St. LAURENT KINDERLIJK Pierre Cardin blijft bij mini-mode SCHILDPADDEN STERVEN BIJ DUIZENDEN Ar ie Taal (82) in zijn wiek geschoten VEL Mannen Aluminium Waarom niet eens Leiden stalt griezelige diertjes uit iets bijzonders Ratelen Beter inzicht „Ha WEERSCHEPEN OVERBODIG Gele muts zal kinderen in het verkeer beter beschermen Het belangrijkste mannetje van het Witte Huis Ondeskundig vervoer fataal SMOKKELEN ALS EERZAAM BEROEP Verandering Geen feest Matador KINDERLIJK SCHOTS OVATIE #®DRAKA ZAKKEN ONTSTELLEND NIET BEKEND DONDERDAG 3 AUGUSTUS 1967 GA EENS KIJKEN NAAR DE RATELSLANGEN Omdat je nooit kunt weten, ligt niet ver van de kuil met meer dan twintig gif tige ratelslangen een potje tegengif. Bezoekers aan de tentoonstelling „Uit het mysterieuze leven der reptielen" in de Leidse Hortus Botanicus kunnen er hun voordeel mee doen wanneer ze onverhoopt een onbedwingbare lust mochten voelen om in de kuil te springen. op de expositie in Leiden worden tentoongesteld. „We hebben er op het laatste moment toch maar van afge zien", zegt Hans van Roon. „Die dieren zijn zeker zo giftig als een ratelslang, maar ze bijten, zonder dit van tevoren even aan te kondigen. Een ratelslang doet dat wel. Die ratelt eerst een tijdje en hapt dan pas toe." Om misverstanden te voorkomen: de tentoonstelling van reptielen is on verantwoord gedrag van bezoekers daargelaten van elk gevaar ontbloot. De meeste reptielen (afkomstig uit een aantal dierentuinen en van leden van de Nederlandse Vereniging voor Herpe- tologie en Terrariumkunde „Lacerta") doen geen mens kwaad. Behalve de ra telslangen is op deze expositie alleen de korsthagedis een op het eerste geizcht zeer vriendelijk diertje met gif uitgerust. Met deze theoretische mogelijkheid houden de organisatoren van de ten toonstelling, die elk risico willen uitslui ten, in alle ernst rekening. Eén van hen, de 24-jarige student in de biologie, Hans van Roon, ziet overigens meer gevaar in het merkwaardige gedrag van sommige vaders die met zoonlief op bezoek komen. „Ze zetten de jochies soms op de rand van de slangen-kuil. Voor je het weet, ligt zo'n kind er in." 0 Er zouden ook twee koningscobra's PARIJS In de kleine showroom van Yves Saint-Laurent, vlakbij de Avenue Vogue in de Rue Spontini, was het drukker dan waar ook in de Parijse modeweek bij een première. De jonge man die Christian Dior in dertijd zelf als zijn opvolger koos, heeft sinds hij een eigen modehuis opende, bewezen, Marc Bohan, die nu voor het huis Dior de collecties ontwerpt, in creativiteit ver te over treffen. Zoveel belangstelling was er voor de eerste show van de winter- modellen bij Laurent, dat er op de wenteltrap naar zijn werkkamer evenveel bezoekers zaten als in de zaal. Door de smeedijzeren omrastering van de trappen heen zagen die hoog gezeten kijkers beneden in de diepte op de nieuwe ontwerpen neer, alsof zij een show in een leeuwenkuil bijwoon den. Niemand beklaagde zich echter over dat wonderlijke uitzicht; want de collectie van Yves Saint-Laurent was boeiend van begin tot einde. Hij brengt een jonge, gevarieerde stijl, met voor op straat in de kou, lange mantels tot op de enkels; overwegend van leder vervaardigd. Verder handhaafde deze door de jeugd van de linker Seine-oever geïn spireerde ontwerper de minilengte tot boven de knie. De jasjes van zijn nieu we mantelpakjes zijn opvallend lang en getailleerd. Ze sluiten tot hoog aan de hals met een rij knopen. De ceintuur is een koperen ketting. Tweedmantels en capes hebben een sportieve Engelse stijl. Een kinderlijke allure kenmerkte de mantels en jurken van Saint-Laurent. Bij de jurken worden dikwijls plooien toegepast. Jurken met een witte came lia en onder het hoofd sluitende kraag jes zijn voorzien van korte plooirok ken. Bij andere jurken ontspringen de plooien uit een kinderlijk plat stukje. Die schoolmeisjes-stijl handhaaft de Franse modekoning ook voor de avond. De avondtoiletten van crêpe in roze, wit en zachtblauw hebben lange plooi rokken, keurige lange mouwen en een kinderlijk kraagje. Het aansluitende lijfje is met strass in een streepmotief geborduurd. De mantels als van kost schoolkinderen met twee rijen knopen op het korte platte stukje, klein kraag je en ingezette mouwen, lopen naar onder toe wijder uit. Bij de kinderlijke kleding worden losse kapsels gedragen met een platte fluwelen strik boven op het hoofd. Fluwelen pakken met kuitbroeken zoals van achttiende eeuwse pages wor den door witte blouses met chapeaus, schoenen met grote gespen en een gro te fluwelen hoed aangevuld. Laurent laat er zwierige musketierscapes bij dragen. Kleine capes van struisveer vullen de cocktail-jurken aan van crê pe of mousseline in pasteltinten. Het korte minirokje van de jurken is een soort poederdons van struisveer. Schots van stijl zijn de mantelpakjes met korte plooirokken, waarop van de rechterschouder naar de linkerheup brede shawls in tartans worden gedra gen. Kleine tasjes, aan een ketting op de heup, afhangend herinneren ook aan de Schotse hooglanden. Donker bruin wordt voor de winter de belang rijkste kleur by Yves Saint-Laurent. Om dat te onderstrepen waren zelfs de gordijnen en de stofferingen in zijn showroom in die kleur uitgevoerd. Verder past hij veel toe donker-flesse- groen, steenrood, en terra cotta; voor de a'vond overgaand op zwart, wit en pasteltinten. Ook voor de tiener brengt Laurent veel nieuwe ideeën. De jonge beweeg lijke plooirokken bijvoorbeeld, de flu welen kniebroeken, de wijde capes en de minirokjes van struisveer. De bruid die de show besloot leek op een Schot se prinses uit de achttiende eeuw, ge kleed in een gewaad met lange sleep van goudkleurig damast. Door haar lange, donkere haren waren snoeren parelen, gevlochten en zij droeg een boeket witte lelies. Tientallen fotografen stormden de zaal binnen na de show, maar de nog altijd verlegen Yves Saint-Laurent pro beerde zich aan hun spervuur van flitslicht te onttrekken. De jongeman die na zijn diensttijd niet meer terug kon keren in het huis Dior, wordt in Parijs nu weer geëerd als de belangrijkste onder de jongere couturiers. Dat bewees de ovatie, die losbarstte, toen hij na de collectie in de zaal verscheen. In geen enkel ander modehuis was na de première zo'n spontaan applaus te horen. Daar waren de shows over het algemeen te mat, te dwaas of te ongeïnspireerd voor. „We houden deze tentoonstelling", zegt Hans van Roon, „om de bezoe kers een beter inzicht te geven in het leven van de reptielen, die er als huis dieren al heel aardig beginnen in te komen. Steeds meer mensen kopen een schildpad, een hagedis of zelfs een py thon, maar ze hebben vaak geen flauw idee, wat ze nu eigenlijk in huis halen, wat ze moeten doen. Bij voorbeeld: wat eet een schildpad, zit het dier graag in de schaduw of juist niet, moet het veel of weinig water hebben en ga zo maar Wereldnatuurfonds zijn op de ten toonstelling aanwezig om de mensen op dit soort vragen een antwoord te ge ven." De expositie heet niet voor niets „Uit het mysterieuze leven der rep tielen". Het blijkt dat vele van de meer dan driehonderd aanwezige dieren er zeer geheimzinnige methoden op na houden om in het leven te blijven. De „onechte gaviaal" bij voorbeeld (die niet echt is, omdat de „echte gaviaal" een veel langere snuit heeft) verstaat bij uitstek de kunst om zijn voor het mensenoog onzichtbare prooi uit de modder te pikken. De kameleon heeft een onbehoorlijk lange tong, waarmee het dier elk insect feilloos „vastgrijpt". Dat gaat overigens zo snel, dat het niet met het blote oog is te volgen. 2. 3. Zo hoeft het nu ook weer niet. Enige afstand tegenover de stangen blijft gewenst. U kunt de stangen ook van veilige afstand bekijken. De gierschildpad doet het anders. Het dier, dat uitsluitend vis eet, heeft èen rood velletje op zijn tong dat zich in alle bochten kan kronkelen, zoals een regenworm dat pleegt te doen. „Ha", denkt de vis, „een regenworm" en voor hij het weet zit hij al in de bek van de gierschildpad. Een matamata, ook een waterschild pad, volgt een andere werkwijze. Zij stouwt haar buitensporig lange hals vol met water en slikt vervolgens de vissen door, die mee naar binnen zijn geko men. De expositie in Leiden duurt tot en met 10 augustus en zal ook dit weekeinde (dagelijks van 10 tot 22 uur) geopend zijn. Mensen die in Indonesië zijn geweest zullen er een oude bekende tegenkomen: de rood gespikkelde tok- keh. Minder bekend is de zwarte pity- usen-hagedis die alleen voorkomt op een eilandje bij Spanje. Hans van Roon: „de diertjes leiden daar een hard bestaan. Er is bijna niets te eten. Ze lusten daarom vrijwel alles. Zelfs ge hakt en aardbeiden gaan er vlot in." DEN HAAG De sterk uitgebreide apparatuur aan boord van moderne ver keersvliegtuigen maakt de vraag actu eel of het net van weerschepen op de noordelyke Atlantische Oceaan in zyn huidige vorm moet worden gehand haafd. De weerschepenorganisatie van de internationale organisatie voor de burgerluchtvaart (I.C.A.O.) belegt hier over volgend voorjaar een conferentie in Parijs. Het gebruik van weerschepen ontstond in de Tweede Wereldoorlog toen uit de Verenigde Staten vliegtui gen naar het Europese strijdtoneel wer den gevlogen. Na de oorlog kwam het transatlantisch luchtverkeer tot ontwik keling dat dankbaar gebruik ging ma ken van de hulp die de weerschepen konden bieden. Deze schepen hadden toen vier duide lijke taken: 1. Zij leveren gegevens over het weer aan de overvliegende toestellen. Zij verlenen hulp bij de radionavi- gatie. Zij treden op bij opsporings- en red dingsacties. 4. Zij verzorgen meteorologische waar nemingen ten behoeve van algemene weerkaarten. Ten aanzien van de eerste twee pun ten lijkt de taak van de weerschepen minder omvangrijk te zijn geworden door de toepassing van vernuftige, elek tronische apparatuur in vliegtuigen. Bo vendien zijn de verkeersvliegtuigen veel veiliger geworden. Het blijft echter nodig de beschik king te hebben over de algemene meteo rologische gegevens. Die worden op de noordelijke Atlantische Oceaan nu ver zameld door negen drijvende stations. In studie is nu in hoeverre deze gege vens ook verkregen kunnen worden met behulp van weersatelli'eten of van in zee verankerde platforms. De financiering van het net van weerschepen is een belangrijke overwe ging bij de instandhouding ervan. Voor het bezetten van de négen stations zijn 21 schepen ingericht. Zij doen bij toer beurt dienst. Nederland levert zijn bijdrage met twee schepen. De Cumulus kwam enke le jaren geleden in de vaart. De Cirrus is aan haar laatste jaren bezig. Zij zal voor 1969 uit de vaart moeten worden genomen. Het hangt mede af van het resultaat van de komende Parijse conferentie of in de toekomst twee Nederlandse weerschepen nodig zullen zijn. Het is mogelijk dat de organisatie in tact blijft, maar dat met minder sche pen kan worden volstaan. In dat geval zouden andere posities voor de drijven de weerstations kunnen worden aange wezen. ADVERTENTIE de harde matras met alle comfort van een zachte! BONN (Reuter). Alle schoolkinde ren zouden gele mutsen moeten dra gen op weg van en naar school. Auto mobilisten kunnen de kinderen dan ge makkelijker opmerken en het aantal verkeersslachtoffers zou dalen. Deze raad geeft de Westduitse orga nisatie voor verkeersveiligheid aan al le Westduitse ouders. Twintig procent van de achthonderd duizend kinderen draagt al zo'n muts, zegt de organisatie. Vorig jaar kwa men 1612 kinderen onder de vijftien jaar om het leven bij verkeersongeluk ken; 19197 werden ernstig gewond. Een derde van de slachtoffers viel op weg van of naar school. ADVERTENTIE de harde matras met alle comfort van een zachte! PARIJS De minimode heeft in Parys plotseling weer een kans gekregen. Pierre Cardin maakte van zyn wintershow een complete Carnaby-voorstelling, met alle ruimtevaartmotieven die daarby behoren. Zyn minimeisjes met rok tot hoog op de dyen hebben wespentailles „ingeblikt" in metaal. Een strakke metalen band, die met een clips sluit, snoert de leest in tot minimale omvang. Die zelfde metalen banden als een springveer gebruikt Cardin ook als gar nering van mantels en hoeden. Platte ronde hoeden als vliegende schotels worden omgeven door een zwevend aureool van dat metaal. Het is soms ook om hals en polsen geklemd bij mantels en pakjes. Naast helmhoeden met vizieren brengt Cardin ditmaal hoeden met complete maskers voor het gezicht, ingezet met doorzichtig plastic voor de doorkijk. De mantels zijn in deze Cardin-Car- naby collectie wijde tenten met een gro te ritssluiting van voren. Zij zijn van onder vaak afgezet met een brede rand vossebont. De tentlijn blijft Cardin ook verder trouw, vooral bij cocktailjurken ver sierd met geometrische borduursels in schitterende pailletten. Capes en meer aansluitende jurken met heupceintuurs hebben Batman-mouwen met lange slip pen, waarin de handen schuil gaan. Sommige jurken zijn van achter on voorstelbaar kort en lopen van voren uit in een lange puntige slip. Nog minder conventioneel is Cardin op het gebied van de mannenmode. De mannen waren in fel gekleurde jersey pakken gekleed. De lange jasjes, soms met een brede rits en een brede lederen koppelceintuur, bengelen om de heupen. Bij alles wat verder nog complete mi ni was, werden overwegend zwarte kou sen gedragen. Er is bij Cardin niets meer over van de jonge elegance, die vroeger zijn ontwerpen kenmerkte. De show, weer met elektronisch lawaai en beatmuziek, stond helemaal in het teken van reizen naar de maan. Voor die rei zen echt beginnen zou Cardin als coutu rier wel eens figuurlijk naar de maan kunnen zijn. Hij herhaalt nu al enige seizoenen de zelfde motieven, al lang en breed in de Carnaby-boutiques voor de tieners aan wezig. Maar zijn mannenmode schijnt zoveel geld op te brengen, dat het con- cern-Cardin zich steeds meer uit kan breiden. De onderneming Dior is, wat dat aangaat, door hem met allerlei spe ciale afdelingen al overtroffen. Heel wat méér stijl heeft de collectie van Roberto Capucci, de Italiaanse cou turier die van Rome naar Parijs kwam. Hij ontwikkelt een nieuw silhouet voor de langere rokken tot net op de kuit, door de toepassing van een verhoogde taille. „Bodices", kleine jasjes, die op korte bolero's lijken, vullen zijn rechte, even gegeerde jurken aan. Datzelfde motief keert terug bij de mantels. Zijn strikte lijn past bij deze tijd zonder con cessies aan de Carnabyrage. Paco Rabanne, de plastic-koning van de Parijse mode, heeft aluminium ont dekt als nieuw materiaal voor kleding. Hij toonde gisteren in een showroom als een circustent kuras jurken in mini- lengte helemaal van kleine, aan elkaar bevestigde stukjes aluminium vervaar digd. „Kogelvrije" metalen jurken, die al leen de benen tot hoog onbeschermd la ten. En de navel, want op die plaats is in het aluminium kuras een gat aange bracht! Lyn Nugent, de 5 weken jonge kleinzoon van president Johnson is nu onge twijfeld de belangrijkste persoonlijkheid op het Witte Huis. Hij maakt een slaapje tegen de schouder van zijn vader Pat, terwijl opa hem een zacht klopje geeft. Luci, de dochter van de president, en Pat gaan een tweede huwelijksreis maken, terwijl opa en oma voor de kleine zullen zorgen. Duizenden schildpadden gaan jaarlijks dood door ondeskundig vervoer en on voldoende verzorging. Biologen schatten dat zeker zestig pro cent van de schildpadden die uit Zuid- europese en Noordafrikaanse landen naar Nederland worden geëxporteerd, onderweg dood gaat. Van de schild padden, die ons land levend bereiken, leeft nog geen tien.procent langer dan één jaar. De laatste jaren is de export van de zogenaamde Moorse landschildpad uit Marokko sterk toegenomen. Per trein, schip en vliegtuig worden deze schild padden bij duizenden tegelijk naar Ne derland gebracht, waar de dierenhan- deze voor gemiddeld drie gulden per stuk van de hand doet. „Vaak worden deze dieren bij mas sa's in jute zakken en mandjes uit Afri ka naar Nederland vervoerd. Schildpad den kunnen over het algemeen wel te gen een stootje, maar bij een dergelijke behandeling legt het merendeel het loodje", zegt de heer W. D. van Roon, lid van de Nederlandse vereniging voor herpetologie en terrariumkunde Lacer ta. Volgens hem laat ook de verzorging van de schildpadden door dierenhande laars en leken veel te wensen over. „Ze liggen maar in de etalage en krijgen zo nu en dan eens een blaadje sla te eten. Dat de dieren veel kalk, zonlicht en warmte nodig hebben, weet het gros van de dierenhandelaars niet eens", al dus de heer Van Roon. Drs. M. F. I. J. Bijleveld, secretaris van de afdeling Nederland van het We reldnatuurfonds, zegt: „Het sterftecijfer onder de schildpadden is ontstellend. Er wordt op grote schaal roofbouw ge pleegd en Nederland is daarbij als door- voerland voor de internationale dieren handel haantje de voorste. Het is alle maal mogelijk, omdat de wetgeving op dit gebied in ons land achterloopt." De Nederlandse commissie voor inter nationale natuurbescherming is al ja ren bezig deze handel aan banden te leggen. „Er moet naar Engels voorbeeld een fauna-import en -doorvoerwet ko men, die voorwaarden stelt aan de im port van dieren. Maar de overheid werkt langzaam en ik heb het idee, dat het nog wel jaren kan duren, voordat deze wet van kracht wordt", verzucht dr. J. H. Westerman, lid van deze com missie. De Dibevo, de landelijke organisatie voor de dierenhandel, kan wegens va kantie van de secretaris maar een ma ger commentaar op de klachten laten horen. „Mij zijn deze cijfers niet be kend. .Schildpadden vormen slechts een klein onderdeel in het totaal van wat Schildpadden zijn speelgoed gewor den. Mqar de lieve dierèn houden het door volstrekt onvoldoende ver zorging in ons land meestal nog geen jaar uit. O onze leden verkopen. Wij geven wel een cursus in kennis van aquarium- en terrariumdieren. Daar is nogal wat be langstelling voor, maar de nadruk ligt op de aquariumdieren. Terrariumdieren zijn niet zo belangrijk in deze oplei ding", zegt een secretaresse. KOEALA LOEMPOER Iedereen, die nabij de grens tussen Maleisië en Thailand woont en in de smokkelhandel wil gaan, heeft niets anders nodig dan een fiets, een stel manden en wat ver beeldingskracht. Het „beroep" en als zodanig wordt het hier beschouwd is eerzaam en vele van de meest welvarende lieden in dit gebied zijn smokkelaars. Terwijl een boer of een visser hard moet ploeteren om zijn 60 (met 20 Amerikaanse gelijk staande) dollars te verdienen, verdient de smokkelaar, die naast zijn deur een gemakkelijk leventje leidt, van 200 (67 Amerikaanse) tot 1.000 (334 Amerikaan se) dollars per maand. Maar deze mensen geven zich niet over aan het melodramatische type van smokkelarij in goud, juwelen of atoom geheimen. Zij beschouwen zichzelf en worden door hun buren beschouwd als achtenswaardige lieden en werken elke dag van 's morgens acht tot 's middags vier uur. Een van hen lichtte dit als volgt toe: „Wij moeten bij daglicht werken, omdat 's nachts al het gedierte van de wilder nis op roof uit gaat. Bovendien zwerven 's nachts de geesten rond en dat is slecht voor de zaken." Deze heer bevond zich in de Maleisi sche hoofdstad Koela Loempoer om zijn boodschappen te doen voor het Mo hammedaanse feest Hari Raya. Hij kocht op afbetaling, een normale metho de van de smokkelaars. „Wij brengen wat wij hebben op onze fietsen over de grens en ruilen het te gen hetgeen de Thailanders te bieden hebben" legde hij uit Tot de goederen, waar veel vraag naar is, behoren damesondergoed, op- maakartikelen, textiel, schoenen, man nenkleding, zaklantaarns, batterijen, speelgoed, horloges, aardewerk, artike len van plastic en tal van andere zaken, die op de talrijke markten in de open lucht te Koeala Loempoer gemakkelijk te krijgen zijn. Deze zaken brengen, naar Thailand gesmokkeld, drie of meer malen hun marktwaarde te Koeala Loempoer op. DEN HAAG Arie Taal is 82 jaar en in zijn wiek geschoten. „Ze heb ben me de bons gegeven", mort hij in zijn gekortwiekte baardje. „Kijk, daar hangt mijn zwempak aan de lijn. Iedere dag duik ik nog van de hoge, en ik zou geen les meer kunnen geven, ha". Met ingang van het nieuwe schooljaar heeft Arie Taal, gymnastiekle raar, zijn ontslag gekregen. Het bestuur van de hervormde Paul Kruger- school in Den Haag, waar hij na zijn pensionering van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding ineens in de „kleine kinderen" kwam, heeft nog een goed woordje voor hem gedaan. „Nou ja", zegt hij ineens vergevingsgezind, „ik ben eigenlijk ook al zeven tien jaar over tijd. Maar het geeft een klap hè, ik ben geestelijk en licha melijk met een schuin oog op het degelijke zwarte pak uit één stuk in de tuin nog helemaal goed". Een groot feest is zijn afscheid de vorige maand dan ook niet geworden „daarvoor vond ik de zaak te beroerd" maar het bestuur heeft liefde volle woorden gesproken, waarmee de 82-jarige leraar het dan maar moet doen. „Geestelijk kom ik de dagen wel door. Daar zorgen mijn hobby's theo sofie en astrologie wel voor". De heer Taal, die publiciteit gewend is eri deze niet schuwt, heeft keu rige pasklare zinnetjes gereed, zoals: „Een mens is niet lichaam, maar ook geest", Een theorie, die hij in zijn 57-jarige loopbaan in praktijk bracht. „Het onderwijs in lichamelijke opvoeding is geen kwestie van alleen spierbundels aankweken. De kinders moeten ook sociaal gevoel krijgen door samenwerking in sport en spel", verklaart hij afgemeten. Deze keurige uitspraken zijn hem bijgebleven van de interviews en het tv-optreden, die hem op zijn 75ste verjaardag te beurt vielen. Hij stond toen vijftig jaar voor de klas. De eremedaille in goud in de orde van Oranje Nassau, die zijn sportieve jasje over het lichtgroene hemd siert, herinnert daar nog aan. Ja, ja, Taal heeft heel wat veranderingen meegemaakt. Vroeger kwamen zijn pupillen gewoon gekleed opdraven. Hoogstens waren de schoenen door gympjes vervangen. Nu moeten ze zo min mogelijk aanhebben. Alles moest in die eerste dagen van Taal op maat, in de tel. Nu is het kind veel vrijer, losser en beweeglijker. Van „meester" Taal mag het, als het ihaar goed in de gaten heeft dat hij de baas is en niemand anders. „En", knobpt hij hier meteen aan vast. „In wezen is de jeugd niet ver anderd, hoogstens wat minder stiekem geworden". Zich over zijn grijz* baardje strelend, „ik mag wel zeggen, dat ik aardig met de tijd ben meege gaan". Wat nauwelijks enige verbetering heeft ondergaan in die ruim vijftig jaar is het aantal lesuren. Taal kreeg op de lagere school twee keer pef week zijn oefeningetjes. Dat is voor de lagere school nu drie keer geworden. „Wij streven naar iedere dag gymnastiekles", vertelt hij, „maar voorlopig is dat te duur" Die paar keer per week aan het rek hebben niet verhinderd dat de jonge Arie een matador in het turnen is geworden, zoals hij zelf toegeeft. Daar voor heeft het thuis wel gespannen. „Gymnastiek op blote voeten was toen duivelskunst", lacht hij. „Maar toen men mij zo statig van de hoge zag zweefduiken was het ijs gebroken". Na 25 jaar onderwijs aan lagere scholen en ulo-scholen kwam Arie Taal aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, waar hij tot zijn pensione ring bleef. Hij kwam er in de examens terecht, waarmee hij bedoelt dat hij examinator voor de middelbare akte is geweest. Tot voor kort was hij gecommitteerde op kweekscholen. „Ik reisde lekker door het hele land", gniffelt meester Taal. Van zijn negen kinderen is een dochter gymnastieklerares geworden. „Ja, niet iedereen is er geschikt voor. Je moet wel aanleg hebben", zegt hij een voudig.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 8