Staatscommissie beziet wetgeving FOUTEN VAN ARTSEN Geen rust door bruiloft Melkboer wordt meestal geen melkman Vriendelijk plaatje uit Athene „Socialisme heeft in ons land hara kiri gepleegd" Bejaarde kritiseert stakingsleider vakbeweging Goed voor 1000 km per uur Doopmunt prins'e kost f 18.500,- „Roosevelt's regering deed weinig om joden te redden" Meer opsporings- j mogelijkheden PuibHkatie straffen Tuchtstraf- register Klager inlichten j DIRK SCHILP: DROMEN VAN DE REVOLUTIE James Bond ving James Bond Plan van Hitier niet gelooid BUITENLAND ACCENT MEDISCHE STAVEN NIET JUIST HUWELIJK PLEIDOOI MEDISCHE TUCHTWET DIT JAAR VERANDERD (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Een staatscommissie gaat de omvangrijke wetgeving op de medische beroepsuitoefening herzien. Dat zal tevens een belangrijke wijzi ging van het al veel jaren aan veel kri tiek onderhevige medisch tuchtrecht betekenen „Het wordt hoog tijd", meent staatssecretaris dr. R. J. H. Kruisinga, „want de geheimzinnigheid is zo groot dat er bij de bevolking ten onrechte een geheel verkeerde indruk wordt gewekt en een begrijpelijk wan trouwen is ontstaan". Hij is dan ook voorstander van een optimale open heid op een zo kort mogelijke termijn. Een openheid overigens, waarbij geen afbreuk mag worden gedaan aan de vertrouwelijkheid van medische gege vens. Vandaar dat de staatssecretaris al dit parlementaire jaar tot enkele partiële wijzigingen van het tuchtrecht wil komen: het in kennis stellen van de klager van de uitspraken van de medische tuchtcolleges en het waar mogelijk meer reliëf geven aan de op sporingsbevoegdheden van de genees kundige inspecteurs voor de volksge zondheid. De bewindsman wil tevens een eind maken aan het feit dat ook in de belangrijke gevallen niemand weet welke artsen zijn geschorst, berispt of gewaarschuwd. Geschorste artsen kun nen daardoor zeggen dat ze met va kantie zijn. Patiënten hebben er geen weet van of, waarom en in welke mate artsen gestraft zijn. „Wat mij betreft mogen daarvoor in aanmerking ko mende straffen in de Nederlardse Staatscourant worden gepubliceerd", zegt dr. Kruisinga. Niet bekend is welke artsen ontzet, geschorst, berispt of gewaarschuwd zijn. Niemand weet ook hoeveel het er zijn. Maar niemand weet ook of en in welke mate het handelingen betroffen die het vertrouwen in de medische stand ondermijnden, er sprake was van nalatigheid waardoor ernstige schade werd aangericht, er sprake was van het blijk geven van grove onkun de. Allemaal zaken, waarvoor artsen gestraft kunnen worden, mits „een rechtstreeks belanghebbende" de kwestie aan het rollen brengt En „een rechtstreeks belanghebbende" kan alleen zijn: de patiënt zelf, de fa milie van de patiënt een andere behan delende arts, het ziekenfonds en de in specteur voor de volksgezondheid. De vijf tuchtcolleges zijn niet bevoegd uit zichzelf in te grijpen, in tegenstel ling tot andere tuchtcolleges (advoca tuur). Dr. Kruisinga wil ook een tuchtstraf- register laten aanleggen. Niet alleen krijgt men daardoor een inzicht in de recidive (herhaling van strafbare fei ten), ook zal een dergelijk register noodzakelijk blijken wanneer Neder landse artsen zich in het buitenland willen vestigen, hetgeen in het kader van de E.E.G. in steeds ruimere mate Is te verwachten. Instelling van een tuchtstrafregister is ook om die reden noodzakelijk, meent dr. Kruisinga. De medische rechtspraak is groten deels in handen van medici, die door hun benoeming een volledige verant woordelijkheid als rechter krijgen. Het lidmaatschap van een dergelijk college wordt niet betaald, het is een ere-ambt. Wel is het zo dat het „onbezoldigd ere ambt" de voorzitter f75 per ingedien de klacht oplevert, alsmede f25 per zittingsdag. De „onbezoldigde" secre taris ontvangt f 50 per ingediende klacht, vermeerderd met f25 per )it- tingsdag en f 60 bureaukosten. Dr. Kruisinga: „Het lijkt mij on denkbaar dat in deze tijd aan honore ring is te ontkomen. Het rechtsgeleer de element zou ik enigszins vergroot willen zien, maar het karakter van ne ven-functie en het ere-karakter zal ge handhaafd moeten blijven". Hij wijst erop dat het wat overtrokken is om te zeggen, dat er thans in het geheel geen vergoeding wordt gegeven. „Er worden ook nu wel degelijk vakantie gelden gegeven, hetgeen bij Koninklijk Besluit van 20 mei 1965 is geregeld". Is de tuchtrechter een milde rech ter? Mr. De Gaay Fortman, geruime tijd voorzitter van het centraal colle ge, schreef dat in 1948. Dr. Kruisinga: „Een dergelijke op merking laat ik graag voor rekening van mr. De Gaay Fortman. Veel hangt af van tijd, plaats en publieke opinie. Ook het omgekeerde is denkbaar. Soms zal hij een te strenge rechter zijn". Wat vindt hij van de huidige publieke opinie? Dr. Kruisinga: „De massa-communi catiemiddelen geven een geheel verte kend beeld van het maatschappelijk gebeuren. Er moet tegen gewaakt wor den dat bepaalde zaken een te zware aandacht krijgen. De hele gezond heidszorg kan niet functioneren zonder dat de bevolking er vertrouwen in heeft. Evenals geheimzinnigheid, kun nen ook te zware accenten op fouten aan dat vertrouwen afbreuk doen. Men moet zich ook realiseren dat artsen mensen zijn, die als alle mensen niet ontkomen aan het maken van fouten. Alle fouten van niet-artsen hoeven niet in de krant, ook niet alle fouten van artsen. Het zou in het algemeen goed zijn dat in de pers, radio en televisie ook de goede dingen die in onze maat schappij tot stand komen wat meer aandacht krijgen. De communicatie middelen zijn nog wat te veel op de negatieve kanten van het maatschap pelijk gebeuren en te weinig op de po sitieve gericht". Ook een arts kan een klacht indie nen. Maar zal een arts, werkzaam in een chirurgenteam, dat doen? Is de „collegialiteit" niet vaak een belem mering? Dr. Kruisinga: „Als iets ln een team n'»*t voor honderd orocent ened east. Op zondagochtend wordt een jongen na een vechtpartij met een kogel in de borst het ziekenhuis binnengebracht. Alleen een spoedoperatie kan hem redden. De jongste assistent ziet onmiddellijk dat snel ingrijpen noodzakelijk is. Hij durft het echter niet zelf aan en kan door het ontbreken van een om roepsysteem het hoofd van de afdeling pas een half uur later (te laat) berei ken. De patiënt overlijdt. Een niet voor het doel geschikt instrument glijdt, in plaats van in het ab ces door te dringen, op het abceskapsel af. Het abces wordt onvoldoende geopend. De patiënt overlijdt. Longtuberculose, constateert een militaire keuringsarts bij een scholier. HU verzuimt de huisarts van de jongen te waarschuwen. Een orthopedisch chirurg verwijdert op vrijdag een pen uit een bot van de patiënt, terwijl deze hoge koorts heeft. Ondanks de toezegging dat hij de volgende dag zal terugkomen, verlaat de chirurg die dag zijn woonplaats. Nie mand weet waar hij te bereiken is. Hij wijst geen vervanger aan, evenmin stelt hij de huisarts op de hoogte. Zulke voorbeelden uit de praktU'k vindt men in het onlangs bU Kluwer te Deventer verschenen boek „De praktik van het medisch tuchtrecht". Auteur is mr. D. Sanders, voorzitter van het medisch tuchtcollege te Zwolle. Het met een waas van geheimzinnigheid omgeven medisch tuchtrecht is de laatste tijd het onderwerp van veel kritiek. Ernstige kritiek. Ernstig ook door dat het publiek nu eenmaal erg emotioneel reageert op alles dat met de volks gezondheid heeft te maken, zaken van leven en dood. Dr. R. J. H. Kruisinga, staatssecretaris voor de Volksgezondheid, geeft ln bjj- gaand Interview zUn visie. Dr. R. J. H. Kruisinga, staatssecreta ris van Sociale Zaken en Volks gezondheid. voelt men zich natuurlijk als team ook gezamenlijk aansprakelijk. Het gaat er in wezen om dat men gezamenlijk tracht de best mogelijke resultaten te verkrijgen. Die resultaten van de ge zondheidszorg in ons land mogen best gezien worden. Internationaal gezien kan ons land op het gebied van de volksgezondheid op tal van terreinen als leidinggevend worden beschouwd. Maar er zijn natuurlijk ook hier wel verbeteringen denkbaar, waardoor de kans op het maken van fouten wordt verkleind. Ik ben een voorstander van het invoeren van medische staven in alle ziekenhuizen. Hierdoor wordt een regelmatig intern onderzoek naar de manier waarop patiënten worden be handeld mogelijk. De bevindingen moeten openhartig en objectief in de staf worden besproken. Dat geldt ook voor misgrepen. Een volwassener ver houding arts-patiënt kan ook een posi tieve bijdrage betekenen. De patiënt moet er zich bij betrokken weten, zo volledig mogelijk op de hoogte worden gehouden. Daar heeft de patiënt trou wens recht op". Spelen problemen als gebrekkige ou tillage en gebrek aan personeel ook niet een belangrijke rol? Het is eens voorgekomen dat een kunstnier in een academisch ziekenhuis niet goed func tioneerde doordat wlrksters len em mer water op de slangen van het ap paraat zetten. De oorzaak: te weinig ruimte voor de kunstnier. Dr. Kruisinga: „Door een betere ou tillage en door meer personeel zal het aantal fouten ongetwijfeld verminde ren. De kosten van de gezondheidszorg zijn niet zonder reden gestegen. Ik ver gelijk de kosten van een verpleegdag in 1950 om de zaak duidelijk te maken graag met die van een goedkope radio thans en de kosten van een verpleeg dag in 1970 met die van een duur tele visietoestel. Men krijgt er ook zoveel meer voor. Onvergelijkbaar veel meer dan in de hogere prijs tot uitdrukking kan worden gebracht". Van 1958 tot 1963 hebben drie artsen van de heelkundige afdeling van een Haags gemeenteziekenhuis een stel- splmatiB onderzoek verricht naar de oorzaken van het overlijden van 259 patiënten. Zij constateerden dat ernsti ge fouten waren gemaakt bij een van iedere vijf overleden patiënten. Zij concludeerden dat de fouten voer een belangrijk deel waren terug te voeren op „onkunde, onverschilligheid en ge makzucht." Dr. Kruisinga gelooft niet dat dit on derzoek een juiste weerspiegeling van het landelijk beeld is. Terwijl het Haagse onderzoek concludeert dat bij twintig procent van de overleden pa tiënten fatale fouten zijn gemaakt, komt hij op een schatting van hoog stens één procent. Hij meent dat het „best mogelijk" is dat de patiënten die in het Haagse ziekenhuis zijn bin nengebracht aan gecompliceerder let sels en aandoeningen hebben geleden dan gemiddeld het geval is. En de kans op fouten bij ernstige gevallen is onevenredig veel groter dan bij een voudige gevallen. De zaak-Mia Ver sluis is een trieste uitzondering op de- re regel. Maar een landelijk cijfer ontbreekt. Ook dr. Kruisinga moet het van „een benaderende schatting" hebben. Hoewel dr. Kruisinga een zo nauw mogelijke samenwerking tussen de in specties voor de volksgezondheid en het openbaar ministerie voorstaat wanneer het strafbare feilen van art sen betreft, ziet hij wel enig gevaar in het voeren van processen tegen artsen voor de burgerlijke rechter. In de eer ste plaats, zo meent hij, zijn de tucht colleges de aangewezen organen, maar dan moet het natuurlijk wel zo zijn dat ook de klager een maximale rechtsze kerheid wordt geboden. En dat is iets waarvan op dit moment lang niet ie dereen overtuigd is. Onder het kopje Bruiloften in hotels en de nachtrust van de gasten" be schrijft de bekende auteur en oud KLM- gezagvoerder A. Viruly twee ervarin gen met hotelhouders, één in Frankrijk en één in Apeldoorn. Het verhaaltje stond in de Toeristenkampioen van 15 oktober en we laten het hier letterlijk volgen: „Deze zomer kwamen mijn vrouw en ik langs een prachtig gelegen hotelle tje in de vallei van de Loup niet ver van Nice: het „Domaine du Foulon" bij Gréolières. Landelijk, heerlijk, itt de Michelingids 2 lepels-en-vorken plus het rooie mannetje in de schommel stoel die geen rood vogeltje is en aan kondigen wil, dat men op rust mag re kenen. Een plek om zo te blijven! Dat deden we dan ook. Graag twee dagen pension, vroegen we. De eigenaar zei Graag of eigenlijk zei hij Volontiers, méér, zei hij ook, hij raadde ons aan om er ééén dag van te maken. Want, nietwaar? wij kwamen toch ze ker om zijn landelijke rust? Nu, die zou er de volgende avond niet meer zijn want dan zou hij een grote brui loft moeten ontvangen die tot diep in de nacht zou duren. Hij begreep, dat we daarvoor niet kwamen. Dat was de ware waard! We hebben één nacht en twee arcadische dagen bij hem door gebracht en zijn dankbaar afgereisd bij 't naderen van de bruiloft. Hoe hoort het eigenlijk? Zo hoort het, Horeca! En hoe hoort het helemaal niet? Denkt u niet dat ik het over Hotel Bloemink in Apeldoorn heb, daar heb ik het niet over. Laat er geen misver stand zijn. We bezochten een ander ho tel voor de rust bij die mooie Loo-bos- sen. Ha, zo'n fijn stil hotel zoals er nog wat zijn. O ja, er was een mooie ka mer, en wel te rusten! Spoedig barstte de ellende precies onder die kamer los: zilveren bruiloft! Muziek! Hossen! Om één uur werd de feestvreugde ver hoogd door een extra boeren-hoempa- orkest met turkse trom dat het hotel doortrok. Tegen half twee kleedden we ons aan in die mooie kamer en gingen wat bij die mooie stille bossen wande len, maar tot ver vernamen we nog de dreunende tam-tam of we verre kaffers hoorden. Om half drie kleedden we ons weer uit. Om kwart voor drie was de ramp over. Hoe hoort het eigenlijk? Zó hoort het niet, Horeca! (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Het valt niet mee om van melkboer melkman te worden. Uit het onderzoek van de Melk Unie blijkt dat de helft van de 730 onder vraagden de slijter melkboer blijft noemen, terwijl de helft van deze „mannen" zich hardnekkig als „boe ren" bl|jft presenteren. De naam melkman wordt zowel door de bezor ger als door de huisvrouw in minder dan tien procent van de gevallen ge bruikt. Andere benamingen, zoals mijnheer, voornaam of achternaam, blijken ook in zwang te zijn. In Amsterdam noemt 17 procent van de bezorgers zich melkman en dat is heel wat meer dan in Rotterdam (3 procent), IJsselmonde (5 procent), Den Haag (6 procent) en 't Gooi (4 procent). Van de bezorgers wenst 48 procent in Amsterdam zich melk boer te noemen, tegen 75 procent in Rotterdam, 66 procent in IJsselmon de, 46 procent in Den Haag en 35 procent in Het Gooi. Alleen de Amsterdamse en de Gooise huisvrouwen doen enigszins mee aan de statusverbetering- in-naam van hun bezorgers. In tien procent van de gevallen spreken zij van melkman. In IJsselmonde blijft de bezorger voor de huisvrouw nog het meest melkboer (70 procent). Waarom melkboer en niet melkman? De meest gehoorde antwoorden: het is een gewoonte geworden, het woord is ingeburgerd, het is een begrip, melkman klinkt vreemd, gek, erg modern, belachelijk, buitenlands, En gels, eigenaardig. Nog meer argu menten: het woord melkboer heeft iets vertrouwelijks, iets genoeglijks en gezelligs. Maar ook: hij is een echt boerentype, hij draagt klompen en hij is ook een boer. Melkman, zo menen de tegen standers van dit woord, schept af stand, is uit de hoogte, is overdreven. „Straks", aldus een van de onder vraagden, „moeten we nog melkheer zeggen". Degenen, die de benaming melkman verkiezen, noemen als argumenten: het klinkt beter, beschaafder, netter, fatsoenlijker, vriendelijker, prettiger, vlotter, sympathieker, aardiger. Melkboer, zo meent deze minder heidsgroep, is denigrerend, discrimi nerend, een scheldwoord, wordt geas socieerd met stom. Waarom nog meer melkman en niet melkboer? „Omdat", zo zeggen ondervraagden, „hij een nette man is die beschaafd spreekt en hij helemaal geen boer is." 0 Vijf kinderen hebben koningin Anne-Marie van Griekenland de nieuwe kalender van de Verenigde Naties en de Kerstkaar ten ten behoeve van het V.N.-kinderfonds aangeboden. De koningin heeft prins Paul op de arm; van links naar rechts: een meisje uit Griekenland, dat prinses Alexia aan de hand heeft en voorts kinderen uit Ethiopië, de Verenigde Staten Australië en Japan. Na de sombere berichten uit Griekenland hier een „blij plaatje" uit Athene. (Van onze Amsterdamse redacteur) Pile kritiek op de vakbonden uit de nu 74-jarige sta kingsleider Dirk Schilp, die een uiterst strijdbare rol heeft gespeeld in de arbeidersbeweging rondom de jaren dertig, in zijn memoires die bij de Wereldbibliotheek in Amsterdam zijn verschenen. Aan Joop van Tijn heeft hij maandenlang zijn herinneringen verteld, thans samenge vat onder de titel „Dromen van de revolutie". De blo- graaf gaf ze als ondertitel deze karakteristiek mee: „Een verzwegen hoofdstuk uit de sociale beweging". Zijn moei lijkste taak was er voor te zorgen dat het geen trilogie zou worden. Want als Dirk Schilp het woord neemt, dan staat hij dat niet zo gauw meer af. Dezer dagen werd dat door hem nog eens duidelijk gedemonstreerd tijdens de presentatie van zijn boek. Nog altijd spreekt Dirk Schilp krasse taal. Hij houdt vol, dat de vakbeweging te veel dent aan vandaag zonder enig per spectief te bieden voor een maatschappij waarin alles anders kan zijn. Vol gens hem is de vakbeweging niet vrij meer, maar gebonden aan de kapitalis tische staat. De uit de Zaanstreek afkomstige Dirk Schilp heeft tij'dens de jaren dertig vooropgelopen tijdens de grote textiel stakingen in Twente. Hij vertelt er uit voerig van in het boek, brengt dikwijls zyn grote voorbeeld ter sprake: Dorae- la Nieuwenhuis, deelt mee hoe Snee vliet over bepaalde zaken dacht, geeft 0 Vier van deze enorme straalmotoren gaan de Boeing 747 Jumbo-vliegtui gen, waarvan de KLM er drie in bestelling heeft, een snelheid geven van 1000 km per uur. De Pratt Whitney JT 9D Turbofan heeft een doorsnee van 2.44 meter en weegt 3800 kg- LONDEN James Bond heeft Ja mes Bond voor te snel rijden be keurd en belden verschenen voor de rechter. De acteur Sean Connery, die in de film de rol van de geheime agent James (007) Bond speelt, werd ten- lastegelegd op een weg met een maximum snelheid van 64 km/u 86 a 96 km gereden te hebben. De bon was uitgeschreven door po- litiesergeant James Bond. „Deze zaak is niet van humor ont- bloót" zei advocaat Percy Bloomfield die voor Connery was verschenen, omdat deze in Oslo voor een film is. Rechter T. Swan legde Connery 'n boete van f 150,- op. Het commen taar van Sergeant Bond was: „Het is ongelukkig, maar ik ben met deze naam geboren en ik kan er niets meer aan doen". een andere kijk dan de gebruikelijke op figuren als Wijnkoop, Troelstra, Wibaut en Polak. Daar tussendoor spuit Dirk Schilp ook zijn visie op de situatie. Volgens hem heeft 't socialisme in ons land „hara-kiri" gepleegd, met als voorbeeld de houding van de PvdA in de kwestie van het huwelijk van prinses Beatrix. „Het vertrouwen van mensen, die hun levenlang op de socialisten hadden ge stemd, ging toen verloren". Dirk Schilp vervolgt: „Is het wonder, dat de arbei dersklasse door deze ontwikkeling a-po litiek en onverschillig wordt en er toe komt in wezen naar rechts te gaan door te stemmen op figuren als Koekoek en partijen als D'66. Dit soort verwarring is in Duitsland de voorloper geworden van het nationaal-socialisme". zHet bewogen boek eindigt met een hartstochtelijk pleidooi voor verlossing van de onderdrukte volkeren van Afri ka, Azië en Zuid-Amerika. „Miljarden mensen moeten in armoede en ellende leven omdat de heersers van het Wes ten hun alle ontwikkelingsmogelijkhe den hebben ontzegd; op de socialisten, de Christenen van het Westen rust een schuldenlast door een eeuwenlange on menselijke miskenning van de gekleur de bevolking." Van onze Haagse redactie DEN HAAG Zes Nederlanden zijn in het bezit van de grootste gouden munt ter wereld die ooit is geslagen. Het is de doopmunt van prins Willem- Alexander, met een gewicht van 2 kilo 375 gram zuiver goud, een middellijn van 13,5 cm en een doorsnee van 135 mm. De prjjs: 18.500 gulden. In totaal zijn er maar tien van die munten ge slagen. De heer Hans Kattenburg, eigenaar van „Numint Den Haag": „Het was geen eigen idee zo'n formidabele en kostbare munt te laten slaan. Van ver schillende kanten was ons gevraagd om een gouden munt ter gelegenheid van de doop van het prinsje. Daarbij werd verzocht om een heel bijzondere, extra grote gouden munt voor de eer ste kroonprins in deze eeuw". „Na overleg met mijn directeur, d® heer Gouweleeuw in Amsterdam, beslo ten we deze grote gouden munt te la ten slaan. Professor Fossa in Milaan hebben wij aangezocht voor het ontwerp en de munt is ook in Italië geslagen. We besloten er niet meer dan tien te la ten slaan om daardoor de waarde te vergroten",aldus dhr. Kattenburg. De komst van de munt werd aange kondigd bij banken en juweliers. De heer Kattenburg: „Het feit, dat er al zes zijn verkocht bewijst dat er belangstel ling voor was. We maken ons dan ook geen zorgen over de koop van de res terende vier. Ik ben er zeker van, dat die binnen afzienbare tijd ook een eige naar of eigenares zal hebben en dan is de koek op". NEW YORK. De regering van pre sident Franklin D. Roosevelt wist dat Duitsland een massamoord op Joden uitvoerde, maar belemmerde, verydelde en vertraagde stappen die duizenden nazi-slachtoffers in de veertiger jaren had kunnen redden. Dit staat in een nieuw boek, dat in Amerika is versche nen. „Uit de bewijzen blijkt dat er verder ongetwijfeld duizenden vluchtelingen gered hadden kunnen worden", zegt Ar thur D. Morse in zijn boek. „Terwijl zes miljoen mensen stierven; een kro niek van Amerikaanse apathie", dat in februari uitkomt. Gedeeltes uit het boek stonden in de New York Times. Morse werkte vroe ger bij de nieuwsdienst van de CBS. Op het ogenblik is hij in Duitsland, waar hij directeur is van het Internationale Radio-Instituut. Als verslaggever kreeg hij inzage in de geheime archieven van het Ameri kaanse ministerie van Buitenlandse Za ken en van de regeringen in Londen, Genève en Stockholm, aldus de New York Times. Morse zegt dat er niets gebeurde ten gevolge van het zwijgen van Roosevelt, de verscherping van de immigratiewet- ten door het ministerie van Buitenland se Zaken en de tegenzin van het Con gres het immigratiebeleid aan te pas sen. Volgens Morse duurde het vijf maan den voor het departement voor Europe se Zaken handelde na te hebben verno men dat Hitier opdracht had gegeven alle Joden in Europa uit te roeien. Morse zegt dat Gerhart Riegner, de vertegenwoordiger van het Joodse We reldcongres in Zwitserland, de man die Washington tevens op de hoogte telde van de moord op 700.000 Joden in Po len, op 1 augustus 1942 naar het Ame rikaanse consulaat in Genève ging met nieuwe inlichtingen. Het ministerie van Buitenlandse Za ken hechtte geen geloof aan het nieuws en onderdrukte het. Op 28 augustus ontving Rabbi Stephen Wise het nieuws via het Engelse minis terie van Buitenlandse Zaken en be zocht de onderminister van Buitenland se Zaken, Sumner Welles, die er voor zorgde dat het telegram van Riegner werd genegeerd. Welles drong er bij Wise op aan het bevel tot uitroeiing der Joden niet wereldkundig te maken. Wi se stemde hiermee in. In november van dat jaar nodigde Welles Wise voor een bezoek uit en be vestigde de waarheid van de berichten. Morse haalt een memorandum aan van minister van Financiën, Henry Morgen- thau jr. aan Roosevelt van 16 januari 1944, waarin Morgenthau het ministerie van Buitenlandse Zaken verwijt vijf maanden gewacht te hebben met het aannemen van een plan, waardoor dui zenden joden uit Frankrijk en Roemenië gered hadden kunnen worden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 8