BIJ RECHTSZITTING IS FIGUUR VAN BENADEELDE ALLANG VERVAAGD
Vergoeding voor de slachtoffers
I
Bescherming van maatschappij
moet voor alles gaan
Bejaarden worden grote
economische factor
Kleine Omnibus"
MENSELIJKERWIJZE IS ER
GEEN COMPENSATIE
BOEKENNIEUWS
n
VERLEGD
ONTMASKERD
BESCHERMING
GEKNUTSEL
LICHTPUNT
„BENT U?"
HUISHOUDEN
ZATERDAG 14 OKTOBER 1967
^lachtoffers van de misdaad? Men
hoort er nauwelijks wat van. In
enkele gevallen komt er een foto in
de krant en daar is het dan wel mee
bekeken. In ieder geval komt het
slachtoffer er niet meer aan te pas
als het misdrijf een zaak is gewor
den voor politie en justitie. Al lang
voordat de zaak ter beoordeling aan
de rechter wordt voorgelegd, staat
de figuur van de dader op de voor
grond.
Het accent bij de strafrechtsple
ging is van de daad naar de dader
verschoven en de buitenstaander
krijgt de indruk, dat tegenwoordig
alles en iedereen in de weer is om
de dader van het misdrijf maar zo
zacht en voorkomend mogelijk te
behandelen. Rechter, advocaat, psy
chiater en reclasseerder buigen zich
over hem heen: de zaak is een ge
val geworden; een mens met zor
gen omringd. Het slachtoffer is ver
geten.
Het is een onbevredigende en wei
nig menselijke situatie, die op het
ogenblik onderwerp van studie is.
„Niet langer kan worden voorbijge
gaan aan de belangen van 't slacht
offer van de misdaad in een tijd
waarin de aandacht voor de per
soon steeds meer centraal komt te
staan", schrijft drs. P. 3. J. van
Boxtel, staffunctionaris van het Na
tionale Bureau voor Reclassering,
in het Maandschrift voor het gevan
geniswezen.
„De slachtoffers van de misdaad
blijken thans de meest verwaarloos
de categorie te zijn. Het strafpro
cesrecht moet worden veranderd.
Daarin zal het slachtoffer ook partij
moeten worden", zegt Rotterdams
hoofdcommissaris van politie, A.
Wolters, die deze gedachte uitdraagt
in redevoeringen voor allerlei gezel
schappen.
„Op de rechtszitting mankeert het
slachtoffer. De verdachte brengt z'n
advocaat mee; de officier van justi
tie komt op namens de maatschap
pij die schade heeft geleden door het
misdrijf, maar degene die werkelijk
de klappen kreeg van de roofover
valler; die de strop heeft van de
diefstal; die geestelijk werd geru-
ineerd als gevolg van een zedenmis
drijf of een moord op een dierbare;
zij zitten thuis en moeten maar ho
pen dat de tijd alle wonden, de dok
ter de gebroken ledematen heelt en
dat zij met of zonder psychiater de
klap geestelijk te boven komen."
Compensatie voor slachtoffers van
geweldmisdrijven is sinds 1964 in
Engeland bij de wet mogelijk ge
worden.
Drs. Van Boxtel heeft dit systeem
bestudeerd en brengt daar rapport
over uit. Specialisten in de rechts
wetenschap houden zich er nu mee
bezig. En de betrokkene? Het slacht
offer zelf? Wat zegt hij hierover?
Omdat het gevaar groot is, dat in
die sfeer emotionaliteit de boven
toon voert, hebben wij het probleem
besproken met een „slachtoffer" dat
beroepshalve ook de andere kant
van de zaak kent. Mr. T. de la Par-
ra, gepensioneerd officier van Justi
tie en vader van de zevenjarige Wil
lem-Jan de la Parra, van het Vree
burg in Utrecht meegelokt en in de
bossen van Driebergen vermoord.
Deze maand is het juist negen
jaar geleden, dat het vreselijke ge
heim van de raadselachtige verdwij
ning van de kleine Willem-Jan uit
kwam. In oktober 1958 werd de
moordenaar ontmaskerd. Anderhalf
jaar was de jongen toen spoorloos
geweest, totdat een cantarellenzoe-
ker het grafje vond, diep in een bos
bij Driebergen.
Enkele weken later werd de da
der gevonden: een man met proef
verlof, die bij de sociale dienst in
Utrecht was geplaatst en trappen
huizen schoonmaakte. Ook het trap
penhuis van de familie De la Parra
Mr. De la Parra is jarenlang zelf
openbaar aanklager geweest. In zijn
functie van officier van Justitie heeft
hij ook verscheidene moordzaken be
handeld. Hij kende de materie amb
telijk voordat hij persoonlijk met de
andere kant van de misdaad werd
geconfronteerd. Hem hebben wij de
vraag voorgelegd:
H,Wat denkt u over compensatie
voor slachtoffers van geweldmisdrij
ven?"
„l^leine Omnibus" heet het boekje uit
de ABC-reeks van de N.V. De Ar
beiderspers, waarin een drietal werken
van de Belgische schrijver Louis Paul
Boon zün samengebracht.
Een niet zo geslaagde combinatie
omdat het verhaal „Twee spoken", een
stuk biografie van de schrijver, die kort
na de oorlog een tijdlang schilder en
houder van een uitleenbibliotheek was,
alvorens zich geheel op het schrijven
en de journalistiek toe te leggen, in het
geheel niet past bij de twee „experi
mentele" verhalen „De Kleine Eva
uit de Kromme Bijlstraat" en „Vaar
wel Krokodil".
Denkt men echter de laatste bijdra
gen weg, dan heeft men nog een koste
lijk stuk levenswijsheid overgehouden,
geschreven in een mengelmoes van
sappig Vlaams en strak Nederlands,
dat ergens boeit en soms ook ontroert.
Een boekje dat men graag nog eens
opnieuw leest al zal men met de expe
rimentele stof misschien wel eens een
beetje moeite hebben.
Coöperatieve Veluwse Eierveiling Ede.
Aanvoer 800.085 stuks. Stemming kalm.
Prijzen (in f per 100 stuks): Eieren van
52/53 gram f 11,52—11,82; 56/57 gram
f 13,40—13,59; 60/61 gram f 14,54—14,77;
64/65 gram f 14,69—15,51.
Eierveiling Barneveld.
Aanvoer 645.340 stuks. Stemming vlot.
Prijzen 42/48 gram f 8,4310,30; 50/58
gram f 10,76—13,97; 62/66 gram f 14,83—
15,31; 66/72 gram f 15,84—16,60.
Eiermarkt Barneveld.
Aanvoer ca. 2.100.000 stuks, handel
vlug. Prijzen 49/58 gram f 10,6514,25,
kg-prijs f 2,17—2,46; 59/65 g f 14,65—
15,70, kg-prijs f 2,48—2,42.
Varkensmarkt.
Aanvoer 88 stuks. Handel kalm. Prij
zen (in f per stuk): biggen f 6670.
Tl fr. T. de la Parra herhaalt heel langzaam en geconcentreerd de vraag. Met een diepe denkrimpel in 't voorhoofd,
-I-" tuurt hij voor zich uit zonder bewust te zien.
Dan zegt hij voorzichtig: „Menselijkerwijs gesproken is er geen compensatie te vinden voor iemand die werd ver
moord. Moord is voor slachtoffer en nabestaanden een definitief feit: een eindpunt waar geen terug meer van mo
gelijk is. Ik kan me niet direct iets te binnen brengen wat daar nu als compensatie tegenover zou kunnen staan".
Duideljjk is aan hem te zien, dat hü innerlijk strijd voert tegen de vader in
hem, die zjjn jongste zoontje verloor door een afschuwelijke moord. Niet van
uit die gezichtshoek wil hü het probleem benaderen, ofschoon dat uiteindelük
toch onmogelük blijkt. Hü dwingt zich er toe voorrang te verlenen aan de jurist
in hem, de officier van justitie die namens de gemeenschap als vertegenwoor
diger van het openbaar ministerie ook moordzaken heeft behandeld. Na enig
nadenken gaat hü langs een andere kant op de zaak af.
Slachtoffers van de misdaad? Men
hoort er nauwelijks wat van. In
enkele gevallen komt er een foto in
de krant en daar is het dan wel mee
bekeken. In ieder geval komt het
slachtoffer er niet meer aan te pas
als het misdrijf een zaak is gewor
den voor politie en justitie. Al lang
voordat de zaak ter beoordeling aan
de rechter wordt voorgelegd, staat
de figuur van de dader op de voor
grond.
Het accent bij de strafrechtsple
ging is van de daad naar de dader
verschoven en de buitenstaander
krijgt de indruk dat tegenwoordig
alles en iedereen in de weer is om
de dader van het misdrijf maar zo
zacht en voorkomend mogelijk te be
handelen. Rechter, advocaat, psy
chiater en reclasseerder buigen zich
over hem heen: de zaak is een geval
geworden; een mens met zorgen
omringd. Het slachtoffer is vergeten.
Het is een onbevredigende en wei
nig menselijke situatie, die op het
ogenblik onderwerp van studie is.
„Niet langer kan worden voorbijge
gaan aan de belangen van 't slacht
offer van de misdaad in een tijd
waarin de aandacht voor de persoon
steeds meer centraal komt te
staan", schrijft drs. P. G. J. van
Boxtel, staffunctionaris van het Na
tionaal Bureau voor Reclassering, in
het Maandschrift voor het gevange
niswezen.
„De slachtoffers van de misdaad
blijken thans de meest verwaar
loosde categorie te zijn. Het straf
procesrecht moet worden veranderd.
Daarin zal het slachtoffer ook partij
moeten worden", zegt Rotterdams
hoofdcommissaris van politie, A.
Wolters, die deze gedachte uitdraagt
in redevoeringen voor allerlei gezel
schappen.
„Op de rechtszitting mankeert het
slachtoffer. De verdachte brengt z'n
advocaat mee; de officier van justi
tie komt op namens de maatschap
pij die schade heeft geleden door het
misdrijf, maar degene die werkelijk
de klappen kreeg van de roofover
valler; die de strop heeft van de
diefstal; die geestelijk werd geruï
neerd als gevolg van een zedenmis
drijf of een moord op een dierbare;
'zij zitten thuis en moeten maar ho
pen dat de tijd alle wonden, de dok
ter de gebroken ledematen heelt en
dat zij met of zonder psychiater de
klap geestelijk te boven komen."
Compensatie voor slachtoffers van
geweldmisdrijven is sinds 1964 in
Engeland bij de wet mogelijk gewor
den. Drs. Van Boxtel heeft dit sys
teem bestudeerd en brengt daar rap
port over uit Specialisten in de
rechtswetenschap houden zich er nu
mee bezig. En de betrokkene? Het
slachtoffer zelf? Wat zegt hij hier
over?
Omdat het gevaar groot is dat in
die sfeer emotionaliteit de boventoon
voert, hebben wij het probleem be
sproken met een „slachtoffer" dat
beroepshalve ook de andere kant
van de zaak kent. Mr. T. de la Par
ra, gepensioneerd officier van justi
tie en vader van de 7-jarige Willem-
Jan de la Parra, van het Vreeburg
in Utrecht meegelokt en in de bos
sen van Driebergen vermoord.
Deze maand is het juist negen
jaar geleden dat het vreselijke ge
heim van de raadselachtige ver
dwijning van de kleine Willem-Jan
uitkwam. In oktober 1958 werd de
moordenaar ontmaskerd. Anderhalf
jaar was de jongen toen spoorloos
geweest, totdat een cantarellenzoe-
ker het grafje vond, diep in een bos
bij Driebergen.
Enkele weken later werd de dader
gevonden: een man met proefverlof
die bij de Sociale Dienst in Utrecht
was geplaatst en trappenhuizen
schoonmaakte. Ook het trappenhuis
van de familie De la Parra.
Mr. t)e la Parra is jarenlang zelf
openbaar aanklger geweest. In zijn
functie vn officier van justitie heeft
hij ook verscheidene moordzaken
behandeld. Hij kende de materie
ambtelijk voordat hij persoonlijk
met de andere kant van de misdaad
werd geconfronteerd. Hem hebben
wij de vraag voorgelegd:
„Wat denkt u over compensatie
voor slachtoffers van geweldmisdrij
ven?"
„Bij dood dooi schuld in het ver
keer", zegt hy, is de civiele vor
dering voor direct aanwijbare scha
de een normale zaak. Daarbij wordt
ook rekening gehouden met het ver
lies aan inkomen door het wegvallen
van de kostwinner."
„Een enkele maal wordt daarbij
tegenwoordig ook over smartegeld
gesproken en geprocedeerd. De
praktijk leert echter dat die proces
sen bijzonder moeilijke zaken zijn.
Bij roofmoord zou misschien gepro
cedeerd kunnen worden over het ge
stolen bedrag, ofschoon op rovers
over het algemeen niet veel te ver
halen zal zijn. Welke compensatie
kan worden geplaatst tegenover het
verlies van een kind dat werd ver
moord? Een vrouw die het slachtof
fer werd van een zedenschenner?
Een man die bij een bankoverval
wordt doodgeschoten?"
„Vergelding is een overwonnen
standpunt. Daar wil ik dus niet eens
meer over praten. Voor mij is en
blijft bescherming van de maat
schappij het belangrijkste. Mijn
overtuiging is dat de maatschappij
moet worden beveiligd tegen de de
linquent die een moord heeft be
gaan."
„De veiligheid van de samenle
ving moet voorgaan boven het per
soonlijk belang van de moordenaar.
In ons land betekent dat: de veilig
heid van 12 miljoen mensen tegen
over het belang van een moorde
naar."
Mr. De la Parra is weer helemaal
de officier van justitie terwijl hij dit
zegt. Hij geeft ook toe dat dit nu
typisch het standpunt is van het
openbaar ministerie. „Maar als ik
nu vind dat dit het enig juiste stand
punt is, kan ik het toch niet anders
zeggen? Ik handhaaf dit standpunt
ook na hetgeen wij persoonlijk heb
ben meegemaakt."
In de afgelopen negen jaar heb
ik het geval waar wij zo abrupt mee
geconfronteerd werden van alle
kanten bekeken en overwogen. Ik
kan zeggen: het laat ons nooit meer
los. Er gaat geen dag voorbü of ik
denk er vier of vijf keer aan."
„Het is daarom geen frase als ik
:zeg: ik heb die man allang verge
ven. Ook weet ik: hij heeft zijn straf
gehad. Niettemin zeg ik: hij zou
nooit meer vrij mogen komen."
„Dit zeg ik niet uit een gevoel van
rancune of vergeldingsdrang. Dit is
mijn vaste overtuiging: bescherming
van de maatschappij. Hij werd ver
oordeeld tot tien jaar gevangenis
straf. Ik weet dat dit hooguit zeven
eneenhalf jaar betekent. Dat kan
nog korter zijn; is in de praktijk
veel korter."
„Er wordt immers de laatste ja
ren op een mijns inziens ontoelaat
bare wijze aan het gratiebeleid ge
knutseld. Vindt men dat het gratie
beleid veranderd moet worden, dan
zal de wet moeten worden gewijzigd.
Wat nu vaker gebeurt, gaat buiten
de wet om."
„Maar goed, dat is een andere
kwestie. Waar het nu in concreto
om gaat is, dat de ter beschikking
stelling niet als achterdeur mag wor
den gebruikt. Mijn overtuiging is.
dat meer delinquenten een blijvend
gevaar betekenen voor de maat
schappij dan veelei wordt aangeno
men."
„Uit ervaring ken ik het werken
met psychiaters. Ik verwijt nie
mand dat hij niet voorziet hoe een
persoon zich zal gedragen onder be
paalde omstandigheden. Wel zeg ik
dat wie een- of meermalen op het
zelfde punt is uitgegleden, niet de
kans mag hebben in herhaling te
vervallen. De veiligheid van de
maatschappij mag niet worden op
geofferd aan het experiment."
„Ik wil het sterker zeggen: dat of
fer mag mijns inziens niet worden
gevraagd om het welzijn van één
mens. Voor mij hoeft hij niet cellu
lair te worden opgesloten, maar wel
in een zodanige inrichting dat ont
snappen vrijwel onmogelijk is."
„Nu wordt wel eens de indruk ge
wekt alsof de psychiatrie een be
schermende mantel om de schou
ders van de moordenaar hangt. Te
gek om los te lopen, is een gezegde
dat meestal in overdrachtelijke zin
wordt gebruikt. Het heeft echter ook
een directe betekenis."
Mevrouw De la Parra, die het ge
sprek zwijgend heeft aangehoord,
zegt nu: „Hoe kun je hem verge
ven? Nee, ik kan dat niet. Als vrouw
en moeder ervaar je het waarschijn-
ijk toch anders."
De oudste zoon kan zijn wrok je
gens de moordenaar van zijn broer
tje niet onderdrukken. Hij zegt: „Ik
hoop hem nimmer te ontmoeten."
Mr. De la Parra zegt er alle ver
trouwen in te hebben dat de perso
nen en instanties die voor de verde
re begleiding van de delinquent ver
antwoordelijk zijn, alles zullen doen
om een plotselinge confrontatie met
de dader te vermijden. „Mocht hij
ooit met proefverlof worden gezon
den, dan zal toch zeker als eerste
voorwaarde gelden dat hij niet meer
in Utrecht mag komen zolang wij
hier wonen. Ook reken ik erop dat
de woonplaatsen van onze kinderen
voor hem taboe worden verklaard."
Zijn vrouw heeft daar niet zoveel
vertrouwen in. „Zijn zuster woont
ook hier", zegt zij. „Geloof hij dat
hij daar nooit zal heengaan? God be
ware ons voor een overwachte ont
moeting met die man."
„Na alles wat is gebeurd, zei ik
toch één lichtpunt", zegt mr. De la
Parra. „Na Willem-Jan is er veel
veranderd in het opsporingsbeleid.
Na de vermissing werd ons ter ge
ruststelling gezegd dat de jongen
wel verdronken zou zijn. Er zat
niets anders op dan af te wachten."
„Dat heeft anderhalf jaar ge
duurd. Een vreselijke tijd. Toen
kwam de schok dat het kind was
meegelokt en vermoord."
„Datgelaten afwachten na ver
missingen van kinderen is nu in elk
geval verdwenen. Ik heb geconst-
teerd dat telkens groot alarm wordt
gemaakt als een kind wordt ver
mist. Bij de intensieve zoek-acties
worden vaak ook militairen inge
schakeld. Enfin, er is nu een parate
instelling in het opsporingsbeleid ge
komen. dat is toch duidelijk een
winstpunt."
Over het onderwerp van gesprek:
compensatie voor slachtoffers van
geweldsmisdrijven zegt hij: „Ik
vind het iüist dat nu ook die kant
van de zaak onder de aandacht is
gekomen. Ik meen echter dat het
niet gezocht moet worden in de sfeer
van sociale werkers en goedmenen
de mensen die met de getroffene
gaan praten."
..Persoonlijk heb ik ervaren dat
ieder anders reageert onder die om
standigheden. Dat merk je in je ge
zin, dat merk je ook daarbuiten. Het
is helemaal individueel."
„Zelf kon ik zowel voor als na de
ontdekking van wat er met Willem-
Jan was gebeurd, slechts met heel
weinig mensen er over spreken. Nu
is dat nog zo. Ik voorkom vaak die
gesprekken. Als namelijk onze naam
wordt genoemd, volgt niet zelden de
vraag: bent u?... en dan interrum
peer ik maar gauw met te zeggen:
Ja, ik ben de vader."
„Een gesprek is een kwestie van
persoonlijk contact. Ik heb dat ook
ondervonden toen ik zelf meende
met anderen te moeten gaan praten.
Dat was vrij kort nadat alles om
trent Willem-Jan bekend was gewor
den."
„Er was toen weer een jongetje
weg. De kpanten stonden er vol van.
Er was veel over te doen. Ik begreep
wat die ouders doormaakten. Ik be
sloot ze op te zoeken."
„Dat werd een grote mislukking.
Hoewel wij in dezelfde situati ehad-
den verkeerd, was er russen ons
geen enkel contact. Neen, als men
die kant uit wil, heb Ik er geen
waardering voor."
„Het is in ieder geval toe te jui
chen dat nu ook het slachtoffer van
de misdaad is ontdekt. Ik hoop dat
de studie van dit moeilijke onder
werp vrucht zal dragen, al wil ik
als mijn persoonlijke mening nog
maals stipuleren, dat de bescher
ming en beveiliging van de maat
schappij bij mij boven alles gaat."
(DK) BONN Omdat de Westduitse
handel en industrie wel eens graag wil
den weten wat de burgers van hen in
de komende vijf tot zes jaar verwach
ten, lieten zij een computer voeden met
cijfers en gegevens omtrent geboorten
en sterfgevallen, leeftijdsopbouw en ge
slacht, inkomsten en uitgaven, de ont
wikkeling van de levensstandaard, be
roepen en nog tal van andere gegevens.
De uitkomst van het computeronderzoek
is ook voor de individuele verbruiker
•van belang.
Wie nog geen auto heeft, aldus de com
puter, zal zich voorzover hij nog jong
KLAUS SCHUTZ: politiek manager
BONN Klaus Schütz is 41 jaar
oud en al bijna oud-staatssecretaris.
Binnenkort wordt hij regerend burge
meester van West-Berlijn.
Na Willv Brandt (53) en diens onfor
tuinlijke opvolger Heinrich Albertz
(52) staat Schütz voor de zware taak
om nieuw leven in te blazen aan de
westelijke enclave met zijn 2,2 miljoen
inwoners, 150 km achter het ijzeren
gordijn.
Voor West-Berlijn zijn de jaren van
heroisme voorbij, nu ontspanning do
mineert tussen Oost en West. De stad
is geen „frontstad" meer en zal voor
eerst ook geen hoofdstad van een her
enigd Duitsland zijn. Zij moet zich in
stellen op lange jaren als eenzaam wes
telijk eilandje in de communistische
oceaan.
De economie van West-Berlijn, sterk
georiënteerd op het Westen, verzwakt;
het arbeidspotentieel van de stad ver
mindert; de bevolking vergrijst lang
zaam maar zeker. De culturele glans
is wat verbleekt en in de stad heerst
een zekere geestelijke inteelt. De onte
vredenheid onder de jongere generatie
barstte dit jaar uit in bloedige studen
tenrelletjes.
Waarheen nu? Blijft West-Berlijn nu
sterk gebonden aan de Bondsrepubliek
dan dreigt verdere bloedarmoede, en
koopt het zich een toekomst door toe
nadering tot het oosten, dan zet het
waarschijnlijk zijn vrijheid op het spel.
In West-Berlijn heeft de sociaal
democratische partij, die innerlijk zeer
verdeeld is, een slinkende, maar nog
steeds absolute meerderheid. De soci
aal-democraat Albertz, die Brandt eind
vorig jaar opvolgde, talmde te lang
met het uitstippelen van een nieuwe
economische koers. Zijn optreden te
genover de rebellerende studenten was
eerst te toegeeflijk, daarna te hard.
Zijn hoofdcommissaris van politie,
Duensing, moest aftreden, daarna zijn
voor het politiebeleid verantwoordelij
ke senator Büsch. De linkervleugel der
sociaal-democraten, vanouds een par
tij in de partij, beraamde reeds Al
bertz' val. De onfortuinlijke burge
meester hield nog juist de eer aan zich
en bood eind vorige maand zijn ontslag
aan.
Voor Willy Brandt zelf oud-burge
meester, nu minister van Buitenlandse
Zaken en bovendien partijvoorzitter der
sociaal-democraten weegt West-Ber
lijn zwaar. Daarom schoof hij zijn bes
te man naar voren: zijn vriend en rech
terhand Klaus Schütz, die hij juist eind
vorig jaar mee naar Bonn had geno
men als staatssecretaris van Buiten
landse Zaken.
De jeugdig uitziende Schütz, vader
van drie kinderen, is het type van de
moderne politieke manager. Het idea
lisme van oudere socialisten is hem
vreemd, hij is een nuchter intellectu
eel, een koele tacticus, besluitvaardig,
doortastend, soms hardhandig en zeer
eerzuchtig. Een criticus schreef over
hem: „De partij van Klaus Schütz is
Klaus Schütz."
De in Heidelberg geboren advocaten-
zoon groeide op in Berlijn. Zijn vader
sneuvelde in 1941 voor Moskou. Als de
geallieerde bommenwerpers overvlie
gen, staat de jonge gymnasiast des
avonds aan een stuk afweergeschut. In
1944 wordt hij als kersverse soldaat in
Italië getroffen door een partisanenko-
gel en houdt er een verlamde rechter
arm aan over.
Na de oorlog studeert hij eerst Duits
en geschiedenis in Berlijn, daarna po
litieke wetenschappen aan de Ameri
kaanse elite-universiteit Harvard. Hij
verdiept zich in Amerikaanse verkie
zingstactiek en schrijft zijn eerste pu-
blikatie: „Verkiezingsstrijd en machts
verschuiving."
Terug in Berlijn en getrouwd met een
domineesdochter een jonge oorlogs
weduwe wordt hij al gauw lid van
het stadsparlement en in 1961 senator in
Brandts Westberlijnse regering. De
doelbewuste carrièrebouwer weet op 't
juiste ogenblik steeds de juiste relaties
bij de hand te hebben.
Schütz is de man die met harde,
scherpzinnig doordachte verkiezings
campagnes uiteindelijk het pad effent
dat Brandt als minister en vice-kanse-
lier naar Bonn voert. Hij zelf gaat mee
als staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken. In weinige weken heeft hij zich
zo goed ingeleefd op het exclusieve mi
nisterie, dat hij zich op een cocktail
party de grap veroorlooft: „Berlijn?
Waar ligt dat eigenlijk?"
Nu heeft Schütz al de eerste hoofdlij
nen getekend voor zijn koers in West-
Berlijn: economische stabilisatie maar
niet ten koste van de band met de
Bondsrepubliek; meer begrip en vrij
heid voor de rebellerende jeugd, maar
een vastberaden „neen" tegen oproer
kraaiers en chaos.
Voor de briljante 41-jarige is de
zware post in West-Berlijn een uitda
ging die hij niet uit de weg wil gaaan.
genoeg is, tot 1972/73 zeker een wagen
aanschaffen. Dat de auto de favoriet on
der de aanschaffingen blijft, verbaast
niet. Auto's zullen overigens volgens
de computer goedkoper worden, maar
de kosten voor reparaties, benzine en
onderhoud van de motorrijtuigen zullen
stijgen. De vraag naar duurzame ver-
bruiksgoederen, zoals meubels, tapijten,
elektrische apparaten e.d. zal blijven toe
nemen, daarentegen zal de vraag naar
levens- en genotmiddelen verminderen.
Deze sector zal achterop raken. Ook dit
verbaast niet, omdat deze ontwikkeling
typisch is voor iedere industriële maat
schappij. De markt voor levens- en ge
notmiddelen is in de ware zin van het
woord „verzadigd", men wijkt uit naar
lekkernijen, terwijl de produkten van
techniek en elektronica nog niet in alle
huishoudens zijn binnengedrongen. Voor
deze sector liggen nog vele mogelijkhe
den open, waarlijk niet alleen in de
Bondsrepubliek.
Wie iets wil verkopen moet ook weten
hoeveel huishoudens er in de toekomst
zullen zijn en bovenal hoe groot zij zul
len zijn. Daaromtrent deelde de compu
ter mede, dat het aantal huishoudens
sneller zal toenemen dan de bevolking.
Dat wil zeggen, dat ook in Duitsland de
huishoudens steeds kleiner worden en
vaak maar uit een of twee personen be
staan. Nauwkeuriger: uit vele bejaar
den-echtparen en weduwen. Uit deze
cijfers mag worden geconcludeerd, dat
„het overwicht aan oude mensen en
vooral oudere vrouwen zo groot zal zijn,
dat de zo juist ontdekte en zo vlijtig be
werkte teenager-markt in groei zal wor
den verdrongen door afzetgebieden voor
produkten en dienstverlening, voorna
melijk geschikt voor oude mensen".
Tot de dienstverlenende sector be
hoort het horecabedrijf, dat op steeds
meer gasten kan rekenen. Als de com
puter gelijk krijgt zullen vele van die
oudere mensen er op den duur vanaf
zien zelf thuis te koken, maar in een
restaurant gaan eten. Zij zullen na
tuurlijk ook iets drinken, voornamelijk
alcoholvrije dranken. Het gebruik van
alcohol, koffie, thee, en sigaretten zal
niet meer in dezelfde mate als totnog
toe toenemen, ook dan niet wanneer 't
inkomen blijft stijgen. Wie geld over
heeft gaat het beleggen in waardevolle
juwelen of gaat meer geld uitgeven
voor vertier of het opdoen van kennis,
voor al hetgeen in de rubriek „Vrije
rij ds-consumptie" wordt samengevat.