v
Onderzeedienst
zestig jaar
Nederlands enige
houtdraaister
Fascinerend spe
met verf en vlam
Geniet menig maal met
tomaat
Feest op
29 juni
Accu s en staal
In 1906
De „snuiver"
Wetenschap
Geen atoomboten
Handwerk
Experimenteren
„Zwaar werk"
5
helpt altijd
Anderhalf jaar voor
poging tot doodslag
Iraaks kabinet
staat kwart van
salaris af
Criminaliteit in V.S.
gestegen
0PREI5
I ter voorkoming van muggebeten.
Kritiek op Duitse
benzineprijs
Chinezen moeten
oogsten
Instorting: 40 doden
Vraag uw groenteman naar de gratis folder vol
handige.feestelijke, hartige tomaatmogelijkheden
VRIJDAG 16 JUNI 1967
-i.
- k-.
mi,,...,
De onderzeedienstkazerne in Den Helder met Hr. Ms. „Zeeleeuw" op de voorgrond.
(Door een onzer redacteuren)
De Onder zeedienst van de
Koninklijke Marine bestond op
21 december 1966 zestig jaar,
een ongeschikte tijd om een ju
bileum te vieren. Het diamanten
feest zal daarom deze maand
zijn beslag krijgen, voornamelijk
op donderdag 29 juni. Er wor
den dan in Den Helder bijna
vijfhonderd reünisten verwacht,
van wie een 350-tal uit alle stre
ken van ons land.
De geschiedenis van de Onderzee
dienst is een rijke historie. Want al
heeft de onderzeeboot pas later in de
Koninklijke Marine zjjn intrede ge
daan, sinds 1906 is er uitzonderlijk
veel gebeurd. Niet voor niets verscheen
ter gelegenheid van de uitbreiding op
14 juli 1964 een boekwerk, getiteld „De
Onderzeebootdienst in de Tweede We
reldoorlog". Niet voor niets uiteraard
kreeg men het vaandel, niet voor niets
werd op 2 juni 1947 aan de Onderzee-
dients de Militaire Willemsorde toege
kend.
Voor gegevens met betrekking tot
het jubileum verwees men ons naar
de uitenant-ter-zee der eerste klasse
J. J. Leeflang, die over de Onderzee
dienst een dik boek heeft samenge
steld, dat binnenkort zal verschijnen:
,,De Nederlandse Onderzeedienst
1906-1966". De heer Leeflang begon er
in 1965 mee. Hij kreeg het gereed
dank zij veler medewerking.
,,U moet niet zeggen, dat ik het
heb geschreven, want dat is niet zo.
Ik ben de samensteller; ik had een
soort overkoepelende bezigheid. Wei-
kunt u vertellen, dat het boek voor
negen tiende gedeelte nieuw is, dus
negen tiende gedeelte nieuw is, dus
eigenlijk gegevens bevat, die men
niet elders heeft gelezen."
D heer Leeflang kent de geschie
denis uit ziyn hoofd. H(j bracht ons
ook Cornells Drebbel in herinne-
rirg. Deze Nederlander was „één
der eersten". In 1620 demonstreer
de hij zijn „onderzeese boot". Maar
wie zich er ook in hadden verdiept,
van het allergrootste belang waren
de uitvinding van de accu (waar
door men elektriciteit kon opwek
ken) en de bouw van stalen schepen
in plaats van houten. En dat waren
wel de eisen, welke voorafgingen
aan het ontstaan van de onderzee
boot.
De Fransen en Amerikanen waren
reeds vroegtijdig in de onderzeeboot
geïnteresseerd. De Nederlandse ma
rine keek lang toe; deze zag primair
haar taak in artillerieschepen. De Ko
ninklijke Maatschappij „De Schelde"
te Vlissingen zocht in 1904 contact
met de Holland Shipbuilding Compa
ny, gesticht door de Amerikaanse
constructeur Holland. Er werd een
deskundige naar ons land gestuurd,
er werd een „Holland-type" onderzee
boot gebouwd. Niettemin bleef de Ne
derlandse marine huiverig, ofschoon
wel een zeeofficier naar „De
Schelde" werd gezonden. Dat was de
luitenant-ter-zee der eerste klasse
P. Koster.
De „Luctor et Emergo" maakte in
1905 op de rede van Den Helder een
proefvaart. Commandant was een
Amerikaanse koopvaardijofficier, het
personeel bestond uit niet-militairen
zonder ervaring. Door diverse om
standigheden werd de proefvaart een
mislukking. De „Luctor et Emergo"
ging terug naar Vlissingn, werd
daar netjes „weggelegd".
„Maar toen zei Koster: Het is een
prima schip. Als u mij de vrije hand
laat, komt het in orde! Aan alle
eisen, door de marine gesteld, zal
worden beantwoord," aldus de heer
De Onderzeedienst zal het zestig
jarig bestaan op bescheiden wijze
herdenken. De feestelijkheden op 29
juni beginnen met de aankomst van
de reünisten, waarna de comman
dant van de Onderzeedienst, kapi-
tein-ter-zee H. Starink, een toe
spraak zal houden. Namens de
reünisten zal bij het monument
voor de gevallenen een krans wor
den gelegd. De Marinierskapel der
Koninklijke Marine verleent aan de
ze plechtigheid medewerking.
Er zullen rondvaarten worden ge
maakt en onderzeeboten krorden be
zichtigd. De reünisten kminen rond
kijken in de „traditiekamer" van de
Onderzeedienst en in het marinemu
seum, waar een bescheiden expositie
wordt ingericht. Deze zal enkele we
ken geopend blijven.
Om 19 uur wordt een „reunistendi-
ner" gehouden, waarbij de comman
dant der zeemacht in Nederland,
vice-admiraal jhr. W. C. M. de Jonge
van Ellemeet, de tafel zal presideren.
Leeflang, „en de marine ging ak
koord. Luitenant-ter-zee Koster kwam
in tijdelijke dienst van „De Schelde".
Hij koos marine- en werfpersoneel
als bemanning."
Zo is dat gegaan. En in juni 1906
rapporteerde Koster, dat hij gereed
was om voor de marine elke ge
wenste test te ondergaan. Het
scheepje kwam naar Den Helder,
luitenant-ter-zee Koster maakte de
reis buitenom in plaats van binnen
door. Hij had dat in het geheim
voorbereid. Triomfantelijk boven
water varend, bereikte hij met de
onderzeeboot Den Helder! Er werd
niet alleen voldaan aan alle eisen,
de verwachtingen werden zelfs ver
re overtroffen.
Paul Koster gaf nog zijn medewer
king bij het opleiden van de eerste
bemanning. Daarna nam hij zijn ont
slag. Hij werd onderzeebootontwer
per, directeur van een werf in Fiume.
Die eerste Nederlandse bemanning
kwam onder commando van luite
nant-ter-zee der tweede klasse jhr.
G. L. Schorer. Voor zover bekend, is
als enige van de eerste bemanning
nog in leven de reserve-commandant,
schout-bij-nacht b.d. D. Scalogne.
De eerste onderzeeboot van de Ko
ninklijke Marine werd op 21 decem
ber 1906 (oprichtingsdatum van de
dienst!) in Den Helder in dienst ge
steld als Hr. Ms. onderzeese torpedo
boot nr. 1, naderhand Hr. Ms. „O 1".
Als men weet, dat de Onderzee
dienst in de Tweede .Wereldoorlog
zulke indrukwekkende resultaten
heeft geboekt, kijkt men er wel even
van op, dat er nauwelijks behoefte
bestaat daarover te praten, ,,'t Is al
weer zo lang geleden," zegt men.
„Vergeet dat maar!"
Nederland had, toen de oorlog be
gon, een uitstekend geoefende on
derzeedienst. Een aantal boten ont
snapte naar Engeland, maar er wa
ren er ook in aanbouw die in
handen vielen van de Duitsers. Te
vens kregen de Duitsers daardoor
het gehele technische plan van de
snuiver in handen. Dit systeem
werd door de vijand van harte
overgenomen! Het werd op alle
nieuwe U-Boote geïnstalleerd!
Een ernstige slag was het verlies
van de „O 13", waarvan wordt aan-
ADVERTENTIE
5
t
Voor de onderofficieren is er een bin
go-dansant, terwijl om acht uur de
feestavond voor korporaals en man
schappen begint.
Schout-bij-nacht b.d. D. Scalogne
(het enige nog in leven zijnde lid va
de eerste bemanning van de eerste
onderzeeboot) zal in de ochtenduren
een schilderij van vice-admiraal jhr.
G. L. Schorer (commandant eerste
onderzeeboot) overhandigen aan de
commandant Onderzeedienst. Een
schilderij, gemaakt van de vaandel-
uitreiking door koningin Juliana aan
de Onderzeedienst, werd reeds eerder
aangeboden door de Nederlandse Ver
enigde Scheepsbouw Bureaus.
Tijdens de reünie zal namens de
Britse marine aanwezig zijn de Flag
Officer Submarines, schout-bij-nacht
I. L. M. McGeoch. Hij zal zijn vlag
voeren aan boord van de onderzee
boot „Sealion", die een informeel be
zoek aan Den Helder brengt.
ADVERTENTIE
genomen, dat deze in juni 1940 in een
mijnenveld is ten onder gegaan. In
november daaraanvolgend moest de
„O 22" als verloren worden be
schouwd. Ook in Indië werden aan
zienlijke verliezen geleden. In decem
ber 1941 liep de „O 16" op een mijn.
Er was slechts één overlevende. De
onderzeeboot had juist vier Japanse
troepentransportschepen schade toe
gebracht.
Er zou over deze oorlogsjaren zeer
veel te vertellen zijn. Hr. Ms. „O 20"
werd door een Japanse jager ontdekt
en moest worden vernietigd. De com
mandant en zeven opvarenden kwa
men om het leven. De ,,K XVIII"
keerde niet van een patrouille terug.
De „K XVI" bracht een Japanse tor-
pedobootjager tot zinken, doch werd
op de terugreis zelf tot zinken ge
bracht. Hr. Ms. „K VII" werd door
een bomtreffer vernield.
Gedurende de rest van de oorlog
bleven de Nederlandse boten ge
spaard. Zij werden onder Brits en
Amerikaans commando in de strijd
geworpen in de wateren rond de In
dische archipel. Er werden talrijke
operaties uitgevoerd, de vijand wer
den aanzienlijke verliezen toege
bracht. Aan onderzeebootmannen
werden hoge onderscheidingen ver
leend.
Wij vertelden reeds van „de snui
ver". De officieren Van Pappelendam
en Wichers opperden in 1938 het idee,
ook gedurende de vaart onder water
de dieselmotoren te gebruiken. De
uitwerking van deze gedachte leidde
tot de ontwikkeling van de snuiver
installatie, waarvan merkwaardig
genoeg het nut aanvankelijk in
twijfel werd getrokken. De Duitsers
profiteerden (dat was in 1943) van
deze aanzienlijke verbetering!
Een ander hoofdstuk heeft betrek
king op prof; dr. ir. F. A. Vening
Meinesz. Deze geleerde, die vorig
jaar is overleden, maakte met de
onderzeeboten van de Koninklijke
Marine vele reizen om belangrijk
wetenschappelijk onderzoek te ver
richten. Uit zijn nalatenschap heeft
de Onderzeedienst allerlei mate
riaal gekregen, dat een plaats is
gegeven in het eigen museum.
Door de belangstelling van prof.
Vening Meinesz werden zeer lange
reizen gemaakt. Toen ook werd be
wezen, dat de bouwers van de Neder
landse onderzeeboten van voor de
oorlog zich konden meten met allen
in de wereld.
Na de oorlog volgde een periode
van teruggang. Op 26 juli 1946 verliet
Hr. Ms. „Tijgerhaai" als laatste on
derzeeboot Tandjong Priok. Een pe-
De luitenant-ter-zee der tweede klas
se op de foto (rechts) is minister
president P. S. J. de Jong. Hij staat hier
op de brug van de „O 24", met de toen
malige commandant, wijlen kapitein ter
zeer O. de Booy. Ltz. 2 De Jong was
oudste officier; in april 1945 werd hij
commandant van Hr. Ms. „O 24". Hij
bracht nog een Japanse torpedoboot en
een Japans vissersvaartuig tot zinken.
Minister-president De Jong zal op 29 juni
tot de reünisten bij de jubileumviering
behoren.
O
riode van dertig jaren in Nederlands-
Indië werd daarmee voor de Onder
zeedienst afgesloten. In Nederland
waren voor de dienst weinig geld en
weinig personeel beschikbaar.
Van de latere tijd zij gemeld, dat
in 1960 en 1961 de eerste twee drie-
cilinderboten in dienst kwamen, de
„Dolfijn" en de „Zeehond", later ge
volgd door de „Potvis" en de „To
nijn". De Onderzeedienst heeft nu de
beschikking over vier moderne en
twee oudere boten, de „Walrus" en
„Zeeleeuw".
Het is bekend: bij de Onderzee
dienst had men gehoopt nucleaire
onderzeeboten te krijgen. Het wordt
ernstig betreurd, dat het er de eer
ste jaren evenwel niet van zal ko
men. Overigens is men ervan over
tuigd, dat de conventionele onder
zeeboot zeker niet is uitgeteld! Het
wachten is op twee onderzeeboten
één-cilindertype, die bij de Rotter
damse Droogdokmaatschappij in
aanbouw zijn, de „Zwaardvis" en
„Tijgerhaai".
De Onderzeedienst was oorspronke
lijk in Den Helder gehuisvest. Nader
hand kreeg men domicilie in Rotter
dam, doch de dienst vertrok daar
toen men de ingenomen plaats moest
verlaten. Er was wel een ander ter
rein beschikbaar, doch de beslissing
viel uit ten gunste van Nieuwediep,
waar de Onderzeedienst in september
1961 terugkeerde en, bij wijze van
spreken, met open armen werd ont
vangen.
ADVERTENTIE
rrncfcKen^
K2r
Imp. Brocades. Anmwdam
ROTERDAM (ANP) De 38-jarige
Portugees Arnoldo R. is door de Rot
terdamse rechtbank wegens poging tot
doodslag veroordeeld tot anderhalf
jaar gevangenisstraf met aftrek.
De man die in Rotterdam af en
toe als spuiter werkte had in
februari van dit jaar zijn 44-jarige
vroegere hospita en minnares Frieda
K. met een mes in de borst gestoken.
De officier van justitie had wegens
poging tot moord tweeëneenhalf jaar
geëist.
O
Postzegel De Engelse posterijen
zullen een speciale zegel uitgeven ter
herdenking van Francis Chichester's
reis rond de wereld. De postzegel (1
shilling, 9 pence) zal per 24 juli wor
den uitgebracht.
In het atelier van de Utrechtse hout
draaister Christine Langerhorst ligt
op het ogenblik een voorraad zeer bij
zonder materiaal: brokken eikehout
waarvan de leeftijd vermoedelijk tus
sen de achtduizend en de tienduizend
jaar ligt. Het is donker, bijna zwart
van kleur en als Christine Langerhorst
er een schaal van „gewoon" eikehout
naast houdt, steekt die er wel heel
blank bij af. ,,lk heb de hele stam we
ten te bemachtigen," zegt zij tevreden.
,,De boom is opgevist uit het Amster
dams-Rijnkanaal. Gewoonlijk koop je
in dit vak niet zulke grote partijen te
gelijk. Je gaat naar de houthandel en
koopt alleen wat je op dat moment
nodig hebt."
„Dit vak" is een zeldzaam beroep,
zeker voor een vrouw. Christine Lan
gerhorst is de eerste, en voor zover
zij zelf weet nog altijd de enige hout
draaister met een vakopleiding in Ne
derland. In een smal pand aan de
Servetstraat in Utrecht, bijna aan de
voet van de Domtoren, staan in de
kleine moderne toonzaal haar scha
len, kandelaars en potten van glan
zend hout in glazen vakken opgesteld.
Vanuit deze koel aandoende omge
ving met louter mooie dingen leidt
een trap naar de gedeeltelijk onder
de straat gelegen kelders waar het
atelier een totaal ander beeld biedt:
overal houtspaanders, lawaai van
lintzaag en draaibank, en in alle hoe
ken het materiaal. Hout en nog eens
hout, wachtend op de beitels die een
totale metamorfose in het ruwe ma
teriaal teweeg zullen brengen.
Hout bewerken betekent voor Chris
tine Langerhorst: werken met alle
mooie houtsoorten die er zijn. „Je
zoekt het mooiste hout dat er is, en
daaruit kies je weer het mooiste. Dat
kost heel veel tijd. Ik ben een lastige
klant voor de houthandel," zegt zij
lachend. In 1962 is zij in Laren haar
werk als houtdraaister begonnen.
„Eerst ben ik een tijd op de Kunst-
akademie in Stuttgart geweest, maar
wat ik zocht kon ik daar toch niet le
ren. De technische basis van het vak
Christine Langerhdrst, de enige houtdraaister van Nederland: „gefascineerd
door nerf en vlam".
heb ik later bij een bekende hout
draaier in Utrecht geleerd."
Haar intense belangstelling voor
het materiaal dateert van veel vroe
ger. „Vader hield zich met houtsnij
den bezig. Ik heb dus eigenlijk altijd
in het hout gezeten."
Wat is „houtdraaien" precies?
Voor Christine Langerhorst is het
omgaan met dit levende en fascine
rende produkt dermate tot tweede
natuur geworden dat het haar even
moeite kost om het werk waarmee
ze dagelijks bezig is, in enkele
woorden te vangen. „Met hout-
draaien," formuleert ze, „krijgt het
hout een prachtige gave vorm. De
nerf en de vlam komen er steeds
mooier uit. Machinaal gedraaid
hout is iets heel anders. Dat is een
massaprodukt dat bovendien altijd
ruw wordt."
Houtdraaien, zoals Christine Lan
gerhorst het doet, is handwerk, al
komt er een machine aan te pas: de
draaibank waarop het hout wordt be
vestigd en waarop het ronddraait.
Maar de handen van de houtdraaister
hanteren en besturen de beitels die
tijdens dit snelle ronddraaien vorm
scheppen in het ruwe materiaal.
„Hout moet je door en door kennen,
zodat je weet welke bepaalde dingen
je zonder risico uit een bepaald stuk
hout kunt halen. Ik houd ervan, grote
stukken te maken. Hoe groter het
werkstuk is, des te mooier komt de
nerf van het hout eruit."
Hoe kun je hout zo door en door
leren kennen? „Door zoveel moge
lijk houtsoorten te verwerken, er
dus eigenlijk voortdurend mee te
experimenteren: is het grof of fijn
van nerf, gaat het in de gekozen
vorm niet trekken of scheuren?
Grote werkstukken moet je testen,
ook aan de invloed van bijvoorbeeld
centrale verwarming. Als een werk
stuk aan bepaalde invloeden kapot
gaat, gebeurt dat ook heel snel: in
een paar dagen."
Houtdraaien betekent voor Christi
ne Langerhorst ook: het aanpassen
van de vorm die een werkstuk krijgt,
aan de vlam of nerf van het hout.
Met die nerf worden de jaarringen
bedoeld die bij een lengtedoorsnede
als vlam te zien zijn.
„Nerf en vlam betekent dus eigen
lijk hetzelfde. Als je hout draait moet
je je in feite voortdurend bij het hout
aanpassen. Je kunt niet een idee ver
wezenlijken in een houtsoort die om
iets heel anders vraagt. Met de beitel
in de hand moet je aanvoelen, op wel
ke manier je door een stuk materiaal
moet gaan."
In de houtbewerking fascineren
vooral de grote stukken Christine
Langerhorst. In haar toonzaaltje staat
een enorme houtén bak die eigenlijk
als doopvont is ontworpen. „Met be
hulp van plastic kan ik die onzicht
baar waterdicht maken, als het moet.
ADVERTENTIE
wijn is niet duur!
Dat doe ik ook met de binnenzijde
van mijn houten vazen. Het is wel
heel moeilijk om voor zulke grote
stukken het juiste hout te vinden: he
lemaal gaaf, en aan één stuk. In het
Tropenmuseum in Amsterdam staat
een prachtige tafel uit één stuk hout.
Dat is iets heel bijzonders."
Grote stukken: daartoe behoren
ook de soms meer dan een meter
hoge kandelaars die Christine Lan
gerhorst maakt. Zelf is zij bepaald
niet groot ën fors uitgevallen en dat
roept de vraag op of het houtdraai
en voor een vrouw zwaar werk be
tekent. „Het drijven van grote stuk
ken is zeker zwaar werk," zegt zij.
„Het drijven van een slabak bij
voorbeeld is al enorm moeilijk. Je
moet je beitels voor honderd pro
cent in bedwang houden. Als je
maar even bibbert of geen vaste
hand hebt, wordt de beitel door het
draaiende hout uit je hand gerukt
en is het werkstuk meteen ver
nield."
Na het zo glad mogelijk draaien en
het schuren van het werkstuk hoeft
er weinig meer aan te worden ge
daan. „Ik doe er alleen wat teakolie
of wat blanke was op. Voor de sla
bakken natuurlijk geen teakolie,
maar slaolie," zegt Christine Langer
horst. „Doordat ik het mooiste hout
kies dat ik kan vinden heeft het na
het draaien en schuren nog maar wei
nig nodig."
Haar voorkeur gaat uit naar note-
hout: mooi getekend, mooi van tint.
Palissander is naar haar smaak vaak
wat overdadig. Sommige houthande
laren kijken voor haar naar bijzonde
re stukken hout uit.
„Met een stuk wortelhout, dat goed
gaaf is, ben ik altijd erg blij. Dat is
echter zeldzaam. Uit Indonesië kwam
vroeger prachtig wortelhout: amboi-
nawortel. Dikke taxisbomen zijn ook
erg mooi, maar ook daar is moeilijk
aan te komen. Die moet je zoeken op
oude landgoederen of kerkhoven. Met
was of olie krijgt taxishout een prach
tige kleur en diepte."
Soms werkt de Utrechtse houtdraai
ster met paars hout. Ongelovige men
sen denken dan prompt dat Christine
dat hout met kunstmiddelen een
paars kleurtje heeft gegeven. ,-,Het is
van nature echt paars," zegt ze. „Het
is een tropische houtsoort uit Zuid-
Afrika, keihard en ontzettend duur.
Het heet purperhart en als het ver
werkt is, blijft het paars. Als je het
maar af en toe met wat was onder
houdt en het niet in de felle zon zet."
BAGDAD De president van Irak,
generaal Abdel Rahman Aref, de vice-
presidenten en de leden van het Iraak-
se kabinet hebben besloten een kwart
van hun salaris af te staan voor het na
tionale herstel. Voor de defensie wordt
een nieuwe belasting ingesteld.
De regering heeft alle invoer uit de
Verenigde Staten, Engeland en West-
Duitsland verboden. De invoervergun
ningen van andere Westelijke landen
zullen opnieuw worden bekeken.
n
WASHINGTON In 't eerste kwar
taal van dit jaar is het aantal ernstige
misdrijven in de V.S. met 20 pet geste
gen, de grootste stijging sinds zeker ne
gen jaar, zo heeft de Amerikaanse re
cherche FBI meegedeeld.
Speciaal het aantql roofovervallen
steeg onrustbarend 20 pet in steden
met meer dan een miljoen inwoners en
42 procent in een groep steden van
250.000 tot 500.000 inwoners. Het aantal
roofovervallen in voorsteden nam met
37 pet. toe. Een groot deel van deze
toename komt voor rekening van jonge,
soms zeer jonge meisjes en jongens.
ADVERTENTIE
CARBOViT tegen maag-
en darmstoornissen.
MUGOUN (reukloos)
HAMBURG. De centrale
organisatie van consumentenbonden in
West-Duitsland heeft kritiek geleverd
op de verhoging van de benzineprijs.
De verhoging wordt voorbarig ge
noemd omdat de Westduitse olie
industrie nog een voorraad aan ben
zine heeft voor vijftig tot zestig dagen.
De organisatie wijst daarmee het
argument dat de oliemaatschappijen
aanvoerden de crisis in het Midden
Oosten van de hand.
HONGKONG. Bijna hon
derdduizend mensen hebben de laatste
dagen de hoofdstad van communis
tisch China, Peking, verlaten om te
helpen bij het binnenhalen van de
graanoogst. Deze zou dit jaar buitenge
woon goed zijn.
Veel van de vrijwilligers organiseren
ook propagandaploegen om de ideeën
van partijvoorzitter Mao Tse-toeng
onder de dorpelingen, te verspreiden.
SEOUL (Reuter) Tenminste veer
tig bouwvakarbeiders zouden gisteren
het leven hebben verloren toen in
Taegu in Zuid-Korea een gebouw van
zes verdiepingen instortte. Drie lijken
werden geborgen; 46 mannen worden
nog vermist. Het gebouw zou binnen
kort worden opgeleverd.
ADVERTENTIE