MEI 1942
Afrika
scheurt
O.D.-proces, Jodenster,
krijgsgevangenschap
Limburg eeuw bij Nederland
Opzienbarendste historie
van alle gewesten
HET WAS ALSOF DE DUITSERS WILDEN PROBEREN HOEVER ZIJ KONDEN GAAN
Rustig
Duimen
Oproep
Voor 't eerst
Titanenstrijd
In Amersfoort worden
72 OD'ers gefusilleerd.
De Nederlandse be
roepsofficieren moeten
zich melden
Honderden gijzelaars
worden opgesloten in
het kamp te Haaren
De Japanners verliezen
voor de eerste keer
een zeeslag
Het laatste bolwerk
op de Filippijnen
het eilandje
Corregidor valt
De Duitsers beginnen
hun zomeroffensief
tegen Rusland
Charkof capituleert
In Tsjecho-Slowakije
sterft de eerste top
nazi als gevolg van
een aanslagReinhardt
Heydrich, bijgenaamd
de „bloedhond"
EN
DIKWIJLS
DUBBELTJE
OP ZIJN KANT
NIEUWE BOEKEN
SCHEUR
Na eeuwenlange onzeker
heid werd op I I mei 1867
nu honderd jaar gele
den Limburg als onver
brekelijk deel van de Ne
derlandse natie binnen de
kring der provincies inge
leid. Dikwijls is het met
Limburg een dubbeltje op
zijn kant geweest en de
blijdschap, dat het brons
groen eikehout honderd
jaar geleden echt bij ons
ging horen, heeft koningin
Juliana naar Limburg ge
voerd, waar een reeks fes
tiviteiten op stapel staat.
GROTE STOOT
ROYAAL
INGEWIKKELD
AFGEKOCHT
INVASIE
MIJN
MAAND VAN FELSTE VERNEDERING,
VAN SLAGEN EN WANHOOP
NEW DELHI Als u een wereld
kaart hebt, waar maar zeven continen
ten op staan, is het misschien goed, als
u een nieuwe bestelt.
Een eminente Indische geoloog, en
enkele van zijn collega's in andere lan
den zijn n.I. van mening, dat Afrika be
zig ls maar heel, heel langzaam
in tweeën te breken.
Nu moet u niet dadelijk in paniek ra
ken, als u daar ergens een lapje grond
met een zomerhuisje hebt, want naar
de mening van de Indische geoloog,
prof. F. A. Ahmad, zal het op zijn minst
ettelijke miljoenen jaren duren, voor de
splitsing der delen een feit is geworden.
„Het proces is reeds aan de gang,
want dalen in het noordoostelijke ge
deelte worden breder en breder", zei
Ahmad in een persgesprek. „De volgen
de etappe zal zijn, dat er zeeën ont
staan, zoals de Rode Zee tussen Egyp
te en Saoedie-Arablë. Tenslotte zal dan
het continent werkelijk worden ge
splitst, waarbij het oostelijk gedeelte
naar de Indische Oceaan zal verschui
ven en het Westelijke naar de Atlanti
sche".
In feite is het onwaarschijnlijk, dat
de scheur precies door het midden van
Afrika zal lopen. Ahmad ziet integen
deel het oostelijke gedeelte als een ge
bied, dat Ethiopië, Kenya en Tanzania
omvat.
Hij zei dat de vorming van twee Afri
ka's de verdere verwezenlijking zou
zjjn van een geologische theorie, vol
gens welke er een supercontinent is ge
weest, met name Gondwanaland, dat be
stond uit Afrika, Indië, Australië, het
Zuidpoolgebied en Zuid-Amerika.
Ahmad, die professor is aan de mo
hammedaanse universiteit te Aligarh,
160 km ten zuidoosten van New Delhi,
heeft een verhandeling over deze theo
rie gehouden op een onlangs gehouden
internationaal symposion over de Indi
sche Oceaan.
Hij meent, dat ongeveer 170 miljoen
jaren geleden een grote scheur in Gond
wanaland is ontstaan, waarbij een
enorm brok land zich afscheidde van
de oostkust van Afrika. Gedurende de
volgende 130 miljoen jaren is dat stuk
land volgens deze theorie tweemaal op
nieuw gesplitst. Eerst scheidden Austra
lië en het Zuidpoolgebied zich af van
wat nu Indië is en vervolgens maakte
het Zuidpoolgebied zich los van Austra
lië.
Aangenomen wordt, dat te eniger tijd
gedurende deze periode Zuid-Amerika
is losgebroken van West-Afrika. Zelfs
nu nog duiden de kustlijnen van beide
continenten erop, dat zij eens verenigd
zijn geweest.
Hoe komt het, dat continenten fcun
eigen weg gaan?
Een gebruikelijke verklaring is vol
gens Ahmad, dat de aarde zelf expan
sionistische neigingen heeft, die veroor
zaken dat landmassa's scheuren en zee
stromingen stijgen.
„Het ligt voor de hand, dat binnen de
aarde een kracht moet hebben bestaan,
die in staat was, de continenten in be
weging te brengen en er schijnt geen
reden te bestaan om aan te nemen, dat,
indien in het verleden zulk een kracht
bestond, deze thans heeft opgehouden
te bestaan", aldus Ahmad in zijn ver
handeling.
Niettemin verwachten de geologen
geen grote veranderingen in de nabije
toekomst en tegen de tijd, dat Afrika
scheurt, zullen de ingenieurs waar
schijnlijk de kunst machtig zijn, brug
gen over oceanen te bouwen.
Het was alsoï de Duitsers van plan waren het Nederlandse volk in mei 1942 murw te beuken. Het was alsof zij ons
uitdaagden tot een massaal verzet, alsof ze wilden proberen tot welke uiterste grenzen ze konden gaan. Nederland
heeft vele zware oorlogsmaanden beleefd, maar zelden is er één grievender geweest dan mei 1942, nu een kwart
eeuw geleden.
In april 1942 was het al begonnen, toen de Duitsers eisten dat alle joodse Neder
landers boven de zes jaar een gele ster op hun kleding zouden dragen. In de
eerste dagen van mei 1942 zag men overal de sterren in de straten verschijnen.
Het was een zeer duidelijke afscheiding van een deel van ons volk.
Soms leidde de ster tot pijnlijke verrassingen: mensen met wie men jaren om
gang had gehad en die altijd hun joodse afkomst verborgen hadden gehouden,
droegen plotseling de ster. Deze confrontatie was vooral pijnlijk voor de ster
drager die zich voor zijn afkomst had geschaamd en die zich in feite daardoor
aan de zijde van de antisemieten had geplaatst.
En al had vooral de jeugd van Nederland zich soms zeer solidair betoond met
de mensen die op last van beulen getekend door het leven moesten, de verwijde
ring tussen joodse en niet-joodse Nederlanders werd door de ster toch ver
groot. De joden hoorden er „niet helemaal meer bij", zoals ten dode opgeschre
ven zieken: de niet-getekenden waren dikwijls overdreven vriendelijk maar dat
onderstreepte slechts de kansloze positie waarin de joden waren geraakt.
Prof. mr. P. Lieftinck, gijzelaar en
krijgsgevangene.
De verontwaardiging over de gele
ster had nog lang zijn hoogtepunt niet
bereikt, toen in de kranten het bericht
verscheen dat 72 Nederlanders door de
Duitsers waren gefusilleerd. In de
bewakerskantine van het concentratie
kamp Amersfoort hadden de Duitsers
krijgsraad gehouden over een grote
groep O.D.-ers, die beschuldigd werden
van hulpverlening aan de vijand en
het organiseren van verzet tegen de
bezettende macht.
Deze 72 mannen betaalden het ama
teurisme van de eerste oorlogsmaanden
met hun leven. Onmiddellijk na de
capitulatie van het Nederlandse leger
had een grote groep militairen
vooral officieren een ondergrondse
organisatie opgericht om de orde in het
land te bewaren na de toekomstige
Duitse nederlaag. Deze Orde Dienst
had hele legers samengesteld op pa
pier.
Na enkele maanden had men zich
niet tevreden gesteld met te wachten
tot na de Duitse nederlaag en men was
begonnen de Duitse nederlaag wat te
helpen bespoedigen door het verrichten
van spionagewerk en het plegen van
sabotage.
Men moest in de eerste maanden nog
leren dat één papiertje een hele reeks
doodvonnissen kon betekenen en dat
bij een arrestatie alle betrokkenen
dienden onder te duiken, omdat geen
enkel mens weet hoelang hij martelin
gen zwijgend kan doorstaan.
In het kamp van Amersfoort moes
ten 72 mannen voor al deze onwetend
heid de zwaarste prijs betalen. Een 33-
jarige gymnastiekleraar maakte de
laatste ogenblikken van die 72 Neder
landers mee. Hij schreef in zijn dag
boek: „De cantine is omringd door
Nederlandse S.S.-soldaten. Zijn de O.D.-
ers nu opeens zo gevaarlijk gewor
den?... De O.D.-ers maken van hier uit
gezien een rustige indruk, een enkele
houdt zijn hoofd tussen zijn handen
gesteund. Ik weet nu dat het vonnis al
uitgesproken is... De 72 ter dood ver
oordeelden worden direct naar barak 4
afgevoerd, omringd door Nederlandse
S.S.-soldaten met de geweren in aan
slag... Er hangt een lugubere stilte over
het kamp. Wij staan maar te wachten
en niemand begrijpt er iets van dat
wij niet mogen inrukken. Daar komt
de Grüne Polizei op knetterende moto
ren de poort inrijden, daarachter ruk
ken de overvalwagens op... Bij elke
wagen worden twintig politiemannen
ingedeeld, bewapend met geweren, re
volvers en mitrailleurs... Het gemompel
in onze rijen wordt hoe langer hoe
duidelijker. Opeens klinkt rechts van
ons het gebulder van een Grüne Offi-
zier: „Maul halten, verdammtes Zeug"
en een man uit de voorste rij krijgt om
deze woorden te onderstrepen een slag
met een karwats over zijn gezicht-
Het is ongeveer drie uur als de eerste
groen van tien man uit de barak wordt
geleid..."
„Ik ben opeens dankbaar dat ik hier
moet staan; wij kunnen onze veroor
deelde vrienden nu tenminste tonen,
dat we met hen meeleven... Daar
komen de eersten de hoek van de
keuken om: Schoenmaker, Molts, Ger-
ritsma en anderen. Wij kijken elkaar
aan. Hun ogen zoeken de rijen af om
afscheid te nemen van hun vrienden.
De duimen gaan daarbij omhoog. En
kelen van ons kunnen het niet langer
volhouden en snikken het uit, vooral
nu in het midden heel zachtjes het
trouwe Wilhelmus wordt ingezet... Bij
de volgende groep lopen de Van Sloo-
tens; de Haagse Van Slooten als altijd
dezelfde, druk en opgewekt. Hij wuift
ons zelfs toe en roept: „Wij zijn niet
bang"... Ik word zo vervloekt onrustig,
konden we toch maar iets doen voor
deze mannen... De veroordeelden wor
den nu ingeladen. Eerst stapt een mof
in, dan een veroordeelde, dan weer een
mof... Het is nu ongeveer half vier.
Daar gaat de O.D. de poort uit en
wagen voor wagen verdwijnt om de
hoek van de garage. Nu mogen we
inrukken".
Op zalvende toon gingen de Duitsers
in de kranten uitleggen, waarom deze
doodvonnissen nodig waren geweest.
Zij hoopten oprecht, zo schreven zij,
dat het Nederlandse volk nu verstandig
was geworden en dat niemand de
bezetter zou noodzaken nogmaals
doodvonnissen uit te spreken.
Het antwoord was, dat sommige
mensen die er nooit over hadden
gepiekerd iets te doen wat verboden
was, tegen e~n vertrouwde vriend
zeiden: „Als je hoort dat er iets moet
gebeuren, waarschuw me dan. Ik ben
niet van plan langer werkeloos toe te
zien als mensen om mij heen worden
vermoord."
i 1842 vermeld» -
tegen de leider» yan Mn
I or««m»tie is g^indigd. Bes.
nt i
r 4oodvonnj*wj is door er*»)-
Zo Lieten de Duitsers via de krant
weten dat hun vuurpelotons aan
het werk waren geweest.
De Duitsers lieten Nederland in mei
1942 geen moment tot rust komen. De
machteloze woede om de 72 doodvon
nissen zinderde nog door Nederland,
toen er in de kranten officiële bekend
makingen verschënen: „De beroepsof
ficieren van het voormalige Nederland
se leger moeten zich voor administra
tieve controle melden in hun garni
zoensplaats".
De Nederlandse regering in Engeland
was verbluffend snel ingelicht en Ra
dio-Oranje bezwoer de beroepsofficie
ren zich niet te melden.
Tientallen officieren vslgden dit ad
vies op. Zij lieten hun gezin en hun
baan in de steek en zij doken onder.
Na de oorlog kregen de officieren die
zich wel hadden gemeld en die daarop
in krijgsgevangenschap waren gevoerd,
van de overheid hun wedde over de
jaren krijgsgevangenschap uitgekeerd.
De officieren die op aandrang van de
regering in Londen waren ondergedo
ken, kregen van de na-oorlogse rege
ring geen cent.
Deze na-oorlogse logica was nog niet
te voorzien in mei 1942, toen men nog
de kinderlijke illusie had, dat na de
oorlog al het goede zou worden be
loond en al het kwade zou worden
gestraft.
Overigens was het in mei 1942
slechts weinigen gegund om onder te
duiken. De organisatie om massa-on-
derduiking mogelijk te maken, moest
nog helemaal worden opgebouwd.
Ruim tweeduizend officieren meld
den zich. De artsen en de n.s.b.-ers
werden naar huis gestuurd; de overi
gen werden in gereedstaande treinen
gedreven en naar Duitse kampen ge
voerd.
Een 27-jarige Amsterdamse typiste
schreef in haar dagboek: „Alle be
roepsofficieren van leger en vloot tot
en met 55 jaar, uitgezonderd de n.s.b.-
ers en de doktoren, zijn naar Duitsland
gevoerd en gevangen gezet. Zo zijn de
Duitsers... Nu is zelfs de meest lauwe
uit zijn dommeling wakker geschud en
diep verontwaardigd... De Gele Rijders
kwamen in groot tenue Bussum binnen
marcheren. Ze wisten allemaal wel wat
hun te wachten stond. En in hun groot
tenue demonstreerden ze de onverzet
telijke Nederlandse geest, fier en on
buigbaar in deze felle strijd van
machtswellusteling tegen den onge
wapende maar desondanks sterkere.
Bussum was in geestdrift en vervoe
ring toen ze onze militairen zo fier en
zelfbewust zagen stappen. In Breda
zijn de militairen uit volle borst het
Wilhelmus zingend, hun gevangen
schap tegemoet gegaan".
Na de officieren verwachtten de
meeste beroepsonderofficieren eenzelf
de lot. In mei 1942 werd in vele
Nederlandse gezinnen een „vluchtkof-
fertje" gereed gemaakt. Nederland
leerde leven bij het uur en het leerde
om ieder moment gereed te zijn het
ongewisse te aanvaarden.
Met het wegvoeren van de officieren
was de maat van beproeving voor
Nederland in mei 1942 nog met gevuld.
Twee dagen nadat de treinen met
gevangenen naar Duitsland waren ge
gaan, werden honderden vooraan
staande Nederlanders gearresteerd. In
het groot-seminarie van Haaren wer
den zij als gijzelaar vastgezet; zij
werden met hun leven aansprakelijk
gesteld voor daden die anderen zouden
doen.
In de gijzelaarskampen van Neder
land ontwikkelde zich een zeer merk
waardig leven. De gijzelaars waren
bijna allen mensen van hoge ontwik
keling. Zij leerden berusten om te
leven aan de rand van een huivering
wekkende vulkaan: ieder moment van
de dag en van de nacht konden zij
worden weggevoerd om gedood te
worden, omdat ergens in Nederland
een brug was opgeblazen of een Duitse
trein was ontspoord.
In de gijzelaarskampen, waar een
betrekkelijke vrijheid heerste, organi
seerde men lezingen en wetenschappe
lijke discussies. Men praatte er soms
over onderwerpen die pas vele jaren
na de oorlog actueel zouden worden.
Enkele jaren geleden hielden Am
sterdamse studenten een forum over
seksualiteit en abortus. Toen de discus
sie fel opliep, nam een hoogbejaarde
hoogleraar het woord en zei: „In het
gijzelaarskamp van Haaren hebben wij
ons eens langdurig beziggehouden met
het vraagstuk van abortus."
Het was toen een ontroerende ge
dachte dat de bejaarde geleerde eens
in het aangezicht van de dood met een
groep lotgenoten vol verantwoordelijk
heidsbesef had gediscussieerd over een
onderwerp, dat pas twintig jaar later
een openlijk debat in Nederland kon
verdragen.
Nederland heeft aan zijn gijzelaars
kampen veel te danken. In deze voor
portalen van de dood hebben tientallen
vaderlanders gewerkt aan de plannen
voor de opbouw van het na-oorlogse
Nederland. Van prof. .P. Lieftinck, de
eerste na-oorlogse minister van finan
ciën, is bekend dat hij zijn geniale
plan tot de geldzuivering ontwierp toen
hij zich als gijzelaar vertrouwd poogde
te maken met de dood voor een
vuurpeloton. Voor enkele gijze
laars werd het kamp in werkelijkheid
het voorportaal van de dood, want de
Duitsers hielden niet van dreigen al
leen. In de oorlogsmaanden na mei
1942 zijn er enkele malen groepje?
gijzelaars voor de sabotagedaden van
anderen naar het vuurpeloton ge
bracht.
De vuurpelotons kregen het druk in
en na mei 1942: op 6 mei werden zeven
verzetsmensen gefusilleerd en vier da
gen later 24 O.D.-ers uit Maastricht.
Het is begrijpelijk dat bij al deze
rampspoed de belangstelling voor wat
er buiten Nederland gebeurde, erg
gering was. Met veel bazuingeschal
bracht de Engelse zender op 9 mei het
nieuws, dat er in de Koraalzee een
felle zeeslag was uitgevochten, die voor
het eerst niet door de Japanse vloot
was gewonnen. Het was de eerste
zeeslag in de geschiedenis, waarbij
vliegtuigen voor de overwinning zorg
den.
De Nederlanders kwamen niet onder
de indruk. De meesten zochten niet
eens in de atlas op waar die Koraalzee
nu precies lag, want een dag tevoren
was het bericht gekomen, dat de
laatste Amerikaanse vesting op de
Filippijnen, het eilandje Corregidor,
was gevallen.
En op 17 mei openden de Duitsers
het met veel lawaai aangekondigde
zomeroffensief tegen Rusland. In een
geweldige tangbeweging werd een gro
te Russische troepenmacht bij Char-
kow ingesloten en voordat de maand
om was, was Charkow gevallen.
Ook in Noord-Afrika werden weinig
opgewekte berichten verzameld. Het
Duits-Italiaanse offensief was dan wel
begin april vastgelopen, maar de Brit
ten schenen onmachtig tot een tegenof
fensief. Dat was wel logisch, want de
keurtroepen van de Engelsen in Noord-
Afrika waren enkele maanden daar
voor naar Azië gebracht om daar
tevergeefs te pogen de Japenners te
stuiten.
De Engelsen kampten over de hele
wereld met een groot gebrek aan
manschappen en materieel. Het was
voor de Britten ha 7 december 1941
louter een kwestie van tijd geworden.
In de oefenkampen van de Verenigde
Staten werden honderdduizenden
strijdlustige Amerikanen getraind en
in de Amerikaanse fabrieken rolde het
oorlogsmateriaal in nog niet gekende
hoeveelheden en kwaliteit van de lo
pende banden.
Engeland moest nog een paar maan
den volhouden. Hitier wist dit ook. Met
een wanhopige verbetenheid poogde
hij Rusland op de knieën te krijgen
voordat de Amerikaanse legers en het
Amerikaanse materiaal in massa Euro
pa konden bereiken.
Deze onzichtbare titanenstrijd ont
ging de vaderlanders in mei 1942. Wel
werden wij verrast en opgeschrikt
door het kleine berichtje van 28 mei,
dat de dag daarvoor onder Praag een
sche dorpje Lidice onder Praag een
aanslag was gepleegd op de topnazi
Heydrich, de meest gevreesde beul van
de nazi's.
De eerste berichten vertelden dat
Heydrich niet levensgevaarlijk was
gewond, maar Heydrich zou sterven en
zijn dood zou vele duizenden het leven
kosten.
In Limburg hebben zich vele oude tradities weten te handhaven. De schutterij,
de processie, zij leven daar fel temidden van het moderne leven.
De tweede Limburgse revolutie is druk doende de kinderen van de eerste revo
lutie om hals te brengen. Het zijn de kolenmijnen die welvaart hebben ge
schonken aan een streek, die honderd jaar geleden de economische uithoek
van ons land was. De sluiting van diezelfde mijnen gaat gepaard met een
tweede industriële omwenteling, die het oude gewest een nieuwe aanschijn
moet geven.
Zo'n honderd jaar geleden werkte
nagenoeg de helft van de Limburgers
in de landbouw, en dan nog voorname
lijk op de kleine tot zeer kleine bedrij
ven. Zuid-Limburg was praktisch he
lemaal in cultuur gebracht. Het mid
den en het noorden kenden nog uitge
breide gebieden woeste grond.
De verscheidenheid tussen noord en
zuid is gebleven tot op de dag van van
daag. Eerst na de tweede wereldoor
log kwam er industrie van enige om
vang naar het midden en noorden van
het gewest, terwijl de schachtwielen in
het zuiden reeds lang wentelden en
tienduizenden hun brood verdienden in
het stof van de mijnen.
Mijnbouw is al een oude tak van be
drijvigheid. Bij Rolduc, later een roem-
De geschiedenis van iedere Neder
landse provincie zou onderwerp van
een avonturenroman kunnen zijn,
maar de opzienbarendste historie
van alle vaderlandse gewesten heeft
Limburg. Deze provincie is de jong
ste loot aan de vaderlandse stam en
meer dan eens heeft men overwogen
deze loot op de Duitse of de Bel-
gissche stam te enten.
Al van de vroegste tijden was Lim
burg een buitenbeentje. Aanvankelijk
was de provincie men sprak toen
nog van gewesten tussen twee
machtsgebieden opgedeeld: Noord-
Limburg was een deel van het hertog
dom Gelre; Zuid-Nederland tot
Luxemburg was het hertogdom
Limburg.
Na veel bittere strijd capituleerde de
Hertog van Gelre in 1543 voor het
machtige Bourgondische Huis. Vijf
jaar later kon Karei V trots op de
landdag van Augsburg de vorming van
de Bourgondische Kreiz bekend ma
ken: de Lage Landen tot over de
noordgrens van Frankrijk waren tot
een staatsrechtelijke eenheid gewor
den. De Tachtigjarige Oorlog dreef Lim
burg tezamen met Brabant en
Zeeuws-Vlaanderen in een uitzon
deringspositie. In deze zuidelijke ge
westen handhaafden de troepen van de
Spaanse koning zich het langst en de
Spaanse bestuursinvloed zorgde ervoor
dat deze gewesten rooms-katholiek
bleven.
In de loop van de tachtigjarige krijg
werden Limburg, Brabant en Zeeuws-
Vlaanderen door de opstandige vader
landers op Spanje veroverd, maar de
Reinhardt Heydrich, hoofd van de
Sicherheits polizei en S.D., de
„bloedhond", die duizenden Tsjechen
zonder vorm van proces liet doden.
Nu zelf geëxecuteerd door twee uit
Engeland overgevlogen parachutisten.
Een bloedgolf sloeg over Praag.
Heydrich was begonnen als marine
officier. Hij maakte een meisje zwanger
en weigerde haar te trouwen. Hem werd
toen te verstaan gegeven dat hy de
erecode voor officieren had geschonden
en dat hy ontslag diende te nemen. Ver
bitterd zocht hy zijn toevlucht bij de
nazi's. Hy werd door Himmler belast
met de jodenvervolging en de gruweiyke
„Endlösung der Jugendfrage" staat op
zijn naam.
Toen de bom van een partisaan zyn
ruggegraat versplinterde, was hij 38
jaar. Hy was aansprakelijk voor de dood
van duizenden en na zijn dood zouden er
nogmaals vele duizenden om hem wor
den vermoord, omdat hy de eerste top
nazi was, die door een verzetsdaad uit
de weg werd geruimd.
staatsrechtelijke positie van de ver
overde gewesten bleef uitzonderlijk:
Limburg, Brabant en Zeeuws-Vlaande-
ren kregen niet zoals de andere ge
westen een zelfstandig bestuur.
Zij werden bestuurd door de genera
liteit de vergadering van afgevaar
digden uit de noordelijke provincies,
die beter bekend is als Staten-Gene-
raal. Om deze ondergeschiktheid tot
uiting te brengen werden Limburg,
Brabant en Zeeuw-Vlaanderen „gene
raliteitslanden" genoemd, een lieve
naam voor „wingewesten: wel belas
ting betalen, geen medezeggenschap.
In al die eeuwen was de positie van
Limburg dikwijls onduidelijk en onze
ker. Zo werd Maastricht eeuwenlang
zowel door Luik als door de Generali
teit bestuurd. Tijdens de Franse over
heersing kwam wel in de Grondwet te
staan dat de generaliteitslanden gelijke
rechten kregen als de andere provin
cies. maar de eerste Nederlandse
Grondwet van 1814 spreekt er nog van
„een constitutionele monarchie van ze
ven provincies en twee landschappen....
Pas bit de grondwetswijziging van
1815, na de samenvoeging van Neder
land en België, kregen Noord-Brabant
en Limburg de naam provincie. Noord-
Brabant kon toen in het samenspel der
overige provincies zijn plaats innemen,
maar Limburg bleef ook toen nog in
een uitzonderingspositie.
Na de val van Napoleon hadden de
staatslieden op het Congres van Wenen
bepaald dat het Duitse gewest Nassau-
Dillenburg privé-eigendom van de
Oranjes niet meer naar het Huis
van Oranje zou terugkeren. In ruil
voor dit Duitse gewest kreeg Willem I
het groothertogdom Luxemburg.
Een deel van Limburg behoorde in
1813 tot Duitsland. In 1839 ruilde
Willem I een stuk van zijn groot
hertogdom Luxemburg voor dat stuk
Limburg. Door deze ruil werd echter
met uitzondering van Venlo en Maas
tricht Limburg lid van de Duitse Bond.
Nog ingewikkelder werd het toen Bel
gië na de opstand van 1830 eerst heel
Zuid-Limburg en later Maastricht en
omtrek opeiste.
Na de vrede met België in 1839
bestond Nederland uit tien provincies,
plus als privé-eigendom van de koning
twee gewesten: het hertogdom Lim
burg en het groothertogdom Luxem
burg. Beide gewesten waren lid van de
Duitse Bond en beide konden slechts
volgens het Salische recht vererven
binnen het Huis van Nassau.
De Oranjes maakten aan deze
vreemde toestand voor Limburg een
einde door van hun familieleden de
erfrechten op Limburg af te kopen.
Hadden zij dat niet gedaan, dan zou in
1890 toen Willem III zonder manne
lijke nakomelingen stierf Limburg
een afzonderlijk Nassaustaatje buiten
de Nederlandse gemeenschap zijn ge
worden. zoals dit dat jaar met Luxem
burg gebeurde.
Limburg was echter in 1890 staats
rechtelijk gelijkwaardig en onverbre
kelijk verbonden met de rest van
Nederland, te meer daar er in 1866 een
einde was gekomen aan de Duitse
Bond, zodat er ook geen speciale
buitenlandse verplichtingen voor Lim
burg meer golden.
Toch is Limburg zich nog lange tijd
zijn speciale staatsrechtelijke historie
bewust gebleven. Tot 1906 bleef deze
provincie zich een hertogdom noemen.
En nog in onze tijd kent Limburg
geen commissaris van de koningin;
deze functionaris wordt door de Lim
burgers nog steeds plechtig „gouver
neur" genoemd.
rucht onderwijscentrum, dolven in de
twaalfde eeuw de monniken al kolen. De
grote stoot gaven de buitenlandse ko-
lendelvers op het einde van de negen
tiende eeuw, toen in Maastricht al de
fabrieken van Regout (nu Sphinx Cera-
mique) en de Koninklijke Nederlandse
Papierfabriek draaiden, een schamel
loon biedend aan de in de beruchte
eenkamerwoningen huizende paupers.
In 1902 nestelde de Staat zich in het
heuvelland om te voorkomen dat de in
dertijd praktisch enige energiebron in
zijn geheel in buitenlandse handen zou
vallen. Dan gaan de schachtwielen
draaien van de Wilhelmina, de Hendrik
de Emma, en de Maurits. Vier zware
fundamenten voor een snel groeiende
welvaart, ook voor 'n chemisch concern
dat nog wel Staatsmijnen heet, maar
dat steeds minder van dien heeft met
kolen.
De betekenis van de mijnen gaat
evenwel ver uit boven die van koolwin
ning alleen. Zij zijn het die Limburg
een industrieel klimaat hebben geschon
ken, waar in andere gewesten nog d«
mentaliteit van de handelsman en de
landbouwer overheerst, grote schoor
stenen ten spijt. Zij hebben Zuid-Lim
burg gemaakt tot een smeltkroes van
Europese volken.
Na de eerste wereldoorlog al trok
ken Polen en Russen, Zuidslaven en
Hongaren naar de steeds hogere steen
bergen en de steeds diepere schachten.
Nu spreken zij en hun kinderen datzelf
de Limburgse dialect en wonen zij in
steden en dorpen, die tot een stadsge
west zijn samengegroeid. In de ooste
lijke mijnstreek wonen nu 225.000 men
sen (ofwel 12.130 per vierkante kilome
ter) tegen 18.000 zo'n honderd jaar ge
leden.
Afgezien van de traditionele indus
trie in Maastricht bleven de mijnen
tot de oorlog praktisch de enige indus
triële werkgevers. Na dc bevrijding
kwamen zij, de nieuwe bedrijven, Phi
lips voorop. Nu moeten er meer ko
men, veel meer. Zeker voor 120.000
mannen en vrouwen moeten binnen 10
jaar arbeidsplaatsen zijn geschapen.
De mijnen sluiten sneller dan men
twee jaar geleden zou vermoeden. Er
is nu een autofabriek, waar straks
zesduizend man werken, maar DAF
kan niet meer zijn dan een eerste aan
zet, in dit land dat ligt gekneld tussen
België en Duitsland, waar de grenzen
slechts een economische betekenis heb
ben maar geen hinderpaal vormen
voor het contact van mens tot mens.
Wat de Limburgse economie heeft
bijgedragen aan de nationale welvaart
is niet exact na te gaan. Het bezit van
eigen mijnen heeft nu aan betekenis in
geboet, maar zeker is dat het na-oor-
logse herstel voor een groot deel te
danken is aan de zwoegende mijnwer
kers. Zeker ook is dat dank zij heffin
gen en kunstmatig laag gehouden prij
zen de mijnindustrie toen bijna twee
miljard gulden in de nagenoeg lege
schatkist heeft gepompt.
Nu staat Limburg voor een omwen
teling, voor grote vraagstukken. Indus
trie moet werk geven aan het Noorden,
het Midden en het Zuiden. Limburg
heeft onderwijsinstellingen nodig, we
gen, kantoren, huizen en begrip.
Limburg heeft er geen behoefte aan
te teren op een roemryk verleden, op
sagen over bokkerijders en de waas
van romantiek die ten onrechte heeft
gehangen rond het mijnwerkersbestaan.
Wat is trouwens Limburg? Mook ligt
dichter bij Amsterdam dan bij Maas
tricht. En de man uit Venray heeft
weinig gemeen met die uit Kerkrade.
De provincie van 1967 heeft nog
maar geringe overeenkomst met het
oude hertogdom. Het moderne Lim
burg zal het verleden eren, voorman
nen als de grote Poels gedenken, kri
tischer staat ten opzichte van voorheen
onaantastbare instellingen als kerk, par
tij en overheid. Het zal voortbouwend
op de economische grondslagen van nu,
het gewest een nieuw gezicht geven
waar het mede dank zij de bourgon-
dische levenskunst goed is te leven en
te werken.
„Inleiding tot de studie van porno
grafie", door C. van Emde Boas, uit
gegeven door NVSH;
„Obsceniteiten en pornografie an
no 1966", door C. van Emde Boas, uit
gegeven door NVSH;
„Klare wijn, Rekenschap over ge
schiedenis, ?ehe4m en gezag van de
Bijbel", uitgegeven door Boekencen
trum, aangeboden door generale syno
de der Ned. Herv. Kerk;
„De dood van Jezus van Nazareth",
door Mr. W. de Vries, uitgave van J.
Kok N.V. Kampen;
„De slag om Europa 1945", door
John Toland, 2e druk uitgave van Hol-
landia, Baarn.