)3Het paradijs is verdwenen Hennie v. Leeuwen was in Amerika bij Indianen op bezoek ÏB DENK ER EENS OVER NA m+m\ Zegen Steen Kunstgras Nederlander in departement Wereldraad DAMMEN i m i yyrk SCHAKEN m m tm m mm: BRIDGE KRUISWOORDRAADSEL Revisie gevraagd van proees tegen heksen CENK OVERAL EN ALTIJD WEER AAN HET KIND IN HET VERKEER E Oplossing door H. KRAMER 8 té 44 11 A 1' iè ill 1 m. S 1 OPLOSSING door H. W. FILARSKI OPLOSSING fl. van Doorn haalt nog brood uit Griftwater VEENENDAAL Elke avond stapt hij in zijn boot om zijn netten te gaan uitzetten. Als hij wegvaart wordt de avondstilte verstoord door het pruttelende geluid van de buiten boordmotor. De visboot, die veel op een aak lijkt, glijdt door het rimpel loze water van de Grift. Op de boot staat de forse gestalte met grote kap laarzen aan. Hij tuurt over het water en geniet van de rust. Op dit moment is hij, de enige beroepsvisser uit de wijde omgeving van Veenendaal, H. van Doorn, in z'n element. Al kan hij niet meer volledig zijn dagelijks brood met het vissen verdienen en moest hij een nevenberoep kiezen, toch zal hij dit romantische vak, dat zijn grootvader al beoefende en dat hij van zijn vader heeft geleerd nooit de rug toekeren. Hij kan er niet bui ten. De grote man met z'n kleine snor is altijd één met de natuur geweest. Als hij in een stad komt voelt hij zich bedreigd en krijgt hij het be nauwd. Hij houdt van het water en de vis. Hij weet alles van het leven onder de waterspiegel te vertellen: „Je moet als visser weten wat vis is en wat vis doet. Daar kun je bij de vangst van profiteren. I-k ken de trek van de paling. Als ik bij eep vreemd water kom en ik loop er eën uurtje langs, kan ik zeggen of er veel of weinig vis zit en waar de vis zit". De heer Van Doorn heeft dan ook een ervaring die van vader op zoon is overgegaan. Toen hij zes jaar was ging hij al met zijn vader mee op visvangst. Hij lag dan vaak languit voor op de boot en bestudeerde het leven onder water: „Dat kon toen nog, het water was toen nog helder. Na de oorlog zijn de meeste sloten teertonnen geworden", zegt Van Doom met iets van spijt in z'n stem. Die waterverontreiniging heeft hem gedwongen een nevenberoep te kie zen. De visvangst is te sterk terugge lopen om er nog van te kunnen le ven: „Vroeger was het gewoon als we 900 pond paling in een nacht vin gen. Nu ben ik blij als ik met 50 pond thuiskom 's morgens". De achteruitgang van de visstand is volgens Van Doorn niet alleen te ruggelopen door de verontreiniging van het water: „Er is ook veel min der water dan vroeger. Het water dat we nu hebben is misschien een honderdste gedeelte van dat van vroe ger". Maar de visser klaagt hier niet over: „Algemeen belang gaat voor individueel belang. De weilanden brengen meer op bij een lage water stand, dus moet het water zakken". Maar de visserij heeft eronder te lij den. En niet alleen de visstand gaat achteruit. Ook de rest van de natuur is niet meer zo als die vroeger was: „Als ik vroeger klaar was met het uitzetten van de netten stuurde ik de boot naar de kant en ging dan lig gend in het gras m'n boterham op eten. Om me heen zongen dan de vo gels. Overal zag je kieviten, kemp hanen, tureluurs en grutto's. Maar dat paradijs is verdwenen". Ook in het vissen is veel verande ring gekomen. Vroeger werkte men bijvoorbeeld met de zegen; een net, dat even breed was als de Grift. Op beide oevers van de Grift liep dan een man. Ze trokken het net tegen de stroom op. „Deze manier van vissen is al jaren voorbij. Nu werkt men veel met fuiken en wargarens". De heer Van Doorn vist in alle jaargetijden. Ook 's winters: „Vroe ger als de Grift dichtgevroren was gingen we zo gauw het ijs hield aan de slag. We gingen dan op de schaat sen met een slee met bijlen en fui ken naar de plaatsen waar zijsloten in de Grift uitmondden. Daar hakten we een gat in het ijs. De vis, die in de ondiepe sloten weinig lucht kreeg "trok naar het diepere water van de Grift. Maar juist waar de Grift begon hadden wij door het gat in het ijs netten uitgezet. De vangst was dan enorm. Een manshoge ton vol vis". Het gebeurde wel, dat de fuiken wa ren ondergevroren. Die werden dan weer uit het ijs gehakt. De werktijden van de beroepsvis ser zijn nog dezelfde gebleven, 's Avonds worden de netten uitgezet en 's morgens om ongeveer vijf uur worden ze leeggehaald. Om tien uur is men helemaal klaar. De gevangen vis wordt nu nog hoofdzakelijk parti culier verkocht. Vroeger ging dat an ders: „In Veenendaal was toen nog de visafslag; in het Gelderland. We gingen ook naar de vismarkt in Arn hem vrijdagsavond. Als we vrijdags avonds van Arnhem terug kwamen, moesten we snel de netten uitzetten om de volgende dag vis te hebben voor de afslag in Veenendaal". Een beroepsvisser spreekt naar al le waarschijnlijkheid vloeiend vissers latijn. De heer Van Doorn houdt daar echter niet zo van. Hij is een beschei den man: „Sommige hengelaars spre ken van snoeken van 20 of 25 pond. De grootste snoek die ik in m'n lange loopbaan heb gevangen was 14 pond en 2 ons", vertelt hij. Die loopbaan van de Veenendaalse visser is inder daad lang. Zoals gezegd ging hij op zijn zesde jaar al met z'n vader mee. Nu is hij 57 en hij vist nog. De heer Van Doorn kan een boek schrijven over alles wat z'n groot- de auto van Jacksonville, de plaats die de afgelopen weken in het nieuws kwam door de rassenonlus- ten. VEENENDAAL Hennie van Leeuwen (26) ging dit jaar voor het eerst met vakantie naar het buiten land. De meesten zullen dan kalm aan beginnen, met een trip naar één van de buurlanden, Hennie niet. ,,Als ik het toch doe, dan moet het gelijk maar goed," schijnt hij gedacht te hebben en als einddoel van zijn vakantie zocht hij de Ame rikaanse staat Florida uit. Vier we ken heeft hij daar doorgebracht, te midden van filmsterren en negers, kokospalmen en exotische vissen. Het is voor Hennie een onvergete lijke vakantie geworden, waarbij hij van de ene verbazing in de andere viel. Amerika is heel anders dan Nederland zegt hij: de armen ar mer, de rijken rijkerde wegen lan ger en de straten breder; de man nen mannelijker en vrouwen... nee, daar heeft hij zich niet over uitgela ten. De enige (jonge) vrouw waar hij over spreekt is Cobi Middelho ven, zijn nichtje, die van goed Vee- nendaals bloed is ook al spreekt zij geen woord Nederlands. Hennie bracht zijn vakantie door bij een oom en tante de heer en me vrouw H. Middelhoven-Huibers, die een kleine twintig jaar geleden naar Amerika emigreerden. Sindsdien zijn deze mensen eenmaal terug in Vee- nendaal geweest, nu zo'n vier jaar geleden, maar Hennie was de eer ste van zijn familie, die de verwan ten in dat verre land ging opzoeken. Slotopmerking van Hennie over zijn reis:,, Deze reis heeft veel geld ge kost, maar het was beslist de moei te waard". De familie Middelhoven woont in Gainesville, ongeveer twee uur met „We zijn een keer met de auto door de negerwijk van Jacksonville gereden", vertelt Hennie, „Voor we de wijk binnengingen deden we eerst alle raampjes dicht. Niemand durf de naar links of rechts te kijken, want dan was het zeker dat men een steen door de ruit zou gooien. De huizen, waarin die mensen wonen zijn vreselijk armoedig, maar wel staat er een grote auto voor de deur. Het is volgens mij echter eigen schuld, dat die negers het niet zo goed hebben. Bij mijn oom in de bak kerij werken er ook drie, maar er is er maar één, die altijd komt. De anderen komen alleen als ze zin heb ben en ze hebben toch grote gezin nen. In Holland denk je altijd, dat het overdreven is, maar die mensen zijn nog te onderontwikkeld om iets belangrijks te kunnen doen. Kleurentelevisie, in Amerika reeds iets heel normaals, heeft met zo veel indruk gemaakt op Hennie. „Even sta je ervan te kijken, maar al spoedig vind je het heel gewoon, 1 het went snel. De kleuren vond Hen nie over het algemeen tamelijk na tuurgetrouw. „Amerika is Holland op een hoop dingen voor", vertelde Hennie. „De post wordt er met een auto bezorgd en overal lang de weg staan brieven bussen, waar de postbode bij kan, zonder uit de auto te stappen. Aan die bus is een vlag, en als die om hoog staat, weet de postbode, dat er brieven in zitten voor verzending, die neemt hij dan weer mee. De krant wordt er ook met een auto be zorgd. Die bezorgers komen hun auto niet uit, maar gooien de krant zo uit het raam op het gras voor het huis. Als het regent moet je er wel gauw bij zijn, wil je nog iets aan je krant hebben". Het gras is volgens Hennie anders dan in Nederland, veel taaier. „Ons gewone gras groeit daar niet. Er gens heb ik zelfs kunstgras gezien. Het leek net echt. Pas toen ik er aan gevoéld had geloofde ik dat het kunst was. Als dat gras vuil is wordt de tuinslang erop gezet om het weer fris groen te maken. Gedurende drie van de vier weken heeft Hennie veel trips door Florida gemaakt. Ondermeer bezocht hij „Six Gun Territory"een stadje, waar het oude wilde westen nage bootst is. Hier worden bekende tele visiefilms opgenomen, zoals Flip per, Bonanza, Beverly Hills. Altijd is daar een tv- of filmster aanwezig. Hennie ontmoette er „Bud uit de Flipperserie. Op een folder van het „oude" stadje heeft hij zelfs een handtekening van hem. Op een dag bezocht Hennie Semi nole, een reservaat van Okalee-india- nen. „De voorouders van deze india nen waren nog volkomen wild", ver télt Hennie, „maar bij deze india nen kun je rustig komen. Zij had den dat zelfs graag, want je moest er voor betalen. De indianen hadden prachtige kleren aan en zij lieten ook zien hoe zij deze maakten. Die indianenreservaten blijken een puur commerciële aangelegenheid te zijn. Het voornaamste middel van bestaan is het maken van souve nirs, die „verschrikkelijk duur zijn", zoals Hennie opmerkte. Het was niet de enige maal, dat Hennie met in dianenin aanraking kwam. Bij zijn bezoek aan Six Gun Territo ry" mocht hij zelfs met een „echt" opperhoofd op de foto, omdat hij van zover gekomen was om de show, die daar dagelijks door een groep indianen gegeven wordt, te zien. Nog jarenlang zal Hennie terug denken aan zijn eerste vakantie in het buitenland. Vólkomen overbluft door alles wat Amerika hem heeft la ten zien was het maar moeilijk wen nen voor hem toen de KLM hem weer in Nederland had terugge bracht, en hij zijn kantoorstoel in Veenendaal weer innam. Die vlieg reis alleen al was een belevenis apart voor Hennie. De terugreis maakte Hennie bela den met cadeautjes voor zijn héle fa milie. Voor zijn moeder bracht hij een stenen vis mee, bezet met gla zen kralen, waarbinnen een lamp brandt. „Zoiets zie je in Nederland niet", meende Hennie en daarin heeft hij waarschijnlijk wél gelijk. In ieder geval staat het Amerikaan se stenen dier nu te „pronk" op het dressoir in een Veenendaalse huiska mer een brandende herinnering aan Hennie's „vakantie van zijn le ven". De buitenboordmotor is afgezet. De boot drijft langzaam door het rimpel loze water. De heer Van Doorn con troleert in de eenzaamheid van de on gerepte natuur zijn netten op scheu ren en vuil, voor hij ze uitzet. vader, z'n vader en hij zelf op het water hebben meegemaakt. Hij is trouwens de laatste telg van de fami lie, die dat boek kan schrijven, want zijn zoon volgt hem niet op. „Er zit geen toekomst en geen brood meer in". Als de heer Van Doorn te oud wordt om te vissen zal de platte schuit met de „doos in het midden", waarin het water op hetzelfde peil staat als in de Grift om de gevangen vis levend te bewaren, nooit meer op de Grift te zien zijn. Dan zal bij hui ze Van Doorn nooit meer de lucht van gerookte paling hangen. Het wa terbassin in de schuur zal altijd droog blijven en er zal nooit meer vis in zwemmen. Dan zal weer een stukje romantiek verloren zijn gegaan. BONN Adam Leumer (54), tuin man in Bamberg (Beieren), heeft bij de rechtbank in zijn woonplaats revi sie aangevraagd van de heksenpro cessen die daar in de zeventiende eeuw zijn gehouden. Tussen 1625 en 1659 zijn er in Bam berg zeshonderd vrouwen, mannen en kinderen wegens hekserij op de brandstapel terdood gebracht. Onder hen waren twee burgemeesters, die onder martelingen bekenden dat zij door toverij hadden gezorgd voor noodweer en builenpest, en enkele pastoors die kinderen met „satans namen" zouden hebben gedoopt. Tuinman Leumer, die in zijn vrije tijd de geschiedenis bestudeert, heeft de rechtbank dikke dossiers over de heksenprocessen voorgelegd. „Deze on schuldig geëxecuteerden moeten in ere worden hersteld." De vice-president van de rechtbank, dr. Georg Dotterweich, zegt: „De moord op heksen is natuurlijk ver jaard, maar eerherstel voor de slacht offers is in beginsel mogelijk. Juri disch is het echter een puzzel. Om te beginnen moet worden uitgemaakt of onze rechtbank wel bevoegd is om vonnissen te herzien die drie eeuwen geleden zijn geveld door de rechters van het bisdom Bamberg." HERAKLION De 35-jarige Neder lander A. H. van den Heuvel is door het centrale comité van de Wereldraad van Kerken benoemd tot directeur van een nieuw departement voor communicatie van de Wereldraad en de afdeling ver talingen. De heer Van den Heuvel wordt tevens de officiële woordvoerder van de Wereldraad en van de secretaris-gene raal, dr. Eugene Carson Blake. Hij wordt in zijn nieuwe functie lid van het uit zeven personen bestaand secreta riaat-generaal van de Wereldraad. De heer Van den Heuvel (Nederlands Hervormd) is na zijn theologische stu die direct gaan werken in de oecumeni sche beweging. Van 1958 tot 1960 was hij secretaris van de oecumenische jeugdraad te Utrecht. In 1960 kwam hij in dienst van de Wereldraad van Ker ken, als secretaris van het jeugddepar- tement voor Europa en Zuid-Amerika. in 1963 werd hij directeur van het jeugd- departement van de Wereldraad. De heer Van den Heuvel behoort tot de jonge, kritisch ingestelde garde van de Wereldraad. Zijn kritiek binnen de raad richt zich vooral op het feit dat de „kerkelijke oecumene" de tendens in zich heeft om nieuwe experimenten van minder belang te achten dan het ge sprek op topniveau van de officiële ker kelijke vertegenwoordigers. EN VAN DE eigenschappen, die een goed damspeler moet ontwik kelen is „geduld". Alle aanvallen, die ongemotiveerd vroeg worden ingezet, zijn gedoemd tot de ondergang te voeren. Vooral in die partijen, waarin van een duidelijk krachtsverschil sprake is tussen beide spelers komt het nog al eens voor, dat de „sterkere" zijn geduld verliest, als het niet snel genoeg naar wens gaat. Dat zijn de momenten, waarop dan zo'n ongemotiveerde „aanval" wordt in gezet en.... tot het tegengestelde voert van wat men beoogt. „Houwdegen" Ba- rls Dukel behoorde tot de spelers, die men met succes tot dit soort aanvallen kon verleiden. Een sprekend voorbeeld •rvan is onderstaande partij Wit: B. Dukel; Zwart Ir. De Descallard (W.K. 1960 Ned.). 1. 34—29 20—25; 2. 40-34 14—20; 3. 45—40 20-24; 4 29X20 25x14 5. 32—28 1823; 6. 5045 Niet tactisch; de zwartspeler is bekend om zijn voorkeur voor „afstands gevechten". Daarom is 37—32 ver kieslijker. 623x32; 7. 37x28 16—21; 8. 31—26 11—16; 9. 38—32 12—18; 10. 42—38 17—22; 11. 26x17 22x11; 12. 41—37 16—21; 13. 46—41 21—26; 14. 47—42 7—12; 15. 33—29 De DE PESCALLARD betere kansen. 359—13; 36. 28—22? Wit» ongeduld komt hem duur te staan. Alsnog was beter gewoon 31—27 of door 39—34 zwart tot een verklaring op zijn linkervleugel te dwingen. 3710—14; 38. 41—37 14—20; 39. 33—28 8—12; 40. 38—32 12—17! Stopt hiermee elke aanvalskans aan deze zijde, en begint de witte stel ling geheel in te snoeren. 41. 43—38 3—8; 42. 36—31 8—12; 43. 31—26 2—8; (zie dia gram). Het resultaat van wits „aanval;* is een onhanteerbare stelling: 32—27 kar. niet door (13—18) 22x2 (11—16) 2x30 en (25x41!) Hetzelfde volgt na 45—40. Na 37—31 verliest (13—19). Onder deze druk speelde wit; 44. 39—34? Aan de lezers de opgave: Op welke wijze forceerde zwart nu de winst van een stuk? witte opbouw forceert voortdurend tot een verklaring, zoals hier. Zwart heeft steeds alle gelegenheid zich hierop voor te bereiden. 1518—22; !6. 28x17 11x22; 17. 39-33 22—27; 18. 32x21 26x17; 19. 44—39 20—24; 20. 29X20 15x24; 21. 37—32 10—15; 22. 41—37 17—21; 23. 33—28 21—26; 24. 38—33 14—20; 25. 43—38 1—7; 26. 49—43 7—11; 27. DUKEL 1430 12—18; 28. 30x19 13x24; 29. 40—34 13; Zwart heeft een ideale verdedi- Singspositie, waardoor wit weer moet reti reren: 30. 37—31 26x37; 31. 32x41 4—9: 32. 42—37 5—10; 33. 34—30 20—25; 34. 30x19 13x24; 35. 37—31. Duidelijk bereidt wit een doorstoot met 28—22 voor, die hier echter volkomen zinloos is. Dat had wit nog wel kunnen doen, voordat hij zijn eigen korte vleugel verzwakte door steeds het verdedigingspunt 24 aan te vallen. Wellicht bood 36—31—27 tactisch HOE BELANGRIJK positiespel ook is, van hoeveel betekenis het ook is om de openingen grondig te kennen, een feit is dat nog altijd de meeste partijen door tactische wendingen een al of niet voortijdig einde vinden. In de schaak- Ïeschledenis zijn vele voorbeelden te vin- en van meesters, die zich speciaal toe legden op dit soort tactische wendingen. De grote Lasker en de Tsjechische groot meester Duras hebben tal van partijen op deze wijze gewonnen of op het nip pertje gered. Tot de grote tactici behoort ook de Russische grootmeester David Bronstein. In het kort geleden te Moskou gehouden grootmeestertoernooi gelukte hem de hieronder weergegeven overval. Wit: BRONSTEIN. Zwart: GLIGORIC. (Moskou 1967.) Spaanse opening. 1. e2—e4, e7e5 2. Pgl—f3, Pb8—c6 3. Lfl—b5, a7—a6 4. Lb5—a4, Pg8—f6 5. 0—0, Lf8—e7 6. La4xc6 (De Steenwijkervariant. De naam is ontleend aan de matchpartij Dr. Euwe Kramer, die in 1940 te Steenwijk werd gespeeld.) 6d7xc6 7. d2—d3, Pf6—d7 8. Pbl—d2, 0—0 9. Pd2c4, f7—f6 10. Pf3—h4, Pd7c5 11. Ph4—f5. Lc8xf5 12. e4xf5, eg (In de partij Scholl Portisch, Amsterdam 1967, zette de zwartspeler veel actiever voort met 12Dd7 13. Dg4, b5.) 13. b2—b3, Dd8d5 14. Lel—b2 (De ontwikkeling van de loper naar b2 doet vreemd aan. Meer voor de hand lag Le3 gevolgd door Dg4. In een partij Zuidema Scholl, Amsterdam 1967, kwam wit op deze wijze in het voor deel.) 14€5—e4 15. Pc4e3, Dd5—f7 16. d3d4, Pc5d7 17. Ddl—g4, c6—C5! (Een pionoffer waarmee zwart zich van het initiatief verzekert.) 18. Dg4xe4, c5xd4 19. Lb2xd4, C7—C6 20. Tal—dl. Pd7c5 21. De4—g4, Le7—f8 22. Pe3—C4. Ta8d8 23. Ld4—e3 (Langs een omweg is de loper toch nog op het goede veld aangekomen.) 23b7—b5 24. Pc4d2, Td8—d5 25. c2C4, Td5d8 26. c4xb5, c6xb5 27. Pd2—f3. Td8d5, 28. Pf3—d4, Te8—e5 29. Tdld—2, Df7d7 30. Tfl—Cl. (In deze stelling sloeg de zwartspeler een remise-aanbod van de tegenstander af. Hij deed dat om twee redenen: zwart oefende een sterke druk uit en voorts bevond Bronstein zich in grote tijd nood.) 30b5—b4 31. h2—h3, Pc5—«4 32. Td2c2!, Td5xd4? (Hij loopt in de val.) 33. Tc2c7, Dd7—d5? (Alleen het tactische 33Pc3ü 34. Txd7, Txg4 35. hxg4, Pe2t bood kans op redding.) 34. Le3xd4, Dd5xd4 De opgave van de week: hoe won wit vanuit de diagramstelling. Als U het kan vinden steekt er ook in U een Bronstein. Mocht U het niet kunnen vinden sla er dan de rubriek van de volgende week op na. De stand: Wit: (Baba Sy) 26, 27, 30, 33, 34, 39, 40, 48 (8 st.) Zwart: (Verpoest) 4, 6, 9, 15, 16, 18, 19, 23 (8 st.). Er volgde: 26—21!! Een prachtige „stille zet". Er dreigt 33—28 (23x32) 27x38 (16x27) 38—32 (27x38) 39—33! dam. Door dezelfde combinatie, doch met doorbraak wordt (9—14) belet. Dus gedwongen is( (9—13) en met 21—17 is een strategisch gewonnen positie veroverd. Er volgde nog: (15—20) 48—42 (20—24) 40—35 (4—9) 42—38 (23—28) 33x22 (18—23) 30—25 (9—14) 34—30 (24—29) 39—33! en zwart gaf op! GLIGORIC W to wê>. mm V//////A 'W/V///- abcdefgh BRONSTEIN De stand was: Wit: Kh2, Dg3, Tal en g2, Lc5, Ph4, pionnen b2, c2, d4, e5, f4, h3. Zwart: Kh8. Db8, Tb5 en g8, Lg7, Pc6, pionnen a5, c4, d5, e6, f5, h6. De partij Medina Slisser eindigde als volgt: 37. Fh4--g6t, Kh8—h7 38. Pg6—f8t, Kh7—h8 39. Dg3—g6!l en zwart gaf het op. TERWIJL men in Nederland als in de meeste overige landen aangesloten bij de European Bridge League over bijzon dere kwaliteiten moet beschikken wil men in het nationale team gekozen wor den, nog wel wat anders ligt het in de Zuid-Amerikaanse landen en in het bij zonder in Argentinië. Bridge is daar nog altijd een sociëteits- spel en verder moet men over een fikse bankrekening beschikken, wanneer men de fikse kosten verbonden aan internatio nale afvaardiging wil kunnen betalen. Vooral in de eerste jaren van hun deelname aan het wereldkampioenschap deden er daardoor nog al eens heren in het Argentijnse team mee, die in de Neder landse hoofdklasse grote moeite gehad zouden hebben zich te handhaven. Zij werden natuurlijk ook het slachtoffer der overmachtige Italianen, zoals u kunt zien in dit partijtje: hier af beter gedaan dan de Argentijnse oostspeler? Volgende week de oplossing. Ook in de grote wedstrijden zijn het als regel de kleine fouten die beslissen. Het spel der vorige week, geboren in de Italiaanse kampioenschappen, herbergt twee van die foutjes waarbij wij een grote bril moeten opzetten om ze te zien. 9 5 8 C? V 2 O 8 6 5 4 3 A 7 4 vrije klaver waarop noord schoppen moet afgooien. De situatie: 5 O 8 6 B 108764 V B O B V 10 9 3 2 2 Q 9 8 6 5 O H V 7 H 8 5 West #964 9 A V 8 7 5 O 10 6 4 2 4 Oost A V 5 H 10 9 4 O 3 f HB8 Oost gever, OW kwetsbaar. Met Argen tinië als OW, ging het bieden: oost één harten - zuid (Italië) één schoppen - west vier harten - noord past - oost vijf harten - einde. Oosts bod van vijf harten was uitermate slecht maar het gaf aanleiding tot een grappig spelverloop. Zuid (D'Alelio) start te met ruitenaas en vervolgde met ruiten heer (noord resp. ruiten zeven en vijf die oost troefde, Oost speelde in slag 3 harten vier na, NZ bekenden en west (tafel) maakte hartenvrouw. In slag 4 kwam klaver vier, die noord direct met klaveraas nam (zuid klaver twee), waarop noord (Chiaradia) de schoppen twee naspeelde. Had u het van A H V A H 10 7 4 O A B 10 9 6 Tegen vier harten, te spelen door zuid, kwam west uit met ruitenboer en zuid maakte ruitenaas. Hartenvrouw en harten- tenaas onthulden de slechte troefverde- (oost schoppen weg), waarop zuid in slag 4 klaverboer trok en oost klaverheer maakte. Oost zette nu met ruitenheer voort en in antwoord op hetgeen de vorige week werd gevraagd moet men zeggen, dat dit de eerste fout was. Want zuid had nu het contract als volgt kunnen winnen: ruitenheer aftroeven met harten zeven, nog twee ronden harten (troef) spelen, waarbij in noord één schoppen en één ruiten afgegooid mogen worden Hierna volgt klaver tien met snit op de vrouw, klaveraas schoppenaas en de Op het moment dat zuid de vrije kla ver (negen) speelt hebben NZ reeds ne gen slagen. Oost moet dus wel aftroeven met harten negen, maar nu wreekt het zich dat oost nog ruiten V, 7 heeft en west de ruiten 10 sec. Speelt oost ruiten vrouw, dan maakt noord met ruiten acht de laatste slag. Speelt oost direct ruiten zeven, dan wint west met de tien, maar west moet nog een schoppen aan zuid af staan. In slag 5 had oost niet de ruitenheer, doch ruiten zeven moeten spelen, waarna in de eindstand oost nog ruiten HV over heeft. Vorige week vertelde ik u, dat zuid t< ch down ging. Waarom? Hij ver zuimde na het aftroeven van ruitenheer met nog tweemaal troef te vervolgen, waardoor oost de kans kreeg éérst een klaver en later een schoppen af te troe ven. Een moeilijk spel, die een veelgemaak- )e fout demonstreert. De moeite waard is het dit partijtje eens uitvoerig te analyse ren, omdat de speelfiguren veelvuldig voorkomen en dus een groot praktisch nut zijn. I. 8. II. 13. 14. 18. 17. 19. 20. 21. 23. 24. 26. 28. 30. 32. 33. 34. 36. 37. 38. 40. 43. 44. 46. 48. 49. 51. 52. 53. 55. 57. 58. 60. 61. 62. 64. 66. 67. Europese taal maatschappelijke stand tot een bepaald Europees land behorend muziekterm pers. vrn.wrd. verlichting voorzetsel gewicht (afk.) afsluiting voedsel voorzetsel windrichting (Eng.) vloeistof vervelende niet doen indien bloedgever af en toe deel van een effect wandtapijt keukengerei militaire lijn fijn maken ondergang jongensnaam vruchtbare plek bij elkaar titel titel zijkant ongegist sap ongeveer (afk.) bevel iemand die er zwart uitziet kerkelijke straf kledingstuk voor zeer jeugdigen strijdperk deel van een autobus losmaken 27. waterkering in Zeeland 29. naamloos 31. getal 33. erg 35. speelgoed 36. dierenverblijfplaats 38. entreebiljet 39. fijn 41. luizeëi 42. plant 43. beroemd Duits acteur, afkomstig uit Triest 44. familielid 45. hulpstelling 47. vocht afscheiden 49. lekkernijtjes 50. tot een bepaald Eur. land beho rend. 54. lied 56. ontspanning 59. indien 61. bergplaats 63. noot 65. voorzetsel Oplossing vorige cryptogram Horizontaal: 1. overtuigd, 6. legio, 9. speldje, 10. uitslag, 11. ananas, 12. ongelikt, 14. groentjes, 15. Adam, 18. fuga, 20. veredelen, 24. aanmeten, 25. poliep, 27. trawant, 28. kanteel, 29. netto, 30. elementen. Verticaal: 1. omslag, 2. evenaar, 3. tijd maken, 4. idem, 5. deugnieten, 6. letter, 7. geluimd, 8. ongetemd, 13. strebertje, 16. aftasten, 17. gewoonte, 19. genaast, 21. eminent, 22. legato, 23. spelen, 26. akte. Verticaal: 1. lompe vent 2. plaats in Finland 3. voertuig 4. natuurverschijnsel 6. ziekte 7 slimheid 8. meisjesnaam 9. bevel 10. kim 12. zwartbruine verf 13. voertuig 15. deel van een vis 18. Bijbelse figuur 20. zangorgaan 22. slechte vrouw 25. puntige uitwassen

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 13