Loopbaan was succes
tegen de stroom in
„Help! Een
vreemde man
in mijn
slaapkamer
JJ-oaebein tam
op
de li
Interessante dorpskerkjes
in de Friese Bouwhoek
Zeeland bezig het Majorca
van Nederland te worden
In Den Haag nogal wat
jongelui „de hort op*'
DR. J. LINTHORST HOMAN AMBTELOOS
NA EINDE VAN „HOGE AUTORITEIT'
Spottend
Verbondenheid
„Ln wanhoop
Ideaal
Klassiek verhaal
Nare tijd
Speeches
Evenwichtig
OOCf
j Vele randstedelingen kopen in de ruime,
I frisse Delta een tweede woning
Vaart
Hotelbouw
Verschil
Gemeenten
Rouwborden
Hantumhuizen
Route
CJ1JN leven lijkt getekend door tegenslagen en teleurstellingen. Het heeft de
schijn alsof hij de moeilijkheden zelf opzoekt"wordt van hem gezegd.
Maar doctor Johannes Linthorst Homan is geen geslagen man en ,,ik ben niet
verbitterd zegt hij zelf. Begin deze maand werd hij ambteloos burger. Dr.
Linthorst Homan was lid van ïle Hoge Autoriteit van de Europese Gemeen
schap voor Kolen en Staal. Dit meest onafhankelijke van de drie uitvoerende
huropese gezagsorganen ging echter op in de ene Europese Commissie en daar
mee kwam de man. die zelf de verdragen van de Europese Economische Ge
meenschap en van Euratom heeft geschreven, zonder functie.
Hij zelf heeft echter al vele jaren ge-
pleit voor dat samengaan van de ge
zagsorganen. Het heeft hem gespeten,
dat het niet vlugger is gegaan, dat niet
eerder de noodzakelijke doelmatigheid
in het Europese beleid werd nagestreefd
en de EGKS uit haar politieke isolement
werd verlost.
Hij is nu zelf medeslachtoffer van
de trage gang van zaken. Voor de man
uit Luxemburg leek een ambassadeurs-
post weggelegd. Nu hij inmiddels 64 is
geworden, lijkt de titel van ambassadeur
nog wel zeker, maar de functie zelf twij
felachtig. Toch zou deze man die zich zo
ten volle heeft ingezet voor Nederland
en voor Europa de regering of de Eu
ropese gemeenschappen nog vele dien
sten kunnen bewijzen. Hij zelf zou trou
wens niets liever willen.
Voor „Hansje Homan" zoals hij zich
soms ietwat spottend noemt, leek een
glad en soepel lopende carrière wegge
legd. Vader en grootvader waren com
missaris der Koningin in Drente ge
weest, een gewest dat hem nog steeds
na aan het hart ligt. Hans was amper
dertig toen hij burgemeester werd van
Vledder, een kleine gemeente in zijn
provincie, die werd gekasteid door de
gesel der werkloosheid. De helft van de
bevolking liep doelloos rond.
Burgemeester Homan stond vrijwel
machteloos. In Den Haag vocht hij
voor zijn gemeente. In Vledder echter
was hij de vertegenwoordiger van een
overheid waartegen de verbittering en
de woede van de verpauperende men
sen zich keerde. Eerst later groeide de
waardering voor de jongeman. Het leed
van zijn gemeentenaren heeft echter 'n
onwisbaar stempel gedrukt op het le
ven en denken van de Vrijheidsbonder,
die in 1937 Commissaris in de provincie
Groningen werd.
Nu na dertig jaar kan hij met ver
fijnde humor, waarin de zelfspot zelden
ontbreekt, uren vertellen over deze pe
riode, die wellicht de gelukkigste van
zijn leven is, maar waarin juist de ont
wikkeling van de democratie hem zor
gen baart. In de jaren dertig, toen het
vertrouwen in het gezag wankelde en de
crisis fel om zich heen sloeg groeide
de verbondenheid van Homan met de
gewone mens, sterkte in hem de wil
iets te doen hoe gering ook ter
verbetering van het lot van zijn minder
bedeelde medeburgers. Hij voelde zich
verantwoordelijk voor „zijn mensen".
Hij was niet de koele regent die hoog
zetelde in het Groninger provinciehuis
ter afdoening van formele zaken. Eerst
wie iets van de Homan uit Drente en
Groningen heeft begrepen, kan ook be
grijpen dat hij het was die samen met
De Quay en Van Enthoven het drieman
schap van de Nederlandsche Unie heeft
gevormd.
Velen nog nemen hem deze „vergis
sing" kwalijk. Zijn Unie-verleden heeft
hem jaren achtervolgd en zelfs buiten
staanders moeten erkennen dat wat De
Quay vergeven lijkt, Homan nog steeds
wordt verweten. Hij zelf wil niet spre
ken van vergissen. „Dat lijkt te veel op
het wedden op het verkeerde paard".
Hij heeft gehandeld „in wanhoop over
de machteloosheid van het Westen",
menend dat in een machtsvacuüm „er
kerels moesten zijn die er tussen spron
gen". Hij heeft er nooit aan getwijfeld
zegt hij nu, dat de Duitsers die Unie
„snel de nek zouden omdraaien", om
dat de Unie vooral bedoeld was als men
taal verzet tegen de NSB.
Nooit heeft hij contact gehad met Lon
den. Eerst later, veel later hoorde hij
dat Gerbrandy hem wilde laten over
komen, maar de boodschap heeft hem
nimmer bereikt en ook nu nog weet hij
niet wie de koerier was.
Vrienden hebben hem gezegd: „Het
was naief van je om toch commissaris
te blijven". Anderen verwijten hem:
„Je kijk op de oorlog was fout. Je
had nooit mogen aanduiden dat je over
leg met Hitler-Duitsland wilde plegen".
Zou men Homan iets willen verwijten
dan is het waarschijnlijk inderdaad na-
iviteit. Hij was te goeder trouw en in
Duitse ogen belangrijk genoeg om hem
te gijzelen, 2,5 jaar lang in Haren en Sint
Michielsgestel. Verraad mag en kan
hem niet worden verweten en is hem
ook nooit verweten. Maar de
gedachte aan naiviteit wordt inderdaad
versterkt, als blijkt dat Homan er nau
welijks aan twijfelde dat de post van
commissaris der Koningin hem na de
bevrijding direct weer ten deel zou val
len. Ook later klinkt uit zijn vele speech
es op Europees terrein iets van de idea
list die de inderdaad ontluisterende,
maar desondanks nimmer uit het oog
te verliezen werkelijkheid ontloopt.
Het is kort na de oorlog stil rond Ho
man. Een man zo rijk aan capacitei
ten kan zijn licht echter niet te lang
onder de korenmaat houden. In 1947
vloeien de functies hem weer toe: pre
sident van de Rijksdienst voor het Na
tionale Plan, voorzitter van de Maat
schappij voor de Landbouw, in 1952 pre
sident van het Nederlands Olympisch
Comité.
Zijn belangrijkste levensperiode be
gint evenwel in 1952. Hij werd direc
teur voor de Europese Integratie bij 't
ministerie van economische zaken. Dan
kan hij werken aan de Europese eenwor
ding. Wellicht zijn grootste ideaal. Hij
doet dat uit overtuiging, nimmer ech
ter vergetend zijn geboortestreek. Hij
houdt niet van een sterk centralisme.
Hij ziet wel degelijk ruimte voor de ei
gen regio. „Federalisme denkt van be
neden naar boven, in steeds wijdere
DR. J. LINTHORST HOMAN
charmant onderhandelaar
kring." Hij verwerpt „het statelijk cen
tralisme dat naar beneden wil beschik
ken."
In zijn Europese werk bijt hij zich
vast, maakt zich vele vrienden op een
merkwaardige verscheidenheid van ni
veaus. Iedereen kent Homan, zijn le
venskunst, zijn waardering voor al het
goede, dat het leven kan geven, zijn
smaak, zijn humor. Niet iedereen ech
ter kan zijn ironie waarderen en som
migen lopen nog met wrok rond om
een opmerking, die scherper klonk dan
Homan bedoelde. Hij doorziet snel de
werkelijkheid achter een pompeuze fa-
gade.
Klassiek is zijn verhaal over zijn eer
ste opwachting als Nederlands perma
nent vertegenwoordiger in Brussel bij
dr. Hallstein, de voorzitter van de Com
missie. De Duitser met wie dr. Lint
horst Homan zoveel jaren nauw had sa
mengewerkt bij de opstelling van de
Europese verdragen had zich voor die
gelegenheid in een reusachtige zaal ge
ïnstalleerd. Achter een indrukwekkend
bureau zetelde Hallstein. De hoge rug
leuning en de zijvlakken van de presi
dentiële stoel dwingen Homan tot de
vraag: „Waar is nu de raaf?"
„Het was er uit, voor ik er erg in
had", lacht hij nu, maar Hallstein heeft
niet gelachen en er was weer een be
middelaar nodig om de schade te her
stellen.
Homan was geen harde onderhande
laar. Zijn opdrachtgevers in Den Haag
kregen vaak de indruk dat hij zich
schaamde in het onderhandelingsspel
meer te vragen dan Nederland uiteinde
lijk verlangde. Maar voor behoud van
het federalisme, voor versterking van
het bovennationale karakter van de ge
meenschappen heeft hij gevochten. Hij
vond steun bij de toenmalige minister
Beyen, maar premier Drees echter kon
niet warm lopen voor de ideeën van
onderhandelaar Homan, die zich
prompt moeilijkheden op de hals haal
de als hij dacht verkeerde instructies
te hebben gekregen.
Zijn charme was echter ontwapenend,
zijn loyaliteit boven twijfel verheven.
Bekend is dat een Franse minister zijn
Nederlandse collega eens toevoegde:
Stuur in hemelsnaam een minder
charmant, maar voor mijn part een kei
harde onderhandelaar. Tegen Homan
kun je op den duur geen nee zeggen."
En een Nederlandse minister bekende
onlangs: „Wat Nederland in de onder
handelingen heeft bereikt, is te danken
aan de ongelooflijke charme van deze
dr. Linthorst Homan."
Hij was in 1958 de eerste ambassa
deur bij de EEG. Op 15december 1962
vertrok hij uit Brussel, juist toen de on
derhandelingen met Engeland zich naar
het veto van de Franse president
spoedden. Homan had ervaren dat vele
van zijn idealen illusies bleken. De
grootste teleurstelling kwam toen hij
zijn koffers diende te pakken.
Het Nederlandse lid van de Hoge
Autoriteit Spierenburg wilde weg uit
Luxemburg. Brussel leek inderdaad de
beste post voor deze bekwame, hard
onderhandelende man. Homan mocht
toen kiezen: de plaats van Spierenburg
innemen in Luxemburg of een post als
ambassadeur elders.
Hij moet een nare tijd hebben gehad.
Hij heeft er altijd over gezwegen. En
als hij er eens over sprak, dan was het
om anderen vrij te pleiten.
De keuze was moeilijk. Homan zag
zeer wel dat het met veel enthousiasme
begonnen in Luxemburg taande.
Het elan was er uit. Na de stichting
van de E.E.G. was de oudste gemeen
schap voor kolen en staal in een poli
tieke leegte geraakt. Er waren fouten,
vooral politieke, gemaakt in Luxem
burg. Toen hij inderdaad voor de Hoge
Autoriteit had gekozen, zou hij vele ma
len klagen over het politieke isolement.
Dat hij toch is gegaan, vindt zijn oor
zaak in „het verlangen in het Europe
se huis te blijven, ook al was het als
lid van een zwak uitvoerend orgaan. Ik
besefte zeer wel dat het een stap terug
was".
Homan was geen ambtenaar meer.
Hij was een politieke figuur, onafhan
kelijk van regeringen, verantwoordelijk
tegenover het Europese parlement.
Sommigen vragen zich nu af: „Wat
heeft hij eigenlijk bereikt?"
Anderen weten dat hij binnen de Ho
ge Autoriteit heeft gevochten voor recht
voor een Europese oplossing van moei
lijkheden. Hij voelde zich soms dan
weer eenzaam, dan weer geïnspireerd
in de kring van eerste Europeanen. Hij
was onafhankelijk en toch Nederlander.
„Jij pleit altijd voor Rotterdam", ver
weten zijn collega's hem soms, als hij
zich verzette tegen kunstmatige steun
aan havens, hetzij direct, hetzij indi
rect. Homan wilde slechts de ogen ope
nen voor een onontkoombare ontwikke
ling, voor een uitdaging van deze tijd
aan een in sommige gevallen verouder
de industrie.
Het is een, zolang notulen geheim
zijn, niet te beantwoorden, vraag of 't
waar is wat een minister onlangs zei:
„Het is een vent met lef, maar heeft
geen pest bereikt in Luxemburg".
Maar diezelfde bewindsman gaf toe:
„Hij heeft een oneindige fantasie. Hij
presteert het eens in de tien dagen een
speech te houden en dan nog een met
inhoud ook".
Homan schrijft de speeches prak
tisch allemaal zelf, liefst met de pen.
Eenmaal op het spreekgestoelte steekt
hij een hand in de zak, zoekt met de
ander steun aan de katheder en bepleit
dan de eenwording, de democratie, de
openheid van de gemeenschappen, een
evenwichtige ontwikkeling van een ver
enigd Europa en vooral de vestiging en
de bestendiging van een Europese
rechtsorde. Journalisten merkten al
gauw dat Homan geen papier nodig had
om zich toch vrijwel letterlijk aan zijn
tekst te houden.
Hij is soms ongeduldig. De eenwor
ding, waarvoor hij samen met Spaak en
anderen de „grondwet" schreef, gaat
niet snel genoeg. Het politiek* spel, de
vaak op chantage gelijkende Franse ac
ties verbijsteren hem. In speeches wel-
omkleed, maar in minder openbare ge
sprekken heeft hij vaak gezegd: „Gooi
de boel er bij neer en begin over tien
jaar opnieuw. Je kan toch niet door
gaan met het verkrachten van verdra
gen."
Om zichzelf te overtuigen dat zo min
als Keulen en Aken op een dag zijn
gebouwd, ook een Verenigd Europa niet
in tien of vijftien jaar tot stand kan ko
men, haalt hij dan weer het verhaal op
van zijn oude en veel bewonderde
Luxemburgse vriend en oud-premier
Bech:
„Het groothertogdom Luxemburg had
besloten de zomertijd in te voeren. Een
dorp echter weigerde mee te werken.
De pastoor echter stelde de regering
gerust. Elke nacht klom hij de hoge
kerktoren op om de grote klok, maat
gevend voor alle dorpelingen, vijf minu
ten bij te stellen. Na twaalf dagen liep
het dorp weer in de groothertogelijke
pas en zonder schokken."
Als het waar is wat Homan eens zei:
„Je bent naar buiten wat je van bin
nen bent", dan is hij een evenwichtig
mens, van wie een grote rust uitgaat,
die gevoel heeft voor de betrekkelijkhe
den van het leven, maar van datzelfde
leven met volle teugen geniet. Zijn in
nerlijke kracht heeft vele teleurstellin
gen opgevangen. Hij gelooft in de toe
komst en hij wil er nog graag aan wer
ken.
Tn alle vroegte werd de Haagse poti-
tie dezer dagen opgeschrikt. Een
75-jarige vrouw uit de Begentesse-
buurt belde om half vijf in paniek, dat
zij een vreemde man in haar slaap
kamer had aangetroffen. De politie
slaagde er in de man in de kraag te
grijpen.
Uit het onderzoek bleek, dat de vrouw
de avond tevoren in een buurtcafé een
paar borreltjes had gedronken. Ze
had er kennissen opgedaan, die met
haar mee naar huis gingen om na
sluitingstijd nog een paar borreltjes
te drinken. Bij hen was ook een 56-
jarige betonwerker uit Den Haag, die
aan het slot van het feestje bleef
logeren.
Ontwaakt uit haar korte, maar diepe
slaap heeft de vrouw zich niets meer
van de voorgaande avond herinnerd.
Zij herkende de betonwerker niet als
een van de mensen, die daadwerkelijk
had bijgedragen het feestavondje te
doen slagen.
De nagedachtenis aan de welge
boren juffer Johanna Maria v. Nijsten
(gestorven in 1748) leeft voort in het
kerkje van Hogebeintum op de hoog
ste terp (twaalf meter) van Friesland.
Haar naam staat groot geschreven
op één van de vele met krullen en
kleuren versierde rouwborden aan de
wanden.
Het kerkje, aan het eind van een
smal weggetje, waar de rozen opdrin
gerig geuren, ligt in een kring van
bomen. Het oudste deel ervan dateert
uit de twaalfde eeuw en is van grijze
tufsteen, het nieuwste deel de to
ren werd in 1717 met kleine steen
tjes opgesmukt.
Ook binnenin zijn een groot aantal
eeuwen vertegenwoordigd: een orgel
(weinig indrukwekkend) uit de achttien
de eeuw, een kansel met uit de hand
gesneden versieringen (zeventiende
eeuw) en in de noordmuur een dichtge
metselde nis, waarin voor de Hervor
ming een heiligenbeeld moet hebben
gestaan.
Van de rouwborden aan de wand zijn
er acht gewijd aan acht dochters (uit
een gezin van negentien kinderen) van
de heer Bartholt van Nijsten en vrou
we Margaretha Huygh. De familie
Nijsten beheerst zo de kerk, die verder
bekend is om de grafsteen van Gideon
van Coehoom (overleden in, 1724), broer
van de beroemde Menno.
Hogebeintum en zijn kerkje (de sleu
tel heeft de koster), liggen in het ge
deelte van Friesland de Bouwhoek
dat tot kort voor de tweede wereld
oorlog het welvarendste was varl de
provincie. De grond is er vruchtbaar en
door de eeuwen heen heeft de bevol
king er goed geboerd
De heer W. van Mourik, burge
meester van Ferwerderadeel (en van
Hogebeintum) heeft zich in de geschie
denis van dit land verdiept en kan sma
kelijk vertellen over, bijvoorbeeld, het
omstreeks 1580 verdwenen klooster Ma-
riëngaarde bij Hallum, waar zo nu en
dan wel eens een misdadiger werd on
dergebracht: voor straf. Eén van hen
sneed in gen kwade bui de neus van
een abt af.
Tweede ware geschiedenis: in de
kerk van Reitsum was het kerkbestuur
in de tweede helft van de vorige eeuw
zo orthodox, dat men van geen vrijzin
nige dominee wilde weten. Had deze
een preekbeurt dan deed de presi
dent-kerkvoogd met een grote sleutel
de kansel op slot. Geen preek.
De Bouwhoek van Friesland telt vele
kerken, waarvan een aantal hoog nodig
aan restauratie toe is. Het kerkje van
Hantumhuizen, niet ver van Ferwerd
en Hogebeintum, deelt gelukkig niet
in de malaise. Het werd tussen 1939 en
1942 gerestaureerd en valt aan de bui
tenkant op door de vele versieringen
van baksteen boven de laaggeplaatste
ramen en door de (dichtgemetselde) in
gangen aan de noord- en zuidkant. Van
binnen heeft het hoe klein het hier
ook is wel iets weg van een kathe
draal: een koele, hooggewelfde mini-ka
thedraal, die kort na haar voltooiing in
de dertiende eeuw al weer in de stei
gers moest voor een dringende verbou
wing. In plaats van twee gewelven (de
overblijfselen ervan zijn er nog) kreeg
het kerkje er toen drie.
De enkele rrouwborden aan de wand
zijn grauwer en eenvoudiger dan in
Hogebeintum, maar zeker zo indruk
wekkend.
Bij de ingang van het kerkje hangt
een ander bordje. Hierop staat: „Het
£r loopt in de Residentie nogal wat
jeugd los. Kon de politie het afge
lopen weekeinde een groot aantal van
huis en haard weggelopen jongeren op
sporen, ook begin deze week werden
er weer zes in de kraag gepakt, onder
wie twee, die al enkele weken rond
zwierven en wier ouders de opsporing
niet noodzakelijk oordeelden. Het waren
een 17-jarige jongen en een 16-jarig
meisje. Zij werden b(j een kennisje aan
getroffen: een 16-jarige jongen.. Deze
was weggelopen uit een tehuis in
Utrecht en hield zich schuil in de ouder
lijke woning in Den Haag. Zijn ouders
waren met vakantie.
Opgepakt werden voorts: van de
straat een 17-jarige jongen, die zes da
gen te voren van huis was weggelopen
en in een café in de binnenstad een 18-
jarige jongen, die een week de hort op
was, en een 15-jarig meisje, dat twee
dagen in zijn gezelschap vertoefde.
Ook gedurende het weekeinde had
de Haagse politie al tal van weggelo
pen kinderen aangehouden. Daarbij wa
ren:
het negentienjarige meisje P. A. C.,
dat een tehuis in Nijmegen was ont
vlucht;
9 de 19-jarige jongen N. M. van B. uit
de residentie, die sedert half juni
niet meer in de ouderlijke woning was
teruggekeerd;
9 een 17-jarige vrouwelijke kantoor
bediende uit Den Haag, die veer
tien dagen de hort op was;
9 de 19-jarige hulp in de huishouding
P. H. uit Den Haag, die vorige week
vrijdag weg liep;
9 een 17-jarige machinebankwerker
uit de hofstad, die zich een week
geleden aan het over hem gestelde toe
zicht onttrok en
9 een 13-jarige scholiere uit Voor
burg, die drie weken geleden van
huis wegliep na onenigheid met haar
ouders over de vakantiebesteding.
Er liggen bij de Haagse politie nog
opsporingsverzoeken van ouders van ca.
twintig Haagse minderjarigen.
is verboden in deze kerk te rooken en
van tabak te spuwen."
De gehuchten Hogebeintum en Han
tumhuizen liggen boven Leeuwarden
(niet ver van Ferwerd). Ze maken deel
uit van een route die de provinciale
VVV van Friesland kort geleden maak
te. Het beginpunt van dit traject is
Leeuwarden. Daarna volgen Lekkum,
Miedum (scheve toren), Wijns, Bartle-
hiem, Birdaard (aardige weg langs de
Dokkumer Ee), Sijbrandahuis, Dokkum
(de noordelijkste van de elf steden),
Oostrum, Ee (terpdorp), Ezumazijl
(sluisje), Oostmahorn (afvaart naar
In het vlakke land ten noorden van j
Leeuwarden ligt het mini-dorpje
Hogebeintum trots op zijn twaalf me-
ter hoge terp. De bomen om het kerk-
je zijn gehoorzaam gegroeid in de
richting, waarin de altijd wel aanwe-
zige zeewind hen dwingt.
de noordelijke Deltawerken), Anjum,
Morra, Lioessens, Oostemijkerk, Nes
Paesens-Moddergat dijkdorp met
het Fiskerhüske), Wierum, (typisch
dijkdorp, uitzicht over de Waddenzee),
Hantumhuizen, Ternaard, Holwerd, de
Pier van Holwerd (van hier vertrekken
de boten naar Ameland), Holwerd,
Blija, Hogebeintum, Gneum, Jislum,
Birdaard, Steendendam, Oudkerk
(hier beginnen de bossen), Onkerk,
Miedum, Lekkum, Leeuwarden.
,,Tbouwgrond te koop voor vakantiebungalows"„Koop uw tweede huis in
Zeeland. Wij bouwen hier honderd bungalows". Op grote houten borden
die nu nog midden in het Zeeuwse polderland staan, zijn deze teksten te lezen.
De toeristen die Zeeland als vakantieland hebben ontdekt, gaan grif in op de
aanlokkelijke aanbiedingen. Zonder blikken of blozen leggen zij bedragen op
tafel variërend van achttienduizend tot zestigduizend gulden voor zo'n vijfhon
derd vierkante meter Zeeuwse klei, waarop zij hun tweede huis kunnen laten
bouwen. De grondbezitters en bouwondernemingen zien een rijkbelegde boter
ham in de belangstelling die de toeristen voor het Zeeuwse land hebben. „Dit
is nog pas het begin. Wacht maar af: over een paar jaar is hier goud te ver
dienen", voorspelde een aannemer uit Wissenkerke.
De randstad is vol. De lucht is er
vuil. In het aangrenzende Zeeland is 't
nog rustig. De lucht is er zuiver en er
zijn talloze mogelijkheden om er vakan
tie en vrije weekeinden plezierig door
te brengen.
Er is het Veerse Meer, waar men kan
zeilen en waterskieën, en waar jachtha
vens voldoende zijn om met de boot voor
anker te gaan. Er zijn duinen en langs
de hele Zeeuwse kust zijn nu nog brede
stille stranden.
Zeeland staat op het punt het Ma
jorca van Nederland te worden en de
grondbezitters stellen alles in het werk
om vaart achter de zaak te zetten.
De directeur van de Provinciale Ver
eniging voor Vreemdelingen Verkeer,
de heer J. P. de Regt (33), zegt: „Het
toerisme in Zeeland ontwikkelt zich
stormachtig. Er zijn inderdaad honder
den Nederlanders, vooral uit de Rand
stad, maar ook uit Brabant, die hier
een tweede huis kopen. Deze mensen
komen hier hun vrije uren doorbrengen.
Dat betekent dat wij moeten zorgen
dat ze zich niet vervelen."
„Daar zit nu juist de moeilijheid. Er
met hier wat meer leven in de brou
werij komen. Natuurlijk hebben wij
langs de hele kust banen voor midget
golf, trampolines en maneges. Er ko
men zelfs steeds meer maneges. Ieder
een schijnt op het ogenblik brood te
zien in het verhuren van paarden."
moeten betalen, variëren van 25.000 tot
35.000 gulden.
Niet alleen particuliere grondbezitters
doen mee aan de race naar het Zeeuw
se Majorca. Ook veel gemeenten ver
kopen grote stukken grond aan toeris
ten voor de bouw van bungalows die
maar enkele maanden per jaar worden
bewoond.
Een van die gemeenten is Kortgene,
dat na de afsluiting van het Veerse Meer
enkele schorren bouwrijp liet maken en
op deze nieuwe grond een bungalow
park projecteerde voor 125 bungalows.
In kavels van ongeveer zeshonderd
vierkante meter wordt de grond nu in
erfpacht verkocht voor prijzen varië
rend van 18.000 tot 24.000 gulden.
De gemeente beseft terdege dat par
ticulieren op sommige plaatsen in Zee
land de voor toeristen bestemde grond
voor zestigduizend gulden per perceel
verkopen. „Wij weten dat dat gebeurt,
maar wij maken onze handen er niet
vuil aan", zegt de gemeente Kortgene.
Degenen die hun tweede huis in Zee
land kopen zijn natuurliefhebbers. Het
zijn mensen die van de watersport hou
den, die het hele jaar door naar zee
willen kunnen trekken en die hun hart
hebben verloren aan de vissport. Het
zijn artsen, tandartsen, ambtenaren,
kantoormensen en fabrieksdirecteuren.
Veel mensen vinden deze methode
om een tweede huis in Zeeland te krij
gen toch nog te kostbaar. Voor hen zijn
er andere mogelijkheden. Voor een lut
tel bedrag worden in de Zeeuwse dorp
jes, vooral op Noord-Beveland, oude
huizen verkocht. Veel mensen uit de
Randstad laten deze huisjes na de koop
moderniseren. Het is geen uitzondering
dat zo'n huisje voor ruim drieduizend
te koop is. Met wat opknappen
heeft men voor achtduizend gulden een
eigen (tweede) huis bij zee.
De bouw van hotels blijft intussen
sterk achter bij de groei van het toeris
me. Volgens de heer De Regt neemt 't
toerisme jaarlijks met dertien procent
toe. Hotels, motels, zomerhuisjes, kam
peerterreinen en gemeubileerde ka
mers bieden op het ogenblik plaats aan
honderdduizend toeristen. Volgens de
WV zullen er in 1985 250.000 slaapplaat
sen moeten zijn.
Er zijn op het ogenblik ongeveer vijf
tig badhotels in Zeeland. De grootste
staan in Breskens, Vlissingen, West
en Oostkapelle, Zoutelande, Domburg,
Banjaard en Haamstede. De laatste ja
ren zijn er acht vakantiehotels bijgeko
men.
Het is echter nog steeds te weinig
„De bouw van nieuwe hotels en motels
vraagt te grote investeringen", zegt de
heer De Regt. „Er is op het ogenblik
te weinig geld onder de mensen. Maar
dat komt best weer in orde".
„Maar dat alles is niet genoeg. Er
is nog te weinig dagrecreatie. Er is
hier bijvoorbeeld een schreeuwende be
hoefte aan recreatieparken en kinder
boerderijen. Van de gemeenten hoeven
wij niet te verwachten. Die hebben
geen geld."
Wordt Zeeland het toekomstige Ma
jorca van Nederland?
Volgens de heer D Regt is die kans
groot. „Er zal echter één verschil zijn.
Majorca is mondain. Zeiand zal dat
nooit worden. In deze provincie komen
de mensen met hun kinderen op vakan
tie, op zoek naar frisse lucht. De toeris
ten komen hier niet flaneren om gezien
te worden, zoals op Majorca het geval
is."
Toch hoopt de provinciale V.V.V. dat
zich op den duur een casino in Zee
land zal vestigen. „Op het ogenblik is
er niet voldoende geld om voor de toe
risten kostbare voorzieningen te tref
fen. Een casino zou dan de oplossing
betekenen. Uit de opbrengsten van zo'n
casino kunnen andere behoeften worden
betaald", meent de heer De Regt. Hj
zou, als de tijd daarvoor rijp is, het ca
sino graag in Vlissingen zien.
Met kwistige hand worden de bunga
lows over het Zeeuwse land neerge-
strooid. De meeste staan bij Cadzand-
Bad, Nieuwvliet, Breskens, Oost-Kapel-
le, Kamperland, Kortgene en in de kop
van Schouwen Duiveland. Deze bunga
lows, variërend van super-dè-luxe tot
eenvoudig, kunnen in de meeste geval
len zes tot acht mensen herbergen. Zij
hebben een woonkamer, twee slaapka
mers, een keuken en een bad- of dou
checel. De prijzen die de liefhebbers
voor deze huisjes (exclusief de grond)
De sinds eeuwen veel te) Grote Kerk van Veere Aie herinnert aan het roem-
van het gewest als recreatiegebied.