Werven en rederijen moeten samen s en bouwen Broederschap zoekt „miss zelf uit Hete gassen van de zon storen radioverkeer Duits plan voor verbetering financiële situatie WOLLMAN. „BONN GEEFT TE WEINIG STEUN" Opsporen van schadelijke straling van groot nut Volgende maand weer oogstfeest in Naaldwijk DIE GROTE WESTLANDSE TROSSEN, „EEN GEWELDIG GEZICHT" SNELHEID 400 KM PER SECONDE „Militaire" cape-jas HAMBURG - Laten de werven en rederijen een eigen financieringsinstituut oprichten in de vorm van een naam loze vennootschap. Behalve deze twee groepen moeten vooral handels- en scheepshypotheekbanken er aandeel houder van zijn. Varianten Japan Fusie Rationaliseren Niet gemakkelijk Reclame Samenwerking KLUISGATEN ALS STARENDE OGEN Leergeld opn hr\lctf>\">n rrlc non mm eib RUSTIG I OORSPELLEIS Bloempje Alcohol Meisjes In 't knoopsgat Dit voorstel is gedaan door Ernst-Christian Freiherr von Werthern, directie lid van het Hamburgse scheepsbouwbedrijf Blohm Voss. Het verraadt dui delijk dat de Westduitse scheepsbouwers niet soortgelijke problemen kampen als hun Nederlandse collega's. Bij Blohm Voss stelt men vast: „Het succes van een werf in de inter nationale concurrentie wordt in toe nemende mate niet alleen bepaald door de kwaliteit van het geleverde produkt, maar ook door de hoogte van de beschikbare kredieten en de rente die er op moet worden betaald". Rainer Wollmann (40) wil er ons wel wat meer over vertellen. Deze Berlij- ner van geboorte studeerde industriële wetenschappen in de Verenigde Staten. Hij is sinds 1960 verkoopleider („sales manager" staat op zijn visitekaartje) van Blohm Voss. Hij zegt: „Wij zetten per jaar voor ongeveer vierhonderd miljoen mark (360 miljoen) om. De nieuw gebouwde schepen maken er bijna 45 procent van uit, maar de verdiensten in deze sector zijn niet groot. Sinds het einde van de oorlog maakten wij in 1965 voor het eerst een kleine winst. De resultaten over vorig jaar zullen waarschijnlijk weer positief zijn". schenen. Van meer dan tien andere typen waren de bijzonderheden al eer der bekend gemaakt. Hamer Wollmann vindt en daarin staat hij zekqr niet alleen dat de regering in Bonn de scheepsbouw te weinig steunt. Als vergelijkend voor beeld haalt hij uiteraard Japan aan: „Daar bevordert de regering sterk de export van schepen. Zij maken slechts tien procent uit van de totale Japanse uitvoer, maar zij vergen zeventig pro cent van de financiële middelen die de Export- en Import Bank ter beschik king staan". Dan enkele cijfers: „In 1965 werd in Japan 2,2 miljard mark aan kredieten voor scheepsbouw ter beschikking ge steld. In West-Duitsland werd toen vol staan met 118 miljoen mark. De fi nanciële afwikkeling geschiedt daar centraal over één bankinstelling. Dat is eenvoudig en ontlast de werven ook van het grootste deel van de verant woordelijkheid". Blohm Voss ging vorig jaar febru ari een fusie aan met de naast haar terrein gelegen werf van H. Stülcken Sohn. Dit veroorzaakte nogal wat dei ning- omdat de algemene gedachte was dat Stülcken zou worden overgenomen door de staatswerf Howaldtswerkte te Hamburg. De heer Wollmann meent: „Onge twijfeld heeft de fusie succes, vooral wat betreft de reorganisatie van de be drijven". Tot dusver blijkt het duidelijk ste succes uit de aanzienlijk gestegen hoeveelheid tonnage die beide werven vorig jaar samen repareerden". In het vervolg zal het bouwen van schepen en motoren worden geconcen treerd bij Blohm Voss. Op deze werf wordt ook de flinke marine-opdracht afgewerkt die Stülcken had verworven. Het geannexeerde bedrijf zal zijn aan dacht blijven wijden aan de zogenaamde hangende dekken en het befaamde zwa re laad- en losgerei. Is het niet wat laat om nu nog met zo'n project te komen? „Wij hebben eerst willen vaststellen welke nadelen er zijn aan zulk een ver vangend schip. De technici van ons be drijf zijn nu op het idee gekomen ge standaardiseerde onderdelen toe te pas sen om het type flexibeler te maken. Wij bieden vier verschillende tonnages en een containerversie aan. Het is daarmee en met gebruikmaking van motoren met verschillend vermogen, andere ruiminrichting en laad- en los gerei mogelijk tot honderd varianten te komen". „Ons kleinste type is in zijn hoofdaf metingen al afgestemd om tot een gro ter schip te kunnen worden verbouwd. Het is daardoor wat duurder dan ande re vervangers van het Libertyschip, maar de reder koopt met ons ontwerp tegelijk meer mogelijkheden". Blohm Voss streeft er niet naar om de allergrootste schepen te kunnen bouwen: „Het heeft geen zin om op dit terrein de wedloop nog inspannen der te maken. Wij willen rationaliseren. Daarom stellen wij ons vooral in op het bouwen van gespecialiseerde en gestan- daardisèerde schepen, waarbij wij naar een zo groot mogelijke verscheidenheid streven. Ook het gebruik van kunststof fen willen wij uitbreiden". De Hamburgse werf kan ook wel voorbeelden laten zien die overeenko men met dit uitgangspunt. De eerste proeftochten zijfi gemaakt met een draagvleugelboot voor de Canarische eilanden. Sinds enkele jaren bouwt de werf zeilboten van kunststof en licht metaal, met twaalf vierkante meter zeil aan fok en grootzeil: „Wij hebben er nu een vijfhonderd verkocht tegen de prijs van een Volkswagen: vijfduizend markt. Export is wat moeilijk, omdat transport en invoerrechten de boot te duur maken". „Wij hebben een misschien wat uitda gende opvatting over het gebruik van schepen", zo begint de heer Wollmann het gesprek af te ronden. Hij verklaart zich nader: „Wij maken een studie om vast te stellen waar het gespecialiseer de schip begint en het gestandaardi seerde schip ophoudt. De rederijen hebben evenwel nog steeds een sterk individuele instelling". „Ik zal u vertellen wat hiex in Ham burg is gebeurd. Er zijn twee rederij en, die dezelfde lijndienst hebben, de zelfde havens aanlopen en dezelfde soort lading vervoeren. Beide hebben nieuwe schepen laten bouwen, maar niet van hetzelfde type. Elk wilde wat anders en dat is niet altijd gemakke lijk te begrijpen". Het lijken spinnen in een web als de ling optrekken langs de scheeps werfarbeiders een hoge buizenstel- wand. „WE MOETEN RECLAME MAXEN VOOR ONZE DRUIVEN EEN DING staat voorop: Naaldwijk wordt niet afgesloten als volgende maand het oogstfeest wordt gehouden, zoals kort geleden Bruinisse, waar ook iedereen die op de dag van het mosselfeest zijn tante wilde bezoe ken, een gulden vijftig moest neertellen voordat hij de plaats binnen mocht. Naaldwijk doet dat niet, ook al kost dat feestje van vier dagen toch zo'n drie ton. Maar er is wel iets anders. We kunnen niet zeggen: Kom, ik stort een tientje en wordt lid van de Broederschap van de Blauwe Druif. Dat gaat niet, want zelfs al zouden we maar opperdienaar (werkende klasse) willen worden, dan zouden we ons toch eerst uiterst verdienstelijk moeten maken voor het oogstfeest én dan nog maar afgewacht of de Broederschap zegt: „Kom er maar bij en laat u installeren door de Druivenprinses." Wat is nu precies die Broederschap van de blauwe druif? Dat is de club van ongeveer dertig werkers en dertig ereleden die in het Westland ieder jaar weer het oogstfeest organiseert. We zitten in het gemeentehuis van Naaldwijk tegenover het Grote Op perhoofd van het presidium van de Broederschap: de heer W. Chr. Nan- nings, gemeentesecretaris van de plaats die centrum van het Westland is. Wat is nu de bedoeling van zo'n feest, meneer Nanning, want en de Druivenprinses en de Oogstfee en de Bloemenfee zij er toch met alleen om de bevolking wat afleiding te be zorgen „Reclame", antwoordt de president van de Broederschap pijlsnel. „Toma ten en komkommers uit het Westland, die zaak blijft wel draaien, redeneer den we zestien jaar geleden. Maar in diezelfde tijd ging de druiventeelt steeds achteruit, steeds meer kwekers (Van onze redacteur wetenschappen) LONDEN Uit een dicht net van krachtige magneti sche velden, die de zon omringen, schieten dikwijls ontzaglijke hoeveelheden hete gassen de wereldruimte in. Zodra dit gebeurt ondervinden wij op aarde storingen in het intercontinentale radioverkeer. Wij vernemen dan, dat er zonnevlekken op de zon zijn waargenomen en dat deze die storing veroorzaken. BERLIJN De Westduitse zangeres en toneelspeelster Conny Froboess is donderdag in West-Berlijn getrouwd met de intendant van het Brunswijkse Staatstheater, de 37-jarige dr. Helmuth Matiasek. Conny Froboess had als ze venjarig kind als zangeres succes. Zij is nu 23 jaar. De heer Wollmann: „Wij verwach ten voorlopig geen verdere fusie. Als er hier weinig mogelijkheden tot con currentie zouden zijn, is dat ook niet interessant voor de rederijen. We zijn. wel sterke voorstanders van nauwe sa menwerking met andere werven voor het gemeenschappelijk uitvoeren van orders. Wij 'zijn ook bereid om dit in internationaal verband te doen". Intussen heeft Blohm Voss merk waardige ervaringen opgedaan bij zulk een samenwerking. Dit bedrijf en nog twee Hamburgse werven plus een scheepsbouwbedrijf te Emden besloten een opdracht van de Hamburgse rede rij Hapag voor tien lijnvrachtschepen van elk 8800 ton met een totale waar de van f 4.35 miljoen binnen één jaar uit te voeren. Elk bedrijf nam een technisch onder deel voor zijn rekening, maar alle ver zuimden elka'qr specificaties op te vra gen. Het gevolg was dat de Hannover als eerste van de serie onvoldoende stabiliteit vertoonde. Daarom moest zij begin mei met driehonderd ton ijzeren blokken als extra ballast aan haar eer ste reis beginnen. Te zijner tijd komt het schip naar de werf terug om te wordenverbouwd. Het zal in de mid- scneeps boven de laadlijn worden ver breed. Dit leergeld heeft men niet voor de tweede keer willen betalen. De drie betrokken Hamburgse werven die uit Engeland een order van driehonderd miljoen gulden verwierven voor de bouw van vijf laadkistenschepen, heb ben nu wel een centraal constructiebu reau ingesteld: Containerships Consor tium Hamburg. De heer Wollmann: „Wij hebben ook al eens geprobeerd om samen met een Engelse werf een buitenlandse order te verkrijgen. Daar is toen niets van gekomen doordat wegens gebrek aan deviezen de hele bestelling werd inge trokken". Blohm Voss heeft zich nu ook ge schaard in de rij van scheepswerven Hie met een type ter vervanging van nrlrf «rin TT' Aan de afbouwkade kan een modern schip er soms merkwaardig uitzien: met kluisgaten als starende ogen, met een waterlijn als een bizarre clownsmond en Dr. Herbert Friedman, de directeur van de afdeling ruimteonderzoek van de Amerikaanse marine, vertelde dat de straal gassen die wordt wegge schoten, wanneer die een afstand van tweederde van de afstand van de zon tot de aarde heeft afgelegd, een door snede heeft van ruim 3200 km. Op het moment van zo'n enorme uit barsting worden elektronen en proto nen op de plaats van de uitbarsting met grote kracht in de richting van de zon gedreven, en dat leidt dan weer tot een uitbarsting op de zon van röntgenstraling, die op de aarde merbaar is. Zo'n uitbarsting op de zon, aldus dr. Friedman, doet zich voor wanneer in magneetvelden, welke dicht bij el kaar gelegen zonnevlekken verbin den, ontzagwekkende uitstulpingen zijn ontstaan met een inhoud van soms vierduizend maal die van de aarde. Na ongeveer een maand barst zo'n uitstulping open en spuit een geweldige straal gassen de wereld ruimte in. Dr. Norman F. Ness, een van des werelds bekendste onderzoekers van de interplanetaire ruimte met kunst manen en ruimtesondes, maakte in een voordracht over metingen in de wereldruimte bekend, dat zo'n stroom gassen als dr. Friedman had beschre ven, een gemiddelde snelheid van vierhonderd kilometer per seconde heeft. Dr. Ness deelde mee, dat de sterkte van het interplanetaire mag neetveld vaak verdriedubbelde, wan neer zich op de zon dergelijke uitbar stingen voordeden. Voor het verrichten van de onder zoekingen, welke deze nieuwe kennis opleverden, koos men indertijd opzet telijk een periode uit, waarin het op de zon betrekkelijk rustig toegaat. Omdat er dan maar heel weinig zon nevlekken voorkomen, kunnen zij be ter worden bestudeerd dan in de veel onrustiger periode van de cyclus van elf jaren, waarin op de zon rust en onrust voortdurend wisselen. Zo heel rustig was de zon in de periode van de bestudering in 1964 en 1965 toch ook weer niet. Mevrouw dr. Helen Jodson Prince van dé universi teit van Michigan deelde mee, dat in die periode nog altijd 420 flinke uit barstingen op de zon waren waarge nomen. De hevigste daarvan deed zich voor op 16 maart 1964. De zon augustus 1964. Mevrouw Prince sprak de verwachting uit, dat pas omstreeks de eeuwwisseling de zon voor het eerst in heel lange tijd weer eens en kele jaren echt rustig zal zijn. Friedman, Ness en mevrouw Jod son Prince zijn slechts drie van de vele duizenden wetenschappelijke on derzoekers in meer dan zeventig lan den, die in 1964 en 1965 de betrekkelijk rustige zon en elke denkbare invloed van de zon op de aarde en de damp kring van de aarde hebben bestu deerd. De volledige resultaten van hun werk zullen pas over verscheide ne jaren geboekstaafd worden in dik ke handboeken en duizenden tijd schriftartikelen. Langzaam maar zeker zal blijken, dat veel van die resultaten hun nut voor de samenleving hebben. In som mige gevallen is dat het nut dat be wust is nagestreefd, bijv. door weer kundigen en radio-experts. Hoe belangrijk ook voor de maat schappij de verrijking is van de ken nis van de storende invloeden van uitstralingen van de zon op het inter continentale radioverkeer op aarde, van de specialisten die deze uitstra lingen bestuderen zijn er toch maar weinigen, die zich er steeds sterk van bewust zijn, dat de samenleving van hun werk kan profiteren. Datzelfde kunnen wij zeggen van de specialis ten, die de gedragingen van het mag neetveld van de aarde onderzoeken. Van hun werk trekken, of zij het wil len of niet, scheepvaart en luchtvaart profijt. Ook geldt dat laatste voor de specialisten, die onderzoeken welke invloed de zon heeft op allerlei lucht bewegingen op verschillende hoogten in de dampkring. Het ontwerpen van goede methoden voor het voorspellen van hevige uit barstingen op de zon kan in de naas te toekomst van groot nut zijn, omdat de inzittenden van zeer hoog vliegen de supersonische vliegtuigen zoals de Concorde, dan tijdig tegen schadelij ke straling kunnen worden be schermd. Zo is het ook gesteld met het onderzoek naar de gedragingen van zonnevlekken. Die „gloeien" in enkele weken, terwijl de zon lang zaam, in iets minder dan vier weken, om zijn as draait. Ziet een mens kans er achter te komen, dat zich tekenen van een komende uitbarsting voor doen op die kant van de zon die nog kapten de druivenranken in hun kas sen. Toen is er gezegd: daar moeten we iets aan doen, we moeten reclame gaan maken voor onze druiven. Zo is het feest ontstaan." „Eerst was het het druivenfeest, maar het Westland bestaat niet alleen uit druiven. Vandaar dat we er oogst feest van hebben gemaakt". Druiven zijn ook duur, meneer Nan- nings. „Gaat nogal", zegt hij, „maar we moeten van het idee af dat druiven alleen bestemd zijn om weg te geven aan iemand die in het ziekenhuis ligt. We zijn al wel op die weg. Maar voor de kwekers heeft die dure druif ook wel weer voordeel. Daarom kij ken de mensen, die nu nog druiven kweken, wel heel goed uit voordat ze hun ranken kappen. Druiven kweken is een wat moeilijke cultuur, maar economisch liggen we met de druiven prima in de markt." Twee Amerikaanse onderzoekers hebben in de conferen tie van de organisatie voor de Internationale jaren van de rustige zon (I.Q.S.Y.) vorige week de verschijnselen be schreven die deze uitbarstingen op de zon veroorzaken. Zij deden dat aan de hand van nieuwe gevolgtrekkingen uit meetgegevens, die verscheidene Amerikaanse kunstma nen en ruimtesondes sedert het einde van 1962 naar de aarde hadden geseind. Een voorbeeld van de „militaire stijl" van de Franse mode-ontwer per Jacques Esterel in zijn herfst- en wintercollectie. Deze zwarte wollen cape-jas met openstaande kraag wordt gedragen bij een jurkje met hoge taille en uitstaande rok. De borstzakken zijn met knopen gesloten Een paar hoge zwarte laarzen com pleteren deze „militaire uitrusting". hij. „We zullen na zo'n feest niet met een merken dat onze export naar Duitsland met sprongen omhoog is ge gaan. Dat hoeft ook niet, want de huisvrouw in het buitenland koopt toch wel die tomaten uit de kistjes met „Holland" erop." Laten we zeggen: we doen aan re clame voor de glascultuur. Neem nu onze kassenbouwers uit het Westland ze worden zelfs tot in Turkije ge vraagd om kassen te komen bouwen". In Turkije weten ze misschien niets over een Westlands feest met een Druivenprinses, maar wèl in 't uiter ste noorden van Scandinavië. „Kijk", zegt de heer Nannings, „de ze folder nam de voorzitter van onze Bloemenveiling mee terug van zijn vakantie. Kijk hier, de oogstfeesten worden wel degelijk vermeld." „Zelf hebben we ook folders. Er gaan er straks 25.000 de deur uit, vooral naar Duitsland. Want ons feest met de praalstoet is natuurlijk ook een toeristisch evenement bij uitstek, niet? We krijgen hier ieder jaar vre selijk veel Duitsers." Wat ook uit Duitsland komt zijn de wijnen, die tijdens het oogstfeest wor den geschonken, want het lukt nog steeds niet om uit Nederlandse niet- zongerijpte druiven 'n behoorlijke wijn te halen. De Druivenprinses blijft een van de hoofdpersonen in de feestdagen, maar ook de Oogstfee en de Bloemen fee krijgen steeds meer een voorna me functie, legt de heer Nannings uit. Hoe komt dat, een Bloemenfee tus sen al die tomaten en komkommers? „Ha", roept de gemeentesecretaris, „dat is een heel leuke opmerking, want ook u wist natuurlijk weer niet dat wij in het Westland per jaar voor 5,3 miljoen gulden omzetten aan snij bloemen. Onze veiling komt na die van Aalsmeer." „Reclame", heeft hij net gezegd over de feestdagen, maar dat wil hij nu graag even aanvullen. „Reclame is het niet direct, méér indirect", zegt hij zich eerder op zo'n uitbarsting voorbereiden. Nu krijgt de mens die eefs'te tekenen pas, wanneer de zon nevlek aan de rand van de zon ver schijnt. Het zal spoedig mogelijk zijn die vroege waarschuwing te laten ge ven door ruimtesondes, die de van de aarde afgewende zijde van de zon ge durig aftasten. In Nederhorst den Berg zullen de specialisten van de PTT dan veel eerder weten met welke krachtige radiostoringen zij rekening moeten houden. Daarvan profiteert dan weer, zonder dat hij er weet van heeft een zakenman, die met een relatie in Sydney of Buenos Aires wil telefone ren. Blijken de radiostoringen mee te vallen, dan kan hij radiotelefo- nisch met zijn relatie spreken. Zijn de storingen hevig, dan moeten tele foongesprekken over lange afstanden via de zeekabels worden gevoerd. On ze zakenman loopt dan de kans, dat hij lang op zijn aangevraagde ge sprek moet wachten. „Heel gek", zegt de heer Nannings, „er wordt wel wijn gemaakt en na enige tijd kun je daar behoorlijk naar van worden, maar echte wijn is het niet. Het blijft een soort sap, heel sterk en heel zoet. Druivensappen zijn weer heel iets anders, die laten we niet gisten en die zijn prettig om te drinken. Maar waar wij het van moe ten hebben zijn de druiven puur; de tafeldruiven zoals ze worden genoemd want die Westlandse trossen zijn na tuurlijk een geweldig gezicht tijdens een diner." Met zijn allen zetten de mensen van de glascultuur in het Westland per jaar om voor een half miljard gulden en tachtig procent van de produkten wordt geëxporteerd. „Westland all over the world" is de slogan van het oogstfeest en daarom kan er best 'n tonnetje in harde Nederlandse gul dens worden uitgetrokken voor de praalstoet, die straks door plaatsen en dreven rond Naaldwijk zal trekken. Op de prinsessewagen zit straks 't meisje, dat zojuist de kamer van de gemeentesecretaris is binnengestapt: Corrie de Koning uit Maasdijk, twin tig jaar jong, onderwijzeres en straks Druivenprinses in een mooie, lange jurk. De heer Nannings legt uit: „We ma ken er nooit een Miss-verkiezing van. De meisjes hoeven niet een voor een voor een jury te komen willen ze prin ses of fee worden. Dat gaat hier heel anders, want de Broederschap van de blauwe druif zoekt de meisjes zélf uit. We gaan hier eens praten op een school en daar eens kijken op een kantoor en overleggen met chefs en zo. Want zo'n meisje moet ook een mondje Engels kunnen spreken en iets van representatie weten. Je kunt wel zeggen: tegen de tijd van het feest lopen we met zijn allen zo eens rond te kijken en voortdurend aan te bevelen." Ondertussen zijn de dertig werkers van de Broederschap al van oktober vorig jaar bezig met de organisatie van de feestelijkheden: de opperdie- naren eerste, tweede en derde klas, de meesters van de verschillende klas sen, de adviescolleges van het presi dium en de voorzitters van de plein-, intocht- en andere commissies. Wie zijn best doet wordt na het feest be vorderd tot een hogere klasse en de daarbij behorende onder- liding, plus strikje voor overdag in het knoopsgat. De heer Nannings: „Dat hoort er een beetje bij, wij zijn ten slotte min of meer de hofhouding van een prin ses." Het schudt wel de romantische gevoelens wakker, maar de achter grond blijft toch glashard, daar tus sen al die kassen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 9