Schaatstraining in Noorwegen
in strijd met amateurstatus?
De harde training voor drie toernooien
Schaatsers
staan voor
extra zware
opgave
Neem een hometrainer
maar
speel
geen
rennertje
Grenoble
Twee fietsers
Tegen kunstrijders
Kleine wedstrijden
De Nederlanders
Tot op de dag
NL J—
IN CONDITIE BOVEN DE 40
IS WEL DEGELIJK MOGELIJK
BEPALINGEN
ZIJN STRENGER
DAN PRAKTIJK!
Fiets
Excessen
De mannen die in de winter schijn
baar zonder moeite een record aan flar
den rijden, weten wat Hollebooms ge
nadeloze schema betekent. Tot op de
dag heeft hij uitgekiend, welke verzwa
ring in de training moet worden ge
bracht om Ard, Kees, Jorrit en de an
deren precies op tijd in vorm te laten
zijn.
Dat schema is een begeerd kleinood.
Toen Boris Stenin vorig jaar hier
kwam studeren, werd daar nog veel
ophef over gemaakt. Na hem zijii er
echter al weer verscheidene anderen
geweest. De Finse oppercoach heeft
Overveen bezocht en de Noor Thor
Berg heeft ook al uitvoerig met Holle
boom gesproken. Dat gebeurt dan voor
de open haard in Hollebooms huis, op
een steenworp afstand van het CIOS.
„Ik denk wel eens: ik heb nou voor
mezelf zo'n beetje uitgeknobbeld wat
de beste vorm van training is en nu
komen ze allemaal kijken. Het is na
tuurlijk niet een soort geheim van de
smid. Er zijn met het buitenland vele
punten van overeenkomst. Het zit soms
in kleine dingen. Maar die vertel ik na
tuurlijk niet allemaal".
Voor Holleboom is er een bezwaar
aan het komende seizoen. „Je hebt
doordat die Olympische Spelen er pre
cies tussenin vallen een gebroken klas-
sementsopbouw, maar dat hoeft niet
per se een bezwaar te zijn om in de
wereldkampioenschappen goed uit de
bus te komen. Het is echt niet zo, dat
ik uitsluitend train op de Olympische
Spelen. De jongens vinden de klasse
mentswedstrijden net zo belangrijk.
Dat neemt natuurlijk niet weg, dat
ze graag een goed figuur willen slaan
in Grenoble".
„Ik zou het zo willen formuleren: de
training wordt aangepast aan de speci
fieke afstanden, die de jongens willen
rijden, maar met behoud van de moge
lijkheden in de klassementswedstrij
den".
„Ik weet niet welke keuze de jongens
hebben gemaakt, maar ik denk, dat
Kees wel op de vijf en de tien kilome
ter zal mikken, hoewel hij natuurlijk
ook een goede 1.500 meter en een goede
drie kilometer rijdt. Voor Ard zijn de
mogelijkheden wat beperkter. Op die
lange afstanden krijgt toch zijn rug het
zwaar te verduren, omdat hij veel lan
ger is dan Kees".
Ben Holleboom gaat dus niet speciaal
de mannen trainen op de afstanden die
hun specialiteit ziin.
„Een goede Klassementsrijder gaat
met deze training op alle afstanden be
lter. Als één afstand goed is, gaat hij
ook op de andere vooruit. Als de voorbe
reiding maar breed genoeg, veelzijdig
genoeg is. Ik geloof, dat ik er eigen
lijk niet zoveel aan kan doen. Het ligt
eerder in het vlak van de ijstraining".
Bij de kernploeg van dit jaar trainen
niet Rudie Liebrechts en Jan Bols.
„Die twee zijn blijven fietsen", zegt
Holleboom. „Ze waren uitgenodigd voor
de centrale training, maar ze hebben
geschreven liever nog wat langer op de
fiets te blijven. Nu moeten ze zich klas
seren. De achterstand in training zullen
ze met eigen, plaatselijke trainers moe
ten inhalen."
„Het zal Ruud wel tegenvallen. Nou
moet -hij in de winter werken, in plaats
van gezellig met de club naar Noorwe
gen en zo te gaan. Want gezellig is het
toch altijd wel, ondanks de rivaliteit."
Niet alleen bij de heren wordt hard
getraind. Vrijdagsavonds komen de da
mes naar het CIOS, met wereldkam
pioene Stien Kaiser voorop. „De da
mes gaan nog beter rijden. Ze kunnen
allemaal beter en hun conditie moet
nog groeien. Stien Kaiser kan nog
vooruit, Carry Geyssen kan beter, Ans
Schut is nog lang niet aan het eind van
haar latijn...".
De vaderlandse schaatssterren zullen
dit jaar langer in topconditie moeten
blijven om ook na de Olympische Spe
len in de wereldkampioenschappen nog
te kunnen „vlammen". „Gebleken is,
dat het mogelijk is. Vorig jaar reden
de jongens na de grote toernooien nog
series records, al wil ik natuurlijk geen
enkele voorspelling doen. Het is ten
slotte sport en daarin blijft van alles
mogelijk".
OSLO De kampioenen hard
rijden op de schaats zullen in het ko
mende seizoen in meer dan één op
zicht terdege op hun tellen moeten
passen. Met de Olympische Spelen
van Grenoble in het verschiet, heeft
het Internationale Olympische Comité
te Lausanne een communiqué uit
gegeven, waarin een ieder nog eens op
het hart werd gedrukt de amateur-
bepalingen strikt in acht te nemen.
Sportlieden die zich volgend jaar lan
ger dan vier weken op de Olympische
Spelen voorbereiden in trainings
kampen te Grenoble en Mexico-City
zullen onverbiddelijk van deelneming
worden uitgesloten. Ook de Interna
tionale Schaatsunie schijnt geenszins
van plan te zijn haar nogal strenge
amateurbepalingen soepel te hanteren.
Dit laatste werd wel bijzonder dui
delijk te kennen gegeven tijdens de
vergadering van de Schaatsunie te
Amsterdam in juni jl., ofschoon het
geen geheim was dat enige delega
ties waaronder die van Noorwe
gen liever hadden gezien dat een
meer „realistische" aanpak zou wor
den gevolgd. Een lichtpunt voor de
schaatsers bij dit alles is, dat de
praktijk in een aantal landen nog de
nodige speelruimte biedt.
De Noorse Schaatsbond bijvoor
beeld heeft een redelijk soepele visie
met betrekking tot de kosten voor
reizen en maaltijden en biedt ook
compensatie voor gederfde inkom
sten. Voor de maaltijden wordt per
dag 30,50 beschikbaar gesteld; de
vergoeding voor gederfde inkomsten
bedraagt maximaal 36,50. De
Schaatsbond deed een oogje toe toen
de wereldkampioen Hjalmar Ander
sen, Knut Johannesen en Per Ivar
Moe een boek over hun belevenissen
uitgaven op het moment dat zij het
hoogtepunt van hun carrière hadden
bereikt. Er werd geen bezwaar ge
maakt toen Knut Johannesen een
„cadeautje" van een paar duizend
guldpn incasseerde toen hij in 1960
als olympisch kampioen uit Squaw
Valley terugkeerde. Ook ging de bond
ermee akkoord dat Fred. A. Maier en
Per Ivar Moe een paar jaar geleden
„toestonden dat hun naam en foto
werden gekoppeld aan commerciële
reclame", om de terminologie van de
Internationale Schaatsunie met be
trekking tot de regels voor de status
der amateurschaatsers te volgen.
De Noorse bond verwierp trouwens
nog dit jaar de beschuldiging van een
bekende schaatsofficial in Noord-
Noorwegen, dat deelnemers aan
de zogenaamde „schaatscarrousel",
waarbij bekende Noorse en Neder
landse schaatsers verscheidene plaat
sen in het hoge noorden van het land
hadden bezocht, meer geld hadden
opgestreken dan waarop zij eigenlijk
recht hadden. De Noorse Schaatsbond
slaagde er niet in enig bewijsmate
riaal op tafel te brengen en de be
schuldiging werd bovendien tegenge
sproken door andere officials in het
zelfde gebied. Ieté geheel anders is,
dat de belastingautoriteiten nog altijd
hooglijk in het geval blijken te zijn
geïnteresseerd.
Olaf Poulsen, bestuurslid van de
Noorse Schaatsbond, vertélde mij
het volgende: „Het is inderdaad
voor een schaatskampioen bepaald
niet gemakkelijk zich aan de inter
nationale amateurbepalingen te hou
den. Toch heb ik de indruk, dat
de bepalingen in hoofdzaak ten doel
hebben het kunstrijden op de
schaats in de hand te houden. De
hardrijders op de schaats hebben
nu eenmaal niet zulke mooie kan
sen om professional te worden als
de kunstrijders met al die verleide
lijke aanbiedingen voor een lucra
tief contract ten behoeve van een
ijsshow."
Wat is uw mening over de ge
ruchten, dat hardrijders de amateur
bepalingen overtreden?
„In landen waar hardrijden op de
schaats populair is geworden, wordt
veel gediscussieerd over het schaat
sen in het algemeen en over de ama
teurstatus van de schaatsers in het
bijzonder. -Ik ben een schaatsofficial
met vele jaren ervaring en kan op
grond daarvan verklaren, dat de hui
dige toestand weinig reden tot be
zorgdheid biedt. De hardrijders wor
den heus niet rijk van schaatsen. In
het algemeen zijn de prijzen de moei
te waard, doch doorgaans blijven zij
een flink stuk beneden de limiet van
200 Zwitserse francs," aldus Poulsen,
die vorig jaar zitting had in het comi
té voor de organisatie van de wereld
kampioenschappen in het Bislet Sta
dion te Oslo.
Het lijkt inderdaad een uitge
maakte zaak, dat dit alles klopt
voorzover er sprake is van interna
tionale kampioenschappen, waar
aan de topfiguren nu eenmaal moe
ten deelnemen. Iets anders is ech
ter het gevaar van overtreding der
amateurbepalingen als kleine regio
nale clubs zich werpen op de orga
nisatie van internationale wedstrij
den, waarbij het succes geheel af
hankelijk is van het aantrekken van
befaamde kopstukken.
Dan kan een hevig touwtrekken
om kampioenen ontstaan en alleen
heel naïeve lieden geloven, dat onder
die omstandigheden de vergoeding
voor reiskosten en dergelijke binnen
de perken blijft. Het is echter prak
tisch onmogelijk bewijsmateriaal aan
te dragen. Zou een schaatser zelf een
overtreding erkennen, dan zou hij
automatisch professional zijn gewor
den. Zou een organisator uit de School
klappen, dan zou hij geen schijn van
kans hebben ooit nog eens een succes
volle wedstrijd te kunnen uitschrij
ven.
In het jaarverslag van Tönsberg
Turnforening, de club van de houder
van het wereldrecord Fred. A. Maier
die altijd grote internationale sterren
kan aantrekken voor wedstrijden,
wordt het volgende geconstateerd:
„Bij herhaling hebben wij de
(Noorse schaats-) bond verzocht ons
nauwkeurige aanwijzingen te geven
met betrekking tot de amateurbepa
lingen. In hun huidige gedaante en
met name na de jongste beperkingen
van de ISU zijn zij volgens ons hope
loos onpraktisch en ouderwets. Als zij
naar de letter zouden worden nage
leefd, zouden zij de ontwikkeling van
de Noorse schaatssport zonder meer
schaden."
De vice-voorzitter van de Interna
tionale Schaatsunie, de Zweed Sven
Lattman, schijnt zelf een nogal
royaal standpunt in te nemen met be
trekking tot de amateurstatus. In zijn
functie van voorzitter van de Zweed
se Schaatsbond heeft hij de wereld
kampioen van 1963, Jonny Nilsson,
een boek laten schrijven en de kam
pioen mocht zelfs doorgaan met zijn
geregelde programma voor de televi
sie, genaamd „De hoek van Jonny
Nilsson".
De amateurbepalingen van de In
ternationale Schaatsunie bevatten, de
volgende clausule: „Een schaatser is
geen amateur als hij van zijn succes
in de sport gebruik heeft gemaakt om
grammofoonplaten te laten opnemen,
om op te treden voor de film of de
televisie of om boeken over eigen er
varingen te publiceren of te doen pu
bliceren." Dat Jonny Nilsson en ver
scheidene Noorse kampioenen (Os
car Mathisen, Ivar Ballangrud, Roald
Aas, Hjalmar Andersen en Knut Jo
hannesen) hun naam hebben laten
koppelen aan bepaalde schaatsmodel-
len is weer een andere kwestie.
Hoe staat het nu met de Neder
landse hardrijders die in het afge
lopen seizoen vijf van de zeven we
reldrecords verbeterden, de beide in
ternationale kampioenschappen won
nen en daarby acht van de tien
lauwerkransen in de wacht sleepten?
Het is bijzonder duidelijk, dat geen
enkele Nederlandse schaatser de il
lusie zou kunnen koesteren ooit een
kampioen te worden of houder van
een wereldrecord als hij in eigen land
zou blijven. Een kunstijsbaan is nu
eenmaal voor een aspirant-kampioen
niet bijster aantrekkelijk als duizen
den andere schaatsers er gebruik van
kunnen maken. Ook ditmaal zullen
de Nederlandse schaatsers genood
zaakt zijn hun toevlucht te nemen tot
een land met een ruwer klimaat dan
in het vaderland heerst.
Gebleken is, dat Noorwegen de bes
te mogelijkheden voor de training
biedt. Daar treffen de Nederlanders
„echt" ijs aan dat tussen Kerstmis
en maart prima berijdbaar is. Zij
kunnen hun krachten meten met an
dere schaatsers tijdens talrijke grote
en kleine wedstrijden. Zij worden op
genomen in een kring van vrienden,
concurrenten en officials. Taalmoei
lijkheden spelen amper een rol. De
Nederlanders zijn in Noorwegen bij
zonder populair en zij worden daar
algemeen beschouwd als leden van
dezelfde familie.
Zou het Internationale Olympische
Comité het verblijf van de Nederland
se schaatsers in Noorwegen geduren
de de winter inderdaad beschouwen
als een bezoek voor trainingsdoelein
den, dan zou het deze schaatsers
eigenlijk wel meteen van de aan
staande spelen kunnen uitsluiten. Het
is intussen reeds zeker dat Kees Vér-
kerk, Ard Schenk en de andere olym
pische kandidaten zich op de komen
de krachtmeting zullen voorbereiden
in Noorwegen tijdens een periode die
langer duurt dan vier weken. Het ver
blijf in Noorwegen is dan een voort
zetting van een langdurige voorberei
ding tot de training in eigen land.
Maar de Nederlanders komen be
slist niet alleen. De Noren verwach
ten ook Russen, Amerikanen, Italia
nen en hardrijders uit andere landen.
Het zou voor de Noren een bittere te
leurstelling zijn, als zij de buitenland
se schaatsvrienden niet gedurende
deze tijd gastvrijheid zouden kunnen
bieden. Sommige restaurants hopen
al, dat Kees Verkerk weer bereid zal
zijn de gasten te amuseren met een
nummertje op zijn trompet of zijn
accordeon, zoals hij ook in het afge
lopen seizoen enige malen heeft gedaan.
Wat zal er gebeuren met hun status
van amateur? Komt die in gevaar?
Waarschijnlijk niet. Er zijn immers
sterke aanwijzingen dat Poulsen ge
lijk had toen hij constateerde, dat de
bepalingen van de Internationale
Schaatsunie in de eerste plaats be
doeld zijn voor kunstrijders.
Op onze topschaatsers rust dit jaar
de vervulling van een extra taak. Niet
twee titeltoernooien wachten hun in be
gin 1968, maar drie. Van 6 tot 18 fe
bruari worden te Grenoble de Olympi
sche Winterspelen gehouden, een eve
nement, dat juist tussen de Europese
kampioenschappen in Oslo en de we
reldkampioenschappen in Göteborg
wordt georganiseerd. Schept deze si
tuatie geen bijzondere problemen bij
het voorbereiden van 's werelds beste
schaatsenrijders, vooral ten opzichte
van de conditie?
In het verleden is gebleken dat con-
dititietrainer Ben Holleboom er vrijwel
steeds in slaagde, de kernploeg pre
cies op tijd in topconditie aan de poor
ten van de grote stadions af te leve
ren. Heeft zijn trainingsschema wijzi
ging moeten ondergaan, omdat er nu
een derde titeltoernooi en nog wel
een met een volstrekt ander karakter
bij komt?
„De oplossing van het probleem is
In feite vrij eenvoudig", zegt Ben Hol
leboom, de man, die bij het binnenha
len van de grote successen immer op
dê achtergrond blijft, de man, wiens
grote werk in de zomer wordt gedaan.
De basis voor de grote triomfen wordt
gelegd op de hellingen van de duinen
achter het Centraal Instituut voor Op
leiding van Sportleiders in de sport-
volksmond kortweg CIOS te Over
veen. Terwijl aan alle kanten op zater
dag de auto's naar het Zandvoortse
strand snorren, voelen Kees Verkerk,
Ard Schenk, Peter Nottet, Karei te
Winkel, Arie Eriks, Jorrit Jorritsma de
zweep van Holleboom over de rug. El
ke week treft die zweep zwaarder. El
ke week strompelen de deelnemers vol
komen leeg terug naar het hoofdge
bouw.
Augustus en een hitte
golf het deert Ben Holle
boom niet. Hij legt de zweep
erover en eist alles van zijn
jongens.
„Verslaafden" aan de fiets komen vaak snel tot sportieve arts waarschuwt, omdat het in werking brengen van net
manifestaties en zo ontstaan excessen waarvoor de circulatiesysteem geen vermoeidheid dient op te wekken.
"Veel gezeten burgers moeten zich
van tijd tot tijd afvragen of
hun circulatie-apparaat nog wel in
orde is. Die kwestie wordt niet be
handeld in de garage, want zij heeft
geen relatie tot de met zorg gekoes
terde auto. Het is de huisarts die
zich bezig moet houden met het „al
gemeen lichamelijk welbevinden"
van vele veertigers, die veelal wel
alle motorische mankementen in
hun vervoermiddel onderkennen,
maar meestal tijd noch lust hebben
zich met de eigen „motor" en zijn
toevoerwegen bezig te houden. Daar
ligt de oorzaak van het hoge sterfte
cijfer, veroorzaakt door hart- en
vaataandoeningen. Verschijnselen
van de welvaart, die met weinig
moeite te ondervangen zijn. Er gaat
bijna geen dag voorbij of de dokter
moet voor vage, algemene klachten
het simpele advies geven: „U dient
wat meer lichaamsbeweging te ne
men".
Men kan dan een keuze maken
tussen wandelen, gymnastiek, ten
nis, zwemmen of badminton. Sport
is immers het geschikte middel om
tot lichaamsbeweging te komen.
Verstandige lieden hebben dat al
lang en zonder doktersadvies ont
dekt. Zij nemen deel aan een bos-
loop of zijn lid van een rijwieltour
club. Wanneer dat met mate wordt
gedaan, is zelfs geen medische sport
keuring nodig.
Niettemin zijn er gevaren als men
toegeeft aan de zeer menselijke trek
die prestaties vraagt en resultaten
wil meten. En in een dergelijke situa
tie raakt men vrij snel verzeild.
De zakenman, die tussen bespre
kingen, reizen, eten, slapen en drin
ken nog tijd vindt om zijn overtollig
gewicht op een hometrainer weg te
werken, vindt dat al gauw een saaie
bedoening. Hij zal contact zoeken
met gelijkgezinden en met dat ge
zelschap de fiets beklimmen. De vol
gende stap ligt bij de prestatie en
met enige trots zal hij vaststellen
dat de spanwijdte tussen buik en
broekriem bevestigt, dat in veertien
dagen vijf kilo overtollig gewicht
verdween. Maar, dat is een gevolg
van een geforceerde situatie, waar
in men zich pas mag begeven in
dien men zich heeft laten keuren.
Omdat dergelijke sportclubs van
veertigers als paddestoelen uit de
grond schieten, wijzen de artsen te
recht op de daaraan verbonden ge
varen. Hief is immers sprake van
een teveel en juist daarvoor gelden
waarschuwingen als die van de Ne
derlandse Hartstichting, die men in
alle spreekkamers aantreft.
De Hartstichting vermijdt het
woord „veel". Ze spreekt nadrukke
lijk over „TE veel" als zij de kwes
tie van roken, zitten en eten noemt.
Zij adviseert: matig uw rookgenot,
zorg voor genoeg lichaamsbeweging
en houd uw gewicht op het juiste
peil-.
„Genoeg lichaamsbeweging" houdt
geen verband met de conditie die
men aan een actieve sportbeoefenaar
stelt. Het advies richt zich tot dege
nen die de middelbare leeftijd heb
ben bereikt en gevaar lopen dat hun
„circulatiesysteem" het „alge
meen lichamelijk welbevinden" niet
langer bevordert. Zij hebben bewe
ging nodig en die kan men in veler
lei vormen beoefenen.
Een zeer aantrekkelijk middel is
hoe kan het anders in ons land?
nog altijd de fiets. Degenen die
min of meer gedwongen weer naar
dat vervoermiddel moesten grijpen,
beleven er zo veel plezierig en ge
zond genoegen aan, dat zij iedereen
Een hometrainer in een stille kan
toorruimte is een goed hulpmiddel om
wat extra gewicht te verliezen. Het
„rijden" is echter een saaie bezigheid,
die bovendien enige ervaring vereist.
O
in die herontdekte vreugde willen
doen delen. Zij zingen de lof van de
vriendschap tussen de tochtgenoten,
zij wijzen op het fraaie natuurschoon
dat zij eerst nu kunnen ontdekken
en zij zijn reeds zo ver gevorderd
in de oplevende kunst van het wiel-
rijden dat zij de meegenomen winst
aan gezondheid als een zeer welko
me gift beschouwen.
Zij voelen zich herboren na een
royale fietstocht en na een lauwe
douche. De wereld schijnt plotseling
veel ruimer te zijn geworden en in
dat heerlijk ontspannen gevoel kun
nen zij weer de noodzakelijke arbeid
voor het dagelijks brood verzetten.
Er zijn zelfs al -„verslaafden" aan
de fiets, die voor dag en dauw met
de auto wegtrekken. Zij hebben in
de kofferruimte een fiets geborgen,
want zakenrelaties, buren en ken
nissen mogen geen aanleiding vin
den tot de vraag: „Of men niets be
ters te doen heeft?" Buiten de be
bouwde kom wordt de fiets uit de
auto gehesen en op het moment dat
de meesten nog met een „algemeen
lichamelijk onbehagen" het te zware
lichaam uit de sponde hijsen, staan
zij gesterkt en verfrist voor de nieu
we dag.
Deze categorie van „verslaafden"
is nog klein, maar ze neemt snel
toe. Hoe snel die groei, die door
H.H. artsen met welgevallen wordt
gadegeslagen, zich voltrekt, kan
men op de zondagochtend waarne
men. Naast de uitgebreide groepe
ringen die zich met een bescheiden
bosloop of eenvoudige oefeningen op
de atletiekbaan bezighouden, ziet
men grote groepen fietsers uitzwer
men. Velen nog in het bezit van de
gewone huis-, tuin- en keukenfiets.
Maar er trekken ook reeds „die
hards" langs de paden met de spor
tieve uitgave, voorzien van het hang-
stuur.
Voor dat hangstuur en voor die
zucht naar prestatie waarschuwt de
arts met nadruk. Het is duidelijk
dat een te grote dosis beweging tot
een niet verantwoorde inspanning
leidt met het gevolg dat het effect
averechts is. Hij noemt dat „exces
sen" en daar waarschuwt hij met
nadruk tegen. Beweging, goed toe
gepaste oefeningen, hetzij per fiets
of een andere vorm van „bewegen",
moet zeker niet vermoeiend zijn. Het
is slechts de bedoeling dat de groep
van stilzitters onder de veertigja
rigen (en ook in de groep van be
jaarden) het „circulatie-apparaat"
in werking brengt.
Wil men, aldus de arts, meer en
wil men op die leeftijd nog tot zeke
re prestaties komen, dan dient men
zich te laten keuren. Dan is men
toegetreden tot de groep van actieve
sportbeoefenaren.
Voor mensen van middelbare leef
tijd is er ruime keuze in de wijze
waarop ze zich willen bewegen en
ontspannen. Voor bejaarden kent
men de aangepaste oefeningen, die
meer en meer worden voorgeschre
ven omdat ze niet alleen het functio
neren van hart- en bloedvaten be
vorderen, maar omdat ze de zo drin
gend nodige geestelijke weerstand
verhoeen.