Kleermakerij als kunstatelier
FEESTAVONDEN
NAAR MAAT
Hedda Buys: „'k Vind die gekke dingen
die ze tegenwoordig maken wel leuk,
maar ze moeten het geen kunst noemen"
Tekenleraar
is mn basis
DENK ER EENS
mm
Bemiddeld bij
kasteelfeesten
in Renswoude
umim
Geld
DAMMEN
SCHAKEN f
door H. KRAMER
A Ai
AA A
OPLOSSING
BRIDGE
door H. W. FILARSKI
OPLOSSING
KRUISWOORDRAADSEL
VEENENDAAL Iedereen die
voor het oude schuurtje staat, met
scheef aan de deurpost bevestigd een
bordje „kleermakerij"verbaast zich
er over aan een wand van het schuur
tje een groot, zwart metaalreliëf te
zien hangen. In de kleermakerij
wordt de verbazing nog groter als
men er de reliëfs, mozaïeken en con
structies ziet: men waant zich in een
kleine kunstgalerij. Al gauw wordt
het duidelijk dat men zich in een
kunstenaarsatelier bevindt. Op een
klein krukje zit namelijk een bebaar
de figuur gebogen over een mozaïek
in wording dat voor hem op de grond
ligt. Kalm en geconcentreerd plaatst
hij een voor een grotere en kleinere
stukken gekleurde steen op het grote,
vierhoekige bord. Het is de jonge,
succesvolle Veenendaalse kunstenaar
Hedda Buys. Hij heeft z'n monumen
tale opleiding genoten aan de Rijks
Academie voor Beeldende Kunsten
te Arnhem. Ruim twee jaar geleden
verliet hij deze school en nu al heeft
hij enkele belangrijke opdrachten ge-
hadeen mozaïek in de trappenhui
van het nieuwe tandem generatoren
gebouw van de Rijksuniversiteit te
Utrecht, een mozaïek in de hal van
de nieuwe bioscoop „Studio A" te
Arnhem en een hout reliëf in de kan
tine van het nieuwe raadhpis te Vee
nend aal.
De bescheiden Hedda denkt dit succes
niet aan zichzelf te danken te hebben.
„Ik heb gewoon geluk gehad" zegt hij.
H vertelt van de vele jonge, afgestu
deerde academie-leelingen die niet aan
de slag kunnen komen. Dat is overigens
niet zo vreemd. De laatste tijd zijn de
artistieke beroepen bij de jeugd bij
zonder in trek gekomen: „Tien jaar
geleden was het normaal als een aca
demie per jaar twintig aanmeldingen,
kreeg, nu zijn het er 500 per jaar.
Als ik dan naar meisjes van de mo
de-afdeling kijk zie ik ze ten einde
raad maar een boutiekje beginnen,
omdat ze geen werk kunnen krijgen.
Jongens of meisjes van andere afde
lingen komen bij het onderwijs of
bij een ander beroep dat eigenlijk
nog maar weinig met kunst te maken
heeft". Ook Hedda is geen „full-time"
kunstenaar. Hij geeft twee dagen
per week tekenles op het Christelijk
Lyceum te Veenendaal. „Dat is m'n
basis. De rest van de week is voor
mezelf", aldus Hedda.
Die rest van de week is Hedda
hoofdzakelijk te vinden in de „kleer
makerij" achter het huis van de fa
milie Van Manen aan de De Savornin
Lohmanstraat. Met zijn atelier, is hij
niet zo bijzonder tevreden: „Ik kan
in dit hok niet werken", zucht de
jonge kunstenaar. Als hij een grote
opdracht heeft, moet hij die buiten
uitvoeren: „Neem nou dat houtreliëf
voor het nieuwe raadhuis. Dat ding is
2 meter bij 70 cm groot. Dat moet
ik buiten maken".
Als een kunstenaar bezig is, kijkt
hij niet naar de rommel die hij
maakt. „Dat is binnenniet zo erg.
Maar buiten kan ik niet zo'n rommel
maken. Ik moet tenslotte ook aan de
familie Van Manen denken", zegt
Hedda. „Daarom is dat buitenwer
ken ook niets gedaan. Als ik bezig
ben denk ik alleen aan m'n werk.
Dan moet ik verder geen zorg over
rommel hebben".
Het atelier is dus te klein. Maar
dat is nog niet alles. „Het is voor
mij ook ondoenlijk steeds tussen
m'n huis en het atelier heen en weer
te rijden. Als ik b.v. moet gaan eten
moet ik helemaal naar de Juliana-
straat en als ik dan weer terugkom
ben ik er helemaal uit".
Hedda heeft enige tijd geleden al
contact opgenomen met de burge
meester van Veenendaal, mr. dr. J.
Hazenberg. Hij kan de kunstenaar
echter niet helpen. „Ach, als in deze
industrieplaats een grote keet vrij
komt, wordt die meteen door een of
ander bedrijf opgeslokt", zegt Hedda.
Nu is hij bezig een atelier met
woonruimte in Amerongen te bemach
tigen: „Maar ik ben bang dat dit
weer te duur wordt", gaat Hedda
verder, „Ik begin tenslotte pas en ik
heb heel wat grote investeringen moe
ten doen. Als er nu ook nog zo'n
duur atelier bijkomt..."
Hedda hoopt op een wonder. Wat
VEENENDAAL De heer A.
de Vries levert „feestavonden naar
maat". Iedereen die ooit op zich
neemt de feestavond ter gelegen
heid van het zoveel jarig bestaan
van zijn vereniging te organiseren,
kan bij hem terecht om een groep
artiesten te krijgen die voor een
aantrekkelijk programma zorgen.
Bovendien rekent de heer De Vries
niets voor zijn bemiddeling, zodat
er zelfs geen telefoonkosten gaan
drukken op het budget dat door het
bestuur van de vereniging uitge
trokken is.
De heer De Vries is bij het ge
westelijk arbeidsbureau te Veenen
daal onder meer belast met de afde
ling „Artiestenbemiddeling". In die
hoedanigheid heeft hij bijvoorbeeld
de artiesten bijeengebracht, die
meewerkten aan het tuinfeest in de
kasteeltuin in Renswoude, nu enkele
weken geleden. Ook is op hem vaak
een beroep gedaan door de Oranje
vereniging in Rhenen. Vele bedrij
ven, personeelsverenigingen, sport
verenigingen en dergelijke maken
regelmatig van de werkzaamheden
van de heer De Vries gebruik. Hij
vult er een deel van zijn dagtaak
mee.
„De regering besloot direct na de
oorlog zich met artiestenbemidde
ling te gaan bemoeien", vertelde de
heer De Vries. „Eerst gebeurde dat
alleen in de grote steden, met als
voornaamste punt Amsterdam. Ove
rigens heeft de hoofdstad ook nu nog
een voorname rol in het gehele ar-
tiestenbemiddelingsbeleid, hoewel er
reeds op veel gewestelijke arbeids
bureaus iemand zit, die van deze
materie op de hoogte is. Dat is na
tuurlijk wel een voorwaarde. Ik heb
dit werk geleerd op het GAB in
Zaandam, waar ik het een aantal
jaren als hoofdtaak gehad heb. In
die tijd heb ik, dacht ik, een goede
ervaring gekregen en heb ik geleerd
welke artiesten bij bepaalde gele
genheden het meeste succes zullen
hebben. Het is als je het als hoofd
taak hebt een tijdrovend werk, dat
veel van je vrije avonden kost,
want met alleen bemiddelen tussen
een organisator en de artiesten ben
je er niet. Het is namelijk heel be
langrijk om te weten hoe de arties
ten werken en wat zij brengen, zo
dat je wel verplicht bent het optre
den bij te wonen".
Heeft de heer De Vries bemiddeld
bij het totstandbrengen van een
feestavond, dan zal hij veelal achter
de coulissen te vinden zijn.
Hier komt hij aan de weet hoe
het contact met de zaal is, hoe het
publiek reageert en ook wat de ar
tiesten brengen.
„Het slagen van een avond hangt
van kleinigheden af", zegt de heer
De Vries. „Alleen al de manier
waarop het doek gehaald wordt is
heel belangrijk voor het welslagen
van een avond. Bovendien zijn lang
niet alle artiesten voor elk publiek
geschikt. Een extreem voorbeeld
daarvan is Wim Kan. Het publiek
dat hem waardeert heeft een be
paald niveau en als je hem zou la
ten optreden voor een publiek dat
dat niet heeft, wordt het een gran
dioze mislukking. Zo is het echter
ook met de minder bekenden. Door
dat ik een groot deel van de Neder
landse beroepsartiesten héb leren
kennen kan ik vrij goed beoordelen
of ze het in een bepaalde situatie
zullen doen. Natuurlijk kun je je al
tijd vergissen''.
De heer De Vries beschikt over de
namen en adressen van vrijwel alle
beroepsartiesten in Nederland. De
bemiddeling is ook uitsluitend be
stemd voor de beroepsmensen en
eventueel voor een enkele goede
amateur, die serieuze plannen heeft
het „vak" in te gaan.
Indien iemand bij de heer De
Vries komt en om bemiddeling
vraagt is zijn eerste vraag „Hoeveel
geld hebt u ervoor uitgetrokken".
Dat is namelijk heel belangrijk
voor hem om te weten. Voor veel
minder dan f 700,- is het niet moge
lijk een avond met beroepsartiesten
te vullen. Voor in principe elk hoger
bedrag kan de heer De Vries echter
helpen. Belangrijk om te weten is
voor hem ook of men een bepaalde
„ster" wil. Hij kan dan daaromheen
rekening houdend met het bud
get een show opbouwen. Voor
een gemiddelde avond moet men re
kenen op een bedrag van rond de
f 1000,-. Een man als Wim Kan
vraagt voor zijn gehele show ech
ter heel wat meer.
Het werk van het Arbeidsbureau
is altijd gratis en dus ook bij de ar
tiestenbemiddeling. Dat alleen al be
spaart de orgnisator een vrij groot
bedrag, dat tot enkele honderden gul
dens kan oplopen. Er zijn namelijk
particuliere „bemiddelaars" die
voor hun werkzaamheden een zeke
re (soms vrij hoge) vergbeding ne
men. Een ander voordeel van de
bemiddeling via het GAB is dat de
ze instelling een landelijk apparaat
heeft opgebouwd, waardoor het vrij
wel steeds mogelijk is na te gaan of
de gewenste artiest op de bepaalde
datum nog „vrij" is. Dat is onmo
gelijk voor de particuliere „bemid
delaar". „Wij maken het de parti
culiere „beimddelaar" het is de
vraag of je hem zo mag noemen,
volgens de wet kan hij het niet zijn
door onze manier van werken
behoorlijk lastig", lacht de leveran
cier van gezellige avondjes „naar
maat".
0 Hedda Buys is steeds op zoek naar
nieuwe materialen en nieuwe vormen.
Hier werkt hij aan een metaalconstruc
tie: „Op die manier kan ik ook de ruim
te in".
zou hij gelukkig zijn als iemand te
gen hem zei: „Hier, ik heb nog ruim
te. Ga hier maar werken". Voorlopig
zit Hedda echter nog in de „kleer
makerij".
Hedda heeft tweemaal geëxpo
seerd. In Veenendaal, in de kunst
galerij van de antiekzaak ,,'t Lan-
teerntje" en in het Stedelijk Mu
seum te Amsterdam, waar een aan
tal etsen van hem werden tentoon
gesteld. „Ik was stomverbaasd over
de reacties die ik kreeg op de ex
positie in ,,'t Lanteerntje". Ik had
niet anders verwacht dan dat ze
negatief zouden zijn", vertelt Hed
da. De reacties waren echter bij
zonder gunstig. Hedda gelooft dat
het komt omdat het Veenendaalse
publiek nog nooit moderne mozaïe
ken had gezien. Hij had enkele mo
zaïeken op de expositie hangen die
bijzonder in de smaak vielen. Hed
da was niet alleen verbaasd over
de reacties van het publiek maar
ook over de recensies: „Men trok
vergelijkingen met Van Ruysdael
en nog wat van die beroemde men
sen. Ik werd er wel een beetje dui
zelig van".
Hedda houdt trouwens .helemaal
niet zo van diepzinnige kunstverhan
delingen. Althans niet wat zijn werk
betreft. Hij geeft aan zijn werk geen
titels en verbindt er ook geen filoso
fieën aan: „Soms zit er wel een ach
tergrond achter maar daar hebben
de mensen niets mee te maken. Ieder
een moet er zijn eigen verhaal bij
maken".
Hedda vertelt van zijn academie
tijd: „Ik heb gezien hoe het gaat.
Ze maken wat en dan gaan ze er
een naam voor bedenken. Een leraar
was daar erg goed in. Die kon Grieks
en Latijn en die talen lenen zich erg
goed voor moeilijke namen". Hedda
houdt er niet van. Men kan zijn werk
mooi vinden of niet. En als men het
mooi vindt, doet het er niet toe waar
om: „Als Piet iets mooi vindt omdat
hij er een aap in ziet vindt ik het
best, maar als Jan het mooi vindt
omdat hij er een paard in ziet is het
voor mij ook goed".
Hedda experimenteert nog. Hij
zoekt steeds naar nieuwe materialen
en naar nieuwe mogelijkheden. Van
blik tot baksteen, alles geniet zijn
interesse. Soms maakt hij gekke din
gen, vaker zijn ze dynamisch. Hed
da: „Ik houd niet zo van gekke kunst.
Ik vind die gekke dingen die men
tegenwoordig maakt wel leuk, maar
ze moeten het niet meteen maar
kunst noemen. Ik geloof niet in de
shokkerende werking van de kunst".
Hedda heeft het in Veenendaal best
naar zijn zin, ook al is het een indus
trie-plaats. „Men moet Veenendaal
niet kleineren", zegt hij. Er is vol
gens hem voldoende interesse voor
kunst. In de stad zou Hedda in ieder
geval niet willen werken: „Ik weet
van mezelf dat ik er dan onderdoor
zou gaan", zegt hij. „Ik zou dan an
dere dingen gaan doen en het werk
vergeten. Bovendien, als ik naar de
stad wil, stap ik toch in m'n auto".
Volgens Hedda hebben de meeste
mensen nog wel een verkeerde ge
dachte over het werken van een kun
stenaar: „Ze denken dat je maar wat
aanrommelt. Maar dat is niet zo. Ik
zal je vertellen dat ik dit jaar maar
veertien dagen vrij genomen hebt".
Hedda Buys is een idealist. „Ik
kan hier wel zo'n beetje blijven sud
deren en ik zal in de omgeving dan
ook best wat opdrachten houden maar
dat wil ik niet", zegt hij. De 24-jari-
ge Veenendaler zal zijn uiterste best
doen om zijn werken door heel Ne
derland, heel Europa en liefst over
de hele wereld te verspreiden. „Als
ik nu maar meer ruimte en vrijheid
had, dan kon ik tweemaal zo hard
werken als nu. Als er een ruimte
beschikbaar wordt gesteld, al is het
maar een stuk grond waar ik zelf
een krot op kan bouwen, dan zal ik
dat met beide handen aangrijpen".
Hedda pakt een stukje steen en
past het in het mozaïek. Hij haalt het
er weer uit en breekt er een stukje
af. Opnieuw wordt het stukje steen
in het geheel geplaatst. Het past nu
beter: „Ach, je hebt ups and downs.
Die heeft iedereen. Maar een kunste
naar heeft er het meest mee te ma
ken. Als je in de put zit als kantoor
bediende, kun je rustig doorwerken.
Maar een kunstenaar staat dan hele
maal stil. Hij weet niets meer en hij
maakt niets meer". Dan begint hij
te glimlachen. In zijn vrolijke, grijs
blauwe ogen speelt de pret: „En dan
te bedenken dat er mensen zijn die
het beter schijnen te weten. Bij mij
kwam ook eens zo'n burger. Die durf
de te beweren dat een mozaïek beter
zou zijn geweest als ik een rood stuk
steen dat in de linker benedenhoek
zat in de rechterbovenhoek had ge
plaatst. Dan vraag je je toch af".
ZOWEL vóór als na de zo triest
voor onze nationale ploeg verlopen
landenwedstrijd tegen de Sowjet
Unie heeft het niet aan kritiek ontbro
ken op de samenstelling van ons team.
Merkwaardig genoeg trof deze kritiek
onder meer Evert Bronstrjng. die de
laatste Jaren niet kon doordringen tot de
nationale eindstrijd en ..daarom" on
geschikt werd geacht om tot de uitverko
renen te behoren.
Echter aan een zeer moeilijk bord, het
zesde, waar hij de geraffineerde
Russische meester Sjkittin tegenover
zich kreeg, weerstond hij niet alleen het
Russische geweld, maar speelde
kansrijke partijen! Hieronderd de bijzon
der fraaie uit de eerste ontmoeting.
Wit: E. Bronstring'; Zwart B. Sjkitkin;
Moskou 1967. 1. 31—27 18—23: 2. 33—28
17—21; 3. 39—33 21—26: 4. 44—39 11—17; 5.
34—30 17—21; 6. 30—25 12—18; 7. 37—31
26x37; 8. 42x31 21—26; 9. 47—42. Merkwaar
dig dat dit systeem ook door Wiersma
en Roozenburg werd gebezigd in dezelf
de ronde! 926x37; 10. 42x31 20—24: 11.
41—37 7-12: 12. 46—41 1—7; 13. 31—26
4de ronde! 926x 37; 10. 42x31 20—24; 11.
41—37 7—12; 12. 46—41 1—7; 13. 31—26
14—20; 14. 25x14 9x20; 15. 49—44 4—9: 16.
39—34 10—14: 17. 44—39 5—10; 18. 36—31
20—25; De witspeler had graag (24—29)
gezien, dat hem, in verband met zijn
snelle ontwikkeling links, aantrekkelijke
kansen had gegeven. Zwart heeft echter
andere plannen, zoals snel zal blijken:
19a. 41-36 14-20; 20. 50-44 10—14; 21.
48—421 23—29! (24—29) zou zwart moeilijk
heden geven door (33x4) (20x29) 34—30!
(25x34) 39x30 (7—11) 30—35! en (11— of
12—17) kan niet door 28—22 en 27—21! Na
zwarts 21e zet ontstaat een merkwaardig
en spannend duel: 22. 34—23 18x29; 23.
17—21 16x27: 24. 32x21 25—30: (zie dia
gram)
De strijd draait erom, wat zwaarder
weegt: de insnoering van wits rechter
vleugel. of de beweeglijke witte aanval
tegen zwarts rechter vleugel. Een interes
sant probleem, waarvan nog niet zo heel
veel voorbeelden bekend zijn! 25. 31—27
20—25: 26. 37—31 14—20; 27. 21—16 9-14; 28.
27—22 Latere analyses wezen uit, dat hier
26—21! zwart voor ernstige moeilijkheden
plaatst. 2812—18; 29. 42—37 18x27; 30.
31x22 8—12; 31. 22—17 moet wel 12x21; 32.
16X27 3—8; 33. 26—1 8—12; 34. 36—31
13—18!!
Als opgave voor de lezers hier: Waar
om mag wit de hem aangeboden schijf
winst niet nemen?
35. 37—32 30—34; Nu komt zwart gevaar
lijk in de aanval: 36. 39x30 25x34; 37.
43—39 deze terugtocht is gedwongen
34X43; 38. 38x48 29x38; 39. 32x43 7—11; 40.
31—26 11—17; 41. 40—34 20—25; 42. 44—39
6—11; 43. 39—33 1-6; 44. 34—29 14—2ö: 45.
27—22 18x27; 46. 21x32 12—18; 47. 43—38
16—21! Van twee zijden wordt het witte
centrum nu ingekneld. 48. 49—43 2—7; 49.
43—39 18—22; 50. 39—34 7—11; 51. 29—23
11—16; 52. 23x14 20X9; 53. 28—23 15—20; 54.
32—28! en zwart wikkelde maar af naar
de voordelige remise door (24—29) enz.
Ook (9—14) geeft geen uitzicht op een
beter resultaat. Een fraaie partij
OPLOSSING
De stand:
Wit (Wiersma) 11, 13, 14, 27, 35 (5 st.)
Zwart (Kaplan) l, 4. 43 (3 st.)
Hier had wit moeten spelen: 13—8!
(43—48 gedw.) 8—3! en nu is (48—37) ver
boden door 14—9 en 11—7 en ook (48—39)
11—6 (39—28) faalt op 14—9! en 27—22! Na
(48—43) 27—22 (43—16) 11—6 (16—32) wint
zwart wel een schijf terug, zoals in de
partij maar verliest nu door 22—8 (32x5)
18—13! en bereikt een overmachtswinst!
DE Duitse grootmeester Wolfgang Un-
zlcker heeft zojuist een sterk bezet
toernooi in Marlbor gewonnen. Hij deed
dat in de hem eigen rustige gedegen
stijl, zonder een partij te verliezen. Un-
zicker is thans 42 jaar oud. Hij heeft
lange tijd behoord tot de groep groot
meesters die zo ongeveer de middelmoot
vormen.
In de laatste tijd is de kracht van
Unzicker echter onmiskenbaar gegroeid.
In het wereldtoernool te Santa Monica
(1966) verraste hij met de gedeelde 4e en
5e plaats (gelijk met Portisch maar voor
Petrosjan, Reshevsky, Najdorf, ivkov en
Donner) en dit maal speelde hij het
weer klaar om boven Reshevsky, ivkov,
Matanovlc en vele anderen uit te komen.
Unzicker herkent men aan de manier
waarop hij met luide en verdragende
stem allerlei anecdotes vertelt, maar ook
aan de manier waarop hij speelt. Hij is
namelijk een overtuigd aanhanger van
de eens zo beroemde dr. Tarrasch. Hier
onder een interessante partij van
Duitslands sterkste schaakmeester.
Wit: MUSIL. Zwart: W. UNZICKER.
(Marlbor 1967)
Schotse opening.
1. e2e4. e7—e5 2. Pgl—f3, Pb8—C6 3.
d2—d4, e5xd4 4. Pf3xd4. Lf8—C5 5. Pd4—b3
(Op 5. Pxc6 kan 5Df6 benevens
Dxc6 volgen. De hoofdvariant gaat overi
gens veraer met 5. Le3, Df6 6. c3, Pge
Pc2. Het recept van Tarrasch, dat Unzic
ker waarschijnlijk gevolgd zou hebben.
luidt: 7Lxe3 8. Pxe3, De5!)
5Lc5b6 6. 82—a4, a7—a« 7.
Pblc3, Pg8—e7
(Hier komt ook 7Dh4 8. De2, Pge7
in aanmerking, maar de rustige tekstzet
is meer in overeenstemming met de
denkbeelden van Tarrasch: eerst ontwik
kelen en dan pas aanvallen.)
8. Lel—g5
(Hier en in het vervolg doet de witspe
ler voortdurend pogingen de tegenstan
der in verwarring te brengen. De positio
neel voorgeschreven weg Le2. 0—0,
Khl enz. laat hij achterwege.)
817—f6 9. Lg5h4, 0—0 10. Lfl—C4t.
Kg8—h8 11. 0—0, d7—d6 12. Kgl—hl.
Pc6e5 13. Lc4e2
(Langs een omweg heeft wit toch de
voorgeschreven opstelling bereikt. Hij
heeft «-chter veel tijd verloren en deze
maakt de zwartspeler zich ten nutte.)
13Pe5g6 14. Lh4—g3, f6—f5 15.
e4xf5, Pe7xf5 16. Pc3—d5, Lb6—a7 17.
Le2d3, Lc8e6 18. Pd5—f4, Pg6xf4 19.
Lg3xf4, Dd8h4 20. Ddl—d2. Le6—d5! 21.
f2—f3
(Er dreigde 21Lxg2rt 22. Kxg2,
Dg4t 23. Khl, Df3t 24. Kgl, Ph4.)
21Ta8e8 22. C2—C4. Ld5-C6 23.
Pb3—a5, Pf5e3 24. Lf4xe3, La7xe3 25.
Dd2C2, Lc6d7 26. Ld3—e4
(Op 26. Pxb7 volgt 26Lf4.)
26b7—b6 27. g2g3, Dg4—h5 28.
Pa5b3, Ld7—h3 29. g3—g4 (Of: 29. Tel.
Txf3! en wint.)
2 9Dh5h6! 30. Tfl—gl
(Onvoldoende is ook: 30. Tel, Lxg4! 11.
fxg4, Tf2.)
3 0Le3xgl 31. Talxgl, Dh6e3 32.
Tgl—g3
(In de partij volgde: 32. Pd2. Txe4 33.
fxe4, TI2 34. Db3, Dh6 35. g5, Dh5 36. Dg3.
Txd2 37. Df4, De8 38. g6, Te2 en wit gaf
het op.)
De opgave van de week: zwart speelt
UNZICKER
MUSIL
m m
v/////// W///MS
abcdefgh
en wint. Oplossing in de volgende ru
briek.
De stand was:
Wit (Rossolimo) Kgl, Dg4, Ta3 en el,
Pe5 en f6, pionnen a6, b2, d4, f2, g2 en
h2.
Zwart (Reissman) Kh8, Dc7, Tc8 en f8,
La8, Pe6, pionnen a7, b6, d5, f7, g7, h7.
Wit won zeer fraai door 23. Dg3—g6ü,
Dc7—C2 (op 23fxg6 volgt 24. Pxg6t,
hxg6 25. Th3 mat en op 23. gxf6 24.
Dxf6t, Pg7 25. Tg3.) 24. Ta3—h3ü en zwart
gaf het op.
LATEN wij het ditmaal eens een beetje
aan de bescheiden kant houden en
ons verdiepen in een simpel con-
tractje: twee harten. Laat u overigens
niet misleiden door de schijnbare een
voud der opgave, want het is weer zo'n
spelletje waarop Jan, Plet en Klaas on
getwijfeld down gaan als zij het contract
„zomaar" In hun eigen club of thuis zou
den moeten spelen.
Dus: opgelet en de volgende week
uw oplossing toetsen aan de onze!
A107 3
9 B 9 8 2
<0> A H B
Vele bridgespelen; en vooral zij die
niet bij de top gerekend worden, hebben
een diepe minachting voor de „kansbe
rekening". Zij vinden dat onderwerp
maar onzin en feitelijk alleen geschikt
om bridgetheoretici in hun studeerkamer
bezig te houden.
Toch zijn er een paar dingen der kans
berekening die grote praktische waarde
hebben. Wist u, dat wanneer men samen
met de partner in een bepaalde kleur
zeven kaarten bezit, de „kans" dat de
ontbrekende zes kaarten 3:3 bij de te
genpartij verdeeld zijn, slechts 36% is?
Populair gezegdals je zes kaarten
mist is de kans slechts 1 op 3 dat die
kaarten precies 3 3 verdeeld zittenDie
kennis is voor praktisch spel natuurlijk
wél belangrijk zo ook in het partijtje
dat ik u vorige week toonde.
4» AH932
9HB5
O B 2
AB2
Zuid gever OW kwetsbaar. Zuid speelt
drie SA en west speelt ruiten vijf voor.
noord maakt de ruitenboer. In schoppen
hebben NZ slechts 7 kaarten samen
slechts een theoretisch geheel niet on
derlegde speler zal de aanval in die
kleur beginnen. Het betere spel is te be
ginnen met hartenheer! Dit leidt ver
moedelijk tot het winnen van: twee har
tenslagen, drie ruitensiagen en twee
schoppenslagen.
Daar behoeven dus maar twee klaver
slagen bij te komen en NZ hebben er
negen.
Stel, dat west hartenheer met het aas
neemt en bijv. schoppen tien terugspeelt,
noord schoppenheer. Nu volgt nogmaals
harten, oost wint (of laat nog eenmaal
lopen) en vervolgt met schoppenvrouw,
noord schoppenaas.
Hierna kan noord zelfs klaver twee
spelen OW zullen niet méér maken dan
één schoppen, twee hartens en klaver
heer. De tegenspelers beschikken over
nog andere mogelijkheden, doch geen
enkele leidt voor hen tot de vijf slagen
die nodig zijn het contract te doen mis
lukken.
Grappig is, dat wanneer men de tafel
West gever, OW kwetsbaar, parenwed
strijd. Biedverloop: west een klaver
(normaal) noord doublet oost past
zuid één harten west doublet
noord past oost twee klaver zuid
past west past noord twee harten
allen passen. Tegen twee harten begint
west de strijd met klaverheer.
Welk speelplan zou u voor de zuid-
speler opstellen?
!0 6
A 7 4
O V 9 8 5
9 8 5 3
VB 8 7
V 8 3
O 107 3
H104
(noord) harten V B 5 zou geven, menig
een de juiste speelwijze (met harten
beginnen) gemakkelijker gevonden had
een de
speelwijze (met harten
5 4
10 9 6 2
O AH 6 4
V 7 6
dan nu er harten H B 5 liggen! Die
heer-boer verleiden tot een „snit", die
echter in dit geval zinloos moest zijn,
vooral ook omdat zuid veel te weinig
entrees heeft.
In de praktijk speelde de spelleider op
het „rond" zitten der schoppens, waarna
het contract een roemloze dood stierf.
HORIZONTAAL:
1. aaien
6. knap
12. klank
14. hijswerktuig
15. oefening
17. moment
19. slot
20. bedorven
21. hier noch daar
22. boom
23. godin
25. voorzetsel
26. aansporing
28. noot
29. doorgang
30. titel
31. buigzaam
34. plaats dn Frankrijk
37. blunder
38. niet 20 veel
40. koraaleiland
42. soort kaartspel
44. voorzetsel
45. vaartuig
47. waterstand
48. gewicht
50. insekt
51. stuk touw
53. Europeaan
55. lekkernij
56. zoogdier
58. over een poosje
60. deel van het gelaat
61. garenspil
63. plaats in Brabant
66. Europese hoofdstad
67. hoogste register
ger(es)
98. bloei
31. groente
22. vervoeronderneming
33. vlies
34. niet getroffen
35. bouwland
36. stoot
39. tegenspoed
41. heel flink
43. bevel
45. stand
46. lichaamsdeel van een dier
48. zoogdier
49. plaaggeest
51. plaat
52. geen werkelijkheid
54. voertuig
57. rivier in Duitsland
59. plaats in N.O.-older
62. voorzetsel
64. voorzetsel
65. voorzetsel.
Oplossing vorige cryptogram
HORIZONTAAL: 1. Casanova, 5. club
huls, 11. loopoor, 12. Dames, 13. laatste,
14. klare, 16. afgunst, 18. mistleider, 22.
overeen, 23. nodiger, 26. vrijwillig, 30.
Inteelt, 32. etage, 33. rotting, 35. einde. 36.
rotonde. 37. nijpender, 38. snoepers.
VERTIKAAL: 1. collega's. 2. sto
ringsvrij, 3, Noorman, 4. verdekt. 6.
leesles. 7. ballade, 8. uiers, 9. sappeurs,
10. tamtam, 15. riant. 17. steel. 19. leden,
20. dievenbende, 21. snuit, 24. overdoen,
25. stappers. 27. Idioten, 28. legende, 29.
gaande. 30. Ieperen, 31. teentje, 34. troep.
van een zan-
VERTIKAAL:
1. krachtiger maken
2. soort loterij
3. de te volgen weg
4. stuk touw
5. titel
7. maanstand
8. Bijbelse figuur
9 waarmee het is afgelopen
10 ligplaats
11. te drinken geven
13. wettig
16. plaats in de N.O.-polder
17. deel van een huis
18. deel van een camera
19. Europeaan
24. omhoog sturen
27. geheel van streek