Hernieuwde waarderi ng
voor Franz Liszt
al wandelend praten en denken over
concrete vredesproblematiek en -politiek
Een standbeeld of de levende God
Vredemakers
DEZE WEEK
Mogelijk bent u ze dezer dagen tegengekomen: jonge (en niet meer
zo jonge) mannen en vrouwen, sportief gekleed met stevige wan
delschoenen, de knapzak op de rug waarschijnlijk hebt u nauwe
lijks aandacht aan ze besteed, want ze vormen geen uitzondering in
deze vakantiedagen. Misschien zelfs hebt u ze wel eens tussen de mid
dag in grotere groepen bij elkaar gezien, ergens op een stuk land of
op het erf van een boerderij, etend en drinkend uit de knapzak en in
tussen gewikkeld in een geanimeerd gesprek. En ook dat hebt u als
normaal beschouwd: een wandelgroep op pad, mensen die de smaak
van de vierdaagse nog te pakken hebben. Maar u hebt ze niet met
elkaar horen praten en u hebt ze niet met elkaar horen bidden
in dat geval zou u uw mening radicaal veranderd hebben. Want
die mensen die samen een gekerstende wandelvereniging lijken te vor
men of een confessionele vierdaagse lijken te lopen, zijn in werkelijk
heid deelnemers aan de Internationale Route van de Pax Christi. Die
mensen waren op weg naar Den Bosch, naar het tweedaagse congres
van de internationale Pax Christi-beweging. Waarom ze niet normaal
met trein of auto gingen? Omdat het vooral ook om dat wandelen
gaat. Al wandelend kan men elkaar leren kennen en kan men praten
en denken over de vragen die hen (en toch eigenlijk ook ons allen)
bezig houden: de vragen over onze eigen persoonlik verantwoorde
lijkheid voor het behoud van de vrede.
„TTAN horen zeggen liegt men veel",
plachten onze grootouders op te mer
ken en zij hadden daarin zeker gelijk. Over
geleverde verhalen, allerlei klakkeloos her
haalde beweringen en oncontroleerbare
feiten zijn weinig menslievend, ook al is
het niet altijd boosaardig bedoeld. In de
kunst belemmert te veel fantasie rondom
beroemde kunstenaars dikwijls het juiste
inzicht in hun kunst en ook vaak de
waarachtige waardering. Heel wat reputa
ties van grote figuren, de minder plezieri
ge of lachwekkende zijden daarvan voor
al, zijn blijven leven, omdat de meesten
van ons deze gefixeerde reputaties van
horen zeggen hebben. Dit „horen zeggen"
in ruime zin, want ook veel populaire le
vensbeschrijvingen maken zich schuldig
aan het kritiekloos overnemen van opvat
tingen over grote componisten, die door
de nieuwere onderzoekingen menigmaal al
lang zijn gecorrigeerd. Het is verbazing
wekkend hoe veel ingewortelde vooroorde
len en hardnekkige legendes over beroem
de musici in gewoonlijk ongunstige zin
voortleven en door ongedocumenteerde pu
blicaties van 'n verwerpelijk kaliber wor
den bestendigd. Zo wordt een bepaalde
componist een stempel opgedrukt, een
zijdig of geheel verkeerd en dit moet een
zuivere waardering in de weg staan.
Er is de laatste paar jaar internationaal
een sterk hernieuwde belangstelling voor
Franz Liszt en het opvallende daarvan is
dat deze gestegen interesse zowel de per
soonlijkheid van de romantische compo
nist betreft als zijn muziek en de vertol
king en verbreiding daarvan. Hoogbegaaf
de pianisten, ook nog jonge pianisten, heb
ben zich geheel of voor een belangrijk
deel gespecialiseerd op de vertolking van
de werken van Franz Liszt. Zij spelen
Liszt, zoals voor de hand ligt, volgens de
gezuiverde inzichten en opvattingen om
trent Liszts persoonlijkheid en pianistiek.
Voor velen is deze gezuiverde vertolkings
kunst al een volslagen openbaring ge
weest, want in het recente verleden was
ook veel muziek van Liszt als bedolven
onder de rimram van hyperromantiek, ter
wijl ook menig pianist zich aan de technisch
en vooral interpretatief moeilijke mu
ziek van Liszt waagde, die daar mentaal
en pianistisch eigenlijk niet tegen opge
wassen was. Er zijn namelijk enkele com
ponisten, die bijzonder moeilijk te inter
preteren zijn, niet zo zeer omdat hun mu
ziek uitermate subtiel of delicaat is, zodat
het aankomt op verfijningen, maar door
dat hun werk een heel eigen karakter en
sfeer bezit. Tot deze componisten behoort
zowel Peter Tsjaiskowski als Franz Liszt,
Liszt vooral in wie men meestal uitslui
tend en eenzijdig een geëxalteerde roman
ticus hoort of wil horen.
W/IE de brieven leest, die een zo om-
streden romantische kunstenaar als
Frans Liszt schreef aan zijn talrijke vrien
den, aan zijn geliefde, maar ook aan zijn
zakelijke relaties, ook in Nederland bij
voorbeeld, krijgt toch wel een heel andere
kijk op deze curieuze figuur dan de sterk
vertekende geromantiseerde levensbe
schrijvingen ons willen doen geloven. On
getwijfeld was Liszt één van de meest ro
mantische figuren van zijn toch aan roman
tische en uiterst schilderachtige figuren
rijke tijd. Maar hij was veel méér, veel
meer dan een pure romanticus.
Er is van de muziek van Liszt een zeer
grote invloed uitgegaan, niet slechts op
brede kringen van een uiteenlopend pu
bliek zeker niet alleen een ietwat kwij
nend-dweepziek vrouwelijk gehoor zoals
dikwijls wordt gesuggereerd maar ook
op tal van componisten. Merkwaardig is
deze invloed juist sterk geweest op com
ponisten die groter waren dan Liszt zelf.
In Duitsland hebben Wagner en Richard
Strauss, in Frankrijk César Franck en
Maurice Ravel bijvoorbeeld en in Rus
land bijna alle laat-romantische componis
ten aan Liszt veel te danken gehad. Maar
zonder twijfel zijn de positieve bijdragen
die Liszt als componist aan de muziek gaf
op het gebied van de vorm en vooral de
pianistiek, voor de niet-vakman als het
ware verdronken in 'n zee van noten, neer
gelegd in tientallen sterk programmatische
werken, gebaseerd op literaire en andere
onderwerpen en op een enkele na verou
derd. Er zijn in het omvangrijke oeuvre
van Liszt ook werken, die nog steeds het
onbedrieglijke accent bezitten van waar
achtige inspiratie en muzikaal verbeeldings
vermogen. Voorwaarde is, dat de vertol
ker het vermogen bezit zich in het kli
maat van Liszt in te leven. Het is geble
ken, dat dit bijzondere klimaat toch al
lerminst gebonden is aan de periode van
de hoog-romantiek, want wie de fameuze
Russische pianist Svjatoslav Richter, de
jonge Cubaan Jorge Bolet, de Hongaar
Gyorgy Cziffra, de Engelsman Peter Ka-
tin Liszt-werken heeft horen spelen, heeft
ongetwijfeld de pure Liszt gehoord. Een
gezuiverde Liszt, een Liszt-muziek welke
ontdaan is van overdadige romantiek en
negentiende-eeuwse toevoegingen. Een
authentieke Liszt-vertolking, rustend op
pianistisch-technische bestudering van de
originele partituren, maar niet minder het
artistieke resultaat van de gezuiverde ken
nis van de mens Liszt Voor zover mensen
kennis van een groot kunstenaar, een zo
gecompliceerd man, ooit toereikend kan
zijn. Maar dan toch in elk geval geen eigen
machtig opgeroepen muzikaal beeld van
een vertekende, een hyperromantische per
soonlijkheid, waarin uitsluitend de over
geleverde trekken zijn opgenomen en ande
re, niet minder beslissende eigenschappen
zijn verdoezeld.
pR is niet de minste reden te verbloe-
men, dat Franz Liszt een intensief
liefdesleven heeft gekend; de populaire
biografie zal ook nooit verzuimen hieraan
de meeste aandacht te besteden. Maar
Liszt was ook een diep religieuze natuur
en er is niet de minste twijfel, dat zijn
religieuze bewogenheid diep wortelde, al
waren de uitingen van Liszts religieus ge
voel voor noordelijke koelere en misschien
puriteinse naturen ongetwijfeld overdre
ven romantisch en bizar. Maar nooit on
oprecht, niet onedel of geforceerd. Als we
de gedragingen van Franz Liszt vergelij
ken met die van zijn kunstenaars-tijdgeno
ten en als we zijn levenshouding toetsen
aan die van Richard Wagner, Frédéric
Chopin en tientallen andere kunstenaars
figuren uit de getourmenteerde tijd van
de romantiek, dan is Franz Liszt de win
naar. De edelmoedige Liszt komt in de
tientallen brieven uiteraard minder spec
taculair naar voren dan de bewierookte
romantische kunstenaar, die als een vorst
in elke stad werd ontvangen. Onder de
brieven vinden we ook haast nuchter-za-
kelijke brieven zonder enige overdrijving,
bedoeld dikwijls om op de bres te sprin
gen voor een jonge nog onbekende kun
stenaar. Zo schreef Franz Liszt aan zijn
vriend Ary Scheffer:
„Mijn beste vriend. De heer César-
Auguste Franck, die ongelijk heeft: le
met zich César-Auguste te noemen; 2e
met zeer ernstig-mooie muziek te maken,
zal de eer hebben, u deze regels over te
brengen..."
Het is de aanhef van een introductie
brief, die Franz Liszt aan Ary Scheffer
schreef. Er is in deze brief geen zweem
van de geëxalteerde stijl welke de inten
sieve briefwisseling van de grote beroem
de romantische kunstenaars meestal ken
merkt. Integendeel, de brief is zelfs nuch
ter en verraadt humor en een weldadige
ironie. In deze brief vraag Liszt aan Ary
Scheffer zijn invloed aan te wenden bij
„Zijne Excellentie M. de Montalivet", zo
dat de jonge Franck zijn pas voltooid ora
torium „Ruth" kon uitvoeren. Ary Schef
fer, schilder en dichter van Nederlandse
afkomst, bezat namelijk veel invloed op
het kunstleven in Parijs. Eenzelfde bondi
ge en zakelijke toon vinden we ook in veel
brieven, die Liszt aan Nederlanders met
wie hij correspondeerde schreef. Het is
deze toon die in zulk een scherp en ont
hullend contrast staat met de brieven van
Liszt aan zijn vrouwelijke bewonderaars
en vriendinnen.
Maar juist deze brieven, deze vaak vu
rige en soms extatische brieven, vinden we
het meest geciteerd, zij zijn dan ook spec
taculairder. Zo kon Liszt in de vele uitvoe
rige brieven aan de comtesse d'Agoult, die
in haar luisterrijke woning in Parijs de li
teraire en muzikale grootheden van haar
tijd ontving, tot in de onnozelste details
uitweiden. Hij vertelt de gravin nauwkeu
rig hoe de hoge Hongaarse adel hem in
Pesth ontving, vermeldt de exacte waarde
van zijn juwelen en de triomftocht van on
gekende omvang hem bereid. Liszt
schrijft: „Het is onmogelijk, ma chère, u
een indruk te geven van het enthousiasme,
het respect en de liefde van de bevolking;
het was een triomftocht, zoals alleen een
La Fayette en enige persoonlijkheden uit
de tijd der Revolutie ten deel is gevallen".
Welke is nu de ware Liszt, die in zijn lan
ge leven als het ware evolueerde van de
beroemdste kunstenaar van de romantiek,
door Fransen, Duitsers en Hongaren op
geëist als hun landgenoot, tot de bespiege
lende religieuze man uit zijn late jaren?
Welke Liszt is de ware, de ongetwijfeld
schitterende romanische virtuoos, die vol
gens onverdachte getuigen met zijn vurig
en teer pianospel zijn gehoor in de ban
trok en stellig ook een vurig en wisselend
liefdeleven cultiveerde of de volstrekt on
baatzuchtige kunstenaar die zichzelf wist
weg te cijferen? Als we Franz Liszt vol
gens de nieuwere inzichten recht doen en
zijn hyperromantiek tot de zuivere propor
ties terug brengen, dan blijft de sterke
kern van Liszts wezen, zijn invloedrijke
muzikale persoonlijkheid en zijn edelmoe
digheid in de strikte zin en oorspronkelij
ke betekenis.
Wie geen vrede wil
zal oorlog krijgen.
Torquato Tasso
-
PAX
CHRISTI:
Deelnemers aan de Pax Christi-
voettochten, een opgewekt groep
je gefotografeerd op een rustiek
bruggetje in Harlingen.
W/at is eigenlijk „Pax Christi" en wat
willen deze mensen? Kort gezegd:
Pax Christi is een organisatie om de vre
de te bevorderen. Men kan ook zeggen:
een pacifistische pressuregroep die actief
deelneemt aan de totstandkoming van de
buitenlandse politiek in verschillende lan
den. En dit alles geïnspireerd vanuit de
rooms-katholieke beginselen kardinaal
Alfrink is internationaal voorzitter al
kan gezegd worden dat de beweging zich
allengs verbreed heeft tot een algemeen
christelijke, ja algemeen menselijke.
De ontstaansgeschiedenis van de Pax
Christi-beweging verliest zich nu al in fio-
retti en mythologieën, in treffende verha
len, waarvan het historische karakter niet
vaststaat. Algemeen gaat men terug naar
de concentratiekampen in de tweede we
reldoorlog waar vele Fransen door de
Duitsers waren gevangen gezet. In een
van die kampen, dat te Compiègne, ont
stond het initiatief van een dag van gebed
voor de vrede en het welzijn van het
Franse volk. De gevangen genomen bis
schop van Tarbes en Lourdes mgr.
Théas weigerde echter zijn medewer
king als men niet meteen ook voor het
Duitse volk wilde bidden. Hij hield op de
afgesproken dag een preek rond het the
ma: „Vergeef ons onze schuld, gelijk ook
wij vergeven", en de preek liep uit op
een openlijk gesprek, een fel debat, rond
de christelijke vergevingsgezindheid.
Toen ontstond het idee voor een bewe
ging om de vrede van Christus gestalte te
geven dwars door de tegenstellingen van
dat moment heen. Zo werd de Pax Christi
geboren.
De officiële oprichting volgde in het be
vrijde Frankrijk, begin 1945. Negen voor
malige Franse verzetsstrijders namen het
initiatief. Mgr. Théas werd de eerste voor
zitter. Opzet was de beweging tot een of-
ficieel-kerkelijke beweging te maken en
daarom werd bepaald dat een van de bis
schoppen namens het gezamenlijke epis-
copaar voorzitter zou zijn en dat overal
aalmoezeniers de plaatselijke afdelingen
zouden begeleiden. Vanuit bestaande groe
peringen, zoals de „Tochtgenoten van St.-
Frans", werd het idee van de voettochten
overgenomen, aanvankelijk opgezet als
gezamenlijke bedevaarten naar bekende
pelgrimsoorden, bijvoorbeeld de kathe
draal van Chartres. Op deze tochten, die
soms barrevoets werden afgelegd en die
een grote lichamelijke prestatie vroegen,
omdat men ook kruisen mee ging dragen,
ontmoetten Franse en Duitse jongeren el
kaar. Duitse krijgsgevangenen in Franse
kampen kregen soms verlof aan deze toch
ten mee te doen als Franse jongeren zich
met hun persoon garant stelden, dat de
voormalige Wehrmacht-soldaten naar het
kamp zouden terugkeren.
Langzaam ontdekte men zo, dat de weg
belangrijker was dan het doel en dat men
door het gesprek onderweg dichter bij el
kaar kwam. Zo werd de weg tot het doel
en de route het middel om elkaar beter te
leren verstaan. Ieder jaar werden er meer
routes georganiseerd, nationale en interna
tionale. De Pax Christi-beweging breidde
zich uit. De aartsbisschop van Parijs, kar
dinaal Feltin, werd internationaal voor
zitter. Enkele jaren geleden heeft die het
voorzitterschap overgedragen aan kardi
naal Alfrink, juist omdat de Nederlandse
Pax Christi zo sterk had bijgedragen tot
de wezenlijke vernieuwingen in het begin
van de zestiger jaren.
Aanvankelijk immers was de Pax
Christi een middel geweest om via de be
ginselen van het christendom door geza
menlijk gebed en gezamenlijke tochten de
tegenstellingen uit de weg te ruimen tus
sen de christenen van Europa. Fransen en
Duitsers, Nederlanders en Italianen, En
gelsen en Belgen vonden elkaar, ondanks
alle tegenstellingen die door en na de twee
de wereldoorlog waren ontstaan. Toen de
Europese eenheid begon te groeien, richtte
de Pax Christi zich meer op de oecume
nische eenheid: de tochten in Friesland in
1959 en in Groningen in 1962 waren sterk
gericht op de eenheid tussen de christenen
onderling. Op internationaal niveau werd
getracht vanuit de katholieke theologie te
komen tot een beter begrip voor de vrede.
Ook werd gewerkt voor de belangen van de
gastarbeiders en de buitenlandse studenten.
Opkomst van de gekleurde volkeren, ont
moeting van culturen, internationaal bur
gerschap, dat waren de geliefde motieven
in die jaren voor routes en congressen.
Totdat, op het congres van Leuven, de
Pax Christi zichzelf als opdracht stelde
uit te groeien tot een organisatie van be
wuste vrede-makers, „techniciens de la
Paix". Dat betekende: bewuste actie om
in een wereld met een steeds sterker
wordende bewapening de basis te leggen
voor een werkelijke vredesmentaliteit.
Dat betekende: kruimelwerk voor de
vrede in alle brandhaarden van strijd.
Vandaar uitdrukkelijke verklaringen
van de Franse Pax Christi rond de oor
log in Algerije. Verklaringen, die de Pax
Christi in opspraak brachten bij bepaal
de kringen in Frankrijk. Zoals de Duit
se Pax Christi in opspraak kwam, toen
zij, tegen de heersende meningen in de
Er zijn nog altijd mensen, die menen al een
flinke stap op de weg van het christelijk geloof
te hebben gezet, wanneer ze erkennen; „Ik ge
loof wel, dat God bestaat". We moeten ons wel
realiseren, dat met een dergelijke erkenning in
feite nog geen enkele stap op de weg van het
christelijk geloof is gezet.
„De Heere leeft2 Samuel 22 47a.
Een standbeeld „bestaat" ook, maar heeft het
enige invloed op het wereldgebeuren of op ons
leven Toch geen enkele Voor velen, die er
kennen, dat God bestaat, heeft God nauwelijks
andere betekenis dan een standbeeld. Het doet
ons niets.
Volgens de bijbel is het karakteristieke, het
kenmerkende van God niet, dat Hij bestaat, maar
dat Hij leeft. Zowel het oude als het nieuwe tes
tament getuigen keer op keer, dat wij te doen
hebben met de levende God.
David geeft in deze psalm op zijn talentvolle
.wijze een veelkleurige schildering van de daden
van God; daden van verlossing uit nood en dood,
daden ook van oordeel over de vijand. En tegen
het einde van deze lofzang vat David het won
derlijk geheim van deze God van Israël in deze
drie woorden samen: „De Heere leeft". Hij is
geen standbeeld, maar Hij voert heerschappij. Hij
is bezig met Zijn volk Israël en na dit volk werkt
Hij aan de komst van Zijn Koninkrijk. De Heere
leeft betekent dit: Hij is effectief werkzaam in de
geschiedenis door de eeuwen heen temidden van
v de volken en de mensen.
Dat mogen we geloven in het bonte gebeuren
van de huidige wereld. Temidden van de chaos is
Hij bezig met Zijn Rijk. Hij doet de wedergeboorte
van alle dingen komen, want Hij is niet dood,
maar Hij leeft.
En een andere kenmerkende zaak van deze
God is, dat Hij zich verbindt met de mens. David
spreekt niet over God, maar over de Heere. Met
deze naam heeft Hij zich bekend gemaakt aan
Israël als de God van het verbond. David heeft
Hem leren kennen als Degene, die de band met
hem onderhoudt.
Dit is de inhoud, het gehalte van het christe
lijk geloof: een persoonlijke band tussen Jezus
Christus en de mens. En dat kan een mens niet
onberoerd laten; deze band heeft invloed op zijn
leven zoals de huwelijksband een levende band
is en zijn leven beïnvloedt en richting geeft.
Is deze band aanwezig en werkzaam in ons
leven Dienen wij de levend»1 ^od of een stand
beeld
Veenendaal
Ds. A. Terlouw
kerk in, aandrong op de uitdrukkelijke
erkenning van de Oder-Neisse-grens als
grens tussen Duitsland en Polen.
Naast dit „kruimelwerk", verschillend
van land tot land en van probleem tot pro
bleem, kwam als grote taak: de bevorde
ring van de studie van de vredesvraag
stukken. De Pax Christi steunde de op
richting van de Polemenologische institu
ten, waar de vragen van oorlog en vrede
werden bestudeerd. Vanuit de studiecom
missies binnen de Pax Christi werd de en
cycliek „Pacem in Terris" voorbereid en
toen de encycliek eenmaal was versche
nen, werden verschillende commissies ge
vormd om de onderdelen nader uit te wer
ken. Zo installeerde kardinaal Alfrink op
17 mei 1963 de commissie „Katholiek Be
raad over vraagstukken rond de kernbe
wapening". Ook 't dienstweigeringsvraag-
stuk.werd bestudeerd en uit een en ander
volgde de beroemde interventie die kardi
naal Alfrink op het concilie heeft gehou
den over de vrede, bij de behandeling van
het schema over kerk en wereld. Deze in
terventie wekte weerstand bij sommige
Amerikaanse bisschoppen, maar in de uit
eindelijke redactie van het conciliedecreet
Gaudium et Spes de uitwerking van het
beroemde schema 13 is toch vrijwel de
gehele interventie verwerkt. Zo heeft de Ne
derlandse Pax Christi nu een blijvende
commissie ingesteld, die principiële
dienstweigeraars onder de katholieken ad
viseert en bijstaat.
Vanuit de Pax Christi heeft men ook ge
protesteerd tegen de uitlatingen van kar
dinaal Spelman over de oorlog in Viëtnam,
Men heeft stelling genomen tegen sommi
ge militaire interventies. Men organiseert
ook nu weer tochten naar Israël. In Ne
derland heeft men onlangs nog bij de re
gering aangedrongen op een speciale op
leiding van troepen, die eventueel ter be-
schikkig van de Verenigde Naties worden
gesteld. Men wil de mogelijkheid open
stellen, om te opteren voor dienstplicht al
leen bij dat soort troepen. Men wil uit
breiding van de mogelijkheden om de
dienstplicht om te zetten in ontwikkelings
hulp. De landelijke secretaris van de Pax
Christi heeft zich met vele leden onder
wie ook enkele legeraalmoezeniers aan
gesloten bij de Sjaloom-acle „Niet goed,
geld' terug". Vanuit het landelijke secre
tariaat dat sinds anderhalf jaar met vrij
gestelde krachten werkt, worden telkens
duidelijke standpuntbepalingen rond actue
le problemen van uitvoerige documentatie
voorzien, aan de leden toegezonden.
Wat heeft dit alles nu voor consequen
ties voor de routes? Ook daar is de vrij
blijvendheid van het gesprek over de ho
ge problematiek van de oecumene of de
veraffe vraagstukken over de gekleurde
volkeren en hun plaats in de wereld, ver
vangen door de concrete vredes-proble-
matiek hier en nu. Vooral de Neder
landse trekkers, die vaak vanuit de pas
torale voettochten voor eindexamenkandi
daten van middelbare scholen met de Pax
Christi-beweging in contact zijn gekomen,
ontdekken op deze routes, dat van hen
een persoonlijke stellingname in zeer
moeilijke kwesties wordt gevraagd. Vorig
jaar, trekkend langs het „ijzeren gordijn"
en eindigd in de kathedraal van Ber
lijn, in de oostelijke sector van de stad, de
hoofdstad van de DDR, heeft men gespro
ken over de mogelijkheden van de dialoog
tussen christendom en marxisme. Daaruit
is een zeer intensief contact voortgeko
men en dat contact is verstevigd door de
deelneming aan allerlei congressen, ook
in de Oosteuropese landen. Sommigen zijn
nog in de afgelopen weken voor een stu
diereis naar de DDR teruggekeerd. Zij
hebben daar waardevolle contacten kun
nen leggen. Ook de contacten met de Pax
Christipriesters in Polen, die lange tijd
vanuit de westerse landen met het grootst
mogelijke wantrouwen werden bejegend,
zijn nu verbeterd door de persoonlijke con
tacten van priesters uit de Nederlandse
Pax Christi-beweging met de Poolse.
Soms begint men ook hier iets te voe
len van wat de Spaanse Pax Christi moet
doormaken, die over het algemeen door
de Spaanse staat zeer kritisch wordt ge
volgd, omdat zij zich verzet tegen de on
democratische achteruitzetting van ver
schillende groepen in Spanje en ingaat
tegen het vaak al te rechtse streven van
een organisatie als „Opus Dei".
Spaanse Pax Christi is zwaar beboet, om
dat zij zonder verlof de encycliek „Pa
cem in Terris" had uitgegeven en her
haaldelijk is ook het Pax Christi-blad in
Spanje de eer van een Inbeslagneming te
beurt gevallen. Vanzelfsprekend verschilt
de situatie ook daar van plaats tot plaats.
Vooral de Baskische en de Catalaanse
trekkers staan nogal kritisch tegenover
het regime. Het niveau van de Spaanse
deelnemers ligt over het algemeen veel
hoger dan dat van de anderen: terwijl in
Nederland vooral veel jongeren deelne
men, studenten en jonge onderwijskrach
ten. zijn het in Spanje de gevestigde intel
lectuelen, rechters en ingenieurs, die naar
de internationale routes worden afgevaar
digd.
De route van dit jaar heeft als cen
traal thema: De verantwoordelijkheid van
een ieder in de democratie tot behoud van
de vrede. Eerst en vooral moet daarbij
het thema van de democratie diepgaand
worden besproken. Nederland is in de
ogen van vele buitenlanders, Spanjaarden
en Portugezen, maar ook Fransen en Duit
sers, een land, waar de democratie wel
eens wat angstwekkend ver is doorge
voerd. Vooral ook op kerkelijk gebied.
Toch zullen de Nederlandse trekkers en
ook de gastgezinnen, die steeds zoveel
mogelijk met de trekkers uit de verschil
lende landen moeten kunnen praten, ook
door een goede verdeling over de gezin
nen van de Nederlands sprekenden, tel
kens weer de democratie moeten verdedi
gen. Daarbij wil men er vooral ook van
uit gaan, dat meningen niet vanzelf ont
staan, maar gevormd moeten worden in
een open gesprek. Maar dat gesprek kan
dan ook weer niet zomaar vrijblijvend
zijn. Als straks de meningen zijn samen
gevat, volgen algemene conclusies, ontmoe
ten de landelijke delegaties van zo'n hon
derd man elkaar in Den Bosch, na de
tiendaagse veldtochten door alle provin
cies van Nederland. Dan worden de erva
ringen uitgewisseld, dan ontstaat het plan
van actie voor de hele Pax Christi en
voor de nationale afdelingen. Dan werkt
de Spaanse afdeling, die hier in volle vrij
heid kan samenkomen, een plan uit tot
vergroting van de democratische gezind
heid ir Spanje.
De Westduitse afdeling zou tot een dui
delijke uitspraak kunnen komen over de
erkenning van de DDR. De Franse dele
gatie zou zich uit kunnen spreken over de
Franse atoombewapening. En de Neder
landse delegatie zou de werkelijke vre
despolitiek van de ontwikkelingshulp kun
nen uitbouwen. Natuurlijk zijn dit maar
voorbeelden. Er zijn geen conclusies vast
gelegd, waar men naartoe moet werken.
Wat dit betreft, is de hele Pax Christi-
route een voorbeeld van democratische ge
zindheid, zoals men dat in de Rooms-Ka-
tholieke Kerk eigenlijk maar zeldzaam
ziet.
De duidelijke nieuwe taken de beïn
vloeding van de openbare mening, de be
vordering van de vredes-instituten, de
steun aan ontwikkelingshulp, het schep
pen van een vredes-klimaat blijven ver
gezeld van de oude en traditionele op
drachten: het bevorderen van het begrip
tussen de volkeren en de confessies. Daar
om is het zo belangrijk.dat de deelnemers
in contact komen met de veelvormigheid
van ons culturele leven en onze christe
lijke opvattingen.
Voorbereid zijn de plaatsen, waar men
's nachts wordt ondergebracht en de ge-
spreksavonden en gebedsdiensten aldaar.
Niet voorbereid zijn de plaatsen, waar
men aan het eind van de morgen en de
middag neerstrijkt voor het samenvatten
de gesprek. Men vraagt dan gewoon
plaats ergens op een stuk land, of op het
erf van een boerderij. En men probeert
dan al spoedig ook de gastvrije omgeving
in het gesprek te betrekken. Tolken zijn er
dan genoeg, ook om het Nederlands in het
Frans of het Duits „om te zetten". De
gebedsdiensten zullen zo internationaal
mogelijk zijn, waarbij het Latijn ook nog
wel een verbindende factor zal zijn al is
in Nederland het Latijn vrijwel verdwe
nen. De herinnering is echter nog sterk
genoeg om hier een korte eenheid te
scheppen met Fransen en Italianen.
Duitsers, al jarenlang aan de praktijk
van de Duitse Singmessen gewend, kun
nen meestal niet meer meedoen. Zij heb
ben echter het voordeel van een goede
liederenschat.
De route is altijd een evenement ge
weest, dat op de deelnemers diepe indruk
maakt. Het telegram, dat de Nederlandse
delegatie vorig jaar naar huis stuurde:
„Komen anders terug, komen anders niet
terug", geldt voor alle deelnemers.