SU in de Loei
Nieuw bioscoopseizoen kondigt
zich veelbelovend aan
TV-ACTEUR FRITS BUTZELAAR
KENT NU HAVER EN ROGGE
Vijfjarenplan
voor een krot
Coördinatie
Vertolkingen
Titel
Televisie
Intocht
Fascinerend
Elk weekend
Geen Sherlock
Achterstand
Het was al weer een tijdje geleden dat 'ik haar voor het
laatst had opgezocht, maar dat behoefde de kalender mij niet
te vertellen. Want in die paar maanden was zij zichtbaar ouder en
hulpbehoevender geworden. Geen wonder: bij iemand die stapvoets een
aardig eind op weg is naar de negen kruisjes, kan men zoiets vanzelfsprekend
verwachten. Bij het ingewikkeld en fijngevormd mechanisme dat het
menselijk lichaam heet is dat nog veel sneller het geval dan bij een of andere
dode machine.
Want ach, wij stervelingen komen voor het merendeel compleet en met een
goed en geruisloos lopend mechanisme op de wereld alleen zonder
reserve-onderdelen. En zo zijn wij, als de slijtage doorzet op allerhande min
of meer opzichtige en stugge hulpstukken aangewezen. Het begint met een
bril of een gebit en het eindigt vaak met een wandelstok.
Dat was bij haar nu ook het geval. De benen lieten het zoetjesaan afweten.
Zij liep nog wel, maar langzaam en onzeker, en dus had men haar het
steuntje gegeven dat nu in de hoek naast haar stoel tegen de muur leunde.
Zij zuchtte hoorbaar: Altijd al wat zwaar op de hand van nature, trok
zij zich dat laatste kenteken van toenemende hulpbehoevendheid wel bijzonder
aan. Niet voor niets had zij de stok zover mogelijk uit haar gezichtsveld
gezet. Het zwarte ding herinnerde er haar ook maar al te duidelijk aan, hoe
lang zij al bij het lopen die natuurlijke steun miste: de arm van haar man.
Het leven van een oud mens is toch eigenlijk niets meer gedaan, peinsde
zij hardop. Ik keek haar aan en bedacht hoe hard dit moest zijn voor haar die
een leven lang fiks en bedrijvig was geweest van de vroege morgen tot de
late avond op de been, in een groot gezin, onvermoeibaar trap op trap af,
kamer uit keuken in, en dan nog met een puilende boodschappentas de winkels
langs. Hoeveel zolen had zij niet versleten in die tredmolen, die haar
blijkbaar nooit verveelde of tegenstond, want zij placht opgewekt te zingen
onder het werk.
Nu waren de kinderen al op weg naar het grootouderschap, en haar man
rustte meer dan twintig jaar onder de groene zoden. En zij zat hier alleen
met haar herinneringen aan dat heerlijke bezige leven, in een stille kamer,
de voeten op een bankje, de stok tegen de muur.
Wat moest ik tegen haar zeggen, om haar met die houten derde voet in 't gaan
te verzoenen? Een oppervlakkig praatje: dat zij niet beter vertrouwd was
met buitenshuis en wel gauw aan zo'n stevige steun zou wennen? Och, arme,
ik had immers gemakkelijk praten. Ik zou straks weer de trappen van
dit tehuis afdraven, en eigenvoetig in de bus klauteren. Zo eentje kon wel
vrolijk praten over dingen die zij niet aan den lijve ondervond en die
menselijkerwijs gesproken nog jaren ver in het verschiet lagen. Ik keek
langs de stok uit het raam, naar het verrukkelijk uitzicht van een wijd gazon
in de kleurige halve maan van een bloeiende border tegen een stemmige
achtergrond van donkere stammen en al licht verkleurend gebladerte. En
glashelder sprong opeens dat beeld van die andere stok in mijn herinnering.
Een stille straat in de schemer, spaarzaam verlicht door ver uiteen
staande lantaarns. Het regelmatig getik van een stok dat naderbij kwam.
De hand zag ik eerst toen het lantaarnlicht erop viel. Een smalle hand, en
daarboven een opgeheven smal gezicht met gesloten ogen. Een tengere
vrouwenfiguur, nog jong, naar schatting nauwelijks dertig.
Met de rechterhand hield zij de beugel van haar geleidehond vast, met de
linker die roodwittexstok. Dertig jaar en voorgoed, onherroepelijk,
onherstelbaar opgesloten in een voortdurend donker.
Stemmen horen, muziek, geluiden maar geen mensen zien, geen zonlicht,
geen wolken, geen bloemen. Altijd maar geïsoleerd in het gewoel met die
hond en die stok.
Sprak ik tegen mijn oude dame, of eerder tegen mijzelf? Was ik niet een
ogenblik opzij geweken voor die blinde jonge vrouw, kennelijk alleen
terugkerend van een treinreis, geleid door een schrander, betrouwbaar,
voorzichtig dier en een stok. Het was iets om verwezen en beschaamd over
na te peinzen.
Want laten wij eerlijk zijn: we zien diep in ons hart ontzaglijk op tegen
die naderende oude dag. Er is geen ontkomen aan; eens komt de tijd dat wij
gaan aftakelen, ons moeilijker gaan bewegen, kortademig en snel vermoeid
raken. Terugvallen op het kleine eiland van een stoel bij het raam en de
stok in de hoek.
Is dat wel zo schrikbarend? Alles heeft zijn bestemde tijd: de bloemen
bloeien uit, de bladeren vallen af, onze haren worden grijs, onze voeten
gaan langzamer. Het gaat geleidelijk, en wij hebben onze beweeglijke jeugd,
onze bedrijvige middelbare leeftijd gehad. Terwijl er jonge mensen zijn
met een leven nog voor zich, gedoemd tot een nimmer eindigende afhankelijk
heid van een stok, van krukken, van een hond, van een invalidenwagen. Die
het licht in de ogen missen, de kracht in de handen of voeten. Die soms,
door een stom en wreed ongeluk, in één noodlottige seconde veroordeeld
worden tot levenslange onherstelbare verlamming.
Een mens is altijd rijker dan hij denkt, zei ik hardop, en vertelde haar
van die andere «tok: rood en wit.
SASKIA
Zo'n eerste week van het nieuwe tv-
seizoen zit je als telefiel natuurlijk met
je neus diep in de programmabladen
om te zien, wat er allemaal voor nieuws
op de beeldbuis komt en of je het
dank zij een gelukkige coördinatie van
de twee Nederlandse netten, die nu im
mers allebei om vijf voor zeven des
avonds al in je huiskamer komen al
lemaal wel kunt zien. Spreiding van
tv-programma's zal altijd wel een moei
lijk vak blijven en het zou te veel ge
vraagd zijn, in het nieuwe seizoen met
een al een ideale toestand te verlangen.
Toch is het misschien wel aardig, even
na te gaan, hoe het deze eerste week
met de coördinatie ging. De resultaten
van dit onderzoek kunnen de kritische
basis voor de rest van het seizoen vor
men. Daar gaan we dan.
Zondag 1 oktober. De jeugd wordt
's avonds gedwongen, vijf minuten
heen en weer te kijken, wil zij het zon
dagse bijbelverhaal („Woord voor
Woord", IKOR, Ned. 1, 19.00-19.05 uur)
niet missen en ook haar zondagavond
serie („Axel Nort". NTS, Ned. 2, 19.00-
19.30 uur) niet. „Een zekere Jozefien"
(VARA, Ned. 2, 20.05-20.30) zou „Ja
zuster, nee zuster" wel eens in popula
riteit kunnen gaan evenaren, maar wie
draait NTS-Sport (19.30-20.25, Ned. 1)
nu halverwege de nek om?
Maandag 2 oktober. „Balletfes-
tival" van 20.20 tot 21.00 op Ned. 2,
„Het Zwanenmeer" van 21.00 tot 22.55
op Ned. 1. Prachtig achter elkaar ge
pland, al begon „Het Zwanenmeer" door
het uitlopen van „Wat een dag" zo'n
twintig minuten later. Maar waarom zo
veel ballet op één avond? En waarom
een monster-balletproduktie als „Het
Zwanenmeer" tegelijkertijd met een
mónster-filmproduktie als „Het loon
van de angst" (21.00-22.55 Ned. 2)? Om
cultureluurs van te worden!
Dinsdag 3 oktober. Op Ned. 1
„Koning Klant" voor de nabije toe
komst, op Ned. 2 „De 21ste eeuw" voor
de iets verdere toekomst. Maar je kunt
niet op ieder slakje zout leggen. Bo
vendien deze avond een goede spreiding
van programma's over actualiteiten:
„Achter het nieuws" (20.20-20.45 op
Ned. 1) en „Eidofoor" (NTS, Ned. 2,
21.10-22.00). Hier had coördinatie ech
ter concurrentie als pendant. Dat in
beide rubrieken werd geschakeld (ener
zijds tussen Postema in Bussum en
Wiesenthal in Parijs, anderzijds tussen
Amsterdam en Eindhoven) hoeft nog
niet direct als een staaltje concurren
tiestrijd te worden uitgelegd, maar het
viel wel op, dat „Achter het nieuws"
kort voor het aan de KVP-troubles ge
wijde „Eidofoor" aankondigde, een
aantal afleveringen te zullen wijden
aan de partijpolitieke problemen.
Woensdag 4 oktober. „Ge
vraagd" (NCRV, Ned 2, 20.20-21.05)
valt grotendeels samen met de voetbal
reportage op het andere net, waar ook
veel vraag naar is. Ook de culturele
evenementen lopen weer parallel: de
film „Room at the top" (eerste net)
naast „Karl Böhm dirigeert" (tweede
net).
Donderdag 5 oktober. Een moei
lijk uurtje voor KRO-leden, die van ac
tuele vraagstukken houden: „Brand
punt" van de KRO (Ned. 1, 21.55-22.40)
zij aan zij met „Van Groot-Seminarie
naar Hoge-School", een documentaire
over de priesteropleiding van diezelfde
KRO en het RKK (Ned. 2, 21.56-22.26).
Vrijdag 5 oktober. Twee infor
matieve programma's naast elkaar:
„Piek Up" (NCRV, Ned. 1, 19.07-19.56)
en „Open Oo;" (NTS, Ned. 2, 19.28-
20.00).
Zaterdag 6 oktober Twee film
serie-uurtjes naast elkaar: „Rawhide"
(VARA, Ned. 1, 19.07-19.56) geflan
keerd door „Rin-tin-tin" en „Mijn oom
van Mars" (TROS, Ned. 2, 19.08-20.00).
Misschien dat het de komende we
ken beter gaat met de coördinatie. An
ders moet er op beide netten tegelijk
maar een nieuwe serie komen: „Coor
dination Street".
De NCRV-radio doet vele beroeps-,
maar ongetwijfeld ook vele amateur
musici en talrijke alleen-maar-luiste
raars al enige tijd een groot plezier
met de serie „Vertolkers beluisterd",
waarin George van Renesse diverse
vertolkingen van een en hetzelfde mu
ziekwerk voetje voor voetje volgt. Als
liefhebber van pianomuziek heeft on
dergetekende veel genoegen beleefd
aan de afleveringen, waarin „Clair de
lune" van Debussy (enige tijd geleden
alweer) en de Impromtu in As gr. t.
opus 142 no 2 (maandagavond jl.) op
verschillende manieren uit de vleugel
kwamen. Je verwacht in zo'n geval,
dat de inleider aan het einde van de
uitzending de beste opname van zo'n
nummer in z'n geheel zal draaien. Bij
Debussy tiüte ik daarvoor de vertol
king door Henkemans of die door Gie-
seking, bij Schubert die door Arthur
Schnabel. In beide gevallen kregen we
echter de vertolking door George van
Renesse himself te horen. Ook niet zo
slecht, maar ik bezit zelf de „Clair de
liet bioscoopbezoek loopt nog steeds te-
rug. Dat is niet alleen het gevolg van
een lange hete zomer. Het is een structurele
kwestie. „Het dieptepunt moet nog komdn",
aldus de voorzitter-directeur van de Neder
landse Bioscoopbond, de heer J. Bosman.
Maar hij gelooft dat het bioscoopbedrijf het
seizoen 1967-'68 optimistischer kan ingaan
dan seizoenen van vorige jaren. Er komen
goede films op de markt. En ook heeft hij
de indruk dat er na jarenlange strijd iets ge
daan gaat worden aan de last van de verma
kelijkheidsbelasting.
De vermakelijkheidsbelasting is een ge
meentelijke aangelegenheid. Het is het mi
nisterie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen vroeger, en het ministerie van Cul
tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
thans, nooit gelukt het ministerie van Finan
ciën zo ver te krijgen dat dit de gemeenten,
indien deze de vermakelijkheidsbelasting
zouden laten vervallen, een compensatie uit
's Rijks kas in het vooruitzicht stelde.
De vorige CRM-minister, mr. Maarten
Vrolijk, is midden op de lijn van de vicieuze
cirkel gaan staan en heeft op zijn begroting
anderhalf miljoen opgevoerd ten behoeve
van een „subsidie aan het ontwikkelings
fonds voor het Nederlandse filmwezen".
Daarmee kwam de post „film" op de CRM-
begroting op 8,8 miljoen gulden. Hiervan was
6.000 gulden voor filmprijzen en 800.000 gul
den ter bevordering van de kunstzinnige en
culturele film, de post waaruit jonge filmers
de kans krijgen hun eerste eigen oefenpro-
dukties te maken. Voor filmmanifestaties,
stipendia, enzovoorts, werd 424.000 .gulden
uitgetrokken en één miljoen voor het
produktiefonds voor Nederlandse films, het
fonds waaruit de speelfilms worden gesubsi
dieerd tot soms meer dan de helft van de pro-
duktiekosten.
De post voor het ontwikkelingsfonds is nog
niet gebruikt, hoewel het jaar 1967 al ten ein
de loopt. Op de door minister Marga Klom-
pé ingediende CRM-begroting 1968 komt de
post helemaal niet voor. Er staat alleen nog
500.000 gulden op voor subsidiëring van het
financieel noodlijdende bioscoopjournaal, dat
de bioscopen alleen kunnen betalen als het
minder kost dan het zou moeten kosten,
maar dat de regering niet wil zien verdwij
nen vanwege de filmhistorische documentatie
en in verband met de voorlichting over Ne
derland in het buitenland. Journaals worden
gratis aangeboden aan verhuurders van bui
tenlandse bioscoopjournaals in een reeks van
landen.
De heer Bosman is vooralsnog niet onge
rust over het weer intrekken van het subsidie
voor een ontwikkelingsfonds, dat moest wor
den gehanteerd gelijk bijvoorbeeld het onder
steuningsfonds voor de trawlvisserij.
De door het rijk geheven personele belas
ting gaat eruit, opdat de gemeenten ruimte
krijgen tot het creëren van eigen inkomsten
uit nieuwe plaatselijke belastingen. Bij de
bioscoopbond bestaat duidelijk de hoop dat de
nieuwe gemeentebelastingen ertoe zullen lei
den, dat het voor de gemeenten niet meer
nodig zal zjn de bioscopen te belasten met
de vermakelijkheidsbelasting.
Ook om andere redenen acht de heer Bos
man het niet nodig het nieuwe seizoen met
een pessimistisch woord in te leiden. „On
danks de moeilijke economische omstandig
heden gebeurt er heel waf. Restauraties in
Amersfoort, Amsterdam en Rotterdam.
Nieuwe zaken in Den Haag, Delft, Gronin
gen, Heemskerk, Maastricht... Het bioscoop
bedrijf past zich aan aan de eisen van de
tijd."
Ook het programmabeleid wijzigt zich.
„Sex doet wat sex moet doen. Maar sex- en
avonturenfilms blijken niet meer de koplo
pers te zijn. De succesvolste film van 'het
jaar is „Samen uit, samen thuis" geweest.
Tweede „Sound of music". Derde „Dokter
Zhivago". Vierde Bert Haanstra's „De stem
van 't water". De bezoekcijfers lopen tussen
het miljoen en de 600.000. Dat zijn eigenlijk
onvoorstelbare gzallen."
„En dan direct daarna komen films als
„Wie is bang voor Virginia Woolf", „Brandt
Parijs?", „The professionals", „Nattlek",
lune" van Gieseking en de „Impromp
tu" van Schnabel en deze zijn zo ob
jectief mogelijk beschouwd beslist
beter dan die van Van Renesse. Aan de
andere kant (sic!) is Van Renesse zijn
eigen uitsmijter van harte gegund,
want „Vertolkers beluisterd" is ook
alweer: zo objectief mogelijk be
schouwd een van de beste radioru
brieken.
De nieuwe filmserie voor de jeugd in
het NTS-zondagmiddagprogramma
„Monitor" zou eerst „Tonto de indi
aan" heten. Kort voor de uitzending
van de eerste aflevering kwam het be
richt, dat de titel gewijzigd was in „De
eenzame ruiter". Op het eerste gezicht
leek daar wel wat voor te zeggen, want
oorspronkelijk heet de serie „The lone
ranger" en per slot van rekening is de
indiaan Tonto slechts de assistent van
de eenzame ruiter. Toch was „Tonto de
indiaan" een betere titel geweest. Zij
klinkt wat persoonlijker en ligt wei-
gewend zijn aan begrippen als „Pipo de
licht beter in het gehoor bij de Neder
landse jongens en meisjes, die immers
clown" en „Flipje de tovenaarsleer
ling". Bovendien is Tom Poes ook
slechts de assistent (en welk een be
langrijke!) van heer Bommel. Het had
dus gemakkelijk „Tonto de indiaan"
kunnen blijven. De vraag die ons nu al
bijna een week heeft gepijnigd, is: wel
ke reden heeft de NTS gehad om de ti
tel te verandecen? Zojuist hebben we
het vermoedelijke antwoord gevonden.
Omstreeks vier uur ToNto en omstreeks
half vijf Toto werkt natuuj-lijk verwar
rend voor de voetballiefhebbers. Zij
zouden kunnen gaan praten over „To
to, de indiaan" en misschien zelfs over
„de indiaanse Toto". En dai lijkt te
veel op een officiële erkenning van het
wilde voetbal in de Verenigde Staten.
Tunes van filmseries lijken dikwijls
veel op elkaar. Toen „De eenzame rui
ter" zondagmiddag over de beeldbuis
begon te galopperen, dacht ik het
wijsje van „Bonanza" te horen. Het
was echter een fragment uit de ouver
ture „Wilhelm Tell" van Rossini (en
die naam zou een Italiaans verklein
woord van „paarden" kunnen zijn).
Vergelijkt u het maar eens op uw pia
no, uw gitaar of uw poot. Als u
tenminste geen tv moet kijken.
dat zijn toch allemaal geen flutfilmpjes. Zeer
merkwaardig is ook de blijvende belangstel
ling voor films als „De kanonnen van Nava-
rone", „The great race" en „Irma la Douce".
Ze wordt wat grijs, maar zij tippelt nog aar
dig."
..Het bioscoopbedrijf is actief en het pu
bliek is dat ook, al zouden we graag grotere
bezoekcijfers noteren. Neem de festivalfilms.
Ze worden vrijwel direct in Nederland uit
gebracht. „Blow up", „Daar komen de Rus
sen, daar komen ze aan", „Sla nooit een
vrouw, zelfs niet met een bloem". Ze doen
het bij het publiek. Er is een groeiende be
langstelling voor het net van kleine theater
tjes. Een merkwaardig verschijnsel is trou
wens dat de speciale namen, de artistieke
films, tegenwoordig ook worden uitgebracht
door de grote filmprdoucenten en de grote
filmverhuurders. De avant-garde is niet al
leen meer een filmliga-zaak."
„Die ontwikkeling komt vooral dit jaar dui
delijk naar voren. U moet er ook maar eens
op letten dat van de ongeveer 350 films, die
jaarlijks worden geïmporteerd, steeds meer
Europese films op de Nederlandse markt ko
men. Het bioscoopbedrijf is een commercië
le aangelegenheid. Maar ik geloof dat er
steeds minder reden is op dat bedrijf af te
geven om artistieke redenen. Het program
mabeleid js trouwens een wisselwerking met
de publieke smaak."
Dan zijn er nog de eigen Nederlandse
speelfilms. De bioscoopbond heeft de produk-
tie daarvan jarenlang ondersteund door
eveneens enkele tonnen in het produktiefonds
te storten. De laatste jaren gebeurt dat niet
meer en draait het fonds alleen op de rijks
subsidie van één miljoen. „We hebben onze
bijdrage geblokkeerd in afwachting van een
oplossing voor die belastingkwestie." Des
ondanks: „Het gaat allemaal nog voorzich
tig en moeilijk en met mondjesmaat, maar
er ontwikkelt zich toch wel een bepaalde con
tinuïteit".
Het afgelopen jaar kwam Haanstra's wa
terfilm op de markt, „Liefdesbekentenissen"
van Wim Verstappen en Pim de la Parra,
„Paranoia" van Adriaan van Ditvoorst, „De
verloedering van de Swieps" van Eric Terp
stra en „Ongewijde aarde" van Jef van der
Heyden. Alleen de film van Haanstra heeft 't
eigen geld en dat van het produktiefonds te
rugverdiend. De andere moeten zich financieel
nog waarmaken.
Desondanks zullen de komende maanden
minstens vier, vijf Nederlandse of Neder
lands-Belgische films in de bioscopen draai
en. Als eerste Hugo Claus' „De vijanden",
daarna Harry Kümmels „Monsieur Harwar
den", Nikolai van der Heydes „To grab the
ring", een nieuwe Haanstra en een nieuwe
Louis van Gasteren.
De heer Bosman: „Er is een goed bioscoop
seizoen te verwachten. Voor het publiek en
hopelijk ook voor de bioscopen."
(Van een onzer verslaggevets)
T\or pelingen wezen mij de weg, een vrij
lange weg tussen twee rijen boerderij
en door. Het Overijsselse gehucht Drogter-
opslagen, even ten noorden van Dedems-
vaart, is niet zo groot. Als daar een bekende
televisiefiguur neerstrijkt, weet iedereen het.
Na enig zoeken vond ik zijn oude boerderij.
Aan het eind van de wereld schijnbaar. De
weg hield er op. Erachter strekte zich een
weiland uit tot aan de rand van het bos. Alle
geluiden die aan de moderne tijd herinner
den, wtoren verdwenen. Alleen wat vogels
riepen er en de Schotse collie veerde blaffena
tegen mij op.
De man, die ik moest hebben, stond tussen
de aardappelplanten gebogen, witte kaki
broek en een hel oranje shirt. Hij keek op
van z'n werk, wierp een handvol kogelronde
rode aardappeltjes in een mand en stapte
glimlachend op mij toe. Ik herkende hem on
middellijk: Frits Butzelaar, televisieregis
seur en -acteur. Overste Pinto, commissaris
Oud, Sherlock Holmes. Schraal, gebruind,
vriendelijke hel blauwe ogen onder een naar
het grijs toe schietende kuif. Een hartelijke
handdruk. En dan meteen een en al onge
dwongen enthousiasme voor de boerderij, in
november 1965 gekocht.
„Wonderlijk, wat een openbaring is het
voor een stedeling om hier te wonen. Je
leert hier wat rogge en haver is. Gewone
dingen, maar wat weet je ervan in de stad?
Toen wij het kochten, Loes en ik, ging de
hele boerderij schuil in het onkruid. Dat
bordje „Onbewoonbaar verklaarde woning",
zat er ook al op. 't Was gek. Wij wilden
al lang iets kopen en wij schreven op een
advertentie waarin iets in Wapse werd aan
geboden. We reden erheen en die man liet
ons een paar dingen zien. Het leek ons niet.
We vroegen of hij niets anders had. Hij zei:
„Er is nog wel iets, maar dat zal wel niets
voor u wezen". Dat was dit. Toen wij het
zagen in de druilerige regen, onbewoon
baar verklaard, tussen hoog opschietend on
kruid, wisten wij het onmiddellijk: dit is
het!"
mijcfen, besteden we aan de boerderij, 't Is
een ideaal".
Op het erf bij de tent stopt een auto. Me
vrouw Butzelaar Loes van der Meyden voor
de atletiekliefhebbers komt met één van
de beide zoons, Ronald (6), terug van het
zwembad te Dedemsvaart. „Een prachtig
bad", zegt zij, terwijl zij de koffie afmaakt
en inschenkt.
„En nu volgt soeciaal voor de klein
tjes nog een reportage van de terugkeer
van Nico de Clown. Verslaggever is
Pipo van Vt'et".
KASTPAR
„Vanaf die novemberdag zijn wij hier elk
weekend en de vakanties. Verrukkelijk. Je
komt hier helemaal bij. Want er is heel wat
te doen. Ik heb een tegelpad aangelëgd om
ons terrein heen. Ik heb een bruggetje over
de sloot gebouwd, de hele tuin opgeknapt en
aangelegd. Werk genoeg, maar wij hebben
de tijd, wij doen het rustig aan. Als je de
hele week met je hoofd hebt gekerkt, is het
heerlijk in het weekend eens wat met je han
den te doen".
„Wij verbouwen nu onze eigen aardappe
len en groente. Je ziet /e opkomen. Er gaat
een hele nieuwe wereld voor je open. Je
bent veel nauwer betrokken bij de natuur".
„Wilt u het even binnen zien? 't Is nog
een rommel. De zaak moet binnen helemaal
verbouwd worden". Frits Butzelaar bukt door
de lage deur. Een kleine kamer met lage
vierkante ramen, vochtplekken op het lichte
behang, een degelijk plafond van donker
bruin geverfde balken. „Wij mogen er nog
niet in wonen. Daarom staat die tent daar.
Je kan er ook niet in wonen, 't Moet eerst
helemaal worden gerestaureerd. Het dak zit
vol gaten, de muren zijn enkelsteens. Er
moeten spouwmuren komen".
„Wij hebben een vijfjarenplan gemaakt,
't Kan niet allemaal ineens. Het gaat ons
veel geld kosten. Wij moeten ons er hele
maal voor inzetten. Iedere cent die wij uit
sparen door buitenlandse vakanties te ver-
Frits Butzelaar vertelt: „Ik werk free lan
ce bij de televisie. Mijn dagelijks werk is
docent bij de opleiding voor tv-regisseurs.
Fascinerend werk. Daardoor wordt eindelijk
voorkomen, dat elk beginnend regisseur zijn
fouten aan miljoenen moet laten zien.
Door de jaren heen ben ik zelf ook door
schade en schande wijs geworden. Vrij schoor
voetend is er tenslotte zo'n opleiding gesticht.
Die is nu uitgebouwd tot een internationaal
instituut. Wij staan in nauw contact met de
BBC. Wij nemen veel van hen over, maar
soms hebben wij wat nieuws dat zij van ons
overnemen".
„Nederland had altijd een achterstand op
het buitenland, doordat er nooit een echte
filmindustrie is geweest. Een acteur, die ge
wend was toneel te spelen, stond vreemd te
genover de camera. Voor televisie moet je
met een minimum aan middelen een zo breed
mogelijke expressie geven. Elk slikje en elk
zuchtje hoor je. Je gedachten worden onmid
dellijk zichtbaar. Zodra je denkt: het gaat
niet goed, heeft het publiek thuis het gezien".
„Televisie fnoet vloeien. Een mens moet
als mens herkenbaar blijven, ook in zijn
meest' absurde uitingen. Daartussen ligt een
enorm gebied van eigenaardigheden. Als je
die weet te exposeren, speel je de rol en komt
de figuur natuurlijk over. Een tekst moet
je liggen. Soms krijg je een vertaald stuk en
blijkt het vocabulaire van de vertaler je niet
te liggen. Dan laat je het „bekken", zoals wij
dat noemen, tot het je wel ligt. De kunst is,
om de stilering van de taal terug te bren
gen tot het wezenlijke waar het om gaat".
Heeft de Nederlandse televisie een achter
stand bij het buitenland?
„Helemaal niet. De televisie van de omlig
gende landen is zeker niet beter. De Neder
lander kankert graag. Maar vergeet niet dat
onze buurlanden al een grote filmtraditie
hadden. Nederland is eigenlijk te klein voor
de uitbouw van een goed tv-programma, laat
staan voor het onderhouden van twee net
ten."
„Het is een ontstellend duur medium. Dat
gaat Duitsland en Frankrijk nu parten spe
len. Zij hebben in het verleden geweldig veel
geïnvesteerd. Nu is het geld op en moeten ze
met andere normen werken. Dat betekent
een stap terug doen."
„Wij hebben het voordeel dat we met een
gebrekkige accommodatie zijn begonnen.
Dat heeft ons vindingrijk gemaakt. Boven
dien heeft de Nederlandse televisie een weer
galoze technische staf. Ons land zit propvol
talent. De televisie in Nederland zal de ko
mende vijf jaar een grote vlucht nemen."
„Wij lopen langzamerhand ook onze ach
terstand op Engeland in. Televisie is uitge
vonden voor de actualiteit. Daar maken de
Engelsen knap gebruik van. Elke aflevering
van Z-cars bijvoorbeeld wordt in Engeland
„live" uitgezonden. Wij krijgen de ampex
daarvan. Daarmee wil de BBC voorkomen
dat de acteurs op hun routine gaan spelen."
„Amerika werkt ontzettend efficiënt. Een
Dick van Dyke-show heeft altijd hetzelfde de
cor, Lucy Ball ook. Daardoor kunnen ze aan
drie, vier afleveringen tegelijk werken. Bo
nanza precies hetzelfde. Pa Cartwright stapt
van de ene scène zo over naar een andere
scène, die in een volgende aflevering thuis
hoort, alleen maar omdat het decor kan blij
ven staan."
„Wij hebben dat met de Trefferserie ook
gedaan. Met het opnemen van de verhoren
op de kamer van commissaris Oud kon je ge
woon aan verscheidene afleveringen tegelijk
werken. Maar wij missen nog de routine."
Wij Brengen onze stoelen naar buiten waar
de flarden regenwolken zijn verjaagd. Wat
gaat hij doen als hij die stille boerderij weer
heeft verruild voor de flat in Hilversum?
„Geen idee. Op een gegeven moment gaat
de telefoon. Dan zal ik zien wat het is. Ik zeg
zelden nee, omdat overal iets van te maken
is. Pinto heb ik geweldig gevonden. Het speet
me dat we ermee op moesten houden. Maar
het was gewoon op."
Ik zou een serie Sherlock Holmes hebben
gespeeld. Wij hebben een proefopname ge
maakt en die is ook uitgezonden. Daar is het
bij gebleven. De BBC heeft het wereldrecht.
De KRO wilde een Nederlandse versie ma
ken met mij in de rol van Sherlock Holmes.
De Erven Conan Doyle weigerden dat. BBC
en Erven Conan Doyle blokkeerden elkaar
en wij visten achter het net Dat is voor mij
een grote teleurstelling geweest. Sherlock
Holmes is een prachtige figuur. Daar kun je
wat van maken en ik had hem graag ge
speeld."
Onder het eten dwalen de gedachten van
Frits Butzelaar weer naar zijn boerderij. Hij
wijst op een stenen bruggetje over de sloot
die langs het huis loopt. „Dat heb ik in vier
dagen gemetseld. De keien kun je ginds bij
een boer zo weghalen."
„Hier kom je tot dingen waar je normaal
geen tijd voor hebt. Als ik mijn zin deed, kon
ik wel vijf levens vullen met schilderen,
beeldhouwen, poppenfilms maken. Daar kom
je gewoon niet aan toe. Het eist een investe
ring die boven je draagkracht uitgaat."
„Ik wilde nog graag aan de academie in
Amsterdam gaan studeren voor binnenhuis
architect. Ik ben 47, en je bent nooit te oud
om nog te leren. Maar dan zou dat van de
tijd afgaan die ik anders aan mijn gezin kan
besteden. Dat kan gewoon niet."
„De werktijden worden bepaald door d«
actuele produktie. Met een toneelproduktie
ben je twee maanden druk. Lezen, herlezen,
je probeert je heelden te vormen, voert de
voorbereidende besprekingen, bekijkt je bud
get, vraagt een studio? kiest je mensen. Lukt
haast nooit, want de mensen zijn in de Ne
derlandse toneelconstellatie teveel gebonden.
Dan krijg je de droogrepetities. Zo'n spel
wordt van de grond af aan opgetrokken. Dat
maakt dit beroep zo magisch boeiend."
„Maar je kunt niet zeggen: om vijf uur
ben ik klaar. Wat ik wel kan zeggen is: de
weekends ben ik zoveel mogelijk vrij. Bij de
televisie streeft men ook zoveel mogelijk
naar een vijfdaagse werkweek. Als wij vrij
dagavond op tijd zijn, springen we in de auto
en rijden nu de weg van Amersfoort naar
Zwolle helemaal klaar is in anderhalf uur
naar Drogteropslagen. Wij eten hier en dan
hebben wé weer een heel weekend om aan
ons ideaal te werken."