Prachtige middeleeuwse legende had
basis voor gemeentewapen kunnen zijn
Hoge Raad
van Adel
gaf gemeente
Kesteren een
zwaan die
eigenlijk niet
thuis hoort
in t wapen
Europa's beste
naa
Idp
rinses
Frummel
Hagelschade
aan fruit
Veiling
Septer
door
Adriaan
P. de Kleuver
W eer prijs in
Candia-loterij
Kasversterking
voor O.B.K.
Een verrassende visie
op een andere wereld!
DINSDAG 4 JULI 1967
In Den Haag zetelt een college van waardige en wijze mannen. Zij wa
ken over het wel en wee van de Nederlandse wapens en zodra een gemeen
te, waterschap of dijkschap het te bezigen wapen geregistreerd of vastge
steld wil hebben, zorgt daarvoor dit illustere gezelschap. Deze semi-
overheidsinstelling staat bekend als de Hoge Raad van Adel. Ons land
heeft in feite geen wapenrecht. Alléén wie „van adel" is weet zijn of haar
familiewapen beschermd. Voor de rest kan men met de burgewapens naar
believen omspringen. Alleen de genealoog kan vaststellen of bijvoorbeeld
een familie Hartog werkelijk het oude geslachtswapen Hartog niet ten on
rechte voert. Maar men „neemt" nogal eens het bestaande wapen aan
dat antecedenten op de eigen naam heeft.
De Haagse heren staan soms voor
grote moeilijkheden als het een wa-
penontwerp voor een gemeente be
treft die nog nimmer een wapen in 't
zegel voerde.
Zo kwam de gemeente Kesteren in
1959 daar om een eigen wapen. Men
boog zich in Den Haag over litera
tuur over dit Betuwse dorp en men
begon met 't groeperen van een vier
tal wapenonderdelen tot één geheel.
Helaas moeten wij op deze keuze
wel enige kritiek laten horen. Het be
langrijkste historische moment, de
stichting te Kesteren van 'n Clarings-
bank, een hoger gerecht van „derde
aanleg", liet men ongemoeid.
Als wapenfiguur had Vrouwe Justi-
tia dan ook beslist niet mogen ontbre
ken.
Tweemaal zelfs is Lede en Oude-
waard herhaald in de 4 delen waar
uit het wapen bestaat en onbewust
misschien heeft het illustere Haag
se gezelschap Kesteren min of meer
een poets gebakken door de gemeen
te met een onmogelijke vrijerij op te
scheppen.
U kent de oude Romeinse mythe
van Leda en de zwaan niet? Welnu,
de god Jupiter kwam op een keer in
de gedaante van een sneeuwwitte
zwaan bij hjt godinnetje Leda op be
zoek. Hoe dat nou moest? Iedere bio
loog kan u vertellen hoe bij eendvo
gels de bevruchting tot stand komt.
Dat is toch nétjes gezegd zou ik me
nen.
Uit de vrijerij tussen Leda en de
zwaan werden Castor en Pollux ge
boren. Leda was ook de moeder van
de schone Helena, die in de Griekse
mythologie optreedt. Jupiter was bij
De ruïne Ter Lede gezien in de
richting Rhenen met op de achter
grond de Cuneratoren. Het is een zo
genaamde gewassen tekening van J.
de Beijer (1748) afkomstig uit de at
las Munniks van Kleef, paleis Soest-
dijk.
de Romeinen dezelfde als Zeus. En
zo zit de hele Grieks-Romeinse go
denwereld vol avontuurtjes.
Onder het schrijven schoot mij een
gebeurtenis uit de Veenendaalse ge
meenteraad te binnen. Er was onder
de voorgestelde namen voor de stra
ten in „de Engelburg" de wat vreemd
aandoende naam „Paul en Leentje"
gecreëerd, ontleend aan de naam van
een perceel land dat daar gelegen
heeft. Deze naam verwekte wat hila
riteit en toen het WD-raadslid voor
stelde sterrennamen aan de straten
te geven vond de nestor van de raad,
de heer Johan v. Hardeveld, dat ook
maar bedenkelijk. Hij woonde dan
toch liever in bij Paul en Leentje dan
bij Castor en Pollux.
Maar met dat al zit Kesteren maar
met die vaderzwaan in het wapen te
kijken, 'k Heb er naar uitgezien het
oude heerlijkheidswapen van Lede te
pakken te krijgen. Vruchteloos! Ik
betwijfeld het zelfs of Lede en Oude-
waard ooit wel een eigen wapen ge
voerd hebben.
Die Hoge Raad van Adel kan mij
nog veel meer vertellen. Éérst dat ze
gel laten zien! Lede en Oudewaard
waren sinds 1461 onderdeel van 't
heerschap en latere graafschap Cu-
lemborg.
Op het Huis ter Lede zetelde de
drost van de graven en in dat geval
zegelde deze hoge grafelijke ambte
naar er liggen er in de kerk van
Kesteren twee begraven met het
zegel van de graafschap.
Er zou dus voor 1461 een heerlijk
heidszegel van Lede moeten geweest
zijn en het werd door mij niet aange
troffen. Het is veeleer zo dat de
zwaan uit de Leda-mytha vereenzel
vigd werd met de naam Lede. Goed
koop en niet te verantwoorden.
Beter ben ik content met de keuze
van een wapenfiguur bij dat voor de
heerlijkheid Wolfswaard, een wolfs
kop. Werkelijk aardig gevonden. En
de schenkkan ('n middeleeuwse dub-
belnak) in verband met het schenk-
ambt aan de Schenkhof verbonden, 't
ambt van schenker aan het hof van
de graaf-hertogen van Gelre, acht ik
ook juist. En dan als vierde het wa
pen van de Gelderse hertogen dat
nogmaals met Lede in verband ge
bracht wordt. Tweemaal in een wa
pen is té veel.
Zo men voor Lede en Oudewaard
als onderdeel in het wapen een
verantwoorde wapenfiguur had wil
len gebruiken zou 'n zilver hert op
een groen veld juister geweest zyn.
Kenden die heren in Den Haag de
schone Betuwse legende van Lede
niet? Hoe zouden zij! Ze leefden tot
begin deze eeuw nog bij heel oude
mensen voort, maar verstierf op hun
lippen en de ouderen van nu kennen
het prachtige verhaal niet eens.
In een héél oude Geldersche Alma
nak uit de vorige eeuw vond ik dat
wondermooie verhaal en ik zal het
getrouw met mijn eigen woorden
weergeven.
„Tussen het stroomgebied van Rijn
en Waal lag in de omgeving van Kes
teren een uitgestrekt bos. Het was zo
dicht dat niemand er anders dan met
een hakmes zich een weg kon banen.
Nooit werd het door een mens betre
den. Er huisden wilde dieren en het
was er zo geheimzinnig dat men zelfs
fluisterend gesprekken er over voer
de. Nooit was een mens, die 't waag
de diep het woud binnen te dringen
teruggekomen. Paden om te belopen
waren er niet. Wat de duistere diep
ten verborgen hielden wist geen men
Zo lag het woud er al eeuwen. Op
hoge terpen, omgeven door moeras
sen die aansloten bij de bosrand,
woonden een paar boeren en vissers.
Zij vertelden aat soms tot aan de bos
rand een blinkend wit hert kwam, dat
telkens op een mysterieuze wijze
weer vera ween. De jager der land
heer durfde het dier met te doden,
want het volk gelooide aat dit groot
onheil zou brengen. Men kende het
spoor dat het hert volgde niet; het
woud hield de geheimen die het be
vatte veroorgen voor nieuwsgierigen.
Niet ver van het woud en dicht bij
de rivier woonde een oude ridder
wiens zoon ter kruisvaart was ge
weest. De jonker was gezond en wel
teruggekeerd. Het was een rijzige en
knappe jongeman en menige jonk-
vrouwe had al met welgevallen haar
ogen op hem geslagen, riij bracht de
tijd evenwel door met jagen en be
zocht toernooien. Neen, aan trouwen
dacht hij niet. De oude ridder had 'n
groot feest ter gelegenheid van de te
rugkeer van zijn zoon aangericht en
van heinde en ver waren de jonge
mannen en de jonkvrouwen gekomen.
Er waren speellieden besteld en men
danste de gehele avond. En zoals al
tijd op een feest kwam de stemming
er méér in naarmate de wijn minder
de. Een jonker bracht het gesprek op
het geheimzinnige bos en onze jonker
wilde wel aan het hoofd van een aan
tal jonkers het woud intrekken. Het
geheim van het witte hert wilde hij
leren kennen. Neen, doden zouden zij
het dier niet. En als men met een
grote groep ging kon er immers niets
mis gaan! Maar géén van de jonkers
dufde het aan hem te volgen. Over
moedig geworden zei de onverschrok
ken jongeman dat hij het dan alléén
zou doen. Schrik tekende zich af op
de gezichten van de jonkvrouwen,
want zo iets ongehoords was nog nooit
voorgevallen. Maar onze jonker vond
hen allen maar bange hazen. Wat
konden daar nu anders zijn dan beren
en oerossen en die ging hij niet uit de
weg. En dat witte hert dan? Nou ja,
kwam hij het tegen dan was dat nog
geen ramp, want nog nooit had hij
gehoord dat een mens door een hert
opgegeten was. De jonker lachte om
al die bezorgdheid en daagde zijn
makkers uit hem de man te laten ont
moeten die het zelfs maar geprobeerd
had. Niemand immers! En hoe kon
men dan weten dat er nooit een mens
uit teruggekomen was? Allemaal on
zin vond hij. Hij had méér van de
wereld gezien dan zij, had storm op
zee meegemaakt en was dagenlang
door bossen die hondermaal groter
waren dan dit gemarcheerd. Er werd
een weddenschap afgesloten; hij was
vastbesloten te gaan.
De nacht verstreek en reeds kleur
de de oosterkim koperrood. Op de af
gesproken plaats stond een groepje
mannen. Zou hij komen? En ja, met
veerkrachtige tred, spelenderwijs in
de handen 'n groot kapmes houdend,
kwam hij bij het groepje. „Mannen",
zo begroette hij ze, „mannen, straks
zullen wij het geheim kennen; geloof
mij, ik kom terug". En meteen be
gon hij met 't hakmes zich 'n weg in
de dichte ondergroei te banen. Spoe
dig reeds was hij aan 't oog onttrok
ken en opgenomen in de groene wil
dernis. Hoofdschuddend stonden de
mannen aan de rand van het woud en
togen bezorgd huiswaarts. En ergens
in een zaal van zijn kasteel zat de
oude ridder met het hoofd in de han
den en weende bitter
De jonker drong al dieper de wil
dernis binnen. Allengs verstomden de
geluiden en was alléén nog het ruisen
van de wind door de toppen van de
woudreuzen hoorbaar. Als zuilen in 'n
machtige natuurkathedraal rezen on
bewogen de zware stammen van
eeuwenoude eiken omhoog.
Verdronken in de eenzaamheid sloeg
onze held zich moedig een doorgang.
Geen sterveling kwam hij tegen. En
toen ineens was het wonderbare hert
er. Het edele dier trilde over 't gehele
lichaam. Zo stond onze jonker oog in
oog met de verschijning. Het hert
maakte rechtsomkeert en toen pas
zag de overmoedige jongeman dat 't
dier een vast spoor volgde. Nieuws
gierig volgde hij op enige afstand en
bemerkte dat in het woud het al lich
ter en lichter werd, tot het hert ten
slotte op een open plek in het bos
kwam. De jongeman stond als aan de
grond genageld. Er stond slechts één
hut en een smalle beek stroomde er
langs. Op een omgevallen boomstam
zat een jonkvrouwe van bovenaardse
schoonheid. Het hoofd was omwolkt
Dezelfde ruïne, maar niet gezien
in de richting Kesteren.
met een weelde van blond haar en de
ogen waren blauw als de vergeetmij-
nietjes aan de beekoever. Met haar
blote voeten speelde zij met de kab
belende beek; haar armen rustten op
de boomstam. Haar fijne vingers krie
belden 't hert over de vochtige neus
vleugels en dan, ineens, bemerkte
ze dat het dier haar iets te zeggen
had. Ze rechtte zich en volgde het
hert en zo kwam ze te staan tegen
over onze jonker. Sprakeloos was hij
over zoveel gratie die deze droom
verschijning bezat. Want hij ervoer
alles als een droom. Maar neen, de
jonge vrouw nam zijn handen in de
hare en leidde hem naar de plek waar
ze gezeten had. Een lach straalde
over haar gelaat. „Noem mij Lede",
zei ze, „eindelijk is mijn bevrijder ge
komen en zal ik onder de mensen
weer keren". Ze vertelde hoe een bo
ze, oude man haar op deze plek ge
bracht had waar zij moést blijven.
Ze had geweigerd met die rijke man
te trouwen en haar ouders hadden
haar daarom verstoten. Haar enige
vriendschap in de dagen van haar
verbanning had zij van 't blinkend
witte hert ondervonden. Zij had be
grepen dat 't edele dier er op uit was
geweest 'n jonge man in de donkere
diepten van het bos de weg te wijzen
naar de open plek. En eindelijk was
naar bevrijder gekomen. Onze jonker
kwam met een plan dat de lieftallige
jonge vrouw met vreugde begroette.
Hij wilde op deze plek een kasteel la
ten bouwen waar zij als heer en vrou
we zouden wonen. Zo is het gebeurd
en het slot kreeg de naam Lede. Het
edele hert verdween voorgoed en is
nimmer door een mens meer gezien".
Ja, beste lezers, en zij leefden nog
lang en gelukkig. Met simpele woor
den is de inhoud van dit verhaal uit
een oude almanak tot mij gekomen;
met mijn eigen woorden gaf ik het
vorm en inhoud. Wij mogen de schat
aan oude volksverhalen die onze
eigen Betuwe rijk is niet vergeten. Ze
versterven op de lippen van de ouden
en onze jeugd schaamt zich ervoor ze
te herhalen. Men kent dit schone ver
haal over het Huis ter Lede bij Kes
teren niet meer. U maakte al kennis
met 't wonderbaarlijke verhaal over
Adam van Delen en de Leeuw.
Zo volgen er nog een paar. Want 't
Betuwse land zit vol met dit soort le
genden, volksverhalen die nooit nog
werden opgetekend voor onze lezers
uit de 20ste eeuw.
Hoewel dit verhaal zich afspeelt in
de middeleeuwen geef ik het een ho
gere ouderdom. Het is onbetwist een
oud-Germaans verhaal. Er spreekt 'n
dualistische godenvoorstelling uit,
licht en duisternis, goedheid en boos
heid, ze komen naast elkaar voor. De
ze primitieve godsvoorstelling hebben
de mannen, die rond 800 onze streken
't Christendom kwamen brengen, ge
bruikt als onderstam waarop de
Christelijke leer geënt werd. De her
komst gaat schuil onder de Christelij
ke opvattingen over liefde en boos
heid.
De jonker keert terug van 'n kruis
vaart en zijn beloning voor deze goe
de daad krijgt hij in de vorm van 'n
beeldschone jonkvrouwe. Het blinken
de witte hert kan men vergelijken
met de leidinggevende Heilige Geest
Gods die in de christologie de gedaan
te van een witte duif heeft. De oer-
godsdiensten hadden veel met elkaar
gemeen en zo kon zelfs een oosterse
godsdienst vrij gemakkelijk de wes
terse godsvoorstelling gaan beïnvloe
den. Zonder het te weten en te willen
bewijzen wij allen nog dagelijks eer
aan de oude Germaanse goden.
Er zullen stijle Calvinisten zijn die
dit wezenlijke feit verre van zich me
nen te weten. Het blijft niettemin 'n
feit van betekenis in onze godsdienst
vormen. Zo'n gechristianiseerde (ge
kerstende) Germaanse mythe vormt
dikwijls de ondertoon in talloze heili
genverhalen Cunera-legendeOok
in de volksoverleveringen kreeg zo'n
verhaal een christelijk voortbestaan.
Maar het blééf levend. En nu dan
zijn wij zo ver dat onze jeugd geheel
vergeet. Waarmee onze meisjes en
jongens gans en al niet veroordeeld
zijn. Integendeel! Zii immers zijn de
objecten waaruit de legende van mor-
geen geformeerd wordt.
Met dit alles voor ogen vraag ik u
wat u liever in het Kesterense ge
meentewapen gezien had, het edele
hert uit uw bloedeigen Lede-verhaal
of de tegennatuurlijke, op z'n Hong-
kongs handelende zwaan uit de
Grieks-Romeinse godenhemel, in de
koele Betuwse landouwen losgelaten
door buitengewoon deftige heren uit
ons aller „Haègje". Mijn keuze kent
u al wel: in een veld van sinopel
(groen) een hert van „zilver". Ze
hebben met Kesteren 'n weinig ge
slaagde joke uitgehaald, die wijze
mannen in Den Haag. In het wapen
zwemt hij zo rustig, maar oh wéé als
hij een meisje ziet....
LEERSUM „Hoera ik heb weer gewonnen", zei mevrouw A. C. Kranen
burg, en triomfantelijk zwamde zij het complet, waarmee zij al zoveel geluk
heeft gehad boven haar hoofd. Tijdens de finale in Baden Baden van de naald
prinsessen uit zes landen, (Zwitserland, Denemarken, Oostenrijk, Italië, Duits
land en Nederland) werd de vertegenwoordigster uit Leer sum eerste in een
veld van ongeveer 60 deelneemsters.
„Ik heb echt niet gedacht, dat ik in de internationale finale zo'n goed figuur
zou slami", zegt ze. Vrijdag hadden we de finale van de Duitsers gezien en
daar was zoveel moois bij, dat ik geen enkele hoop meer op een prijs had. Za
terdag zei de heer Van Balen van de inkoopvereniging dat ik een zoompje nog
wat moest oppersenmisschien had ik dan kans op een klein prijsje. Het werd
de hoofdprijs: een BMW sportwagen van ongeveer 10.000,-"
De auto is nog niet in Leersum, tot teleurstelling van de vele kennissen, die
kwamen feliciteren en de auto wilden bewonderen. Eerst over veertien dagen
zal mevrouw Kranenburg in de BMW kunnen rijden.
RHENEN In de „Candia-Club-
huis"-loterij werd opnieuw een prijs ge
trokken ter waarde van f 100,Dit
maal werd het winnende lot nummer
225. De gelukkige is de heer W. Rongen,
Molenstraat 14, Rhenen.
BETUWE De onweersbuien, die
ook de Betuwe het afgelopen weekein
de passeerden, zijn op diverse plaatsen
gepaard gegaan met een vrij sterke ha-
gelval.
In vele fruitboomgaarden is hierdoor
lichte tot zware schade aangericht. Het
was dit keer veelal een rond gevormde
sneeuwhagel, die de vruchten aan de
bomen deukte.
Alle geraakte vhruchten en dat zijn er
in vele percelen variërende percenta
ges van de oogst, hebben deukjes opge
lopen. De kwaliteit van deze vruchten
is hiermee tot keuken- of fabriekskwali-
teit gedegradeerd, zodat het ook al
groeien de vruchten normaal door
voor de fruittelers altijd een behoorlij
ke strop betekent.
Aardbeien per doosje van 250 gram:
Gorella 2731, 1420; Senga sen-
gana 2023, 1418; Red gauntlet
23—36, 1424; Talisman 23—32, 16—
23; Vola 21—31, 13—24.
Aardbeien met dop 60—100, 4978.
Aardbeien gedopte diverse 81.
Aardbeien gedopt senga's 131, 71.
Kersen: meikersen 200226, b 140,
bc 121, c 70; Varikse zwarte 142
210, b 138, bc 118, c 22.
Frambozen per doosje van 250 gram
3563, 20—32.
Rode bessen per doosje van 250 gram
2560, 1932; rode bessen per kg 85
105, 7782, bloc 68; zwarte bessen per
kg 300302; kruisbessen blonde per
doosje van 250 gram 7779; kruisbessen
blonde per kg 146149.
Pruimen: golden japan per doosje
41—53.
Groenten: Andijvie 2022; bloem
kool per stuk 38—50, 10—43; capucijners
blauwe 98100; doperwten 6879; kas-
snijbonen 110—150, 70—90; kasprincesse-
bonen 210230; landbouwerwten 41
43; rode kool 10—17; savooie kool 22—
24; spitskool 12—27; sla per 100 krop
11.00—12.50; peulen 65—100; tuin
bonen 21—26; uien 34—41; aardappel
nieuwe middel 1425 kriel 814.
is hoofdaanvoer.
Alles in centen per kg tenzij anders
vermeld.
RHENEN De openbare inzameling,
die de afgelopen week werd gehouden
door en ten bate van de Harmonie
„Oefening Baart Kunst" is fantastisch
goed bij het Rhenense publiek ingesla
gen. De opbrengst bereikte een record
bedrag van f 1576,16. De heer W. v. d.
Pol, secretaris van deze vereniging,
vertelde dat men acht jaar geleden was
begonnen met een kleine f 400,Hij
was de burgerij uiterst dankbaar dat
er zo bijzonder goed was geofferd.
UTRECHT Paardemarkt. Aange
voerd in totaal 385 dieren. De prijzen
luxe paarden van f 1150,- tot f 1500,-;
werkpaarden van f 1100,- tot f 1425,-;
oude paarden van f 900,- tot f 1540,-;
driejarige paarden van f 800,- tot f 1150
tweejarige paarden van f 080 tot f 875,-;
veulens van f 300,- tot f 600,-; hitten
van f 700,- tot f 900,-; slachtpaarden
per kg geslacht gewicht van f 2,80 tot
f 3,60 en jonge slachtpaarden van f 3,60
tot f 4,- per kg geslacht gewicht. Han
del: kalm.
ADVERTENTIE
't Is even een aanschaf. Maar
dan gaat er ook een wereld van
ontdekkingen voor U open. Een
wijder perspectief op Uw vakan
tie, op de natuur, of zelfs op het
oneindige rijk van de sterren
Wij geven U graag een goed ad
vies. Zo bent U er zeker van, dat
U precies de kijker kiest, die bij
Uw plannen het beste past.
OPTIEK
KERKEW1JK 17 - VEENENDAAL
I