Affaire-Van Heijst
wordt snel afgerond
Rectores vooral bezorgd over
de situatie „binnenshuis"
Geref. synode behandelt
de kwestie-Geelkerken
„Spreken van de slang"
opnieuw ter sprake
Salarisverhoging
31/2°/o rente
AMRO BANK
Krommenie 1/ linoleum
...dankzij de
AMRO-Salarisrekening.
Want die geeft
(Plus alle giro-mogelijkheden)
Onderneming failliet verklaard;
N.K.V. denkt aan rechtszaak
Directeur blijft
weigeren aan
overleg mee
te werken
Kritische geluiden bij opening
van nieuw academisch jaar
„Lunteren" over uitspraken van „Assen" in 1926
Twee mannen
dood in
gierkelder
Indonesische
begroting is
evenwichtig
Wierden
Vakbonden
Wanhoopsdaad van
overspannen vrouw
Twee op bromfiets
verongelukt
GOEDE START
SLUITPOST
HOOG NIVEAU
ZEER MOEILIJK
Belangrijke bijkomstigheid: u
heeft dan meteen uw eigen vaste
bank voor vele andere bankdien
sten. Zoals bijvoorbeeld: de
spaarmogelijkheden van 4
t/m 6% rente, de AMRO-
lening, verzekeringen, beleg
gingsadviezen enzovoorts.
Bij elk kantoor van de AMRO
Bank ligt een gratis folder
over de AMRO-Salaris
rekening voor u klaar.
AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
VELE BRIEVE1S
D'
VOORSTELLEN
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1967
DEN HAAG In snel tempo worden de zaken bij het in financiële moeilijk
heden geraakte bedrijf J. B. van Heijst en Zonen N.V. afgewikkeld:
1. De Haagse arrondissementsrechtbank heeft de onderneming gisteren failliet
verklaard. De bewindvoerders (nir. M. P. Bloemsma en dr. ir. J. G. Schlin-
geman) zijn tot curatoren benoemd.
2. De Nederlandse Dok en Scheepsbouw Maatschappij heeft het bedrijf van
Van Heijst in Wierden, de daar aanwezige voorraden en het handelsmerk
Veha overgenomen.
3. De curatoren zoeken nu naar een onderneming die geïnteresseerd is in over
neming van de nog steeds draaiende afdeling stalen ramen van Van Heijst.
4. Het dagelijks bestuur van het Nederlands Katholiek Vakverbond vraagt
zich af of een gerechtelijk onderzoek niet op zijn plaats is.
De heren Schlingeman en Bloemsma
waren als bewindvoerder tot de conclu
sie gekomen, dat voortzetting van het
bedrijf onmogelijk was, dat geen enke
le onderneming interesse had in de
overneming van de hele NV. De machi
nes in Den Haag waren te verouderd.
Faillisemcnt was de enige uitweg, ook
al om het afstoten van het goed lopende
bedrijf te Wierden mogelijk te maken.
De directeur J. P. J. van Heijst sr.
heeft ook tijdens het overleg gedurende
het afgelopen weekeinde elke medewer
king geweigerd. Als curatoren waren
mr. Bloemsma en dr. ir. Schlingeman
gisteren in staat de overeenkomst met
de NDSM te tekenen zonder verdere
bemoeiing van de directie van de on
derneming.
De radiatorenfabriek in Wierden waar
230 mensen werken zal worden in
gebouwd in de dochteronderneming van
de NDSM, Nedo, die eveneens radiato
ren maakt. Ook de volledige verkoop
staf van Van Heijst is overgestapt naar
de NDSM. Mr. F. H. F. Oldewelt, direc
teur van de Amsterdamse onderneming,
zei gisteren, dat de NDSM de achterstal
lige pensioenpremies van het personeel
zal voldoen.
De produktie in Wierden zal onver
minderd worden voortgezet. Met de
Nedo, die drieëneenhalf jaar bestaat, zal
nauw worden samengewerkt. Welke
consequenties die samenwerking in de
toekomst zal hebben, kon mr. Olde
welt niet voorspellen.
Hij zei met nadruk dat de overneming
van het Wierdense bedrijf „louter een
commercieel doel heeft. Daarnaast zijn
we blij de werkgelegenheid te kunnen
verzekeren".
De NDSM kan overigens nog 500 man
personeel gebruiken. Tachtig man van
Van Heijst in Den Haag kunnen zo naar
de radiatorenfabriek in Amsterdam.
Honderd anderen kunnen in overige af
delingen van het bedrijf terecht. Het
zal van de mogelijkheden van omscho
ling en huisvesting afhangen of nog
meer mensen van Van Heijst bij de
NDSM terecht kunnen. De directie zal
dan ook bekijken of de door Van Heijst
achtergehouden pensioenpremie kan
worden aangezuiverd.
Intussen blijft nog wel de moeilijkheid
bestaan, dat het voorlopig nog werkende
Belgische bedrijf van Van Heijst ook
het handelsmerk Veha voert. De NDSM
zal zeker bezwaar maken als radiatoren
onder dat pierk naar Nederland worden
geëxporteerd. Overigens was het voor
curator Bloemsma een vraag of de Bel
gen nog wel gerechtigd zijn het merk
Veha te voeren.
Gisteren is op de afdeling stalen ra
men in Den Haag normaal gewerkt. De
curatoren zoeken een geïnteresseerd be
drijf, aangezien zij zelf de produktie
niet kunnen doen voortzetten. Men
hoopt spoedig tot een oplossing te
komen.
Het dagelijks bestuur van het Neder
lands Katholiek Vakverbond (NKV),
heeft gistermorgen de gang van zaken
bij Van Heijst besproken. Een „ernstig
verontwaardigd" bestuur constateert dat
het de hoogste tijd wordt om ernst te
maken met de herziening van het on
dernemingsrecht. Het NKV vroeg zich
af of een gerechtelijk onderzoek niet no
dig zou zijn.
AMSTERDAM. Een 26-jarige
vrouw heeft maandagochtend om on
geveer negen uur in haar woning aan
de Kinkerstraat in Amsterdam getracht
haar 7-jarige dochtertje Nicole en 4-ja
rige zoontje Jan door middel van elek-
trocutie van het leven te beroven. Zij
had de kinderen in een teil gezet en de
twee bloot gemaakte draden van een
snoer met aan het andere eind een
stekker in het water gehangen.
Toen de in overspannen toestand ver
kerende vrouw de stekker in het stop
contact deed, ontstond echter kortslui
ting, waarna zij gillend naar buren
vluchtte. Zij werd ter verpleging opge
nomen in de Valeriuskliniek. De kinde
ren zijn tijdelijk bij een familielid on
dergebracht.
De vrouw, die acht maanden in ver
wachting is en tijdelijk bij haar moeder
in Amsterdam-Noord verbleef, werd
volgens de politie veel door haar man
alleen gelaten. Omstreeks acht uur
maandagochtend vertrok zij met de
kinderen per taxi naar haar woning,
waar haar man zondagavond op ver
zoek van zijn vrouw de geleende teil
had gebracht. Naar zijn zeggen, dacht
hij dat zij wilde wassen.
De politie veronderstelt, dat de vrouw
na het doden van haar kinderen zelf
moord had willen plegen. Enkele we
ken geleden zou zij al een poging heb
ben gedaan zich te vergassen. Ook
werd een week geleden rattenkruid bij
haar gevonden.
Enkele bonden van beambten en ho
ger personeel hebben bij de ministers
van Justitie en van Sociale Zaken aan
gedrongen op wijziging van de wettelij
ke bepalingen betreffende de onderne
mingspensioenfondsen. Zij vragen deze
zodanig te wijzigen, dat de invloed van
de ondernemers op de beleggingen van
niet-herverzekerde pensioenfondsen en
de hoogte van de premievordering
wordt beperkt. De brief is geschreven
in verband met de schuld die Van
Heijst heeft aan het ondernemingspen
sioenfonds.
De bonden (De Unie van bosanbten
en hoger personeel, de Katholieke bond
van leidinggevend en toezichthoudend
personeel en de Nederlandse bond van
hogere en middelbare technici) vragen
de ministers de termijn van een jaar,
voor het voldoen van een schuldveror
dening op een werkgever aan een pen
sioenfonds, terug te brengen tot een
kwartaal. Voorts zou de Verzekeringska
mer de bevoegdheid moeten hebben het
bestuur van een pensioenfonds, dat in
gebreke blijft, te schorsen en een be
windvoerder aan te stellen.
Het gemeentebestuur van Den Haag
zal alles doen, om de werknemers van
Van Heijst, die ontslagen zijn, opnieuw
geplaatst te krijgen als volwaardige
werknemers. Dit heeft wethouder B.
Bol gisteren meegedeeld in antwoord op
vragen van raadsleden.
ADVERTENTIE
„Mijn landarts beval
mij DENTOFIX aan.
Voordien had ik nooit
kunnen vermoeden
dat men met een kunst
gebit even gemakke-
li|k kon eten, spreken
en lachen als met echte tanden!"
Mevrouw M. N., Rotterdam
Als U moeilijkheden ondervindt met Uw
kunstgebit, zal de tandarts U het speciale
kleefpoeder Dentofix aanbevelen. Uw gebit
xal daardoor vaster gaan zitten en bi| het
spreken niet loslaten, zodat U aan zelf
vertrouwen wint. De tere weefsels van het
tandvlees worden door Dentofix beschermd
zodat U ook harde spijzen kunt eten en
gemakkelijker kauwt. Dentofix helpt U
duidelijker spreken, U kunt opnieuw zonder
bezwaar lachen en zelfs niezen. Dentofix
voorkomt slecht riekende adem (kunstgebit
reuk). Schaft U nog heden Dentofix aan.
In plastic strooiflacons, onder neutrale
verpakking, bij Apothekers en Drogisten,
fl. 2,35 per flacon.
BEVERWIJK Doordat hij met zijn
bromfiets plotseling naar links zwenkte
is de negentienjarige Frans Kroon uit
Beverwijk gistermorgen in zijn woon
plaats verongelukt. Ook zijn duopassa
gier, de 22-jarige Peter Lensen, kwam
om het leven. Beiden waren onder de
wielen van een vrachtauto geraakt. Ze
waren op slag dood.
ZWOLLE De zestigjarige A. Jan
sen uit Deventer is gistermiddag op de
weg Zwolle-Deventer met zijn auto te
gen een boom gereden en gedood.
NOORDWIJK Op een kruispunt in
Noordwijk is gisternacht de 21-jarige D.
de Koning uit Rijnsburg met zijn auto
tegen een verkeerszuil gereden en over
de kop geslagen. Op weg naar het zie
kenhuis is hij overleden.
By de aanvang van het nieuwe studiejaar hebben gistermiddag twaalf rectores-
magnifici redevoeringen gewijd aan de ontwikkeling van het hoger onderwas in
Nederland. Minder dan in vorige jaren hebben zjj de blik gewend naar omstan
digheden buiten het hoger onderlijs, die de situatie op universiteit en hogeschool
beïnvloeden; doorgaans richtte hun bezorgde aandacht zich op de situatie binnen
de universiteits- en- hogeschoolpoorten.
Jn Delft constateerde prof. dr. ir. C.
J. D. E. Verhagen dat sinds 1958 de
groei van het aantal studenten dat
technische vakken kiest, minder snel
oploopt dan de groei aan faculteiten,
gericht op de mens en de menselijke
verhoudingen. Prof. Verhagen meende-
dat een te eenzijdige voorlichting op
scholen die voor hoger onderwijs oplei
den, hiervan de oorzaak is.
In Eindhoven waarschuwde prof. dr.
K. Postumus tegen een te grote ver
nieuwingsgeestdrift, waarbij naar zijn
idee te snel wordt aangenomen dat
veranderingen verbeteringen zijn. De
taak voor de technische wetenschap
in deze tijd omschreef prof. Posthu
mus als: „Zij moet de techniek op we
reldlijke schaal dienstbaar maken op
alle terreinen van maatschappelijke
werkzaamheid en daarbij de „deperso
nalisering" (ontmenselijking) voorko
men of opheffen". In dit verband zag
de hoogleraar een taak voor de techni
sche wetenschap bij woningbouw, on
derwijs en gezondheidszorg.
Prof. dr. G. Berkhoff hield op de
campus Drienerlo bij Enschede een
warm pleidooi voor het baccalaureaat.
Hij deelde mee, dat Stork in Hengelo
heeft laten weten dat zeker veertig
procent van de ingenieursfuncties in
zijn bedrijf door baccalaurei kan wor
den vervuld. Prof. Berkhoff meende,
dat de industrie het behalen van het
baccalaureaat diende aan te moedigen
door de bedrijven zo in te richten dat
daar een aanvaarde plaats voor de
baccalaurei komt.
Met voldoening constateerde prof.
dr. A. Querido dat de medische facul
teit in Rotterdam een goede start
heeft gehad. Hij besprak de bij de me
dische faculteiten toegepaste „nume
rus fixus" en toonde zich geen absolute
tegenstander van dit systeem, omdat
het rendement bij een zekere selectie
aanmerkelijk kan worden verhoogd.
Prof. Querido pleitte voor een rationa
lisatie van het bestuur bij hoger onder
wijs.
Eveneens in Rotterdam vroeg prof.
drs. R. Burgert, de scheidende rector
magnificus van de Nederlandse Eco
nomische hogeschool, zich af of het
wel juist is, dat hoger onderwijs de
student bijna niets kost. Met behoud
van het recht voor iedereen op hoger
onderwijs kon er, naar de hoogleraar
uiteenzette, een systeem worden ge
vonden, waarbij voor de student de
hoge kosten van het hoger onderwijs
voelbaar worden, zodat hij door extra
inspanning zal zorgen deze kosten zo
laag mogelijk te houden.
Prof. dr. H. O. Goldschmidt pleitte
in Tilburg voor de uitbouw van de
Katholieke Hogeschool tot een univer
siteit. Het leek hem redelijk dat de
achtste medische faculteit in Tilburg
zou komen. Prof Goldschmidt sprak
ook over studieduurverkorting. Hij
meende dat er gescheiden opleidin
gen dienen te komen: gericht op de
praktijk in vier jaar af te sluiten
en gericht op wetenschapsbeoefening.
Als een van de weinige rectores mag
nified keek prof. dr. K. A. H. Hidding
in Leiden buiten de grenzen van de uni
versiteit. Hij vond dat universitair
onderwijs, evenals kleuteronderwijs,
een politieke sluitpost was, waarover
ieder jaar onzekerheid bestaat.
Het gevolg van deze conclusie was
een rechtstreekse aanval op het rege
ringsbeleid inzake kinderbijslag: „Bo-
verdien hebbfn alle vormen van on
derwijs te lijden van de politiek van de
regering die nog altijd de bevolkings
toeneming in de hand werkt door ook
voor het vierde tot en met het n-de
(onbeperkt) kinderbeslag en dergelijke
te verlenen".
Studierendement was ook een van
de thema's, die prof. mr. J. van der
Hoeven aan de Amsterdamse universi
teit behandfelda. Hij haalde indrukwek
kende cijfers aan: Een aantal studen
ten staat vijftien jaar en langer als
student ingeschreven zonder één exa
men af te leggen; 29 procent verlaat
na een of meer jaren de universiteit
zonder voor één examen te zijn ge
slaagd. Prof. Van der Hoeven meende
dat de universiteit gerechtigd zou moe
ten zijn in bepaalde gevallen een ver
dere inschrijving te weigeren.
In Nijmegen zei prof. dr. A. J. H.
Vendrik dat het oplopende werk voor
niet-wetenschappelijke doelen de wer
kers aan de universiteit ademnood be
zorgt. Hij deelde voorts mee, dat in het
nieuwe academisch jaar een diepgaan
de studie zal worden ingesteld naar de
inhoud en de betekenis van de confes-
sionaliteit van de Nijmeegse universi
teit.
In Utrecht was prof. dr. A. R. Hulst
een tegenstander van uitbreiding der
taken voor het hoger onderwijs wan
neer men niet beschikte over het ver
eiste aantal docenten en wetenschappe
lijke werkers, die deze taken redelijk
kunnen uitvoeren: „Men zal de studie
zo moeten organiseren dat de universi
teit niet alleen straks nog grotere aan
tallen studenten zal kunnen opvangen,
maar dat de universiteit ook een cen
trum blijft van wetenschappelijk on
derzoek op een niveau dat de toets der
vergelijking met het buitenland kan
doorstaan".
Prof. dr. E. H. s' Jacobs maakte
zich in Groningen eveneens bezorgd
over de ontwikkeling van de universi
taire organisatie. Hij wees erop, dat de
taak van de universiteit wetenschaps
beoefening was en dat de organisatie
beter kan worden overgelaten aan pro
fessionele bestuurders.
In de Landbouwhogeschool van Wa-
geningen hield prof. ir. F. Hellinga
een toekomstbespiegeling over wel
vaart en welzijn. Hij was van oordeel
dat er te weinig samenwerking was
tussen de wetenschappen onderling,
waardoor het werk van de een wordt
teniet gedaan door het werk van de an
der. Als treffend voorbeeld noemde
prof. Hellinga: „In de ontwikkelings
landen delft de welvaartsstijging on
danks de introductie van technisch ver
nuft bij voortduring het onderspit door
de uitwerking van de medische verzor
ging".
De generale synode van de Gereformeerde Kerken, die
in Lunteren vergadert, heeft heden een aanvang ge
maakt met de behandeling van de bekende zaak van wij
len dr. J. G. Geelkerken, wiens opvattingen over de zon
deval op de synode van Assen in 1926 zijn veroordeeld.
Gelijk bekend, waren de deputaten voor advies in deze
zaak niet tot een eenstemmig oordeel gekomen. Zo werd
er aan de synode een rapport van de grootst mogelijke
meerderheid voorgelegd, waarin werd geadviseerd tot op
heffing van de binding aan de uitspraak van 1926 en een
rapport van dr. J. Schelhaas, die zich voor handhaving
verklaarde.
Commissie I. waarvan dr. A. Kruyswijk rapporteur was,
moest de synode adviseren over deze beide rapporten en
over een groot aantal ingekomen stukken die betrekking
hebben op deze zaak. Zij stelde de synode met op een
na algemene stemmen voor de binding op te heffen. De
heer J. van Die meent, dat de uitspraak van 1926 bin
dend is en hij heeft van dit standpunt een uiteenzetting ge
geven, die als bijlage aan het rapport van de commissie
is toegevoegd. De commissie heeft de vraag of en zo ja,
hoe? er nadere stappen moeten worden ondernomen
met betrekking tot hen, die door de tuchtmaatregelen
van de synode van Assen werden getroffen, niet bespro
ken. Zij geeft de synode in overweging met deze vraag,
die veeleer een kerkrechtelijke kwestie betreft, een com
missie ad hoe te belasten.
A lvorens haar advies te geven, heeft
de commissie haar mening over de
zaak uiteengezet. Zij stelt met klem
voorop, dat de zorg van de synode
van Assen om het gezag van de Heili
ge Schrift door de kerken te doen eer
biedigen .slechts positief kan worden
gewaardeerd en zij is van oordeel, dat
ook ten aanzien van de Schriftgegevens
aangaande de oorsprong en de val van
het menselijk geslacht door de tegen
woordige synode deze zorg ten volle
moet worden gedeeld.
In 1926 hield men zich bezig met za
ken van uitzonderlijk gewicht. Hun ac
tualiteit is in de gereformeerde Kerken
sindsdien sterk toegenomen. De com
missie acht het wenselijk, dat door de
thans zittende synode een uitspraak
wordt gedaan. Naar het oordeel van de
commissie zal het niet moeten gaan om
de vraag of de exegese, die de synode
van Assen gaf van Gen. 2 en 3, als juist
of onjuist moet worden beoordeeld.
Veeleer is in het geding de exclusivi
teit, de exclusieve geldigheid, die deze
exegese heeft gehad. De synode moet
beoordelen of de juistheid van deze
exegese zo klaarblijkelijk is, dat een
daarvan afwijkende opvatting moet
worden aangemerkt als een verduiste
ring van de duidelijkheid der Heilige
Schrift en daarmee als een aantasting
van het in artikel 3 en 5 der Nederland
se Geloofsbelijdenis beleden gezag van
Gods Woord.
De meerderheid der deputaten is van
oordeel, dat de exegese van Assen niet
als onomstotelijk kan worden be
schouwd en dat men dus niet van
„klaarblijkelijk" kan spreken. Zij
meent, dat men bij volle erkenning van
het gezag der Schrift tot een andere
uitleg van de betreffende Schriftgege
vens kan komen dan de synode van As
sen. Naar hun oordeel evatten Gen. 2
en 3 geschiedschrijving van een zeer
speciale aard.
TAe synode wordt, volgens de commis-
sie, die door de conclusie van beide
rapporten voor zeer grote moeiiykhe-
den geplaatst. Zij wordt uitgenodigd 'n
oordeel uit te spreken over de aard van
de geschiedschrijving in Gen. 2 en 3.
Is het realisme, waarmee in deze
hoofdstukken de „staat der gerechtig
heid" en de zondeval worden beschre
ven, inderdaad bedoeld om ons van de
historische toedracht van het gebeurde
een volstrekt historische beschrijving
te geven? Of heeft de auteur van het
boek Genesis er juist in dit eigenaardig
DONKERBROEK De 52-jarige K.
Dongstra uit Donkerbroek (Friesland)
en zijn achttienjarige knecht A. Spek
zijn gisteren dood gevonden in de gier
kelder achter de boerderij van d# tieer
Dongstra. Zij waren vermoedelijk door
gassen bedwelmd en onwel geraakt.
De zeventigjarige R. Vos uit Ooster-
wolde heeft gisteren een vallend stuk
muur op zich gekregen. Hij werd zo
ernstig gewond dat hij op weg naar een
ziekenhuis overleed. Hij was met zijn
schoonzoon een schuurtje aan het slopen
DJAKARTA Voor het komende be
grotingsjaar heeft Indonesië een in
evenwicht zijnde begroting van 142
miljard roepia bekendgemaakt en de
begroting is bijna tweemaal zo hoog als
die voor dit jaar. De minister van
Voorlichting, Diah, heeft na afloop van
een vergadering van het volledige ka
binet meegedeeld dat 23 pcocent van het
begrote inkomen de vorm heeft van
hulp die Indonesië van andere landen
hoopt te ontvangen. De regering is
voornemens de belastinginning te ver
sterken en de uitvoer te vergroten.
Voor de strijdkrachten zal 39,62 mil
jard roepia worden uitgegeven en voor
het onderwijs 35,5 miljard roepia.
ADVERTENTIE
sneller schoon dan welke 1 vloerbedekking ook
en merkwaardig realisme blijk van ge
geven, dat hij hetgeen in een zo on
voorstelbaar ver verwijderd en door
door geen historische navorsing meer te
benaderen verleden heeft plaatsgehad,
ons ook op een geheel eigen wijze be
schreven heeft, waarbij hij gebruik ge
maakt heeft van andere middelen dan
die van de gangbare, op onderzoek en
traditie berustende bijbelse geschiede
nis?
In de keuze, die dit dilemma met
zich meebrengt, ligt voor synode de
moeilijkheid, om niet te zeggen de on
mogelijkheid.
De commissie heeft zich ernstig af
gevraagd of de zaak-Assen wel aan
de synode kan worden voorgelegd in
de vorm van dit dilemma. Behoort 't
wel tot de taak van een synode als
kerkelijke vergadering uit te spre
ken, dat er sinds 1926 nieuw licht is
opgegaan in de wetenschappelijke be
zinning op de eerste hoofdstukken
van het boek Genesis.
De commissie heeft zich diepgaand
beraden op de vraag of zulk een oor
deel op de weg van de synode ligt, dan
wel of zij de synode niet liever zou
moeten adviseren zich van een derge
lijke uitspraak te onthouden. Dan zou
de synode zich ook moeten distantiëren
van hetgeen in Assen is uitgesproken.
De synode van Assen heeft zich im
mers niet van een oordeel onthouden.
Zij heeft bewust positie gekozen door
vast te steUen Jat de „letterlijke" en
„eigenlijke" opvatting van Gen. 2 en 3
de klaarblijkelijke zin aangeeft en dat
derhalve iedere andere uitleg in strijd
zou moeten brengen met de duidelijk
heid van de Schrift, en dus met haar
gezag volgens artikel 4 en 5 der Ne
derlandse Geloofsbelijdenis.
De commissie merkt op, dat er aan
de evidentie van de Heilige Scrift
door de wetenschap uiteraard nimmer
geweld mag worden aangedaan. De
klaarblijkelijke zin van de gehele
Schrift kan echter eerst door zorgvul
dige benadering worden gevonden. De
gelovige wetenschap heeft door de eeu
wen heen steeds getracht aan de ge
meente het haar evident geworden ge
tuigenis in zijn nuanceringen duidelij
ker en scherper voor ogen te stellen.
Het zelfgetuigenis der Schrift heeft
door het wetenschappelijk onderzoek
duidelijker reliëf gekregen. Bij een be
nadering van de Heilige Schrift door 'n
wetenschap die de boodschap der
Schrift wil verstaan en mede wil luis
teren met de gelovige bijbellezer, be
hoeft het gebruik van een literair-histo-
rische methode bij een poging tot zui
ver verstaan van de Schrift niet a
priori ontoelaatbaar te zijn.
Volgens de commissie, is het nog de
vraag welke benadering van het Schrift-
verhaal en zijn bijzonderheden aan de
Schrift het meest recht laat wederva
ren: die welke van de klaarblijkelijke
letterlijke zin uitgaat of die welke bij
nader inzien deze letterlijke uitlegging
geenszins zo klaarblijkelijk en vanzelf
sprekend vindt en derhalve bij de
vaststelling van hetgeen de gezagheb
bende bedoeling van het Schriftver-
haal is, grotere reserve betracht wil
zien.
e commissie heeft zich bjj haar be
zinning en bij het formuleren van
haar gevoelens ten volle rekenschap
gegeven van de opmerkingen, die de
synode uit de kerken hebben bereikt.
Zij stelt vast, dat vele brieven geken
merkt worden door een grote bezorgd
heid. Aan de ene kant is men zich er
van bewust, dat de aanvaarding van 't
minderheidsrapport velen in een ern
stig gewetensconflict zou brengen; aan
de andere kant vraagt men zich af of
er in het meerderheidsrapport wel vol
doende zekeringen zijn aangebracht te
gen een afglijden naar voorstellingen,
die door geen der deputaten aanvaard
baar geacht zouden worden en die in
de toekomst grotere moeilijkheden in
de kerken zouden kunnen veroorzaken.
De bezorgdheid laat zich, naar het
oordeel der commissie terdege ver
staan. Men is bevreesd, dat door een
opheffing van de binding aan de uit
spraak van Assen het hek van de dam
zal worden verwijderd en dat leervrij-
heid haar intree zal doen in de ker
ken. Velen kunnen de leeruitspraak
slechts beschouwen als een toets
steen der rechtszinnigheid. De synode
zou er goed aan doen, indien zij aan
deze reële verontrusting haar volle aan
dacht wijdde.
Bij haar advies, dat zij met vrijmoe
digheid meent te kunnen uitbrengen,
gaat de commissie uit van het feit, dat
de belijdenis der kerk, m.n. in zondag
3 en 4 van de Catechismus en in arti
kel 14 en 15 der Nederlandse Geloofsbe
lijdenis, duidelijke uitspraken doet
over de oorsprong van de zonde en de
gevolgen van de val. De betekenis hier
van wordt door de opheffing van de
binding aan de exegese van Assen niet
weggenomen.
Want ook al is er in de kerk ver
schil van mening over de precieze
aard van de geschiedschrijving van
Gen. 2 en 3, dit betekent niet dat het
geen er in deze hoofdstukken wordt
verhaald, geen voorwerp van het belij
den der kerk meer zou kunnen zijn en
nog veel minder, dat ieder van dit ver
haal nu maar zou kunnen „maken wat
hij wil".
Door een'opheffing van de binding
aan het leerbesluit wordt het hek niet
van de dam gelicht. Wanneer de sy
node de exegese van de synode
van Assen niet meer voor haar
rekening wil nemen, zal hij er
toch goed aan doen te bevesti
gen, dat er nochtans over de
strekking van het verhaal van de
zondeval zelf en over de wijze,
waarop dit verhaal ook verder in de
Heilige Schrift functioneert, geen
principiële onduidelijkheid kan be
staan.
TAe commissie acht het niet nodig, dat
de synode door middel van een uit
spraak de gebondenheid aan de belijde-
denisgeschriften nadrukkelijk beves
tigt. De trouw aan de belijdenis is
voor alle belijdende leden der kerk een
zaak van belofte, die door de ambtsdra
gers door hun ondertekening van de 3
Formulieren van Enigheid nog eens in
het bijzonder is bevestigd.
Ook meent de commissie de synode
geen voorstellen te kunnen doen betref-
studering van de vele problemen, die
fende een nieuw deputaatschap ter be-
zich doen gelden in verband met de
thans in geding zijnde materie. Ver
schillende kerkelijke vergaderingen en
gemeenteleden hadden de instelling van
zulk een deputaatschap bepleit.
De commissie wijst erop dat de syno
de geroepen wordt haar beslissing te
nemen te midden van de verontrusting,
die door de vragen betreffende „As
sen" is ontstaan en dat meningeen zich
in zijn geweten zal getroffen voelen, hoe
deze beslissing ook uitvallen mag.
Omdat de commissie van oordeel ls,
dat door de synode in de wetenschap
pelijke vragen betreffende deze kwestie
geen uitspraak kan worden gedaan en
dat derhalve de exclusiviteit, waarmee
de synode van Assen sprak, niet gecon
tinueerd kan worden, is zij van over
tuiging, dat met betrekking tot de in
geding zijnde vragen in de Gerefor
meerde kerken mag en moet worden
aangedrongen op een onderlinge ver
draagzaamheid als uitvloeisel van de
gemeenschap der heiligen.
Binnen deze gemeenschap, waarin
men zich gezamenlijk openstelt voor
het getuigenis van de Heilige Geest,
mag men bovendien over en weer zijn
vertrouwen stellen op de overmacht
van de Heilige Schrift zelf en zich ge
meenschappelijk verheugen over de
ernst, waarmee het onderzoek der
Schrift van vele kanten tegelijk be
oefend wordt.
^an het slot van haar rapport stelt
de commissie de synode voor uit te
spreken:
1. dat zij ten volle de zorg van de
synode van Assen 1926 deelt, dat de
autoriteit van de Heilige Schrift door
de kerk dient te worden geëerbiedigd;
2. dat zij zich niet bevoegd acht over
de specifieke aard van dit Schriftver-
haal zich een dusdanig gefundeerd oor
deel te vormen, dat zij de exclusieve
wijze, waarop door de synode van As
sen 1926 uitspraken zijn gedaan over de
klaarblijkelijke betekenis van bepaalde
bijzonderheden van dit verhaal, kan
blijven volgen;
3. dat intussen hetgeen in de belijde
nis der kerk over de oorsprong der zon
de en de gevolgen van de zondeval on
der woorden is gebracht de fundamente
le betekenis, die de Schrift aan deze
geschiedenis toekent, duidelijk tot uit
drukking brengt en daarom ook als van
essentieel belang voor de verkondiging
van het Evangelie door de kerk als ge
zaghebbend dient te worden gehand
haafd;
en te besluiten:
dat de uitspraak van de buiten
gewone generale synode van Assen
1926, dat de boom der kennis des
goeds en des kwaads, de slang en
haar spreken en de boom des le
vens naar de klaarblijkelijke bedoe
ling van het Schriftverhaal van Ge
nesis 2 en 3 in eigenlijke of letter
lijke zin zijn op te vatten en dus
zintuiglijk waarneembare werke
lijkheden waren en dat derhalve
de mening van dr. Geelkerken, als
zou men disputabel kunnen stellen
of deze zaken en feiten zintuiglijk
waarneembare werkelijkheden wa
ren zonder met het in artikel 4 en 5
der Nederlandse Geloofsbelijdenis
beleden gezag der Heilige Schrift
in strijd te komen, moet worden
afgewezen, niet langer als een bin
dende uitspraak zal gelden.
Aan dit rapport is een uiteenzetting
van het standpunt van de heer Van
Die toegevoegd. De heer Van Die is
van oordeel, dat de synode van Assen
een confessionele leeruitspraak heeft
gedaan, welke naar haar aard bindend
is en dat aan deze uitspraak de binden
de kracht kan worden ontnomen, indien
wordt aangetoond, dat zij strijdig is
met de Schrift. Dit is niet aangetoond
en daarom mag zij dus niet worden op
geheven.
De vrede kan, volgens de heer Van
Die, behouden worden, indien de
ambtsdragers gebonden blijven aan de
exegese van de synode van Assen. Een
ambtsdrager, die meent een exegese
te hebben gevonden, waarvan hij meent
te kunnen aantonen, dat deze niet strij
dig is met de Schrift, dient deze alvorens
haar ambtelijk uit te dragen, ter toet
sing voor te leggen aan de kerkelijke
vergaderingen. Dat kan naar het oordeel
van de heer Van Die, geen onredelijke
eis zijn: het voorkomt, dat men maar
discutabel gaat stellen zonder een an
dere aanvaardbare exegese te kunnen
geven.
Voor de discussie gaven zich tal van
sprekers op. Wij komen in een samen
vattend artikel daarop nader terug.