Prof. Tinbergen ontving Erasmusprijs „Wijsheid en naasten liefde kenmerken hem" Voor kustvaart staat barometer op storm NIEUWE WOONBUURTEN ZIJN STERIEL DOOR MASSA EN EENZIJDIGHEID Bij fabriek 170 loonzakjes gestolen Pleidooi voor wereld regering Ons land heeft in 1975 51.000 automonteurs nodig VEEL BEZOEK AAN SCHIPHOL Prof. v. Embden: Stedebouwkundige ontwikkeling bedenkelijk KNIPOOGJE Grote klap voor steenkool komt m 1970 NA AAN 9T HART BESTEMMING ONMETELIJK „Hele detailhandel maandags dicht" OMSCHOLEN Hu wel ij kszwendel Gebruik pil zou tot sneller verouderen leiden VAN DE REDERS", ZEGT JACOB SANDER „DAT WE NOG DRIJVEN IS GEEN VERDIENSTE SOEPEL OERVORM LOONPOST VOORDEEL Onbewoonbaar Alleen wonen DOHMEN VOORSPELT: 11 Het grootst Waarschuwing ZATERDAG 24 JUNI 1967 AMSTERDAM Prins Bernhard heeft gisteren de Erasmusprijs 1967 uitgereikt aan prof. dr. Jan Tinber gen. Deze befaamde economist en internationaal expert op het gebied van de ontwikkelingshulp is de eerste Nederlander die deze hoge onderscheiding ontvangt. De uitreiking geschiedde in de grote zaal van het internationaal congrescentrum te Amsterdam, in tegenwoordigheid van de Kpningin, prinses Beatrix, prins Claus, prin ses Margriet, prins Peter van Grie kenland en Denemarken, minister drs. B. J. Udink (namens de rege ring), dr. J. Einaar, gevolmacht mi nister van Suriname, mr. N. De- brot, gouverneur van de Nederland se Antillen, de commissarissen van Noord- en Zuid-Holland, ambassa deurs, zaakgelastigden en attachés van verscheidene landen, enkele oud- ministers. kamerleden en tal van hoogwaardigheidsbekleders. Prins Bernhard, regent van het door hem in 1958 gestichte Praemi- um Erasmianum. noemde in zijn toespraak prof. Tinbergen de ver persoonlijking van twee eigenschap pen die Europa tot een cultuurge bied in de hoogste zin van het woord hebben gemaakt: wijsheid en naas tenliefde. Sociale bewogenheid heeft hem van zijn jeugd af gekenmerkt. Prof. Tinbergen heeft bij ieder vraagstuk een onmiskenbare intuïtie om de meest belovende factor die naar een oplossing kan leiden te volgen. Zijn aanvoelen van de essen tie van de zaken wordt door z'jn col lega's geniaal genoemd. Hij is on voorstelbaar efficiënt en snel. Zijn baanbrekend en vruchtbaar werk in de wetenschap der heconometrie is in de gehele wereld bekend en er kend. In de loop der jaren hebben 20 landen en ook de Verenigde Na ties een beroep gedaan op de ken nis, de wijsheid en het inzicht van deze econoom. Zijn grootste waarde ligt in het creatief denken over de grote pro blemen van onze tijd en het onver moeibaar bepleiten van de oplossin gen die hij als de juiste ziet. Der tien Europese universiteiten hebben hem een eredoctoraat verleend. Prins Bernhard wijdde bijzondere aandacht aan de ontwikkelingshulp die prof. Tinbergen zo na aan het hart ligt. „Wat voor hulp hebben de rijke en steeds rijker wordende lan den aan de arme en steeds armer wordende landen gegeven." Tussen 1950 en 1965 een totaal van 100 miljard dollar. Die hulp ging tot 1961 in een stijgende lijn, sindsdien is zij stationair gebleven en in ver houding tot het inkomen zelfs ge daald. De kloof tussen de rijke en de arme landen moet worden over brugd, daarin zei de Prins het ge heel met prof. Tinbergen eens te zijn, omdat van een verwijding slechts rampen en oorlog het ge volg kunnen zijn. De Prins citeerde Erasmus' woorden: „Er zijn geval len waarin men de vrede moet ko pen, men betaalt haar nooit te duur" en liet daarop volgen: „Ik zou de prijs die de naam draagt van deze wijze man vooral willen zien als een aanmoediging voor wat de be kroonde nog wil gaan doen." (Een deel van de Erasmusprijs 100.000 gulden moet worden besteed voor een cultureel project van internatio nale betekenis) Prof. Tinbergen heeft dat deel al bestemd, nl. een onderzoek naar de beste arbeidsverdeling tussen ont wikkelde en ontwikkelings landen, met name naar de bedrijfs takken die het beste in de ene groep of in de andere groep van landen zouden kunnen worden ontwikkeld. Een probleem van economie, van evenwicht, van optimale ontwikke lingshulp, van welvaartsbe vordering, naar beide kanten. De Prins besloot zijn rede: „Wie ook van invloed zijn geweest op uw doen en denken, u bent het die wij willen eren, omdat wij u bewonde ren om uw grote kwaliteiten en om dat de confrontatie met uw denk wereld in ons de hoop verlevendigt op een betere wereld." Na de overhandiging van de che que daalde prins Bernhard met prof. Tinbergen het podium af en schonk hij mevrouw Tinbergen een boeket rozen. WORMERVEER Bij de meelfa briek „De Vlijt" van Wessanens Ko ninklijke Fabrieken N.V. in Wormer- veer zijn donderdag 170 loonzakjes met een totale inhoud van ongeveer f 25.000 gestolen. De zakjes bevonden zich in de portiersloge, omdat het gebruikelijk is, dat de portier de zakjes aan de perso neelsleden uitreikt. Als hij in de middagpauze gaat eten, worden de zakjes bewaard in een afge sloten muurkast. Donderdagmiddag bleken er 170 van de 270 zakjes te zijn verdwenen. Er waren geen sporen van braak, zodat het vermoeden bestaat, dat de dader met een loper en/of een valse sleutel portiersloge en muurkast heeft geopend. Na hem de prijs te hebben over handigd wenste prins Bernhard prof. Tinbergen geluk. In zijn dankwoord zei prof. Tinber gen o.m. dat hij tot geen andere slotsom is kunnen komen dan dat de enige organisatie van de vrede die is waarbii één wereldregering en één mondiale gewapende macht wor den aanvaard, met 'n eveneens aan vaardde stemprocedure over het ge bruik van die gewapende macht. Dit zal pas kunnen worden aanvaard als er een minimum van vertrouwen bestaat. Dat bestaat thans niet eens tussen afzonderlijke landen en nog minder tussen de drie (Oost, West en Zuid) blokken of vier blokken, „omdat het Oosten een zekere scheur vertoont, die ondanks Velpon zichtbaar is. Viëtnam levert echter méér Velpon." Op het bereiken van dat minimum vertrouwen moet een goed deel van ons streven gericht zijn. Daartoe moeten wij ons bewust zijn van de bestaande spanningshaarden. De oudste daarvan is de machtsbegeer te zonder meer. Die kan alleen door een betere wereldorde worden inge kapseld. Een tweede spanningshaard js de ideologische tegenstelling tus sen Oost en West, tussen een primi tief socialisme en een gemengd stel sel od weg naar een gerijpt socialis me. Een derde haard ligt in de ideo logische tegenstelling over de rege ringsvorm. tussen dictatuur en de mocratie. Een vierde haard is de toenemende welvaartskloof tussen Zuid en de andere. Prof. Tinbergen zei mogelijkheden te zien de spanningen te verminde ren. Hii noemde vooreerst de toe nemende planvorming in het Wes ten en de toenemende decentralisa tie in het Oosten. De gezochte wereldorde zal dat is, aldus prof. Tinbergen, de kern van het vraagstuk aan redelijke aspiraties van een ongerijpte visie van Oostelijke, Westelijke en Zuide lijke leiders tegelijkertijd moeten voldoen. Het bepalen van wat rede lijk en gerijpt kan worden genoemd kan door wetenschappelijk denken worden geholpen. De bekroonde geleerde vervolgde: Er hangt een menselijk leed van bijna onmetelijke omvang over de ar me landen. In de vermindering van de welvaartskloof ligt een taak die uitvoerbaar is, zij het niet gemakke lijk. Veel en hard werken is nodig in vrijwel alle beroepen. Het gaat om het ontwikkelen van de gehele maatschappij. Dit is de grote uitda ging van deze tijd. Noodzaak is het formulieren van een internationale ontwikkelingsstrategie, een mondiaal economisch beleid. Het nationalis me is de grote vijand van het wel zijn van de wereldbevolking.-In tal van essentiële zaken moeten supra nationale besluiten worden genomen. Jammer genoeg zijn nog altijd te velen bezig met te kleine belangen. In het belang van ons allen, onze kinderen en kleinkinderen zullen wij deze slechte gewoonte moeten in perken", aldus prof. Tinbergen. „Hele detailhandel maandags dicht" UTRECHT Op basis van de uitslag van enkele enquêtes en na breedvoerig beraad heeft de stichting Miltex (het samenwerkingsorgaan van de organi saties van textieldetaillisten) zich uit gesproken voor de maandag als slui tingsdag voor de gehele detailhandel. De drie centrale middenstandsorgani saties zijn daarvan op de hoogte ge steld. Afgewacht moet nog worden wat het overleg in het hoofdbedrijfschap detailhandel zal opleveren. De Mitex wil de Winkelsluitingswet zodanig wijzigen, dat de sluitingsdag voor de hele detailhandel gaat gelden, geen enkele vorm van detailhandels- verkoop hiervan uitgesloten, dus ook de. fabrieks- en personeelswinkels en toonzalen. Het aanvangsuur van de verkoop wenst de Mitex per dag vrij te laten, maar de sluiting zou voor ieder be drijf 's avonds om 18.00 uur moeten zijn. Ook het totaal aantal openings uren per week wenst de Mitex vrij te laten. BRAKEL Vrijdag is te Brakel de 81-jarige C. P. van den Bogerd uit de ze plaats door een personenauto gegre pen en gedood. UTRECHT In 1975 zullen naar schatting 3.250.000 personenauto's op de Nederlandse wegen rijden, hetgeen on geveer één auto op vier inwoners bete kent, uitgaande van een bevolking van 13 miljoen. Voor wat het onderhoud be treft zal één automonteur dan jaarlijks 85 auto's „rijdende" moeten houden. Dat wil zeggen, dat de garagebedrijven in Nederland in dat jaar over circa 51.000 monteurs moeten beschikken (38.000 technische monteurs en 13.000 verkopers en toezichthoudend perso neel). Dit is de prognose van de Stichting Vakopleiding van de Automobiel-, Mo tor-, Rijwiel- en Aanverwante Bedrij ven (VAM) in Voorschoten. Vorig jaar waren in de garagebedrijven ongeveer 26.000 technische automonteurs werk zaam en circa 9.000 verkopers en toe zichthoudend personeel. Ons land telde toen anderhalf miljoen personenauto's, zodat één monteur jaarlijks 60 wagens moest onderhouden. De VAM schat' dat het Nederlandse wagenpark in 1970 zal zijn uitgegroeid tot 2.500.000 auto's. Eén monteur zal dan 75 wagens per jaar onder zijn hoe de krijgen. De stijging van 60 tot 75 au to's per monteur staat in geen verhou ding tot de sterke stijging van het wa genpark in vijf jaar tijd (van anderhalf tot tweeëneenhalf miljoen) maar men moet enerzijds rekening houden met 't feit, dat de personenauto steeds beter zal worden en daardoor minder onder houd nodig heeft en anderzijds zullen de garagebedrijven efficiënter gaan werken, waarbij aan de vakbekwaam heid van de monteurs steeds hogere ei sen zullen worden gesteld. In 1970 zul len, indien deze prognose wordt be waarheid, ongeveer 33.000 technische automonteurs nodig zijn en 11.000 man ander personeel. „Het zou de moeite lonen na te gaan op welke wijze metaalarbeiders die thans werkloos zijn, omgeschoold of ge oefend kunnen worden in bruikbaar per soneel voor de autobranche". De heer A. van der Burg, voorzitter van de sociale commissie van de (BOVAG) heeft het hoofdbestuur van de bond onlangs deze suggestie gedaan. De BOVAG heeft zich inmiddels samen met de stichting VAM gewend tot het direc toraat-generaal voor de arbeidsvoorzie ning van het ministerie van sociale za ken om na te gaan welke mogelijkhe den er bij de omscholingscentra voor volwassenen liggen. Gisteren heeft het eerste gesprek over deze aangelegen heid plaats gehad. ROTTERDAM De Rotterdamse po litie heeft de 30-jarige lasser A. S. uit de Maasstad gearresteerd wegens hu- welijkszwendel. De lasser benaderde het afgelopen half jaar drie dames, die via een advertentie naar een huwelijkspart ner hadden gezocht. Na schone huwe lijksbeloften wist de Rotterdammer, die voortdurend in financiële moeilijkheden verkeerde, van de vrouwen in totaal f 700,- los te krijgen. AMSTERDAM In het licht van al le recente onderzoekingen lijkt de con clusie gerechtvaardigd dat gebruik van de huidige pil bij vrouwen in de vruchtbare periode op de lange duur leidt tot versnelling van het veroude ringsproces. Dit is kort samenvattend de mening van prof. dr. J. G. Defa- res uit Leiden, weergegeven in een ar tikel onder de titel „De invloed van orale anticonceptica op de vrouw". Indien men volgens prof. "Defares zinn oordeel uitsluitend op medisch- biologische overwegingen baseert, mag men, in het licht van onze huidi ge kennis, de pil ten hoogste geduren de een periode van twee maanden per jaar toedienen. De vraag in hoeverre medisch-sociale overwegingen al of niet zullen prevaleren boven medisch- biologische, wordt, zo schrijft prof. De fares, hier niet aan de orde gesteld en dient door de medicus van geval tot geval beslist te worden. „Deze beslissing vereist niet slechts kennis^ doch bovenal wijsheid". De pil, aldus prof. Defares, bevat geen stof die, zoals de brochures met satisfactie aankondigen, „de vrouw brengt in een toestand vergelijkbaar met de zwangerschap" maar een stof die de jonge vrouw in een toestand van de post-menopauze brengt. In de meeste gevallen verloopt deze inwer king sluipend, subklinisch, doch daar om niet minder ingrijpend. Men moet zich met de meeste ernst afvragen of een stof, die bij chronisch gebruik na genoeg alle levensfuncties van soma en psyche ondermijnt en leidt tot de- generatieve veranderingen in alle weefsels (vooral het vaat- en beender- stelsel), in de meest concrete zin het ouderdomsproces versnelt, de natuur lijke beschermingsmechanismen te gen infecties verstoot en last but not least de vrouw aantast in haar wel licht belangrijkste attribuut, haar vrouwelijkheid, zonder dwingende gronden mag worden toegediend". GRONINGEN De barometer van de Nederlandse kustvaart, die jarenlang op „veranderlijk" heeft gestaan, is de laatste tijd fors gedaald en staat nu op „storm". Vrijwel de hele Groninger kustvaartvloot vierhonderd schepen is te koop. Groningen is de bakermat van de kleine handelsvaart. De verliezen zijn zo groot geworden en de kansen op herstel zijn zo gering dat de meeste reders hun schepen graag van de hand zouden doen. Maar niemand wil ze hebben. SCHIPHOL Met de grote vakantie voor de deur, ondernemen vele klassen het jaarlijkse schoolreisje naar Amsterdam's nieuwe luchthaven. Sinds de opening vorige maand heeft het nieuwe Schiphol reeds een record-aantal bezoekers ver werkt en aangenomen wordt, dat dit aantal met de vakantie nog belangrijk zal stijgen. „Je kunt ze aan de straatstenen niet kwyt", zegt Jakob Sanders (65). Hy gaat nu met pensioen als directeur van één van 's lands grootste kustvaartre- derijen, Wynne en Barends in Groningen, het bedryf waardoor hij byna een hal ve eeuw dag en uur in touw is ge weest. Het afscheid valt hem dubbel zwaar nu het de kustvaart zo slecht gaat. Hij vindt het zelfs een ongelukkig moment om er uit te stappen. „Ik lijk wel een rat, die een zinkend schip verlaat." Toch staat zijn besluit vast. „De jonge ren moeten een kans hebben." De heer Sanders is zich ervan be wust dat die jongeren het uiterst moeilijk zullen krijgen. „Dat we nog drijven, is niet de verdienste van de reders," stelt hij nadrukkelijk vast. „We hebben dit alleen te danken aan de soepele houding van de hypotheek banken, de reparatiewerven, de olie maatschappijen en de proviandeurs. Als zij vandaag de kapitalen zouden opeisen, die de reders hun schuldig zijn, dan lagen morgen alle kustvaar ders aan de kant." Er is vrijwel geen reder meer, die aan de aflossing van zijn kredieten bij de hypotheekbanken toekomt. Door de grote verliezen is het zelfs voor velen moeilijk geworden de rente over het geleende kapitaal te voldoen. Dit geldt vooral voor de honderden kapiteins-eigenaren die alle econo mische depressies ten spijt de kustvaart nog steeds in zijn oervorm beoefenen. Zij bezitten slechts één schip, waarop ze vaak zelf als kapitein varen. Het is meermalen een uiterst riskante bedrijfsvorm gebleken, zon der dat ooit de bereidheid is ontstaan grotere en daardooi minder kwetsbare eenheden te formeren. De' basis voor de huidige catastrofe werd tien jaar geleden gelegd. „Er ontstond plotseling een wanverhouding tussen vraag en aanbod op de vrach- tenmarkt," herinnert de heer Sanders zich. „Het aanbod van lading liep weliswaar niet terug, maar er werden zoveel nieuwe schepen gebouwd dat er een geweldig overschot aan laadruimte ontstond. De vrachten daalden, wat de buitenlandse concurrentie noe steeds minder deert dan ons want die vaart met vijf man, terwijl wij in Nederland het volgens de c.a.o. met negen opva renden moeten doen." Daar wringt volgens de heer Sanders de schoen. „Als men bedenkt dat de exploitatiekosten in de kustvaart voor de helft door de loonpost worden bepaald, zal het duidelijk zijn dat concurreren met de Denen en de Duitsers er voor ons niet bij is." 'Als men het kustv.aartbedrijf in Nederland weer gezond wil maken, moet naar het oordeel van de heer Sanders allereerst de bezettingsgraad van de schepen worden verminderd. De reders hebben daar dan ook een punt van gemaakt bij de onderhande lingen over een nieuwe c.a.o. voor de zeevaart. De vakbonden maakten er eveneens een punt van met dit verschil dat zij weigerden er over te praten wanneer de precaire positie van de kustvaart niet met cijfers werd aange toond. De cijfers waren niet voorhanden. Daarom en om enkele andere redenen zegden alle werknemers organisaties vorige week de lopende c.a.o. op en ging de Nederlandse koop vaardij een spannende zomer tegemoet. „De reders van de grote vaart zullen met de werknemers wel tot een ak koord komen," meent de heer Sanders. Hij verwacht dat de kustvaart het voorlopig zonder arbeidsovereenkomst zal moeten stellen. „Mocht daar een staking uit voortvloeien, in vredesnaam dan maar. We zijn al zo ver gekomen dat we zelfs voor een dergelijk argu ment niet meer gevoelig zijn. We zitten immers al volledig aan de grond. Een staking zou zelfs in het voordeel van de reders kunnen uitpakken: de prak tijk heeft geleerd dat de vrachten erdoor omhoog gaan." BERGEYK „Hoe steriel onze nieuwe woonbuurten zijn blijkt wel uit de ergernis, opgeroepen door daar wapperend wasgoed, datzelfde wasgoed dat in de oude wijken en dorpen hier en elders zoveel bijdraagt tot vrolijkheid en authenticiteit van beeld". Dit citaat is uit een lezing van prof. ir. S. J. van Embden, planoloog, die hy vrijdagmiddag heeft gehouden op het derde congres over ruimtelijke ordening, stede- en woningbouw, gehouden te Bergeyk en georganiseerd door de Stichting Werkgemeenschappen Bergeyk. Prof. Van Embden had eerder opgemerkt, dat tot voor kort de zorg voor de bewoonbaarheid zich vrijwel uitsluitend richtte op woning zelf. Maar er wordt steeds meer aandacht gevraagd voor het kader waarin deze woning wordt ge plaatst. Het perspectief voor de bewoonbaarheid van ons land noemde spreker weinig opwekkend, waarby hy in de eerste plaats wees op de bebouwingszones. De tweede nota „Ruimtelijke orde ning" belooft weinig soulaas: zij sanc tioneert in principe de aan de gang zijnde uiterst bedenkelijke ontwikke ling. Ook het probleem van de schaal vergroting bracht prof. Van Embden ter sprake alsmede het wat hij noem de manipuleren met grote getallen op elk gebied. Dit manipuleren heeft ge volgen van psychqlogische aard voor de. bestuurders, de ontwerpers, de „planners", voor iedereeen. Het den ken in massa's verhindert de aandacht voor het individu. Wat in de breedte, in de kwantiteit gewonnen wordt, schijnt onvermijdelijk verloren te moe ten gaan aan diepte, aan kwaliteit, of het nu gaat om mensen of om dingen. Het veld van onze activiteiten en van onze aandacht heeft zich bij voort during moeten verwijden, maar daar door dreigt de -zorg voor het stede- bouwkundige detail in het gedrang te komen, meende hij. De inspanning om te manipuleren met steeds grotere probleem-complexen heeft bovendien gedwongen tot een steeds grotere na druk op de malaise. In de praktijk kom» hefe p neer dat in de woongebieden vM s anders meer gebeurt dan wonen, aïie andere functies zijn eruit gedraineerd. Deze segregatie heeft meer en meer tot steriliteit gevoerd. Ir. Van Embden zei dan ook: de simultaniteit van functies, die karakte ristieke voorwaarde is voor werkelijk stedelijk leven en die ook als zodanig, en dus als echt recreatief wordt her kend, is nog vrijwel uitsluitend moge lijk in de oude centra, waar nog enige speelruimte is, doordat ze nog niet compleet ruimtelijk konden worden ge ordend, waar nog vele echte overgan gen en weinig echte scheidingen zijn, en die juist aan dat alles hun bijzonde re charme ontlenen. Indien wij er niet op korte termijn in slagen de door spreker gesignaleer de autenticiteit weer terug te brengen in de vormgeving van onze nederzet tingen, dan laten wij gegarandeerd een onbewoonbare wereld na, dan gaan wij eenvoudig voort met het ver der uitsmeren van de aride zones die wij, met al onze goede wil en al onze inspanning, tot dusverre hebben gepro duceerd. V Er zijn op dit ogenblik ongetwijfeld al reacties gaande, meende spreker. Hier en daar komt men terug op de wijdlopigheid, komt men terjjg op de segregatie van functies, zoekt men de overgangszones tot eigen leven terug te brengen. Er zijn ook anderen, die in een dia metraal tegenovergestelde richting denken en die het contact met de maatschappelijke werkelijkheid vol maakt verloren schijnen te hebben. Ir. Van Embden zei te doelen op merk waardige voorstellen los van elkaar staande, op zichzelf stimulerende, met grote nadruk eigen identiteit demon-' strerende trechter of piramide-vormi- ge woonconstructies, die de uitbeelding voorwenden van geheel autarkische woon- en leefgemeenschappen, en dat in een tijd waarin juist de grenzen tus sen groepen steeds meer wegvallen en de topgrafische beperktheid van ieders individuele perspectief meer en meer wordt overwonnen. Op het ogenblik zijn we nog ver ver wijderd van algemene actieve partici patie, het algemeen ideaal beperkt zich nog altijd tot het eigen huisje met het tuintje. „En helaas geeft de twee de nota maar al te grif voedsel aan de illusie dat vervulling van dat ideaal in ruime mate verenigbaar zou zijn met de toekomstige bewoon baarheid van ons land", aldus prof. Van Emden. TOKIO Een nieuwe rage in Japan: de „knipoog-ring"die het de schuchtere Japanse meisjes mogelijk maakt een knipoogje weg te geven, zonder dat zij een oog bewegen. De ringen zijn niet duur en in alle vormen, kleuren en maten te koop. Door de hand te bewegen gaan de ogen in de ring open en dicht. HEERLEN „Het is met de Lim burgse steenkool voor wat haar toe komstige afzetmogelijkheden betreft, helemaal mis". Aldus de voorzitter van de Nederlandse Katholieke Mijnwer- kersbond, de heer F. S. Dohmen, giste ren bij de opening van de bondsraads vergadering van de NKMB in Heerlen. Sinds 1958 zijn bijna 300.000 onder- gronders uit de mijnen in de landen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal verdwenen. De heer Doh men verwacht, dat dit aantal nog zal toenemen tot 400.000, omdat de ge raamde produktie van 195 miljoen ton in 1970 voor de EGKS niet haalbaar zal blijken te zijn. Een goede graadme ter noemde hij in dit verband de Duit se bondsrepubliek, waar in mei 1966 nog 140 miljoen ton werd gegaran deerd, terwijl aan het eind van dat jaar voor 1970 een schatting van slechts 95 miljoen ton werd gemaakt. De heer Dohmen vindt het dan ook niet zo verwonderlijk, dat Bonn dezer dagen de Hoge Autoriteit van de EGKS heeft verzocht, de staat van crisis uit te roepen, terwijl West-Duitsland in 1959 nog samen met Frankrijk eenzelf de verzoek van België torpedeerde. Hij heeft de indruk, dat van Duitse zijde te elfder ure de verantwoordelijkheid voor de toestand op de kolenmarkt ex clusief in de schoenen van de Hoge Au toriteit wordt geschoven, omdat de producenten en de vakbeweging in de bondsrepubliek tot een half jaar geleden de realiteit als een boze droom hebben afgedaan. In Zuid-Limburg werkt men momen teel nog in een klimaat, dat een zekere marge openlaat om de eerste schokken op te vangen. Maar, aldus de heer Dohmen, procentueel gezien is de da ling van de steenkoolproduktie in de Limburgse mynindustrie vergeleken met de overige landen van de EGKS het grootst, namelijk 19 pet. Hij herhaalde, dat er voor de Lim burgse steenkool geen toekomst meer is. Een plotselinge opleving in de afzet is wel gunstig voor een geleidelijke om schakeling, maar volgens hem is het fout en getuigt het van weinig werke lijkheidszin, als men deze tijdelijke op leving als permanent doet voorkomen. Wij doen in de Limburgse mijnindus trie aan afbouw of we doen het niet, zo zei hij, maar nu eenmaal voor die af bouw is gekozen, is het volstrekt on toelaatbaar en gericht tegen de optima le belangenbehartiging van onze men sen te gaan drijven op de golven van een opleving, waarvan de terugslag voor de thans ingezette herindustriali satie vernietigend kan zijn. De heer Dohmen voorspelde, dat „de grote klap" in 1970 komt, als vele VVesteuropese landen worden aangeslo ten op de aardgasleiding uit het Rus sische Donetzbekken en als Noord- Frankrijk aansluit op de aardgaslei ding uit Nederland: „dan zal het ge daan zijn met de kunstmatig hoogge houden aardgasprijs". Sprekende over de vestiging van nieuwe industrieën in Limburg, uitte hij een waarschuwing aan het adres van degenen die alleen maar zouden willen profiteren van de faciliteitenre geling. Dergelijke praktijken hadden in B»1- gië tot resultaat, dat een aantal nieuwe industrieën binnen enkele jaren weer plat lag bij gebrek aan voldoende af zetmogelijkheden. „Van dit soort herin dustrialisatie wensen wij hier in Zuid- Limburg verschoond te blijven", aldus de heer Dohmen. „Er moet op worden toegezien dat zich uitsluitend bedrijven vestigen die onder een normale con junctuur goede perspectieven bieden voor de toekomst" if

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 5