„Het is allemaal een
beetje getikt, soms"
ENGELS CIRCULATIE BED
BINNENKORT OOK
SCHORTJES VAN PAPIER
NA DE LUNCHROOM
DE PAARDENMARKT
Gewoon doen in de reclame
BETER SOORT SOUVENIRS
THEEDOEK????
DROOGT ALMELO
KUNST TUSSEN
VLIEGWERK
OP ZOEK NAAR MENSEN MET „NORMALE KOPPEN
Pose met een
eerlijk
rimpeltje
Een mens moet
een hobby hebben
ROYAL
ALBERT
DE DOEK DIE DIRECT
H
Juffrouw Truus „slaat" haar manrietje
FOCKE&
MELTZER
Kreeftvorkjes
Mond open doen
Gewoon: vort
Liefhebberij
OOK VOOR
GESCHENKEN
Goeie goed
Niet inslikken
Brits luchtvervoer
goedkoper
Zo fotogeniek
Nep-hcier
uleT lo&/rore*v poseren,
Hoever
NOVEMBER 1967
Daum. Plastiek van een paard. Een gedicht gestold in zuiver kristal.
Daum. Een modernist. Een eigentijdse en veel bewonderde vormgever
van plastieken, vazen, lampen, glazen, etc.
Het materiaal is altijd kristal. Helder, flonkerend wit kristal.
Daum. Plastiek van een paard. Edel, koninklijk. Toch maar f 155,-.
Royal Galerij,
Gele Rijdersplein 39,
(Van onze verslaggeefster)
Ik zeg „mevrouw" tegen mejuffrouw
Truus Lisman, want ze is 55 en
een geweldig aardig mens. „Bie
den", roept ze en dreunt op een haar na
de hand van de heer Jan Bos in el
kaar. „Vragen", roept Jan Bos en geeft
ook een dreun. „Bieden, zeg ik je, moet
je kijken wat een paardje". Truus Lis
man doet zaken op de Utrechtse paar
denmarkt, vlakke prijs, tussenin en wég
een kwart, veel geluk ermee, pony ver
kocht en dat Jan Bos zelf maar ziet
hoe hij het paardje thuis krijgt en die
kop koffie na de handel kan hij hou
den.
Laat me een damestas zien waarin
het géén chaos is. In de grote leren
boodschappentas van mevr. Truus Lis
man is de chaos van het ergste soort,
behalve in de voorklep dan, waarin ze
weer even een paar lappen van hon
derd stopt. Haar jas doet ze af, de
mouwen van haar beige stofjas stroopt
ze op, ze sjouwt paarden in een veewa
gen maar die tas blijft ze onder haar
arm houden.
„Ga mee koffie drinken", zegt ze
en we stappen het mannencafé op de
veemarkt binnen. Als mevr. Lisman
zich heeft laten bedienen met sigaret
en vuurtje en de halve inhoud van haar
tas heeft omgekeerd tussen de sigaren-
peuken, zegt ze: „En weet je dat ik
32 jaar geleden eerste juffrouw was in
een heel deftige lunchroom. Veertig
juffrouwen onder mij, echt waar".
Maar de lunchroom in Utrecht,
waar ze woont brandde af. En toen
was u opeens paardenhandelaarster,
mevrouw Lisman?
„Stil, zal ik vertellen", zegt ze en
•draait zich onmiddellijk om naar
iemand die 25 gulden meer biedt op
een van haar pony's, maar nu net te
laat is.
„De elite van Utrecht en ik met de
kreeftvorkjes en...", begint ze weer.
„En... oh, dat is, die meneer heeft net
een oranje medaille van de Koningin
gekregen".
Ze schiet overeind: „Gek hè, als ik
iemand zie tegen wie ik opkijk, dan ga
ik altijd staan".
Ze rommelt opnieuw in de bood
schappentas, waarin iedereen al die hon
derden guldens weet en strooit foto's
uit over tafel. Mevrouw Truus Lisman,
helemaal in kleur, met grote hoed en
handschoenen in een wagentje, getrok
ken door haar kampioensmerrie Hen-
ny van Ammerzode, een pony. Haar
nichtje, Lia Lisman, op een rijpaard
tijdens een concours hippique. En weer
mevrouw Lisman tijdens een demon
stratie van één- of tweespannen mer
ries.
„Dat doe ik ook", zegt ze en om
dat het een nogal overbodige opmerking
is, schatert ze met alles, blonde haren
en haarstrik incluis.
„Waar waren we ook alweer", vraagt
ze. „Ik zal vertellen hoe ik tussen de
paarden kwam."
Maar dan komt er alweer iemand
bij, in de persoon van een tweede man
die spijt heeft dat hij niet een van haar
pony's kocht, zonet.
Mevrouw Lisman wendt zich tot de
spijtklant: „Wie niks koopt, die krijgt
ook niks in zijn portemonnee, neem dat
nou eens van mij aan. Doe de volgen
de keer je mond maar eens een paar
keer open".
komen".
Die handel werd meteen ook de twee
de handel, want het was een paard dat
woest was en bovendien bang van
auto's.
„En ik wil altijd paarden die lopen
als ik Vort! roep en stil staan als ik
Ho! roep", vertelt ze. „Ik heb er tien
tallen gehad, maar niet één paard....
Enfin, ik heb nu wel iets geleerd. Vroe
ger wist ik alleen, een hoofdstel, nou
dat moet op zo'n beest zijn kop".
„Nee, nee, ik zeg altijd hoofd en
benen, nog steeds. De mannen hier
niet, maar mannen zijn mannen.
Vroeger hebben ze me er ingeluisd bij
het leven, maar je hebt wel gezien
dat ik dat nu niet meer over mijn kant
laat gaan, he?"
„Toen ik mijn eerste paardje kocht,
had ik weken tevoren al een stal ge
huurd, twee gulden in de week. Heb
je ook geld voor eten, haver en zo?
vroeg mijn vader. Ik zeg: „Man, daar
heb ik niet eens aan gedacht.
Haar sigaret ligt te stomen tussen
de sigarenas, haar koffie wordt koud,
maar ze dronk al zoveel en bovendien
heeft ze al een bord erwtensoep op in
de vroege morgen en ja: dat met die
paarden begon al toen ze nog in de
lunchroom werkte.
„Ik dacht altijd, je moet een lief
hebberij hebben, want als je alleen
maar werkt en je hebt niks erbij, dan
kun je net zo goed dood zijn", vertelt
ze en steekt een nieuwe sigaret op.
„Een auto, dacht ik. Maar als zo'n
ding in brand vliegt heb je niets meer
over. Ik naar iemand die paarden met
een wagentje verkocht: tweehonderd en
veertig gulden. Het werd mijn eerste
handeltje".
„Want ik dacht: 240? Dat vindt mijn
moeder vast te veel en ik sprak met
de man af: als ik morgen met moeder
kom, zeg je 140 gulden en het restant
schuif ik je dan wel achter haar rug
toe. Niet dan ik van liegen houd, maar
ik wilde zo graag dat paardje, mens,
ik kon van geluk gewoon niet in slaap
ADVERTENTIE
ENGELS PORSELEIN
Vraagt folders bij de importeur:
,,'t HOOLHOES "Ireneweg2 Bunde(L.)
Het lukt me om er éven tussen te ko
men en het mag. Hoe vaak is me
vrouw Lisman op een paardenmarkt te
zien? Iedere dag?
„Alleen als er paardenmarkt is, er
gens in Nederland", verbetert ze.
„Overal kennen ze me wel, in Zuidla
ren en pas geleden nog was ik op de
grote paardenmarkt in Hedel. Ze zeiden:
Truus, de burgemeester wil je even
apart hebben in het raadhuis. Ik dacht:
Zo'n burgemeester, ik zal m'n goeie
goed maar aantrekken, want je weet
nooit".
„Ik moest in het raadhuis komen,
met alle hoge heren en daar moest ik
een handeltje doen met iemand. De
stoel stelde een paardje voor en ze had
den vijf van die dingen voor mijn neus
gezet, zodat iedereen het goed hoorde.
Het ging best en dan te bedenken dat
ik vroeger zó'n hoofd kreeg als iemand
me iets vroeg, zo verlegen. Daarna
wilde iedereen met me praten, maar ik
zeg: Een paar woordjes maar, het spijt
me, maar ik moet naar mijn paarden
toe als ik nog een handeltje wil ma
ken, want daarvoor ben ik tenslotte
naar Hedel gekomen".
Niet inslikken.
Ik kan slechts zwijgen en aan haar
lippen hangen, als mevrouw Truus Lis
man, die eigenlijk Geertruida Maria
heet, vertelt in één ononderbroken
stroom van woorden. Haar nagels heb
ben een tipje vuurrode lak, aan de lin
kerarm draagt ze een gouden mannen-
horloge, aan de rechter twee gladde
gouden banden en op haar trui met
bloemen rust ook nog iets van edel me
taal.
Zo heeft ze verteld dat ze niet alleen
in levende paarden handelt maar
ook houten carrouselpaarden zelf op
schildert en verhuurt (voor etalages
bijvoorbeeld) en zo zegt ze: „Moet je
even goed naar me luisteren, dan ben
je voor je leven lang leuk. Ten eerste:
als je angina voelt opkomen, spoelen
met uitgeperste citroenen. Niet inslik
ken, maar uitspugen, dan komen alle
bacteriën dood mee naar bui
ten".
Het tweede dat ik goed moet onthou
den is, dat astma en alle andere chro
nische hoestjes verdwijnen door een
brouwsel van bruine suiker, geklutste
eieren en azijn. En het helpt ook bij
paarden.
Twee hoedendozen.
„Paarden hoesten soms als ik met ze
naar een concours hippique ben ge
weest", weet mevrouw Lisman. „Ik
heb wel dekjes, allemaal zelf gemaakt
en zelf geborduurd, maar toch. Oh, je
moest me een keer zien. Ik kom aan
met twee hoedendozen en daarin zitten
al mijn handschoenen en hoeden en
blouses voor de show. Je moet die
paarden zien lopen, prachtig als ze
er zin in hebben natuurlijk, want een
paard is geen auto".
„Tijdens een concours in de Irenehal,
in '65, hadden ze een applausme-
ter, voor wie het langste applaus kreeg.
De eerste keer had ik al veertien mi
nuten, van al die duizenden mensen.
De tweede keer mocht ik niet eens
meedoen, ze waren bang dat de men
sen de hele Irenehal naar beneden zou
den halen".
Ik geloof dat mevrouw Lisman mak
kelijk een week kan doorvertellen, zij
zelf waarschijnlijk ook, want ze blijft
lachen en gebaren en weer lachen. En
haar sigaretten gaan steeds maar uit
en haar koffie wordt steeds koud.
„Na de paardenmarkt in Hedel zou ik
bij een vriendin gaan koffie drin
ken, 's avonds. Ik kon het niet helpen,
maar ik sukkelde in slaap by de TV
van mijn vriendin en ik werd pas te
gen twaalven wakker. Ze zegt: Leuk
ben jij, je moet volgende keer een uur
tje vroeger komen, dan kun je een uur
langer slapen. Maar nu kun je even
zien dat ik ook vermoeiend werk heb".
„Je hebt geluk" dat betekent op
de paardenmarkten: onherroepelijk
verkocht, je kunt niet meer terug. Ik
wil wel even handjeklappen met me
vrouw Lisman, want dit keer is zij
verkocht, voor dit verhaal.
SCHIPHOL De Nederlandse char
termaatschappijen Martinair en Trans-
avia en in zekere mate ook de KLM,
die ook chartervluchten uitvoert, zul
len zeker de terugslag van de devalua
tie van het Britse pond ondervinden.
De heer R. Hoegen, directeur van het
luchtvaartmakelaarskantoor Amster
dam Air zei: „De Britse chartermaat
schappijen kunnen voor buitenlandse
opdrachtgevers in theorie veertien pro
cent goedkoper worden, maar in de
praktijk zal het wel op tien procent
neerkomen omdat zij hun tarieven iets
zullen optrekken. Een deel van de kos
ten moet immers in het buitenland
worden betaald."
Afgezien van de zg. ITE-reizen zijn
in de charterluchtvaart geen bindende
tarieven van kracht. Iedere maatschap
pij mag tegen zo scherp mogelijke
prijs concurreren. Verwacht wordt dat
in het komende winterseizoen veel ver-
voersorders naar Engelse luchtvaart
maatschappijen zullen vloeien omdat
er dan een grote overcapaciteit aan
vliegtuigen bestaat.
(Van onze verslaggeefster)
Tk kan het niet helpen, maar als ik
een fotomodel per foto zie, denk ik:
dat naar Dlijt't bij mij geen twee secon
den zo zitten, die jurk kost een maand
salaris en die valse wimpers gaan krie
belen, het is allemaal te mooi. En de
mannen, waar zie je ze zo, zo zonder
kreukels in de broek, immer hautain
en eeuwig jong en schoon van gelaat?
Dan kom ik opeens in een groot
aantal advertenties heel gewone man
nen tegen, met een hoop rimpels, ach
ter een heipaal en het pakje shag waa
het om gaat. Of een meneer die pe
televisie zijn kortgeknipte nageltje,
laat zien en niet brullend en hoera
roepend zijn koffie drinkt. Mannen met
een bos grijs haar en in tweedjasjes op
een bollenland, die vertellen dat ze
zo voortreffelijk zijn verzekerd of zo.
Van die doodgewone mensen. Zijn ze
het soms ook, échte bollenmannen en
echte heiers en werkelijke politieagen
ten, die hun vrouw zo keurig laten
oversteken?
Het antwoord ben ik gaan halen bij
het Amsterdamse reclamebureau Prad,
bij de heren Christiaan Meyer en Luc
Levie. Om te beginnen maken we even
een afspraak: we praten niet over de
advertenties waarin het om de kleding
gaat, want daarvoor zijn èn voor het to
nen van pakken en jurken èn voor de
hele pose beroeps-modellen nodig, heel
vaak.
Maar, dan zegt de heer L. Levie:
„Goed gezien, we gaan hoe langer hoe
meer van het mooie, het beetje gladde
af. Kortom: we hebben „gewone po-
rems" nodig. Fotomodellen, die zijn zo
geweldig fotógeniek. Ons bezwaar is
wel eens: de bureaus die voor ons be
middelen bij het zoeken naar een mo
del, leveren van die mooie jongens, van
die heel mooie meisjes. Het is allemaal
een beetje gelikt, soms."
Daarom wordt er, als er tijd genoeg,
is, gepost bij middelbare scholen als er
een stukje jeugd nodig is voor een ad
vertentie of een tv-reclamespot. Daar
om stroopte de heer C. Meyer afgelo
pen zomer de stranden van Zandvoort
af, op zoek naar een aantal mini-man
nen en mini-vrouwtjes en moeders die
toestemming tot poseren wilden geven.
Daarom vertelt in de advertenties van
de Hoogovens een echte werknemer
van de Hoogovens iets over zijn om-
•choling. Daarom wordt er bij het ad-
verteren via televisie voor bijna vijftig
procent gebruik gemaakt van niet-be-
roepsmodellen, althans wat het bureau
Prad betreft.
Hoe het niet-beroeps soms vergaat,
vertelt de heer Meyer als hij een ad
vertentie van de Bijenkorf op tafel
openvouwt, ik mag wel zeggen: die van
de tweelingen.
„Eerst benaderden we de Tweelingen
club van Nederland", zegt hij, „die ons
voorstel een beetje schandelijk vond.
We zetten twee keer een heel kleine ad
vertentie: in twee dagen hadden we
reacties van ongeveer 250 tweelingen
die op de foto wilden."
Hun motieven heeft hij ook gevraagd
en in veel gevallen waren die opvallend
en ook weer niet zo opvallend: voor het
geld. „Soms was het ook omdat moe
ders hun tweeling zo graag in die ad
vertentie wilden hebben", vult de heer
Meyer aan. „Maar voor geld doet
iedereen alles. Als het maar eerbaar
is."
Die eerbaarheid, speelt die dan nog
een rol? De heer J. de Koning van
Prad, die ik tevoren sprak, zei: „Als
acht jaar geleden een fotograaf een
meisje zag zitten dat hij graag wilde
fotograferen, dan riep dat meisje: Ober,
Ober, deze meneer doet mij een oneer
baar voorstel. Nu kun je iedereen krij
gen zover je wilt."
Hoever, tot helemaal niks?, vraag ik
de heren Meyer en Levie.
Ik laat nog even de heer Meyer aan
het woord: „Al voor die tv-uitzending
van de VPRO hadden wij een foto ge
maakt met een vrouw zónder iets aan.
Een mooie foto. Geen fotomodel, 't Kan
heel goed als je maar erg eerlijk bent.
Maar vanwege die uitzending hebben
wij de foto voor een tijdje in de ijskast
gestopt. We willen niet dat men denkt:
Eerst de VPRO, kijk, kijk, nu durven
anderen opeens ook."
We schakelen weer over naar de
mannen. De heer Levie zegt: „We zoe
ken iemand die persoonlijkheid weet
over te brengen. De ellende is: hoe
krijg je die hier. Ik ken twee manlijke
fotomodellen, die kunnen het. Maar een
man van boven de dertig? Kom er eens
aan. Ik weet er één en die vindt als fo-
Als ik dus een man van boven de 35
jaar in een advertentie of op het scherm
zie, dan is dat dus vaak geen fotomo
del, maar een verzekeringsagent met
fotogenieke trekken of een onderwijzer
met veel vrije tijd? Of een echte bollen -
man of een echte politieagent?
„Als we genoeg tijd hebben om voor
te bereiden, dan heel graag", zegt de
heer Meyer. „U praat steeds over
heiers met helmen en rimpels, maar
als ik daarvoor een werkelijke heier
zou moeten zoeken, vraag ik drie we
ken tijd. En alles moet altijd razend
snel gebeuren. Daarom neem ik liever
een model dat als heier gaat optreden.
Zo'n man weet wat hij moet doen en la
ten. Om een werkelijke heier zover te
krijgen dat hij niet bevroren poseert,
dat kost eindeloos veel tijd.
De heren Meyer en Levie zijn het
even oneens, maar dan komen ze eens
gezind tot deze conclusie: de bureaus
die modellen leveren, moeten meer
mensen met „gewone koppen" aantrek
ken. Voor de niezende man met de
grieppillen, de pantoffelman die in
rookworsten prikt en de koffieronde
doet.
Koffieronde, dan zit ik goed bij de
heer Meyer. „Dat waren allemaal ge
wone mensen, in die advertenties",
weet hij. „Om te beginnen heb ik mijn
vroegere hospita en haar man laten fo
tograferen en verder hadden we geluk
kig een adressenlijst van mensen die al
eens eerder hadden meegedaan."
Soms moet het „normaal doen" ook
voor de beroepsmodellen even wennen.
De heer Meyer vertelt over een bont
jas, een fiets en een bos: „Laat maar
hangen die jas, laat maar waaien dat
haar, riep ik voortdurend tegen dat
meisje dat ons fotomodel was. Ze was
gewend te poseren en dacht dat ze voor
joker door dat bos fietste. Maar het
resultaat was wat we bedoelden: een
gewone jonge vrouw op een gewone
fiets, in de bontjas waar het om ging.
„Gewoon", dat woord is nogal eens
gevallen, en „echt". Maar gelooft u het
nog, als een geweldig mooie vrouw de
boter aanprijst waarmee ze zojuist ge
braden heeft, terwijl je zó ziet dat ze
in geen zes jaar achter de gaspitten
stond, maar een stem heeft die rijp is
voor de hoorspelkern?
Een model uit de collectie van de
Hongaarse mode-ontwerpers: een
elegante cocktailjapon van geel hand-
geweven materiaal. De garnering op het
lijfje bestaat uit vijfhoekjes van parels.
DDD
DDIS
erinnert u zich nog, hoe u zich
vroeger grieperig van de
•ne zakdoekenwas naar de ande
re sleepte, en hoe uw baby'tje lijnen
vol met luiers op zijn geweten had? Me
nige huisvrouw was dan ook enthou
siast, toen de eerste papieren zakdoeken
op de markt kwamen, en zal zich
net als u, misschien hebben afge
vraagd waarom er niemand eerder op
het idee was gekomen om papier te ge
bruiken voor artikelen, die vuil gewor
den, weer gewassen moeten worden,
den.
Het antwoord hierop was eenvoudig:
luiers, zakdoeken en verband zijn in de
loop der eeuwen steeds van textiel ge
maakt, omdat er nog geen papiersoort
was, stevig en toch zacht genoeg om
aan de „tedere" eisen van baby en
neus te voldoen.
Maar de uitvinding van celstof bracht
het balletje al spoedig aan het rollen:
de fabricage van verband en zakdoeken
werd eerst ter hand genomen, alras ge
volgd door luiers, die zeker niet de
laatste mogelijkheid tot huishoudelijke
toepassing van papier zouden zijn, want
binnenkort komen er ook papieren
schortjes op de markt. Een zeer prak
tisch artikel in de keuken: er kan van
alles op gespat worden; als het schort
'n paar keer gedragen is, kan 'n nieuw
worden aangedaan, want de vrolijk be
drukte schortjes zullen in verpakkingen
van drie stuks verkrijgbaar zijn voor
f 2,95 per pak.
(Van onze redactie voor de vrouw)
SCHIPHOL „Verleden week vloog
een Noor speciaal voor deze „Art
Shop" over Schiphol naar Engeland",
zegt mevrouw Leonore M. ter Laan.
Op de nieuwe Amsterdamse luchtha
ven heeft zij een deel van het fraaie
balkon van de passagierswachtkamer
voor een kunstgalerij ter beschikking
gekregen.
De daar uitgestalde werken worden
door twee conservatoren van het Am
sterdamse Stedelijk Museum geselec
teerd en geprijsd. „De kopers worden
bij ons niet genomen", zegt zij. „Bij
koop krijgt de kunstliefhebber een cer
tificaat. Amerikaanse intellectuelen zijn
op het ogenblik onze beste klanten. Wij
sturen hun de uitgezochte kunstwerken
ook na. Onze „Art Shop" hier op Schip
hol is bedoeld voor luchtreizigers, die
het stadium van het toeristensouvenir te
boven zijn."
„Al lang was het mijn droom op de
luchthaven een kunstgalerij te hebben"
vertelt deze verkoopster van geschen
ken op peil. „Elf jaar werkte ik bij de
in- en verkoop van boeken op het oude
Schiphol. Al die tijd vond ik het ontzet
tend jammer, dat er op het hele vlieg
veld geen enkel kunstwerk was. Wan
neer jonkheer Sandberg, de oud-direc
teur van het Stedelijk Museum, hier op
Schiphol kwam, keken we elkaar aan.
Nog steeds niks, zeiden we dan. Ik ken
de hem, omdat ik ook een tijd in dat
museum heb gewerkt."
„Toen de plannen voor het nieuwe
Schiphol werden uitgewerkt, heb ik
voorgesteld bij de „tax free"-winkels
een kunstgalerij onder te brengen. De
leiding van de luchthaven voelde wel
wat voor dat idee. Men bood mij deze
unieke ruimte aan. Ik kreeg toestem
ming er mijn plan uit te voeren op
voorwaarde, dat ik de leiding de garan
tie van een hoge kwaliteit van de kunst
werken kon geven. Daarom heb ik nu
de steun van de huidige directeur van
het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Mevrouw Ter Laan kijkt peinzend
naar de grote, ruime „Wolk" van An-
dré Vol ten, die als een vreemd metalen
hemellichaam boven de wachtkamer
gedrapeerd lijkt.
Zij is een energieke en enthousiaste
vrouw met lachende, lichtblauwe ogen.
Haar „Art Shop" is van het eerste tot
het laatste lijntoestel van tien uur
's avonds open. Mevr. Ter Laan heeft
voor die lange winkeltijd twee assisten
ten.
Op het ruime balkon hangen, liggen
of staan de kunstwerken, voorzien van
een prijskaartje in guldens en dollars.
Van Wil van Zijl zijn er figuratieve
schilderijen, van Harry van Kruiningen
is er grafiek. Rik van Bentum is ver
tegenwoordigd met driedimensionale
kunst. Van Yvonne Kracht zijn er
composities met veertjes, moertjes en
spijkers.
De perspectiefloze schilderijen van
Yo Bwan Tjong hangen er naast gra
fisch werk in de metaalfolie van Leen
Spaans. Jan de Melker heeft er houtfi
guren en speelgoed staan. Jan van der
Vaart toont er pottebakkerswerk. In de
„Art Shop" is verder echter ook een
plaats ingeruimd voor goed ontworpen
kristal uit Leerdam, voorbeelden van
Nederlandse edelsmeedkunst en Mosa
porselein.
Mevrouw Ter Laan geeft toe dat de
handhaving van het museumniveau
commerciële moeilijkheden met zich
meebrengt. „Wij hebben zeer tot onge
noegen van bepaalde Amerikaanse be
zoeker, die iets van v. Gogh of Rem
brandt willen, geen reprodukties."
Hoewel deze kunstgalerij reeds in
functie is, wordt met de officiële ope
ning gewacht tot de particuliere onder
neming haar rechtsvorm in de Stichting
Kunst- en Vliegwerk gekregen heeft.
Over de toekomst is mevrouw Ter
Laan optimistisch. „Wij blijven probe
ren de luchtreizigers te confronteren
met kunst van het hoogste gehalte, spe
ciaal van Nederlandse kunstenaars",
zegt zij. Door de brede opzet is in deze
verzameling in elke prijsklasse en voor
elke beurs iets te vinden. Van porselein
van enkele guldens tot bronzen sculptu
ren van enkele duizenden. Kunst is mo
de, is „in". De mensen zijn er aan toe.
Ze hebben een eigen huis, een auto, ve
le elektrische apparaten. Voor kunst
werken kopen krijgen ze nu meer be
langstelling."
Een foto van het Engelse „Dormair"-bed, dat de warmte op de gewenste thermostatisch gecontroleerde temperatuur houdt
zonder het gebruik van dekens en bovenlaken. Het systeem berust op heteluchtcirculatie met behulp van een ventilator. Het
zou ideaal zijn voor astma-patiënten, omdat er geen deken stof is dat de luchtwegen kan irriteren en ook voor mensen, die
een operatie hebben ondergaan.
ADVERTENTIE
tomodel zijn reden van bestaan al om
dat hij eenvoudigweg 35 jaar is. En
dan, als je iemand hebt van wie je
zegt: met hem kun je alles doen, dan
zie je die man honderdduizend keer te
rug in honderdduizend advertenties.
Daarom hebben we ook vaak een soort
uitwisseling van modellen met Duits
land, Frankrijk, Engeland."
A