HET GAAT MEI SLECHT MET RIA KUYKEN
„Ik kan niks anders
en daarom verkoop ik
nu25 stuksl.50
partij
Bussumse blinden
leren rekenen met
Japans telraam
„AR TIS"
ROUWT
OM GIN A
TOMADO
TOMADO
„HAP" ZEI DE BEER
KOOP EEN
VEILIGE
KOFFIEMOLEN
VOORHEEN 20 STUKS IP NU ZELFDE PRUS MAAR
BETERE TABAKKEN. PROEF MAARUW GOEDE KEUS!
Licht, geurig eh zo zacht
OP KLOMPEN
VAN DE BEER
ARMOEDE
GEKKE DINGEN
KROON
v.a. f 18,25
„ENTHOUSIAST"
KUBUSSEN
PROEFJAAR
AUTOMATISCH
DONDERDAG 18 MEI 1967
Terug naar mei in 1962. Ria Kuyken oefende met beren om in een lief
dadigheidsvoorstelling te kunnen optreden in een circus in Haarlem. Hap,
zei een dikke, zwarte beer en het was deze foto van Cees de Boer, die
de hele aardbol overging.
Nou, Ria Kuyken kun je laten liggen op het strand van Port of Spain, daar is geen twijfel over mogelijk. „Gewel
dig", zegt ze en de kreet borrelt helemaal op van onder uit haar tenen, ,,'s Ochtends zo in het zwembad van het
hotel, overal tropische planten om je heen, 's avonds een steelband van wel zestig man, gewoon een paradijs van
lui worden, bruin branden en niks doen". Dat heeft ze gedaan, tien dagen lang. Haar aangeboden, als een soort
honorarium, zeg maar.
Met een klein beetje fantasie kan ik
het me voorstellen. We zitten in de
tuin van haar ouderlijk huis in Nijme
gen. In de (warme) zon, tegen de groe
ne klimop, in luie stoelen, met koude
cola en vruchtentaart. Geen zwem
bad, nou ja, Nijmegen is geen Trini
dad en een mens kan niet alles heb
ben. Ria Kuyken, kijk maar in het te
lefoonboek, is „fantaisiste" en natuur
lijk wil je dan van haar zelf weten
wat ze daaronder verstaat. „Oh, dat
heb ik al honderd keer moeten zeg
gen", Sorry, dat is dan niet zo'n
intelligent vraagje van mijn kant.
„Neen, zo bedoel ik het helemaal
niet", legt ze uit. „Je bent fantaisiste
wanneer je op het toneel een nummer
brengt, gebruik makend van je eigen
fantasie en van attributen".
In Port of Spain (in „pak") voor de televisie-camera's: Ria Kuyken.
Met „Tulpen uit Amsterdam" trekt ze
van Athene naar Cairo en verder
naar Tokio. Nu is ze net terug uit
Panama en Trinidad en gisteren stond
fantaisiste Ria Kuyken in Nijmegen
voor haar Fiat-1500-Sport en genoot
van de zon. (Foto Wim Broeder)
Sinds zeven jaar doet Ria Kuyken dat, nadat ze in 1955 bij Wim Kan
(jawel, in het ABC-cabaret) is begonnen.
En waarom, vraag ik dan ineens, terwijl ik ongemerkt de stropdas wat
losser probeer te krijgen, want het wordt gloeiend in die zon. „Waarom? Ik
kan niks anders", zegt Ria Kuyken. „Ik ben eigenlijk geen zangeres. Ik heb
ook geen grammofoonplaten gemaakt".
Neen, neen, zo op het eerste geluid
zou men denken, dat het dus niets
bijzonders is, wat Ria Kuyken doet.
Maar ze is wel net terug van een
tournee door Panama en Trinidad, ze
trad wel vorig jaar op in Athene en
Kaïro, de mensen zaten in februari
wel naar haar te kijken en te luiste
ren in Tokio. En toen ze afgelopen
vrijdagochtend bekaf op Schiphol aan
kwam wist ze, dat ze zaterdagavond
toch voor een carnavalsvereniging in
Maastricht moest optreden en giste-
avond stond ze weer voor militairen
in Ossendrecht. Het gaat bepaald niet
slecht met Ria Kuyken.
Maar waarom dat Athene, Kaïro,
Tokio, Panama en zo verder. „Onder
deel van Holland-Promotion", ant
woordt ze. Ria Kuyken verkoopt ons
land dus. Een WV-tje op zichzelf.
Uiteraard, in pak, mét klompen. De
KLM vervoert haar voor niks (als
aandeel in de Nederland-Verkoop),
de Hilton hotels hebben de ruimte
waar ae optreedt en Nederlandse be
drijven betalen.
Goed, maar wat doet Ria Kuyken
nu wanneer ze een avond in Panama-
City in de schijnwerpers komt?
„Dan zing ik „Tulpen uit Amster
dam" en biedt de presidentsvrouw of
de voornaamste vrouwelijke gast tul
pen aan", vertelt ze. „En daarna
zing ik „t Spinnewieltje" en „Zeg
kweeselke wilde ge dansen" en „Aan
de Amsterdamse grachten."
In het Engels?
„Helemaal niet, in het Nederlands,
maar ik leg de liedjes eerst uit", zegt
ze. En vervolgens gaat „het pak"
(Volendam, tot uw dienst) uit en wat
zien ik?
Ria Kuyken in een rose pailletten-
jurk met een verenstola van zes me
ter, een soort wandelstokje waaruit
een bos bloemen tevoorschijn schiet
en zingend „Let me entertain you".
Hallekiedee! „Helemaal Amerikaans
opde musical-toer" zegt ze.
Ria Kuyken, Ria Kuyken?, zit er
nu vast iemand in Nederland half
hardop te mompelen. Mag ik even
helpen?
Inderdaad, Ria Kuyken van „de
beer". Dat was in mei 1962 toen in
een circus in Haarlem een donkere
beer een aanval deed (binnen de
kooi) op de fantaisiste en haar toe
takelde. Fotograaf Cees de Boer stond
er met zijn neus bovenop, knipte en
de foto ging de hele wereld door, be
zorgde Ria Kuyken een grote publi
citeit en de fotograaf een aardige gi
ro.
Met tachtig kilo bagage vertrok ze
een paar weken geleden door de lucht
naar Panama. Dat is nogal wat, zeg
ik.
„Ja, stapels koffers met kleren,
want ik zou toch een show voor de
Panamese televisie maken en dan
kun je niet genoeg bij je hebben",
legt Ria Kuyken uit.
Maar ja, Panama is geen Neder
land of Engeland of Amerika. Ze wil
den wel hoor, die tv-mensen, maar
ze vonden driehonderd dollar als ho
norarium gewoon te veel. Ze keken
ir» de kas en zeiden: Kan niet. En
die gemaakte afspraken dan? Och juf
frouw, waar windt een mens zich over
op? Kijk naar de blauwe lucht, zet
een zonnehoed op en ga toch heerlijk
in de schaduw zitten met een koel
glas. Een mens leeft maar 'één keer.
„Ja, in Panama zie je zoveel ar
moede, dat houd je niet voor moge
lijk", zegt Ria Kuyken ineens.
In Hilton in Panama-City werd dus
wel opgetreden en toen vloog Ria te
rug naar Curasao. „Daar moest ik
twee dagen wachten voor ik een vlieg
tuig had voor Trinidad", zegt ze.
Neen, Curasao trekt haar niet. „Je
ziet er «lleen maar cactussen. Ieder
een zegt er dat het er nooit regent,
maar toen ik er was goot het, niet
te geloven."
En Hilton in Port of Spain had
een „Noche Holandesa" georgani
seerd, een week lang, met „Ria Kuy
ken, la estrella de Holanda".
„En dan kom je daar in dat hotel
ineens Eddy Florijn uit Rotterdam
tegen, die bij Hilton als manager
werkt", zegt Ria Kuyken. „En je ligt
een keer op dat tropische strand daar
en hoort uit een radiootje in de buurt
via de Wereldomroep Teddy
Scholten die Rita Reys en Pim Ja
cobs aankondigt. Gekke dingen, gek
ke wereld."
Nou, Port of Spain wilde Ria Kuy
ken wel voor de tv-camera's hebben
en graag ook. Ze werd geïnterviewd
en daarna zong ze. Maar die tv-jon-
gens van Trinidad dachten waar
schijnlijk ook: Zo, dat programma is
ADVERTENTIE
er weer uit, geslaagd en wel, volgen
de zaak en over honorarium wordt
niet gesproken. Denk nu niet dat er
geen mens in Trinidad met iets over
Je brug komt, v#hnt de directie van
het hotel zei meteen: „Lieve juffrouw
Kuyken, het was fijn dat u hier op
trad, het was ook fijn dat u voor on
ze televisie verscheen en als aardig
heidje bieden we u tien dagen ver
blijf aan bij ons, om weer wat uit
te rusten."
„Een geweldig heerlijke tijd", zegt
Ria Kuyken ervan. „Intussen was ook
de koningin jarig en gaf de Neder
landse ambassadeur in Port of Spain
een grote receptie. „Daar heb ik dan
ook nog gezongen."
Foto's, stapels foto's, met en zon
der ambassadeur. En knipsels uit
kranten, soms in het Spaans, soms
in het Engels. En daar tussendoor
Ronta, met kleurenfoto's van Ria
Kuyken, met pagina's vol over haar,
met een omslag die haar foto toont.
U woont toch niet in Nijmegen?
„Neen, ik woon in Amsterdam, ben
geboren in Haarlem, maar heb jaren
in Nijmegen gewoond, waar mijn
ouders nu dus nog zijn. Midden in de
Jordaan heb ik een optrekje", ver
telt Ria Kuyken.
Ik vraag wat ik onder „optrekje"
moet verstaan. „Een kamer van twee
bij vier, een doorloop, een douchecel,
een pleetje en nog een achterkamer
tje".
Van de laatste krijg ik een kleu
renfoto te zien: een hemelbed met
veel tule, waar een Oosters vorst
vast de aantrekkingskracht onder
zijn harem mee zou vergroten. Ik
kijk nog eens: jawel, middenin,
uiteraard ook in kleuren, Ria Kuy
ken. Oh ja, een optrekje, zeg ik.
Ze lacht. „Ja, maar het is echt
klein, hoor".
Zomaar een paar vraagjes. Wat
vindt Ria Kuyken van mini-mode?
„Enig voor meisjes tot twintig jaar,
maar nu wordt het binnenkort tien
centimeter over de knie en dat vind
ik ook leuk". En al die paarse
kousen bij felgroene rokken en blau
we jasjes. „Het is een voortdurend
carnaval", zegt ze.
Wat is het naarste, het vervelend
ste in dat beroep van Ria Kuyken?
Het sjouwen?
„Neen, het sjouwen en reizen vind
ik helemaal niet erg", denkt ze hard
op. „Het vervelendste vind ik wan
neer mensen een oordeel over je ge
ven zonder je gezien te hebben".
En wat is dan het plezierigste, ap
plaus?
„Natuurlijk, applaus is fijn, maar
daar werk ik niet voor. Het fijnste
voor mij is wanneer ik word opge
beld en gevraagd voor exclusieve
programma's. Zoals dat in Trinidad.
Dan ben je ambassadrice op twee
manieren: voor je vak en voor je
land. Het klinkt misschien wat opge
blazen, maar ik vind het toch wel
een kroon op je werk".
ADVERTENTIE
Tip voor
handiger huishouden
Let erbij de aanschaf van een elek
trische koffiemolen op dat u een
VEILIGE molen krijgt. Een VEILIGE
Moulinex Tornado koffiemolen, met
stevig nylon huis en dubbel geïso
leerde motor. Er zijn 3verschillende
modellen: twee met drukknopscha
kelaar en draaisluiting, de derde
maaltalleenzolanguhetdekselaan-
drukt. Prijzen: f 18,25, f21,- en f23,-.
Op alle modellen volledige Tornado
garantie.
Wilt u méér tips? Vraag uw winkelier om de
ultzoekfolder "Hartewensen"- Of schrijf aan
Tornado, Tomadohuis, afdeling K., Dordrecht.
ADVERTENTlh
Fris, vrolijk en jong. Een
heerlijke drank. Puur of als
TIP-tonic (met een schijfje
citroen).
Verjaardagsfeestje, fami
liefeestje, zo-maar'n feest
je, TIP moet van de partij
zijn. HELE FLES f 7,80.
BUSSUM. Zonder de blinde Tonny Verhulst en zyn vader In Rotterdam,
zou het er misschien nooit van zyn gekomen. Mede dank zy hen gaan nu de
blinde of zeer slecht ziende kinderen op het Koninklijk Blindeninstituut in
Bussum leren rekenen. Met behulp \an het oosters telraam met de mooie (soort)
naam Abacus, zullen deze kinderen het op het terrein van de cijfers een stuk
verder brengen dan hun lotgenoten elders.
Het is zó gegaan: Jaren geleden al kocht de jonge Tonny na zijn vertrek uit
het Bussumse instituut een sigarenwinkel in Rotterdam. In diezelfde tyd hoorde
zyn vader de Antwoordman via de radio vertellen, wat een Abacus is, en in
welke landen het telraam in gebruik is.
Dat zou wat voor Tonny zijn, dacht
Verhulst Sr. Tonny had wel geleerd uit
het hoofd te rekenen, maar daarmee
kon hij voor zijn winkel geen boek
houding opzetten. Aldus toog de vader
naar de Chinezen op Katendrecht. Die
wilden hem wel uitleggen hoe hun
telraam in elkaar zat.
De heer Verhulst maakte er thuis
een voor zijn zoon na. In het Museum
voor Volkenkunde in Leiden snuffelde
hij een handleiding op, waarin werd
verteld hoe er mee gewerkt moet
worden. Tonny kc aan de slag.
Dat ging beter dan de sigarenwinkel.
Tonny keerde terug in het Koninklijk
Instituut, als chef van de brailledruk-
kerij en mét zijn Abacus. Die is hem
daarna ook nog goed van pas gekomen
bij zijn opleiding tot computer-pro
grammeur.
„Intussen waren wij goed enthou
siast geworden over de mogelijkheden
van het al vierduizend jaar oude
middel", vertelde de heer E. C. van dar
Kleij, de adjunct-directeur van het
instituut. „De Chinezen en Japenners
weten wel wat zij doen. In de verre
oudheid waren Grieken, Romeinen en
Semitische volken er ook al achter."
heet, wordt het nog volop in winkels-
en kantoren gebruikt. De Japanners
maken er zelf een soort sport van, wie
er het vlugst mee overwe- kan. De
beoefenaren van die snelreken- „sport"
zijn, zoals bij Judo, ingedeeld in
graden. Wie het goed kan, werkt er
vlugger mee dan met een met de hand
bediende telmachine.
In het instituut is de afgelopen twee
jaar druk met het telraam geëxperi
menteerd. He* grote belang was toen al
duidelijk geworden, want: „Ons onder
wijs wordt normaal met behulp van
brailleschrift gegeven Dat is een om
weg, via welke het allemaal langzamer
gaat. Bovendien kan je in het gewone
brailleschrift niet rekenen."
Tot nu toe worden voor, het reken-
onderricht aan blinde kinderen de
eerste tien letters van het braille-
alfabet gebruikt. Zij doen dan dienst
als vervanging van de cijfers één tot
en met tien.
„De kinderen kunnen er wel getallen
mee opschrijven", legt de heer Van der
Kleij uit, „maar zij kunnen er geen
rekenkundige bewerkingen mee uit
voeren zoals optellen, vermenigvuldi
gen of delen. Voor dat doel werken de
kinderen met kubussen met, bij wijze
van cijfers, voelbare punten erop".
„Op die manier rekenen duurt lang.
Het is eigenlijk niet meer dan een
vertaling van de potlood- en papierme
thode. Je moet daarbij gewoon verge
ten, hoe niet-blinden rekenen."
Met het Abacustelraam leren reke
nen gaat sneller dan de normale
manier van leren: „Je hoeft niets op te
schrijven, noch te onthouden. De kin
deren bij ons hoeven alleen maar het
begin van de som en de uitkomst op te
schrijven. De rest doen zij met behulp
van het telraam."
Het is natuurlijk niet allemaal zo
gauw en gemakkelijk gegaan als het
liikt. Het telraam is eerst een jaar lang
bij wijze van proef geprobeerd
een lagere, een ulo- en een v.g.l.o.-
klas. De eigen technische school werd
aan het werk gezet met het maken van
een stel telramen.
Er zijn wijzigingen aangebracht, die
tegemoet kwamen aan de speciale
behoeften van blinde kinderen. Om de
op spijlen beweegbare kralen beter te
kunnen hanteren werden zij naar een
eigen idee vervangen door taps toelo
pende schijfjes. Onder de kralen had
de heer Verhulst voor Tonny al een
laagje vilt gelegd, om het schuiven te
voorkomen. Het instituut maakte er
schuimplastic van, dat minder gauw
slijt.
Na twee jaar proberen had de
Abacus het glansrijk gewonnen van
ons gewone telraam. Bij de Abacus
gaat het niet om het verschuiven van
kraal voor kraal, maar om bepaalde
grepen met duim en wijsvinger. De
kinderen zijn er nu zo in geoefend, dat
die handelingen als het ware zijn
geautomatiseerd; zoals een geoefend
bespeler van een piano ook automa
tisch vanuit zijn bewegingsgevoel de
juiste toetsen aanslaat.
De leiding van het Koninklijk Blin
deninstituut 'leeft intussen grote plan
nen met de Abacus. De heer Van der
Kleij: „In het nieuwe schooljaar gaat
iedere nieuwe groep kinderen de Aba
cus gebruiken, zodat binnen afzienbare
tijd het hele instituut er mee werkt.
Ook anderè blindeninstituten gaan er
op over. En waarom zouden bijvoor
beeld spastici er niet mee kunnen
Het Koninklijk Blindeninstituut in Bussum gaat voor het rekenonderwijs aan
blinde of zeer slecht ziende kinderen, gebruik maken van een oosters telraam.
Het heeft daarvoor de Japanse abacus gekozen, de zogenaamde soroban.
Op de tekening is een gedeelte van het telraam schematisch uitgebeeld. De
kralen zyn geschoven op spylen, die zyn verdeeld in een gedeelte met één ry
kralen boven het dwarslatje en een gedeelte daaronder met op iedere spyl vier
kralen. Het rechter spyltje stelt de eenheden voor, het spijltje daarnaast de
tientallen, daai weer naast de honderdtallen, enz. De kralen onder het dwars
latje stellen, naar gelang de spyl waaraan zjj zitten, 1, 10, 100 enzovoort voor,
de kralen boven het latje respectievelijk 5, 50, 500 en zo verder. Als alle kralen
van het dwarslatje af zyn geschoven, geeft de abacus nul aan. De situatie op
de tekening geeft 521 aan.
Met behulp van de abacus kunnen zeer snel allerlei berekeningen worden
gemaakt, tot en met bewerkingen met gebroken getallen. In het laatste geval
worden op de lange kanten van het telraam oriëntatiepunten aangebracht.
werken? Wij hebben er al aanvragen
voor gekregen."
En nog een stap verder: „Ik zie
mogelijkheden, om een leermethode te
schrijven die op de Abacus is geba
seerd. Kinderen met rekenmoeilijkhe-
den zouden die misschien niet hebben
als zij dit telraam zouden gebruiken.
Er is geen rekenkundig inzicht voor
nodig, want het gaat mechanisch." Met
uitgeverij Jegro in Bolsward is deze
week overeengekomen dat zij deze
Abacus zal gaan vervaardigen en uit
geven.
AMSTERDAM Olifant Gina, een
van de meest populaire dieren van
Artis, is dood. Ernstige ontstekingen
aan de pootgewrichten, die op geen en
kele wijze te genezen bleken te zijn,
hadden tot gevolg dat de kolos op het
laatst niet meer kon staan en de Ar-
tis-mensen genoopt waren haar uit
haar lijden te verlossen. In Artis is
men diep terneergeslagen over dit on
vervangbare verlies. Niet alleen was
zij de eerste en tot nu toe enige in
Nederland geboren olifant, maar bo
vendien was zij bij iedereen zeer ge
liefd, al kon zij de laatste jaren, toen
haar gezondheidstoestand achteruit
ging, wel eens humeurig zijn.
Het was niet in Artis, dat zij werd
g.boren. Moeder Birma trad op voor
circus Strassburger, dat in de novem-
rmaand van 1939 zijn tenten in het
oude RAI-gebouw had opgeslagen.
Daar was het, dat Gina op 22 no
vember het levenslicht aanschouwde
en binnen het uur een ware opstand
onder de olifanten ontketende, door zo
dra zij staan kon er vandoor te gaan.
Moeder Birma die met een ketting aan
de vloer van het RAI-gebouw vast zat,
werd zo ongerust dat zij luid trompet
terend een zware balk uit de vloer
trok en haar baby ging zoeken. De an
dere ongeveer dertig olifanten van
Straussburger kregen het ook op hun
heuepen zodat groot alarm moest wor
den geslagen in de vroege morgen.
Gelukkig slaagde men er snel in Bir
ma en Gina weer bij elkaar te bren
gen waardoor de moeder kalmeerde en
het gevaar voor een olifantenopstand
bezworen was.
Strassburger wist aanvankelijk niet
goed, wat hij met het jonge olifantje
moest doen. De voedseltoestand was in
die tijd reeds niet zo rooskleurig en
bovendien was moeder Birma „als ar
tieste" niet meer te vertrouwen toen
zij een baby had gekregen. Het was
het juist in die dagen opgerichte Ar-
tis-reddingcomité, dat uitkomst bracht
door, als een van zijn eerste daden,
het olifantje voor Artis aan te kopen.
Birma vergezelde het jong tot het op
eigen benen kon staan. Het gaf een
hele oploop, toen moeder en kind van
het RAI-gebouw naar Artis wandelden.
Over de naam van het olifantje is heel
wat te doen geweest. Aanvankelijk
heette het „Kogeltje". Al was het voor
dat moment wel passend, een volwas
sen olifant kan men moeilijk Kogeltje
noemen. Er werd een prijsvraag uit
geschreven en de pennen van het pu
bliek kwamen daarbij in beweging.
Honderden mensen zonden evenzove-
le namen naar de hoofdstedelijke die
rentuin. Er waren wonderlijke voor
stellen bij, zoals Gnobberdebob, Har
monica, Mokumpie, Nierebier en Trek
pleister, doch men vond dit soort be
namingen toch niet zo geschikt voor
de kleine olifant. Gelukkig was er ook
iemand, die met een toepasselijke
naam aankwam. Het was de heer J.
Klok uit Amsterdam, die de naam Gi
na bed ht. Een afkorting van „Gebo
ren in Nederland Amsterdam".
ADVERTENTIE