De grote knalvan B. Busch Renault zesde autoproducent Per dag 15 km voorruiten Aardig idee van Franse politie Comuta: elektrisch stadsautootje Auto met allure v. ruimtevaart capsule Mankementen De koper zegt Scheidsrechter „Verspijkeren" IJzercement De AGAM zegt; Fout uitgangspunt Vooraanstaand Duits automobiel- journalist lucht zijn hart Auto/koper en verkoper Het automatische rijbewijs DENK OVERAL EN ALTIJD WEER AAN HET KIND IN HET VERKEER „Jeugd aan 't stuur" j De garage zegt P"|e Chevroletafdeling van General Motors, die regelmatig interessan te experimentele modellen in het nieuws brengt, heeft nu een heel aparte con structie gepresenteerd onder de naam ASTRO 1. Het is een van de laagste wagens, die ooit zijn gemaakt. Het dak ligt slechts 90 centimeter boven de be gane grond. Het is allesbehalve een gewoon dak, want het vormt samen met de motorkap en de achterste zij panelen één geheel. Portieren zijn niet aangebracht. Chevrolet heeft hier na melijk een nieuw in- en uitstap-systeem toegepast. GLAASJE OP LAAT JE RIJDEN ZATERDAG 17 JUNI 1967 Een van de belangrijkste gespreks thema's onder mannen in Duits land is al enige tijd en het blijft nog steeds zo de teruglopende automo bielverkoop in eigen land van eigen wagens. Men schuift het op de algeme ne crisis, maar daar is ook weer niet iedereen het mee eens. Regelmatig publceert de bekende Duitse automobieljournalist B. Busch tussen zijn autotests door, zijn com mentaren op de Duitse automobielin dustrie. Busch, zeggen velen in Duits land, kan het weten. Hij rijdt bijna dag en nacht in allerlei auto's niet al leen Duitse, maar vooral ook in de produkten van de industrieën buiten Duitsland. Hij zegt het zoals hij het meent. „Een algemene crisis?" vraagt Busch. „Nonsens. Kooplustige kopers kopen al les, maar kopers die de dubbeltjes moe ten gaan omdraaien voordat ze uitgege ven worden, worden kritisch. En dan blijkt ineens, zegt hij, hoever de Duitse automobielindustrie achterop is geraakt ■ÉiiMMiiMifii;- mmm, i wmm - bij de vele automobielindustrieën in het buitenland, met name met die in Euro pa. Automobieleritici wisten dat dit eens moest gebeuren. Zij hebben jaar-in-jaar- uit gewaarschuwd in hun bladen dat de knal zou komen, maar er gebeurde niets. Met aan arrogantie grenzende hoog moed brachten de Duitse automobielin dustrieën ieder jaar kleine pietluttige veranderingen aan in hun modellen en lanceerden dit dan als iets nieuws. Maar merkwaardig, „de auto van het jaar" was iedere keer weer buiten de grenzen van West-Duitsland te vinden. öusch vindt dat de modelpolitiek van ■*-* de Duitse fabrikanten voor Duits land katastrofaal was en nog steeds is. „Wat staat er in Duitsland tegenover de Fiat 850? Wat tegenover de Renault 4 en de Renault 16? En wat tegenover de Peugeot 204, de BMC 1100 en 1800 en de Fiat 124?" i „Kunt U ergens", zo vraagt Busch in het vooraanstaande Duitse autoblad „Auto, Motor und Sport", kunt U ergens in de wereld een auto met minder pre tenties vinden dan de Volkswagen?" Op Glas heeft Busch scherpe kritiek vanwege de inconsequente, van alle werkelijkheid gespeende „typen-politiek" van deze fabriek. „Ontdekte U bij de midden-klasse wagens Opel en Ford een vooruitgang die op modern niveau ligt? Wij niet", zegt Busch, en hij voegt er aan toe: „Als de grote massa der kopers werkelijk de gelegenheid had om, net als onze autotesters, enige dagen of we ken in bijvoorbeeld een Renault 16 of een Peugeot 204 rond te rijden, dan was vermoedelijk een groot deel van de Duit se automobielwereld al nergens meer." Tie ergernis van Busch schijnt te zijn verscherpt toen bekend werd dat Renault 4 in het eerste kwartaal van dit jaar zijn omzet in Duitsland verdubbelde (jonge kopers!), en Simca en Peugeot weer flink omhoog gingen. „Ik zal het drastisch formuleren", zegt Busch: „De Duitse koper heeft, nu hij gedwongen is over zijn toekomstige automobiel na te denken, enige Duitse automobielfa brikanten een klinkende oorvijg gege ven." In Duitsland is, met een beetje chau vinisme vaak gezegd dat de Vier van Renault 'n onverkoopbaar autootje zou blijken te zijn. Het tegendeel is geble ken. Busch schrijft dat het Viertje wel een fraaier gezicht zou kunnen hebben, maar het schijnt niet eens nodig te zijn, want in Duitsland weet men in deze klasse niet eens een vier-deurs auto te brengen, laat staan een vijf-deurs fami liewagentje. „Waarom," vraagt hij zich af, „moeten Duitse combiwagens van duizend kilo nooit meer dan drie deuren hebben? Waai'om moet Ford ieder jaar weer meer blik leveren zonder dat de inzittenden daarvan profiteren? Waar om kunnen Citroën, B.M.C., Renault en Peugeot moderne veersystemen ontwik kelen en wij niet? Waarom begint Wolfsburg (Volkswagen Werke) eerst nu met het aanwerven van duizend nieu we ingenieurs? Houden ze daar de „ke ver" uit het Duizenjarig Rijk (van Hit- Ier) werkelijk voor duizendjarig? De grote knal is gekomen en ik hoop", zegt Busch tenslotte, „dat het een heilzame schok zal zijn voor onze Duitse automo bielindustrie. In Frankfort zal op de ko men Internationale Automobiel Ten toonstelling nog geen ommekeer te zien zijn, maar laten we in ieder geval pro beren zo schrijft deze journalist om die arrogante middelmatigheid die onze automobielen omgeeft, kwijt te wor den. De toekomst behoort aan een ge heel ander type auto, passend in onze tijd en gemaakt voor de moderne mens (Een onzer verslaggevers heeft bin nenkort in Wolfsburg een gesprek met de V.W.-directie. Dan vernemen we waarschijnlijk wel wat het antwoord is op Busch' kritiek. Red.). Het slijpen en polijsten van autovoor ruiten is een gecompliceerde en tijdro vende procedure. In Amerika heeft Ford dit werk gerationaliseerd, waar door thans in letterlijke zin voorruiten op de lopende band worden vervaar digd. In Dearborn produceert een reus achtige machine dagelijks een bijna 15 km lange en twee en een halve me ter brede glasband. Deze band wordt automatisch tot kant en klare voorrui ten gesneden, die geen nabehandeling in de vorm van slijpen of polijsten vergen. De nieuwe methode, die Ford toe past, komt er op neer dat vloeibaar glas gegoten wordt over vloeibaar tin. Het vloeibare tin heeft een geheel spie- gelblank oppervlak en wanneer het glas afkoelt en hard wordt, is het zo mooi glad dat een nabehandeling over bodig is. Garagehouder is vaak de boeman p~|p 6 januari van het vorig jaar sloot een vertegenwoordiger van een Mercedesdealer zijn slecht ste zaak van 1966 af. Hij verkocht toen een vijf jaar oude Mercedes 190 D. De 190 D was ingeruild op een nieuwe auto. Hij werd verkocht voor 3250 gulden, precies de prijs waar voor hij was ingeruild, precies ook de richtprijs éte de Bovag destijds voor zulk een auto opgaf. De vertegenwoordiger was toen te vreden over de zaak, want de winst op de verkoop van de nieuwe auto bleef onaangetast. De koper was ook gelukkig met zijn aankoop; hij had voor de auto beslist niet teveel be taald. In de loop van de anderhalf jaar die volgden, bestookte de koper de garage met klachten over de auto. Toen de garage tenslotte niet langer bereid was om mankementen gratis te verhelpen, wendde de koper zich tot de AGAM, de importeur van Mercedes. Op voorstellen van de AGAM om te proberen te bemidde len tussen hem en de garage ging hij echter niet in. Wel wendde hij zich met klachten tot de fabriek, die hem weer naar de AGAM verwees. De zaak van deze Mercedes 190 D heeft drie kanten, die van de koper, die van de garage en die van de AGAM. Het is boeiend om de menin gen eens naast elkaar te zetten. „Ik kocht een 190 D met een gere videerde motor voor 3250 gulden. Ik liet de wagen uitdeuken en spuiten voor vijfhonderd gulden en knapte het interieur op voor nog eens vijf honderd gulden. Nu had ik volgens mezelf een keurige en goede auto. Ik ben toen gaan rijden, maar ik ver viel van de ene ellende in de ande re, defecte brandstofpomp, versleten verstuivers, versleten fusee pennen, versleten banden, te stugge veren om rotte schokbrekers te camoufle ren, versleten nokkenas, enzovoorts. Ik had toen zo'n tienduizend kilo meter afgesukkeld. In een gesprek met de vertegenwoordiger, die mij de auto had verkocht, over mijn pro blemen, bood hij aan om de auto te rug te kopen voor 2500 gulden De tienduizend kilometer zouden mij dan dus f 750 waardedaling kosten plus vijfhonderd gulden spuiten plus vijfhonderd gulden opknappen interi eur plus vijfhonderd gulden diverse reparaties én banden, bij elkaar 2250 gulden, oftewel 22,5 cent per kilome ter. Ik heb dat niet gedaan. Kort erop liepen alle lagers eruit. De garage was bereid om de nood zakelijke nieuwe krukas en lagers te monteren, maar de krukas moest ik zelf betalen. Ik heb me daarop met de AGAM in verbinding gesteld, maar die wil de niet verder gaan dan eventueel als scheidsrechter tussen mij en de garage te fungeren. Ook zei de AGAM dat ik, als ik meende daar goede gronden voor te hebben, de zaak het beste in handen zou kunnen geven van een neutrale instantie als de ANWB. Verder zeiden ze niets voor me te kunnen doen. Ik heb de zaak weer draaiende ge kregen en wil de auto nu verkopen. Hij is echter onverkoopbaar gewor den omdat het spuiten niet goed blijkt te zijn gebeurd. Op een advertentie zijn enkele kopers geweest, maar die wilden er niet meer dan tweedui- zend gulden voor geven". „Wij verkopen jonge inruilauto's I met garantie. Deze 190 D werd uit- j drukkelijk verkocht zoals hij er i stond en zonder enige garantie. Desal- j niettemin hebben wij, toen de koper met klachten kwam, deze enkele ke- ren gratis verholpen. Zoiets doe je de eerste keer omdat de man net een auto bij je heeft gekocht, de j tweede keer omdat je het de eerste keer hebt gedaan en de derde keer I omdat dat er ook nog wel bij kan j en je dan tenminste van het geduvel i af denkt te zijn. Ook speelt natuur- j lijk mee dat je zuinig op je goede naam bent. Wij hadden helemaal j niets hoeven te doen in dit geval, maar we zijn veel verder gegaan I dan we op grond van de gebruikelij- j ke garanties voor gebruikte auto's zouden hebben moeten doen. Kijk maar eens naar de stapel re- I paratiekaarten van deze auto. De j eerste kaart staat op de DD-18-35, de andere kaarten op de EL-89-37. I Op de een of andere manier is de j koper aan een ander kenteken geko- j men; het gaat om dezelfde auto", j De kaarten vertellen van vijf repa- raties. Er staan vele kleinigheden j op, maar ook grote dingen, zoals ve- I ren, schokbrekers, aandrijfassen, I waterpomprevisie. Bij elkaar zijn de reparatiekosten 1926,02 gulden. Steeds was de reparatie voor reke ning van de garage. P~|p een gegeven moment ontdek je voor hoeveel geld je aan zo'n auto verspijkert. Het kwam er op neer dat de koper probeerde van een oude auto een nieuwe te maken op onze rekening. Om aan de moeilijk heden een einde te maken, hebben we hem voorgesteld de auto terug te kopen voor 750 gulden minder dan hij ervoor had betaald. Dat kwam dus op een afschrijving van 7,5 cent per kilometer neer. Dat de koper bij zijn aanschafprijs alle mogelijke door hem gemaakte kosten optelt, moet hij weten. Dat is niet gebruike lijk. Uiteindelijk heeft hij de auto uitdrukkelijk gekocht zoals hij er stond. De koper wilde echter niet op ons voorstel ingaan. Kort erop kwam de definitieve klap. De koper liep tijdens een va kantiereis ernstige motorschade op. Hij zegt dat het carter dichtge smeerd was met ijzercement en dat dit los had gelaten, waardoor de olie kon weglopen en de krukas en de la gers zware schade opliepen. We kun nen ons echter niet voorstellen dat we dit geknoei met ijzercement niet zelf zouden hebben ontdekt bij alle eerdere reparaties. Raar vinden we ook dat de koper ons het carter niet heeft willen laten zien. Hij beschul digt ons ervan een auto met verbor gen gebreken te hebben verkocht, maar wij kunnen ons niet aan de in druk onttrekken dat hij zelf gaten in het carter heeft gereden, die wel licht zelf met ijzercement heeft ge stopt en ons daar nu voor wil laten opdraaien. Daar passen we voor. We zijn al veel te ver gegaan met ons aanbod tot een nieuwe gratis repara tie, op voorwaarde dat de koper zelf de krukas met toebehoren betaalt." „Die affaire heeft de garage een boel geld gekost, maar ook de AGAM en de fabriek dragen hun steentje bij" „De koper heeft voor het eerst contact met ons gezocht in septem ber 1966. Hij deed dat telefonisch. Wij hebben hem toen aangeboden om als bemiddelaar tussen de gara ge en hem op te treden, maar dat wilde hij niet. Half oktober is de koper vervol gens bij de;. fabriek op bezoek ge weest. Daar is hij echter, terecht, naar ons verwezen. Maar de koper weigerde met de garagebouwer naar de AGAM te komen. Ons bleef toen niets anders over dan de koper aan te raden zich tot een neutrale instantie te wenden. Hij wilde dat niet, maar schreef later wel een brief naar de directie van de AGAM (die hem nog eens weer adviseerde zich in dit stadium tot een neutrale instantie te wenden) en tenslotte nog een brief naar de pre sident-directeur van Daimler-Benz. Na overleg met raadde ook de fa briek de koper aan om zich tot een neutrale instantie te wenden voor ar bitrage". Tot zover de affaire van verschil lende kanten belicht. Automobilisten klagen vaak over garagehouders. Garagehouders klagen vaak over au tomobilisten. Soms ligt de waarheid in het midden. Soms heeft een der partijen faliekant ongelijk. Veel va ker dan het publiek meent, is de garagehouder volkomen te goeder trouw. Het gebeurt met de regel maat van de klok dat klagende klan ten ongelijk krijgen als ze zich tot neutrale instanties wenden voor ar bitrage. De oorzaak schuilt veelal in een fout uitgangspunt. De klant meent dat hij, omdat hij een nieuwe of gebruik te auto heeft gekocht, verder gevrij waard is tegen alle kosten. Vooral na de aankoop denken vele automo bilisten dat de garagehouder nu ver der overal voor op zal draaien en zijn ze bitter teleurgesteld als ze bij voorbeeld een rekening krijgen voor olie die is ververst en voor petro leum die nodig was voor het schoon maken van de motor. „Garantie" en „service" zijn bijna heilige begrippen, waar de automo bilist veelal zijn autokosten op pro beert af te schuiven. Maar garantie bepalingen zijn nauw omschreven en gaan lang zo ver niet als de klan ten denken en service verlenen is iets anders dan een klant maar weer gratis van dienst zijn. Zowel bij de koop van een nieuwe als bij de koop van een gebruikte auto doet de klant er goed aan ken nis te nemen van de garantiebepa lingen. En als er op een gebruikte auto geen garantie wordt gegeven, doet hij er goed aan die auto eerst te laten keuren door een deskundige instantie. Renault staat als autoproducent in de wereld op de zesde plaats. Na General Motors, Ford, Chrysler, Volkswagen en Fiat. Vorig jaar bouwde de Franse fa briek circa 740.000 wagens, waarvan 345.000 werden uitgevoerd. Vooral de kleine Renault 4 is een verkoopsucces geworden. Van dit model komen er el ke dag ongeveer 1200 stuks van de band. De dagelijkse produktie van de R8 en R10 omvat 100 exemplaren. De Renault 16 komt aan 600 toe. Sedert 1946, toen de eerste 4 CV werd gepresenteerd, heeft het bedrijf zich enorm uitgebreid. De fabriek Bil- lancourt werd al gauw te klein. Nieuwe complexen verrezen in Flins, Le Mans, Cléon, Le Havre, Choisy en Orléans. Bovendien zijn er in het buitenland nog 23 Renaultbedrijven. Om de scherpe internationale concur rentie het hoofd te kunnen bieden, heeft Renault 'n vijfjarenplan opgesteld. Dit jaar wordt een bedrag van vijf mil jard francs geïnvesteerd in de moder nisering en rationalisering van de fa brieken. Onlangs is het staatsbedrijf gaan samenwerken met Peugeot. Ge zamenlijk worden nieuwe constructies uitgewerkt en de inkoop wordt gecoör dineerd. Beide autofabrieken treffen in tussen voorbereidingen voor aanvullen de en nieuwe ontwerpen. Voorkomen moet worden dat men elkaar in de wie len rijdt. De bestaande series worden gecompleteerd. Renault brengt bijvoor beeld een nieuw moedel uit tussen de Renault 4 en de 16. ook met voorwiel- aandrijving. Waarschijnlijk wordt dit de Renault 6. Boven de Renault 16 en de Peugeot 404 kunnen volgens goed inge lichte autokringen zwaarder en luxueu zer typen worden verwacht, die wor den aangeduid als de Renault 20 en de Peugeot 405. Op het programma zouden ook prestigewagens staan, die o.a. be doeld zijn voor hoge regeringsfunctio narissen, diplomaten en de upper ten. Ford Engeland heeft het prototype van een elektrisch aangedreven auto voor stads- en boodschappengebruik ge presenteerd. Deze „Co muta" is de eerste spe ciaal voor dit doel ont worpen, elektrische wa gen, die door een groot automobielconcern is ontwikkeld. De Comuta is slechts twee meter lang minder dan de helft van een Cortina en drie van deze wagens kunnen worden geplaatst in een normaal parkeer vak. De draaicirkel is 5,5 meter en men kan de wagen „automatisch" ryden omdat koppeling en versnellingsbak ont breken. De Comuta is ontwor pen voor het transport van twee volwassenen en twee kinderen (of de boodschappen) en de uit rusting omvat o.a, ver lichting, botsingveilige portiersloten, een effec tieve verwarming en luchtverversing en een accu-spanningmeter. Al le wielen van de Comuta zijn onafhankelijk ge veerd. De achterwielen worden direct door twee elektromotoren aange dreven. Een woordvoerder van Ford verklaarde: „Wij verwachten dat elektri sche auto's binnen tien jaar commercieel te ver wezenlijken zijn, hoewel wij geloven dat het ge bruik ervan hoofdzake lijk zal zijn als bestelwa gens voor de binnenstad en shopping-auto's voor de buitenwijken en voor steden. De conventionele motor zal de meest praktische krachtbron bleven voor het lange- afstandsvervoer en het rijden op autosnelwegen, maar we zijn ervan over tuigd, dat elektrische au to's hun rol zullen spelen in de tegemoetkoming van sommige toekomsti ge transportbehoeften. Dit praktische kleine experimentele voertuig heeft een actieradius van 65 km bij een constante snelheid van 40 km/u en wordt gevoed door con ventionele accu's, die na een rit weer in de garage kunnen worden opgela den. Op initiatief van de Franse politie, het Franse Verbond voor Veilig Ver keer en de automobielfabriek Citroën zal de jeugd van Frankrijk, acht maanden lang, kennis kunnen maken met „de auto". In de voornaamste Franse steden zullen circuits worden opgezet com pleet met kruisingen en verkeerslich ten waar onder controle van de po litie de jeugd het stuur van een echte auto ter hand kan nemen. Eerst wordt echter een technische verklaring gegeven van de werking van een auto, waarbij opengewerkte modellen als in structie-materiaal dienen. Aan de hand van de audiovisuele methode worden vragen gesteld over verkeers regels. Het is duidelijk, dat het niet de be doeling is rijles te geven, maar wel om jonge mensen die over enkele ja ren misschien zelf gaan rijden, een technische basiskennis bij te brengen, verantwoordelijkheidsgevoel en voor zichtigheidsbesef aan te kweken, en ze hun eigen mogelijkheden en beperkin gen te doen zien, wat ongetwijfeld nut zal hebben als ze later echt gaan au torijden. een druk op de knop 'gaat het dak open. De zetels gaan mee om hoog en op de juiste hoogte kan men er gemakkelijk in gaan zitten. De stoe len zijn van het ruimtevaarttype. Dak en zittingen komen automatisch weer omlaag. Bestuurder en bijzitter de ASTRO is een tweepersoons liggen half achterover, ongeveer zoals ruimte vaarders in hun capsule. Het koetswerk is zwaar geprofileerd. Het front is spits en laagaflopend, zo dat de neus bij hoge snelheden dicht bij de grond blijft gedrukt. Zelfs de wieldoppen zijn speciaal gevormd om luchtwervelingen tot een minimum te beperken. Alleen de inlaten voor de koellucht voor de ventilatie en de schijf remmen breken enigszins ue omtrekken van de gestroomlijnde carrosserie. De luchtweerstand is zo gering mogelijk. Het koetswerk is van glasvezel. Om in druk te maken heeft men de wagen knal rood gespoten, met in het midden een matzwarte band. l~|e inzittenden zijn extra beschermd in een zwaar gecapitonneerde cap sule. Bij een botsing blijven ze op hun plaats. De veiligheidsgordels zijn voor zien van een zogenaamde inertie-klem, die de nodige bewegingsvrijheid toe laat. De rugleuningen van de stoelen gaan boven over in 'n gerieflijke hoofd steun. De stuurkolom is schok-absorbe- rend. In plaats van een normaal stuur wiel zijn er twee handgrepen, die even als de pedalen in de hoogte verstelbaar zijn. Het interieur is uitgevoerd in mat- zwart. Als er iets niet in orde is gaan waarschuwingslampjes branden. De rij- veiligheid wordt bevorderd door schijf remmen en onafhankelijke wielophan ging rondom. De achteruitkijkspiegel is bij de Astro vervangen door een op het dak gemonteerde periscoop. De enkel voudige ruitewisser, met een verticaal werkende arm en een ingebouwde rui- tesproeier is in het torpedofront weg- klapbaar. De benzinetank, die in rub ber cellen is verdeeld, bevindt zich in de rechter koetswerkdrempel. Eventu eel compenseert de tank het gewicht van de bestuurder. T)e Astro heeft nog meer interessan- te details. De twee verstralers voor bestaan elk uit drie, achter opklapbare panelen verborgen lampen. De magne sium-wielen zijn in twee delen gegoten, waarvan de buitenste helft afneembaar is om het verwisselen van banden te vergemakkelijken. De krachtbron ligt achterin: een zes cilinder boxermotor van 240 pk bij 7200 omwentelingen per minuut, die van de Corvairmachine werd afgeleid, maar dan met bovenliggende nokkenas. De Vauxhaill heeft haar Viva-pro- gramma met deze 3-deurs combinatie wagen uitgebreid, die binnenkort in ons land leverbaar zal zijn. Met de wegklap- bare achterbank biedt de wagen een laad ruimte van 1,229 m3 bij buitenafmetingen die nagenoeg dezelfde zijn als bij de Viva gezinswagen. De 1159 cc motor levert 57 pk en de Estate car is ondermeer uitge rust met speciale veren, een zware ach teras, en wielen met brede velgen 6,2 x 12, voorzien van banden met laag profiel. "PI it is de nog geheime NSU Rotary, de grote auto met tweekamerige draaizuiger die in september op de Frankforter autotentoonstelling zal worden geïntroduceerd. De foto laat de Rotary zien terwijl hij een grote vrachtwagen uitrijdt voor een proef rit. De Rotary werd in de vrachtwa gen van het ene naar het andere tra ject gereden, zulks om hem te behoe den voor al te nieuwsgierige fotogra fen. Tijdens dergelijke proefritten werd de Rotary echter tóch gesnapt. AAAA/VWVWNA/WNAAAAA/VNAAAAAA/WN^AA/WV Om het de kopers van de DAF-auto wat gemakkelijker te maken heeft men indertijd een „automatisch rijbe wijs" ingevoerd. Het is echter een misverstand te menen dat alleen dè DAF-rijders deze faciliteiten genieten. Een desbetreffende bepaling luidt: „Tot het rij-examen met een motorrij tuig met automatische transmissie kunnen worden toegelaten zij, die aan kunnen tonen de eerste eigenaar van een dergelijk voertuig te zijn". Er moet dus 'n kentekenbewijs overgelegd worden bij het afleggen van een der gelijk examen. De regeling is ook van toepassing op gezinsleden van de eige naar. Het „automatische rijbewijs" kan dus ook verkregen worden door hen die een auto met een automatische transmissie willen aanschaffen on geacht het merk van de wagen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 10