Door het oog van de naald (III) DENK ER EENS OVER NA 1 Parachutisten springen weer mm i Actie Ether Gladder Vijand Tasje Verhoor V door I M. BOM Ons ware verhaal door Rik Valkenburg DAMMEN 1 1 SCHAKEN OPLOSSING door H. KRAMER ita es ei m m OPLOSSING BRIDGE door H. W. FILARSKI OPLOSSING CRYPTOGRAM LUJ m 11 F 1 „DAS BLONDE MADCHEN" Het is kwart voor elf, 's avonds, 16 Juli 1944. In de babykamer van het dekenhuis bevindt zich zuster Truus, de nachtzuster. Ze hoort plotseling een gedempt gerucht, beneden. Er gaat een deur. Ze loopt even naar agent Klein en verwittigt hem er van. Daar na gaat ze naar beneden om pools hoogte te nemen. Ze passeert agent Eilander, die belatigstellend infor meert wat er aan de hand is. Beneden ontdekt zuster Truus dat de voordeur open is. Zeker door de wind, veron derstelt ze. Ze doet de deur in het nachtslot. Ziezo, nu kan er niets meer gebeuren. Ze gaat weer naar boven en stelt Eilander gerust door te zeggen dat er niets te zien was. Agent Klein snapt wel dat zuster El- ly bezig geweest moet zijn. Zij is de enige die ongemerkt de buitendeur kan openen. De „operatie" zal nu dus spoe dig beginnen. Gek, hij voelt zich hele maal niet nerveus. Hoe eerder de K.P. begint, des te liever het hem is. Terwijl zuster Truus weer bezig is, hoort ze eensklaps opnieuw verdachte geluiden beneden. Ze meent nogmaals de deur te horen. Ze wordt er zenuw achtig van en gaat een beetje angstig naar Eilander om het hem te vertellen. Eilander, die ook aan de nerveuze kant is vertrouwt het zaakje niet te best en gaat samen met Truus naar beneden. Maar wat ze ook speuren, er valt niets te ontdekken. Ondertussen zit Klein rustig aan het bed bij Blokker. Het is half twaalf... Daar gaat de telefoon. Zuster Truus gaat naar beneden en neemt de hoorn van de haak. Agent Eilander wordt opgeroepen door het politiebureau-Ede. Ze roept het naar boven. Eilander wordt nog wantrouwender en gaat met het pistool in de hand naar beneden. Toch komt het uiteraard niet in hem od, dat het de Bennekommer Paul de Nooy is, die aan de andere kant van de lijn zit. Hij heeft ook niet in de ga ten dat verschillende paren ogen hem volgen terwijl hij naar de telefoon toe loopt. Hij wil de hoorn in de hand ne men. Dat is het moment! Enkele gestalten snellen toe en geruisloos wordt de agent overmeesterd. Nu blijkt dat Ei lander toch van het goede soort is. Hij heeft de situatie vrij snel door en zegt dat ze elkaar maar niet moeten ver wonden. Wat heb je er immers aan? Hij levert zijn pistool in aan de K.P.- ers en gaat op de vloer liggen. Zuster Elly staat al klaar met de etherfles en de watten. „Giet het spul maar op m'n kleren", adviseert Eilander. „Dat is zeker voldoende bewijs"... Elly is het er mee eens en giet de fles leeg op de bovenkleren van Eilan der. Snel wordt nu de telefoonleiding doorgesneden en zuster Truus wordt onder bewaking gesteld van de K.P. Ze moet beneden in de hal blijven. Inmiddels maakt de K.P.'er Thijs, zijn pistool, kaliber 6.75, schietklaar en rent dan met Elly de trap op. Ze zijn nog niet boven of er wordt venij nig op hen geschoten. Het is Klein, die door de deur van de badkamer een paar keer langs hen heen vuurt. Truus staat beneden doodsangsten uit en on dergaat dit alles als pure werkelijk heid, wat dan ook de bedoeling is van „de organisatoren". De verpleegster moet straks naar waarheid kunnen ge tuigen hoe manmoedig agent Klein de arrestant bewaakt heeft. Nu is het de beurt aan Thijs, om te schieten, Raak te schieten!... Is de jonge K.P.'er nerveus?... Trilt zijn hand?... Zijn de emoties hem te machtig?... Hoe het ook zij, Thijs richt op de benen van agent Klein en haalt de trekker over. Het schot valt... De kogel treft de agent te hoog! Het schot gaat boven door de linker dij. De agent gaat tegen de vlakte en kreunt. Zuster Elly van de Berg met op haar schoot de oudste dochter van haar vriendin, mevrouw De Nooy. Elly Klein bijdehand Onmiddellijk is zuster Elly bij hem om hem te bedwelmen. Maa r Klein rea geert eigenaardig... „Ik was vrij zwaar gewond vertelt hoofdagent Klein en ik was niet meer geheel bij mijn positieven. On bewust, in een reflexbeweging, beet ik zuster Elly plotseling fel in haar vinger. Uiteraard speelde ook de emotie van het moment me parten. Ik had een felle pijn en had mezelf niet meer onder controle. Zuster El ly moest er wat mee aan. Zonder aarzelen sloeg ze de fles met ether oo mijn hoofd stuk, zodat ik finaal buiten westen ging en er tevens een bloedende hoofdwond aan overhield." Terwijl agent Klein daar bloedend ligt, neemt de Heiloose K.P.'er Thijs de leiding. Hij maant de mede-patiënten in het ziekhuis tot kalmte en stelt hen gerust dat hun niets zal overkomen. Dan loopt hij op Blokker toe en schreeuwt: „En jij eruit! Thijs geeft een overjas aan Blokker en dan het sein tot de aftocht. Met z'n allen hollen ze de trap af. Het karwei zit er op. Ze kunnen aardig tevreden zijn, dat wel, maar er is uiteraard zorg om Klein, die nog steeds buiten westen is. De directrice knielt bij hem neer en voelt zijn pols. Zij knikt tevre den en gaat daarop naar Eilander, die nog steeds languit op de vloer van het telefoonkamertje ligt. Hij is er bijzon der goed afgekomen. De directrice geeft opdracht om on middellijk dokter Ferguson op te bel len. Maar de telefoon doet het niet. Dan moet zuster Truus hem maar gaan halen. Het meisje spoedt zich snel naar de woning van de dokter en is erg verbaasd dat ze hem midden in de nacht geheel gekleed aantreft. De dok ter gaat direct mee. Hij is spoedig in het ziekenhuis aan wezig. De eerste die hij vindt, is Eilan der, maar die mankeert niets. Dan gaat hij naar Klein, die nog steeds be wusteloos is. De wond is zwaarder dan hij zich voorstelt. Snel wordt de agent verbonden en op advies van de dokter op een éénpersoonskamer gelegd. Het is niet uitgesloten dat hij zware koorts krijgt en zich gaat verpraten. Daarom is het maar beter dat er geen andere patiënten bij hem liggen. Na de visite gaat dr. Ferguson weer naar huis en belt hoofdagent Wassink op, om hem te verwittigen van de „verrassende overval". Ook belt hij nog even naar dr. Van Omme. Uiter aard geeft Wassink het relaas door aan het politiebureau en brengt dan een be zoek aan het ziekenhuis. Niet veel later stapt burgemeester Van Dierendonck, geflankeerd door commissaris Hulsman en enkele poli- tie-agenten, het ziekenhuis binnen. Ze worden op de voet gevolgd door de Ortscommandant en de Feldgendarme- rie. Alles wordt nauwkeurig besproken èn bekeken... zeer dapper gedrag. Een nieuwe golf van spanning deint door het zieken huis als 's nachts om half drie de S.D.'ers Martin en Decker uit Arnhem komen, voor een diepgaand onderzoek en verhoor. Zuster Truus wordt lan ger dan een uur verhoord. Ook dokter Ferguson wordt stevig aan de tand ge voeld. Dan is het de beurt aan de di rectrice, vervolgens Eilander en Klein. Zuster Truus raakt behoorlijk zenuw achtig, maar ze ziet toch nog kans om Klein, voordat hij aan de beurt is, een getrouw verslag te doen van de haar gestelde vragen, en de antwoorden die zij daarop gaf. „Okee, in orde", zegt Klein, „ik zal alles in mijn verhoor bevestigen"... Zo wordt het een spannende nacht. De S.D. is erg wantrouwend. Ze komen er achter dat dokter Ferguson naar Heiloo gebeld heeft. En ze vinden het vreemd, dat iemand buiten het zieken huis belde om Eilander. Hoe was men aan die naam gekomen?... Ze krijgen er echter niets uit. Het plan en de uit werking daarvan zitten te goed in el kaar. Elk facet is vooraf uitgekiend. Alle verhoren kloppen. De volgende dag moet Ferguson bij de S.D. in Arnhem komen. Nieuwe schrik voor het dappere groepje te Bennekom. De dokter is een gewiekste vent, dat wel, maar de middelen die de S.D. ter beschikking staan, liegen er ook niet om. Ze zullen wel van al les proberen. Inderdaad wordt Fergu son onder een uiterst scherp verhoor gesteld. Maar de S.D. krijgt geen vat op hem. Zij mogen glad zijn; de dok ter is gladder... Steeds beginnen de Duitsers over „das blonde Madchen". Als ze die meid maar hadden. Die was nu letter lijk bij elke overval. Als ze haar had den, dan zouden ze wel opschieten met het onderzoek. Maar zuster Elly heb ben ze niet en zullen ze ook nooit krij gen. Zij is haar belagers altijd te slim af. De S.D. weet te vertellen dat dit meisje deze week had meegedaan aan een overval op het distributiekantoor te Zwolle en ook bij de overval in He- teren. Ferguson merkt wel dat ze er erg op gebrand zijn het meisje te ar resteren. Van hem krijgen ze echter niets los. Het verhoor levert niets op, en zelfs de geraffineerde S.D.'ers, be ginnen te twijfelen aan de schuld van Ferguson. Ze laten hem weer naar huis gaan, tot grote opluchting van de groep in Bennekom. Gerrit Simon Blokker wordt onderge bracht bij de weduwe De Nooy aan de Groenestraat, terwijl Paul de Nooy voor een vakkundig vervalst persoons bewijs zorgt. Blokker keert een paar dagen later doodkalm op de fiets naar de kamera den in Heiloo terug. Niemand ziet hem aan, dat zijn leven door het oog van de naald gegaan is. Er gaat heel wat in hem om. Vooral als hij zijn woon plaats binnenrijdt. Wie had dit kunnen denken?... Maar zuster Elly, het blonde meisje, waar was die gebleven?... pens naar de K.P. te Heiloo, tot een goed einde te brengen. „Vanavond ben ik weer terug", beloofde ze de kame raden. Toen vertrok ze, door verschil lende paren ogen nagekeken. Sommi gen schudden hun hoofd. Dat meisje stond ook nergens voor. Daar ging ze, het handtasje nonchalant over haar schouder. Ze liep haar bekende char mante gang. En, in het handtasje.... de gebruikte pistolen! Het werd avond. Waar bleef Elly? Er werd tot laat gewacht, maar Elly verscheen niet. Met sombere gevoelens gingen de vrienden te Bennekom de nacht in. Er moest wat met Elly ge beurd zijn. Inderdaad was er wat gebeurd. De mannen van de K.P. in Heiloo stel den alles in het werk om het dappere meisje aan hun K.P. toe te voegen, want ze hadden nog een paar pittige overvallen op hun programma staan. Elly bleef er een dag en besloot toen om naar Bennekom terug te gaan, want in die omgeving hoorde zij thuis, vond zij. Groot was de vreugde van de vrienden en vriendinnen toen zuster Elly heelhuids bij hen terugkeerde. In het ziekenhuis werd Klein ver wend door de zusters. En na tien da gen kon hij worden ontslagen. Het plan was gelukt, en het oog van de naald was juist groot genoeg gebleken voor hun gedurfde plan... Hoe ging het verder met dokter Fer guson?... De heer M. R. Klein, momen teel hoofdagent te Bennekom, vertelde er ons het volgende over: „De dokter liet zich niet door de S.D. verschalken. Ze konden hem niets maken. Na de bevrijding vertrok hij uit Bennekom. Verschillende keren komt hij nog naar Bennekom, en brengt dan steevast een bezoekje aan mij. Ik mag hem bijzon der graag. We kunnen het altijd nog goed samen vinden" Kort na de oorlog is Blokker een keer bij Klein op bezoek geweest, om hem te bedanken voor zijn daad. Mo menteel heeft de hoofdagent geen con tact meer met hem. Last but not least, willen we iets te weten komen over het verdere leven van „Das blonde Madchen", zuster El ly. Hierover voerden we een gesprek zowel met mevrouw De Nooy als de heer Klein. Beiden spraken met veel lof over de ex-verpleegster, de overge- telijke ziekenzuster. Een jaar of zes ge leden werd in het gezin van de fami lie Klein, tot hun verrassing een nako mertje geboren. Een pittig meiske. Na zoveel jaren, werd dit kind naar haar vernoemd. De dag na de overval nam zij af scheid van de K.P. Talloze raadgevin gen werden haar meegeven. Ze moest vooral voorzichtig zijn, de S.D. loerde op haar. Elly glimlachte, ze kwam er niet van onder de indruk. Ze hoopte ook deze laatste opdracht, behorend tot deze overval, 't wegbrengen van de wa- Mevrouw De Nooy vertelt het vol gende over zuster Elly. „Toen ik een jaar of zeventien was, ontmoette ik Elly van den Berg voor het eerst op een cursus voor kleuterleidsters te Wa- geningen. Wij sloten al spoedig vriend schap. Elly kwam uit Achterberg. Het was een lieve meid, mijn beste vrien din. Ze kwam veel bij ons thuis. Later ging zij de verpleging in en dook in de oorlog bij mij onder. Ze was erg dap per en dacht altijd aan anderen. Ze was verloofd met een zeeman, die in Japan vocht. Na de oorlog maakte zij een verschrikkelijk drama mee, dat te zeer op het diep-menselijke vlak ligt, om er verder op in te gaan. De zee man keerde tenslotte terug en ze trouwde met hem. Ik was op hun brui loft. Haar ouders woonden toen niet meer in Achterberg, maar in Baarn. Niet lang na de bruiloft bleek dat mijn vriendin aan een gevreesde ziekte leed. Wat had ze het daar moeilijk mee. Ze hield van het leven en ze wist dat het van haar genomen zou worden... Ik was ook op haar begrafenis in Baarn. Vergeten kunnen wij haar nooit. Dat is onmogelijk. Ieder die haar kende hield van haar. Ik ben er trots op, dat zij mijn beste vriendin was. Jammer, ze is niet meer, maar in onze gedachten leeft ze nog voort". Noch door de S.D., noch door de Ge stapo, noch door een andere, vijande lijke instantie, kon zuster Elly van den Berg, das blonde Madchen, gesnapt of ingerekend worden. Maar, die andere, biologische vijand onder ons, jeugd- kanker genoemd, velde haar jonge, veelbelovende leven... Vooral de burgemeester onderzoekt alles in de puntjes. Hij komt tot de ontdekking dat de kogels die Klein heeft afgeschoten, precies op borst hoogte zijn ingeslagen. De agent moet dus serieus en koelbloedig gemikt heb ben, voor hij schoot. De burgemeester komt er zo van onder de indruk, dat hij spontaan naar Klein toekomt, om hem een pluimpje te geven voor zijn Ook dit jaar weer op zaterdag 2 september springen ongeveer zestig parachutisten boven de Ginkelse Heide aan de Amsterdamsestraatweg van Arnhem naar Ede. Zij behoren tot het 10e Britse Para chutisten-bataljon officieel „The 10th (County of London) Battalion, The Parachute Regiment" dat op 18 september 1944 op dezelfde plaats werd neergelaten om te gaan deel nemen aan de „Slag om Arnhem". Het bataljon vormde een onderdeel van de vele legereenheden, die waren ingezet in deze militaire operatie, die in de geallieerde legercode de aandui ding Marketkreeg. TOEN Deslauriers in 1956 wereld kampioen werd verbaasde een ieder zich daarover. De bestudering van zijn partijen deed de verbazing nog stii- gen. omdat in vele van zijn winstpartij en opgelegde en duidelijke remises door de tegenstanders waren verzuimd. Het zelfde verschijnsel kon men constateren, toen Baba Sy in 1960 na een prachtige wedstrijd op de tweede plaats eindigde. In beide gevallen is de verklaring echter dezelfde: En Deslauriers en Baba Sy ziln geboren tactici!. Als geen ander weten zij hun tegenstan ders in situaties te brengen, die hen „niet liggen", waardoor zij de kans op fouten maken aanzienlijk verhogen. Hier onder een sprekend voorbeeld hiervan: Wit: Baba Sy; Zwart: H. Verpoest (W.K. 1960 Nederland) 1. 32—38 18—23; 2. 34—29 23x32 3. 37x28 12—18; 4. 41—37 7—12; 5. 37—32 20—25 6. 42—37 19—23: 7. 28x19 14x34; 8. 39x30 25x34: 9. 40x29 1—7; 10. 44—39 10—14; 11. 47-42 5—10; 12. 50—44 18—23; 13. 29x18 12x 23: 14 46—41 7—12: 15 45—40 Dezelfde methode als tegen Gordijn in dezelfde wedstrijd (zie de rubriek van vorige week!), maar Sy weet heel goed, dat de Belg een bijzonder sterk speler is in het gesloten klass ek. Hij houdt daarom de strijd „open" en dit brengt Verpoest tenslotte uit zijn evenwicht. 1513—18; 16. 40—34 9—13; 17. 32—28 23x32; 18. 37x28 17—21; 19. 41—37 21—26; 20. 38—32 11—17; 21. 43—38 2—7; 22. 34—29! Eindelijk beslist wit: „geen klassiek" zeer tot verdriet van zwart, die zijn stelling hierop geheel heeft ingericht! 2217—22 23. 28x17 12x21; 24 32—28 1 8—22 25. 28x17 21x12; 26. 31—27! Zeer ingenieus gevonden. Ondanks de theoretisihe zwakte van de gelijktijdige bezetting der velden 27 en 29. zal het zwart nu moeite kosten geen verder terrein te verliezen. 2612—18; 27. 44—40 14—19; 28. 40—34 10—14 29. 49—44 8—12; 30. 44—40 3—9; 31. 35-30! (zie dia gram) Zwart heeft geen kans gezien zijn eigen plannen te verwezenlijken, waar- door hii nu genoodzaakt is een bewe gingsoorlog onder voor hem ongunstige voorwaarden te accepteren. Er is nu niets beters dan: 3118—22; 32. 27x18 12x23; 33. 29x18 13x22; 34. 37—31! Opent hiermede direct de aanval tegen het nieu we zwarte steunpunt: 34. 26x37; 35. 42x31 19—23; 36. 38—32 7—12; Twijfelach tig. Beter is (9—13) daar dan op 32—27 kan volgen (23—29!) met zekere remise. 37. 32—27! 12—18; 38. 31—26! 22x31; 39. 36x27. Hiermee wordt het stuk op 6 aan zijn plaats genageld. Maar buiten dat wordt zwart een bijna onzichtbare valstrik gespannen: een snelle opvulling van zijn centrum schijnt geboden en daarom speelt hij: 39 14—19?? Voor de lezers de opgave: Hoe profi teerde Baba Sy schitterend van zwarts foutzet? De stand was: Wit: Baba Sy: 27. 28. 30. 32. 33, 34, 35. 37. 38. 39 (10 st.) Zwart (Gordijn) 13, 14, 16, 17. 18, 19. 21 23 24. 26 (10 st.) Zwart speelde: (17—22) 28x17 (21x12) 33—28 (12—17) Indien (23—29) 34x23 (18x29) dan 30—25! (13—18) 28-22!! (18-23) 22—18! en wint. Na de partij voortzetting volgt nog: 38—33 (17—21) 30—25 24—29) 33x24 (19x30) 28x10 (18—23) 35x24 (23—28) 32x23 (21x41) 10—5 en wint. Zwart had moeten spelen in de cij- ferstand: (24—29) 33x24 (17—22) 28x17 (21x12) en er is nog veel verdediging. HET jaarlijkse IBM-toernooi begint zich steeds meer te ontwikkelen als de evenknie van het wereldberoem de Hoogoventoernooi. Ditmaal was er een hoofdgroep van 12 deelnemers en een meestergroep van 10; het volgende toernooi zal een grootmeestergroep van 16 deelnemers hebben. Een bijzonder aardige partij is hieron der weergegeven uit de meestergroep. De Spaanse meester Medina Garcia weet zijn Nederlandse tegenstander langzaam maar zeker onder sterke druk le plaatsen en hij bekroont zijn strategie met een sierlijke slotcomblnatie. Wit: A. MEDINA GARCIA. Zwart: Th. SLISSER. (Amsterdam 1967.) Siciliaanse verdediging. 1. e2—e4, c7—c5 2. Pbl—c3. Pb8—c6 3. g2—a3, g7g6 4. Lfl—g2. Lf8—g7 5. d2—d3. b7—b6. (Wellicht geïnspireerd door de in de toernooizaal aanwezige Russische grootmeester Kotov, die deze zet verschil lende keren heeft toegepast. Overigens zonder veel succes.) 6. f2—f4, Lc8b7 7. Pgl—f3. e7—e6 8. 0—0. Pg8e7 9. Lel—d2, 0—0. (Kotov liet de rochade zo lang mogelijk achterwege. In de partij Smyslov—Kotov, Moskou 1957 volgde b.v. 9a6! 10. Tbl. d5 11. e5. Db6 12. Pe2, Db6 met ongeveer gelijke kansen.) 10. g3—g4!, d7d5 11. e4e5, Dd8—d7 12. Ddl—el. f7—f5. (Hierna komt zwart te veel in het defensief. Meer kans op te genspel bood 12f6.) 13. h2—h3, Pc6d8 14. Pc3—e2, b6—b5. (Na deze derde onnauwkeurigheid komt wit duidelijk in het voordeel. Nodig was 14d4.) 15. d3—d4, c5c4 16. Ld2—b4. (De loper ontplooit buiten de pionnenketen een maximum aan activiteit.) 16Pd8—c6 17. Lb4—c5. a7—a5 18. Kgl—h2. Lb7a6 19. Del—g3. b5—b4 20. Tfi—f2, Ta8b8 21. a2—a4! (Anders wint zwart met a5—a4 onnodig veel terrein op de damevleugel.) 21b4xa3 e.p. 22. Lc5xa3, Tb8—b6 23. Pe2c3, La6b5. (Natuurlijk laat hij Pc3a4c5 niet toe.) 24. La3C5, Tb6b7 25. Pf3—g5. (Lokt de volgende verzwakking uit.) 25h7—h6 26. Pg5—f3. Tf3f7. (Be ter is 26Kh7 om na 27. gxf5 met het paard terug te nemen.) 27. g4xf5g6xf5 28. Pf3—h4. Kg8—h7 29. Lg2—f3. Tf7—f8 30. Lf3—h5. Tf8—g8 31. Lh5f7, Tg8—f8 32. Lf7—g6t. Kh7—h8 33. Tf2—g2, Dd7d8 34. Lg6—e8!. Tf8—g8 35. Pc3xb5, Tb7xb5 36. Le8xc6, Pe7xc6. Het probleem van de week: hoe won wit vanuit de diagramstelling de partij? De oplossing komt in de volgende ru briek. SLISSER OPLOSSING VORIGE PROBLEEM De stand was: Wit: Kd2, Dh7, La3 en e2. Pd6. pionnen a2, c3, c4, d5, e3. a bed efgh MEDINA GARCIA Zwart: Kc7, Dg3, Tg8, Ld7, Pg6 pion nen a7 b6, f4. In de partij (Ree—Langeweg) volgde: 37. Pd6—b5t (Na 37. Dxg8? Dxe3+ maakt zwart in ieder geval remise omdat de loper via a4 kan ingrijpen.) 37 Kc7d8 (37Kb7 38. Dxd7? leidt tot mat.) 38. Dh7xg8t, Ld7—e8 39. Dg6—e6 en zwart gaf het op. Uit Italië, het land der wereldkampi oenen. komt de laatste tijd interes sant nieuws Bijvoorbeeld is het een geruststelling te weten, dat niet alle Italiaanse spelers grootmeesters zijn en sommigen hunner zo nu en dan die „kleine fout" maken welke slechts de allergrootsten meestal weten te vermij den. Waar ging het bijvoorbeeld mis in on derstaand partijtje? 953 C? V 2 O 86543 A 7 4 B 1087 64 B O B 10 9 V 3 2 2 C> 98653 O H V 7 2 «f» H 8 5 A H V P AH 10 7 4 A B 10 9 6 Zuid gever, niemand kwetsbaar. Zon der bieden van OW bereikten NZ het normale contract van vier harten (Inder daad is drie SA beter, doch moeilijk be reikbaar) Tegen vier harten kwam west uit met ruitenboer, noord de drie, oost de twee en zuid ruitenaas Hartenvrouw en har tenaas volgden west een schoppentje weg Klaverboer werd door zuid gespeeld en gesneden, oost maakte klaverheer en in slag 5 speelde oost ruitenheer na, die zuid aftroefde met harten zeven. Een nieuwe klaversnit volgde met succes, klaveraas werd geïncasseerd en hierna probeerde zuid twee ronden schoppen De tweede schoppen werd door oost ge troefd die een kleine ruiten naspeelde zuid troefde met harten tien. De vrije klaver negen overleefde de volgende slag niet daar oost weer af troefde Ruitenvrouw dwong zuids laatste troef eruit en oost had nog één troef over: één down. Dit is nu een echt mooi huisvlijtpar- tijtje waarin de vraag beantwoord moet worden: „Wie heeft (hebben) er slecht gespeeld en hoe had het resultaat ge weest bij ideaal spel?" Volgende week zaterdag ziet u het. Alsof hij met open kaarten speelde, wist Mimmo D'Alelio tijdens de Italiaan se kampioenschappen onderstaand zes schoppen contract te maken. H 9 3 A V 2 O A 7 5 3 V 4 3 V 10 8 5 O Z M 4 H B 4 765 3 O H V 8 2 109 6 4 B 10 9852 A B 7 6 2 C 10 9 8 O B AH76 Tegen het ongedoubleerde zes-schop- pencontract kwam de westspeler uit met ruitenheer, noord won ruitenaas. In slag 2 een kleine ruiten getroefd in zuid en \n slag 3 harten tien, gedekt met de boer, vrouw en drie. De 4e slag weer voor een afgetroefde ruiten, daarna werd harten negen ge maakt. noord kwam aan slag met har tenaas en in de 7e slag werd nogmaals een ruiten (de laatste) van noord door zuid afgetroefd. De stand: H 9 3 O V 4 3 A V 10 8 5 O B 10 AB - O A H 7 6 Met de perfectie van een bridge-com puter vervolgde zuid met klavervrouw, klaverheer en klaveraas. West moest In troeven, maar de laatste drie slagen wa ren nu voor NZ. Groots! Hoe vindt men zoiets aan tafel?! Horizontaal: 1. te veel aan zeil geeft zekerheid (9) 6. niet te tellen (5) 9. de coratie van de collecte (7) 10. huidaandoening na de wedstrijd (7) 11. Anna zit in het fruit (6) 12. door gebrek aan liefdebetoon is het jong ruw gebleven (8) 14. zij weten er nog niet veel van (9) 15. Mokum als Bijbelse plaats (4) 18. hierin zetten de stemmen elkaar na (4) 20. als het verdelen goed wordt ver deeld wordt het beter (9) 24. bij confectie komt dat er niet aan te pas (8) 25. zulk een vis kan in de neus zit ten (6) 27. zulk een geestverwant is een handlanger (7) 28. tandsteen (7) 29. schoon aan de haak (5) 30. de bestanddelen van de batterij (9) Verticaal: 1. drukte om een boek (6) 2. zo te horen wordt men op die lijn gedurende korte tijd niet goed (7) 3. ruimte scheppen bij de daginde ling (3,5) 4. het is niet anders (4) 5. stouterds (10) 6. hiervan wordt dit vol (6) 7. stand van de muts (7) 8. wild (8) 13. al is hij klein, hij wil wel wat veel (10) 16. peilen met gevoel (8) 17. daar komt men niet zo snel van af (8) 19. netjes afgepakt (7) 21. de tien op de cijferlijst (7) 22. muzikaal zeer gebonden (6) 23. inspannen voor ontspannen (6) 26. het bewijsstuk voor het voetlicht (4) Oplossing vorige kruiswoordraadsel Horizontaal: 1. tamelijk. 6. wel daad. 12. Ares. 14. orde. 15. Kreta. 17. hit. 19. Ommen. 20. Een. 21. lie verd. 22. enk. 23. tas. 25. Ran. 26. een. 28. es. 29. t.a.t. 30. er. 31. Otto. 34. welp. 37. schrok. 38. gereed. 40. haat 42.. eppe. 44. na. 45. rel. 47. op. 48. pst. 50. oma. 51 opa. 53. ets,. 55. inmaken. 56 rei. 58. zwaan. 60. pas. 61. sagen. 63. eelt, 66. rund. 67. Nemesis. 68. melasse. Verticaal: 1. takelen. 2. arre. 3. meent. 4. Est. 5. ijs. 7. el. 8. dom. 9. armen. 10. Aden. 11. denkers. 13. ri vaal. 16. als. 17. hert. 18. tent. 19. ode. 24. althans. 27. ellepijp. 31. och. 32. tra. 33. oot. 34. wee. 35. Erp. 36. pee. 39. kniezen. 41. gemaal. 43.' Opeinde. 45. romp. 46. laks. 48. psalm. 49. tin. 51. ons. 52. Argus. 54. twee. 57. eens. 59. Ate. 62. ara. 64. li. 65 te

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 12