^JJoudi
UlCj
i
en
ewec^incf
oJYCuze
Enthousiaste jonge
mensen proberen
op de Veluwe de
kloof tussen de
toneelschrijver en
zijn publiek te
overbruggen
Miniem (I)
Miniem
Woordspeling
Pakkend
Blokker
Lengte
nissen
Schouwburg
In groepen
Geldgebrek
JJet is altijd plezierig iemand met vuur en geestdrift over haar
beroep te horen praten, ook al is dat beroep het laatste dat
u en ik zouden kiezen. En als er dan twéé gelijkgezinde enthousiastelingen
elkaar in de rede vallen en aanvullen over dat prachtige, dat moeilijke,
dat belangrijke beroep waaraan zij met hart en ziel verknocht zijn, dan is het
zaak de schakelaar op nonactief te zetten voordat het strijkijzer de deken
schroeit bij het ingespannen luisteren.
Rij na was mij dat ook overkomen toen de radio twee van zulke opgetogen
vakmensen hun zegje liet zeggen. Een leidster van een balletschool en
haar mannelijke collega werden deskundig geïnterviewd, en hun dikwijls
krasse uitspraken waren de moeite van het overdenken waard, ook
al had men zelf niet de minste ambities in die richting. Toekijksters moeten
er ook zijn, en ik zag in gedachten al zo'n troepje kleuters op de tonen van
de piano de studio komen binnenhuppelen.
Dat er onder al die tientallen kleine amateurs misschien, heel
misschien ééntje schuilt die wel eens kon uitgroeien tot een sterretje
daarvan waren beide deskundigen zelf zeer wel overtuigd. Maar dat is de
natuurlijkste zaak van de wereld en behoeft geen moeder ervan te weerhouden
haar beweeglijke kleine spruit naar een balletklas te sturen. Want van
de daar vereiste strenge training kan zo'n kind een leven lang alleen
maar profijt hebben.
O nee,.niet door allerlei moeilijke standen en bewegingen te leren uitvoeren.
En helemaal niet door hartewens van menige ijdele mama zo schattig
op de teenspitsen te leren lopen.
Maar simpel en alleen, zei de geroutineerde vakvrouw met klem, en
haar collega beaamde dat: om in elk geval een goede houding te leren
aannemen en op een behoorlijke manier te leren lopen.
W'ant dat de balletleidster werd er gezond kwaad over dat is zoiets
zeldzaams in ons lieve vaderland, dat men er grijze haren van zou
krijgen. Kijk maar eens om u heen óp straat, drong zij aan. Zie maar eens hoe
de overgrote meerderheid der voorbijgangers, mannen zowel als vrouwen,
zich voortbeweegt. Want lopen kan men dat met goed fatsoen niet meer
noemen. Het is sjouwen en sjokken dat pijnlijk is om aan te zien. Hoofd
vooruit, schouders gebogen, rug krom, knieën doorgezakt en de voeten
schuifelend of sloffend alsof zij het elk ogenblik zullen opgeven.
Geen wonder: wie op die manier haar lichaamsgewicht moet verplaatsen,
kan zich net zo goed een zak stenen op de schouders laden. Als al die
sjoksters en sjouwers in hun jeugd balletles hadden gehad zouden zij tenminste
geleerd hebben en er straf in getraind zijn rechtop en in de juiste houding
te staan en zich te bewegen.
"pn niet alleen op balletles, dacht ik zo, toen de radio het welletjes vond
en op iets alledaagsers overschakelde. Balletles is uitstekend als
die deskundig wordt gegeven, maar vermoedelijk voor vele ouders toch wel
een dure liefhebberij. Mag het misschien ook een wat eenvoudiger maar even
doeltreffend uurtje turnen of ritmische gymnastiek zijn?
Vooral dat laatste is een heerlijke vrijetijdsbesteding voor het jonge goed
dat eens vrouw hoopt te worden. Hebt u wel eens zo'n groepje meisjes op
het podium zien staan in haar hupse witte minijurkjes, klaar voor
haar hoepel- of baloefening? Rechtop, beheerst, doodstil, met alle lenige gratie
van jonge, gezonde lichamen. Om dan, perfect in de maat en sierlijk tot in de
kleinste beweging zich schijnbaar moeiteloos te werpen in die golvende
ingewikkelde figuur van haar keuroefening, op de maat der muziek. Het is
alles losheid, gratie, spierbeheersing en tegelijk zich gewonnen geven aan
cadans en melodie.
Zo'n meiske kan eenvoudig niet- slecht lopen of zich stuntelig bewegen.
De juiste fiere houding en losse beweging is haar een tweede natuur
geworden, ook buiten de les.
TTeker, ik weet het maar al te goed: op de leeftijd dat opgroeiende meisjes
een goede lichamelijke training dringend nodig hebben, zitten zij dag
aan dag en avond aan avond krom gebogen over haar leerboeken. En zien
geen kans bij al dat huiswerk en die repetities er uit te breken voor een
uur ritmische gymnastiek. Haar lichamelijke opvoeding blijft beperkt tot een
drie kwartier draven op het sportveld, waarvan dan vaak nog een t
lelijke hap wordt afgebeten door het heen en weer fietsen. Maar als zo'n
meisje van kleuter af in een zorgvuldig opgebouwd programma van
oefeningen een grote mate van sierlijkheid en lenigheid is bijgebracht, zal een
overladen studieperiode daar weinig aan bederven.
Het is werkelijk frappant om te zien hoe een oud-leerlinge, die na
haar einddiploma weer eens „voor de gezelligheid" een gymnastiekles van
haar gewezen leidster komt binnenstappen, de verleiding om nog eens mee
te doen niet kan weerstaan. Zij voegt zich onmiddellijk in het oude straffe ritme,
beweegt zich onbewust met dezelfde gratie van weleer, en hanteert hoepel
of bal met hetzelfde vertrouwde gemak. Alsof zij nooit is weggeweest.
"Y7"an een vrouwenlichaam wordt, in elke staat en levensfase, heel veel
gevraagd. Het is ertoe uitgerust, maar het moet getraind en onderhouden
worden, wil het aan zijn doel beantwoorden. Elke moeder die haar kleine
meid al vroeg naar een lesuurtje ritmische gymnastiek stuurt, en daaraan zo
lang mogelijk de hand houdt, bewijst haar kind een weldaad voor het
leven.
Een scène uit het kinderspel Koning Bom-
babast", waarmee de Werkgroep Apeldoorn
van de Stichting A.T.L. dinsdagavond in schouw
burg „Orpheus" op een bescheiden, maar over
rompelende manier naar buiten trad.
Binnenkort wil deze groep nog meer van zich
doen horen en zien, teneinde het publiek meer
vertrouwd te maken met goed, veelal modern,
toneel. Voor deze „toekomstmuziek" hield het
optreden van dinsdagavond zoveel beloften in,
dat we met de directie van de Stichting A.T.L.
en een aantal leden eens een praatje zijn gaan
maken, waaruit bleek, dat de jeugd van vandaag
het toneel van vandaag werkelijk wel ter harte
gaat. Het leek ons daarom belangrijk, een aan
tal gedachtenmvan deze jonge mensen in bij
gaand artikel weer te geven. Misschien kan er
iets door worden losgemaakt bij anderen van
goede wil, die bezorgd zijn over de cultuursprei
ding in onze contreien, maar niet weten, hoe
deze nood concreet moet worden gelenigd.
mm
De Doelen in Rotterdam zal op zater
dag 28, zondag 29 en maandag 30 oktober
voor de tweede keer ruimte bieden voor
het Newport Jazz Festival, dat vorig jaar
in een keer tot de belangrijkste jazz-ge
beurtenis in ons land werd. In het program
ma treden op: Thelonious Monk Orches
tra, Herbie Mann Quintet (zaterdag), Sa
rah Vaughan and her trio, Guitar Work
shop, Gary Burton Quartet, Newport All
Stars (zondag), Miles Davis Quintet en Ar
chie Shepp Quintet (maandag).
Het Newport Jazz Festival wordt naar
Nederland gebracht en gepresenteerd door
De Doelen in Rotterdam, terwijl de pro-
duktie in handen is van George T. Wein,
president festival Productions Inc. New
Yorkt Alan Bates' Office te Londen, in
Nederland is samenwerking met het or
ganisatiebureau Paul Acket te Den Haag.
Zoals u deze week in ons blad heeft
kunnen lezen, mogen regisseurs en produ
cers van de VARA en de KRO geen me
dewerking verlenen aan programma's
VARA-regisseur Peter van Halm mag het
eerste tv-programma van de NVSH, waar
hij mee bezig was, wel voltooien, maar
dan moet het ook afgelopen zijn: de steun
van de „maxi"-omroepen aan de mini's
blijve miniem.
Bij de KRO heeft men er op gewezen,
dat de staf daar onderbezet is en dat
veel van de medewerkers wordt geëist
voor de gezamenlijke programma's vans
NRU en NTS. Een redelijk standpunt,
want de frequentie, waarmee de namen
van sommige radio- of tv-mensen op het
scherm of uit het radiotoestel komen, doen
vermoeden dat er op deze krachten een
beetje roofbouw wordt gepleegd, wat de
kwaliteit van de uitzendingen uiteindelijk
iniet ten goede kan komen. Maar waar
om laat de KRO wel haar Dick de Vree
als reporter in programma's van „de Ker
ken" zien en haar omroepsters deze uit
zendingen aankondigen?
De VARA vreest dat het 'n wonderlijke
indruk op het publiek zou maken, als haar
mensen zouden meewerken aan pro
gramma's van de mini-omroepen. „Waar
om wel vakkundige bijstand aan de NVSH
en niet aan de TROS?" zo vraagt men
zich daar af. Dit standpunt lijkt me niet
zo sterk. De wekelijkse Iks-sprong van
VARA-man Henk van Stipriaan in het
NRU-duister maakt op mij geen wonder
lijke indruk. Waarom zou Henk minder
geschikt zijn voor een interviewtje bij de
NVSH? Een vergelijking van de NVSH
met de TROS gaat evenmin op. De
TROS moge dan verhoudingsgewijs even
veel eigen ideologie in haar program
ma's stoppen als de VARA, de KRO, de
AVRO, de NCRV en de VPRO in de hun
ne, zij is evenals de „grote vijf" een om
roep die een zo volledig mogelijk pro
gramma brengt of althans behoort te
brengen. De meeste mini-omroepen willen
echter alleen maar een levensbeschou
wing uitdragen of een charitatief doel
meer bekendheid geven. Zij zijn meren
deels ontstaan uit Qntevredenheid over
de geringe aandacht die de grote omroe
pen aan hun doelstellingen wensten te be
steden.
Veel mini-omroepen zijn de onbetaalde
rekeningen van de maxi's. Daarom is het
standpunt van de KRO, dat zij hun eigen
programma's maar zelf moeten zien te be
mannen, niet geheel juist Het succes dat
pater Henri de Greeve vroeger met zijn
Bond zonder Naam-programma's voor de
KRO-radio oogstte, bewees dat die „Licht
bakens" in die jaren een eigentijdse, ef
fectieve vormgeving bezaten. Heeft de
KRO er laten wel voldoende aan meege
holpen dat het goede doel van de Bond
zonder Naam volgens een even pakkende
formule werd gepropageerd, desnoods ook
via de t.v.? Het was en is toch een even
groot goed als de Sint Nicolaasactie van
De Zonnebloem? Heeft de VARA
in samenwerking met het Humanistisch
Verbond wel voldoende tv.-dagsluitingen
nagestreefd? Of meer sexuele voorlichting
in samenwerking met de NVSH willen ge-
Hat b.v. die ene teach-in-reporta-
Sommige mini-omroepen zullen zich dank
zij de medewerking van free-lancekrach-
ten waarschijnlijk kunnen handhaven. Al
is het jammer dat deze krachten door hen
zullen moeten worden betaald met geld,
dat ook direct of indirect aan het door
hen gepropageerde goede doel ten goede
had kunnen komen. Daarom is het te ho
pen, dat de instellingen wier mini-omroe
pen eventueel door de grote omroepen wor
den doodgedrukt, e'ventueel van diezelfde
grote omroepen een beetje zendtijd krijgen
of terugkrijgen, of op een andere wijze in
geschakeld worden voor de voorlichting
aan en namens hen die zich als lid van
de mini-omroepen opgaven en dus recht
op enige zendtijd blijven behouden.
Overigens zit mevrouw Zeldenrust van de
NVSH niet stil (de naam zegt het trou
wens al). Zij wil toch nog proberen om
inzake de tv-programma's van haar ver
eniging met de VARA tot gunstige resulta
ten te komen. Misschien kan zij, overeen
komstig de doelstellingen van de .NVSH,
het beste een hennetje meenemen voor de
nog altijd eenzaam kraaiende VARA-haan.
Het zal noch de VARA, noch de NVSH
windeieren leggen.
lengte van Leen Jongewaard. „Een meter
zestig", antwoordt het blad in zijn jongste
aflevering.
Dat weten we dus ook weer. Nu nog de
lengte-van-jaren van de Ouwe Opa.
Inspiratie komt soms bij meer dan één
persoon tegelijkertijd. Hadden wij ons de
ze week zo graag af willen vragen, of Sie-
be van der Zee zich onderhand niet ge-
AVRO-nteerd voelt. Komt de nieuwste
KRO-.gids echter met het volgende:
„Wat doen journalisten en andere meele-
venden bij het urenlange wachten op com
muniqués van het AVRO-bestuur inzake de
affaire-v. d. Zee? Een beetje spelen met
de letters AVRO-RTN. De R is dubbel,
één R kan dus worden geschrapt: dan
houden we AVRO-TN over. Als je het iets
anders leest, krijg je een gemakkelijk
woord a-v-r-o-t. En dan moet u 'ns kij
ken, wat er gebeurt als u van die ene
stemhebbende v een dubbele stemloze f
maakt", aldus de schrijver van de KRO-
niek. Juist: dan krijg je „geaffronteerd",
wat weer te herleiden is tot „ge-AVRO-
nteerd".
Wat ge- AVRO-nteerd dan weer bete
kent, vraagt u? Het betekent zoiets als:
zich voor het hoofd afdeling televisieza
ken gestoten voelen.
Onder de titel „Satire na de dood van
Satire" (een woordspeling op „God na de
dood van God", de titel van een vorig sei
zoen door de VPRO-tv uitgezonden teach-
in) heeft Jan Blokker in het oktober-num-
mer van „Hollands Maandblad" een arti
kel geschreven, waarin hij constateert dat
ds. I. van Houte van de VPRO nog eens-
duidelijk heeft gemaakt, dat de satire in
Nederland geen kans meer maakt.
De satire van „Zo is het" noemt hij
„een zaak van on- (of anti-) Nederlandse
activiteit, hetgeen de McCarthy-achtige re
actie verklaart in De Telegraaf, de meest
realistische aller kranten". Blokker doet
dit in het licht van de volgende constate
ring:
„Het realisme vkn het Nederlandse volk
houdt wel ruimte over voor kleine correc
ties op de werkelijkheid zoals zij is, maar
verzet zich ernstig tegen elke vorm van
twijfel aan de waan dat het bij de gege
ven werkelijkheid best is uit te houden: je
weet wel wat je hebt, niet wat je krijgt",
aldus Jan Blokker. Zo lijkt het toevallig
ook nog wel eens een keer.
Een heel kleine Groninger heeft de re-
De nieuwe zondagavondserie van de
NCRV-televisie, „Kent u mijn vrouw?",
is door diverse critici met gemengde ge
voelens ontvangen.
Ik hou echter nu en dan wel van die
simpele huis-tuin-en-keuken-programma's,
die alleen maar pretenderen heel gewoon
te zijn. Ze vallen meestal minder tegen
dan programma's die met veel tam-tam
worden aangekondigd vanwege hun gods
dienstige, politieke of humoristische kwa
liteiten en vormen voor iemand die een
drukke werkdag of een bewogen weekend
achter de rug heeft een simpele, welkome
ontspanning, die hem nog net voor com
plete luiheid of verveling behoedt. „Coro
nation Street" vind ik ook zo'n fijne serie
voor in de luie stoel met de pijp en de
pantoffels. „Kent u mijn vrouw?" en „Co
ronation Street" hebben bovendien ge
meen, dat er goed in geacteerd wordt.
Toch is de eerste aflevering van „Kent
u mijn vrouw" me zondagavond „privé"
niet meegevallen. Ik bracht de laatste
uurtjes door in de plaats waar ik het
weekend op bezoek was geweest. Nog tij
dens „NTS-Sport" had ik koortsachtig
m'n weekendtas gepakt, om vanaf half
negen nog een tijdje op m'n gemak naar
de televisie te kunnen kijken, alvorens
weer de terugreis naar m'n woonplaats
te aanvaarden. Zit ik goed en wel en
kómt me daar op de beeldbuis het echt
paar uit „Kent u mijn vtouw?" een half
uur bijna niets anders doen dan...koffers
in en uit pakken.
Nog één keer zoiets op de zondagavond
en ik schrijf de NCRV een protestbrief,
waarin ik vraag: „Kent u mijn weekend
tas?"
THEATER JAN BINNENUIT"
Niet alleen de schoolkinderenmaar ook
de volwassenen die dinsdagavond in
de kleine zaal van schouwburg „Orpheus"
te Apeldoorn de bijeenkomst bijwoonden
die daar ter gelegenheid van de Kinderboe
kenweek '67 door de Apeldoornse Auteurs
kring en de gemeente Apeldoorn was geor
ganiseerd, hebben aandachtig zitten genie
ten van het spel „Koning Bombabast" en
de frisse, overtuigende wijze waarop het
werd opgevoerd door een aantal jonge men
sen van omstreeks twintig jaar, die zich
Werkgroep Apeldoorn" noemen.
Wat is dat eigenlijk voor een werkgroep
De volgende morgen komen we in de
aula van de Rijkskweekschool voor Onder
wijzers en Onderwijzeressen aan de Molle-
ruslaan het antwoord op deze vraag halen.
Op het toneel staat de lakei uit „Koning
Bombabast" aanwijzingen te geven tussen
een aantal kwekelingen, dat ditmaal geen
kinderspel, maar het befaamde toneelstuk
„Marat" van Peter Weiss aan het repeteren
is, in de Duitse taal. De lakei, Corné Suur-
land uit Epe, vraagt aan een meisje of zij
zijn taak even wil overnemen, springt van
de Bühne af en zit even later met zijn vriend
Ruud Pater tegenover ons, om te vertellen
hoe het allemaal begonnen is en wat ze al
lemaal willen.
P'orné Suurland en Ruud Pater zijn niet
alleen de auteurs van „Koning Bomba
bast", maar ook de directie van de Associa
tion ThéStrale et Litteraire, kortweg ge
noemd de A-T.L. Een stichting, die in juni
van dit jaar werd opgericht en thans 23 le
den telt, afkomstig uit diverse groeperingen,
maar toch sterk geestverwant.
Corné Suurland was vorig seizoen voorzit
ter van de Jeugdwerkgroep Apeldoorn, waar
mee de Nederlandse Amateur Toneel Unie
jonge amateurtonelisten wat meer wegwijs
wil maken in hedendaags theater. Een aan
tal leden van die groep wilde ook wel eens
optreden. Weer anderen die nu lid zijn van
de A.T.L. komen uit de „conventionele"
amateurverenigingen of uit de literaire groep
van kweekschoolleerlingen, die eenmaal per
maand bij elkaar kwam om qver literatuur
te discussiëren en het verband tussen litera
tuur en theater ook wel eens in praktijk wil
de brengen. Verder behoren tot de A.T.L.
een aantal jonge mensen uit het Nederlands
Recréatie Theater, waarbij de stichting, even
als bij de N.A.T.U., is 'aangesloten.
echt overheen moeten komen om ze weer te
kunnen spelen".
NETTY: „Zoiets heb je gewoon nodig. Als
je op school zit, moet je iedere week eén
avond zonder huiswerk kunnen hebben en
creatief bezig kunnen zijn. Concentratieoefe
ningen doen. Of muziek beluisteren en er je
eigen bewegingen bij maken. Ik zou niet ie
dere avond tv kunnen kijken. Als je van te
voren weet: donderdagavond is m'n toneel
avond, dan kun je er ook rekening mee hou
den en je huiswerk op woensdagavond
maken".
ELLY: „Het is een afwisseling van de
sleur van het dagelijks leven".
FRANKLIN: „Het is broodnodig".
De A.T.L. omvat diverse groepen. Voorlo
pig wordt met name „geopereerd" door de
Werkgroep Apeldoorn en de Creatieve Werk
groep.
Corné Suurland schuift ons een gele folder
toe. Daarin lezen we onder het kopje „Werk
groep Apeldoorn" onder meer het volgen
de: „Doel is: op verantwoorde wijze jonge
ren in aanraking te brengen met modern to
neel, experimenteel toneel, semi-mime, uit
gewerkte concentratie-oefeningen en crea
tief spel". (Interpunctie van ons).
De werkgroep probeert daarbij onder meer
in de huid van grote toneelschrijvers te krui
pen en fragmenten uit hun stukken op te
voeren. Op het lijstje staan „Marat" van
Peter Weiss, „Tanchelijn" van Harry Mu-
lisch, „Furcht und Elend des Dritten Rei-
ches" van Bertolt Brecht en „De Vliegen"
van Sartre. In de toekomst wordt het rijtje
misschien nog aangevuld met „Ubu Roi"
van Alfred Jary en een werk van een Griek
se klassieke schrijver of Shakespeare.
Onder het kopje „Creatieve werkgroep"
staat in de folder:
„In ieder kind is een drang tot scheppen
de arbeid, die we creativiteit noemen. De
creativiteit komt in verschillende vormen
tot uiting: in muziek, in woord en gebaar of
in een zichtbaar blijvend beeld (beeldende
expressie). Door een juiste activering kan
de vereiste harmonie tussen gevoel, wil en
verstand worden bevorderd. Omdat op veel
scholen om diverse redenen aan deze crea
tieve vorming te weinig aandacht geschon
ken wordt, stelt de creatieve werkgroep zich
ten doel dit tekort op te vangen. Hiervoor
organiseren wij regelmatig een aantal rnid-
.dagen voor 612-jarigen, waarbij wij zullen'
proberen hun creativiteit te stimuleren. Aan
de orde komen: tekenen, handenarbeid en
creatief spel".
De A.T.L. heeft voorts de beschikking over
de in april 1965 opgerichte pop-groep „Vamp"
die beoogt „allround music" te brengen. De
Werkgroep Apeldoorn en „Vamp" proberen
samen te zorgen voor „modern/experimen
teel toneel, vermengd met popmusic en als
het mogelijk is met inbrengen van het pu
bliek".
„Een soort Living Theatre,- dat willen we
graag", verduidelijkt Corné Suurland.
WH ~*-i- t
Corné Suurland, met Ruud Pater directeur
van „A.T.L."
beschikbaar stellen voor de creatieve vor
ming van kinderen uit buurtverenigingen en
personeelsverenigingen („bij voorbeeld op een
vrije zaterdagmiddag, met eventueel een
toneelstuk door de Werkgroep Apeldoorn er
achteraan") de Werkgroep Apeldoorn wil
haar theaterexperimenten in de eerste plaats
brengen voor een publiek uit de eigen gene
ratie,- liefst op Soos-avonden, in Apeldoorn,
Epe en verre omgeving.
Er is haar al een aantal contracten aange
boden, maar men wil voorlopig nog niet naar
buiten treden.
„Tot januari hebben we de tijd nodig om
ons voor te bereiden, we willen ons helemaal
en goed kunnen inzetten", zegt Corné Suur
land.
Als we vragen, hoe de mentaliteit in de
Werkgroep Apeldoorn is, antwoordt hij:
„Het zijn bijzonder enthousiaste mensen.
Ze repeteren alsof hun leven er van afhangt.
Niet alleen op die ene avond in de week,
maar ook in de weekends".
J^ven later blijkt, dat hiermee niets teveel
gezegd is. Drie andere leden van de
groep zijn er bij komen zitten en tonen zich
allen even enthousiasten. Het zijn Elly Kaas-
tra (die ook in de Spelgroep Regentessekerk
heeft gezeten), Netty van Arragon (verzorg
ster van weekopeningen op de Rijkskweek
school, lid van de literaire groep) en Frank
lin Hermes (ook lid van de literaire groep,
die via de „ontzettend veel werk" verzetten-r
de secretaresse Mieke Koning A.T.L.-er is
geworden).
Ook zij zijn leerlingen van de Rijkskweek
school. Ze zitten in de derde klas. Als de
derde klas iets op toneelgebied doet, is het
feitelijk iets van de Werkgroep Apeldoorn.
Op Sinterklaasavond hebben ze een cabaret
verzorgd.
NETTY: „Die concentratie-oefeningen zijn
fijn om te doen".
ELLY: „Maar ik ben wel eens geschrokken.
De andere jongeren brengen meestal niet
veel begrip op. Als een klas ons bezoekt en
ons tijdens de oefeningen bezig ziet. wordt
er wel eens om ons gelachen".
Voor deze oefeningen maakt mén gebruik
van de yoga-methoden en de Zweedse me
thoden. Zijn ze ook aanhangers van de Ma-
harishi Mahesh Yogi, die de Beatles en Ma
rianne Faithfull in zijn kielzog heeft gekre
gen?
CORNé: „Ik heb veel respect voor wat de
Beatles presteren. Daarom gun ik ze een
gekke zijsprong af en toe van harte".
De concentratieoefeningen worden vooral
gedaan opdat men na gedane dagelijkse ar
beid op effectieve wijze kan binnendringen
in de wereld van de toneelschrijver, wiens
werk men speelt.
NETTY: „Als je eenmaal weet wat zo'n
man bedoelt, begrijp je het pas goed. De
eerste keer zie je het verband nog niet".
ELLY: „Maar als je er middenin zit, is
het allemaal heel normaal".
CORNé: „Moet je een bepaalde schrijver
voor je boekenlijst lezen, dan zeg je na af
loop soms: „Wel aardig". Maar je begrijpt
hem pas als je hem speelt".
Is dit een louter intellectueel begrijpen of
ook een ervaren persoonlijke verwantschap?
CORNé: „We zijn het niet altijd eens met
de visie van de schrijver".
ELLY: „Neem nou „Wegens sterfgeval ge
sloten" van Jan Wolkers".
CORNé: „Maar er zijn ook stukken, die
Bij de voorstellingen van hedendaags to
neel in schouwburg „Orpheus" zie je opval
lend weinig jonge mensen. Hoe komt dat?
NETTY: „De jonge mensen moeten er
meer met de neus opgedrukt worden"
ELLY: „Wat er in de schouwburg te doen
is, lees „ik alleen maar van de borden aan de
straatlantaarns. Ze moeten veel meer tam
tam maken, met inleidingen enzo. Als je een
schrijver niet kent, ga je niet naar de op
voering van een van zijn stukken".
CORNé: „De mensen moeten nieuwsgierig
worden gemaakt".
RUUD: „Als ik ip de schouwburg naar
een voorstelling van modern toneel zou gaan
kijken en ik zou niets van modern toneel we
ten, zou ik het niet begrijpen en de volgen
de keer ook niet terugkomen".
CORNé: „Je moet bijna letterlijk contact
met zo'n schrijver krijgen. Daarom treden
wij graag op Soosavonden op. Daar kom je
niet alleen de jonge mensen van de middel
bare scholen, maar ook die van de fabriek
tegen".
Wat verwachten jullie van het oudere pu
bliek?
CORNé: „Daar hebben we geen verwach
tingen van. Je ziet het wel aan de gewone
amateurtoneelverenigingen, die jaar-in, jaar-
uit het conventionele genre brengen. Er zit
ten in die vereniging heus wel ouderen, die
nog jong denken en wel eens wat nieuws zou
den willen brengen, maar dan krijgen ze
geen publiek".
RUUD: „Hun argument is meestal: „Als
we modern spelen, krijgen we lege zalen."
Zij spelen zuiver om het geld".
ELLY: „Een verkeerde instelling".
Er wordt een gunstige uitzondering ge
noemd: Dimitri Frenkel Franks „Polyester
Polka" door de Apeldoornse toneelvereni
ging „Jan Holtland".
CORNé: „En vergeet niet: wij zitten nog
niet in zo'n moeilijke positie als die amateur-
verenigingen".
Dit wil niet zeggen, dat de Werkgroep
Apeldoorn zoveel financiële middelen heeft,
dat zij met een gerust hart overal dat kan
gaan spelen, wat zij graag spelen wiL De
stichting krijgt geen. subsidie. Alle experi
menten die tot nu toe zijn ondernomen en
alles wat men in de nabije toekomst wil
doen, moet door deze nog niet verdienende
scholieren uit eigen zak worden betaald. Zij
kunnen dan ook slechts optreden, wanneer
zij daartoe door jeugdverenigingen etc. wor
den uitgenodigd.'
De werkgroep zit te springen om een soort
Mickery Theatre. Om een ruimte, waarin op
diverse punten kan worden gespeeld. Niet al
leen maar fragmenten, maar hele toneel
stukken. Men heeft gedacht aan een boerde
rij op Zevenhuizen. Maar ook dat is te duur.
Ondanks deze ontmoedigende perspectie
ven gaat de groep enthousiast door met zich
in te leven in de gedaehtenwerëld van de
hedendaagse toneelschrijvers, om die ge
dachten tezijnertijd over te kunnen brengen
op het publiek. Op deze wijze hoopt men
zelfs te pionieren waar het gaat om de nog
steeds achterwege blijvende „levende" pogin
gen tot overbrugging vap de kloof tussen het
hedendaagse toneel en het schouwburgpu
bliek.
Zou het daarom niet mogelijk zijn, deze
pogingen te integreren en de Werkgroep
Apeldoorn de kans te geven, zich binnen
kort zohder financiële zorgen in een
schouwburg als „Orpheus" te presenteren
aan een breed publiek, waaronder veel le
den van jeugd- en culturele verenigingen?
De cultuurspreiding en daarmee het leefkli
maat op de Veluwe kan er alleen maar mee
gebaat zijn! Dat hebben de volwassenen en
de kinderen dindagavond in „Orpheus"
reeds-een beetje ervaren. En dat was letter
lijk nog slechts kinderspel vergeleken bij
Weiss en Brecht.
T VAN DFR VI FH
0