cjCacli
er eenó om
m
SPANJE HOOPT OP TERUGKEER
VAN BEIDE „GROTE PABLOS"
PETER STRUYCKEN:
SPELEN MET
VORM EN KLEUR
Jan Sluyters
in Arnhem
Reisbeurzen '68 voor
beeldende kunstenaars
In-Phil-tratie
Casals en Picasso
Kompassie
Kleuren
De kous IN de kop
„Levenswerk" op
expositie in Haags
Gemeentemuseum
Wie haar ogen en oren in deze tijd goed openzet, moet wel tot de
verbaasde conclusie komen, dat het nog altijd niet meevalt om
vrouw te zijn. U behoeft maar in de vragenrubrieken, de ingezonden stukken,
de brieven aan de redactie van alle mogelijke bladen te snuffelen om daar
van doordrongen te geraken. Het is meestentijds al somberheid en treurigheid
wat het klokje, dat thuis toch zo opgewekt tikt, belieft te slaan.
Vrouwen worden verlaten, bedreigd, mishandeld, beroofd, geplaagd door
zorgen, door hun eigen en aangetrouwde kinderen, door andere vrouwen.
Het is één lange jammerklacht, er kan geen opgewekt woord, geen lachje
af. Lachen? Een werkwoord, dat hoogstens nog in de voltooid verleden tijd
wordt gebruikt Wie alleen al naar de mode-pagina's kijkt, voelt zich beklemd
om het hart, met zo'n sombere zwartomrande blik staren die juffers in
minirokken en broekpakken ons argeloze belangstellenden aan.
En waar, o waar, is de zonnige pretlach van de jeugd gebleven? Is het ook
al uit de tijd om als uitgelaten tiener eens voor het vaderland weg erop los
te schateren?
Het wil er bij mij niet in. Ik maak mij sterk dat er nog heel wat opgewekter
vrouwspersonen rondlopen, die maar al te graag, alleen of in vereniging, zomaar
ongeremd plezier hebben om een zotte situatie of een komisch verhaal. Maar
*ij komen blijkbaar bedroefd weinig aan hun trekken.
J-Jet wordt de hoogste tijd, lijkt mij zo, dat er bij tijd en wijle ook eens een
opgewekte onbekommerde lach-in wordt georganiseerd, om de daartoe
geëigende spieren en de ingebouwde vitaliteit soepel te houden.
In afwachting van het landelijk initiatief voor zo'n gloednieuwe beweging:
Lach iedere dag!, wil ik in het bescheidene wel een nummertje bijdragen.
Een verhaal dat ik met onversneden plezier heb aangehoord en zuinig
bewaard voor een geschikte gelegenheid. En die leek mij gekomen toen ik dezer
dagen het zoveelste boek over het wezen en karakter van de volwassen vrouw
uit handen legde. Daarin kan er ook geen lachje op overschieten. Geef mij dan
maar liever de dwaze historie die mij wankelend werd verteld door een vrouw
die dagelijks met vrouwen omgaat en daarin een onuitputtelijke bron van
amusement ziet Hoe ongeloofwaardig het klinken mag de geschiedenis
is wezenlijk en werkelijk gebeurd-
gen jonge mevrouw ging met man en jeugdig kroost welgemoed op weg naar
een natuurbad, een behoorlijk eind rijden van de stad hunner inwoning.
Zij had zich vanzelfsprekend gehaast om zo vroeg mogelijk te kunnen
vertrekken, want mooi weer is een buitenkans die niet elke zaterdag voor
het grijpen ligt Bovendien had zij al het een en ander willen klaarmaken voor
het avondeten, als de schare moe en hongerig thuis kwam. Maar eindelijk
zat zij dan, met verhoogde blos op de kaken en een uitgelaten jongste op de
knieën, naast manlief, door bloeiende dreven op weg naar zonbeschenen
gras aan een helder water.
Geen wolkje aan de lucht laat staan een vuiltje. Totdat zij, behaaglijk
geïnstalleerd op het zonneterras, opeens de hand voor de mond sloeg. En op
de vraag van manlief wat haar scheelde, met moeite uitbracht: „Ik heb vergeten
het gas onder de macaroni uit te draaien."
Er was enige tijd voor nodig om dat te verwerken. De macaroni die op een
laag maar pittig aardgaspitje pruttelde, kookte, verkookte, droogkookte.
Die koekte aan de panbodem, tot een stinkende massa die heter en heter
werd, die begon te smeulen en Wét te doen? De kinderen speelden en
spetterden uitgelaten in het zonbeschenen water. Moesten die nu uit dat
zomerse plezier gesleurd worden, vliegensvlug afgedroogd en aangekleed,
in de auto geladen en met een ziedende pa en trillende ma in ijltempo terug
gesleept naar de smoorhete stad? Voor een pan macaroni.
Nee, meende pa, van nature een onverstoorbaar nuchterling. Ja, protesteerde
ma, die de brandweersirene al hoorde gillen en met moeite de tranen binnen
de perken en de argumenten op fluistertoon hield. Alles met het oog op de
andere natuurbaders, die een scène weinig zouden waarderen. Het was alles
haar eigen domme schuld, en manlief had haar dat niet eens onder het
glimmende neusje gewreven. Maar, o, die pan op dat stille geniepige pitje.
jya een uur beliefde de hemel te betrekken en de wind op te steken, tot
heimelijke opluchting van de oudere partij, die nu een aannemelijk excuus
had voor de terugtocht tegen het protesterend kroost.
Er werd haastig aangekleed, ingestopt en weggereden, met een niet al te
geruste zwijger aan het stuur en een nèrveus rillende zwijgster naast hem.
Ondanks het drijvend zwerk, hield vader het tempo kalm, heel kalm, naarmate
hij de stad, en opvallend kalm toen hij de straat naderde. Hij speurde terluiks
naar ropk boven de daken, hollende nieuwsgierigen en moest zich geweld
aandoen de laatste hoek om te rijden.
Niets. Geen politie, geen brandweer, geen opgewonden publiek, geen
geblakerde puinhoop. Hun huis op zijn plaats in de rij, onaangedaan en
keurig, geen vonkje achter de vitrages. De ineengeklemde vrouwenhanden
durfden zich te ontspannen, zetten haastig de jongste op de stoep. Had zij
zich dan toch vergist en de gaskraan wél dichtgedraaid?
Geen sprake van. De knop stond wel degelijk op half. De macaroni bleek
gaar, een tikje te papperig. Maar de pan was koud, de vlem er onder uit.
Geen gedienstige buur had dus een verdacht geurtje geroken. Gen spoor
van gaslucht in de keuken. Een mirakel, onverklaarbaar en bijna spookachtig.
Toch niet. Want de meter stond stil bij gebrek aan een nieuwe gaspenning.
En de kinderen snapten maar niet wat er daarna nu zo uitbundig te lachen viel.
Voor veel televisiekijkers was het
maandag een soort Bloomsdag. Het foto
model Phil Bloom (nee, geachte zetter,
niet Phil Bloot) kwam namelijk ont
kleed op een scherm in plaats van,
zoals de meeste andere niet of nauwelijks
geklede mensen, erachter. Er zullen
waarschijnlijk veel meer mensen naar
hebben gekeken dan er op hebben willen
reageren. Daarom kon de VPRO ook
met een vrij gerust hart tegelijker tijd
met het vrouwelijk schoon zijn adres op
de beeldbuis zetten. Een misschien wel
grappig bedoeld, maar au fond nogal ver
velend en, gezien het geringe aantal
reacties, niet erg succesvol staaltje van
provocatie. Het leek echter ook wel nood
zakelijk te zijn als kapstok (sic!) om het
gehele stuntje aan op te hangen. Mijn
reactie op die dertig seconden pure na
tuur van Phil Bloom was althans: letter
lijk en figuurlijk niks an. Het lieve kind
dat enige tijd geleden iets minder onver
bloemd, want gedeeltelijk in bloemen ge
kleed, door de eerste aflevering van
„Hoepla" heenwandelde, boeide me veel
meer. Waarschijnlijk omdat deze ver
schijning min of meer per verrassing
kwam. Het stuntje van maandagavond
had echter veel voorpubliciteit gekregen,
over vallende (ochtend-) bladeren enzo,
en mede daardoor wist de kijker tevoren
al wel ongeveer, wat hij te zien zou krij
gen.
Het „verschijnsel" zou in deze rubriek
dan ook geen napubliciteit hebben gekre
gen als het louter ging om een doorbre
king van eventuele taboes bij brave, in
dit opricht gauw geschokte volwassenen
(jonge mensen zullen zich er wellicht niet
zo gauw aan ergeren), 't Was eigenlijk ook
niet 'n eerste taboe-doorbraak, want ik
herinner me nog goed de naaktmodellen in
een kunstacademie-reportage van de
VARA en ook de collages bij het nauwe
lijks veertien dagen geleden door diezelf
de VPRO uitgezonden stuk „De Getuigen"
van Hugo Claus.
Het gaat hier echter om iets anders.
En wel om de vraag: moet zo'n stuntje
nou per se om ongeveer tien minuten
over zeven worden uitgehaald, wanneer
vele Pipo-tweede-net-kijkertjes. die niet
een-twee-drie-Hoepla naar bed hoeven,
willen of kunnen, misschien nog naar het
kijkkastje zitten te staren?
„Maar hun ouders waren toch door de
voorpubliciteit gewaarschuwd en hadden
de knop toch meteen na het „welterus
ten" van de clown kunnen omdraaien?",
zult u vragen.
Deze foto maakt duidelijk, hoe Peter Struycken met een grondstructuur werkt. De zwarte blokker,
vormen het gegeven, waarvan hij in dit geval uitgaat. Door er een folie met grijze blokken over
heen te leggen en dit ten opzichte van het oorspronkelijke gegeven te verschuiven, is dus al een variant
in zwart en grijs verkregen. Er zijn er nog meer mogelijkhet aantal wordt zeer sterk uitgebreid,
wanneer men aan deze twee folies nog een met een soortgelijke structuur in lichtgrijs toevoegt. Op een
dergelijke wijze is een groot aantal schilderijen op de Haagse tentoonstelling tot stand gekomen.
MADRID Het Spanje van Franco doet
alle moeite de beide .grote Pablo's", de
naar het buitenland uitgeweken en sindsdien
in ballingschap levende kunstenaars Picasso
en Casals, andermaal te kwuien opnemen in
het culturele en kunstzinnige leven van het
vaderland. De eerste jaren na de burgeroor
log werden de namen van de twee kunste
naars angstvallig uit de publiciteit geweerd.
Nu wordt openlijk erkend, dat de terugkeer
van deze in de gehele wereld beroemde
Spanjaarden een van de belangrijkste doel
einden bij de culturele politiek is.
DEN HAAG De minister van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk, mej. dr.
M. A. M. Klompé, brengt onder voorbe
houd van goedkeuring door de begrotingswet
gever ter kennis, dat in 1968 van Rijks
wege een beperkt aantal reisbeurzen voor
beeldende kunstenaars beschikbaar zal wor
den gesteld.
Het doel van deze beurzen is, reeds geves
tigde kunstenaars in staat te stellen, in het
buitenland studies te verrichten, contacten te
leggen e.d., welke aan hun werkzaamheid als
kunstenaar ten goede kunnen komen. De beur
zen zijn bestemd voor kunstenaars, waarvan
kan worden aangenomen, dat zij bezwaarlijk
in staat z(jn, uit eigen middelen min of meer
regelmatig op reis te gaan. Voor reizen buiten
Europa zal in het algemeen niet meer kunnen
worden verstrekt dan een gedeeltelijke bij
drage In de kosten daarvan. Gegadigden die-
nen zich vóór 1 december 1967 schriftelijk te
melden bij de afdeling Beeldende Kunsten
van het ministerie.
Voor het doen van een keuze uit de aan
vragen zal de minister worden geadviseerd
door een commissie, welke is samengesteld op
advies van de Raad voor de Kunst. De terug
zending van het formulier vóór 1 januari 1968
zal als definitieve aanvraag voor de beurs
worden beschouwd.
Maar als die ouders de waarschuwing
nou eens hebben vergeten of omstreeks 7
uur heel gewoon afgeleid rijn door een
buurvrouw, een op het tafellaken onge
vallen beker melk of het telefoontje van
tante Miep uit Zierikzee?
„Wegen die dertig seconden bloot in
verband rnet hun gezondheid wel op tegen
de misschien wel dertig minuten dood,
die de kinderen wekelijks via allerlei
knokpartijen in tv-filmseries te zien krij
gen?"
Nee. Het is dan ook volkomen onbe
grijpelijk, dat er in onze aldoor naar vre
de verlangende en over vrede pratende
wereld blijkbaar zo weinig mensen rijn,
die protesteren tegen het geweld (een
veel onnatuurlijker verschijnsel dan vrou
welijke schoonheid) dat op deze wijze
vrijwel dagelijks de huiskamers en dus
de mentaliteit binnendringt. Maar dit be
hoeft geen reden te rijn, om hoera te
roepen over het tijdstip waarop Phil
Bloom in haar ware gedaante aan de kij
kers wordt voorgesteld.
„Ja, maar: de jongeren kunnen alleen
maar tussen zeven en acht naar de voor
hen geschikte programma's kijken, want
daarna hebben rij hun afspraakje, hun
huiswerk, hun avondcursus of hun jeugd
vereniging".
Prima. Maar is „Hoepla" wel zo'n echt
jongerenprogramma? Om de waarde van
voortreffelijke items als die over de
KNIL-mensen, het aan een slepende riek
te lijdende meisje en de uitspraken van
„Rolling Stone" Mick Jagger goed te kun
nen proeven, moet men toch wel een
enigszins ontwikkeld onderscheidingsver
mogen bezitten. Dat geldt in even sterke
mate voor het kunnen zien van de manier
waarop mensen als Olga Lowina en Clin-
ge Doorenbos worden geportretteerd.
Om kort te gaan (deze rubriek heet
immers „Beknopt" en doet nog niet aan
„specials"): „Hoepla" verdient alle
waardering, ook van de oudere kijkers.
Dat men af en toe ook eens een taboe
doorbreekt, is alleen maar welkom. Maar
men moet het doorbreken van taboes op
het gebied van de erotiek niet op een zo
danig tijdstip laten vallen dat het de in
druk wekt, en passant ook nog even een
vleugje seksuele voorlichting voor toeval
lig nog kijkende kinderen te ziin.
De VPRO heeft het vrijwel zeker ook
niet zo bedoeld en de begroeting van de
„jongens en meisjes" door de omroepster
die maandagavond „Hoepla" aankondig
de kan in dit verband ook moeilijk als
een wat wrang grapje worden beschouwd.
Maar bewuste of onbewuste voorlichting
aan kinderen, of het nu om dood of om
bloot gaat, is in de eerste plaats nog al
tijd een zaak die door ouders en andere
opvoeders rechtstreeks moet worden be
hartigd. Het tv-toestel, dat door rijn ka
rakter van mechanisch apparaat toeval
lig ook nog eens een keer géén deel van
ons persoonlijke leven uitmaakt, gaat dit
(om nog even in stijl te blijven) niks an.
Deze week kwam het bericht over een
nieuwe aderlating van de TROS-actuali-
teitenrubriek „Kompas". Eindredacteur
Joop van den Broek en redacteur Sjoerd
Rodermond hebben het voorbeeld van te
levisie-directeur H. F. van Loon gevolgd
en ontslag aangeboden. Betekent dit nu
onderhand de dood van „Kompas"? Ach,
het kan even goed een kinderziekte rijn.
Misschien was het daarom beter geweest,
de rubriek eerst een tijdje een andere
naam te geven: „Kom-pas-kijken".
De Westduitse vereniging van fabrikan
ten van radio- en televisie-toestellen ver
wachten, dat er tegen het einde van dit
jaar in de Bondsrepubliek tachtig- a hon
derdduizend kleurentoestellen geplaatst
zullen rijn. Eind september waren het er
reeds veertig- a vijftigduizend. Genoemde
vereniging is natuurlijk vastbesloten,
van West-Duitsland een bonTsrepubliek
te maken.
Tenslotte even een reclame-spot.
„Gerrit, moet je nog zo'n lekker
bakkie gefilterde Douwe Opa-koffie uit
het vuistje?"
„Ja zuster, verrukkelijk zuster!"
„Zo riet u maar weer: met Douwe-
Opa-koffie hou je de sokken erin!"
KASTPAR
Generaal Franco levert gaarne een bijdra
ge om Picasso en Casals tot een tegemoetko
mende houding jegens zijn regime te kunnen
overhalen. Pablo Casals heeeft tot dusverre
alle uitnodigingen voor een terugkeer naar
Spanje van de hand gewezen. Niettemin
heeft hij thans tot veler verrassing toestem
ming gegeven, rijn oratorium „El Pesebra"
in Catalonië ten gehore te brengen. Dit is ge
beurd ter gelegenheid van een nationaal Ca-
sals-festival te San Feiiu de Colinas, waar
aan ook het symfonieorkest uit het Franse
Toulose medewerking verleende. Tot de aan
wezigen behoorden de minister van Ontwik
keling, prof. Lopez Rodo, en talrijke andere
autoriteiten.
Een van de invloedrijkste katholieke dag
bladen, het avondblad „Madrid", maakte
van de gelegenheid gebruik, de musicus op
te wekken naar het vaderland terug te ke
ren. Daarbij vestigde „Madrid" met nadruk
de aandacht op de belangstelling van rege
ringszijde voor het festival. Bij de regering
werd er nog eens op aangedrongen, niets te
verzuimen om de terugkeer van Casals te
bevorderen.
In de achter ons liggende jaren is trouwens
almeer dan eens een poging ondernomen,
Casals te verzoenen met het regime te Ma
drid. Alle uitnodigingen strandden echter op
het verzet van de kunstenaar, doch er zijn
sterke aanwijzingen, dat de contacten in de
afgelopen maanden zijn geïntensiveerd. Zelfs
doet het verhaal de ronde, dat Casals bereid
zou zijn de uitgestoken hand te grijpen „als
het hele land achter de uitnodiging staat".
Het initiatief van het katholieke blad, dat be
paald afwijzend staat tegenover de politieke
inrichten van de musicus, zou als de aanloop
tot zo'n actie kunnen worden beschouwd.
Tezelfdertijd zijn de pogingen tot de terug
keer van de andere „grote Pablo", de schil
der Picasso, in een nieuwe fase gekomen. In
de afgelopen zomer werd in de badplaats Be-
nidorm een speciale Picasso-tentoonstelling
gehouden, de grootste manifestatie van deze
aard die ooit in Spanje was georganiseerd.
Nu heeft de Spaanse toneelschrijver en re
gisseur Adolfo Marsillach een plan ontwik
keld, het dramatische werk van de kunst
schilder voor het eerst te doen uitvoeren. Tij
dens een tweede Picasso-festival te Benidorm
zullen, als alles naar wens verloopt, verschei
dene eenakters worden uitgevoerd, werk dat
tot dusverre grotendeels volstrekt onbekend
is.
Als onderdeel van dit Picasso-festival zal
ook werk worden uitgevoerd van de op Mal-
lorca wonende toneelschrijver Camilo José
Cela, wiens oeuvre tot dusverre evenmin in
eigen land bekend is geworden. Het is de be
doeling, dat Picasso zelf de decors ontwerpt.
In een later stadium zouden dan Picasso-
manifestaties van nationaal formaat te Barce
lona of Madrid kunnen worden georganiseerd.
Zou Picasso er persoonlijk aan deelnemen,
dan zou dit worden beschouwd als een forme
le verzoening met het Franco-regime.
Alle belangstellenden zijn het erover eens,
dat terugkeer van de beide „grote Pablo's"
niet alleen een culturele, doch ook een poli
tieke gebeurtenis van het grootste belang zou
rijn.
Vele Spanjaarden hopen, dat zo'n stap zou
bijdragen tot het verminderen van de binnen
landse spanning.
De relatie tussen vorm en kleur is op het ogenblik volop in discussie. Het gaat niet
meer om de kleur als middel om gevoelens uit te drukken de functie, die ze voor
al in het expressionisme heeft. Het gaat er hier om, dat een kleur, in bepaalde vormen
toegepast, als kleur-v lak, als kleur-v o r m, 'n bepaalde taak kan hebben in 'n leefruimte.
Er wordt gezocht naar bepaalde wetmatigheden. Daarbij gaat men er geloof ik van uit,
dat hier een wetenschappelijke benadering mogelijk is.
Nu is dat uitgangspunt er niet helemaal naast. De nieuwste stroming in de abstracte
schilderkunst, de „clean abstraction", heeft zo te zien van alle emotionele uitingen afstand
gedaan. Zij zet strakke kleurvlakken tegen elkaar en gaat na, wat deze ten opzichte van
elkaar „doen". Zij werkt alle toevalligheden weg, door de kleur als lakverf met de spuit
aan te brengen op een glad vlak. Het enige is dan nog, dat de kleurvlakken in een bepaal
de spanning ten opzichte van elkaar komen te staan, hetzij door de kleur zelf, hetzij
door een bepaalde ritmering, dan wel door het domineren van de een boven de ander
Dat kan een zeer steriele indruk maken op degene, die van een schilderij meer verwacht
dan een samenstel van gladde, strakke kleurplekken. Maar degenen, die er zich intensici
mee bezighouden, willen kunnen nagaan, op welke wijze deze schijnbaar steriele kunst
invloed heeft op de omgeving waarin wij leven en werken.
De Nederlander die zich hiermee zeer intensief bezig houdt, is Peter Struycken. Hij
werd in 1939 in Den Haag geboren, en werd in 1964 reeds benoemd tot docent aan de
Academie voor Beeldende Kunsten te Arnhem. Hij doceert er vorm en kleur in onder
linge relatie en in relatie tot architectuur, doch werkt bovendien als vrij schilder en als
plastisch en monumentaal kunstenaar.
Zijn vrije werk is al enige malen bekroond, hetgeen hier en daar enige twijfels heeft
opgeroepen. Zo kreeg hij in 1966 de A.. Schwartzprijs bij een wedstrijd in Zaandam
voor een werk, dat als voorbeeld van een nieuwe stroming ongetwijfeld representatief
was, maar dat overigens om compositie, kleurstelling en toegepaste technieken heel wa:
weerstanden opwekte. Die weerstanden werden niet kleiner, toen het bekroonde paneel
kort daarna op een grote internationale tentoonstelling in Amsterdam opdook en het iu
dat milieu gooi bleek uit te houder».
Ctruycken worstelt met de relatie van
vorm en kleur. Die worsteling is zijn le
venswerk voor zover men bij 'n nog zo jong
kunstenaar al van „levenswerk" kan spre
ken. Het is bepaald geen spelletje, al schijnt
wel veel van zijn werk tot stand te komen
langs de weg van het spel. Dat wordt zeer
duidelijk uit de catalogus voor de tentoon
stelling van zijn werk, die tot 29 oktober in
het Haagse Gemeentemuseum wordt gehou
den.
De catalogus is geheel gedrukt op door
zichtig plastic folie. Het merkwaardigste is
echter niet de uitvoering, doch de toevoeging
van enige vierkante stukken folie, op elk
waarvan een bepaalde structuur van recht
hoeken en vierkanten is gedrukt. De structu
ren verschillen alleen in kleur: zwart, wit en
twee tinten grijs. Voor het overige zijn ze
geheel gelijk.
Door de folies in verschillende standen op
elkaar te leggen, kan men als het ware het
spel van de schilder naspelen. Dat heb ik
meer dan één bezoeker van de tentoonstel
ling zien doen, na een rondgang langs de
schilderijen. Terecht: want het merendeel
van wat Struycken in Den Haag laat zien,
berust op een dergelijke werkwijze het
variëren van een gegeven grondstructuur,
door die enige malen met een bepaalde ver
schuiving of draaiing op elkaar te leggen en
dan telkens een andere kleur op het paneel
te spuiten.
Daarbij maakt de schilder dan al geen ge
bruik meer van een paneel spaanderplaat of
hout, maar van een vierkante plaat volko
men doorzichtig perspex. Aangezien dit en
kele centimeters uit de wand in de ruimte
komt te hangen, krijgt de schildering een be
paalde ruimtelijke werking in samenspel
met de textuur van de wand erachter. Dit
is geen gril.
Blijkens rijn voorwoord tot de catalogus
acht Struycken in het algemeen textuur een
belangrijk element in ons contact met onze
omgeving. Tasten is een van de manieren,
waarop wij kennis krijgen van de wereld om
ons heen. Zo, in het samenspel van kleur er.
textuur als zelfstandige elementen van onze
omgeving, probeert Struycken iets te verwe
zenlijken van wat hij een goed leefklimaat
acht.
'/ijn proefstuk heeft hij naar mijn mening
niet geleverd in rijn schilderijen. Twin
tig tot dertig varianten op één grondstruc
tuur kunnen kleur of geen kleur nogal
monotoon worden. Struycken heeft naar mijn
mening belangrijker werk geleverd: in de
manier, waarop hij samen met de beeldhou
wer André Volten de kale ruimte van een
grote kantine heeft aangekleed.
De maquette van deze kantine is eveneens
in Den Haag aanwezig. In een stuk architec
tuur van de architecten ir. A. van Gelderen
en ir. K. Visser te Amsterdam hebben de
beide kunstenaars hun bijdrage geleverd.
Door toepassing van twee kleuren linoleum
op de vloer, door het aanbrengen van me
talen reliëfs op de wanden en van structuren
in latten op het plafond alles precies op
elkaar aansluitend werd een ritmering
van een ruimte verkregen, die van een pij
penla 'n overzichtelijk ik zou haast zeg
gen: menselijk geheel maakte.
Het is misschien een tekort in mijn denk
wereld, maar ik vind deze toepassing van
Struyckens opvattingen in een ruimte in sa
menspel met het werk van Volten veel boei
ender dan in zijn schilderijen op perspex
Want hier krijgt wat elders een wat sterie
le Suielerei lijkt, plotseling een functie, ee.i
betekenis ik zou haast zeggen: een in
houd, als dit niet te veel aan een „verhaal
tje" deed denken.
Eerlijk gezegd vond ik in deze maquette,
wat ik in de zelfstandige schilderijen al te
veel miste: een relatie met het menselijke
leven. Tenslotte heeft alle kunst met ons le
ven te maken ook voor Struycken. Mis
schien maakt hij dat in rijn monumentale
opdrachten wel het meest waar.
D. P. VAN WISCHEREN
Terwijl in 's-Hertogenbosch duizenden de
tentoonstelling van Jeroen Bosch bezoeken,
zijn in het Gemeentemuseum Arnhem enige
werken tentoongesteld van die andere Bos
schenaar, die veel betekend heeft voor de va
derlandse schilderkunst n.l. Jan Sluyters.
Jan Sluyters werd in 1881 te 's-Hertogen
bosch geboren en ontving zijn eerste oplei
ding aan de tekenschool aldaar.
In 1904 na het winnen van de Prix de
Rome bezoekt hij Parijs. Van die tijd af
wordt zijn werk beurtelings beïnvloed door
impressionisme, fauvisme, kubisme, futuris
me enz., maar toch verrast hij telkens door
eigen opvatting.
Zijn experimenteel zoeken uit zich vooml
in zijn Staphorster periode, waarin hij
evenals Van Gogh in zijn Brabantse tijd
het harde leven en de verstarde traditie van
de Staphorster boeren uitbeeldt en zich te
vens met velerlei compositieproblemen bezig
houdt.
Daarna vormt zijn picturaal vermogen zich
tot, wat men zou kunnen noemen, een vitaal
realisme.
Plasschaert noemt hem „de uitbundigste en
felste schilder van zijn generatie".
Als kolorist bij uitnemendheid en werkend
met een geweldige schilderdrift toont hij
zich een schilder van overvloedige feestelijke
lichtkracht en kleur.
In de koepelzaal van het Gemeentemuseum
Arnhem zijn negen schilderijen van Jan Sluy
ters tentoongesteld. De meeste van deze
werken zijn in bruikleen gegeven door de zoor.
van de schilder, de heer R. Sluyters te Arn
hem.
„Damesportret in rose" van Jan Sluyters.
I