijn
door aanhuwing zelfs bedrijfs-
samensmeltingen tot stand gekomen.
Dit is b.v. bekend tussen de families
Broekhuizen-Woudenberg, waaruit de
Frisia-Wolspinnerij voortgekomen is.
Wij zagen reeds hoe het oudste
Van Schuppen bedrijf (Scheepjeswol)
in feite de naam kwijtraakte door
uitsterven in de mannelijke lijn.
Jochem van Schuppen, oom van de
grote en machtige Dirk, was nog
wolkammer, maar hoewel de zoons
Een zeldzame foto van de hoek
MarktHoofdstraat te Veenendaal
anno 1892. Waar nu de Amro-bank
staat was toen de weverij van Van Wou
denberg gevestigd. De familie en het
personeel werd bij deze gelegenheid
vereeuwigd. Het is wel aardig te ver
melden dat in het witte huis dat het
zonlicht weerkaatst de oude Veenen-
daalsche Courant werd geboren. Redac
teur-uitgever wijlen de heer W. A. J.
van Son heeft daar jaren gewoond. De
foto werd ter beschikking gesteld door
de heer D. Sandbrink, directeur van de
textielfabriek „Veenendaal".
Dirk, Hendrik en Johannes aanvan
kelijk nog als wolkammer in vaders
bedrijf werkzaam bleven, verander
den ze later van beroep.
Er viel met neef Dirk niet te spot
ten. Dirk Jochemsz. werd „schatter
van het slachtvee", een voor onze
begrippen wat vreemde bezigheid, en
Johannes raakt door zijn tweede hu
welijk wel zéér uit het sibbeverband.
Voor hem bleef niet anders over
dan het in alle opzichten toch nog
eerbare beroep van boerenarbeider
uit te gaan oefenen. Alleen de zoon
uit zijn eerste huwelijk wist zich in
de Van Schuppen-traditie te handha
ven en een kleinzoon werd later de
stichter van de Cavansa-sigarenfa-
briek.
Bij onderzoek bleek, dat echt Van
Schuppenbloed zich nooit verloochent
en zo vond ik uit de afstammelingen
van het tweede huwelijk van Johan
nes leden die zich geweldig opge
werkt hebben.
In Veenendaal wonen buiten de Ca-
vansa-Van Schuppens nog afstamme
lingen uit het eerste huwelijk met de
wolkammersdochter Gerritje van Dol-
der, te weten E. H. van Schuppen,
die in de Hondsenelleboog (toch véél
mooier naam dan Zandheuvelweg)
een hondenkennel heeft en P. A. van
Schuppen die aan vanouds de Cune-
raweg woont.
Van de talrijke afstammelingen uit
het tweede huwelijk woont te Veenen
daal slechts één vrouwelijke nazaat!
Weer anders is het met Hendrik
Jochemsz. van Schuppen gegaan. De
oude Jochem van Schuppen huwde
te Amsterdam op 15 juni 1798 met
Anna Maria Martines, dochter uit
een Amsterdams hervormd koop
mansgeslacht. Hendrik werd genoemd
naar grootvader Hendrikus Martines.
Door zijn huwelijk met Aletta van
Woudenberg kwam hij later in „de
lapjes" handel terecht.
De zoon Hendrik werd stichter van
de fa. Hein van Schuppen; de Zoons
Marinus en Jochem gingen het siga-
renbedrijf in.
Jochem het eerst en wel door con
tact met de familie Geurts uit de ge
meente Kesteren, een zeer bekend
tabaksplantersgeslacht uit die dagen.
De aanwezigheid van talloze in de
omgeving aanwezig zijnde tabaks
plantages was zeer belangrijk voor
de vestiging van de tabaksverwerken-
de industrie in Veenendaal. De zoon
Hermanus bleef evenwel in „de lap
jes" en wij vinden de nazaten daar
van als manufacturiers in Leersum
en Amsterdam.
De jongste zoon van oude Jochem
was Jochem Henricus van Schuppen,
die nadat de Rijnspoorweg aangelegd
was (Utrecht-Arnhem over de Klomp)
besteller bij de spoorwegen werd. De
zoon Jochem Jacobus volgde hem op
en de ouderen hebben mogelijk het
oude café wel gekend waar nu Hotel
Vonk staat. In de loodsen daarachter
werden vroeger stukgoederen voor
vervoer opgeslagen, een soort bestel
huis dus. Velen hebben diens zoon
Jan wel gekend, die jaren lang be
steller bij Van Gend en Loos is ge
weest, een lange man met onmisken
bare Van Schupperntrekken. Tot be
sluit is er in Veenendaal dan de tak
Evert van Schuppen uit Hendrik x
Aletta van Woudenberg, aanvankelijk
nog „wolfabriceur", waarvan de echt
genote „tapster" was. Het slijterijtje
in de Zandstraat was bekend genoeg.
Men haalde het zondagse „burrel-
tje" bij 't Schupje immers! Uit deze
tak is de loodgieterstak, etc. voortge
komen.
Wanneer wij nu de rekening gaan
opmaken dan valt één ding direct
op. De Van Schuppens zijn volledig
één geworden met Veenendaal. Zon
der de Van Schuppens zou Veenen
daal er geheel anders uitzien. An
ders gezegd: zou het huidige Veenen
daal Veenendaal niet zijn. Hoe het
er dan wel zou uitzien? Ik durf er
niet aan te denken! Maar persoonlijk
stel ik mij dat beeld somber voor.
Iets als Scherpenzeel, waar de indus
trie ook niet tot ontwikkeling kwam.
Wij moeten bedenken dat de indus
trie van Veenendaal staat... of valt
op twee pijlers, wol (en de daaruit
gegroeide textielindcstrie als gevolg
van arbeidsoverschot en modische
veranderingen en tabak).
De tabak is als genotmiddel sterk
en flecibel, omdat men gemakkelijk
met de smaak van de gebruikers re
kening kan houden. De wolipdustrie
is zwak en dat heeft het verleden al
vele malen geleerd. Alles hangt daar
bij af van wat de mode voorschrijft.
Die oude Dirk Stevens had het ge
makkelijker. Er bestond geen mode
op het platteland in zijn dagen; de
klederdracht bepaalde wat hij ma
ken moest. En naast de wolkamme-
rij en wolspinnerij, die al meer en
meer gemechaniseerd werd, ging hij
weven. Het ijzersterke zwarte luster,
een gladde, zwarte en degelijke stof
voor rokken en „geklede" mansjas
jes kende maar één bewerking. Al
les was gericht op duurzaamheid.
De sajet van D. S. was oerdegelijk,
zwart, paarsachtig of indigoblauw en
daarop oefende de mode geen in
vloed uit. Ze scholden de Veensen er
daar voor blauwkousen uit. Een wol
industrie in late opkomst als Gebroe
ders Van Leeuwen kreeg haar grote
kans als „kousenfabriek" toen de
mode andere kleuren dameskousen
dan zwart ging voorschrijven. Zo is
het ook gegaan toen het stijve ka
toenen hemd verwisseld werd voor
het soepele tricotweefsel en menige
vrouw onder de eenvoudige jurk
luxueuzer gekleed ging. Allemaal mo
dische verschijningsvormen waar de
fabrikant maar rekening mee te hou
den had.
Met ..geval" wol. met in het kiel
zog na het veranderen van het mo
dische beeld in verloop van tijd
ook aanvaard door de plattelands
vrouwen de opkomende textielin
dustrie klopt wel. Maar dat van de
tabaksverwerkende industrie, daar zal
men niet direct intrappen. Wij wil
den zo duidelijk mogelijk dit aan de
hand van voorbeelden stellen. Wij zijn
verwende rokers geworden.
De fabrikanten moeten hun grond
stoffen van de .wereldmarkt betrek
ken, maar in de begintijd van de si
gaar werd véél gebruik gemaakt van
inlands goed. In Veenendaal hadden
twee Joodse ingezetenen ongeveer 125
jaar geleden reeds bekende tabaks-
kerverijen. Het waren Van Aalten en
Henny. Van Aalten woonde in het gro
te huis waar nu de damesmodezaak
Libelle gevestigd is. Er werd baaita
bak gekerfd en men maakte er heel
beste pruimtabak. Dat laatste was
puur inlands! Maar bij mijn onder
zoek vond ik ook Veenendaals eerste
sigarenmakerij, die van Boonsaayer
uit de Hoofdstraat (toen nog Kerk
straat geheten). Deze familie was naar
Amerika geëmigreerd geweest en een
zoon zal in de tabakshoek van dat ge
weldige land 't sigarenmaken ge
leerd hebben. Het is op niets uitgelo
pen...
Dat zou eerst goed doorzetten nadat
Jochem Hendrikszoon van Schuppen
het vak geleerd had.
De tabaksverbouw had in ons land
twee centra, de Utrechtse heuvelrug
en de Over-Betuwe en Maas en Waal,
waar men zwaardere tabakken ver
bouwde. Amerongen, Eist, Remmer
den en Rhenen vormden hier het cen
trum van de tabaksverbouw. Reeds
in 1645 waren er te Amerongen „toe-
bax plantagien" en bij menige ver
koopakte wordt toebax laat vermeld!
Waar zien wij in deze streken van
ons land nu tabaksverwerkende in
dustrieën ontstaan? Wageningen met
als hoofdleverancier de Over-Betuwe
(Opheusden en Randwijk); Rhenen
en Veenendaal met Rhenen, Rem
merden en Eist in de directe omge
ving.
Vanouds had Amerongen reeds eni
ge flinke tabakskerverijen. Dode-
waard had tabakskerverijen en Tiel
eveneens met Maas en Waal als „plan
tage-voorland". En bij de tabaksplan
tages tussen Amersfoort en Nijkerk
ontstonden ook tabakskerverijen en
sigarenfabrieken in Amersfoort. Het
zal derhalve aan de Van Schuppen-
geest gelegen hebben én aan de aan
passing van het produkt aan de steeds
veeleisender wordende smaak van 't
rokende publiek dat Veenendaal een
sigarengemeente bleef.
Héél wat kleine baasjes hebben het
geprobeerd, maar het is bij de Van
Schuppens gebleven. En juist daar
om is mijn betoog er op gericht dat
Veenendaal nooit geworden zou zijn
wat het is, als het geslacht Van Schup
pen niet hier was komen wonen. In
ieder geval zou het er gans anders
hebben uitgezien.
Aan de andere kant wordt het even
belangrijke aandeel dat de gewone
man gehad heeft door de bank geno
men, al te veel naar het tweede plan
geschoven. Als de Van Schuppens al
les zélf hadden moeten doen waren
ze handen te kort gekomen. Met an
dere woorden: ze moesten zich handen
aanschaffen. En die zaten nu eenmaal
aan levende mensen. Dat ging alle
maal heel gemoedelijk en in de beste
harmonie. Een bedrijf loopt pas goed
als er goed georganiseerd wordt. In
een goed lopend bedrijf zijn heer en
knecht of zo men wil directeur en
medewerker levende cellen en
daarmee wil ik maar zeggen dat toch
uiteindelijk Veenendaal door alle Vee
nendalers gemaakt is wat het is. En
dan mogen wij mét elkaar nog lang
niet mopperen.
JN het zonetoernooi te Vrnjacka Ban
I ja plaatsten de Zuidslaven Ivkov en
Matanovic zich voor de volgende ron
de. het Interzonale toernooi dat dit
Jaar in Tunis wordt gespeeld. Als der
de man zal de Hongaar Barczay van
de partij zijn. Een verrassend resul
taat voor deze In het buitenland nog
niet bekende speler.
Hij passeerde de joijge. bijzonder be
gaafde Gheorghiu. Deze Roemeense
grootmeester heeft een geweldige handi
cap: hij is nerveus. Hij Is zo nerveus,
dat hij tijdens een partij niet nalaten
kan om de tegenstander aan te kijken,
vaak op een irriterende manier. Het be
roep van schaakmeester is een keiharde
bezigheid en wie daarbij last heeft van
zenuwen, zal zich voordurend de weg
naar boven versperd vinden. Hieronder
de partij die de Roemeen een plaats in
het interzonale toernooi kostte.
Wit: JANSA. Zwart: GHEORGHIU.
(Vrnlacka Banja 1967).
Siciliaanse verdediging.
1. e2e4, c7c5 2. Pgl—£3. d7d—6 3.
d2—d4, C5xd4 4. Pf3xd4. Pg8—f6 5.
Pbl—c3. g7—K6 6. Lel—e3. Lf8—g7 7.
f2—f3. Pb8—c6 8. Lfl—C4, Lc8—d7
(E/;n bekende variant. Zwart
hier af van het gebruikelijke schema
wijkt
door 0—0 achterwege te laten.)
9. Ddld2. Ta8c8 10. Lc4—b3.
Pc6e5 11. 0-0-0. Dd8a5 12. Kcl—bl.
Pa5C4 13. Lb3xc4, Tc8xc4 14. g2—g4.
(Fischer, de grote expert van deze va-
«ant, speelde in een soortgelijke positie
kortgeleden 14. Pb3 beneven* Ld4.)
14h7—h5!?
(Elastischer is 14ht.)
15. Pd4-b3. Da5c7 16. g4—g5. Pf6—h7
17. Pc3d5, Dc7-b8 18. Le3-f4.
(Dreigt de vijandelijke stelling door
19. Pxe7, Kxe7 20. Lxd6t op te blazen.)
18e7—e5 19. Lf4—e3, b7—b6 20.
Dd2—d3. Tc4c8.
(Hij moet de terugtocht wel aanvaar
den. want 20Dc8 21. Lxb61. axb6 22.
Pxb6 leidt tot een debacle.)
21. f3f4!
(Daar de zwarte koning zich in het
midden van het bord bevindt gaat wit
terecht over tot het openen van de to-
renlijnen.)
21f7—f5 22. g5xf6 e.p., Ph7xf6 23.
Pd5xf6t, Lg7xf6 24. Thl—gl.
(Eenvoudiger is 24. Dxd6, Dxd6 25.
Txd6 want nu wint wit na 25Ke7
26. fxe5. Lxe5 27. Txg6 een tweede pi
on.)
24Ld7-g4 25. Tdl—d2, Th8—g8
e6. f4—fa!. Ke8e7?
(Iets beter was Kf8. Daarentegen kost
26gxf5 27. h3 een stuk.)
27. Tglxg4!
(De jonge Tsjechische meester speelt
het slot onberispelijk.)
27h5xg4 28. Dd3d5, Ke7—f8 29.
Dd5-e6!. Kf3g7 20. Td2xd6. Tc8—f8.
Het probleem voor de lezers: hoe zette
wit in de diagramstelling zijn aanval
dwingend voort?
De oplossing komt in de volgende ru
briek.
GHEORGHIU
W «XI
b c d e f g h
JANSA
OPLOSSING VORIGE PROBLEEM
Stelling na de 22e zet van wit in da
partij Noteboom—Igel.
Wit: Kgl Df6, Til en g3. Lb3. pionnen
a2. b2. e4. f5. g2. h2.
Zwart: Kg8. Dh5, Td8 en f8. Lg4, pion
nen a7. b7, c6. f7. g5 en h6.
Er volgde: 23. Tg3xg4!. Dh5xg4 24.
Df6- g6t. Kg8h8 25. Dg6xh6+. Kg8— H
26. f5—f6 en zwart gaf het op.
SLECHTS enkele dagen scheiden ons
nog van de opening van het sterkste
internationale toernooi, dat ooit in de
wedstrijdgeschiedenis van het damspel
in gehouden.
■In het vierde Brinta-toernooi te Hooge-
zand is een spelersgroep bijeengebracht,
die sterker moet worden geacht dan wel
ke bezetting ook in een officieel wereld
kampioenschap. In dit selecte gezelschap
zullen de Nederlandse kleuren verdedigd
worden door het drietal dat in de
laatste kampioenswedstrijd de ereplaatsen
bezette: Sybrands. Roozenburg en Wiers-
ma.
EERSTE KEER
Voor Roozenburg is het de eerste
maal. dat hij de Russische damtop tegen
over zich krijgt en de Russen blijken
de krachtmeting in Hoogezand dermate
ft"
hoog aan te slaan, dat zij hun allersterkste
formatie hebben afgevaardigd! Naast de
hoop, dat Sybrands, nog steeds in kracht
toenemend, in staat zal zi,1n de
Russische suprematie te doorbreken,
leeft de nieuwsgierigheid tot welk een
krachtsontplooiing Roozenburg zal ko
men. De laatste tijd vertoont zijn spel
een overdreven zucht naar vreemde, on
duidelijke spelsoorten. die hij met zijn
bijzonder vernuft veelal in zijn voordeel
weet om te toveren.
Daarnaast echter blijkt ook een zekere
onzuiverheid in taxatie en berekening,
zodat vooralsnog aan een glorieus succes
in Hoogezand getwijfeld moet worden.
Hieronder zo'n staaltje „blindheid" uit
de laatste titelstrijd:
Wit: J. Weerheym; Zwart: P. Roozen
burg. 1. 32—28 20—24: 2. 34—30 18-23: 3.
37—32 12—18, 4. 31—27 7—12: 5. 41—37
14-20; 6. 30—26 1—7 7. 25x14 9x20; 8.
40-34 4—9 9. 37—31 10—14: 10. 45—40
5—10; 11. 47—41 20—25.
Dit leidt tot een absolute centnumbe-
heersing van wit. en hoewel na lang
laveren de kansen aan zwart komen, is
de strategische waarde van het zwarte
systeem twijfelachtig.
12 41—37 24—30; 13. 35X24 19x30: 14.
28x19 14X23: 15. 40-35 9—14: 16. 35x24
23—29; 17. 34x23 18x20: 18. 46—41 3—9;
19. 32—28 17—21.
20. 37—32 21—26; 21. 41—37 14—19; 22.
50-45 20—23. 44—40 24-30.
De consequentie van het zwarte sys
teem. 24 49—44 Beter lijkt (40—35); 24
30—35; 25. 40—34 1520; 26. 34—2
10—15; 27. 45—40 20—24; 28 29x20 25x14;
29. 33—29 19—24 30. 29x20 14x26 (zie
diagram).
EN TOCH
Na deze bizarre ouverture 1* het bijna
niet aan te nemen, dat zwart hier
instig spel heeft. Desniettemin komt
in het vervolg in het voordeel. Hoe
wel dit pleit voor zijn kracht, lijkt het
toch in een dergelijke zware wedstrijd
weinig tactisch, de tegenstander zoveel
aanvalskansen te bieden!
31. 39—33 9-14; 32. 43—39 12—18: 33.
27—22 18x27; 34. 31x22 7—12; 35. 28—23.
Misschien de oorzaak van wits latere
moeilijkheden: 3511—17: 36. 22x11
16x7; 37. 33—28 14—20: 38. 28—22 6—11:
39. 32—28 20-24 40. 48—43 U—17.
41. 22x11 7x16: 42. 28—22 12—17: 43.
22x11 16x7; 44. 38—33 7—12; 45. 42—38
24—30 46. 40—34 15—20 47. 35—29
12—17.
Direct (13—18) is sterker 48. 38—32
8—12 49. 43—38 2—7 50. 38-33 7—11.
Zwart speelde hier op een listige offer-
variant: Aan de lezers de opgave: Wel
ke?
Als volgt bereikt zwart een gunstig
eindspel, doch hij vermocht dit niet te
winnen: 51. 32—27 13—18; 52. 23—19
11—16; 53. 36—31 20—24; 54. 29x20 25x23;
55. 34x25 23—29: 56. 33x24 17—21; 57.
28—22 18x36; 58. 24—20 21—27; 56. 20—14
27—31: 60. 37—32 36—41: 61. 14—10 41—47;
62. 10—5 47—29: 63. 32—28 29—40. 64.
25—20 40X49 65. 20—15 49-27 66. 5-23
12—17 67. 15—10 31—36.
68. 10—4? Beter is 10—5: 68
17—21; 69 4x31 26x37 70. 28—22 37—42;
71. 22—18 42—48!
Door wits zwakke 68e zet heeft zwart
nu toch nog de winst bereikt, maar ook
hij faalt nu: 72. 39-33 48—30???.
Direct winst: (48—42!) 33—28 gedw.
(42—571). Door het tempoverlies maakt
wit remise door: 73. 18—12! 30—2; 74.
3329 2127; 75. 2924 remise door wits
tweede dam!
OPLOSSING
De stand was: Wit: H. Verpoest: 25.
27 28. 32, 33 34, 35, 37, 38 39 48 (Hst)
Zwart (Claessens) 9. 12. 13. 14, 16. 17.
18. 19, 21, 23. 24, (11 st).
Na (21—26), ontstaat een fraaie winstva
riant die berust op het z.g. symme-
trie-verschij nsel48—42!! (17—ai of?)
34—30! (12—17 gedw.) 39—34!! en zwart
staat verloren, omdat (17—22) 28x19
(21x12) niet kan door de Coup Philippe
met 27—22 (18x27) 32x21 06x27) 33—29
(24X33) 38x7!
rvAT EEN z.g getransformeerde dwang-
lJ positie in de toernootpraktijk voor
komt. is een grote zeldzaamheid, pe
moeilijkheid van deze subtiele speelwijze
is, dat men de positie van bepaalde hoge
kaarten zeer nauwkeurig moet kunnen
taxeren en bovendien nog de mogelijke
eind figuur tijdig moet kunnen overzien
In de wedstrijd Italië—Nederland, ge
speeld te Oostende, slaagde Slavenburg
erin deze zeldzame vlinder te vangen.
A H V B 4 2
9 H 7 4
O 9
4 H B 8
65
9986
OAV63
4 9 6 5 4
4 9 8 7 3
Q? A 10 5 3
O H 10 7 2
4 A
Zuid gever, allen kwetsbaar. Noord
opende ln de derde hand met vier schop
pen, waarna zuids spel, reeds op de
grens van een openingsbod, danig op
knapte. Zuid vervolgde met vier SA.
waaruit noord afleidde dat zuid in eik
geval twee azen had. daar noord er voor
zijn „eenzijdige" opening in principe niet
meer dan één kon hebben. Dit was dan
ook de reden (vraag A). waarom noord
direct zes schoppen zei. Hij wilde met
geen enkel ander bod de tegenpartij nog
inlichtingen geven.
Oost speelde schoppen tien voor, noord
won en haalde nog een ronde troef
In zuid werd niet de
(oost klaver vt-eg) Nu volgd«^ruiten ne-
5en. oost de vijf.
eei gelegd, omdat Slavenburg aannam
dat oost na het gegeven bledverloop wel
me* een aas zou zijn uitgekomen, wan
neer hij dit had gehad. Deze taxatie
bleek al juist. In zuid werd een kleine
ruiten bij gespeeld en west maakte rui
tenvrouw. West vervolgde met klaver,
die zuid won met klaveraas.
DWANG
Nu volgde ruitenheer! West dekte met
ruitenaas en noord troefde. Klaverheer
volgde, klaver na die zuid aftroefde en
nu kwam het restant der schoppens op
tafel. Het resultaat was. dat oost ln een
harten-ruiten dwangpositie kwam en
noord dus zijn contract maakte. De
dwangstelling slaagt alleen maar wan
neer de ruitens aangespeeld worden op
de wijze zoals Slavenburg deed: eerst de
negen aan wests ruitenvrouw afgeven en
later ruitenheer spelen om wests ruiten
aas weg te dwingen, waarop oost in
„»ai g gebraent kan worden.
Een meesterlijk partijtje. Spijtig was.
dat aan de andere tafel de Italianen het
contract ook wonnen, doordat west ver
keerd tegenspeelde. Noord had daar ook
ruiten gespeeld en d« heer ln zuid ge
legd west het aas. De dwang is nu
onmogelijk, tenzij.west ruitenvrouw
speelt. Dat deed west (later) toen vanuit
zuid een kleine ruiten voorgespeeld
werd waarna de oostspeler in dezelfde
harten-ruiten dwangpositie werd gevan
gen.
WAT DOET WEST?
Een hoogst interessante biedsituatle
deed z.'ch voor in het EEG-toernooi voor
de jeugd-bridgers tijdens de wedstrijd
Ital - Nederland. OW (Nederland)
speelden volgens de zg. Canapé-princi
pes. Een openingsbod van één in een
noge kleur is meestal slechts een vier-
kaart ln die kleur, met de mogelijkheid
dat de bieder daarnaast een langere an
dere kleur bezit.
Niemand stond kwetsbaar en noord
was de gever. De westspeler had de
volgende kaarten:
4 H 9 8 2 10 5 4AV97652
Noord paste oost één schoppen
zuid doublet west redoublet noord
twee ruiten oost doubleerde zuid
paste wat had u met het westspel
gedaan??
Horizontaal:
I. de wandelweg der loontrekken-
den (8)
5. na dit inslaan kan men gaan
eten (6)
9. dit zwakke plekje hebben we al
lemaal gehad (8)
10. vreemde overlast (6)
II. zij kan een Turkse zijn (8)
12. zo een straalt warmte uit (6)
14. de hoofden van kleurlingen kun
nen best smaken (10)
18. gehonoreerd nablijven (10)
22. dit is verderfelijk (6)
23. zij houdt de stroom in zijn bed
ding (8)
24. deze man heeft grote haast (6)
25. wie daar woont zit niet in het
centrum (8)
26. de grens is water (6)
27. het toegankelijk worden van de
bloemen (8)
Verticaal:
1. wat niet in de maag staat (6)
2. foto van het ziekenhuis (6)
3. de nozems van weleer (6)
4. hier kon men te voet door de
Eem (10)
6. voorbeweger? (8)
7. ten dele over elkaar gevallen (8)
8. leidraad der aandeelhouders (8)
13. ook het groter worden kan met
gebreken komen (10)
15. een bevaren man zet aan die
kant niets over boord (8)
16. voorjaarsdansfestijn (8)
17. scheepswapens (8)
19. zou in die plaats alles dicht
zijn? (6)
20. Stil, aan de Zaan klinkt dit lied
verward (6)
21. maakt veel lawaai, maar heeft
niet veel om het lijf (6)
Oplossing vorige
kruisivoordraadsel
Horizontaai: 1. stier; 5. molen; 9.
broos; 13. kram; 15. mei; 16. moot;
17. al; 19. gaai; 21. gans; 22. sa, 23.
aal; 25 massamens; 28. sta; 29.
Koos; 31. sip; 32. eed; 33. open; 34.
nota; 36. sabel; 38. Abel; 40. park;
42. tal; 43 last; 45. af; 47. kaak; 49.
bint; 50. st; 51. bede; 52. Maasdam;
53. Amer; 54. el; 55. teen; 57. lark;
59. ma; 60. Aser; 61. Lek; 63. niet;
65. adem; 66. tenor; 68. slak; 70.
stal; 71. toe; 72. roe; 74 Sara; 76.
Tom; 77. woonstede; 80. gal; 81 o.l.;
82. veen; 83. Made; 85. S.E.; 86.
leer; 87. kar; 89. mode; 91. krank;
92. vader; 93. meent.
Verticaal: 1 spaak; 2. ik; 3. erg;
4. raam; 6. om; 7. Lena; 8. ei; 9.
bons; 10. ros; 11. O.T.; 12. spaan;
14. Maas; 16. mand; 18. Laon; 20.
Isis; 21. geel; 22. stel; 24. loop; 26.
spat; 27. meel; 28. spet; 30. staket
sel; 33. obstakels; 35 ara; 37. bars
ten; 38. aan; 39. tabel; 41. kamer;
43. liman; 44. stram; 46. fel; 48
kan; 49. bal; 50. Sem; 56. Eem;
58. ris; 60. Adam; 61. Leen; 62.
kort; 64. Taag; 65. atol; 66. toon; 67.
roem; 69 kras; 70. stork; 71. toer;
73. Edam; 75. alert; 77. week; 78.
stad; 79. Edom; 82. ven; 84. Ede; 86.
la; 87. ka; 88. re; 90. Ee.