Zaalsporten groeien bijzonder snel N.S.F.: „Deze achterstand halen we nooit meer in Met 12 teamgenoten, vier paar voetbalschoenen, zes officials en slechts één Gillette Super Silver mesje, vloog Manuel Vaz Gomez naar Europa voor een voetbal tournee De tournee duurde drie weken Er kan héél wat gebeuren tijdens het lange, lange leven van een Super Silver mesje Pi Het ledental van sportbonden die zaalsporten bedrijven steeg de afgelopen jaren aanzienlijk. Om enkele bonden te noemen, met het aantal leden eind 1963 en eind 1966: 1963 1966 Ned. Basketball Bond 5.159 7.760 Ned. Volleybal Bond 27.432 35.370 Ned. Badminton Bond 4.228 7.280 Kon. Ned. Korfbal Bond 38.200 43.600 Ned. Handbal Verbond36.768 41.420 De stijging in ledenaantal was het grootst bij de badmintonbond: 73 procent, gevolgd door de basketballbond met 50 procent en de volley- balbond met ruim 32 procent. De korfbalbond en het handbalverbond zijn de afgelopen jaren eveneens zaalsporten gaan bedrijven: microkorfbal en zaalhandbal. Daar door wordt voornamelijk de stijging van het aantal leden met resp. 14 en 13 procent ver klaard. 67 sporthallen in Nederland in 1967 Gillette Geheimen van Super Silver Veldsporfen volgden „Aangepast" Te veel „status" Nieuwe sporten Plan-Bakkenist Uithuilen Appinoedem V» •rantngen (2) V* 0 Scheemdt WnechotM A da/Pate rswblde «VMndam Drachte* Onctwedde^A (Stadskanaal) Wohwga y Coevorden Sehooneback A Cmmclooitl Nleuw-Schoor V/ormer rtaarlem (2)^ Hengelo A Amersfoort S Zeist A 1 A Delft Nijm#genP)A A 0$sN^ A 0 Waalwijk Sprang-Capelle Breda A A Tilburg (3) .Aarle-Rixtet T' Middelburg! Eindhoven m H•,,nof", Venlo#. Valken swaardx"' a Weert ^Fcerrr.ondA 'Galeen Heerlen P V- A',V'- 'v'.-. - c Nederland telt 67 sporthallen (tenminste S3 te weinig Een maquettefoto van een zogenaamde „aangepaste" sporthal kosten tussen drie en zes ton waarvan de hoofd afmetingen, inclusief vóór- en zybouw 50 x 88,5 meter bedragen, met een vloeroppervlakte speelhal van 42.5 x 28.5 meter en een vr(je spelhoogte van 7 meter. Alle grote en kleine zaalsporten kunnen volgens internationale reglemen ten in deze hal worden beoefend. In deze Pellikaan-hal, eenvoudig en sober van opzet, waarvan er reeds twintig in Nederland en twee in België z(jn gebouwd, zyn al grote internationale evenementen gehouden, zoals het wereld- jeugdtoernooi handbal, het Westeuropese kampioenschap volleybal, Nederlandse kampioenschappen keurturnen. AAN het eind van het jaar zullen er, verspreid over heel Nederland, 67 sporthallen in gebruik of gereed zijn. Met een enigszins gunstige conjunc tuur kan dat aantal eind 1968 zijn opgelopen tot 85. Volgens een onderzoek van de Nederlandse Sport Federatie zijn er echter minstens 150 nodig om in de eerste nood te voorzien. Factoren die de stoot hebben gegeven tot het bewust kiezen van zaalsporten zijn: een tekort aan veldaccommodaties, de snelle bevolkingsgroei, klimatologische omstandigheden en het sterk gemecha niseerde arbeidsproces. Door de enorme opkomst van zaalsporten hebben zich de afgelopen jaren tevens opvallende veranderingen voorgedaan in het patroon van de sportbeoefening. In 1966 stonden er in de registers van de sporttechnische bonden 1.730.000 sportbeoefenaars ingeschre ven, verdeeld" over ruim 15.000 clubs en verenigingen. Volgens de NSF een stijging van 210.000 georganiseerde sportmensen sinds 1963. Deze stijging van bijna 14 procent in drie jaar tijd wordt zonder meer toegeschreven aan de groeiende populariteit van zaal sporten. Zaalhandbal, volleybal, basketball, microkorfbal floreren als nooit tevo ren. De bonden op deze terreinen merken het aan het toenemende aan tal leden. Dat is bij het KNGV de af gelopen jaren bijna verdubbeld. Ook de publieke belangstelling voor bin nensporten neemt toe. Een voordeel daarvan kan zijn: goedkopere exploi tatie van een sporthal. Het grootste voordeel van zaalspor ten is: onder alle weersomstandighe den bepaalde takken van sport te kunnen beoefenen. Bijkomende facto ren: het kleinere teamverband, de intimiteit, de gezelligheid en de be slotenheid van een hal. Voor het pu bliek: dichter bij de spelers, sneller spel en hogere scores. VLIEGTUIG NAAR AMSTERDAM Vliegreis verloopt voorspoedig. Vaz Gomez doodt de uren in het vliegtuig met praten, lezen en lief zijn tegen de stewardess. Manuel heeft voor de eerste maal gemerkt hoe zuiver en fris Super Silver scheert. Stewardess schijnt hem ook wel te mogen. AMSTERDAM Na dagenlange voorbereiding, wedstrijd tegen Nederlands elftal. In eerste helft mist Manuel drie opgelegde kansen. Nederland leidt nu met 2-0. In tweede helft ziet Manuel kans één maal te scoren. Eer gered. Toch onprettig gevoel om eerste wedstrijd te verliezen. In hotel raakt hij dat gevoel vlug kwijt na soepel en glad scheren met Super Silver. MADRID Buiten medeweten van trainer is Manuel met drie teamgenoten de avond vóór wedstrijd tegen Real Madrid in diverse nachtclubs geweest. Scheert zich kwartier voor strijd nog even vlug met Super Silver. Voelt zich weer als herboren. Maakt drie fabelachtige doelpunten. Real verliest met 4-2. LONDEN Laatste wedstrijd van tournee. Scheert zich zorgvuldig met Gillette Super Silver. Harde doch faire strijd tegen elftal van Groot Brittannië. Rust gaat in met 1-1. Maakt tegen einde wedstrijd uiterst fraai beslissend doelpunt. Wordt op schoüders veld afgedragen. VLIEGTUIG NAAR BRAZILIË Feeststemming in vliegtuig. Alle wedstrijden op één na gewonnen. Manuel scheert zich vlug met Super Silver; nog steeds hetzelfde mesje; nog steeds uiterst scherp en comfortabel. Neemt overwinnaars zoentje in ontvangst van zelfde stewardess van heenreis. Is meer dan tevreden over Gillette Super Silver. SUPER SILVER SUPER SILVER 5 STAINLESS Speciaal gehard Micro-Chrome staal. Origineel Glllette-procédé (code EB7). Resultaat: beter dan ooit scheren; week na weekl En dan: Super Silver vraag om het Gillette Zip-Top scheerapparaat. f2,dispenser van 5 - ƒ3,85 dispenser van 10. Onder invloed van de grote moge lijkheden zijn specifieke veldsporten hun activiteiten gaan verplaatsen. In de wintermaanden wordt in sporthal len bescherming gezocht tegen kou, regen èn het euvel van bijkans onbe speelbare of afgekeurde terreinen. Microkorfbal deed zijn entree, nadat zaalhandbal het voorbeeld had gege ven. Er ontstond zaalhockey. Ruiterwed- strijden werden binnenshuis georga niseerd, tennis kan het hele jaar door worden beoefend en vooral in het buitenland werd indooratletiek een normaal verschijnsel. De explosie in de richting van de zaalsport wordt eveneens gezien als een natuurlijke reactie van de werkende mens op de toenemende bewegingsarmoede. Prof. dr. J.' Schuyer, campus decaan van de Technische Hogeschool te Enschede, wees daarop in zijn re devoering tijdens de jaarlijkse verga dering van de Koninklijke Vereniging van Leraren en Onderwijzers in de Lichamelijke Opvoeding: „Lichame lijke opvoeding en sport moeten wor den beschouwd als een noodzakelijke compensatie voor de bewegingsar moede van onze tijd." Onderzoekingen en ervaringen hebben bij de NSF tot de conclusie geleid, dat „aangepaste" sporthal len het meest in aanmerking ko men om aan de steeds groter wor dende behoefte aan zaalsportruim- ten te voldoen. Dit is het type sport hal in de eenvoudigste vorm, met economisch materiaalgebruik en de soberste inrichting. Sport en lichamelijke ontwikkeling vragen op korte termijn om eenvou dige sporthallen, die in serieproduk- tie kunnen worden vervaardigd. De kosten: tussen de drie en zes ton, zonder inrichting. Gewezen wordt op de kosten van een complete, vaak luxe sporthal: tussen één en twee miljoen. Gezien de „nood" lijkt de keus niet moeilijk. Van de 67 sporthallen aan het eind van het jaar is meer dan de helft „aangepast". Vooral door het bouwen van „aangepaste" sport hallen zullen er eind volgend jaar 85 gereed zijn. Op dat terrein heeft de ex-voetbalinternationaal Henk Pellikaan met zijn Tilburgs bouw bedrijf in Nederland pionierswerk geleverd, terwijl nu ook België er van profiteert. Toegegeven wordt, dat de eerste „aangepaste" sporthallen van Henk Pellikaan niet zonder gebreken wa ren, onder meer in Middelburg. „Hij heeft dat snel ingezien en in volgende ontwerpen de nodige verbeteringen aangebracht. Latere sporthallen te Waalwijk, Brunssum, Vlissingen (zee vaartschool), Groningen en Amstel veen („De Kemphaan"), zijn juweel tjes," zegt men bij de NSF. Bij de bouw van sporthallen, ook de „aangepaste", moet uiteraard reke ning worden gehouden wat betreft constructiemogelijkheden en mate riaalkeuze met plaatselijke veror deningen en eventueel brandvoor- schriften. In grote steden, met dich tere bebouwing, zijn de voorschriften voor brandpreventie bijvoorbeeld strenger dan in landelijke gebieden waar meer ruimte is. Die voorschriften zijn mede bepa lend voor het totaal der kosten. Bij het stellen van grenzen aan de toe laatbare kosten, kunnen die voor de uiteenliggende delen van het land niet JUU 1967 over één kam worden geschoren. De algemene normen kunnen veel over eenkomst vertonen, maar regionaal gezien kan de uitwerking verschillend zijn. Opgemerkt wordt bij de NSF, dat bij het bouwen van een sporthal de status van een gemeente vaak een te grote rol speelt: „Grote gemeenten hebben zeker recht op een prachtige sporthal uit een oogpunt van repre sentatie. Maar dan daarnaast ook „aangepaste" sporthallen in de wij ken, waar zij bovendien een sociale functie kunnen vervullen." In elke gemeente van 20.000 inwo ners hoort volgens de NSF een sport- huis („aangepast") als het ware de zelfde plaats in te nemen als het stad huis, de kerk, de bakkerij en de sla gerij: „Zo'n sportgebouw moet wor den vergeleken met het vroegere marktplein, het verenigingsgebouw. Dat geldt eveneens vöor de wijken in grote steden: een ontmoetingscen trum." Onderzoekingen van de NSF in de afgelopen drie jaar hebben uitdrukke lijk aangetoond dat: praktisch alle sporthallen van vroeg tot laat zijn bezet, waardoor de exploitatie goedkoop wordt en het nut van de investering extra wordt onderstreept; —vooral de sportjeugd er met vlie gende vaandels bezit van heeft ge nomen, waardoor sportverenigingen in ledental omhoog zijn gegaan; —er takken van sport aan bod zijn gekomen die in verschillende ge meenten niet eerder werden be oefend. Zo is het sportcentrum te Breda voor het komende winterseizoen reeds helemaal volgeboekt van 's morgens zeven tot 's nachts twaalf uur, voor georganiseerde en ongeorganiseerde sportbeoefening. De nachtelijke uren zijn hard nodig voor schoonmaken en onderhoud. Breda maakt reeds plan nen voor een tweede sporthal. Basketball was in Waalwijk onbe kend. In de prachtige „aangepaste" Pellikaanhal wordt nu basketball ge speeld. Er is een club gekomen, dat betekende ledenaanwas voor de bas ketballbond. Een club wil zeggen: wedstrijden, in competitieverband. Op die manier verdwijnt langzaam het geïsoleerd zijn van verschillende takken van sport en bloeien de zaal sporten. Een ander aspect: in de sporthal te Oss werd een sportinstuif gehouden voor ongeorganiseerde jeugd. Onder deskundige leiding konden zij zich helemaal uitleven. Er is een groep overgebleven, die georganiseerde sport ging beoefenen. Winst naar alle kanten. Een proef van de NSF met gymnastiek voor bejaarden resulteer de meteen in het oprichten van een clubje. In sporthallen met niet-produktieve uren kunnen andere verenigingen en organisaties worden geholpen aan ruimte voor vergaderingen. Er kun nen concerten worden gegeven. De sporthal vervult dan in kleinere ge meenten of in wijken van grote ste den een sociale functie. Dat drukt bo vendien de exploitatiekosten. AFDEUNQ PUBLICITEIT Met het bouwen van „aangepaste sporthallen kan eveneens tegemoet worden gekomen aan het ontstellende tekort aan gymnastieklokalen. Door een eenvoudige afscheiding kunnen drie k vier klassen tegelijk lessen. Op die manier kunnen gemeenten de wet telijk voorgeschreven gymnastiek- uren halen. De subsidie voor elk les uur kan een basis zijn voor de bouw van een sporthal. In 1960 gaf de regering toe, dat er een tekort was aan 2.000 gym nastieklokalen. Volgens de NSF is aan de hand van betrouwbare ge gevens die achterstand inmiddels opgelopen tot 3.000: „Een niet meer in te halen achterstand, aangezien het een investering vergt van 3.000 x 300.000 of wel één miljard gul den." Uit het boekje „De gemeente en de sport", uitgegeven door de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten, blijkt dat de gemeenten zich inspan nen de sportbeoefening mogelijk te maken, maar Üat de problemen groot zijn. Bij de NSF is begrip voor de problemen van de overheid, die zich geplaatst ziet voor een groot aantal taken die door geldgebrek niet kun nen worden aangepakt. Dank zij de toto kon de NSF van begin 1964 tot medio van dit jaar 3 miljoen uitkeren voor de bouw van 29 specifieke sporthallen. Dat is niet vol doende om de achterstand aan sporthal len, gymnastieklokalen en andere sportaccommodaties weg te werken. Vandaar, dat drs. S. C. Bakkenist, penningmeester van de NSF, tijdens de onlangs gehouden jaarvergadering een plan ontvouwde. Volgens drs. Bakkenist moet de overheid blijven doen wat mogelijk is: „Daarnaast zullen wij propagan da moeten voeren voor de gedachte, dat wij zelf voor een deel van onze sportaccommodaties zullen moeten gaan zorgen. Dat wij zelf het geld moeten bijeenbrengen voor de bouw, de rente en de aflossing op gesloten geldleningen." Hij becijferde, dat de nationale con sumptie van gezinshuishoudingen veertig miljard bedraagt. Veertig procent daarvan bestaat uit zweven de koopkracht, hetgeen wil zeggen, dat zestien miljard in aanmerking komt voor vrije besteding. In 1963 werd bijvoorbeeld 800 miljoen be steed voor toerisme in het buiten land: vorig jaar was dat bedrag op gelopen tot 1,3 miljard. Drs. Bakkenist wil het herhalen: „Wij moeten trachten de mensen ervan te overtuigen dat het nodig is een deel van de zwevende koop kracht te gebruiken voor sportac commodaties. Wil men liever een tv-toestel of een auto aanschaffen, akkoord, maar dan niet blijven kla gen dat de overheid zo weinig doet. Bij de overheid moeten wij blijven aandringen op prioriteiten." Door geld bijeen te brengen in vrije sfeer kunnen meer sportaccommoda ties tot stand komen. Met de bedoe ling meer gelegenheid te scheppen voor sportbeoefening als een van de zinvolste en gezondste vormen van vrijetijdsbesteding. Dan helpt de ge meenschap zelf mee aan het oplossen van zorgelijke vraagstukken. Zoals, volgens drs. Bakkenist: „het jeugd probleem".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 16