Loopbaan was succes tegen de stroom in „Help! Een vreemde man in mijn slaapkamer JJ-oaebein tam op de li Interessante dorpskerkjes in de Friese Bouwhoek Zeeland bezig het Majorca van Nederland te worden In Den Haag nogal wat jongelui „de hort op*' DR. J. LINTHORST HOMAN AMBTELOOS NA EINDE VAN „HOGE AUTORITEIT' Spottend Verbondenheid „Ln wanhoop Ideaal Klassiek verhaal Nare tijd Speeches Evenwichtig OOCf j Vele randstedelingen kopen in de ruime, I frisse Delta een tweede woning Vaart Hotelbouw Verschil Gemeenten Rouwborden Hantumhuizen Route CJ1JN leven lijkt getekend door tegenslagen en teleurstellingen. Het heeft de schijn alsof hij de moeilijkheden zelf opzoekt"wordt van hem gezegd. Maar doctor Johannes Linthorst Homan is geen geslagen man en ,,ik ben niet verbitterd zegt hij zelf. Begin deze maand werd hij ambteloos burger. Dr. Linthorst Homan was lid van ïle Hoge Autoriteit van de Europese Gemeen schap voor Kolen en Staal. Dit meest onafhankelijke van de drie uitvoerende huropese gezagsorganen ging echter op in de ene Europese Commissie en daar mee kwam de man. die zelf de verdragen van de Europese Economische Ge meenschap en van Euratom heeft geschreven, zonder functie. Hij zelf heeft echter al vele jaren ge- pleit voor dat samengaan van de ge zagsorganen. Het heeft hem gespeten, dat het niet vlugger is gegaan, dat niet eerder de noodzakelijke doelmatigheid in het Europese beleid werd nagestreefd en de EGKS uit haar politieke isolement werd verlost. Hij is nu zelf medeslachtoffer van de trage gang van zaken. Voor de man uit Luxemburg leek een ambassadeurs- post weggelegd. Nu hij inmiddels 64 is geworden, lijkt de titel van ambassadeur nog wel zeker, maar de functie zelf twij felachtig. Toch zou deze man die zich zo ten volle heeft ingezet voor Nederland en voor Europa de regering of de Eu ropese gemeenschappen nog vele dien sten kunnen bewijzen. Hij zelf zou trou wens niets liever willen. Voor „Hansje Homan" zoals hij zich soms ietwat spottend noemt, leek een glad en soepel lopende carrière wegge legd. Vader en grootvader waren com missaris der Koningin in Drente ge weest, een gewest dat hem nog steeds na aan het hart ligt. Hans was amper dertig toen hij burgemeester werd van Vledder, een kleine gemeente in zijn provincie, die werd gekasteid door de gesel der werkloosheid. De helft van de bevolking liep doelloos rond. Burgemeester Homan stond vrijwel machteloos. In Den Haag vocht hij voor zijn gemeente. In Vledder echter was hij de vertegenwoordiger van een overheid waartegen de verbittering en de woede van de verpauperende men sen zich keerde. Eerst later groeide de waardering voor de jongeman. Het leed van zijn gemeentenaren heeft echter 'n onwisbaar stempel gedrukt op het le ven en denken van de Vrijheidsbonder, die in 1937 Commissaris in de provincie Groningen werd. Nu na dertig jaar kan hij met ver fijnde humor, waarin de zelfspot zelden ontbreekt, uren vertellen over deze pe riode, die wellicht de gelukkigste van zijn leven is, maar waarin juist de ont wikkeling van de democratie hem zor gen baart. In de jaren dertig, toen het vertrouwen in het gezag wankelde en de crisis fel om zich heen sloeg groeide de verbondenheid van Homan met de gewone mens, sterkte in hem de wil iets te doen hoe gering ook ter verbetering van het lot van zijn minder bedeelde medeburgers. Hij voelde zich verantwoordelijk voor „zijn mensen". Hij was niet de koele regent die hoog zetelde in het Groninger provinciehuis ter afdoening van formele zaken. Eerst wie iets van de Homan uit Drente en Groningen heeft begrepen, kan ook be grijpen dat hij het was die samen met De Quay en Van Enthoven het drieman schap van de Nederlandsche Unie heeft gevormd. Velen nog nemen hem deze „vergis sing" kwalijk. Zijn Unie-verleden heeft hem jaren achtervolgd en zelfs buiten staanders moeten erkennen dat wat De Quay vergeven lijkt, Homan nog steeds wordt verweten. Hij zelf wil niet spre ken van vergissen. „Dat lijkt te veel op het wedden op het verkeerde paard". Hij heeft gehandeld „in wanhoop over de machteloosheid van het Westen", menend dat in een machtsvacuüm „er kerels moesten zijn die er tussen spron gen". Hij heeft er nooit aan getwijfeld zegt hij nu, dat de Duitsers die Unie „snel de nek zouden omdraaien", om dat de Unie vooral bedoeld was als men taal verzet tegen de NSB. Nooit heeft hij contact gehad met Lon den. Eerst later, veel later hoorde hij dat Gerbrandy hem wilde laten over komen, maar de boodschap heeft hem nimmer bereikt en ook nu nog weet hij niet wie de koerier was. Vrienden hebben hem gezegd: „Het was naief van je om toch commissaris te blijven". Anderen verwijten hem: „Je kijk op de oorlog was fout. Je had nooit mogen aanduiden dat je over leg met Hitler-Duitsland wilde plegen". Zou men Homan iets willen verwijten dan is het waarschijnlijk inderdaad na- iviteit. Hij was te goeder trouw en in Duitse ogen belangrijk genoeg om hem te gijzelen, 2,5 jaar lang in Haren en Sint Michielsgestel. Verraad mag en kan hem niet worden verweten en is hem ook nooit verweten. Maar de gedachte aan naiviteit wordt inderdaad versterkt, als blijkt dat Homan er nau welijks aan twijfelde dat de post van commissaris der Koningin hem na de bevrijding direct weer ten deel zou val len. Ook later klinkt uit zijn vele speech es op Europees terrein iets van de idea list die de inderdaad ontluisterende, maar desondanks nimmer uit het oog te verliezen werkelijkheid ontloopt. Het is kort na de oorlog stil rond Ho man. Een man zo rijk aan capacitei ten kan zijn licht echter niet te lang onder de korenmaat houden. In 1947 vloeien de functies hem weer toe: pre sident van de Rijksdienst voor het Na tionale Plan, voorzitter van de Maat schappij voor de Landbouw, in 1952 pre sident van het Nederlands Olympisch Comité. Zijn belangrijkste levensperiode be gint evenwel in 1952. Hij werd direc teur voor de Europese Integratie bij 't ministerie van economische zaken. Dan kan hij werken aan de Europese eenwor ding. Wellicht zijn grootste ideaal. Hij doet dat uit overtuiging, nimmer ech ter vergetend zijn geboortestreek. Hij houdt niet van een sterk centralisme. Hij ziet wel degelijk ruimte voor de ei gen regio. „Federalisme denkt van be neden naar boven, in steeds wijdere DR. J. LINTHORST HOMAN charmant onderhandelaar kring." Hij verwerpt „het statelijk cen tralisme dat naar beneden wil beschik ken." In zijn Europese werk bijt hij zich vast, maakt zich vele vrienden op een merkwaardige verscheidenheid van ni veaus. Iedereen kent Homan, zijn le venskunst, zijn waardering voor al het goede, dat het leven kan geven, zijn smaak, zijn humor. Niet iedereen ech ter kan zijn ironie waarderen en som migen lopen nog met wrok rond om een opmerking, die scherper klonk dan Homan bedoelde. Hij doorziet snel de werkelijkheid achter een pompeuze fa- gade. Klassiek is zijn verhaal over zijn eer ste opwachting als Nederlands perma nent vertegenwoordiger in Brussel bij dr. Hallstein, de voorzitter van de Com missie. De Duitser met wie dr. Lint horst Homan zoveel jaren nauw had sa mengewerkt bij de opstelling van de Europese verdragen had zich voor die gelegenheid in een reusachtige zaal ge ïnstalleerd. Achter een indrukwekkend bureau zetelde Hallstein. De hoge rug leuning en de zijvlakken van de presi dentiële stoel dwingen Homan tot de vraag: „Waar is nu de raaf?" „Het was er uit, voor ik er erg in had", lacht hij nu, maar Hallstein heeft niet gelachen en er was weer een be middelaar nodig om de schade te her stellen. Homan was geen harde onderhande laar. Zijn opdrachtgevers in Den Haag kregen vaak de indruk dat hij zich schaamde in het onderhandelingsspel meer te vragen dan Nederland uiteinde lijk verlangde. Maar voor behoud van het federalisme, voor versterking van het bovennationale karakter van de ge meenschappen heeft hij gevochten. Hij vond steun bij de toenmalige minister Beyen, maar premier Drees echter kon niet warm lopen voor de ideeën van onderhandelaar Homan, die zich prompt moeilijkheden op de hals haal de als hij dacht verkeerde instructies te hebben gekregen. Zijn charme was echter ontwapenend, zijn loyaliteit boven twijfel verheven. Bekend is dat een Franse minister zijn Nederlandse collega eens toevoegde: Stuur in hemelsnaam een minder charmant, maar voor mijn part een kei harde onderhandelaar. Tegen Homan kun je op den duur geen nee zeggen." En een Nederlandse minister bekende onlangs: „Wat Nederland in de onder handelingen heeft bereikt, is te danken aan de ongelooflijke charme van deze dr. Linthorst Homan." Hij was in 1958 de eerste ambassa deur bij de EEG. Op 15december 1962 vertrok hij uit Brussel, juist toen de on derhandelingen met Engeland zich naar het veto van de Franse president spoedden. Homan had ervaren dat vele van zijn idealen illusies bleken. De grootste teleurstelling kwam toen hij zijn koffers diende te pakken. Het Nederlandse lid van de Hoge Autoriteit Spierenburg wilde weg uit Luxemburg. Brussel leek inderdaad de beste post voor deze bekwame, hard onderhandelende man. Homan mocht toen kiezen: de plaats van Spierenburg innemen in Luxemburg of een post als ambassadeur elders. Hij moet een nare tijd hebben gehad. Hij heeft er altijd over gezwegen. En als hij er eens over sprak, dan was het om anderen vrij te pleiten. De keuze was moeilijk. Homan zag zeer wel dat het met veel enthousiasme begonnen in Luxemburg taande. Het elan was er uit. Na de stichting van de E.E.G. was de oudste gemeen schap voor kolen en staal in een poli tieke leegte geraakt. Er waren fouten, vooral politieke, gemaakt in Luxem burg. Toen hij inderdaad voor de Hoge Autoriteit had gekozen, zou hij vele ma len klagen over het politieke isolement. Dat hij toch is gegaan, vindt zijn oor zaak in „het verlangen in het Europe se huis te blijven, ook al was het als lid van een zwak uitvoerend orgaan. Ik besefte zeer wel dat het een stap terug was". Homan was geen ambtenaar meer. Hij was een politieke figuur, onafhan kelijk van regeringen, verantwoordelijk tegenover het Europese parlement. Sommigen vragen zich nu af: „Wat heeft hij eigenlijk bereikt?" Anderen weten dat hij binnen de Ho ge Autoriteit heeft gevochten voor recht voor een Europese oplossing van moei lijkheden. Hij voelde zich soms dan weer eenzaam, dan weer geïnspireerd in de kring van eerste Europeanen. Hij was onafhankelijk en toch Nederlander. „Jij pleit altijd voor Rotterdam", ver weten zijn collega's hem soms, als hij zich verzette tegen kunstmatige steun aan havens, hetzij direct, hetzij indi rect. Homan wilde slechts de ogen ope nen voor een onontkoombare ontwikke ling, voor een uitdaging van deze tijd aan een in sommige gevallen verouder de industrie. Het is een, zolang notulen geheim zijn, niet te beantwoorden, vraag of 't waar is wat een minister onlangs zei: „Het is een vent met lef, maar heeft geen pest bereikt in Luxemburg". Maar diezelfde bewindsman gaf toe: „Hij heeft een oneindige fantasie. Hij presteert het eens in de tien dagen een speech te houden en dan nog een met inhoud ook". Homan schrijft de speeches prak tisch allemaal zelf, liefst met de pen. Eenmaal op het spreekgestoelte steekt hij een hand in de zak, zoekt met de ander steun aan de katheder en bepleit dan de eenwording, de democratie, de openheid van de gemeenschappen, een evenwichtige ontwikkeling van een ver enigd Europa en vooral de vestiging en de bestendiging van een Europese rechtsorde. Journalisten merkten al gauw dat Homan geen papier nodig had om zich toch vrijwel letterlijk aan zijn tekst te houden. Hij is soms ongeduldig. De eenwor ding, waarvoor hij samen met Spaak en anderen de „grondwet" schreef, gaat niet snel genoeg. Het politiek* spel, de vaak op chantage gelijkende Franse ac ties verbijsteren hem. In speeches wel- omkleed, maar in minder openbare ge sprekken heeft hij vaak gezegd: „Gooi de boel er bij neer en begin over tien jaar opnieuw. Je kan toch niet door gaan met het verkrachten van verdra gen." Om zichzelf te overtuigen dat zo min als Keulen en Aken op een dag zijn gebouwd, ook een Verenigd Europa niet in tien of vijftien jaar tot stand kan ko men, haalt hij dan weer het verhaal op van zijn oude en veel bewonderde Luxemburgse vriend en oud-premier Bech: „Het groothertogdom Luxemburg had besloten de zomertijd in te voeren. Een dorp echter weigerde mee te werken. De pastoor echter stelde de regering gerust. Elke nacht klom hij de hoge kerktoren op om de grote klok, maat gevend voor alle dorpelingen, vijf minu ten bij te stellen. Na twaalf dagen liep het dorp weer in de groothertogelijke pas en zonder schokken." Als het waar is wat Homan eens zei: „Je bent naar buiten wat je van bin nen bent", dan is hij een evenwichtig mens, van wie een grote rust uitgaat, die gevoel heeft voor de betrekkelijkhe den van het leven, maar van datzelfde leven met volle teugen geniet. Zijn in nerlijke kracht heeft vele teleurstellin gen opgevangen. Hij gelooft in de toe komst en hij wil er nog graag aan wer ken. Tn alle vroegte werd de Haagse poti- tie dezer dagen opgeschrikt. Een 75-jarige vrouw uit de Begentesse- buurt belde om half vijf in paniek, dat zij een vreemde man in haar slaap kamer had aangetroffen. De politie slaagde er in de man in de kraag te grijpen. Uit het onderzoek bleek, dat de vrouw de avond tevoren in een buurtcafé een paar borreltjes had gedronken. Ze had er kennissen opgedaan, die met haar mee naar huis gingen om na sluitingstijd nog een paar borreltjes te drinken. Bij hen was ook een 56- jarige betonwerker uit Den Haag, die aan het slot van het feestje bleef logeren. Ontwaakt uit haar korte, maar diepe slaap heeft de vrouw zich niets meer van de voorgaande avond herinnerd. Zij herkende de betonwerker niet als een van de mensen, die daadwerkelijk had bijgedragen het feestavondje te doen slagen. De nagedachtenis aan de welge boren juffer Johanna Maria v. Nijsten (gestorven in 1748) leeft voort in het kerkje van Hogebeintum op de hoog ste terp (twaalf meter) van Friesland. Haar naam staat groot geschreven op één van de vele met krullen en kleuren versierde rouwborden aan de wanden. Het kerkje, aan het eind van een smal weggetje, waar de rozen opdrin gerig geuren, ligt in een kring van bomen. Het oudste deel ervan dateert uit de twaalfde eeuw en is van grijze tufsteen, het nieuwste deel de to ren werd in 1717 met kleine steen tjes opgesmukt. Ook binnenin zijn een groot aantal eeuwen vertegenwoordigd: een orgel (weinig indrukwekkend) uit de achttien de eeuw, een kansel met uit de hand gesneden versieringen (zeventiende eeuw) en in de noordmuur een dichtge metselde nis, waarin voor de Hervor ming een heiligenbeeld moet hebben gestaan. Van de rouwborden aan de wand zijn er acht gewijd aan acht dochters (uit een gezin van negentien kinderen) van de heer Bartholt van Nijsten en vrou we Margaretha Huygh. De familie Nijsten beheerst zo de kerk, die verder bekend is om de grafsteen van Gideon van Coehoom (overleden in, 1724), broer van de beroemde Menno. Hogebeintum en zijn kerkje (de sleu tel heeft de koster), liggen in het ge deelte van Friesland de Bouwhoek dat tot kort voor de tweede wereld oorlog het welvarendste was varl de provincie. De grond is er vruchtbaar en door de eeuwen heen heeft de bevol king er goed geboerd De heer W. van Mourik, burge meester van Ferwerderadeel (en van Hogebeintum) heeft zich in de geschie denis van dit land verdiept en kan sma kelijk vertellen over, bijvoorbeeld, het omstreeks 1580 verdwenen klooster Ma- riëngaarde bij Hallum, waar zo nu en dan wel eens een misdadiger werd on dergebracht: voor straf. Eén van hen sneed in gen kwade bui de neus van een abt af. Tweede ware geschiedenis: in de kerk van Reitsum was het kerkbestuur in de tweede helft van de vorige eeuw zo orthodox, dat men van geen vrijzin nige dominee wilde weten. Had deze een preekbeurt dan deed de presi dent-kerkvoogd met een grote sleutel de kansel op slot. Geen preek. De Bouwhoek van Friesland telt vele kerken, waarvan een aantal hoog nodig aan restauratie toe is. Het kerkje van Hantumhuizen, niet ver van Ferwerd en Hogebeintum, deelt gelukkig niet in de malaise. Het werd tussen 1939 en 1942 gerestaureerd en valt aan de bui tenkant op door de vele versieringen van baksteen boven de laaggeplaatste ramen en door de (dichtgemetselde) in gangen aan de noord- en zuidkant. Van binnen heeft het hoe klein het hier ook is wel iets weg van een kathe draal: een koele, hooggewelfde mini-ka thedraal, die kort na haar voltooiing in de dertiende eeuw al weer in de stei gers moest voor een dringende verbou wing. In plaats van twee gewelven (de overblijfselen ervan zijn er nog) kreeg het kerkje er toen drie. De enkele rrouwborden aan de wand zijn grauwer en eenvoudiger dan in Hogebeintum, maar zeker zo indruk wekkend. Bij de ingang van het kerkje hangt een ander bordje. Hierop staat: „Het £r loopt in de Residentie nogal wat jeugd los. Kon de politie het afge lopen weekeinde een groot aantal van huis en haard weggelopen jongeren op sporen, ook begin deze week werden er weer zes in de kraag gepakt, onder wie twee, die al enkele weken rond zwierven en wier ouders de opsporing niet noodzakelijk oordeelden. Het waren een 17-jarige jongen en een 16-jarig meisje. Zij werden b(j een kennisje aan getroffen: een 16-jarige jongen.. Deze was weggelopen uit een tehuis in Utrecht en hield zich schuil in de ouder lijke woning in Den Haag. Zijn ouders waren met vakantie. Opgepakt werden voorts: van de straat een 17-jarige jongen, die zes da gen te voren van huis was weggelopen en in een café in de binnenstad een 18- jarige jongen, die een week de hort op was, en een 15-jarig meisje, dat twee dagen in zijn gezelschap vertoefde. Ook gedurende het weekeinde had de Haagse politie al tal van weggelo pen kinderen aangehouden. Daarbij wa ren: het negentienjarige meisje P. A. C., dat een tehuis in Nijmegen was ont vlucht; 9 de 19-jarige jongen N. M. van B. uit de residentie, die sedert half juni niet meer in de ouderlijke woning was teruggekeerd; 9 een 17-jarige vrouwelijke kantoor bediende uit Den Haag, die veer tien dagen de hort op was; 9 de 19-jarige hulp in de huishouding P. H. uit Den Haag, die vorige week vrijdag weg liep; 9 een 17-jarige machinebankwerker uit de hofstad, die zich een week geleden aan het over hem gestelde toe zicht onttrok en 9 een 13-jarige scholiere uit Voor burg, die drie weken geleden van huis wegliep na onenigheid met haar ouders over de vakantiebesteding. Er liggen bij de Haagse politie nog opsporingsverzoeken van ouders van ca. twintig Haagse minderjarigen. is verboden in deze kerk te rooken en van tabak te spuwen." De gehuchten Hogebeintum en Han tumhuizen liggen boven Leeuwarden (niet ver van Ferwerd). Ze maken deel uit van een route die de provinciale VVV van Friesland kort geleden maak te. Het beginpunt van dit traject is Leeuwarden. Daarna volgen Lekkum, Miedum (scheve toren), Wijns, Bartle- hiem, Birdaard (aardige weg langs de Dokkumer Ee), Sijbrandahuis, Dokkum (de noordelijkste van de elf steden), Oostrum, Ee (terpdorp), Ezumazijl (sluisje), Oostmahorn (afvaart naar In het vlakke land ten noorden van j Leeuwarden ligt het mini-dorpje Hogebeintum trots op zijn twaalf me- ter hoge terp. De bomen om het kerk- je zijn gehoorzaam gegroeid in de richting, waarin de altijd wel aanwe- zige zeewind hen dwingt. de noordelijke Deltawerken), Anjum, Morra, Lioessens, Oostemijkerk, Nes Paesens-Moddergat dijkdorp met het Fiskerhüske), Wierum, (typisch dijkdorp, uitzicht over de Waddenzee), Hantumhuizen, Ternaard, Holwerd, de Pier van Holwerd (van hier vertrekken de boten naar Ameland), Holwerd, Blija, Hogebeintum, Gneum, Jislum, Birdaard, Steendendam, Oudkerk (hier beginnen de bossen), Onkerk, Miedum, Lekkum, Leeuwarden. ,,Tbouwgrond te koop voor vakantiebungalows"„Koop uw tweede huis in Zeeland. Wij bouwen hier honderd bungalows". Op grote houten borden die nu nog midden in het Zeeuwse polderland staan, zijn deze teksten te lezen. De toeristen die Zeeland als vakantieland hebben ontdekt, gaan grif in op de aanlokkelijke aanbiedingen. Zonder blikken of blozen leggen zij bedragen op tafel variërend van achttienduizend tot zestigduizend gulden voor zo'n vijfhon derd vierkante meter Zeeuwse klei, waarop zij hun tweede huis kunnen laten bouwen. De grondbezitters en bouwondernemingen zien een rijkbelegde boter ham in de belangstelling die de toeristen voor het Zeeuwse land hebben. „Dit is nog pas het begin. Wacht maar af: over een paar jaar is hier goud te ver dienen", voorspelde een aannemer uit Wissenkerke. De randstad is vol. De lucht is er vuil. In het aangrenzende Zeeland is 't nog rustig. De lucht is er zuiver en er zijn talloze mogelijkheden om er vakan tie en vrije weekeinden plezierig door te brengen. Er is het Veerse Meer, waar men kan zeilen en waterskieën, en waar jachtha vens voldoende zijn om met de boot voor anker te gaan. Er zijn duinen en langs de hele Zeeuwse kust zijn nu nog brede stille stranden. Zeeland staat op het punt het Ma jorca van Nederland te worden en de grondbezitters stellen alles in het werk om vaart achter de zaak te zetten. De directeur van de Provinciale Ver eniging voor Vreemdelingen Verkeer, de heer J. P. de Regt (33), zegt: „Het toerisme in Zeeland ontwikkelt zich stormachtig. Er zijn inderdaad honder den Nederlanders, vooral uit de Rand stad, maar ook uit Brabant, die hier een tweede huis kopen. Deze mensen komen hier hun vrije uren doorbrengen. Dat betekent dat wij moeten zorgen dat ze zich niet vervelen." „Daar zit nu juist de moeilijheid. Er met hier wat meer leven in de brou werij komen. Natuurlijk hebben wij langs de hele kust banen voor midget golf, trampolines en maneges. Er ko men zelfs steeds meer maneges. Ieder een schijnt op het ogenblik brood te zien in het verhuren van paarden." moeten betalen, variëren van 25.000 tot 35.000 gulden. Niet alleen particuliere grondbezitters doen mee aan de race naar het Zeeuw se Majorca. Ook veel gemeenten ver kopen grote stukken grond aan toeris ten voor de bouw van bungalows die maar enkele maanden per jaar worden bewoond. Een van die gemeenten is Kortgene, dat na de afsluiting van het Veerse Meer enkele schorren bouwrijp liet maken en op deze nieuwe grond een bungalow park projecteerde voor 125 bungalows. In kavels van ongeveer zeshonderd vierkante meter wordt de grond nu in erfpacht verkocht voor prijzen varië rend van 18.000 tot 24.000 gulden. De gemeente beseft terdege dat par ticulieren op sommige plaatsen in Zee land de voor toeristen bestemde grond voor zestigduizend gulden per perceel verkopen. „Wij weten dat dat gebeurt, maar wij maken onze handen er niet vuil aan", zegt de gemeente Kortgene. Degenen die hun tweede huis in Zee land kopen zijn natuurliefhebbers. Het zijn mensen die van de watersport hou den, die het hele jaar door naar zee willen kunnen trekken en die hun hart hebben verloren aan de vissport. Het zijn artsen, tandartsen, ambtenaren, kantoormensen en fabrieksdirecteuren. Veel mensen vinden deze methode om een tweede huis in Zeeland te krij gen toch nog te kostbaar. Voor hen zijn er andere mogelijkheden. Voor een lut tel bedrag worden in de Zeeuwse dorp jes, vooral op Noord-Beveland, oude huizen verkocht. Veel mensen uit de Randstad laten deze huisjes na de koop moderniseren. Het is geen uitzondering dat zo'n huisje voor ruim drieduizend te koop is. Met wat opknappen heeft men voor achtduizend gulden een eigen (tweede) huis bij zee. De bouw van hotels blijft intussen sterk achter bij de groei van het toeris me. Volgens de heer De Regt neemt 't toerisme jaarlijks met dertien procent toe. Hotels, motels, zomerhuisjes, kam peerterreinen en gemeubileerde ka mers bieden op het ogenblik plaats aan honderdduizend toeristen. Volgens de WV zullen er in 1985 250.000 slaapplaat sen moeten zijn. Er zijn op het ogenblik ongeveer vijf tig badhotels in Zeeland. De grootste staan in Breskens, Vlissingen, West en Oostkapelle, Zoutelande, Domburg, Banjaard en Haamstede. De laatste ja ren zijn er acht vakantiehotels bijgeko men. Het is echter nog steeds te weinig „De bouw van nieuwe hotels en motels vraagt te grote investeringen", zegt de heer De Regt. „Er is op het ogenblik te weinig geld onder de mensen. Maar dat komt best weer in orde". „Maar dat alles is niet genoeg. Er is nog te weinig dagrecreatie. Er is hier bijvoorbeeld een schreeuwende be hoefte aan recreatieparken en kinder boerderijen. Van de gemeenten hoeven wij niet te verwachten. Die hebben geen geld." Wordt Zeeland het toekomstige Ma jorca van Nederland? Volgens de heer D Regt is die kans groot. „Er zal echter één verschil zijn. Majorca is mondain. Zeiand zal dat nooit worden. In deze provincie komen de mensen met hun kinderen op vakan tie, op zoek naar frisse lucht. De toeris ten komen hier niet flaneren om gezien te worden, zoals op Majorca het geval is." Toch hoopt de provinciale V.V.V. dat zich op den duur een casino in Zee land zal vestigen. „Op het ogenblik is er niet voldoende geld om voor de toe risten kostbare voorzieningen te tref fen. Een casino zou dan de oplossing betekenen. Uit de opbrengsten van zo'n casino kunnen andere behoeften worden betaald", meent de heer De Regt. Hj zou, als de tijd daarvoor rijp is, het ca sino graag in Vlissingen zien. Met kwistige hand worden de bunga lows over het Zeeuwse land neerge- strooid. De meeste staan bij Cadzand- Bad, Nieuwvliet, Breskens, Oost-Kapel- le, Kamperland, Kortgene en in de kop van Schouwen Duiveland. Deze bunga lows, variërend van super-dè-luxe tot eenvoudig, kunnen in de meeste geval len zes tot acht mensen herbergen. Zij hebben een woonkamer, twee slaapka mers, een keuken en een bad- of dou checel. De prijzen die de liefhebbers voor deze huisjes (exclusief de grond) De sinds eeuwen veel te) Grote Kerk van Veere Aie herinnert aan het roem- van het gewest als recreatiegebied.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 8