„Men verwacht hier een rechtlijnig gezag" Wat we hier doen is excessen bestrijden Financiële offers voor de vrede Misdaad vertoont belangrijke stijging Joden vrezen voor hun leven Nederland heeft succes op Expo '67 Behoefte aan consequent handelen OUD-MINISTER BOGAERS OVER HET CHRISTELIJK RADICALISME Een wereld met eigen normen ERNSTIGE SITUATIE IN ARABISCHE LANDEN Vlooien AMSTERDAM „Op hetzelfde ogenblik dat zij me die foto liet zien, begonnen al mijn haren overeind te staan. Drie dagen had ik avond aan avond kroegen afge sjouwd, tot diep in de nacht; en toen opeens 't Is waar, je moet vaak een beetje geluk hebben, maar je moet het dan toch wel zoeken". Werkterrein Waardering EMIGREREN VASTGEHOUDEN PLUNDERING GEEN LAST I TIEN JAAR H.I.P. IN DE WARME BUURT Hoofdinspecteur (H.I.P.) H. Bremer kréég dat beetje geluk, toen hij speur de naar „Elsje met de paardestaart" omdat zij hem hoogstwaarschijnlijk de weg kon wijzen naar de man die in Amsterdams rosse wijk een jonge protituée op een haar na had ge wurgd. Het ig één van de onderzoeken waaraan de hoofdinspecteur met vol doening terugdenkt nu hij 46 jaar oud tien jaar werkt in „Nederlands boeiendste, spannendste en ook plezie rigste politiedistrict", het afdelingsbu reau aan de Warmoesstraat, in het hart van Amsterdams warme buurt. „Die prostituée had met een vent in een café gezeten en was daarna met hem naar haar kamer gegaan. Daar sloeg hij eerst een asbak op haar hoofd kapot en vervolgens kneep hij haar keel dicht. Het is een wonder dat ze niet dood was. Enfin, na ander half uur was ze uit haar coma en de volgende dag mochten we haar, bij hoge uitzondering, horen". NET NIET „Die vent had goed Nederlands ge sproken met een zuidelijk accent, ver telde ze. Hij had gezegd, herinnerde ze zich, dat hij drie jaar tevoren uit Hongkong was gekomen. En het kostte een hoop tijd voordat we dat eruit hadden hij had gevraagd of ze Elsje van de overkant kende, Els je met de paardestaart. Dat was nou net wat hij niet had moeten doen, waait het kostte hem precies zijn kop". „Drie avonden achtereen ben ik naar Elsje op zoek geweest, kroeg in, kroeg uit. Ik had ze bijna allemaal gehad op de Zeedijk en dat zijn er wat toen ik goed zat. Een vrouw in een bar besloot me te helpen, toen ik haar voorhield dat zij misschien wei eens het volgende slachtoffer kon zijn. Ze wees me een andere kroeg". „De vrouw van de baas daar kende Elsje en ze had, dacht ze, ook nog wel een foto van haar; een foto zoals er in cafés veel worden gemaakt door fotografen die daaraan geld willen verdienen. Ik zie haar nog met haar vingers door die schoenendoos met fo- DEN HAAG „Na twee maanden wereldtentoonstelling kan ik zeggen dat ik erg tevreden ben." Dit zei gis termiddag ir. S. H. Visser, commissa ris-generaal van de Nederlandse af deling op de Expo in Montreal, op een persconferentie in Den Haag. De heer Visser is enige dagen naar Ne derland gekomen om te overleggen met de regering, onder andere over de bestemming die het Nederlandse paviljoen na afloop van de tentoon stelling moet krijgen. Het aantal bezoekers overtreft alle verwachtingen. In totaal kwamen reeds 13 miljoen mensen naar de Ex po, van wie 760.000 de Nederlandse afdeling bezochten. Een top was het bezoek van 30.000 mensen aan dit pa viljoen in elf uur. Dikwijls kwam het voor, vertelde ir. Visser, dat bezoekers ongevraagd op de gidsen afkwamen, of op anderen die bij het Nederlandse paviljoen behoren, om hun te vertel len hoe enthousiast men was over de tentoonstelling. In Canada wonende Nederlanders verklaarden meer dan eens heimwee naar Holland te krijgen bij het zien van de voortreffelijk opge zette afdeling. „De gehele wereld is ons werkter rein, dat is het stramien van de Ne derlandse inzending", aldus de heer Visser, „de bezoekers zijn er goed over te spreken dat alles in dit pavil joen soger is gehouden." De stem van burgemeester Van Hall van Amsterdam, die de bezoe kers in het kort iets over zijn stad vertelt door een telefoon, wordt bin nenkort op de dag van het ontslag van mr. Van Hall vervangen door 'n soortgelijke tekst, uitgesproken door iemand van de ANVV. Bijzondere waardering bestaat er voor de stand van de Wereldomroep, vertelde de heer Visser. De betekenis van deze zender wordt in ons land wat onderschat. De geëmigreerde Neder landers kennen haar allemaal en op de Expo blijken zij blij te zijn met de medewerkers van de Wereldomroep kennis te kunnen maken en iets meer over het werk te vernemen. to's gaan. En jawel hoor: Elsje, met naast haar een man". „Wie is die vent, vroeg ik. Oh, zei ze, dat is een Hongaar die zo'n drie jaar geleden naar ons land kwam; hij is vaak met Elsje. Ik kreeg het tege lijk warm en koud. Hongkong.Hon gaar. Een Hongaar kan goed Ne derlands leren spreken, maar hij houdt een accent. Voor mezelf wist ik het toen wel zeker". „We vonden Elsje en na een nacht zoeken in het bevolkingsregister von den we het adres van de Hongaar. Na een paar uur had hij bekend". Het is een opwindende buurt, waar in hoofdinspecteur Bremer werkt, maar zij stelt ook wel duidelijk haar eisen aan de politieman. „Het is hier een uitgaansbuurt voor allerlei soorten mensen. Je zit hier niet alleen met een paar grote waren huizen en een hoop andere winkels, het is ook een centrum voor prostitu tie, en er zijn zo'n kleine vierhonderd cafés en restaurants, hotels en hotel letjes. Je moet het meemaken op een beetje zomeravond. Je staat er eigen lijk versteld van: Als je op de wallen komt, si het er net zo druk als in de Kalverstraat. Ze komen met bussen vol". „Als politieman moet je met die dingen leren leven met prostitutie en souteneurschap, ook al ben je het met het wezen daarvan niet eens". Het is met een ervaring van ook 'n jaar of tien, dat rechercheur A. C. Baantjer (43) zijn chef aanvult: „Hoe beter je die dingen begrijpt, hoe be ter je ook een heleboel kunt vatten van wat in deze buurt gebeurt. Maar laten we ondertussen niet vergeten dat hier ook een heleboel gewone mensen wonen, al vallen die natuur lijk minder op". SOEPEL EN STRENG Voor de buitenstaander klinkt het mogelijk wat merkwaardig, maar vol gens hoofdinspecteur Bremer of: Van Bremen, zoals ze hem in de buurt kennen is gezag in deze wijk een begrip. „Men heeft er een sterker ge voel voor. Men verwacht dan echter wel dat het gezag rechtlijnig is". Ie dere politieman die vers binnenstapt in de 'Kit' oftewel '48', zoals het bu reau Warmoesstraat in de wijk be kend staat, krijgt van hoofdinspecteur Bremer daarom eerst en vooral te ho ren: „Wees eerlijk, rechtvaardig en strikt onpartijdig; wees soepel en zo nodig streng. Dat is wat de mensen in deze buurt op prijs stellen". „Het gevoel voor deze dingen leeft hier geprononceerd, zoals alles hier geprononceerd leeft, heftiger. Ze zijn hier licht ontvlambaar, emotioneel. In die wereld staat de politieman. Hij moet onveranderlijk zijn. De mensen moeten weten wat ze aan hem heb ben .Hij mag best een harde zijn, maar dan willen ze wel graag weten dat hij een harde is". De buurt weet wat zij aan hoofdin specteur Bremer heeft, maar de hoofd inspecteur weet bok wat hij aan de buurt heeft. Hij heeft leren leven in deze wereld die haar eigen normen heeft. „Je kunt deze buurt niet benaderen met de norm van gewone mensen. Je moet hier ook stellig niet te vuur en te zwaard proberen de prostitutie uit te roeien of de zedenmeester uit te hangen. Wat we hier doen is het be strijden van excessen. Je moet ook goed begrijpen dat prostitutie op zich zelf niet strafbaar is. Wel zijn er be palingen die het tippelen verbieden en die verbieden dat prostituées onoir- baar gekleed achter de ramen zitten". Is Amsterdams warme buurt mis dadigers dan andere? Het politiedistrict waarin hoofdin specteur Bremer werkt, heeft een op pervlakte van een kilometer in het vierkant. Vorig jaar werden op die vierkante kilometer afgezien van fiets- en brommerdiefstallen een kleine 2000 misdrijven gepleegd, dief stallen, inbraak, zakkenrollerijen, be rovingen, messetrekkerijen, andere ge weldmisdrijven. Moord (in juridische zin) maken ze er maar weinig mee. „De criminaliteit neemt hier beslist toe, zeker als je rekening houdt met het „dark number", het aantal mis drijven waarvan bij de politie geen aangifte binnenkomt. Dat het er veel zijn, staat vast. Ik geloof wel dat het aantal delicten kleiner zou worden als we hier meer politiepersoneel zouden hebben, waardoor we intensiever zou den kunnen surveilleren". DRANK „Maar ach, het blijft een uitgaans centrum, waar de prostitutie bloeit, waar de alcohol rijkelijk vloeit. Door HOOFDINSPECTEUR HBREMER ,een boeiend beroep in Nederlands spannendste en plezierigste politiedistrict99 de alcohol is iemand sneller op zijn tenen getrapt, een vechtpartij is vlug ger het gevolg. En men berooft snel ler een dronkeman dan iemand die volslagen nuchter is. In tachtig pro cent van de gevallen is het slachtof fer van een beroving ook een dronken type". „Maar als je dan een dader pakt", zo zal de hoofdinspecteur zijn mensen altijd voorhouden, „behandel hem al tijd eerlijk, zonder foefjes in de geest van: Je maat heeft bekend, kom jij nu ook maar met je verhaal voor de dag. Je moet als politieman nooit twee gezichten tonen". Dat geldt ook voor de vele caféhou ders. „Ze hebben geleerd dat, als ze hun zaken behoorlijk drijven, ze geen last van de politie zullen hebben en zelfs op assistentie van de „Kit" kun nen rekenen. Daar staat dan tegen over dat ze, als ze fout zitten, niet de kop in de wind moeten gooien. Want dan lopen ze een dikke kans om hun gunsten (muziek- of dansvergunning) kwijt te raken. En dat gaat ze dan duizenden guldefi in de maand sche len". Hoofdinspecteur Bremer en zijn mensen strijden met open vizier tegen al wat strafbaar is. Ze worden natuur lijk geholpen met tips, zoals die keer toen de hoofdinspecteur al wist dat er een speelhol zou komen voordat er nog maar één speler was geweest. De verbouwing om vluchtwegen aan te leggen voor het geval de politie een inval zou doen was nog in gang, toen de hoofdinspecteur naar de toe komstige exploitant toestapte. Het „hol" kwam er niet. En, een sterk staaltje: „Ik had een tip gekregen dat er ergens werd ge gokt. Omdat het maar bij één tip bleef, geloofde ik er niet erg in. Op een goeie avond liep ik door de buurt met een waarnemend substituut-offi cier van justitie, die bij ons stage liep. We kwamen langs het bewuste huis en, zo maar, kwam het in me op om toch eens te gaan kijken. We wer den binnengelaten en we stapten plompverloren 'n speelhol binnen waar in de roulette op volle toeren draaide. Een dertig man zaten er te spelen". „Vaak moet je het geluk zoeken; je moet er de straat voor op. Zoals toen samen met rechercheur Baantjer. Er was een Amerikaanse militair doodge stoken door een vent tegen wiens au to hij had geschopt. Nu was er sprake van drie groene auto's allemaal verdwenen natuurlijk en de bestuur der van de voorste had een andere Amerikaan al een klap met een crick gegeven, tóen die tegen 's mans wa gen trapte. Ik zei het al: Men rea geert hier wat feller". „Maar al met al was het een ver warde situatie. Tot we die vent die geslagen had, te pakken kregen. Na lang trekken vertelde hij: Die wagen die achter me reed, is van Jaap de timmerman geweest. Ik voelde dat de bestuurder van die auto de messetrek ker moest zijn geweest. Maar waar moest ik hem vandaan halen?" ZEEDIJK „Rechercheur Baantjer kwam op 't idee de Zeedijk op te gaan. Combine rend was hij tot de conclusie gekomen dat we het onder snorders moesten zoeken. Die ene met die crick was er één; en hij kende de auto van Jaap: de relatie leek aannemelijk". „Enfin we lopen op de Zeedijk langs een paar auto's en op een ge- gegeven ogenblik zegt rechercheur Baantjes: Meneer, ik wilde toch nog even bij die eerste auto kijken. Wij te rug. De chauffeur draait zijnraampje naar beneden, wij zeggen dat we van de politie zijn en dat we op zoek zijn naar Jaap de timmerman. Of meneer heni misschien kent. We kregen alle zegen, want wat zegt die vent: Dat ben ik". „We hebben hem uitgelegd waar 't om ging en hij haalde achter elkaar een rekening uit zijn zak met de naam en het adres erop van de vent aan wie hij zijn vorige auto had ver kocht. Diezelfde nacht lichtten we de man van zijn bed. Hij heeft later acht jaar gekregen". Hoofdinspecteur Bremer heeft zijn vak bewust gekozen. „Ik vind het 'n mooi beroep: handhaven van orde en recht. Het is dan ook een boeiend be roep. En een. groot goed is, dat, ook al kunnen wij als politieman van ie mands schuld overtuigd zijn, een rech ter nog iemand kan vrijspreken. Als politieman moet je je dan een goed verliezer tonen". „Het politieke handelen in de toe komst zal meer als centraal punt moe ten nemen: het verbeteren van de fy sieke en geestelijke leefbaarheid van ons land en van de wereld. Het zal daarom wat minder accent moeten ge ven aan „het hebben". En meer aan „het zijn". Het zal het kunnen uit groeien tot persoonlijkheden voor alle mensen) moeten durven beklemtonen, evenals een zo goed mogelijke harmo nie tussen personen en groepen van personen". npegen deze achtergrond plaatst oud- minister drs. P. C. W. M. Bogaers zijn antwoord op de vraag welke de be langrijkste politieke oogmerken van een radicaal-vooruitstrevende concen tratie in christelijke zin moeten zijn. „De ruimtelijke ordening in ons dichtbevolkte land vraagt een voort durende, doeltreffende politiek, die on afhankelijk is van de veranderingen in het politieke bestel. „Dat betekent: min of meer bindende programma's op middenlange termijn voor onderschei dene gebieden als wonen, werken, verkeer, recreatie, onderwijs, volksge zondheid (milieuhygiëne) en gebruik van de bodem". „En betekent deze visie niet dat er relatief wat minder aandacht zal zijn voor economische problemen en be langrijk méér zorg voor die onderdelen van de politiek, die met persoonlijk heidsvorming hebben te maken?" Drs. Bogaers denkt aan jeugdpolitiek, on derwijs, geestelijke volksgezondheid, huwelijk en gezin, gezag en vrijheid („levensgroot aan de orde"), bescher ming van de openbare orde en de goede zeden, bescherming ook van de persoonlijke levenssfeer. Verder steun aan instellingen ter verzorging van het geestelijk welzijn e.d. „Je zult dan tevens duidelijk moeten durven stellen dat, als je dit wilt breiken, niet is te ontkomen aan een stijging van de overheidsuitgaven die sterker is dan de trendmatige verho ging van het nationale inkomen". Het streven naar een „zo goed mogelijke harmonie tussen personen en groepen van personen" houdt in dat er een meer doelbewuste" vredespolitiek moet zijn, gericht op ontwapening, samenwerking en uitbreiding van de internationale rechtsorde. „Je zou haast bezeten moeten durven zijn van de vredesgedachte". Het houdt voorts in: het aankweken van de offerbereid heid om voor de investeringen die nodig zijn voor verbetering van de leefbaarheid, ook internationaal, de financiële middelen op tafel te krijgen. T~|e tweede vraag was welke aanwjjs- bare verschijnselen er in de confes sionele partijen zijn waarop de ver wachting berust dat een dergelijke christelijk-radicale concentratie le vensvatbaarheid heeft. „Wat is aanwijsbaar? Was het in 1948 aanwijsbaar dat er een E.E.G. zou kunnen komen? En in diezelfde pe riode: het welslagen van de industriali satie in ons land? Was het in 1963 aanwijsbaar dat de woningbouw van tachtigduizend tot 125.000 woningen omhoog zou gaan? Je moet vertrouwen dat het lukken kan, omdat het, hoe onmogelijk een dergelijke doelstelling op het eerste gezicht ook lijkt, ergens past in een bepaald tijdsbeeld. En de wil moet er zijn om het mogelijk te maken, omdat het moet slagen, daar het alternatief wordt afgewezen". „Radicaal-vooruitstrevend in christe lijke zin past ergens in het tijdsbeeld, het hangt in de lucht. Er is een beweging naar vooruitstrevendheid in de kerken zelf. Kijk eens naar de encyclieken Pacem in terris en Populo rum progressio pn naar de doorwer king van deze geest op een grootse manier in het kerkvolk. Maar als gevolg hiervan heerst meer dan vroe ger de overtuiging dat men niet meer vrijblijvend kan blijven staan tegen over grote maatschappelijke proble men". „Bij de christenen gaat sterker leven het bewustzijn dat het een van hun belangrijkste taken in de wereld is zelf mee te werken op tal van gebieden, PARIJS Joodse gemeenschappen in Arabische landen van Marokko tot Irak gaan steeds meer vrezen voor hun leven en hun eigendommen, aldus heeft een Joodse hulp-organisatie in Parijs bekendgemaakt. De leiders van de organisatie zijn bang, dat de 100.000 Joden uit deze gemeenschappen meer gevaar zullen gaan lopen naarmate een politieke re geling van het conflict tussen Arabie ren en Israëli's uitblijft. De voortdurende propaganda tegen Israël zal wellicht de Arabische ge moederen zo opzwepen dat zelfs ge matigde leiders als de Tunesische president Habib Bourguiba en de ko ning van Marokko Hassan II niet in staat zullen zijn een matigende in vloed uit te oefenen. Als gevolg hiervan wil een groot aantal Joden in deze gemeenschap emigreren. Zij zijn bevreesd dat het opnieuw tot ongeregeldheden zal ko men zoals die zich van 5 tot 8 juni in Tripoli hebben voorgedaan. Daar verloren zes Joden het leven bij mas sa-relletjes waarbij de Joodse wijk werd geplunderd. Zacharia Shuster, Hoofd van het Europese bureau van het Amerikaanse Joodse comité, zei dat de laatste rap porten aantonen dat sinds het uitbre ken van de Joods-Arabische oorlog op 5 juni de emigratie-aanvragen in de betrokken Arabische landen sterk is toegenomen. De gehele Joodse bevol king van bijvoorbeeld Libië en Egyp te zou willen emigreren. „De situatie is in deze twee landen het ergst. De Joden worden er eigen lijk zonder meer vastgehouden." Shuster gaf het volgende overzicht van de situatie in de verschillende lan den: 0 Marokko heeft met 60.000 Joden de grootste gemeenschap van de negen Arabische landen. Ondanks de tolerante houding van koning Hassan is het in de afgelopen tijd geregeld tot botsingen tussen Joden en Arabieren gekomen. Het centrum van de Jood se gemeente in Fez is afgelopen week in brand gestoken. In de week van 5 tot 12 juni zijn twee Joden gedood in Meknes. ,,De situatie in Marokko wordt snel slechter", aldus Shuster. 0 Algerije's 3.000 Joden zouden geen onmiddellijk gevaar lopen, om dat zij de Franse nationaliteit bezit ten. Er zouden zich geen incidenten hebben voorgedaan. 0 Tunesië. Na een dag van plunde ring en verwoesting op 5 juni, hebben zich geen ongeregeldheden meer voorgedaan. In Tunis woont het merendeel van Tunesië's 17.000 leden tellende Joodse gemeenschap- Maar ondanks het ingrijpen te hunnen gun ste van president Bourguiba persoon lijk lijkt de Joodse gemeenschap wei nig gerust op wat de toekomst zal brengen. 0 De bijna 4.500 Joden in Libië le ven volgens Shuster in een per manente staat van vrees voor ter reur. In de week dat de oorlog tussen de Arabische landen en Israël woed de, zijn in Tripoli talloze huizen van Joden beschadigd en in brand gesto ken, auto's vernield en mensen gemo lesteerd. „Minstens zes Joden heeft dit het leven gekost; de situatie in Trinoli is de ergste", aldus Shuster. 0 In Egypte, waar ongeveer 2500 Joden wonen, is het niet gekomen tot aanvallen op lijf of goederen van de leden der Joodse gemeenschap. Maar alle mannelijke Joden boven 20 jaar zijn gearresteerd op 5 juni. 0 Syrië voert weliswaar een krachti ge propaganda-oorlog tegen Isra el, maar de 4000 in Syrië wonen de Joden, ondervinden geen last. Shuster zei nog, dat ten aanzien van de 3000 Joden die in Libanon en Irak moeten leven, geen berichten zijn bin nengekomen. In Aden, waar een Jood is gedood in een treffen met een Arabier, heeft het grootste deel van de Joden naar schatting 2000 per vliegtuig het land verlaten. De nu b|jna 43-jarige KVP-er drs. P. C. W. M. Bogaers, oud-mi nister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, is een van de be langrijkste centrumfiguren in het streven naar partijvernieuwing en verduidelijking van de politieke structuur in ons land. Hoewel zijn christelijk-radicale denkbeelden vrjjwel overeenkomen met die van de Americaingroep, een gezelschap van linksgerichte leden van de KVP, ARP en CHU, werkt drs. Bogaers vooralsnog in de eigen kring van de KVP. Onze parlemen taire redacteur had met hem een gesprek over zijn activiteiten en bedoelingen. Het resultaat daarvan is het hierbij afgedrukte artikel, zo veel mogelijk in de soms nogal in gewikkelde bewoordingen van drs. Bogaers, die er prijs op stelde dat deze behouden bleven. ook op politiek terrein, aan verwezen lijking van de hoofdtaak: de wereld een betere afspiegeling van de Schep per te maken" „Het spreekt ook de jeugd aan. Pax Christi en de betogingen voor Vietnam zijn daarvan symptomen. Ook de term „evangelische radicaliteit", waaraan het is te danken dat de Anti-Revolutio naire Partij bij de jongste verkiezingen 2 winst heeft gemaakt en haar jeugd heeft behouden". „Men krijgt genoeg van tweeslach tigheid in de politiek; men wil con sequent handelen! Tal van groepen zijn in beweging. De christelijke auteurs hebben de overhand in wat er tot nu toe over partij vernieuwing is geschreven". „Het alternatief is dat met name de K.V.P. zou terugvallen tot vijftien of twintig zetels. De verkiezingen hebben duidelijk gemaakt dat een groot aantal mensen het mij voor ogen staande station al voorbij was. Persoonlijk heb ik de verwachting dat een groot deel terugkomt als je het anders aanpakt, maar als dat niet gebeurt dan staan grote groepen klaar om het voorbeeld van 15 februari te volgen en het ergens anders te proberen". T"|e derde vraag was of deze concen- tratie van onderop tot stand moet komen, naast het streven naar een soort christen-democratische samen werking van bovenaf. „Mijns inziens kan het niet zonder diepgaande discussies in brede kring. Het is niet goed dat uitsluitend over te laten aan de groep van achttien (de door de partijbesturen van K.V.P., A.R.P. en C.H.U-. ingestelde commissie). Naast de Americain-groep is er een aantal leden van de K.V.P., die zich daaraan nauw verwant voelen; zij zouden graag zien datde diverse initiatieven zouden uitmonden in een radicaal-vooruitstrevende partij in christelijke zin". „In de K.V.P. is het politieke gesprek over doeleinden en middelen te weinig uit de verf gekomen, te veel overgela ten aan een bepaalde top en te weinig gevoed van onderop. Om zo'n ander program te verwezenlijken heb je veel mensen nodig. Ik geloof niet dat je het vanachter je bureau kunt doen. Het is de vrucht van teamwork en diepgaan de discussies". "\7"RAAG: Wordt het dan niet alleen maar nog weer een nieuwe confes sionele partij? „Wat mij betreft, dat nooit! Dat zou volkomen ingaan tegen de andere doel stelling die hiermee ten nauwste ver band houdt, namelijk het tot stand brengen van -een zo groot mogelijk vóóruitstrevend samenwerkingsverband, om de kiezers in staat te stellen tot een zo groot mogelijke inspraak in de manier waarop ons land zal worden bestuurd en dat maximale duidelijk heid kan verschaffen op de dag na de verkiezingen, indien dat samenwer kingsverband de absolute meerderheid in het parlement zou halen". „Dat kun je realiseren met een gemeenschappelijk program door dat samenwerkingsverband op te stellen, een concept-regeringsprogram, met daarbij de kandidaat-formateur en aanstaande premier en de lijst van overige kandidaat-ministers. Dus geen onderhandelingen meer na, maar voor de verkiezingen". Een dergelijk stembusakkoord lijkt drs. Bogaers mogelijk met „een groot deel van de Partij van de Arbeid en een groot deel van D'6ó, mits alle betrokken zich bewust stellen op het beginsel van de pluriformiteit, d.w.z. erkennen, dat er verscheidene wegen zijn om hetzelfde doel (het gemeen schappelijk program) te realiseren". Goochelaar Phil Tomas in Balti more (V-S.) is ontgoocheld. Zijn hele collectie gedresseerde vlooien, die hij in lucifersdoosjes bewaarde, is ge stolen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 9