WAT WIJ
GELOVEN
IdJat doe
le
er mee
Ter overdenking
Discussie-interview met
vooraanstaande kerkelijke
figuren in Nederland
PROFESSOR VELEMA, WILT U ONS ENKELE BIOGRAFI
SCHE INFORMATIES VERSCHAFFEN?...
Ik ben op 15 november 1929 in een predikantengezin te Drach
ten (Smallingerland) geboren. Verhuisd naar 's Gravenzande.
Op het gymnasium te Den Haag. Een jaar propaedeutisch te
Leiden. In 1949 begon mijn studie aan de Theologische Hoge
School te Apeldoorn waar ik in 1952 mijn kandidaats deed. In
juli 1953 volgde het doctoraal aan de V.U. en in september 1953
werd ik predikant te Eindhoven tot 1 januari 1961.
WANNEER PROMOVEERDE U?...
Dat was op 15 november 1957 bij prof. Berkouwer (precies op
mijn verjaardag dus). Het proefschrift had tot titel: „De leer
van de Heilige Geest bij A. Kuyper". Van januari 1961 tot juli
1966 stond ik te Leiden. Op 22 september 1966 werd ik hoogle
raar aan onze Theologische Hoge School in de vakken Nieuw-
Testament en Ethiek.
KUNT U ENKELE PUBLIKATIES NOEMEN DIE VAN UW
HAND VERSCHENEN?...
Een referaat over „Wet en Evangelie". Verder een uitgave
bij Kok, Kampen: „Confrontatie met Van Ruler". Vervolgens:
„Verkenningen in Romeinen", een serie radio-voordrachten. Ten
slotte: „Van Bethlehems kudde naar Juda's kroon".
WELKE PLAATS HEEFT DE CHRISTELIJK GEREFOR
MEERDE KERK IN DE GEREFORMEERDE GEZINDTE, VOL
GENS U?...
Deze kerk heeft een geheel eigen plaats en opdracht in het
geheel van Kerkelijk Nederland. Zij heeft de hartelijke bedoe
ling in prediking en pastoraat de erfenis *van de Reformatie in
de breedte en de diepte tot haar recht te laten komen.
WAT IS DAT SPECIFIEK EIGENE DAN?...
In de Gereformeerde belijdenis is een bepaalde verhouding
tussen Gods recht en tussen Gods liefde. Deze verhouding wordt
in allerlei kringen scheef getrokken. Het recht Gods wordt soms
opgeofferd aan de liefde. De liefde krijgt dan een verkeerde
plaats. Het zondebesef wordt dan minder of helemaal niet meer
noodzakelijk, terwijl dit in prediking en pastoraat naar voren
moet komen. De Chr. Gereformeerde kerken willen aan deze
verhouding recht doen.
WAT IS EIGENLIJK „HET RECHT GODS"? IS HET ALLEEN
MAAR EEN TERM?...
Je zou het recht Gods het best kunnen omschrijven als het
recht dat Hij heeft op ons mensenleven, om te zeggen hoe en waar
toe we leven moeten. Krachtens dat, beoordeelt en veroordeelt
Hij ons leven. Gods genade en liefde vallen daarmee niet sa
men. Daarom spreekt men van: Recht en liefde, of van Wet en
Evangelie. Aan Zijn recht geeft de Here vorm in de Wet. Recht
is dus de verhouding die God gesteld heeft. Onze kerken stre
ven ernaar deze waarden op de meest juiste wijze te conserve
ren.
IS CONSERVEREN HET JUISTE MIDDEL? ONTAARDT
DAT NIET IN EEN CONSERVATIEVE PREDIKING IN DE
CHR. GEREF. KERKEN?...
Dat is voor mij niet zo eenvoudig te beantwoorden, omdat
ik maar zelden èen chr. geref. preek hoor. Ik preek n.l. zelf
elke zondag.
GEBRUIKT U DAN ZELF OUDERWETSE TERMEN IN DE
PREDIKING?...
Onze prof. Kremer heeft er altijd sterk op aangedrongen de
boodschap van het heil in een verstaanbare vorm te brengen.
Uiteraard is het niet ondenkbaar dat er termen worden gebruikt
die buiten de eigen kring moeilijk te verstaan zijn. Echter, elk
levensverband en elke levenskring heeft zijn ei6en terminologie.
MOETEN DIE TERMEN DAN NIET AANGEPAST WORDEN
AAN HET GEHOOR VAN DE WERELD?...
Doet de sportwereld dat ook? Als een niet-sportbeoefenaar b.v.
een voetbalwedstrijd bijwoont, gebruikt men dan termen die hij
onmiddellijk begrijpt? Aangepaste termen dus? Het is logisch
dat iemand die termen eerst moet aanleren, als hij insider wil
worden. Zo is het ook in de kerk. Iemand die bij God „ge
ïnteresseerd" raakt, méér van Hem wil weten, zal spoedig kun
nen volgen waar het over gaat, als hij zich daarvoor inspant.
HET IS DUS ONBELANGRIJK ALS ER MET TERMEN GE
SMETEN WORDT?...
Een bepaalde termen-taal die ontaardt in een overdreven ge
heimtaal, zoals inderdaad voorkomt, is schadelijk. Zoals ik
reeds zei, wijst prof. Kremer daar herhaaldelijk op.
ER IS OOK DUIDELIJK VERSCHIL TUSSEN DE GEHAN
TEERDE TERMEN VAN DE ENE EN DE ANDERE KERK.
WAAR IS DAT DAN DE OORZAAK VAN. EN IS DAT WEL
NOODZAKELIJK?
Er is altijd een bepaalde greep uit de Boodschap. Ik zie het
dus niet zo dat ieder een eigen terminologie zal hebben, maar
het is een isoleren van een bepaald aspect van het heil. Zo ziet
men b.v. bij de pinkstergroepen een isoleren van bepaalde ge
deelten van het Woord uit het geheel.
HEEFT DIT VERSCHIL IN DE KERKEN OOK EEN FUNC
TIE?...
Vanuit de Bijbel zal moeten worden bekeken of aan bepaal
de elementen van de Bijbel wel recht gedaan wordt.
HEBBEN DE CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERKEN
EIGENLIJK WEL BESTAANSRECHT TEMIDDEN VAN DE
ANDERE BIJBELGETROUWE KERKEN. MOET HET NIET
ééN HERDER EN ééN KUDDE WORDEN?...
Ik vermoed dat niet veel mensen gelukkig zijn met de ker
kelijke verdeeldheid. Ik juich er ook niet over. Het is echter
niet gerechtvaardigd de Chr. Geref. Kerken op te geven, zolang
zij dienstbaar zijn in het geheel van Gods Koninkrijk. Het is
haar heilige roeping te zijn die zij is, ook in dienstbetoon aan
de andere kerken.
U BENT ER DUS VOOR, DAT IEDER ZIJN EIGEN KERKJE
BLIJFT SPELEN?....
Ik ben voor contact, toenadering en beïnvloeding van de ker
ken onderling. Toch ben ik er niet voor dat ons kerkgenootschap
in de één of andere kerk zal opgaan. Wij mogen onze positie niet
opgeven, zoals God ons die in het verleden gaf.
IS HET WEL JUIST OM ALTIJD WEER MET HET VERLE
DEN AAN TE KOMEN? IS HET NIET BETER VOORUIT TE
ZIEN EN DE HANDEN IN ELKAAR TE SLAAN?...
We moeten de historie niet laten schieten. Mijn broer ds. J.
H. Velema zei eens: „Je kunt het heden niet los zien van het
verleden, al mag je het verleden ook niet normatief laten zijn;
ook in kerkelijke zaken niet.... Ik sta daar achter. Dat wordt
vaak tekort gedaan.
WE MOETEN DUS ALTIJD MAAR BLIJVEN „DOORZANI-
KEN" OVER HET VERLEDEN?...
Het verleden wordt vaak gebruikt om bepaalde activiteiten
en toenadering lam te leggen. IN DIE ZIN wil ik het niet
gebruiken. Zomaar geheel opnieuw beginnen kun je echter ook
Het opvallende van prof. dr. W. H. Velema, te Ug-
chelen, is zijn hartelijkheid en bescheidenheid. Deze
hoogleraar weet zich in de eerste plaats dienaar van
God. Evenals bij Calvijn, prevaleert bij hem de eer van
God. Dat is zijn levensdoel. Onmiddellijk daarop volgt,
dat hij dienaar wil zijn van de Christelijke Gerefor
meerde Kerken, en dat in de volle breedte, lengte en
diepte daarvan. Toch mag men niet beweren dat prof.
Velema kerkistisch is. Daarvoor zijn zijn inzichten te
objectief afgestemd. Ook is zijn achting voor en erken
ning van zijn mede-christenen in andere kerkformaties
te groot en te echt dat hij hen als broeders zou discri
mineren. Maar dat de Chr. Geref. kerken hem zeer na
aan het hart gaan, is boven alle twijfel verheven. Het
was een evenement met deze prof. te discussiëren over
de diverse dimensies van het gemeenschappelijke ge-
loofsbelijden, zoals zich dat in de verschillende kerken
manifesteert.
niet. In algemeen menselijke verhoudingen kun je ook nooit zo
maar geheel opnieuw beginnen.
ZIET U DAN GEEN BASIS WAAROP MEN ELKAAR ZOU
KUNNEN VINDEN?...
Sommigen verwijzen naar het voorstel tot terugkeer naar de
Apostolische Geloofsbelijdenis als gemeenschappelijke basis. Dan
zou zelfs de R.K. kerk best kunnen meedoen, maar dat is niet
mogelijk! Je kunt niet zeggen: Laten we alles maar terzijde
stellen en opnieuw beginnen. We moeten wel gehoor geven aan
Gods roeping tot eenheid, maar het verleden kan daarbij niet
uitgeschakeld worden.
ACHT U DE CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERKEN DE
ENIGE WARE KERKEN IN NEDERLAND?...*
Dat zou ik niet graag willen beweren. Dat doen de Vrijge-
maakten. Wel is het een feit dat onze kerken een rechtmatige
plaats gekregen hebben, in de loop der geschiedenis. In de hui
dige situatie kunnen de Chr. Geref. kerken zich niet laten op-
smelten in welke kerk dan ook.
U BENT DUS NIET GEPORTEERD VOOR EEN EENHEIDS-
KERK VOOR DE GEREF. GEZINDTE?...
Als we op goede gronden tot een nationale Geref. kerk konden
komen in Nederland, zou dat een heerlijke zegen zijn.
WAAROM WERKT U DAAR DAN NIET WrAT ENTHOUSIAS
TER AAN?...
Je hebt te maken met een verscheidenheid van kerken, waar
in mensen leven die de Geref. belijdenis hartelijk liefhebben.
Maar de meesten laten zich niet uit hun kerk uitpeilen. Dat is
te begrijpen en te waarderen omdat ze daarmee verantwoorde
lijkheid voor eigen kerk aanvaarden. Elke kerk, dus ook onze
kerken, moeten bereidheid tonen metterdaad te willen dienen
met wat zij van God gekregen hebben. Aangezien de kerkelijke
verhoudingen nog zo vastzitten zie ik niet in, hoe er momen
teel schot in te krijgen is, om tot volledige eenheid te geraken.
MOET IEDEREEN DAN MAAR OP ZIJN EIGEN STANDPUNT
BLIJVEN STAAN, U DUS OOK?...
Dat is op een kerkeraadsvergadering ook het geval. Dan moet
een minderheid zich bij de meerderheid neerleggen. Belangrij
ke zaken echter kun je zo maar niet overheen stappen.
IN UW EINDHOVENSE TIJD HEEFT U REEDS POGINGEN
GEDAAN, OM ALTHANS MET DE VRIJGEMAAKTEN TOT
BEWUSTER SAMENWERKING TE KOMEN. IS DAT TEN
SLOTTE OP NIETS UITGELOPEN?...
Je kunt niet zonder meer zeggen dat het op niets is uitgelo
pen. Er is nog steeds contact tussen de kerkeraden. In 1961
vertrok ik vandaar naar Leiden, omdat ik overtuigd was dat
God mij daarheen riep. Het boeide mij echter wel in Eindho
ven!
HOE STAAT U MOMENTEEL TEGENOVER DE VRIJGE
MAAKTEN?...
Ik vind de gehele gang van zaken bij de Vrijgemaakten ont
stellend! De verdwazing van het tegen elkaar opstaan verbijstert
mij. Ik snap niet dat er geen broeders zijn, die daar de zaak tot
orde roepen. Deze ontwikkeling wordt voor mij een principieel
verschil. De mensen die daar op het ogenblik gekwalificeerd
worden als ontrouwe herders, verdedigen standpunten die ook
Chr. Geref. predikanten huldigen. Deze zouden dus een zelfde
kwalificatie ondergaan. In Eindhoven zag ik werkelijk zeer po
sitieve dingen, maar wat we bereikt hebben geldt helaas niet
voor heel het land. Bij de Vrijgemaakten denkt men niet over
al gelijk.
WAT VINDT U VAN DE ONTWIKKELING IN DE SYNODALE
GEREFORMEERDE KERKEN?...
Hoewel ik bijzonder veel waardering heb voor een figuur als
b.v. ds. Overduin, vervult mij in het algemeen de ontwikkeling
in de Geref. kerken toch met grote zorg. Ik denk aan de beschou
wingen over de Heilige Schrift. Het boekje van Baarda hierover
vervulde mij met schrik. Het geeft weer, wat de leerlingen van
Bultmann propageren. Men accentueert zozeer het menselijke in
de Schrift, dat aan haar als Woord van God, door de Kerk als
Canon aanvaard, te kort gedaan wordt.
WAT STELT U DAAR TEGENOVER?...
Het uitgangspunt moet zijn dat de bijbel het Woord van God
is. Ondubbelzinnig!
U WILT TOCH NIET BEWEREN DAT ALLE SYNODALEN
ACHTER BAARDA STAAN?...
Dr. Augustijn nam de beschouwing van Baarda geheel voor
zijn rekening, en dikte het nog een beetje aan. Dr. Herman Rid
derbos echter stelde zich tegen Baarda te weer. Volgens hem doet
Baarda geen recht aan wat de bijbel over zich zelf zegt. Baar
da over het heilsgebeuren: Hoe het historisch precies was weten
we niet, er is alleen een gemeente geweest die het geloofd en
ervan getuigd heeft. Ridderbos: Als er niet méér is, wordt de
grond van ons geloof ondergraven.
MEENT U DAN DAT DE CHR. GEREF. KERKEN NIET
MET DEZE PROBLEMEN ZULLEN GECONFRONTEERD
WORDEN?.....
Dat geloof ik zeker wel. Maar bij de benadering van deze
problematiek zullen onze kerken er van uit gaan dat de bijbel
het concrete Woord van God is. Hier wordt bij de Synodaal-
Gereformeerden aan getornd. Neem bijvoorbeeld wat dr. Kuitert
tegenwoordig poneert.
TOCH SCHIJNT EEN FIGUUR ALS DOMINEE OVERDUIN
ZICH NOG BEST OP ZIJN GEMAK TE VOELEN IN DE GE
REFORMEERDE KERKEN?
Met al mijn waardering voor Overduin, en vooral ook voor
zijn nieuwe boek: „Worden als een man", moet ik toch aeggen
dat hij mij ten opzichte van deze materie te weinig positief is.
Hij moest concreter stelling kiezen tegen deze vleugel in zijn
kerk. Ik denk met name aan zijn welwillende beoordeling van
het laatste boek van Dr. Kuitert. Ik kan me niet voorstellen dat
er bij hem tegen het tweede deel van dat boek geen bezwaren
leven.
De Theologische Hogeschool der Chr. Geref. Kerken met de moderne aula in Apeldoorn.
VAT VINDT U VAN DE MAAGDELIJKE GEBOORTE
U ODS ZOON?....
VAN
Dat zullen we stellig als een biologische werkelijkheid moe
ten accepteren, opgenomen in de heilshistorie en de heilsverkon-
diging. Een dilemma tussen het biologische en heilshistorische
aanvaard ik niet. Wel is het heilsverkondigend karakter ervan
primair!
WAT IS UW MENING OVER DE DOODSSLAAP?....
De voorstellingen hierover van ds. Telder wijs ik volkomen
af. Het is mij te enen male onmogelijk met deze opvatting van
Telder troost te brengen in het sterfhuis.
IS DAT NIET TE STERK UITGEDRUKT?.... DOMINEE TEL
DER .HEEFT OP HET STERFHUIS TOCH DE ONMETELIJK
GROTE TROOST VAN DE OPSTANDING DES VLESES EN HET
EEUWIGE LEVEN? ZIJ HET DAN NIET VAN STONDE AAN
NA HET STERVEN, MAAR BIJ DE JONGSTE DAG. DIT IS
TOCH OOK EEN REëLE TROOST?
Inderdaad was mijn uitdrukking wat te sterk. Maar het feit
dat ik de gelovigen er op mag wijzen, dat hun in Jezus ontsla
pen betrekkingen reeds nu gelukkig zijn, is toch groter troost
dan alleen maar te wijzen op de opstandingsdag?
IS DAT WEL ZEKER? NA HET STERVEN BESTAAT ER
TOCH GEEN TIJD MEER; AL ZOU IEMAND DUS DUIZEND
JAAR IN DOODSLAAP ZIJN, IS DAT VOOR HEM DUS NOG
GEEN SECONDE?....
Dat kan best zijn. Maar voor de nabestaanden is het wel
degelijk een periode van tijd.
HEBT U GEEN BETERE BEWIJSVOERING VOOR
STANDPUNT DAN HET GEVEN VAN TROOST?...
UW
(Velema glimlacht fijntjes). Zeker wel. Lees Philippenzen 1
vers 23, waar Paulus schrijft: „Van beide zijden word ik ge
drongen: ik verlang heen te gaan en met Christus te rijn, want
dit is verreweg het beste, maar nog in het vlees te blijven is
nodiger om uwentwil". Mij dunkt dat Paulus hier wel doelt op
een onmiddellijk verenigd zijn met Christus, na het sterven.
ZOU U TELDER HIEROM DE CHRISTENNAAM WILLEN
ONTNEMEN?
Ik geloof niet, dat je Telder geen christen kunt noemen. Maar
om hem als predikant en leraar te handhaven, is een andere
zaak
BENT U VOOR DE VROUW IN HET AMBT?-...
Voor de vrouw in het ambt zie ik geen bijbelse mogelijk
heid. Noch in het O.T. nog in het N.T. vinden we voorbeelden
dat de ambtelijke bediening in vrouwenhanden gelegd wordt.
EN DEBORA DAN?....
Zij had een charisma (een bijzondere geestesgave). Je kunt
charismata ook elders tot uitdrukking brengen dan in het ambt;
daarom rijn er wel taken voor de vrouw, maar geen ambten.
VOLGENS HET GEREFORMEERD RAPPORT HEEFT DE
VROUW EEN COMPLEMENTAIRE TAAK IN HET AMBT...
Mijns inziens zal deze onderscheiding niet doorvoerbaar zijn
in de praktijk.
HOE STAAT U TEGENOVER HET JEUGDWERK. HEBT U BE
ZWAAR TEGEN DANSEN?...
In een dansclub zie ik helemaal geen heil. Sport is wel aan
te bevelen. Lichamelijke ontspanning en ontwikkeling, mits binnen
bepaalde grenzen, kan goed zijn en nuttig.
OOK IN EEN COMPETITIE-VERBAND?...
Het competitie-verband begint eigenlijk al in de schoolklas. Ik
zie dat niet als een bezwaar.
DUS EEN GEZONDE EERZUCHT IS TOELAATBAAR?
Eerzucht mag er niet zijn. Dat zou tegenstri. dig zijn aan het
streven rijn gaven tot eer van de Schepper zoveel mogelijk te
ontwikkelen.
IS HET NIET IRREËEL HET ZO TE STELLEN?...
Ik geloof toch dat het zo gesteld moet worden. Een christen
moet er naar staan iets zo goed mogelijk te doen, zonder een
schouderklopje te verwachten. Het moet altijd sub specie Dei, on
der het oog Gods zijn.
MAAR EEN JEUGDLEIDER MOET TOCH WEL IN SOMMIGE
GEVALLEN DE EERZUCHT VAN DE JONGELUI AAN SPRE
KEN. OM RESULTATEN TE BEREIKEN?...
Een leider moet er op aandringen dat de jeugd de ontvangen
gaven zo goed mogelijk moet gebruiken. Ik vind de formulering
van de Here Jezus zo ontzaglijk mooi, die Hij die man in de
mond legt: „UW pond heeft er een pond bijgewonnen". Het
eigen ik staat hier niet op de voorgrond.
TOEGEGEVEN. MAAR OP DE ACHTERGROND SPEELT HET
„EGO" WEL EEN ROL DUS. ELKE VOORGROND VERON
DERSTELT IMMERS EEN ACHTERGROND? HEEFT U ZICH
ZELF NOOIT OP EERZUCHT BETRAPT, ALS EEN STIMU
LANS OM IETS TE BEREIKEN?...
Vanaf mijn 7de jaar heb ik verlangen gehad predikant te
worden. Drijfveer was niet eerzucht. Het ging mij erom, mij in
dienst van God te stellen en in dienst van Zijn kerk.
EN UW GREEP NAAR DE DOCTORSBUL DAN?...
Ook dat heb ik gedaan uit roepingsbesef om mijn gaven te
ontwikkelen en de kerken des te meer te kunnen dienen; al heb
ik zelf wel plezier aan de studie beleefd!
EN HET HOOGLERAARSCHAP?...
Het werd er na mijn benoeming tot hoogleraar voor mij niet
gemakkelijker op. Ik mis het gemeentewerk heel erg.
VINDT U POLITIEK EEN NOODZAKELIJK KWAAD?...
Politiek is een noodzakelijke zaak. In wezen dus goed. Zelf
ben ik AR. Maar ik ben niet zo gelukkig met haar zwaai naar
links.
HET EVANGELIE DIENT TOCH RADICAAL VERSTAAN TE
WORDEN?...
Ik zie die hang naar links niet als een uitvloeisel van het
radicaal verstaan van het Evangelie. Ik zie bepaalde tendensen
die mij met zorg vervullen. Wij zijn op weg naar een staatsso
cialisme. Ik geloof dat staatsbedrijven zeer remmend zullen wer
ken op het particulier initiatief.
VOLGT U DE ONTWIKKELING VAN ISRAëL MET BELANG
STELLING?...
Het feit dat Israël de oorlog heeft gewonnen tegen een zo
grote overmacht, zie ik als verbandhoudend met Gods bemoeie
nis en trouw over Israël.
TOCH WAS DEZE OVERWINNING EEN PRODUKT VAN OP
TREDEN DOOR KRACHT EN GEWELD. TERWIJL JEZUS
LEERT DAT HET DOOR ZIJN GEEST ZAL GESCHIEDEN.
Wanneer Israël de oorlog verloren had zou het in Palestina
van de kaart zijn geveegd. Israël is een ergernis voor de volken.
Het feit van het voortbestaan van Israël is een steen des aan
stoots voor de Arabische volken. Israël is volk van Gods verbond.
God blijft Zijn volk en Zijn verbond trouw.
ZIET U DEZE OORLOG DAN ALS EEN SOORT HE1LSFEIT?
Ik zie het niet als een heilsfeit maar wel als een mogelijk
heid waardoor God Zijn beloften aan Zijn volk gaat vervullen.
MAAR ZOU ARABIë HIERDOOR DICHTER BIJ CHRISTUS GE
BRACHT ZIJN, WAT VOOR ONS ALS CHRISTENEN TOCH HET
KARDINALE PUNT MOET ZIJN?...
Ik zie ook wel de moeilijke kanten die hieraan zitten. Het is
niet allemaal zo eenvoudig. Toch vind ik dat je er nooit onder
uit kunt dat Israël het volk van God is.
IS HET NOODZAKELIJK VOORKEUR TE HEBBEN VOOR HET
GEBRUIK VAN DE NIEUWE OF STATENVERTALING VAN-
DE BIJBEL?...
Aan de Nieuwe Vertaling kleven net zo goed gebreken ais
aan de St. Vert. Toch is de N.V. duidelijker. Tegelijk merk ik hier
bij op dat er in de O.V. een koloriet zit die de N.V. mist.
CONCREET GESTELD; ALS ER GEKOZEN MOET WORDEN
TUSSEN O.V. EN N.V., WAT KIEST U DAN?...
Ik ben blij dat wij voor deze keus niet staan...
HEEFT U BEZWAREN TEGEN DE RUIMTEVAART?...
Als zodanig kunnen we er geen bezwaar tegen hebben. Maar
ik geloof dat de ruimtevaart gebruikt wordt om de mens te
eren en God nog meer naar de achtergrond te schuiven.
HEEFT U NOG EEN SLOTOPMERKING?...
Twee dingen: Ik zie in onze tijd een grote neiging om het ver
ticale van het Evangelie, namelijk dat het van God komt en tot
verzoening met God brengt, in te ruilen voor het horizontale: de
verhouding tussen mensen en volken tot het een en al te maken.
Ik geloof dat we met aan die neiging toe te geven het Evangel it
kwijt raken. Laten we het uitzicht naar Boven en op de
eeuwigheid vast houden! En vervolgens: In de p^diking van de
reformatie vind ik het wezenlijke van wat ik als antwoord op de
vragen van de moderne mens zou willen geven. De rijkdom van
de reformatorische geloofbelijdenis wordt terzijde geschoven en
genegeerd ponder dat men weet hoe veel er in zit. Wil de kerk
een antwoord op de moderne vragen en een boodschap voor deze
tijd hebben, èn houden, dan kunnen we niet zonder de erfenis van
de reformatie!
PROFESSOR VELEMA. ONZE HARTELIJKE DANK DAT U
ONS ZO SYMPATHIEK TE WOORD STOND EN STEEDS WEER
TOESTOND ONS OPPOSANT TEGENOVER U OP TE STEL
LEN, WAARDOOR EEN BETERE ORIëNTATIE KON VERKRE
GEN WORDEN.
En wij achten het profetische woord daaromdes te
vaster en gij doet wel, er acht op te geven, als op een lamp,
die schijnt in een duistere plaats totdat de dag aanbreekt en
de morgenster opgaat in uw harten. 2 Petrus I 19.
laatste tijd staat de Bijbel weer in
het middelpunt van de belangstelling. Er
wordt heel wat geschreven over de aard
van het Schriftgezag. Bij de herdenking
van de reformatie is er weer op gewezen,
dat Luther op den duur zich alleen door
de Bijbel wou laten overtuigen en is na
tuurlijk weer zijn bekende woord aange
haald: „Ik gevoel mij in mijn geweten ge
bonden in Gods Woord". In Duitsland is
een beweging ontstaan, die de naam
draagt: „Geen ander Evangelie" en die
zich keert tegen hen, die menen, dat men
bepaalde dingen uit de H. Schrift heel an
ders moet zien dan tot nu toe is gebeurd.
En door dat alles is de Bijbel inderdaad
weer in 't centrum van de belangstelling
komen te staan.
Op zichzelf is dat natuurlijk erg mooi.
Maar het gevaar is groot, dat men druk
gaat theoretiseren over de Bijbel, maar er
maar weinig of helemaal niets mee doet.
En om dat laatste, om dat „doen" gaat
het eigenlijk.
Dat zegt hier de apostel Petrus ook. Hij
heeft het over „het profetische woord".
Hij bedoelt daarmee allereerst het Oude
Testament, maar ik geloof, dat je dit ook
rustig kunt betrekken op heel de Bijbel.
Hij is ervan overtuigd, dat het Oude Tes
tament toch maar de waarheid heeft ge
sproken. toen het z'n voorzeggingen over
Jezus Christus deed. Dat heeft hij zelf in
z'n leven ondervonden. En nu zegt hij te
gen z'n lezers èn ons: „Daarop moet je
acht geven", dat wil zeggen: je moet het
onderzoeken en overwegen.
Hij gebruikt daarbij een mooi beeld:
het beeld van een lamp, die schijnt in een
duistere plaats. Die duistere plaats, dat is
ons mensenleven. Je weet er vaak de weg
niet meer in.
Maar het licht, dat midden in al die
donkerheid stralend schijnt, dat is het
licht van de Bijbel. En als je die onder
zoekt. dan breekt het licht ook bij jezelf
door. Je ziet weer, hoe je in het leven kunt
staan en in dat leven moet handelen.
En bovenal als je zo leeft bij de Bij
bel, dan wijst die je DE weg, de weg naar
Jezus Christus, Die ook vandaag staat op
de kruiswegen van ons, mensen en Die
zegt: „Komt tot Mij, die vermoeid en be
last zijt en Ik zal u rust geven".
En daarom zou ik zeggen: „Leef bij
„het profetische woord" en doe er wat
mee".
RENSWOUDE
Ds. B. Slingenberg