St. LAURENT
KINDERLIJK
Pierre Cardin blijft
bij mini-mode
SCHILDPADDEN STERVEN
BIJ DUIZENDEN
Ar ie Taal (82) in zijn wiek geschoten
VEL
Mannen
Aluminium
Waarom niet eens
Leiden stalt griezelige
diertjes uit
iets bijzonders
Ratelen
Beter inzicht
„Ha
WEERSCHEPEN
OVERBODIG
Gele muts zal
kinderen in het
verkeer beter
beschermen
Het belangrijkste mannetje
van het Witte Huis
Ondeskundig vervoer fataal
SMOKKELEN
ALS EERZAAM
BEROEP
Verandering
Geen feest
Matador
KINDERLIJK
SCHOTS
OVATIE
#®DRAKA
ZAKKEN
ONTSTELLEND
NIET BEKEND
DONDERDAG 3 AUGUSTUS 1967
GA EENS KIJKEN NAAR
DE RATELSLANGEN
Omdat je nooit kunt weten, ligt niet ver van de kuil met meer dan twintig gif
tige ratelslangen een potje tegengif.
Bezoekers aan de tentoonstelling „Uit het mysterieuze leven der reptielen" in
de Leidse Hortus Botanicus kunnen er hun voordeel mee doen wanneer ze
onverhoopt een onbedwingbare lust mochten voelen om in de kuil te springen.
op de expositie in Leiden worden
tentoongesteld. „We hebben er op het
laatste moment toch maar van afge
zien", zegt Hans van Roon. „Die dieren
zijn zeker zo giftig als een ratelslang,
maar ze bijten, zonder dit van tevoren
even aan te kondigen. Een ratelslang
doet dat wel. Die ratelt eerst een tijdje
en hapt dan pas toe."
Om misverstanden te voorkomen: de
tentoonstelling van reptielen is on
verantwoord gedrag van bezoekers
daargelaten van elk gevaar ontbloot.
De meeste reptielen (afkomstig uit een
aantal dierentuinen en van leden van
de Nederlandse Vereniging voor Herpe-
tologie en Terrariumkunde „Lacerta")
doen geen mens kwaad. Behalve de ra
telslangen is op deze expositie alleen
de korsthagedis een op het eerste
geizcht zeer vriendelijk diertje met
gif uitgerust.
Met deze theoretische mogelijkheid
houden de organisatoren van de ten
toonstelling, die elk risico willen uitslui
ten, in alle ernst rekening. Eén van
hen, de 24-jarige student in de biologie,
Hans van Roon, ziet overigens meer
gevaar in het merkwaardige gedrag
van sommige vaders die met zoonlief
op bezoek komen. „Ze zetten de jochies
soms op de rand van de slangen-kuil.
Voor je het weet, ligt zo'n kind er in."
0 Er zouden ook twee koningscobra's
PARIJS In de kleine showroom
van Yves Saint-Laurent, vlakbij de
Avenue Vogue in de Rue Spontini,
was het drukker dan waar ook in de
Parijse modeweek bij een première.
De jonge man die Christian Dior in
dertijd zelf als zijn opvolger koos,
heeft sinds hij een eigen modehuis
opende, bewezen, Marc Bohan, die
nu voor het huis Dior de collecties
ontwerpt, in creativiteit ver te over
treffen. Zoveel belangstelling was er
voor de eerste show van de winter-
modellen bij Laurent, dat er op de
wenteltrap naar zijn werkkamer
evenveel bezoekers zaten als in de
zaal.
Door de smeedijzeren omrastering
van de trappen heen zagen die hoog
gezeten kijkers beneden in de diepte
op de nieuwe ontwerpen neer, alsof zij
een show in een leeuwenkuil bijwoon
den. Niemand beklaagde zich echter
over dat wonderlijke uitzicht; want de
collectie van Yves Saint-Laurent was
boeiend van begin tot einde. Hij brengt
een jonge, gevarieerde stijl, met voor
op straat in de kou, lange mantels
tot op de enkels; overwegend van leder
vervaardigd.
Verder handhaafde deze door de
jeugd van de linker Seine-oever geïn
spireerde ontwerper de minilengte tot
boven de knie. De jasjes van zijn nieu
we mantelpakjes zijn opvallend lang en
getailleerd. Ze sluiten tot hoog aan de
hals met een rij knopen. De ceintuur is
een koperen ketting. Tweedmantels en
capes hebben een sportieve Engelse
stijl.
Een kinderlijke allure kenmerkte de
mantels en jurken van Saint-Laurent.
Bij de jurken worden dikwijls plooien
toegepast. Jurken met een witte came
lia en onder het hoofd sluitende kraag
jes zijn voorzien van korte plooirok
ken. Bij andere jurken ontspringen de
plooien uit een kinderlijk plat stukje.
Die schoolmeisjes-stijl handhaaft de
Franse modekoning ook voor de avond.
De avondtoiletten van crêpe in roze,
wit en zachtblauw hebben lange plooi
rokken, keurige lange mouwen en een
kinderlijk kraagje. Het aansluitende
lijfje is met strass in een streepmotief
geborduurd. De mantels als van kost
schoolkinderen met twee rijen knopen
op het korte platte stukje, klein kraag
je en ingezette mouwen, lopen naar
onder toe wijder uit. Bij de kinderlijke
kleding worden losse kapsels gedragen
met een platte fluwelen strik boven op
het hoofd.
Fluwelen pakken met kuitbroeken
zoals van achttiende eeuwse pages wor
den door witte blouses met chapeaus,
schoenen met grote gespen en een gro
te fluwelen hoed aangevuld. Laurent
laat er zwierige musketierscapes bij
dragen. Kleine capes van struisveer
vullen de cocktail-jurken aan van crê
pe of mousseline in pasteltinten. Het
korte minirokje van de jurken is een
soort poederdons van struisveer.
Schots van stijl zijn de mantelpakjes
met korte plooirokken, waarop van de
rechterschouder naar de linkerheup
brede shawls in tartans worden gedra
gen. Kleine tasjes, aan een ketting op
de heup, afhangend herinneren ook
aan de Schotse hooglanden. Donker
bruin wordt voor de winter de belang
rijkste kleur by Yves Saint-Laurent.
Om dat te onderstrepen waren zelfs de
gordijnen en de stofferingen in zijn
showroom in die kleur uitgevoerd.
Verder past hij veel toe donker-flesse-
groen, steenrood, en terra cotta; voor
de a'vond overgaand op zwart, wit en
pasteltinten.
Ook voor de tiener brengt Laurent
veel nieuwe ideeën. De jonge beweeg
lijke plooirokken bijvoorbeeld, de flu
welen kniebroeken, de wijde capes en
de minirokjes van struisveer. De bruid
die de show besloot leek op een Schot
se prinses uit de achttiende eeuw, ge
kleed in een gewaad met lange sleep
van goudkleurig damast. Door haar
lange, donkere haren waren snoeren
parelen, gevlochten en zij droeg een
boeket witte lelies.
Tientallen fotografen stormden de
zaal binnen na de show, maar de nog
altijd verlegen Yves Saint-Laurent pro
beerde zich aan hun spervuur van
flitslicht te onttrekken.
De jongeman die na zijn diensttijd
niet meer terug kon keren in het huis
Dior, wordt in Parijs nu weer geëerd
als de belangrijkste onder de jongere
couturiers. Dat bewees de ovatie, die
losbarstte, toen hij na de collectie in
de zaal verscheen. In geen enkel ander
modehuis was na de première zo'n
spontaan applaus te horen. Daar waren
de shows over het algemeen te mat,
te dwaas of te ongeïnspireerd voor.
„We houden deze tentoonstelling",
zegt Hans van Roon, „om de bezoe
kers een beter inzicht te geven in het
leven van de reptielen, die er als huis
dieren al heel aardig beginnen in te
komen. Steeds meer mensen kopen een
schildpad, een hagedis of zelfs een py
thon, maar ze hebben vaak geen flauw
idee, wat ze nu eigenlijk in huis halen,
wat ze moeten doen. Bij voorbeeld: wat
eet een schildpad, zit het dier graag in
de schaduw of juist niet, moet het veel
of weinig water hebben en ga zo maar
Wereldnatuurfonds zijn op de ten
toonstelling aanwezig om de mensen op
dit soort vragen een antwoord te ge
ven."
De expositie heet niet voor niets
„Uit het mysterieuze leven der rep
tielen". Het blijkt dat vele van de meer
dan driehonderd aanwezige dieren er
zeer geheimzinnige methoden op na
houden om in het leven te blijven. De
„onechte gaviaal" bij voorbeeld (die niet
echt is, omdat de „echte gaviaal" een
veel langere snuit heeft) verstaat bij
uitstek de kunst om zijn voor het
mensenoog onzichtbare prooi uit de
modder te pikken. De kameleon heeft
een onbehoorlijk lange tong, waarmee
het dier elk insect feilloos „vastgrijpt".
Dat gaat overigens zo snel, dat het niet
met het blote oog is te volgen.
2.
3.
Zo hoeft het nu ook weer niet. Enige afstand tegenover de stangen blijft
gewenst. U kunt de stangen ook van veilige afstand bekijken.
De gierschildpad doet het anders. Het
dier, dat uitsluitend vis eet, heeft èen
rood velletje op zijn tong dat zich in
alle bochten kan kronkelen, zoals een
regenworm dat pleegt te doen. „Ha",
denkt de vis, „een regenworm" en voor
hij het weet zit hij al in de bek van de
gierschildpad.
Een matamata, ook een waterschild
pad, volgt een andere werkwijze. Zij
stouwt haar buitensporig lange hals vol
met water en slikt vervolgens de vissen
door, die mee naar binnen zijn geko
men.
De expositie in Leiden duurt tot en
met 10 augustus en zal ook dit
weekeinde (dagelijks van 10 tot 22 uur)
geopend zijn. Mensen die in Indonesië
zijn geweest zullen er een oude bekende
tegenkomen: de rood gespikkelde tok-
keh. Minder bekend is de zwarte pity-
usen-hagedis die alleen voorkomt op
een eilandje bij Spanje. Hans van
Roon: „de diertjes leiden daar een hard
bestaan. Er is bijna niets te eten. Ze
lusten daarom vrijwel alles. Zelfs ge
hakt en aardbeiden gaan er vlot in."
DEN HAAG De sterk uitgebreide
apparatuur aan boord van moderne ver
keersvliegtuigen maakt de vraag actu
eel of het net van weerschepen op de
noordelyke Atlantische Oceaan in zyn
huidige vorm moet worden gehand
haafd. De weerschepenorganisatie van
de internationale organisatie voor de
burgerluchtvaart (I.C.A.O.) belegt hier
over volgend voorjaar een conferentie in
Parijs.
Het gebruik van weerschepen
ontstond in de Tweede Wereldoorlog
toen uit de Verenigde Staten vliegtui
gen naar het Europese strijdtoneel wer
den gevlogen. Na de oorlog kwam het
transatlantisch luchtverkeer tot ontwik
keling dat dankbaar gebruik ging ma
ken van de hulp die de weerschepen
konden bieden.
Deze schepen hadden toen vier duide
lijke taken:
1. Zij leveren gegevens over het weer
aan de overvliegende toestellen.
Zij verlenen hulp bij de radionavi-
gatie.
Zij treden op bij opsporings- en red
dingsacties.
4. Zij verzorgen meteorologische waar
nemingen ten behoeve van algemene
weerkaarten.
Ten aanzien van de eerste twee pun
ten lijkt de taak van de weerschepen
minder omvangrijk te zijn geworden
door de toepassing van vernuftige, elek
tronische apparatuur in vliegtuigen. Bo
vendien zijn de verkeersvliegtuigen
veel veiliger geworden.
Het blijft echter nodig de beschik
king te hebben over de algemene meteo
rologische gegevens. Die worden op de
noordelijke Atlantische Oceaan nu ver
zameld door negen drijvende stations.
In studie is nu in hoeverre deze gege
vens ook verkregen kunnen worden
met behulp van weersatelli'eten of van
in zee verankerde platforms.
De financiering van het net van
weerschepen is een belangrijke overwe
ging bij de instandhouding ervan. Voor
het bezetten van de négen stations zijn
21 schepen ingericht. Zij doen bij toer
beurt dienst.
Nederland levert zijn bijdrage met
twee schepen. De Cumulus kwam enke
le jaren geleden in de vaart. De Cirrus
is aan haar laatste jaren bezig. Zij zal
voor 1969 uit de vaart moeten worden
genomen.
Het hangt mede af van het resultaat
van de komende Parijse conferentie of
in de toekomst twee Nederlandse
weerschepen nodig zullen zijn.
Het is mogelijk dat de organisatie in
tact blijft, maar dat met minder sche
pen kan worden volstaan. In dat geval
zouden andere posities voor de drijven
de weerstations kunnen worden aange
wezen.
ADVERTENTIE
de harde matras
met alle comfort
van een zachte!
BONN (Reuter). Alle schoolkinde
ren zouden gele mutsen moeten dra
gen op weg van en naar school. Auto
mobilisten kunnen de kinderen dan ge
makkelijker opmerken en het aantal
verkeersslachtoffers zou dalen.
Deze raad geeft de Westduitse orga
nisatie voor verkeersveiligheid aan al
le Westduitse ouders.
Twintig procent van de achthonderd
duizend kinderen draagt al zo'n muts,
zegt de organisatie. Vorig jaar kwa
men 1612 kinderen onder de vijftien
jaar om het leven bij verkeersongeluk
ken; 19197 werden ernstig gewond. Een
derde van de slachtoffers viel op weg
van of naar school.
ADVERTENTIE
de harde matras
met alle comfort
van een zachte!
PARIJS De minimode heeft in Parys plotseling weer een kans gekregen. Pierre
Cardin maakte van zyn wintershow een complete Carnaby-voorstelling, met alle
ruimtevaartmotieven die daarby behoren. Zyn minimeisjes met rok tot hoog op
de dyen hebben wespentailles „ingeblikt" in metaal. Een strakke metalen band,
die met een clips sluit, snoert de leest in tot minimale omvang.
Die zelfde metalen banden als een
springveer gebruikt Cardin ook als gar
nering van mantels en hoeden. Platte
ronde hoeden als vliegende schotels
worden omgeven door een zwevend
aureool van dat metaal. Het is soms
ook om hals en polsen geklemd bij
mantels en pakjes.
Naast helmhoeden met vizieren brengt
Cardin ditmaal hoeden met complete
maskers voor het gezicht, ingezet met
doorzichtig plastic voor de doorkijk.
De mantels zijn in deze Cardin-Car-
naby collectie wijde tenten met een gro
te ritssluiting van voren. Zij zijn van
onder vaak afgezet met een brede rand
vossebont.
De tentlijn blijft Cardin ook verder
trouw, vooral bij cocktailjurken ver
sierd met geometrische borduursels in
schitterende pailletten. Capes en meer
aansluitende jurken met heupceintuurs
hebben Batman-mouwen met lange slip
pen, waarin de handen schuil gaan.
Sommige jurken zijn van achter on
voorstelbaar kort en lopen van voren uit
in een lange puntige slip.
Nog minder conventioneel is Cardin
op het gebied van de mannenmode. De
mannen waren in fel gekleurde jersey
pakken gekleed. De lange jasjes, soms
met een brede rits en een brede lederen
koppelceintuur, bengelen om de heupen.
Bij alles wat verder nog complete mi
ni was, werden overwegend zwarte kou
sen gedragen. Er is bij Cardin niets
meer over van de jonge elegance, die
vroeger zijn ontwerpen kenmerkte. De
show, weer met elektronisch lawaai en
beatmuziek, stond helemaal in het teken
van reizen naar de maan. Voor die rei
zen echt beginnen zou Cardin als coutu
rier wel eens figuurlijk naar de maan
kunnen zijn.
Hij herhaalt nu al enige seizoenen de
zelfde motieven, al lang en breed in de
Carnaby-boutiques voor de tieners aan
wezig. Maar zijn mannenmode schijnt
zoveel geld op te brengen, dat het con-
cern-Cardin zich steeds meer uit kan
breiden. De onderneming Dior is, wat
dat aangaat, door hem met allerlei spe
ciale afdelingen al overtroffen.
Heel wat méér stijl heeft de collectie
van Roberto Capucci, de Italiaanse cou
turier die van Rome naar Parijs kwam.
Hij ontwikkelt een nieuw silhouet voor
de langere rokken tot net op de kuit,
door de toepassing van een verhoogde
taille. „Bodices", kleine jasjes, die op
korte bolero's lijken, vullen zijn rechte,
even gegeerde jurken aan. Datzelfde
motief keert terug bij de mantels. Zijn
strikte lijn past bij deze tijd zonder con
cessies aan de Carnabyrage.
Paco Rabanne, de plastic-koning van
de Parijse mode, heeft aluminium ont
dekt als nieuw materiaal voor kleding.
Hij toonde gisteren in een showroom
als een circustent kuras jurken in mini-
lengte helemaal van kleine, aan elkaar
bevestigde stukjes aluminium vervaar
digd.
„Kogelvrije" metalen jurken, die al
leen de benen tot hoog onbeschermd la
ten. En de navel, want op die plaats is
in het aluminium kuras een gat aange
bracht!
Lyn Nugent, de 5 weken jonge kleinzoon van president Johnson is nu onge
twijfeld de belangrijkste persoonlijkheid op het Witte Huis. Hij maakt een
slaapje tegen de schouder van zijn vader Pat, terwijl opa hem een zacht
klopje geeft. Luci, de dochter van de president, en Pat gaan een tweede
huwelijksreis maken, terwijl opa en oma voor de kleine zullen zorgen.
Duizenden schildpadden gaan jaarlijks
dood door ondeskundig vervoer en on
voldoende verzorging.
Biologen schatten dat zeker zestig pro
cent van de schildpadden die uit Zuid-
europese en Noordafrikaanse landen
naar Nederland worden geëxporteerd,
onderweg dood gaat. Van de schild
padden, die ons land levend bereiken,
leeft nog geen tien.procent langer dan
één jaar.
De laatste jaren is de export van de
zogenaamde Moorse landschildpad uit
Marokko sterk toegenomen. Per trein,
schip en vliegtuig worden deze schild
padden bij duizenden tegelijk naar Ne
derland gebracht, waar de dierenhan-
deze voor gemiddeld drie gulden per
stuk van de hand doet.
„Vaak worden deze dieren bij mas
sa's in jute zakken en mandjes uit Afri
ka naar Nederland vervoerd. Schildpad
den kunnen over het algemeen wel te
gen een stootje, maar bij een dergelijke
behandeling legt het merendeel het
loodje", zegt de heer W. D. van Roon,
lid van de Nederlandse vereniging voor
herpetologie en terrariumkunde Lacer
ta.
Volgens hem laat ook de verzorging
van de schildpadden door dierenhande
laars en leken veel te wensen over. „Ze
liggen maar in de etalage en krijgen zo
nu en dan eens een blaadje sla te eten.
Dat de dieren veel kalk, zonlicht en
warmte nodig hebben, weet het gros
van de dierenhandelaars niet eens", al
dus de heer Van Roon.
Drs. M. F. I. J. Bijleveld, secretaris
van de afdeling Nederland van het We
reldnatuurfonds, zegt: „Het sterftecijfer
onder de schildpadden is ontstellend.
Er wordt op grote schaal roofbouw ge
pleegd en Nederland is daarbij als door-
voerland voor de internationale dieren
handel haantje de voorste. Het is alle
maal mogelijk, omdat de wetgeving op
dit gebied in ons land achterloopt."
De Nederlandse commissie voor inter
nationale natuurbescherming is al ja
ren bezig deze handel aan banden te
leggen. „Er moet naar Engels voorbeeld
een fauna-import en -doorvoerwet ko
men, die voorwaarden stelt aan de im
port van dieren. Maar de overheid
werkt langzaam en ik heb het idee, dat
het nog wel jaren kan duren, voordat
deze wet van kracht wordt", verzucht
dr. J. H. Westerman, lid van deze com
missie.
De Dibevo, de landelijke organisatie
voor de dierenhandel, kan wegens va
kantie van de secretaris maar een ma
ger commentaar op de klachten laten
horen. „Mij zijn deze cijfers niet be
kend. .Schildpadden vormen slechts een
klein onderdeel in het totaal van wat
Schildpadden zijn speelgoed gewor
den. Mqar de lieve dierèn houden
het door volstrekt onvoldoende ver
zorging in ons land meestal nog
geen jaar uit.
O
onze leden verkopen. Wij geven wel
een cursus in kennis van aquarium- en
terrariumdieren. Daar is nogal wat be
langstelling voor, maar de nadruk ligt
op de aquariumdieren. Terrariumdieren
zijn niet zo belangrijk in deze oplei
ding", zegt een secretaresse.
KOEALA LOEMPOER Iedereen,
die nabij de grens tussen Maleisië en
Thailand woont en in de smokkelhandel
wil gaan, heeft niets anders nodig dan
een fiets, een stel manden en wat ver
beeldingskracht.
Het „beroep" en als zodanig wordt
het hier beschouwd is eerzaam en
vele van de meest welvarende lieden in
dit gebied zijn smokkelaars. Terwijl een
boer of een visser hard moet ploeteren
om zijn 60 (met 20 Amerikaanse gelijk
staande) dollars te verdienen, verdient
de smokkelaar, die naast zijn deur een
gemakkelijk leventje leidt, van 200 (67
Amerikaanse) tot 1.000 (334 Amerikaan
se) dollars per maand.
Maar deze mensen geven zich niet
over aan het melodramatische type van
smokkelarij in goud, juwelen of atoom
geheimen. Zij beschouwen zichzelf en
worden door hun buren beschouwd als
achtenswaardige lieden en werken elke
dag van 's morgens acht tot 's middags
vier uur.
Een van hen lichtte dit als volgt toe:
„Wij moeten bij daglicht werken, omdat
's nachts al het gedierte van de wilder
nis op roof uit gaat. Bovendien zwerven
's nachts de geesten rond en dat is
slecht voor de zaken."
Deze heer bevond zich in de Maleisi
sche hoofdstad Koela Loempoer om
zijn boodschappen te doen voor het Mo
hammedaanse feest Hari Raya. Hij
kocht op afbetaling, een normale metho
de van de smokkelaars.
„Wij brengen wat wij hebben op onze
fietsen over de grens en ruilen het te
gen hetgeen de Thailanders te bieden
hebben" legde hij uit
Tot de goederen, waar veel vraag
naar is, behoren damesondergoed, op-
maakartikelen, textiel, schoenen, man
nenkleding, zaklantaarns, batterijen,
speelgoed, horloges, aardewerk, artike
len van plastic en tal van andere zaken,
die op de talrijke markten in de open
lucht te Koeala Loempoer gemakkelijk
te krijgen zijn.
Deze zaken brengen, naar Thailand
gesmokkeld, drie of meer malen hun
marktwaarde te Koeala Loempoer op.
DEN HAAG Arie Taal is 82 jaar en in zijn wiek geschoten. „Ze heb
ben me de bons gegeven", mort hij in zijn gekortwiekte baardje. „Kijk,
daar hangt mijn zwempak aan de lijn. Iedere dag duik ik nog van de
hoge, en ik zou geen les meer kunnen geven, ha".
Met ingang van het nieuwe schooljaar heeft Arie Taal, gymnastiekle
raar, zijn ontslag gekregen. Het bestuur van de hervormde Paul Kruger-
school in Den Haag, waar hij na zijn pensionering van de Academie voor
Lichamelijke Opvoeding ineens in de „kleine kinderen" kwam, heeft nog
een goed woordje voor hem gedaan.
„Nou ja", zegt hij ineens vergevingsgezind, „ik ben eigenlijk ook al zeven
tien jaar over tijd. Maar het geeft een klap hè, ik ben geestelijk en licha
melijk met een schuin oog op het degelijke zwarte pak uit één stuk in
de tuin nog helemaal goed".
Een groot feest is zijn afscheid de vorige maand dan ook niet geworden
„daarvoor vond ik de zaak te beroerd" maar het bestuur heeft liefde
volle woorden gesproken, waarmee de 82-jarige leraar het dan maar moet
doen. „Geestelijk kom ik de dagen wel door. Daar zorgen mijn hobby's theo
sofie en astrologie wel voor".
De heer Taal, die publiciteit gewend is eri deze niet schuwt, heeft keu
rige pasklare zinnetjes gereed, zoals: „Een mens is niet lichaam, maar ook
geest", Een theorie, die hij in zijn 57-jarige loopbaan in praktijk bracht.
„Het onderwijs in lichamelijke opvoeding is geen kwestie van alleen
spierbundels aankweken. De kinders moeten ook sociaal gevoel krijgen
door samenwerking in sport en spel", verklaart hij afgemeten.
Deze keurige uitspraken zijn hem bijgebleven van de interviews en het
tv-optreden, die hem op zijn 75ste verjaardag te beurt vielen. Hij stond
toen vijftig jaar voor de klas. De eremedaille in goud in de orde van Oranje
Nassau, die zijn sportieve jasje over het lichtgroene hemd siert, herinnert
daar nog aan.
Ja, ja, Taal heeft heel wat veranderingen meegemaakt. Vroeger kwamen
zijn pupillen gewoon gekleed opdraven. Hoogstens waren de schoenen door
gympjes vervangen. Nu moeten ze zo min mogelijk aanhebben.
Alles moest in die eerste dagen van Taal op maat, in de tel. Nu is het
kind veel vrijer, losser en beweeglijker. Van „meester" Taal mag het, als
het ihaar goed in de gaten heeft dat hij de baas is en niemand anders.
„En", knobpt hij hier meteen aan vast. „In wezen is de jeugd niet ver
anderd, hoogstens wat minder stiekem geworden". Zich over zijn grijz*
baardje strelend, „ik mag wel zeggen, dat ik aardig met de tijd ben meege
gaan".
Wat nauwelijks enige verbetering heeft ondergaan in die ruim vijftig
jaar is het aantal lesuren. Taal kreeg op de lagere school twee keer pef
week zijn oefeningetjes. Dat is voor de lagere school nu drie keer geworden.
„Wij streven naar iedere dag gymnastiekles", vertelt hij, „maar voorlopig
is dat te duur"
Die paar keer per week aan het rek hebben niet verhinderd dat de jonge
Arie een matador in het turnen is geworden, zoals hij zelf toegeeft. Daar
voor heeft het thuis wel gespannen. „Gymnastiek op blote voeten was toen
duivelskunst", lacht hij. „Maar toen men mij zo statig van de hoge zag
zweefduiken was het ijs gebroken".
Na 25 jaar onderwijs aan lagere scholen en ulo-scholen kwam Arie Taal
aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, waar hij tot zijn pensione
ring bleef. Hij kwam er in de examens terecht, waarmee hij bedoelt dat hij
examinator voor de middelbare akte is geweest. Tot voor kort was hij
gecommitteerde op kweekscholen. „Ik reisde lekker door het hele land",
gniffelt meester Taal.
Van zijn negen kinderen is een dochter gymnastieklerares geworden. „Ja,
niet iedereen is er geschikt voor. Je moet wel aanleg hebben", zegt hij een
voudig.