„Het is allemaal een beetje getikt, soms" ENGELS CIRCULATIE BED BINNENKORT OOK SCHORTJES VAN PAPIER NA DE LUNCHROOM DE PAARDENMARKT Gewoon doen in de reclame BETER SOORT SOUVENIRS THEEDOEK???? DROOGT ALMELO KUNST TUSSEN VLIEGWERK OP ZOEK NAAR MENSEN MET „NORMALE KOPPEN Pose met een eerlijk rimpeltje Een mens moet een hobby hebben ROYAL ALBERT DE DOEK DIE DIRECT H Juffrouw Truus „slaat" haar manrietje FOCKE& MELTZER Kreeftvorkjes Mond open doen Gewoon: vort Liefhebberij OOK VOOR GESCHENKEN Goeie goed Niet inslikken Brits luchtvervoer goedkoper Zo fotogeniek Nep-hcier uleT lo&/rore*v poseren, Hoever NOVEMBER 1967 Daum. Plastiek van een paard. Een gedicht gestold in zuiver kristal. Daum. Een modernist. Een eigentijdse en veel bewonderde vormgever van plastieken, vazen, lampen, glazen, etc. Het materiaal is altijd kristal. Helder, flonkerend wit kristal. Daum. Plastiek van een paard. Edel, koninklijk. Toch maar f 155,-. Royal Galerij, Gele Rijdersplein 39, (Van onze verslaggeefster) Ik zeg „mevrouw" tegen mejuffrouw Truus Lisman, want ze is 55 en een geweldig aardig mens. „Bie den", roept ze en dreunt op een haar na de hand van de heer Jan Bos in el kaar. „Vragen", roept Jan Bos en geeft ook een dreun. „Bieden, zeg ik je, moet je kijken wat een paardje". Truus Lis man doet zaken op de Utrechtse paar denmarkt, vlakke prijs, tussenin en wég een kwart, veel geluk ermee, pony ver kocht en dat Jan Bos zelf maar ziet hoe hij het paardje thuis krijgt en die kop koffie na de handel kan hij hou den. Laat me een damestas zien waarin het géén chaos is. In de grote leren boodschappentas van mevr. Truus Lis man is de chaos van het ergste soort, behalve in de voorklep dan, waarin ze weer even een paar lappen van hon derd stopt. Haar jas doet ze af, de mouwen van haar beige stofjas stroopt ze op, ze sjouwt paarden in een veewa gen maar die tas blijft ze onder haar arm houden. „Ga mee koffie drinken", zegt ze en we stappen het mannencafé op de veemarkt binnen. Als mevr. Lisman zich heeft laten bedienen met sigaret en vuurtje en de halve inhoud van haar tas heeft omgekeerd tussen de sigaren- peuken, zegt ze: „En weet je dat ik 32 jaar geleden eerste juffrouw was in een heel deftige lunchroom. Veertig juffrouwen onder mij, echt waar". Maar de lunchroom in Utrecht, waar ze woont brandde af. En toen was u opeens paardenhandelaarster, mevrouw Lisman? „Stil, zal ik vertellen", zegt ze en •draait zich onmiddellijk om naar iemand die 25 gulden meer biedt op een van haar pony's, maar nu net te laat is. „De elite van Utrecht en ik met de kreeftvorkjes en...", begint ze weer. „En... oh, dat is, die meneer heeft net een oranje medaille van de Koningin gekregen". Ze schiet overeind: „Gek hè, als ik iemand zie tegen wie ik opkijk, dan ga ik altijd staan". Ze rommelt opnieuw in de bood schappentas, waarin iedereen al die hon derden guldens weet en strooit foto's uit over tafel. Mevrouw Truus Lisman, helemaal in kleur, met grote hoed en handschoenen in een wagentje, getrok ken door haar kampioensmerrie Hen- ny van Ammerzode, een pony. Haar nichtje, Lia Lisman, op een rijpaard tijdens een concours hippique. En weer mevrouw Lisman tijdens een demon stratie van één- of tweespannen mer ries. „Dat doe ik ook", zegt ze en om dat het een nogal overbodige opmerking is, schatert ze met alles, blonde haren en haarstrik incluis. „Waar waren we ook alweer", vraagt ze. „Ik zal vertellen hoe ik tussen de paarden kwam." Maar dan komt er alweer iemand bij, in de persoon van een tweede man die spijt heeft dat hij niet een van haar pony's kocht, zonet. Mevrouw Lisman wendt zich tot de spijtklant: „Wie niks koopt, die krijgt ook niks in zijn portemonnee, neem dat nou eens van mij aan. Doe de volgen de keer je mond maar eens een paar keer open". komen". Die handel werd meteen ook de twee de handel, want het was een paard dat woest was en bovendien bang van auto's. „En ik wil altijd paarden die lopen als ik Vort! roep en stil staan als ik Ho! roep", vertelt ze. „Ik heb er tien tallen gehad, maar niet één paard.... Enfin, ik heb nu wel iets geleerd. Vroe ger wist ik alleen, een hoofdstel, nou dat moet op zo'n beest zijn kop". „Nee, nee, ik zeg altijd hoofd en benen, nog steeds. De mannen hier niet, maar mannen zijn mannen. Vroeger hebben ze me er ingeluisd bij het leven, maar je hebt wel gezien dat ik dat nu niet meer over mijn kant laat gaan, he?" „Toen ik mijn eerste paardje kocht, had ik weken tevoren al een stal ge huurd, twee gulden in de week. Heb je ook geld voor eten, haver en zo? vroeg mijn vader. Ik zeg: „Man, daar heb ik niet eens aan gedacht. Haar sigaret ligt te stomen tussen de sigarenas, haar koffie wordt koud, maar ze dronk al zoveel en bovendien heeft ze al een bord erwtensoep op in de vroege morgen en ja: dat met die paarden begon al toen ze nog in de lunchroom werkte. „Ik dacht altijd, je moet een lief hebberij hebben, want als je alleen maar werkt en je hebt niks erbij, dan kun je net zo goed dood zijn", vertelt ze en steekt een nieuwe sigaret op. „Een auto, dacht ik. Maar als zo'n ding in brand vliegt heb je niets meer over. Ik naar iemand die paarden met een wagentje verkocht: tweehonderd en veertig gulden. Het werd mijn eerste handeltje". „Want ik dacht: 240? Dat vindt mijn moeder vast te veel en ik sprak met de man af: als ik morgen met moeder kom, zeg je 140 gulden en het restant schuif ik je dan wel achter haar rug toe. Niet dan ik van liegen houd, maar ik wilde zo graag dat paardje, mens, ik kon van geluk gewoon niet in slaap ADVERTENTIE ENGELS PORSELEIN Vraagt folders bij de importeur: ,,'t HOOLHOES "Ireneweg2 Bunde(L.) Het lukt me om er éven tussen te ko men en het mag. Hoe vaak is me vrouw Lisman op een paardenmarkt te zien? Iedere dag? „Alleen als er paardenmarkt is, er gens in Nederland", verbetert ze. „Overal kennen ze me wel, in Zuidla ren en pas geleden nog was ik op de grote paardenmarkt in Hedel. Ze zeiden: Truus, de burgemeester wil je even apart hebben in het raadhuis. Ik dacht: Zo'n burgemeester, ik zal m'n goeie goed maar aantrekken, want je weet nooit". „Ik moest in het raadhuis komen, met alle hoge heren en daar moest ik een handeltje doen met iemand. De stoel stelde een paardje voor en ze had den vijf van die dingen voor mijn neus gezet, zodat iedereen het goed hoorde. Het ging best en dan te bedenken dat ik vroeger zó'n hoofd kreeg als iemand me iets vroeg, zo verlegen. Daarna wilde iedereen met me praten, maar ik zeg: Een paar woordjes maar, het spijt me, maar ik moet naar mijn paarden toe als ik nog een handeltje wil ma ken, want daarvoor ben ik tenslotte naar Hedel gekomen". Niet inslikken. Ik kan slechts zwijgen en aan haar lippen hangen, als mevrouw Truus Lis man, die eigenlijk Geertruida Maria heet, vertelt in één ononderbroken stroom van woorden. Haar nagels heb ben een tipje vuurrode lak, aan de lin kerarm draagt ze een gouden mannen- horloge, aan de rechter twee gladde gouden banden en op haar trui met bloemen rust ook nog iets van edel me taal. Zo heeft ze verteld dat ze niet alleen in levende paarden handelt maar ook houten carrouselpaarden zelf op schildert en verhuurt (voor etalages bijvoorbeeld) en zo zegt ze: „Moet je even goed naar me luisteren, dan ben je voor je leven lang leuk. Ten eerste: als je angina voelt opkomen, spoelen met uitgeperste citroenen. Niet inslik ken, maar uitspugen, dan komen alle bacteriën dood mee naar bui ten". Het tweede dat ik goed moet onthou den is, dat astma en alle andere chro nische hoestjes verdwijnen door een brouwsel van bruine suiker, geklutste eieren en azijn. En het helpt ook bij paarden. Twee hoedendozen. „Paarden hoesten soms als ik met ze naar een concours hippique ben ge weest", weet mevrouw Lisman. „Ik heb wel dekjes, allemaal zelf gemaakt en zelf geborduurd, maar toch. Oh, je moest me een keer zien. Ik kom aan met twee hoedendozen en daarin zitten al mijn handschoenen en hoeden en blouses voor de show. Je moet die paarden zien lopen, prachtig als ze er zin in hebben natuurlijk, want een paard is geen auto". „Tijdens een concours in de Irenehal, in '65, hadden ze een applausme- ter, voor wie het langste applaus kreeg. De eerste keer had ik al veertien mi nuten, van al die duizenden mensen. De tweede keer mocht ik niet eens meedoen, ze waren bang dat de men sen de hele Irenehal naar beneden zou den halen". Ik geloof dat mevrouw Lisman mak kelijk een week kan doorvertellen, zij zelf waarschijnlijk ook, want ze blijft lachen en gebaren en weer lachen. En haar sigaretten gaan steeds maar uit en haar koffie wordt steeds koud. „Na de paardenmarkt in Hedel zou ik bij een vriendin gaan koffie drin ken, 's avonds. Ik kon het niet helpen, maar ik sukkelde in slaap by de TV van mijn vriendin en ik werd pas te gen twaalven wakker. Ze zegt: Leuk ben jij, je moet volgende keer een uur tje vroeger komen, dan kun je een uur langer slapen. Maar nu kun je even zien dat ik ook vermoeiend werk heb". „Je hebt geluk" dat betekent op de paardenmarkten: onherroepelijk verkocht, je kunt niet meer terug. Ik wil wel even handjeklappen met me vrouw Lisman, want dit keer is zij verkocht, voor dit verhaal. SCHIPHOL De Nederlandse char termaatschappijen Martinair en Trans- avia en in zekere mate ook de KLM, die ook chartervluchten uitvoert, zul len zeker de terugslag van de devalua tie van het Britse pond ondervinden. De heer R. Hoegen, directeur van het luchtvaartmakelaarskantoor Amster dam Air zei: „De Britse chartermaat schappijen kunnen voor buitenlandse opdrachtgevers in theorie veertien pro cent goedkoper worden, maar in de praktijk zal het wel op tien procent neerkomen omdat zij hun tarieven iets zullen optrekken. Een deel van de kos ten moet immers in het buitenland worden betaald." Afgezien van de zg. ITE-reizen zijn in de charterluchtvaart geen bindende tarieven van kracht. Iedere maatschap pij mag tegen zo scherp mogelijke prijs concurreren. Verwacht wordt dat in het komende winterseizoen veel ver- voersorders naar Engelse luchtvaart maatschappijen zullen vloeien omdat er dan een grote overcapaciteit aan vliegtuigen bestaat. (Van onze verslaggeefster) Tk kan het niet helpen, maar als ik een fotomodel per foto zie, denk ik: dat naar Dlijt't bij mij geen twee secon den zo zitten, die jurk kost een maand salaris en die valse wimpers gaan krie belen, het is allemaal te mooi. En de mannen, waar zie je ze zo, zo zonder kreukels in de broek, immer hautain en eeuwig jong en schoon van gelaat? Dan kom ik opeens in een groot aantal advertenties heel gewone man nen tegen, met een hoop rimpels, ach ter een heipaal en het pakje shag waa het om gaat. Of een meneer die pe televisie zijn kortgeknipte nageltje, laat zien en niet brullend en hoera roepend zijn koffie drinkt. Mannen met een bos grijs haar en in tweedjasjes op een bollenland, die vertellen dat ze zo voortreffelijk zijn verzekerd of zo. Van die doodgewone mensen. Zijn ze het soms ook, échte bollenmannen en echte heiers en werkelijke politieagen ten, die hun vrouw zo keurig laten oversteken? Het antwoord ben ik gaan halen bij het Amsterdamse reclamebureau Prad, bij de heren Christiaan Meyer en Luc Levie. Om te beginnen maken we even een afspraak: we praten niet over de advertenties waarin het om de kleding gaat, want daarvoor zijn èn voor het to nen van pakken en jurken èn voor de hele pose beroeps-modellen nodig, heel vaak. Maar, dan zegt de heer L. Levie: „Goed gezien, we gaan hoe langer hoe meer van het mooie, het beetje gladde af. Kortom: we hebben „gewone po- rems" nodig. Fotomodellen, die zijn zo geweldig fotógeniek. Ons bezwaar is wel eens: de bureaus die voor ons be middelen bij het zoeken naar een mo del, leveren van die mooie jongens, van die heel mooie meisjes. Het is allemaal een beetje gelikt, soms." Daarom wordt er, als er tijd genoeg, is, gepost bij middelbare scholen als er een stukje jeugd nodig is voor een ad vertentie of een tv-reclamespot. Daar om stroopte de heer C. Meyer afgelo pen zomer de stranden van Zandvoort af, op zoek naar een aantal mini-man nen en mini-vrouwtjes en moeders die toestemming tot poseren wilden geven. Daarom vertelt in de advertenties van de Hoogovens een echte werknemer van de Hoogovens iets over zijn om- •choling. Daarom wordt er bij het ad- verteren via televisie voor bijna vijftig procent gebruik gemaakt van niet-be- roepsmodellen, althans wat het bureau Prad betreft. Hoe het niet-beroeps soms vergaat, vertelt de heer Meyer als hij een ad vertentie van de Bijenkorf op tafel openvouwt, ik mag wel zeggen: die van de tweelingen. „Eerst benaderden we de Tweelingen club van Nederland", zegt hij, „die ons voorstel een beetje schandelijk vond. We zetten twee keer een heel kleine ad vertentie: in twee dagen hadden we reacties van ongeveer 250 tweelingen die op de foto wilden." Hun motieven heeft hij ook gevraagd en in veel gevallen waren die opvallend en ook weer niet zo opvallend: voor het geld. „Soms was het ook omdat moe ders hun tweeling zo graag in die ad vertentie wilden hebben", vult de heer Meyer aan. „Maar voor geld doet iedereen alles. Als het maar eerbaar is." Die eerbaarheid, speelt die dan nog een rol? De heer J. de Koning van Prad, die ik tevoren sprak, zei: „Als acht jaar geleden een fotograaf een meisje zag zitten dat hij graag wilde fotograferen, dan riep dat meisje: Ober, Ober, deze meneer doet mij een oneer baar voorstel. Nu kun je iedereen krij gen zover je wilt." Hoever, tot helemaal niks?, vraag ik de heren Meyer en Levie. Ik laat nog even de heer Meyer aan het woord: „Al voor die tv-uitzending van de VPRO hadden wij een foto ge maakt met een vrouw zónder iets aan. Een mooie foto. Geen fotomodel, 't Kan heel goed als je maar erg eerlijk bent. Maar vanwege die uitzending hebben wij de foto voor een tijdje in de ijskast gestopt. We willen niet dat men denkt: Eerst de VPRO, kijk, kijk, nu durven anderen opeens ook." We schakelen weer over naar de mannen. De heer Levie zegt: „We zoe ken iemand die persoonlijkheid weet over te brengen. De ellende is: hoe krijg je die hier. Ik ken twee manlijke fotomodellen, die kunnen het. Maar een man van boven de dertig? Kom er eens aan. Ik weet er één en die vindt als fo- Als ik dus een man van boven de 35 jaar in een advertentie of op het scherm zie, dan is dat dus vaak geen fotomo del, maar een verzekeringsagent met fotogenieke trekken of een onderwijzer met veel vrije tijd? Of een echte bollen - man of een echte politieagent? „Als we genoeg tijd hebben om voor te bereiden, dan heel graag", zegt de heer Meyer. „U praat steeds over heiers met helmen en rimpels, maar als ik daarvoor een werkelijke heier zou moeten zoeken, vraag ik drie we ken tijd. En alles moet altijd razend snel gebeuren. Daarom neem ik liever een model dat als heier gaat optreden. Zo'n man weet wat hij moet doen en la ten. Om een werkelijke heier zover te krijgen dat hij niet bevroren poseert, dat kost eindeloos veel tijd. De heren Meyer en Levie zijn het even oneens, maar dan komen ze eens gezind tot deze conclusie: de bureaus die modellen leveren, moeten meer mensen met „gewone koppen" aantrek ken. Voor de niezende man met de grieppillen, de pantoffelman die in rookworsten prikt en de koffieronde doet. Koffieronde, dan zit ik goed bij de heer Meyer. „Dat waren allemaal ge wone mensen, in die advertenties", weet hij. „Om te beginnen heb ik mijn vroegere hospita en haar man laten fo tograferen en verder hadden we geluk kig een adressenlijst van mensen die al eens eerder hadden meegedaan." Soms moet het „normaal doen" ook voor de beroepsmodellen even wennen. De heer Meyer vertelt over een bont jas, een fiets en een bos: „Laat maar hangen die jas, laat maar waaien dat haar, riep ik voortdurend tegen dat meisje dat ons fotomodel was. Ze was gewend te poseren en dacht dat ze voor joker door dat bos fietste. Maar het resultaat was wat we bedoelden: een gewone jonge vrouw op een gewone fiets, in de bontjas waar het om ging. „Gewoon", dat woord is nogal eens gevallen, en „echt". Maar gelooft u het nog, als een geweldig mooie vrouw de boter aanprijst waarmee ze zojuist ge braden heeft, terwijl je zó ziet dat ze in geen zes jaar achter de gaspitten stond, maar een stem heeft die rijp is voor de hoorspelkern? Een model uit de collectie van de Hongaarse mode-ontwerpers: een elegante cocktailjapon van geel hand- geweven materiaal. De garnering op het lijfje bestaat uit vijfhoekjes van parels. DDD DDIS erinnert u zich nog, hoe u zich vroeger grieperig van de •ne zakdoekenwas naar de ande re sleepte, en hoe uw baby'tje lijnen vol met luiers op zijn geweten had? Me nige huisvrouw was dan ook enthou siast, toen de eerste papieren zakdoeken op de markt kwamen, en zal zich net als u, misschien hebben afge vraagd waarom er niemand eerder op het idee was gekomen om papier te ge bruiken voor artikelen, die vuil gewor den, weer gewassen moeten worden, den. Het antwoord hierop was eenvoudig: luiers, zakdoeken en verband zijn in de loop der eeuwen steeds van textiel ge maakt, omdat er nog geen papiersoort was, stevig en toch zacht genoeg om aan de „tedere" eisen van baby en neus te voldoen. Maar de uitvinding van celstof bracht het balletje al spoedig aan het rollen: de fabricage van verband en zakdoeken werd eerst ter hand genomen, alras ge volgd door luiers, die zeker niet de laatste mogelijkheid tot huishoudelijke toepassing van papier zouden zijn, want binnenkort komen er ook papieren schortjes op de markt. Een zeer prak tisch artikel in de keuken: er kan van alles op gespat worden; als het schort 'n paar keer gedragen is, kan 'n nieuw worden aangedaan, want de vrolijk be drukte schortjes zullen in verpakkingen van drie stuks verkrijgbaar zijn voor f 2,95 per pak. (Van onze redactie voor de vrouw) SCHIPHOL „Verleden week vloog een Noor speciaal voor deze „Art Shop" over Schiphol naar Engeland", zegt mevrouw Leonore M. ter Laan. Op de nieuwe Amsterdamse luchtha ven heeft zij een deel van het fraaie balkon van de passagierswachtkamer voor een kunstgalerij ter beschikking gekregen. De daar uitgestalde werken worden door twee conservatoren van het Am sterdamse Stedelijk Museum geselec teerd en geprijsd. „De kopers worden bij ons niet genomen", zegt zij. „Bij koop krijgt de kunstliefhebber een cer tificaat. Amerikaanse intellectuelen zijn op het ogenblik onze beste klanten. Wij sturen hun de uitgezochte kunstwerken ook na. Onze „Art Shop" hier op Schip hol is bedoeld voor luchtreizigers, die het stadium van het toeristensouvenir te boven zijn." „Al lang was het mijn droom op de luchthaven een kunstgalerij te hebben" vertelt deze verkoopster van geschen ken op peil. „Elf jaar werkte ik bij de in- en verkoop van boeken op het oude Schiphol. Al die tijd vond ik het ontzet tend jammer, dat er op het hele vlieg veld geen enkel kunstwerk was. Wan neer jonkheer Sandberg, de oud-direc teur van het Stedelijk Museum, hier op Schiphol kwam, keken we elkaar aan. Nog steeds niks, zeiden we dan. Ik ken de hem, omdat ik ook een tijd in dat museum heb gewerkt." „Toen de plannen voor het nieuwe Schiphol werden uitgewerkt, heb ik voorgesteld bij de „tax free"-winkels een kunstgalerij onder te brengen. De leiding van de luchthaven voelde wel wat voor dat idee. Men bood mij deze unieke ruimte aan. Ik kreeg toestem ming er mijn plan uit te voeren op voorwaarde, dat ik de leiding de garan tie van een hoge kwaliteit van de kunst werken kon geven. Daarom heb ik nu de steun van de huidige directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Mevrouw Ter Laan kijkt peinzend naar de grote, ruime „Wolk" van An- dré Vol ten, die als een vreemd metalen hemellichaam boven de wachtkamer gedrapeerd lijkt. Zij is een energieke en enthousiaste vrouw met lachende, lichtblauwe ogen. Haar „Art Shop" is van het eerste tot het laatste lijntoestel van tien uur 's avonds open. Mevr. Ter Laan heeft voor die lange winkeltijd twee assisten ten. Op het ruime balkon hangen, liggen of staan de kunstwerken, voorzien van een prijskaartje in guldens en dollars. Van Wil van Zijl zijn er figuratieve schilderijen, van Harry van Kruiningen is er grafiek. Rik van Bentum is ver tegenwoordigd met driedimensionale kunst. Van Yvonne Kracht zijn er composities met veertjes, moertjes en spijkers. De perspectiefloze schilderijen van Yo Bwan Tjong hangen er naast gra fisch werk in de metaalfolie van Leen Spaans. Jan de Melker heeft er houtfi guren en speelgoed staan. Jan van der Vaart toont er pottebakkerswerk. In de „Art Shop" is verder echter ook een plaats ingeruimd voor goed ontworpen kristal uit Leerdam, voorbeelden van Nederlandse edelsmeedkunst en Mosa porselein. Mevrouw Ter Laan geeft toe dat de handhaving van het museumniveau commerciële moeilijkheden met zich meebrengt. „Wij hebben zeer tot onge noegen van bepaalde Amerikaanse be zoeker, die iets van v. Gogh of Rem brandt willen, geen reprodukties." Hoewel deze kunstgalerij reeds in functie is, wordt met de officiële ope ning gewacht tot de particuliere onder neming haar rechtsvorm in de Stichting Kunst- en Vliegwerk gekregen heeft. Over de toekomst is mevrouw Ter Laan optimistisch. „Wij blijven probe ren de luchtreizigers te confronteren met kunst van het hoogste gehalte, spe ciaal van Nederlandse kunstenaars", zegt zij. Door de brede opzet is in deze verzameling in elke prijsklasse en voor elke beurs iets te vinden. Van porselein van enkele guldens tot bronzen sculptu ren van enkele duizenden. Kunst is mo de, is „in". De mensen zijn er aan toe. Ze hebben een eigen huis, een auto, ve le elektrische apparaten. Voor kunst werken kopen krijgen ze nu meer be langstelling." Een foto van het Engelse „Dormair"-bed, dat de warmte op de gewenste thermostatisch gecontroleerde temperatuur houdt zonder het gebruik van dekens en bovenlaken. Het systeem berust op heteluchtcirculatie met behulp van een ventilator. Het zou ideaal zijn voor astma-patiënten, omdat er geen deken stof is dat de luchtwegen kan irriteren en ook voor mensen, die een operatie hebben ondergaan. ADVERTENTIE tomodel zijn reden van bestaan al om dat hij eenvoudigweg 35 jaar is. En dan, als je iemand hebt van wie je zegt: met hem kun je alles doen, dan zie je die man honderdduizend keer te rug in honderdduizend advertenties. Daarom hebben we ook vaak een soort uitwisseling van modellen met Duits land, Frankrijk, Engeland." A

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 6