Middelburgse jongen graaft
gretig in gracbtmodder
Tienjarenplan voor
schoner landschap
Werkgelegenheid in de
in de Beneluxlanden
knel
Nederlandse
en Belgische
persvrijheid
staan hoog
genoteerd
antwoordman schakel
Haagse
tussen
er en overheid
AANWINSTEN VOOR DE BOEKENPLANK
OP ZOEK NAAR OUDHEIDKUNDIGE VOORWERPEN
Geen puin of
„oude" grond
is veilig
voor Riaan
Nagels worden
steeds zwarter
Beetje geheim
„Het pak
Weggegooid
Zuid-Holland wil zijn
aanzien verbeteren
INDUSTRIEËN IN MOEILIJK PARKET
Problemen
Kwetsbaar
Bewondering
Officieel aangesteld door gemeentebestuur
D"
Vier talen
Tactisch
Vakbeweging
Verwijt
Socialisering
Lekker geurtje
Citatensmokkel
AUTOSLOPERIJEN
WOONSCHEPEN
TN de modder van de Vest in Middelburg het water dat samen met de ból-
werken de oude binnenstad afbakent zoek ik met de vijf tienjairge Riaan
Rijken naar spullen om zijn kamer mee vol te stoppen. Gek? Helemaal niet;
het is een wat ongebruikelijke manier om allerlei archeologische vondsten te
doen en Riaan Rijken heeft hem een paar jaar geleden toevallig en helemaal
zelf ontdekt. ,,Hé" roept hij, wroetelend in de modder, „hé, laat hier nu net iets
zitten. Wat is het Riaan? Graaf het even op. Maar Riaan beslist dat het de
moeite niet waard is; het zijn maar scherven. Zijn handen modderen door
en zijn nagels worden steeds zwarter.
MlMf
Riaan ia niet zo'n prater, maar inder
daad, die nagels zijn en blijven nogal
eens zwart, geeft hij grinnikend toe.
We zitten weer in zijn huiskamer, één-
hoog in het oude boerenhuis van zijn
vader Piet Rijken kunstschilder
middenin de dreven rond Middelburg.
Riaan zelf rookt (nog) niet, maar als
asbak dienst zomaar een vers opgegra
ven potje met pootjes, gemaakt in de
zeventiende eeuw. Er blijft nog genoeg
over: scherven natuurlijk, heel mooi
soms, maar ook nog vrij gave wijnkrui
ken, potjes die zo uit een kunstnijver-
heidswinkel zouden kunnen komen,
maar dat niet doen omdat ze al eeuwen
oud zijn, stenen pijpjes en een minia
tuur kruisbeeldje, dat Riaan voorzich
tig heeft schoongemaakt. En het komt
allemaal uit de modder, als het water
in de Middelburgse vest een laag peil
heeft bereikt.
„Iedereen hier weet wel dat er in dat
water nog heel wat historische voorwer
pen moeten zitten", legt Riaan uit.
„Maar zover ik weet zoekt niemand er
ooit naar en ik toevallig wél. Het is
heel eenvoudig, voelen, voorzichtig gra
ven met je vingers en dan ontdek je
vanzelf wel of het de moeite waard is
om verder te gaan."
Zo heel eenvoudig is het toch ook weer
niet, want je moet echt wel weten, waar
je precies moet zoeken, zegt Riaan
even later. Goed Riaan, hou dat ge
heim maar voor jezelf, maar vertel
even hoe je nu vanuit het raam van je
kamer al kunt zien of het water in de
vest laag staat of niet, want dat kun je,
heb je net gezegd.
„Heel gewoon", zegt hij, „als het wa
ter in de vest en de sloten rond Mid
delburg te hoog staat, wordt dat water
voor een deel weggemalen. Als het peil
van de sloten rondom ons huis heel laag
is, weet ik dat ik in de vest succes zal
hebben als ik ga zoeken".
Riaan heeft de kleren, die speciaal
voor zijn archeologisch zoeken zijn be
stemd, nog aan: spijkerbroek met laar
zen en daarboven een overhemd met
witte verfspatten, kortweg genoemd
„het pak". De jongen in „het pak" zit
graag met de neus in de boeken, maar
liever in de boeken over oude kunst en
archeologie dan in de officiële school
boeken. „Vijftien jaar en dan nog in de
tweede klas van de ulo", grinnikt Riaan,
„en te bedenken dat ik ook nog een
jaar het gymnasium heb geprobeerd".
Hij praat over de gemeente Middel
burg, op wier grond hij zijn vondsten
doet. Nee, Riaan heeft nooit last gehad,
want zo waardevol zijn de dingen die
hij vindt nu ook weer niet, vertelt hij.
Binnenkort wordt hij lid van de Neder
landse jeugdbond ter bestudering van
de geschiedenis en gaat hij graven en
vinden in groepsverband.
„Dan moet je wel alles inleveren wat
waardevol is", zegt hij, „en wat weinig
of niets betekent mag je zelf houden.
Niet altijd zo leuk natuurlijk, de voor
werpen die van historische waarde zijn
gaan natuurlijk naar een museum.
Maar je leert natuurlijk wel een boel
als je gaat graven en zoeken onder
deskundige leiding."
Riaan noemt het wroeten en zoeken
langs de modderige kanten van de Mid
delburgse vest „een hobby maar dan een
heel uitvoerige, want er gaat veel tijd
in zitten." En middenin die vest, Riaan,
zou daar niets zitten, als er langs de
kanten ook zoveel ligt?
Het antwoord is „nee", want de vest
is al een paar keer uitgebaggerd, legt
hij uit en daarom zal er onder het die
pe water wel niet veel meer te vinden
zijn.
„Het lijkt me ook niet waarschijnlijk
dat er veel heeft gelegen middenin dat
water", zegt h(j. (,De vest is in de zes
tiende eeuw gegraven en de spullen die
ik heb gevonden zullen er waarschijn
lijk door de bewoners van Middelburg
zijn ingemikt. Omdat een vaas of een
kruik kapot was gegaan of zo. Hup, weg
ermee, gooi maar in de vest."
Maar Riaan heeft ook een kruik ge
vonden die door sommige collega-archeo
logen met de eveneens amateuristische
status wordt beschouwd als zijnde een
voorwerp uit de Romeinse tijd van de
stad Middelburg. En hoe komt zoiets
dan in een vest die pas eeuwen later is
gegraven?
„Dat die kruik Romeins is, is nog niet
zeker", zegt Riaan. „Er z(jn ook men
sen die vermoeden dat hij Spaans is en
dat kan ook wel kloppen. Er hebben
hier Spanjaarden gezeten, ten tijde van
Willem de Zwijger en zo."
De jonge Middelburger met zijn ste
vige bos donker haar vindt soms ook
dingen buiten de vest, want geen hoop
stenen en grond is veilig als hij pas
seert. „Je ziet het meteen", zegt hij,
„als de grond er oud uit ziet, een beet
je los in elkaar zit, ga ik aan het krab
ben en soms komt er dan een heel aar
dige gekleurde tegel tevoorschijn. Of
een scherf ervan, dat is natuurlijk min
der sensationeel. En als ik een hoop puin
zie, daar kan ik ook niet af blijven."
Riaan weet nog niet, wat hy straks,
na de Ulo, gaat worden. Misschien wordt
het iets in de richting van een hobby
die zachtjesaan een beroep wordt. Hij
is nog niet zeker. Maar zijn nagels zul
len in ieder geval nog wel vuil blijven.
Van onze Haagse redactie.
DEN HAAG Door de provincie in
een aantal districten te verdelen wil
het provinciaal bestuur van Zuid -
Holland komen tot tenminste vijf cen
trale plaatsen voor het verbranden van
gemeentelijk en industrieel vuil. Op
het ogenblik telt Zuid - Holland ruim
honderd gemeentelijke vuilnisstort
plaatsen, waarvan een belangrijk deel
het landschap ontsiert.
Met een groot aantal gemeentebestu
ren is een tienjarenplan besproken,
dat moet leiden tot vuilverbranding in
Leiden, Den Haag, de Botlek, Rotter
dam en Dordrecht. Inmiddels zijn de
voorwaarden waaraan een vuilnisstort
plaats moet voldoen, aanzienlijk ver
zwaard. Veel aandacht moet worden
geschonken aan afdekking en beplan
ting.
Het tienjarenplan is een van de
maatregelen die het provinciaal be
stuur wil nemen ter bescherming van
het landschap. Zo wil de provinciale
overheid een einde maken aan het
steeds groeiende aantal autosloperijen
waarvan er veel in de buurt van Den
Haag en Rotterdam liggen.
Er wordt gezocht naar terreinen
waarop de autoslopers gezamenlijk en
legaal hun werk kunnen verrichten.
Een ophaaldienst zou de autowrakken
dan overal kunnen weghalen. In de
buurt van Rotterdam wil de provincie
twee van zulke terreinen aanleggen en
bij Den Haag één.
In samenwerking met de justitie
zoekt de provincie naar een mogelijk
heid om slopers die veelal zonder
toestemming een autosloopplaats heb
ben, sneller te straffen en eventueel
him goederen verbeurd te laten ver
klaren. Dan pas kan de overheid de
autowrakken laten wegslepen. Een an
dere oplossing is dat de autoslopers
nadat zij de waardevolle delen hebben
gesloopt een verklaring van afstand
tekenen.
De provincie vindt ook dat het
aantal woonschepen in Zuid - Holland
nu ongeveer zeventienhonderd
niet groter mag worden. Nieuwe eige
naars van woonschepen zullen daarom
voortaan geen vergunning meer krij
gen voor een ligplaats. Door dit uit
stervingssysteem wil het provinciaal
bestuur het aantal woonschepen ver
minderen. Van de zeventienhonderd
woonschepen zijn er elfhonderd per
manent bewoond. De andere zijn alleen
gedurende de weekeinden in gebruik.
Een mogelijkheid om liefhebbers van
een woonschip toch aan hun trekken
laten komen ziet de provincie in het
aanleggen van woonboothaven3. Oost-
voorne heeft al een dergelijke haven.
In Warmond z(jn plannen in die
richting.
Ook voor het aanleggen van cara
vankampen en parken met zomerhuis
jes zal er in de toekomst op worden
gelet, dat ze het landschapsschoon
niet bederven. Gemeentelijke uitbrei
dingsplannen zullen zorgvuldig worden
bekeken en slechts zelden zal de
provincie toestemming geven caravans
en zomerhuisjes te plaatsen aan de
oevers van rivieren of meren.
Het plaatsen van reclameborden op
het platteland is in de toekomst vrijwel
uitgesloten.
De jongen in „het pak", ofwel Riaan Rijken uit Middelburg, die beizg is tn
de modder van de vest, die toevallig een laag waterpeil heeft. Altijd graven, altijd
proberen. Er is al een kamertje vol archeologische vondsten tevoorschijn geko
men. De kruik naast Riaan is een van de vondsten.
BRUSSEL/LUXEMBURG De industrie in de Beneluxlanden zit in de
knel. Zoals in Nederland, heeft ook in België de textielindustrie het zwaar te
verduren. In beide landen speelt evenzeer het vraagstuk van afvloeiing van ar
beidskrachten uit de mijnen. In Luxemburg leveren de moeilijkheden in de
ijzer- en staalindustrie de nodige moeilijkheden op. Hierdoor hangt de econo
mische ontwikkeling van de drie landen wat in de mist.
De confrontatie met werkgevers in
Nederland, België en Luxemburg le
vert een drieluik van bedenkelijke
gezichten op. De economische ontwik
keling van het vorig jaar die in
Benelux niet rooskleurig was, heeft
zorgen veroorzaakt. Vertoonde de Bel
gische economie tot eind 1964 nog een
groeipercentage van gemiddeld 5,5 pro
cent, het vorig jaar was dit niet meer
dan drie procent en waarschijnlijk zal
het dit jaar slechts twee procent zijn.
Ook in Luxemburg altijd al achter
gebleven op de groei in de omringende
landen trad een vertraging op.
Het zit er due niet in, dat de mist bij
het passeren van dit jaar helemaal
opgetrokken zal zijn. Verwacht wordt
in België, dat de omvang van de
werkloosheid zal groeien en wel in een
sneller tempo dan in 1966. Luxemburg
zal al evenzeer met problemen blijven
zitten, omdat de slinkende werkgele
genheid in de ijzer- en staalindustrie
maar matig wordt gecompenseerd door
nieuwe werkgelegenheid.
Evenals in ons land zijn er ook in
België gebieden, waar de problemen op
het terrein van de werkgelegenheid
bijzonder groot zijn. Zoals in de pro
vincies Luik, Henegouwen en Limburg,
waar de werkgelegenheid sterk daalt
door de krimpende werkgelegenheid in
de steenkolenmijnen en in de ijzer- en
staalindustrie. Er zijn maatregelen ge
troffen, om de werkloosheid zoveel
mogelijk in nieuwe werkgelegenheid
op te vangen. Een bijzonder benau
wende kant aan het probleem is, dat er
nogal wat werklozen van jonge leeftijd
zijn, die aan de slag moeten komen.
Luxemburg met 333.000 inwoners,
ongeveer evenveel mensen als in Dren
the of in Rotterdam-Zuid wonen
heeft een uiterst kwetsbare economi
sche structuur omdat het steunt op
drie grote yzer- en staalbedrijven.
Daar werken ongeveer 25.000 mensen.
Daarom bestaat er in dit land grote
behoefte aan nieuwe bedrijven, waar
bij nogal wat belangstelling wordt
getoond voor buitenlandse investerin
gen.
Meer dan in België en Luxemburg
is de ontwikkeling van de werkgele
genheid in Nederland een zaak niet
alleen van meer bedrijven maar ook
van ruimtelijke ordening. De regering
streeft met de industrialisatie naar
spreiding van de werkgelegenheid, om
te voorkomen dat in de toekomst heel
veel mensen op een klein deel van ons
grondgebied wonen.
Kan er meer harmonisatie komen in
de manier waarop in Benelux wordt
gewerkt aan het bevorderen van de
industrialisatie? Rondneuzen in de in
dustrie-problematiek van de drie lan
den roept als vanzelf die vraag op.
Vooral ook omdat de laatste tijd nogal
met veel bewondering is gesproken
over het succes waarmee in België
buitenlandse industrie wordt aange
trokken.
Harmonisatie lijkt ook geboden om
een eind te maken aan het elkaar
vliegen afvangen. Maar een gezamen
lijk beleid in Benelux om bedrijven
aan te trekken lijkt een onmogelijk
heid, omdat de moeilijkheden rond de
werkgelegenheidspatroon weg te wer-
de gunstige factoren voor industrieves
tiging nogal uiteenlopend zijn.
De nationale regeringen zullen elk
voor zich het beleid moeten uitstippe
len, om de zwakke plekken in het
werkgelegenheidspatroon wegt e wer-
'/estien van de 115 landen, die de we
reld telt, hebben in een studie van
het Centrum voor Vrijheid van Infor
matie aan de universiteit van Mis
souri hoge cijfers gekregen voor pers
vrijheid. Daartoe behoren Nederland
en België. De veertien andere zijn:
Australië, Canada, Costa Rica, Dene
marken, Finland, Guatemala, Noor
wegen, Peru, de Philippijnen, Zweden,
Zwitserland, de Verenigde Staten,
Uruguay en Venezuela.
Dan zijn er 39 andere landen, die min
der persvrijheid hebben, maar toch
als „vrij" worden beschouwd, terwijl
in 29 landen de pers met een zekere
mate van beperking werkt. Tien lan
den staan daar wat tussen, terwijl 21
landen niet worden genoemd wegens
gebrek aan gegevens.
De enquête is verricht door 430 jour
nalisten en anderen in de hele we
reld. In de studie zijn radio en tele
visie, boeken, tijdschriften en^dagbla-
den betrokken.
Geen poging is gedaan om de verant
woordelijkheid of stabiliteit van de
pers te meten. Er waren 23 criteria
opgesteld, zoals wettelijke controle
op de pers, regeringspolitiek ten op
zichte van de pers. staatsbezit van
publiciteitsmedia en monopolie-bezit
van media.
Japan, West-Duitsland en Griekenland
werden niet opgenomen in de lijst van
landen die de hoogste graad van pers
vrijheid hebben. Japan kreeg een
min voor de factor van geconcentreerd
eigendom en middelmatige cijfers
voor vele andere factoren.
Engeland kreeg hoge ciifers voor een
aantal factoren, maar bijna een gelijk
aantal negatieve cijfers o.a. voor
wetbepalingen wegens smaad, georga
niseerde eigen persregelingen, gecon
centreerd eigendom en regeringscon
trole op buitenlandse deviezen.
West-Duitsland kreeg onvoldoende voor
kritiek op plaatselijke en regionale
overheid en concentratie van eigen
dom van media.
e voorlichtingsambtenaar Paul
Prangers gaat een drukke tijd te
gemoet. Tegen 15 juni is hij door het
gemeentebestuur van Den Haag offi
cieel aangesteld als gemeentelijke ant
woordman. Compleet met eigen tele
foonnummer (635334) en een boeken
kast met naslagwerkjes hanteert hij
dan de informatietelefoon, die iedere
Hagenaar antwoord geeft op moeilijke
vragen over het gemeentelijk apparaat.
Het betekent voor de 46-jarige oud
leraar Engels en beëdigd vertaler geen
bijzondere wijziging van zijn dagtaak,
want al jaren weten de telefonistes van
het gemeentehuis dat juist hij iedere
burger tevreden stelt.
De gemeente wil echter de burgers
meer dienstbetoon gaan verlenen en
daarom is de heer Prangers tot infor
mant benoemd met een onbepaalde
proeftijd. In vier talen gaat hij ant
woorden op: „Waar is het Geldeloze
Pad in Den Haag?" en „Kan ik
trouwen met een meisje dat een kind
van een ander heeft?"
Dergelijke vragen kreeg de heer
Prangers al eerder en steeds opnieuw
zag hij kans de Haagse burger de
juiste weg te wijzen. Dat is ook de
bedoeling van het gemeentebestuur.
Het meent, dat door het ingewikkelder
worden van de stedelijke overheid de
gemiddelde burger de weg niet meer
weet te vinden. Persoonlijke proble
men raakten knel in het gecompliceer
de systeem van publieke diensten. In
veel gevallen kunnen ook buitenlan
ders die in Den Haag wonen, bij de
voorlichtingsambtenaar terecht.
Veel verwacht hij van de medewer
king van zijn collega's. „Heel dikwijls
kan ik niet in een keer antwoord
geven, maar moet ik eerst bij andere
gemeentelijke diensten informeren. Dat
moet dan uiterst tactisch gebeuren.
Niet iedereen is er op gesteld vragen te
krijgen over zijn gevoerde beleid. Hoe
gemakkelijk wordt niet een fout ge
maakt waarvan de burger de dupe kan
worden."
Hoe duur een huwelijkssluiting is of
hoeveel de hondenbelasting in Den
Van B. Roest Crollius verscheen by de Uitgeverij
Hejjnis N.V. te Amsterdam in een byzonder
fraaie uitvoering „De Koningsmantel", een bikkel
harde roman. De schrijver geeft een beeld van de
idealist, die tracht uit de gevangenschap van zyn
ideeën los te komen. De figuur van dokter Mole
naar wordt sterk uiteengereten in al zijn ondeug
den, waarin hjj tracht zijn superioriteitsgevoel te
bevredigen. Als hjj het hoogste in het leven denkt
gevonden te hebben, is voor hem de teleurstelling
des te groter. Een knap geschreven roman, die een
aanwinst is in het oeuvre van de auteur.
Een twee, geheel herziene, druk van „Aquarium-
planten" van dr. H. C. D. de Wit, bij de vele
aquarium-liefhebbers geen onbekend werk, ver
scheen bij de Uitgeversmaatschappij Hollandia. Een
meesterwerk op dit gebied, zowel voor de vergevor
derde als voor de leek; een degelijk naslagwerk,
zonder franje en fraai geïllustreerd.
Jan van Rhenen schreef een bijzonder deskun
dig boekje over „De opvoeding van onze hond"
geen leerboek vol wetenswaardigheden hoe u
van uw hond een modelhond maakt tot in de per
fectie, maar echt een boekje voor elke hondenlief
hebber, die van zijn hond verlangt, dat het een aar
dige hond zal zijn. Rien Poortvliet zorgde voor goed
aangevoelde illustraties en Uitgeverij P. van Bei-
kum Azn. te Amsterdam voor een aantrekkelijke
uitvoering.
In dubbele pocketvorm verschenen bij Bosch en
Keunig N.V. te Baarn twee delen van „Mozaïek
der Muziekgeschiedenis". In deze Sesam-serie gaan
zes delen verschijnen. Het is voor iedere muziek
liefhebber een werk om te bezitten; men kan het
als naslagwerk gebruiken, maar ook in de vrije
uren, voor zelfstudie, lezen. Otto Glastra van Loon
heeft met dit werk in de roos geschoten. Het foto
materiaal is met bijzondere zorg gekozen en ver
levendigt de tekst. Het belangrijkste is, dat het voor
een ieder begrijpelijk en prettig leesbaar is.
In de Iris-reeks, een uitgave van speelse en
pedagogisch verantwoorde meisjesboeken van de
Uitgeverij J. H. Kok N.V. te Kampen, verschenen
de nummers 17 en 18, respectievelijk „Map doet ook
mee" van Max de Lange-Praams ma en „Storm in
de duiventil" van Jenny Slegers-Kwakkel. Aardige
boekjes, die slechts f 3,25 kosten.
„De brief van een Verkademeisje" is de titel
van een bundeltje liedjes van W. A. Wilmink.
Eigenlijk zou achter de titel moeten staan en an
dere liedjes." Het Verkademeisje is er één van. 't Is
allemaal heel eenvoudig, maar het bezit een gran
dioze humor. Die puurt Wilmink uit de eenvoudige
dagelijkse dingen van eenvoudige mensen. Daarom
leest men ze met zoveel plezier. Men zou ze willen
voordragen om een ander in de triestheid en toch
de blijheid te laten delen. Een goed verzorgd bun
deltje van de N.V. „De Arbeiderspers" te Amster
dam.
De Verkoopmaatschappij Shell Nederland heeft
een „Toergids langs oude dorpskerken" het licht
doen zien. Het is een samenstelling door Evert Zand-
stra van moois foto's met een deskundig toegelichte
tekst. Interessant en handig om mee te nemen op
toertochten. Het is gedrukt bij Alberts Drukkerijen
te Sittard en houdt tevens propaganda in voor de
Bond Heemschut.
Bij „West-Friesland" te Hoorn verscheen een
nieuwe uitgave in de serie Witte Raven-jeugdpoc
kets, geschreven door een meisje, dat op haar
twaalfde jaar aangetast door tbc naar een sanato
rium moest, Irmgard Smits. De sfeer in het sana
torium is bijzonder gezellig en zij beschrijft deze op
vlotte wijze. Natuurlijk zijn er ook verdrietige din
gen, vandaar de titel „Blijf lachen, Irmgard".
.Avontuur in viervoud"
verscheen bij de N.V.
van Marjolein de Vos
bij Tie N.V. „De Arbeiderspers" te
Amsterdam. Het is een echte jeugdroman, die zich
afspeelt in een zomers Amsterdam tijdens het Hol
land Festival. Twee meisjes ontmoeten twee jonge
mannen. De romantiek van de liefde, die zo oud is
als de wereld en jong als elke nieuwe lente, bloeit
op. Een fijn geschreven roman, die de jeugd in één
adem uitleest.
T. H.
De Haagse voorlichtingsambte
naar Paul Prangers zit nu al in opge
wekte bereidwilligheid achter de tele
foon. Met ingang van 15 juni geeft
hij als antwoordman van de gemeente
's-Gravenhage advies in moeilijke za
ken.
Haag kost, zijn vragen waarop de heer
Prangers zonder nadenken kan ant
woorden. Moeilijker wordt het als een
Hagenaar wil weten waarom het vast
recht van zijn gas of elektriciteit meer
is dan een maand geleden.
„Het kan best zijn dat in een
computer een foutje ia gemaakt. Ala de
desbetreffende ambtenaar geen volle
dig antwoord geeft, komt die ontevre
den Hagenaar bij mij zijn nood kla
gen", hoopt de heer Prangers. „Mijn
taak is het te zorgen dat zo'n burger of
door mij of door die ambtenaar tevre
den wordt gesteld."
Het toekomstige nummer van de
antwoordman kan door iedereen wor
den gedraaid tussen negen en vijf uur,
ook tussen de middag.
„Als ik even weg ben nemen mijn
collega's van de afdeling voorlichting
en congreszaken mijn taak over. Inge
wikkelde vragen zullen zonodig schrif
telijk worden beantwoord. Er zijn nu
eenmaal dingen die niet zonder meer
per telefoon zijn af te handelen", zegt
de ambtenaar met bijna dertig dienst
jaren.
„Ik ken vrijwel iedere ambtenaar in
Den Haag en bijna iedereen kent mii.
Mijn werk bestaat uit vragen beant
woorden, contacten leggen en mensen
tevreden stellen, zodat ze begrijpen dat
ze in een grote stad door hun bestuur
worden gewaardeerd."
ken. Met een direct op de noden
gericht beleid is Benelux meer gediend
dan met een soort van gemiddeld
beleid voor de industrialisatie, waarbij
ongetwijfeld veel vraagstukken aan
gaande de regionale werkgelegenheid
zullen blijven bestaan.
Dat neemt niet weg dat er wel
overleg kan zijn over maatregelen die
in de drie landen worden getroffen om
industrie te werven.
De vakbeweging in Benelux wil er bij
zijn, als in de bedrijven belangrijke be
sluiten worden genomen. Maar er is
nogal wat verschil in de manier waar
op men Invloed wil oefenen op beslis
singen van de bedrijfsleiding. Willen de
werknemers in Nederland toe naar me
dezeggenschap in België is de vakbewe
ging alleen voor controle.
De vrije vakbonden in Luxemburg
zijn voor collectieve deelneming van de
werknemers in het bezit van de produk-
tiemiddelen. Het christelijk vakverbond
in dat land voelt het meest voor het
deelnemen van de werknemers in het
bestuur van de onderneming.
De vakcentrales in Nederland zijn,
het er wel over eens: De opbouw van
de raad van commissarissen bij de be
drijven moet worden doorbroken. Daar
bij wordt verschillend gedacht over het
opnemen van een werknemerscommis
saris in die raad. De voorstanders van
zo'n commissaris zijn er echter voor,
dat zo'n man niet alleen over sociale
kwesties, maar over alle zaken die het
bedrijf raken, moet kunnen meepraten.
De Belgische vakbeweging Alge
meen christelijk vakverbond, Algemeen
Belgische vakverbond en de Algemene
centrale der liberale vakbonden heeft
de eisen voor directe medezeggenschap
laten vallen. Aanvankelijk was men
daar wel voor, maar nu zijn de Belgi
sche vakbonden meer uit op verbete
ring van de ondernemingsraden, om
daarna tot vernieuwde of nieuwe instel
lingen te komen.
Het gaat de Belgische vakbeweging
daarbij niet om mede-beheer van de
onderneming, maar om controle die
men ziet als een uitvloeisel van de eco
nomische democratie. Daarbij wordt
voorop gesteld dat de mensen die de on
derneming leiden, verantwoordelijk
moeten zijn voor de hele gang van za
ken in een bedrijf. De Belgische vak
bondbestuurders geloven niet, dat een
werknemerscommissaris de mensen in
een bedrijf veel goed doet. Daarbij wij
zen zij op de slechte ervaringen in
Frankrijk.
De controle die de Belgen willen, zal
zich o.m. moeten uitstrekken tot de in
vesteringen. Ook wil de vakbeweging
worden ingelicht over de sluiting van
bedrijven en het openen van nieuwe on
dernemingen.
In Luxemburg zijn de tegenstellingen
tussen de socialistische en de christelij
ke vakbeweging op bepaalde punteh na
genoeg even groot als tussen de Neder
landse vakcentrales voor de oorlog. Ook
is er lang niet in alle opzichten sprake
van een goede verstandhouding tussen
de organisatie» van werkgevers en
werknemers. Vooral door de komst van
de buitenlandse bedrijven is deze ver
houding vertroebeld. De vakbeweging
verwijt sommige Amerikaanse onderne
mers, dat zij de klok terugzetten en de
werknemers als nummers behandelen.
De christelijke vakbeweging is sterk
voor gemengde comités in de be
heer- en controle-organen van de onder
neming. De Luxemburgse regering
heeft plannen hiervoor wettelijke waar
borgen te scheppen. Door deze vorm
van medezeggenschap wil de christelij
ke vakbeweging er op toezien, dat er
niet te veel winst uit de bedrijven ver
dwijnt en wordt overgeheveld naar an
dere ondernemingen. Zij wil die winst
zoveel mogelijk in het bedrijf houden
door investeringen.
De (socialistische) vrije vakbeweging
wil verder gaan door de bedrijven col
lectief bezit te maken van werkgevers
en werknemers. Een van de doelstellin
gen van deze vakbeweging luidt: Af
schaffing van de voorrechten van de be
zittende klasse, versterking van de in
vloed van de gemeenschap op economi
sche beslissingen en democratisering
van het hele economische leven. De
vakbeweging voelt sterk voor gemeng
de bedrijven met deelneming door de
staat of de gemeente. Er moet gebro
ken worden met de opvattingen over de
particuliere onderneming het eigen
domsrecht en het beschikkingsrecht dat
door de vakcentrale verouderd wordt
genoemd.
De uiteenlopende wensen die de vak
beweging in Benelux heeft, op het punt
van de inmenging in het beleid van de
eonderneming, hebben natuurlijk hun
graad van organisatie. In Nederland is
34 procent van de werknemers aange
sloten bij een erkende vakorganisatie.
In België ligt dit percentage veel hoger:
60 tot 70 pet. en in sommige bedrijven
zelfs 80 tot 100 pet. Het is duidelijk dat
de Belgische vakbeweging door haar
grote aanhang sterker staat bij het af
dwingen van eisen dan de Nederlandse.
De vakbeweging in Luxemburg waar
bij ongeveer 65 pet. van de werkne
mers is aangesloten, wil een sterk aan
deel in het bedrijfsbeheer omdat er nog
al wat vrees is dat steeds meer bedrij
ven in buitenlandse handen komen. En
met werkgevers uit den vreemde heb
ben de Luxemburgse vakbonden geen
beste ervaringen.
Ds 950 brajideermannen van de
Britse stad Liverpool ruiken voortaan
naar roosjes. Zij hebben allemaal een
grote spuitbus met een roosjesparfum
gekregen om te voorkomen dat zij 'n
brandlucht over zich krijgen. Het idee
is afkomstig van de commandant na
dat zijn mannen een brand In een met
vismeel geladen schip hadden geblust.
Het Rode Boekje van Mao Tse-tung
is in Singapore verboden, maar de
Chinese communisten hebben er wat
op gevonden. Zij smokkelen nu Mao's
citaten op postzegels naar Singapore.
De complete serie van tien postzegels
kost er ongeveer vijf kwartjes.