„Men verwacht hier een rechtlijnig gezag"
Wat we hier doen is
excessen bestrijden
Financiële offers
voor de vrede
Misdaad
vertoont
belangrijke
stijging
Joden vrezen voor hun leven
Nederland
heeft succes
op Expo '67
Behoefte aan
consequent
handelen
OUD-MINISTER BOGAERS OVER HET
CHRISTELIJK RADICALISME
Een wereld met
eigen normen
ERNSTIGE SITUATIE IN ARABISCHE LANDEN
Vlooien
AMSTERDAM „Op hetzelfde ogenblik dat zij me die
foto liet zien, begonnen al mijn haren overeind te staan.
Drie dagen had ik avond aan avond kroegen afge
sjouwd, tot diep in de nacht; en toen opeens 't Is
waar, je moet vaak een beetje geluk hebben, maar je
moet het dan toch wel zoeken".
Werkterrein
Waardering
EMIGREREN
VASTGEHOUDEN
PLUNDERING
GEEN LAST
I
TIEN JAAR H.I.P. IN
DE WARME BUURT
Hoofdinspecteur (H.I.P.) H. Bremer
kréég dat beetje geluk, toen hij speur
de naar „Elsje met de paardestaart"
omdat zij hem hoogstwaarschijnlijk
de weg kon wijzen naar de man die
in Amsterdams rosse wijk een jonge
protituée op een haar na had ge
wurgd.
Het ig één van de onderzoeken
waaraan de hoofdinspecteur met vol
doening terugdenkt nu hij 46 jaar
oud tien jaar werkt in „Nederlands
boeiendste, spannendste en ook plezie
rigste politiedistrict", het afdelingsbu
reau aan de Warmoesstraat, in het
hart van Amsterdams warme buurt.
„Die prostituée had met een vent
in een café gezeten en was daarna
met hem naar haar kamer gegaan.
Daar sloeg hij eerst een asbak op
haar hoofd kapot en vervolgens kneep
hij haar keel dicht. Het is een wonder
dat ze niet dood was. Enfin, na ander
half uur was ze uit haar coma en de
volgende dag mochten we haar, bij
hoge uitzondering, horen".
NET NIET
„Die vent had goed Nederlands ge
sproken met een zuidelijk accent, ver
telde ze. Hij had gezegd, herinnerde
ze zich, dat hij drie jaar tevoren uit
Hongkong was gekomen. En het
kostte een hoop tijd voordat we dat
eruit hadden hij had gevraagd of
ze Elsje van de overkant kende, Els
je met de paardestaart. Dat was nou
net wat hij niet had moeten doen,
waait het kostte hem precies zijn kop".
„Drie avonden achtereen ben ik
naar Elsje op zoek geweest, kroeg in,
kroeg uit. Ik had ze bijna allemaal
gehad op de Zeedijk en dat zijn er
wat toen ik goed zat. Een vrouw in
een bar besloot me te helpen, toen ik
haar voorhield dat zij misschien wei
eens het volgende slachtoffer kon zijn.
Ze wees me een andere kroeg".
„De vrouw van de baas daar kende
Elsje en ze had, dacht ze, ook nog
wel een foto van haar; een foto zoals
er in cafés veel worden gemaakt door
fotografen die daaraan geld willen
verdienen. Ik zie haar nog met haar
vingers door die schoenendoos met fo-
DEN HAAG „Na twee maanden
wereldtentoonstelling kan ik zeggen
dat ik erg tevreden ben." Dit zei gis
termiddag ir. S. H. Visser, commissa
ris-generaal van de Nederlandse af
deling op de Expo in Montreal, op een
persconferentie in Den Haag. De
heer Visser is enige dagen naar Ne
derland gekomen om te overleggen
met de regering, onder andere over
de bestemming die het Nederlandse
paviljoen na afloop van de tentoon
stelling moet krijgen.
Het aantal bezoekers overtreft alle
verwachtingen. In totaal kwamen
reeds 13 miljoen mensen naar de Ex
po, van wie 760.000 de Nederlandse
afdeling bezochten. Een top was het
bezoek van 30.000 mensen aan dit pa
viljoen in elf uur. Dikwijls kwam het
voor, vertelde ir. Visser, dat bezoekers
ongevraagd op de gidsen afkwamen,
of op anderen die bij het Nederlandse
paviljoen behoren, om hun te vertel
len hoe enthousiast men was over de
tentoonstelling. In Canada wonende
Nederlanders verklaarden meer dan
eens heimwee naar Holland te krijgen
bij het zien van de voortreffelijk opge
zette afdeling.
„De gehele wereld is ons werkter
rein, dat is het stramien van de Ne
derlandse inzending", aldus de heer
Visser, „de bezoekers zijn er goed
over te spreken dat alles in dit pavil
joen soger is gehouden."
De stem van burgemeester Van
Hall van Amsterdam, die de bezoe
kers in het kort iets over zijn stad
vertelt door een telefoon, wordt bin
nenkort op de dag van het ontslag
van mr. Van Hall vervangen door 'n
soortgelijke tekst, uitgesproken door
iemand van de ANVV.
Bijzondere waardering bestaat er
voor de stand van de Wereldomroep,
vertelde de heer Visser. De betekenis
van deze zender wordt in ons land wat
onderschat. De geëmigreerde Neder
landers kennen haar allemaal en op
de Expo blijken zij blij te zijn met de
medewerkers van de Wereldomroep
kennis te kunnen maken en iets meer
over het werk te vernemen.
to's gaan. En jawel hoor: Elsje, met
naast haar een man".
„Wie is die vent, vroeg ik. Oh, zei
ze, dat is een Hongaar die zo'n drie
jaar geleden naar ons land kwam; hij
is vaak met Elsje. Ik kreeg het tege
lijk warm en koud. Hongkong.Hon
gaar. Een Hongaar kan goed Ne
derlands leren spreken, maar hij
houdt een accent. Voor mezelf wist ik
het toen wel zeker".
„We vonden Elsje en na een nacht
zoeken in het bevolkingsregister von
den we het adres van de Hongaar.
Na een paar uur had hij bekend".
Het is een opwindende buurt, waar
in hoofdinspecteur Bremer werkt,
maar zij stelt ook wel duidelijk haar
eisen aan de politieman.
„Het is hier een uitgaansbuurt voor
allerlei soorten mensen. Je zit hier
niet alleen met een paar grote waren
huizen en een hoop andere winkels,
het is ook een centrum voor prostitu
tie, en er zijn zo'n kleine vierhonderd
cafés en restaurants, hotels en hotel
letjes. Je moet het meemaken op een
beetje zomeravond. Je staat er eigen
lijk versteld van: Als je op de wallen
komt, si het er net zo druk als in de
Kalverstraat. Ze komen met bussen
vol".
„Als politieman moet je met die
dingen leren leven met prostitutie
en souteneurschap, ook al ben je het
met het wezen daarvan niet eens".
Het is met een ervaring van ook 'n
jaar of tien, dat rechercheur A. C.
Baantjer (43) zijn chef aanvult: „Hoe
beter je die dingen begrijpt, hoe be
ter je ook een heleboel kunt vatten
van wat in deze buurt gebeurt. Maar
laten we ondertussen niet vergeten
dat hier ook een heleboel gewone
mensen wonen, al vallen die natuur
lijk minder op".
SOEPEL EN STRENG
Voor de buitenstaander klinkt het
mogelijk wat merkwaardig, maar vol
gens hoofdinspecteur Bremer of:
Van Bremen, zoals ze hem in de buurt
kennen is gezag in deze wijk een
begrip. „Men heeft er een sterker ge
voel voor. Men verwacht dan echter
wel dat het gezag rechtlijnig is". Ie
dere politieman die vers binnenstapt
in de 'Kit' oftewel '48', zoals het bu
reau Warmoesstraat in de wijk be
kend staat, krijgt van hoofdinspecteur
Bremer daarom eerst en vooral te ho
ren: „Wees eerlijk, rechtvaardig en
strikt onpartijdig; wees soepel en zo
nodig streng. Dat is wat de mensen
in deze buurt op prijs stellen".
„Het gevoel voor deze dingen leeft
hier geprononceerd, zoals alles hier
geprononceerd leeft, heftiger. Ze zijn
hier licht ontvlambaar, emotioneel.
In die wereld staat de politieman. Hij
moet onveranderlijk zijn. De mensen
moeten weten wat ze aan hem heb
ben .Hij mag best een harde zijn,
maar dan willen ze wel graag weten
dat hij een harde is".
De buurt weet wat zij aan hoofdin
specteur Bremer heeft, maar de hoofd
inspecteur weet bok wat hij aan de
buurt heeft. Hij heeft leren leven in
deze wereld die haar eigen normen
heeft.
„Je kunt deze buurt niet benaderen
met de norm van gewone mensen. Je
moet hier ook stellig niet te vuur en
te zwaard proberen de prostitutie uit
te roeien of de zedenmeester uit te
hangen. Wat we hier doen is het be
strijden van excessen. Je moet ook
goed begrijpen dat prostitutie op zich
zelf niet strafbaar is. Wel zijn er be
palingen die het tippelen verbieden en
die verbieden dat prostituées onoir-
baar gekleed achter de ramen zitten".
Is Amsterdams warme buurt mis
dadigers dan andere?
Het politiedistrict waarin hoofdin
specteur Bremer werkt, heeft een op
pervlakte van een kilometer in het
vierkant. Vorig jaar werden op die
vierkante kilometer afgezien van
fiets- en brommerdiefstallen een
kleine 2000 misdrijven gepleegd, dief
stallen, inbraak, zakkenrollerijen, be
rovingen, messetrekkerijen, andere ge
weldmisdrijven. Moord (in juridische
zin) maken ze er maar weinig mee.
„De criminaliteit neemt hier beslist
toe, zeker als je rekening houdt met
het „dark number", het aantal mis
drijven waarvan bij de politie geen
aangifte binnenkomt. Dat het er veel
zijn, staat vast. Ik geloof wel dat het
aantal delicten kleiner zou worden als
we hier meer politiepersoneel zouden
hebben, waardoor we intensiever zou
den kunnen surveilleren".
DRANK
„Maar ach, het blijft een uitgaans
centrum, waar de prostitutie bloeit,
waar de alcohol rijkelijk vloeit. Door
HOOFDINSPECTEUR HBREMER
,een boeiend beroep in Nederlands spannendste en
plezierigste politiedistrict99
de alcohol is iemand sneller op zijn
tenen getrapt, een vechtpartij is vlug
ger het gevolg. En men berooft snel
ler een dronkeman dan iemand die
volslagen nuchter is. In tachtig pro
cent van de gevallen is het slachtof
fer van een beroving ook een dronken
type".
„Maar als je dan een dader pakt",
zo zal de hoofdinspecteur zijn mensen
altijd voorhouden, „behandel hem al
tijd eerlijk, zonder foefjes in de geest
van: Je maat heeft bekend, kom jij
nu ook maar met je verhaal voor de
dag. Je moet als politieman nooit
twee gezichten tonen".
Dat geldt ook voor de vele caféhou
ders. „Ze hebben geleerd dat, als ze
hun zaken behoorlijk drijven, ze geen
last van de politie zullen hebben en
zelfs op assistentie van de „Kit" kun
nen rekenen. Daar staat dan tegen
over dat ze, als ze fout zitten, niet de
kop in de wind moeten gooien. Want
dan lopen ze een dikke kans om hun
gunsten (muziek- of dansvergunning)
kwijt te raken. En dat gaat ze dan
duizenden guldefi in de maand sche
len".
Hoofdinspecteur Bremer en zijn
mensen strijden met open vizier tegen
al wat strafbaar is. Ze worden natuur
lijk geholpen met tips, zoals die keer
toen de hoofdinspecteur al wist dat er
een speelhol zou komen voordat er
nog maar één speler was geweest. De
verbouwing om vluchtwegen aan te
leggen voor het geval de politie een
inval zou doen was nog in gang,
toen de hoofdinspecteur naar de toe
komstige exploitant toestapte. Het
„hol" kwam er niet.
En, een sterk staaltje: „Ik had een
tip gekregen dat er ergens werd ge
gokt. Omdat het maar bij één tip
bleef, geloofde ik er niet erg in. Op
een goeie avond liep ik door de buurt
met een waarnemend substituut-offi
cier van justitie, die bij ons stage
liep. We kwamen langs het bewuste
huis en, zo maar, kwam het in me op
om toch eens te gaan kijken. We wer
den binnengelaten en we stapten
plompverloren 'n speelhol binnen waar
in de roulette op volle toeren draaide.
Een dertig man zaten er te spelen".
„Vaak moet je het geluk zoeken; je
moet er de straat voor op. Zoals toen
samen met rechercheur Baantjer. Er
was een Amerikaanse militair doodge
stoken door een vent tegen wiens au
to hij had geschopt. Nu was er sprake
van drie groene auto's allemaal
verdwenen natuurlijk en de bestuur
der van de voorste had een andere
Amerikaan al een klap met een crick
gegeven, tóen die tegen 's mans wa
gen trapte. Ik zei het al: Men rea
geert hier wat feller".
„Maar al met al was het een ver
warde situatie. Tot we die vent die
geslagen had, te pakken kregen. Na
lang trekken vertelde hij: Die wagen
die achter me reed, is van Jaap de
timmerman geweest. Ik voelde dat de
bestuurder van die auto de messetrek
ker moest zijn geweest. Maar waar
moest ik hem vandaan halen?"
ZEEDIJK
„Rechercheur Baantjer kwam op 't
idee de Zeedijk op te gaan. Combine
rend was hij tot de conclusie gekomen
dat we het onder snorders moesten
zoeken. Die ene met die crick was er
één; en hij kende de auto van Jaap:
de relatie leek aannemelijk".
„Enfin we lopen op de Zeedijk
langs een paar auto's en op een ge-
gegeven ogenblik zegt rechercheur
Baantjes: Meneer, ik wilde toch nog
even bij die eerste auto kijken. Wij te
rug. De chauffeur draait zijnraampje
naar beneden, wij zeggen dat we van
de politie zijn en dat we op zoek zijn
naar Jaap de timmerman. Of meneer
heni misschien kent. We kregen alle
zegen, want wat zegt die vent: Dat
ben ik".
„We hebben hem uitgelegd waar 't
om ging en hij haalde achter elkaar
een rekening uit zijn zak met de
naam en het adres erop van de vent
aan wie hij zijn vorige auto had ver
kocht. Diezelfde nacht lichtten we de
man van zijn bed. Hij heeft later acht
jaar gekregen".
Hoofdinspecteur Bremer heeft zijn
vak bewust gekozen. „Ik vind het 'n
mooi beroep: handhaven van orde en
recht. Het is dan ook een boeiend be
roep. En een. groot goed is, dat, ook
al kunnen wij als politieman van ie
mands schuld overtuigd zijn, een rech
ter nog iemand kan vrijspreken. Als
politieman moet je je dan een goed
verliezer tonen".
„Het politieke handelen in de toe
komst zal meer als centraal punt moe
ten nemen: het verbeteren van de fy
sieke en geestelijke leefbaarheid van
ons land en van de wereld. Het zal
daarom wat minder accent moeten ge
ven aan „het hebben". En meer aan
„het zijn". Het zal het kunnen uit
groeien tot persoonlijkheden voor alle
mensen) moeten durven beklemtonen,
evenals een zo goed mogelijke harmo
nie tussen personen en groepen van
personen".
npegen deze achtergrond plaatst oud-
minister drs. P. C. W. M. Bogaers
zijn antwoord op de vraag welke de be
langrijkste politieke oogmerken van
een radicaal-vooruitstrevende concen
tratie in christelijke zin moeten zijn.
„De ruimtelijke ordening in ons
dichtbevolkte land vraagt een voort
durende, doeltreffende politiek, die on
afhankelijk is van de veranderingen in
het politieke bestel. „Dat betekent: min
of meer bindende programma's op
middenlange termijn voor onderschei
dene gebieden als wonen, werken,
verkeer, recreatie, onderwijs, volksge
zondheid (milieuhygiëne) en gebruik
van de bodem".
„En betekent deze visie niet dat er
relatief wat minder aandacht zal zijn
voor economische problemen en be
langrijk méér zorg voor die onderdelen
van de politiek, die met persoonlijk
heidsvorming hebben te maken?" Drs.
Bogaers denkt aan jeugdpolitiek, on
derwijs, geestelijke volksgezondheid,
huwelijk en gezin, gezag en vrijheid
(„levensgroot aan de orde"), bescher
ming van de openbare orde en de
goede zeden, bescherming ook van de
persoonlijke levenssfeer. Verder steun
aan instellingen ter verzorging van het
geestelijk welzijn e.d.
„Je zult dan tevens duidelijk moeten
durven stellen dat, als je dit wilt
breiken, niet is te ontkomen aan een
stijging van de overheidsuitgaven die
sterker is dan de trendmatige verho
ging van het nationale inkomen".
Het streven naar een „zo goed
mogelijke harmonie tussen personen en
groepen van personen" houdt in dat er
een meer doelbewuste" vredespolitiek
moet zijn, gericht op ontwapening,
samenwerking en uitbreiding van de
internationale rechtsorde. „Je zou
haast bezeten moeten durven zijn van
de vredesgedachte". Het houdt voorts
in: het aankweken van de offerbereid
heid om voor de investeringen die
nodig zijn voor verbetering van de
leefbaarheid, ook internationaal, de
financiële middelen op tafel te krijgen.
T~|e tweede vraag was welke aanwjjs-
bare verschijnselen er in de confes
sionele partijen zijn waarop de ver
wachting berust dat een dergelijke
christelijk-radicale concentratie le
vensvatbaarheid heeft.
„Wat is aanwijsbaar? Was het in
1948 aanwijsbaar dat er een E.E.G. zou
kunnen komen? En in diezelfde pe
riode: het welslagen van de industriali
satie in ons land? Was het in 1963
aanwijsbaar dat de woningbouw van
tachtigduizend tot 125.000 woningen
omhoog zou gaan? Je moet vertrouwen
dat het lukken kan, omdat het, hoe
onmogelijk een dergelijke doelstelling
op het eerste gezicht ook lijkt, ergens
past in een bepaald tijdsbeeld. En de
wil moet er zijn om het mogelijk te
maken, omdat het moet slagen, daar
het alternatief wordt afgewezen".
„Radicaal-vooruitstrevend in christe
lijke zin past ergens in het tijdsbeeld,
het hangt in de lucht. Er is een
beweging naar vooruitstrevendheid in
de kerken zelf. Kijk eens naar de
encyclieken Pacem in terris en Populo
rum progressio pn naar de doorwer
king van deze geest op een grootse
manier in het kerkvolk. Maar als
gevolg hiervan heerst meer dan vroe
ger de overtuiging dat men niet meer
vrijblijvend kan blijven staan tegen
over grote maatschappelijke proble
men".
„Bij de christenen gaat sterker leven
het bewustzijn dat het een van hun
belangrijkste taken in de wereld is zelf
mee te werken op tal van gebieden,
PARIJS Joodse gemeenschappen in Arabische landen van Marokko tot
Irak gaan steeds meer vrezen voor hun leven en hun eigendommen, aldus
heeft een Joodse hulp-organisatie in Parijs bekendgemaakt.
De leiders van de organisatie zijn
bang, dat de 100.000 Joden uit deze
gemeenschappen meer gevaar zullen
gaan lopen naarmate een politieke re
geling van het conflict tussen Arabie
ren en Israëli's uitblijft.
De voortdurende propaganda tegen
Israël zal wellicht de Arabische ge
moederen zo opzwepen dat zelfs ge
matigde leiders als de Tunesische
president Habib Bourguiba en de ko
ning van Marokko Hassan II niet in
staat zullen zijn een matigende in
vloed uit te oefenen.
Als gevolg hiervan wil een groot
aantal Joden in deze gemeenschap
emigreren. Zij zijn bevreesd dat het
opnieuw tot ongeregeldheden zal ko
men zoals die zich van 5 tot 8 juni
in Tripoli hebben voorgedaan. Daar
verloren zes Joden het leven bij mas
sa-relletjes waarbij de Joodse wijk
werd geplunderd.
Zacharia Shuster, Hoofd van het
Europese bureau van het Amerikaanse
Joodse comité, zei dat de laatste rap
porten aantonen dat sinds het uitbre
ken van de Joods-Arabische oorlog op
5 juni de emigratie-aanvragen in de
betrokken Arabische landen sterk is
toegenomen. De gehele Joodse bevol
king van bijvoorbeeld Libië en Egyp
te zou willen emigreren.
„De situatie is in deze twee landen
het ergst. De Joden worden er eigen
lijk zonder meer vastgehouden."
Shuster gaf het volgende overzicht
van de situatie in de verschillende lan
den:
0 Marokko heeft met 60.000 Joden
de grootste gemeenschap van de
negen Arabische landen. Ondanks de
tolerante houding van koning Hassan
is het in de afgelopen tijd geregeld tot
botsingen tussen Joden en Arabieren
gekomen. Het centrum van de Jood
se gemeente in Fez is afgelopen week
in brand gestoken. In de week van 5
tot 12 juni zijn twee Joden gedood in
Meknes. ,,De situatie in Marokko
wordt snel slechter", aldus Shuster.
0 Algerije's 3.000 Joden zouden geen
onmiddellijk gevaar lopen, om
dat zij de Franse nationaliteit bezit
ten. Er zouden zich geen incidenten
hebben voorgedaan.
0 Tunesië. Na een dag van plunde
ring en verwoesting op 5 juni,
hebben zich geen ongeregeldheden
meer voorgedaan. In Tunis woont het
merendeel van Tunesië's 17.000 leden
tellende Joodse gemeenschap- Maar
ondanks het ingrijpen te hunnen gun
ste van president Bourguiba persoon
lijk lijkt de Joodse gemeenschap wei
nig gerust op wat de toekomst zal
brengen.
0 De bijna 4.500 Joden in Libië le
ven volgens Shuster in een per
manente staat van vrees voor ter
reur. In de week dat de oorlog tussen
de Arabische landen en Israël woed
de, zijn in Tripoli talloze huizen van
Joden beschadigd en in brand gesto
ken, auto's vernield en mensen gemo
lesteerd. „Minstens zes Joden heeft
dit het leven gekost; de situatie in
Trinoli is de ergste", aldus Shuster.
0 In Egypte, waar ongeveer 2500
Joden wonen, is het niet gekomen
tot aanvallen op lijf of goederen van
de leden der Joodse gemeenschap.
Maar alle mannelijke Joden boven 20
jaar zijn gearresteerd op 5 juni.
0 Syrië voert weliswaar een krachti
ge propaganda-oorlog tegen Isra
el, maar de 4000 in Syrië wonen
de Joden, ondervinden geen last.
Shuster zei nog, dat ten aanzien van
de 3000 Joden die in Libanon en Irak
moeten leven, geen berichten zijn bin
nengekomen.
In Aden, waar een Jood is gedood
in een treffen met een Arabier,
heeft het grootste deel van de Joden
naar schatting 2000 per vliegtuig
het land verlaten.
De nu b|jna 43-jarige KVP-er
drs. P. C. W. M. Bogaers, oud-mi
nister van Volkshuisvesting en
Bouwnijverheid, is een van de be
langrijkste centrumfiguren in het
streven naar partijvernieuwing en
verduidelijking van de politieke
structuur in ons land. Hoewel zijn
christelijk-radicale denkbeelden
vrjjwel overeenkomen met die van
de Americaingroep, een gezelschap
van linksgerichte leden van de
KVP, ARP en CHU, werkt drs.
Bogaers vooralsnog in de eigen
kring van de KVP. Onze parlemen
taire redacteur had met hem een
gesprek over zijn activiteiten en
bedoelingen. Het resultaat daarvan
is het hierbij afgedrukte artikel, zo
veel mogelijk in de soms nogal in
gewikkelde bewoordingen van drs.
Bogaers, die er prijs op stelde dat
deze behouden bleven.
ook op politiek terrein, aan verwezen
lijking van de hoofdtaak: de wereld
een betere afspiegeling van de Schep
per te maken"
„Het spreekt ook de jeugd aan. Pax
Christi en de betogingen voor Vietnam
zijn daarvan symptomen. Ook de term
„evangelische radicaliteit", waaraan het
is te danken dat de Anti-Revolutio
naire Partij bij de jongste verkiezingen 2
winst heeft gemaakt en haar jeugd
heeft behouden".
„Men krijgt genoeg van tweeslach
tigheid in de politiek; men wil con
sequent handelen! Tal van groepen
zijn in beweging. De christelijke
auteurs hebben de overhand in wat er
tot nu toe over partij vernieuwing is
geschreven".
„Het alternatief is dat met name de
K.V.P. zou terugvallen tot vijftien of
twintig zetels. De verkiezingen hebben
duidelijk gemaakt dat een groot aantal
mensen het mij voor ogen staande
station al voorbij was. Persoonlijk heb
ik de verwachting dat een groot deel
terugkomt als je het anders aanpakt,
maar als dat niet gebeurt dan staan
grote groepen klaar om het voorbeeld
van 15 februari te volgen en het
ergens anders te proberen".
T"|e derde vraag was of deze concen-
tratie van onderop tot stand moet
komen, naast het streven naar een
soort christen-democratische samen
werking van bovenaf.
„Mijns inziens kan het niet zonder
diepgaande discussies in brede kring.
Het is niet goed dat uitsluitend over te
laten aan de groep van achttien (de
door de partijbesturen van K.V.P.,
A.R.P. en C.H.U-. ingestelde commissie).
Naast de Americain-groep is er een
aantal leden van de K.V.P., die zich
daaraan nauw verwant voelen; zij
zouden graag zien datde diverse
initiatieven zouden uitmonden in een
radicaal-vooruitstrevende partij in
christelijke zin".
„In de K.V.P. is het politieke gesprek
over doeleinden en middelen te weinig
uit de verf gekomen, te veel overgela
ten aan een bepaalde top en te weinig
gevoed van onderop. Om zo'n ander
program te verwezenlijken heb je veel
mensen nodig. Ik geloof niet dat je het
vanachter je bureau kunt doen. Het is
de vrucht van teamwork en diepgaan
de discussies".
"\7"RAAG: Wordt het dan niet alleen
maar nog weer een nieuwe confes
sionele partij?
„Wat mij betreft, dat nooit! Dat zou
volkomen ingaan tegen de andere doel
stelling die hiermee ten nauwste ver
band houdt, namelijk het tot stand
brengen van -een zo groot mogelijk
vóóruitstrevend samenwerkingsverband,
om de kiezers in staat te stellen
tot een zo groot mogelijke inspraak in
de manier waarop ons land zal worden
bestuurd en dat maximale duidelijk
heid kan verschaffen op de dag na de
verkiezingen, indien dat samenwer
kingsverband de absolute meerderheid
in het parlement zou halen".
„Dat kun je realiseren met een
gemeenschappelijk program door dat
samenwerkingsverband op te stellen,
een concept-regeringsprogram, met
daarbij de kandidaat-formateur en
aanstaande premier en de lijst van
overige kandidaat-ministers. Dus geen
onderhandelingen meer na, maar voor
de verkiezingen".
Een dergelijk stembusakkoord lijkt
drs. Bogaers mogelijk met „een groot
deel van de Partij van de Arbeid en
een groot deel van D'6ó, mits alle
betrokken zich bewust stellen op het
beginsel van de pluriformiteit, d.w.z.
erkennen, dat er verscheidene wegen
zijn om hetzelfde doel (het gemeen
schappelijk program) te realiseren".
Goochelaar Phil Tomas in Balti
more (V-S.) is ontgoocheld. Zijn
hele collectie gedresseerde vlooien, die
hij in lucifersdoosjes bewaarde, is ge
stolen.